EiiAnDEn-niEuiA/s
Commissaris der Koningin opende
gerestaureerde „Gouden Leeuw
Anno 1500 woonde hier
Udriaan Floriszoon, later Paus te Rome
Afbraak van de oude Hoofdpoort
Düjes en Datjes
2e blad
Dinsdag 11 september 1962
No. 3121
^chmmmetft
-k
-k
Rede van de Commissaris
Paus
Adrianus VI
CENTRALE VEILING
Mlddelharnis
•k k-
Weer een huurverhoging.
Ja, dat gaat miaar door.
Weer huurcompensatie.
Toch wel aardig hoor.
't Is in deze kwestie.
Dus een soort spiraal.
Waar het eind zal wezen?
Och, wij allemaal.
Leven maar weer verder.
We betalen weer.
En de huisbaas moppert:
„Waarom niet wat meer?"
•k -k
Huur
verhoging
en nog wat.
zijn alweer in de maand septem
ber aangeland. De herfstmaand, zo vi
ffeet. Dat wil zeggen dat straks de bla
deren van de bomen bruin worden en
afvallen. Wat leven we toch snel! De
zomer bracht ons maar weinig zomerse
da»en. Schram heeft tenminste geen
enkele avond eens buiten kunnen zitten
zonder jas aan. Hoe het komt weet ik
niet, maar vroeger had men van die
heerlijke zomeravonden, waarin men
jls 't ware tot diep in de nacht buiten
lion blijven. Dan vond men het spijtig
als het bedtijd werd. Deze zomer moest
yerschiUende avonden de elektrische
kachel er aan te pas komen, om een
temperatuurtje in de kamer te krijgen.
Zodoende is de zomer ons ontsnapt eer
we er erg in hadden.
Met de septembermaand is er ook
weer een huurverhoging aan bod ge
komen. Er werd Schram gevraagd hoe
het daarmee eigenlijk zit en hoe groot
de verhoging wel is, als ik het goed heb
naggegaan komt een en ander hierop
neer dat de huizen omhoog gaan met
10 pet. in de eerste-klasgemeenten, met
11 pet in de tweede- en derde-klasge-
meenten, terwijl de huren in de vierde-
en vijfde-klasgemeenten verhoogd wor
den met 12 pet.
Heeft uw woning
gebrelïen, dan wordt
de huur niet verhoogd
als de huuradvies-
commissie 'n verkla
ring afgeeft, dat de
woning gebreken ver
toont, die de bewoon
baarheid ernstig schaden of indien de
woning door verwaarlozing van de ver
huurder niet aan redelijke eisen vol
doet.
De aandacht wordt er speciaal op ge
vestigd, dat een dergelijke verklaring
vóór 1 januari 1963 moet worden aan
gevraagd.
Ook de huren van woningen die op
31 maart 1960 niet hoger waren, al
naar gelang van de gemeenteklasse, dan
9,—; 8,—; 7,6,en 5,(resp. voor
de 1ste, 2de, 3de, 4de en 5de gemeente-
klasse) worden zonder meer niet ver
hoogd.
De huren van onbewoonbaar ver
klaarde woningen blijven onveranderd.
De huren van na-oorlogse woningen
die zonder overheidssubsidie gebouwd
zijn, worden vastgesteld in overleg tus
sen huurder en verhuurder, dit inge
volge artikel 4 besluit bijzondere huur
prijzen 1954.
Bij zondere aandacht wordt eveneens
gevraagd voor de iiuren van woningen
die door de huurders zelf zijn opge
knapt.
Om onbillijkheden te voorkomen,
voorziet deze wetswijziging in de be
paling, dat de huren van door de eige
naar verwaarloosde woningen die door
de huurders met eigen geld zijn opge
knapt, onveranderd zullen moeten blij
ven.
Vanzelfsprekend is deze bepaling
voorbehouden aan een advies van de
huuradviescommissie, zodat niet de
huurder eigener beweging zal kunnen
zeggen: „ik betaal geen huurverhoging,
want ik heb de boel zelf opgeknapt!"
Men kan ten deze dus geen eigen
rechter zijn, maar moet de huuradvies
commissie in de arm nemen, die u dan
wel zal vertellen in hoeverre uw doe-
het-zelf-actie nut heeft gehed om bui
ten de huurverhoging te vallen. Al met
al wordt het leven op dit punt ook weer
duurder.
Naar ik verneem is het voor de huur
ders van een bejaardenwoning te iVIid-
delharnis een tegenvaller, dat deze pas
betrokken woningen ook onder de
huurverhoging vallen, hoewel beweerd
was dat dit niet het geval zou zijn.
Voor de bejaarden is elke gulden er één
en enige compensatie hebben deze men
sen niet te verwachten. Komt er later
nog weer een verhoging bij dan wordt
het daar ook al geen goedkoop wonen
meer!
De gladiolententoonstelling behoort
ook weer tot het verleden. Vele hon
derden mensen hebben deze aantrekke
lijke bloemen in hun vele schakeringen
te Dirksland bewonderd. Een zeker
dichteres zegt van de gladiolen:
In die bloemen ligt een gloed,
die 't bleek gedacht' en 't bleek
gemoed,
weer gloeien doet!"
Dat is mooi gezegd. De kwekers heb
ben hun best gedaan om. hier het mooi
ste wat op dit gebied gebracht kan wor
den, tentoon te stellen. Dat is ook al
een opgave op zichzelf. Daarbij gebeu
ren er dingen, waarop Schram hier
even de aandacht wil vestigen. Het is
voorgekomen dat een kweker bezig was
om de mooiste exemplaren voor de
show met extra zorg te omringen. Op
het juiste tijdstip zou hij deze uit zijn
veld snijden. Stel u echter zijn teleur
stelling voor dat deze mooie bloemen
toen hij ze snijden wou, reeds door een
ander waren weggehaald! Er zijn men
sen die langs een gladiolenveld komen
en oen ruikertje mee naar huis nemen.
Ze denken bij zichzelf: die bloemen
worden toch maar weggegooid, dus kan
ilc er rustig een bosje uitsnijden. Maar
door zo'n handelwijze werd de kweker
benadeeld en gingen zijn schoonste
bloemen er uit, zodat hij moeite had om
op de tentoonstelling goed voor de dag
te komen. Laten deze bloemensnijders
bedenken dat het spullen van een an
der zijn, waar ze af te blijven hebben.
Het is toch altijd wel een vraag waard
of er een bos gladiolen afgesneden mag
worden!
Men heeft altijd mensen, die het met
het mijn en dijn niet al te nauw ne
men. Schram is zelfs een geval be
kend dat men een hond uit Ouddorp
meenam en die later te Nieuwe Tonge
verkocht werd. Je moet maar durven!
Het zal je overkomen dat je hond
meegelokt wordt en je hem later in een
andere gemeente tegenkomt. Maar het
gebeurt.
Zo hoort Schram ook uit Ouddorp,
dat het daar in de strandtent bij 't Top
pershoedje vaak ruinoerig toegaat. Het
m.oet er zelfs verleden week zondag op
een vechtpartij uitgelopen zijn. Door
drank verhit komt men tot zulke din
gen. En de jongelui die zich hieraan te
buiten gaan springen gemoedereerd
weer op de brommer en rijden over
moedig over de wegen, waarbij ze het
leven van henzelf en van hun naaste
in groot gevaar brengen. De politie kan
wel niet overal tegelijk zijn, maar zulke
buitennissigheden verdienen wel specia
le aandacht om er op te letten. Harde
maatregelen zijn hier wel op hun plaats
Jongelui die niet nuchter op hun brom
mers de wegen onveilig maken moest
gewoonweg het rijden verboden worden
Er zijn al verschillende ongelukken ge
beurd, waarbij totnogtoe de betrokke
nen zelf verwondingen of schade op
liepen. Maar vandaag of morgen rijden
zulke nozems een ander aan met wie
weet welke gevolgen. En wie zal alles
betalen?
Schrammetje.
Na de buitengewone raadszilttingr, ter herdenking dat 650 jaar geleden aan de
oude stad Goedereede stadsrechten zijn verleend, had de opening plaats van
het geheel gerestaureerde Hotel „De Gouden Leeuw", eigenaar de heer W. L.
van Beek. Dit hotel was in het begin van de 15e eeuw de pastorie van pas
toor Adriaan Floriszoon, die later Paus is (geworden, de enige Paus, die Ne
derland ooit gehad heeft. Dit gebouw stond onder beheer van Monumenten
zorg; de restauratie had plaats onder architectuur van de oud-Flakkeeënaar J.
de Wilde, tihans wonende te Breda.
Het is een keurig gebouw geworden,
waarvan het interieur in oude stijl, met
zware moederbalken en kindei'balken is
gehouden. Het café beneden doet aan
een oude taveerne denken, maar is niet
temin van modern interieur; oud en
nieuw komt hier keurig tot zijn recht.
De vergaderzaal daarachter is vrijwel
zo gebleven, echter voorzien van een
buffet. Het verdere interieur met fraaie
trappen is van een bijzondere stijl, bo
ven aan de straatkant is de z.g. pas-
toorsltamer met een prachtige schouw,
eiken lam.brizei'ingen enz. De hotelka
mers zijn zeer luxe, voorzien van tele
foon, badcellen enz. De familie van
Beek biedt hier iets dat de meest ver
wende gasten grote voldoening zal ge
ven.
Er waren tal van genodigden bij deze
plechtige opening, o.a. burgemeester en
mevr. Kleijnenberg met de gehele raad;
de Commissaris der Koningin en mevr.
Klaasesz, oud burgemeester en mevr.
Bosschieter, architect de Wilde, met de
aannemers; pastoor J. Buijs uit Mid-
delharnis; de heer Bordet van Monu
mentenzorg en vele anderen. In de pas
toorskamer, waar ook een prima door
dames in Flakkeese klederdracht geser
veerde lunch is gebruikt, was niet voor
allen plaats;-de helft van het gezel-
j schap moest in de benedenzaal worden
1 ondergebracht, die echter door middel
van geluids-televisie alles konden zien
en horen wat zich boven afspeelde.
De commissaris Mr. Klaasesz hield
een belangwekkende rede en confron
teerde zijn gehoor met het verleden. Op
7 mei 1312 werd door de lieren van
Voorne aan Goedereede stadsrechten
verleend; spreker noemde de Goereers
bescheiden, want de stad is veel ouder,
waarom beroepshistorici er veel aan
dacht aan besteden. Goeree was aan
vankelijk afhankelijk van de heren Van
Voorne. In 1371 kwam de stad onder
de macht van de Graven van Holland,
spr. noemde namen als Jacoba van
Beijeren, Karel de Stoute e.a. Z. Hoog
Edel Gestr. noemde het gelukkig dat
men zich op historisch gebied verdiept
In de 15e eeuw had de stad Goedereede vijf poorten, t.w. de waterpoort, de
Koepoort (naderhand de Molenpoort) de Mariapoort (gesticht door Maria van
Bourgondië) de Katharinepoort of Hoofdpoort en de Doelenpoort. Hierboven
een oude foto uit 1903, toen de Hoofdpoort (in de volksmond de „Hoorpoorte")
is gesloopt. Jammer dat dit oude monument niet is gerestaureerd en voor het
nageslacht bewaard.
en tracht het oude stedeschoon te be
houden.
Herinnerend aan de zo juist gehou
den rede van de burgemeester in de
raadszaal, waar een beeld gegeven is
van de op- en teruggang van de stad,
achtte spr. het verblijdend, dat de con-
junctuurlijnen weer omhoog gaan en
men daarom ook dit gebouw heeft ge
restaureerd en in zijn oude glorie heeft
terug gebracht. Spreker hoopte dat het
in dit hotel even druk zal worden als
vandaag; de zware ball-cen zullen de
massa wel houden, zo betoogde hij.
Komende op pastoor Adriaan Floris
zoon, in 1459 te Utrecht geboren, die in
dit gebouw zou hebben gewoond, was
er toch ook wel sprake van legende
vorming, men weet n.l. van die tijd heel
weinig af. Historici uit de vorige eeu
wen hebben er niet het goede beeld van
gegeven. Paus Adriaan, heeft slechts
een half jaar zijn pontificaat bekleed,
hij was kardinaal in Spanje, toen hij in
1522 tot Paus werd uitgeroepen. Van
Spanje naar Rome was toen een moei
lijke en gevaarlijke reis; er was 6
maanden voorbereiding toe nodig. Toen
hij te Rome kwam was er een pestepi
demie, het duurde toen weer even eer
hij zijn ambt kon waarnemen en een
half jaar later stierf hij reeds.
Om ons de persoon van Paus Adria-
nus goed in te leven, moeten we den
ken dat het toen in de tijd was van de
Reformatie en Luther veel ingeslopen
kwalen in het kerkelijk leven in het
licht stelde. Adrianus was toen prof-
fessor aan de universiteit te Leuven,
tegelijkertijd proost te Utrecht en pas
toor te Goedereede (eerder in Oostvoor-
ne en Ouddorp) deken van Antwerpen
enz. Daaruit blijkt hoe bezet zijn leven
was, hij is dus wel eens af en toe te
Goedereede geweest, maar had er geen
vaste woonplaats. Vi^el had hij er een
goede band mede, wat uit nagelaten
geschriften blijkt. Fel heeft hij gestre
den tegen misbruiken in de kerk; de
bisschoppen zagen tegen hem op, omdat
hij ze becritiseerde dat ze zich meer
moesten gelegen leggen aan het ziele-
heil der gelovigen. Hij was bezield om
de Islam terug te drijven; de Chr. vor
sten Hendrik VIII en Karel V zocht hij
als bondgenoten bijelkaar te brengen.
Het was een stoere Nederlander, wiens
komst te Rome door de prelaten met
enige angst werd tegemoet gezien,
bang voor de maatregelen die hij zou
nemen. Helaas werd zijn leven bekort;
Nederland mag echter trots zijn, dat
deze activiteit van de vroegere Goe-
reese pastoor er geweest is. De pa
rochies werden in die tijd eclrter meest
door een Vicarus verzorgd, dit heeft er
mogelijk toe geleid dat deze eilanden
zo snel tot de reformatie kwamen, om.-
dat echte herders er niet hebben ge
werkt.
De commissaris verheugde zich dat
door de restauratie van dit hotel, de
herinnering aan het verleden wordt be
waard. Hij feliciteerde de ondernemer
met het fraaie gebouw en wenste hem
toe, dat het hem er goed in zal gaan,
waar z.i. alle aanleiding toe is. Ook het
gemeentebestuur bracht hij zijn felicita
ties over met deze fraaie aanwinst in
het centrum van de oude stad.
Vele rampen hebben de oude stad
geteisterd. Spr. wilde dit alles niet op
halen, alleen dit, dat de bewoners van
Goeree wel eens gemene zaak maakten
met de kapers, zodat de Zweedse ko
ning daartegen ageerde! Hij vertrouw
de dat de Goereese vroedschap dit an
ders zou doen.
Aandacht schenkend aan de toekomst
van het eiland zei spreker dat er vele
prognoses worden gemaakt en rappor
ten verschijnen hoe het' misschien zal
worden. Dit hangt van vele factoren af
in sommige opzichten is het een on
gewisse toestand zodat er wel enige
reserve dient in acht genomen.
Dit gebouw echter, keurig gerestau
reerd, rechtvaardigt dat het te Goede-
destijds pastoor te
Goedereede wiens
pastorie was gevestigd
in heit thans
gerestaureerde Hotel
„De Gouden Leeuw"
op de Markt te
Goedereede
reede een grote plaats zal innemen. De
naam is wel niet de leeuw in het wapen
van Zuid-Holland, maar dan toch een
leeuw als een teken van kracht, zo be
sloot de commissaris en verklaarde het
gebouw voor geopend. (Applaus).
Dankwoord
De ondernemer de heer Van Beek
sprak daarna woorden van dank. Hij
releveerde dat 3V2 jaar nodig is ge
weest (met voorbereiding enz.) om het
zo ver te brengen; in l'/a jaar tijds is
de restauratie verricht. Allereerst
noemde hij de naam van burgemeester
baron van Knobelsdorff, wiens werk la
ter door burgemeester Kleijnenberg is
overgenomen. Hulde bracht hij aan Mo
numentenzorg die het initiatief nam,
aan het gemeentebestuur, aan architect
de Wilde en de aannemer de heer Wou
denberg en voorts aan allen die er aan
hebben medegewerkt. De schilder de
heer Bakker kreeg een extra pluim,
voor de mooie combinaties van de aan
gebrachte kleuren en last but not least
de Commissaris der Koningin voor zijn
treffende rede en de opening die hij
heeft willen verrichten.
Burgemeester Kleijnenberg bracht
zijn gelukwensen over namens het ge
meentebestuur en drukte de wens uit
dat dit in lengte van jaren in de Gou
den Leeuw door velen gouden uren zul
len worden doorgebracht.
Namens de familie dankte een broer
van de ondernemer, allereerst de heer
Com.missaris en allen die aan de res
tauratie zoveel zorg hadden besteed.
Puntdicht van de commissaris
De commissaris kwam nogmaals voor
de microfoon en wees er op, dat bur
gemeester Kleijnenberg in de raadszaal
min of meer dichterlijk Was opgetreden.
Ook hij wilde tot slot lyrisch zijn en
declameerde op het gerestaureerde ge
bouw het volgende puntdicht:
Men rust in deze
moderne eeuw
bij voorkeur in de
„Gouden Leeuw"
(Grote vrolijklieid en daverend applaus)
Er werd vervolgens een voortreffe
lijke lunch gebruikt, door dames in
Goereese klederdracht geserveerd.
Veiling van vrijdag 7 september 1962
Bintje grove 13,------14,30; id. middel
11,------12,50; id. II 7,------9,80; Eigenhei
mer grove 10,60; id. middel 15,50—16,70;
id. II 9,10—12,30; id. drielingen 6,60—
7,Voeraardappelen 3,50.
Aanvoer 30.000 kg.
Kroten 6,—; Dubbele 58,------69,—;
Waspeen 10,Augurken 10,------180,
Stoksnijbonen 131,Andijvie 28,
Komkommers 60/op 14,------19,id. 50/
60 10,------12,—; id. 40/50 10,—; Tomaten
A 55,------61,—; id. B 50,~; id. C 25,------
38,—; Sla 4,20—4,90; Perziken 14,—; Ja
mes Grieve 49,------69,Clapps 50,
Frankenthaler 171,------190,—; Meloenen
32,------91,—; Pricose 59,------65,—; Aard
beien per doosje 81,
DIRKSLAND
Ds. P. Blok, predikant der Ger. Gem.
heeft een beroep ontvangen van de ge
meenten Ridderkerk en Dordrecht en
heeft- voor de beroepen naar Kampen
en Rotterdam - Pendrecht bedankt.
Overdracht muziektent
Te twee uur 's middags had de over
dracht vaii de muziektent plaats. Deze
muziektent, die plaats biedt aan 60 per
sonen is een opvouwbaar geval, ge
monteerd op een Spijkstaal-wagen, dat
overal kan worden geplaatst. Thans
stond het op de Markt. Deze tent is
eigendom van de gemeente, de muziek-
en zangvereniging krijgen deze gratis in
gebruik. De commissiaris die de over-
draclrt verrichtte deed dit met de hem
eigene humor; hij vond het leuk deze
tent, die de provincie niets kost, in
naam van het gemeentebestuur in ge
bruik te geven.
De muziekvereniging „Apollo" onder
leiding van dirigent W. Vernooys speel
de daarna een vrolijke mars. De voor-
zitte.r dhr. Bruggeman bracht woor
den van dank aan het gemeentebestuur
en voor de gelukwensen van de commis
saris der Koningin en noemde het een
uitkomst voor het koninklijk Muziek
gezelschap, dat zij deze fraaie tent voor
hun concerten konden benutten. Na
mens de zangvereniging Goeroes Ge
mengd koor sloot zich daar de voorzit
ter G. Bruggeman bij aan. Onder leiding
van dirigent J. v. d. Heuvel werd een
uitvoering gegeven door het gemengde
zangkoor. Te ongeveer 3 uur is de com
missaris weer naar 's-Gravenhage ver
trokken.
Het is de hele avond echt feest ge
weest te Goedereede; er waren tal van
bezoekers uit andere plaatsen van het
eiland.
RIJMEN VAN TIJMEN
Mens, loop in de avond.
Links, dan loopt ge goed.
Dat voorkomt tenslotte,
Heel wat tegenspoed.
Goede weggebruikers.
Zijn er mee gebaat.
Als men naar adviezen,
Ook eens luisteren gaat.
Want we gaan zo langzaam,
Weer naar 't mistseizoen.
IJzel, gladde wegen.
Net als toen en toen.
Juist door links te lopen.
Heeft men wel wat voor.
Veiligheid voor alles.
Knoop dat in uw oor.
Luns en Cals en Zijlstra,
Tien jaar aan het roer.
Da's in deze dagen.
Al een hele toer.
Onze Excellentie's,
Hadden 't reuzedruk.
Scherpe pijlen schoot men.
Op de Mammoet stuk.
Buitenlandse zaken.
Valt ook heus niet mee.
Excellentie Zijlstra,
V/erkte soms voor twee.
Dat zijn wel een beetje,
Onze grote drie.
Kunt u het soms beter?
Meldt u even. Wie??
"Herman" zei zacht Cato.
Ze
Sreep zijn n>achteloze hand en
streelde die.
j '•'..sloeg de ogen neer, als schaam-
vl?'^ ^^Is kon hij haar blik niet
^«dragen.
blili ^^"isterde hij, na enige ogen-
hare ontmoetten de
"Herman", zei ze weer, „Herman!"
'Je bewustheid van de daad, die hij
had bed
reven, van de hopeloze toestand
in welke hij zich bevond, scheen terug
gekeerd.
„Vergeving", smeekte hij met bijna
onhoorbare stem. Er was in die half af
gewende ogen een uitdrukking van zulk
een nameloos wee, dat Cato in tranen
losbrak, dat Betje de hare niet kon te
rughouden.
Er was nog een derde het vertrek
binnengetreden. Hij had onhoorbaar de
deur geopend; het was Karel.
Vei-wonderd keek hij rond. Hij had de
dringende boodschap enige uren te vo
ren bij zijn thuiskost ontvangen, m-aar
er niet dadelijk toe kunnen besluiten,
zijn vrouw te gaan opzoeken. Maar de
onrust over haar lang uitblijven, een
angstgevoel, waartegen hij vergeefs ge
poogd had te strijden, had hem tenslot
te toch herwaarts geclreven.
Wat hij zag, ontroerde hem.
't Was, als week in eens zijn boze
luim, als voelde hij het pantser van
stugheid en onaandoenlijkheid losges-
pen, en iets als berouw werd levendig
in zijn hart.
De vrouwen wendden liet hoofd om.
Korte begroeting volgde, maar er was
in de weinige woorden, die gewisseld
werd niets van de hoogheid, die Betje
duchtte, noch van de onverzoenlijkheid,
die Cato verwachtte.
Hij hield zich op de achtergrond; zag
en luisterde.
„Vergeving", herhaalden de bevende
lippen.
,,Ja", snikte Cato; „we vergeven je,
Herm, alles, alles.... Is het zo goed?"
Pijnlijk vertrok weer het gelaat.
„'t Is alles voorbijsprak hij
met sterker stem, dan de anderen had
den verwacht. „De..,, schande.... o,
Cato streelde liefkozend de magere
handen: „Och, Herm", begon ze.
Opeens kwam nog smartelijker uit
drukking op het gelaat.
„Vader....!" Zagen zijn geestesogen
helderder, naarmate de lichamelijke
verdonkerden?
„Moeder...., moeder!" kermde hij
opeens luider.
„Stil, stil", kalmeerde Cato en schik
te het verschoven dek weer goed.
„Verdoemd ben ik, verdoemd, ver
doemd,.
't Sneed die het aanhoorden, door de
ziel.
Machteloos zweeg hij een ogenblik;
dan prevelden weer de bloedloze lippen
dat vreselijke woord, onophoudelijk, on
telbare malen: verdoemd.
Daar begon hij opnieuw.
„Moeder, je hebt.me ge.waar-
schuwd...." En dan ineens: „jij ook,
zuster, jijweet je.
't Werd Karel bang om 't hart. Dit
alles te moeten aanhoren.
En weer fluisterde de hese stem in
een ijlend tempo dat schrikkelijke
woord, waarin de jammer beefde van
helsen angst.
Stom zonder troostwoord zat Cato,
zat daar Karel.
Daar lag de lichtzinnige, die gespot
had zijn leven lang met dood en eeuwig
heid, hel en verdoemenis; feller gespot
naarmate een scherpe angel van ver
wijt bleef steken, dat hij moeders ver
maningen in de wind had geslagen.
Niet lang geleden, 't was op een zon
dagmorgen, was 'hij van een zijner nach
telijke drinkgelagen huiswaarts gekeerd
Op een bank in een der plantsoenen
had hij zich neergezet en was daar in
slaap gevallen. Toen hij wakker werd
hoorde hij klokgelui: 't waren de kerk
klokken, die nodigden. Verschillende
voorbijgangers wierpen een eigenaar
dige blik op hem, sommige een vol fari-
zeeuwsen afkeer, anderen een van me
delijden, 't Was heel stil; op deze zon
dagmorgen was er in 't plantsoen wei
nig geloop. Hij geeuwde en rekte zich,
in volmaakte onverschilligheid voor die
passeerden. Daar naderde een dame. Hij
had haar niet zien komen. Zij scheen
hem te kennen, stond althans plotseling
voor hem stil; zichtbaar ontstelde ze.
Toen had hij haar aangezien; die figuur,
in het deftig verpleegsterscostuum, ha!
hij was er: zuster Randers, Karels zus.
Reeds had ze zich weer van hem afge
wend, toen hij haar had aangesproken
en gevraagd, waarheen ze zo vroeg op
weg was, waarop ze eenvoudig had ge
antwoord, dat ze naar de kerk ging. Dat
had zijn spot wakker gemaakt; maar
heel ernstig was ze een ogenblik voor
hem kom.en staan en had gezegd: Bre
mer, spot niet, ga liever zelf er iieen!
Dat is in elk geval een betere weg, dan
waarop je nu bent." Door haar ernst
verbluft, en een gril volgende, gelijk
hij zovele malen deed, had hij geant
woord: „Dat zullen we eens hebben, ben
ik zó presentabel? Waar moet ik zijn?"
Ze had hem ingelicht, en hij was
werkelijk gegaan. Daar, in een hoek
weggedoken, had hij geluisterd, geluis
terd als nooit te voren. ,,Zo is er dan
geen verdoemenis voor degenen, die in
Christus Jezus zijn, die niet naar het
vlees wandelen, maar naar de geest."
Dat was de tekst geweest. En ontroerd
had hem de prediking, tot tranen toe
Stil was hij na het einde van de dienst
naar huis geslopen.De woorden van
de prediker hadden hem vastgehouden
maar 's avonds trachtte hij bij beker en
spel er zich aan te ontworstelen, en hij
was van de ene brasserij in de andere
getuimeld, tot hij gewaand had rrtet een
revolverschot aan alles een einde te
kunnen maken.
En thans, thans waarden door zijn
ontsteld brein als schrikaanjagende
spookgestalten, die woorden van waar
schuwing, van geen verdoemenis voor
die in Christus Jezus zijn, van eeuwige
verdoemenis voor.hem!
En weer hijgden zijn stervende lip
pen dat ijselijke: verdoemd, verdoemd.
Cato zuchtte, in haar onmacht om
enige troost te bieden. En ze dacht
weer aan dat woord op moeders portret
ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hier geen Verlosser
Karel voelde zich angstig beklemd.
Dit sterven, die zelfbeschuldiging bij
Herman; die zich altijd zo lichtzinnig
had voorgedaan, wien alle ernst immer
had ontbroken; die nooit zich bekom
merd had om dood en eeuwigheid; die
cynisch onverschillig een levenspatroon
in elkaar had gezet en ook uitgevoerd,
waarvan het laatste nummer zelfmoord
washem nu te horen roepen, ker
men, in stervensangst, nu al die licht
zinnigheid, al dat cynisme te zien weg
smelten voor de ontzettende realiteit
van de dood.... En hij gevoelde, dat
zijn eigen theorie evenmin er tegen be
stand zou zijn; hij moest in dit ver
scheiden een profetie zien van het zijne
Want zijn verlichte denkbeelden, waar
op hij pochte, waarop hij zich nog laatst
tegen vaders vromen wens had gehoo-
vaardigd, zouden hem de doodsvallei
niet verlichten kunnen.... En zijn
hooghartig schouderophalen over dom
me bekrompenheid en blinde dweperij
zou hem straks vergaan, als ook hij
moest verschijnen voor de geduchte
Rechterstoel; hij voelde het, 't was als
of nu reeds de vierschaar over hem ge
spannen werd, en zijn ziel kromp ineen
van onzegbaar wee....
(Wordt vervolgd)