De O. partij m^e^/^ Meditatie Prinses Beatrix op jeugdfestival in Velp De verjaardag van Prinses Wilhelmina F^C;KORTENËGsZOON vroeger en nu Vier kleine kleutertjes Vrijdag SI augustus 1962 No. 3118 Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG YOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEÏJWSE EILANDEN Verschijnt ttoeemaal per week: dinsdag- en vrydagavoai BINHENVItmeiEO SCNUINiUBBIKIED „Onisemus" Fruitmanden en Fruitbakies „^De ^ruitc&ntrale" U^A/fl^l" Voor het I-er» PIOCUHÏ- Baby-huidje TBABYDERME"^ De heer I. L lonker 25 jaar fiij de R.D.M. 35e jaargang PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Bedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsd^k Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avo nda Tel. 20 17 airo 167930 ABONNEMENTSPRIJS 2.1B PEB KWABTAA:^ ASVZBTENTIEPBIJS 12 cent per mm. Bfl contract speciaal taTl«l In het maandblad van de A.R. partij „Anti-revolutionaire staatkunde" (april mei-nummer) is een bijzonder interes sant rapport te lezen over een door de Dr. Kuyperstichting ingesteld onder zoek naar het verloop van de A.R. ver- kiezingscijfers sedert 1946. Daarin komt o.a. 'een tabel voor van de percentages van alle partijen na de oorlog. Uit die cijfers blijkt, dat de A.R. partij de enig- partij is als we de communisten uit- scliakelen die na 1948 voortdurend bij elke verkiezing in percentage vermin derde. Als we 1946 als uitgangspunt ne men, is de K.V.P. met 1,6 toegeno men (tot 1962), de P.v.d.A. ook m.et 1,6 3,'o, de C.H.U. met 0,9 «/o, de V.V.D. met 3,9 Vo, de S.G.P. is precies gelijk geble ven, de C.P.N, met 7,7 »/o gedaald en de A.R. met 3,7 "/o achteruitgegaan. Onder j de bonafide partijen is de A.R.P. de eni ge, die to.v. 1946 met een nadelig sal do eindigt. Het verlies is, over de pro vincies gezien, nogal uiteenlopend. In Friesland toedraagt het slechts 1,5 "/c. Deze provincie met 4,2 "/o van onze to tale bevolking levert 10,6 "/o van alle A.R. stemmen. Zuid-Holland echter is voor haar de slechtste provincie; hier liep het stemmental met 5,6»/o terug van 16,5 in 1946 op 10,9 "/o in 1962, Een be rekening leert, dat de A.R.P. van 1946 op 1962 een verlies heeft geleden van 29 »/o van de kiezers, die ze in eerstge noemd jaar had. Het is vanzelfsprekend, dat dit zo be denkelijke proces de partijleiding met ernstige zorg vervult. In het rapport wordt terecht het merkwaardige feit ge constateerd, dat de permanente afbrok keling zich gelijkmatig voortzet, onge- aolit of de partij oppositie of regerings partij is, met de P.v.d.A. (tot 1959) of met de V.V.D. (daarna) samenwerkt of dat het een Staten- of Kamerverkiezing betreft. Helaas beperkt het rapport zich tot cijfermatige constateringen en wordt er geen poging gedaan de oorzaken op te sporen. Het zij ons vergund een be scheiden poging te wagen in deze rich ting. We beginnen dan met de duidelijk aanwijsbare factoren. De eerste is het optreden van het Geref. Politiek Ver bond (de mensen van art. 31). Deze stemden voorheen vrijwel allen A.R., maar nu nog slechts voor ongeveer 20 Vo. Het stemmenpercentage van het G. P.V. is 0,7 en dit vertegenwoordigt dus een deel van het A.R. verlies. Dan is er liet emigrratieverlies. Het is bekend, dat vooral van 1947 tot 1953 het aantal Gereformeerde emigranten naar ver houding uitzonderlijk hoog was. Aan de hand van de beschikbare cijfers schat ten we, dat het daardoor ontstane kie- zersverlies ongeveer 0,6 kan bedragen. Met deze twee factoren is dus 1,3 "/o van de achteruitgang verklaard, zodat 2,5«/o naar andere partijen moet zijn af gevloeid. De vraag is dus welke invloe den nog meer in het geding zijn. We komen hier op een terrein van gissingen en vermoedens. In het alge meen kan gezegd worden, dat de af vloeiing moet geschied zijn naar de C.H.U., de P.v.d.A. en in mindere mate naar de V.V.D., speciaal na 1956. In elk geval is er geen verlies aan de S.G.P., want deze 'blijft vrijwel stationair. Naar onze mening werken er een viertal fac toren, die samen de teruggang veroor zaken. Daar is allereerst het statistisch vastgestelde feit, dat het aantal Her vormden, dat A.R. stemt, gestadig klei ner wordt. Vanwege de overheersende positie van de Gereformeerden in de partij is het niet overal even gemakke lijk een doeltreffende samenwerking tussen de kerkelijke groepen te conti nueren. Er zijn op dit punt al zeer lang moeilijkheden en nu het Gereformeerd cachet van de partij steeds sterker wordt, nemen de gevoeligheden ook toe. Dit is een vicieuze cirkel, die moeilijk ts doorbreken is. Deze Hervormden gaan over naar de C.H.U. Dat deze par tij nochtans niet groeit, zelfs van 1948 tot 1959 achteruitliep, komt doordat zij zelf weer kiezers verloor aan de V.V.D. en de P.v.d.A. Prof. De Jong bevestigt 'n zijn boek „Overheid en onderdaan" Onze zienswijze als hij schrijft: „In de kennelijk weinig aanwezige identifica tie van de Ned. Hervormden met de A.R.P, ligt waarschijnlijli de voornaam ste sleutel tot verklaring van de aan zienlijke electorale afbrokkeling van deze partij." (pag. 183). Een andere factor is deze, dat vooral na het aftreden van dr. Schouten de leiding van de partij in menig opzicht tekort schiet, niet alleen tactisch, maar ook in de algemene beleidslijnen. Sedert enkele jaren heerst er in de partij een verwarring, veroorzaakt door nogal in grijpende meningsverschillen. We her inneren aan de moeilijkheden, die de A.R. fractie had met haar geestverwan te minister Van Aartsen over de wo- nmgbüuw, doch vooral aan de Nieuw- Guinea-kwestie, die in de partij grote beroering bracht. Een zeer groot deel van de leden en nog meer van de Kiezers waren en zijn het helemaal niet eens met het beleid der Kamer- iractie in dezen. Het is duidelijk, dat er Pen steeds grotere divergentie aan het ontstaan is tussen de partijleiding en hêt A.R. kiezerscorps en deze demon streert zich uiteraard ook bij de ver- Kiezingen. Ais we naar de oorzaken zoeken van ae veranderingen in het partijbeleid. Komen we bij de andere twee factoren, aie we op het oog hebben, waardoor ktt buts kêi ttlt I het huidige beleid weinig meer weg heeft van het vroegere stoere, rechtlij nig calvinisme, dat vele A.R., vooral onder de ouderen, nog steeds het meest aanspreekt. Daar is allereerst de duide lijk waarneembare tendens bij vele Ge- reform.eerden, dat zij zich steeds min der geestverwant voelen met de her vormde en de Chr. Gereformeerden en steeds meer -met de z.g. middenortho- doxie in de Herv. Kerk. Veler sympa thie gaat meer uit naar de oecumene van de Wereldraad dan naar de geref. oecumene. Dit is een. zeer bedenkelijk symtoom, want het wijst op een verwa tering van het calvinisme, die haar consequenties heeft in de politiek. De dialectiek gaat doordringen in de A.R. gelederen, vandaar ook het slappe standpunt in de N.G.-kwestie. En dan is er nog de sociale politiek, die onte vredenheid schept. Nu is dit een moei lijke zaak voor de leiding. Enerzijds vinden de arbeiders al gauw, dat de partij niet progressief genoeg is, doch anderzijds vinden vele anderen, dat de invloed van de vakbonden ook in de A.R. partij veel te groot is. Resultaat: afvloeiing van arbeiders naar de P.v.d. A. en mogelijk van meer sociaal-con servatieven naar de V.V.D. Intussen is dit een probleem, waar elke confessio nele partij mee zit, maar in de ene kan het sterker spanningen geven dan in de andere. De A.R. partij verkeert door deze ont wikkeling in een soort crisis, die zich- ooit daarin manifesteert, dat de Tweede Kamerfractie herhaaldelijk verdeeld stemt, bij kerkbouwsubsidie, mammoet wet, N.G.-kwestie, kinderbijslagwet. Het schijnt ons toe, dat de leiding, ge zien de aard der problemen, voor een wel heel moeilijl^e taak staat. Tenslotte nog één en ander over de A.R. partij op Goeree en Overflakkee. Zij heeft op ons eiland altijd een zeer sterke positie ingenomen en was tot 1956 de grootste partij, wat het aantal kiezers betreft. In dat jaar werd ze voor het eerst overvleugeld door de P.v.d.A. en de S.G.P. Hieronder volgen de per centages, die ze behaalde bij de opeen volgende Kamerverkiezingen (het laat ste cijfer is van de Statenverkiezingen van dit jaar): 1933 33,0 1937 27,1 1946 34,8 1948 29,1 1952 26'i7 1956 22,6 1959 22,1 1962 20,5 Het lage cijfer van 1937 werd veroor zaakt door de deelname aan de verkie zingen van de Chr. Nat. Actie van Prof. Vissoher, die toen 9 "/o der Flakkeese stemmen behaalde. Ook de S.G.P. en de C.H.U. verloren toen stemmen. Men ziet dat sedert 1946 het percentage perma nent achteruit is gegaan. Het is van 1946 tot 1962 een teruggang van 41 "/o. Gezien de kerkelijke verhoudingen op G. en O. zijn verreweg de meeste A.R. stemmen hier afkomstig van Hervorm den. Veronderstellen we, dat de Geref. hun partij trouw gebleven zijn, dan leert een berekening, dat in 1946 de A. R.P. op Flakkee, wat haar kiezerskorps betreft, voor 17 '°/o uit Gereformeerden, voor ongeveer 5 */o uit Chr. Gerefor meerden en voor de rest, dus 78 "/o uit Hervormden bestond. In dit jaar 1962 liggen deze verhodingen anders: 29 "lo „Ik hid u dan voor mijn zoon, de welke ik in mijn banden heb ge teeld n.l. Onesimus". (Filemon 10) Het is maar een heel kleine brief, waaruit onze tekst is genomen. Een zeer particulier schrijven, van de apos tel Paulus aan zijn goede vriend en broeder in 't geloof Filemon. Het ver baast ons eigenlijk een beetje, dat zulk een brief een plaats heeft gekregen in de H. Schrift. Te meer, wanneer we kennis nemen van de inhoud. Het blijkt dan immers dat deze brief geschreven is ten behoeve van een weggelopen slaaf, die zijn meester Filemon boven dien nog bestolen heeft. Hij is met zijn buit naar de grote we reldstad Rome getrokken en daar in de massa ondergedoken. Hij zal daar zijn verdere leven in vrijheid doorbrengen, etende, drinkende en vrolijk zijnde van het onrechtmatig verkregen goed zijns meesters. Het loopt echter anders. Het loopt eigenlijk precies eender als m.et de verloren Zoon. Onesimus heeft destijd én van zijn meester Filemon én van Paulus, het evangelie van Christus Jezus horen pre diken. Daar is, Gode zij dank, toch wat van blijven hangen. En wanneer hij nu in die grote we reldstad tot-de ontdekking komt dat de gewaande vrijheid, slavernij is en de schijnvreugde van haar vernis is ont daan en zijn z.g. vrienden hem leeg ge plunderd hebben, dan krijgt hij de stukken naar zich toe. Dan gaat het ge- Speciaal in het opmaken van B. V. d. VEER Telefoon 2682 Westdyk Se MIDDELHARNIS Geref., 5 '"/o Chr. Geref. en 66 */o Herv. Ze zijn hier dus vrijwel het omgekeerde ^van de landelijk cijfers. Een analyse der cijfers leert, dat van 1946 tot 1962 van het totale verlies van 14,3 "/o het grootste deel, n.l. 8,7 "/o is gegaan naar de S.G.P. en de C.H.U. en de rest (5,6 "/o) naar links Voor de oor zaken mogen we verwijzen naar de voorgaande beschouwingen. Wat de afzonderlijke gemeenten be treft, heeft „Stad" het hoogste aantal A.R. stemmen (32 '»/o). In Goeree, Her kingen, Nieuwe Tonge en Dirksland zijn het vrijwel alle Hervormde stemmen. Oude Tonge heeft verreweg het laagste percentage: slechts 9. In het rechtse Ouddorp is het maar 18, dooh deze ge meente is voor 50 "/o S.G. georiënteerd. Vier kleine kleutertjes, die zaten op een hekDeze week in Deinum in Friesland.En ver moedelijk had niemand daar ooit iets van gehoord of gezien. Als die kleutertjes niet de beroemde Friese vierling Lautenbach had den gevormd. De vierling wordt op 5 september a.s. vier jaar en was op het hek geklommen om de kansen op eventuele cadeau tjes te besprekenV.l.n.r. IVIeint, Dirkje, Willem en letje Lautenbach. Allemaal bijna vier... weten spreken, neen, dan gaat Gods Geest in hem spreken, zodat de belijde nis geboren wordt: „Ik heb gedaan wat kwaad was in Gods oog." Gods oog is niet kwaad over Onesi mus. Integendeel! Want de Heere be schikt het zó, dat hij juist in die tijd hoort van diezelfde Paulus, welke thans in Rome gevangen zit in een eigen ge huurde woning. Daar gaat hij heen en stort zijn hart uit voor Gods dienst knecht. Daar heeft hij onder tranen ge vraagd: Is er nu nog een weg om de welverdiende straf te ontgaan en weder tot genade te komen? En Paulus lieeft hem die weg gewe zen n.l. dat er verzoening ook voor Onesimus was in het bloed van Jezus Christus dat reinigt van alle zonden. Waardoor ook weglopers en dieven ge zaligd kunnen worden. iVIaar Paulus heeft hem er ook op gewezen, dat hij het in orde moest maken met zijn mees ter. Ik weet 't niet, maar ik denk zo, dat dit nog wel het allermoeilijkste ge weest is voor Onesimus, Dat blijkt eigenlijk al uit deze brief zelf. Zon der die brief durfde hij niet terug. En in die brief stond het, dat File mon hem weer aan moest nemen. Thans als een geloofde broeder. En dat Paulus zelf het ontvreemde zou betalen. Zou betalen voor hem! Lezers, ziet u ook Gods weg met een zondaar in 't algemeen in deze geschie denis? Wij zijn allemaal weglopers, We heb ben onze wettige Heere in 't paradijs de rug toegekeerd. Wij zijn allemaal dieven. Rovers van Gods eer. Wij zijn van nature ondergedoken in die grote wereld en menen zo de Heere te kunnen ontlopen. Toch hebt ge wellicht in uw jeugd wel horen lezen, vertellen of preken van die enige Naam, die onder de hemel is gegeven tot zaligheid. Wat een wonder, dat de Heere ons daar'opnieuw op doet wijzen, wanneer we in de wereld met ons zelf aan het eind zijn gekomen. Wanneer we met de meerdere dan Paulus in aanraking komen. Met de goede Herder Zelf, die uitgaat om te zoeken en te zaligen, wat verloren was. Dan vinden we in Hem de grote bid dende en dankende Hogepriester. „Ik bid U", zo spreekt die Borg tot de Va der, „voor mijn zoon, die ik in mijn banden geteeld heb." Ja, daarvoor,is Christus in de verne dering van 't mens-zijn ingedaald. Daarvoor heeft Hij boeien en banden verdragen, het kwaad gedragen en de schande veracht, opdat er zo kinderen geteeld zouden worden. Dode zondaars tot leven zouden komen. Hij doet nog meer! Hij pleit niet al leen, maar Hij betaalt ook! „Zo hij u iets verongelijkt heeft of schuldig is, reken dat mij toe," zegt Paulus hier. Dat heeft Christus in veel hoger zin gezegd van de Zijnen t.o.v. de recht- eisende Vader. Reeds in de stilte der eeuwigheid heeft de Zoon het gezegd: „Ik zal het betalen." Ik kom om u wel te doen. En-----Hij heeft het betaald. Hij heeft het betaald voor al de Zijnen aan het kruis van Golgotha. Hij heeft betaald tot de laatste pen ning toe. En daarom, o kind des Heeren, staan Vaders armen en Vader's huis nu voor u open. Daarom hebt ge niets meer te vre zen in het gericht. Sion zal door recht verlost worden. Dat recht heeft God bezocht aan Zijn lieven Zoon en daar om kan Hij nu genade bewijzen aan weggelopen eerrovers Zijns Naams. Waar dat werkelijkheid wordt, mag met de apostel geroemd worden. „Wie zal beschuldiging in brengen tegen de uitverkorenen Gods?" God is het Die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemd? Christus is het. Die gestorven is, ja wat meer is. Die ooli opgewekt is, Die ook ter rech terhand Gods is, Die ook voor ons bidt," Dirksland, C. J. Kesting. (im- H.K.H.' Prinses Beatrix heeft dinsdag een bezoek gebracht aan het Internatio nale Jeugdfestival 1962, dat weer in Velp wordt gehouden. Op de foto zien we de Prinses, terwijl zij temidden van de deelnemers aan het festival 's mid dags de thee gebruikt. Voor de 83ste keer is 31 augustus voor het Nederlandse volk een nationale dag van grote betekenis. Voor het eerst toen Prinses Wilhelmina in 1880 op deze da tum werd geboren, en daarna mocht ons volk 82 jaren haar verjaardag vieren. Nederland heeft aan deze hoog begaaf de Vrouwe zeer veel te danken, inzon derheid voor de wijze waarop zij haar taak als constitutioneel Vorstin heeft vervuld. Zij, de waardige nazaat van Willem V. Nassau, bijgenaamd de Rijke doet ons denken aan de woorden waar mede een christen staatsman in 1884 de befaamde beeldspraak van van Hou ten, „dat de kroon in ons staatsbestel veeleer een ornament is dan een fun dament" beantwoordde: „In den bouw stijl, dien onze vaderen hebben lief ge had, is zowel het constructieve lid als het sieraad tesamen verbonden tot één geheel, en strekt datgene, wat inder daad niets anders schijnt dan een sie raad, wel degelijk tot instandhouding van het gebouw." In de 50-jarige regeringsperiode van Koningin Wilhelmina is wel duidelijk gebleken dat Zij voor land en volk heel wat meer -betekende als een sieraad in ons staatsbestel. Men moest het vroeger maar eens aan onze ministers vragen en bij zonderlijk ook aan de persoonlijke raadslieden der Kroon, met hoe kostelijke talenten van wijsheid en tact God Prinses Wilhel mina gesierd heeft. En ook dit was geen toeval in een tijdperk, dat bovenal de versterking der nationale saamhorig heid behoefde. 'Zeer veel heeft Prinses Wilhelmina in haar lange leven niet alleen op staat kundig gebied, maar ook op maatschap pelijk en geestelijk terrein gedaan. Wij hebben daar grote eerbied voor. Maar 't meest voor het werk van haar hart. Bij de kroning als koningin der Neder landen in 1898 kon niemand vermoeden dat zij 50 jaren later de erenaam van „Moeder des Vaderlands" zou verkrij gen. En deze titel is wel de grootste on derscheiding voor een vorstin, die denk baar is. Prinses Wilhelmina werd, toen zij nog maar enkele jaren koningin was door een ernstige ziekte getroffen. Niemand zou haar toen een leven van 82 jaren hebben, gegeven. Maar de Heere legt zijn schat in aarden vaten, die o zo breekbaar zijn, maar toch ook zo lang bewaard kunnen blijven. 't Bleek reeds kort na haar troons bestijging dat er kracht in koningin Wilhelmina was en een oprecht geloof en een groot gevoel voor rechtvaardig heid. En waar kracht is, moet zij zich baan naar buiten breken. Geloofskracht is niet op te sluiten, ook niet binnen de muren van een paleis. Heel haar optre den was waardig, was koninklijk. Het is onmogelijk om in een kort bestek aan dit Vorstenleven recht te doen weder- i varen. Het regeren was deze vorstin aangeboren. Dit Mijkt uit vele van haar belangrijke daden. Slechts één hiervan willen wij noemen. Toen de Engels-Transvaalse oorlog was uitgebroken, Prinses Wilhelmina had pas te voren op 18 jarige leeftijd de regering aanvaard zond zij de „Gelderland" naar Zuid-Afrika, om de oude President Paul Kruger veilig naar Europa te voeren. En toen hem daar niemand, zelfs de Duitse keizer niet, uit vrees voor Engeland ontvangen wilde, nodigde de Koningin hem aan haar ta fel. En het Nederlandse volk bewonder- de Haar en juichte Haar bij haar ver schijnen met stijgende enthousiasme toe. En zo zouden wij vele belangrijl!;e gebeurtenissen uit haar leven kunnen verhalen, waardoor men steeds meer tegen haar op ging zien. i Als koningin van Nederland behan- delde Prinses Wilhelmina de staatsza ken op hoog niveau, maar zij was ook buitengewoon practisch aangelegd. En zulke figuren kunnen wij in de wereld niet missen. Het geleerde en denkende hoofd alleen komt niet Maar met het leven in al zijn nood, de dienende hand moet er bij zijn, en zij moet zich duch tig weren om de liefde des harten in daden om te zetten. Kn het is juist daarom dat wij in Prinses Wilhelmina een grote der aarde bezitten, die ons in woord en geschrift herhaaldelijk er op heeft gewezen dat de beheersende factor niet is de mense lijke macht, wijsheid en energie, maar de Almachtige God, in wiens handen het gehele wereldbestuur ligt. Is het niet hartverheffend ons te her inneren hoe reeds meer dan 50 jaar ge leden Prinses Wilhelmina als regerend Vorstin haar bezielend woord deed uit gaan in een boodschap aan het Voort- zettingscomité van de Wereld-Zendings conferentie van 1910. Zij zeide daarin o.m.: „Het is mijn ernstige wens dat de eenheid van alle volgelingen van Chris tus, die leden zijn van Zijn onzichtbare gemeenschap, steeds dieper gevoeld wordt en dat onze Heiland onze harten bestiere tot steeds inniger gemeenschap pelijk gebed." Dankbaar bieden wij prinses Wilhel mina bij de viering, van haar 82ste ver jaardag onze gelukwensen aan en wen sen haar verder nog een gezegende le vensavond toe. Ooltgensplaat, 25 aug. 1962 P. Bom ambt. ter secretarie NflflR DE MIDDELHRRNIS^TEL:Z328 Dezer dagen was het 25 jaar gele den, dat de heer J. A. Jonker, in dienst trad bij de Rotterdamse Droogdok Mij. N.V. welk jubileum onder grote belang stelling van collega's, technici, verte genwoordigers uit de ondernemingsraad kantoor- en administratief personeel, marine, leveranciers enz. is herdacht. De heer Jonker, die chef is bij de nieuwbouw, kreeg veel lof te horen over zijn inzicht en doorzettingsvermogen bij de scheepsbouw, en de goede ver standhouding die hij onder de collega's weet te helpen bewerkstelligen, al wor den er onder elkaar over het werk zelf wel eens harde noten gekraakt. Bij zon dere lof kreeg hij te incasseren voor het werk aan de Rotterdam", wat wel een mijlpaal in zijn laven kan worden ge noemd. Na de toespraken lireeg hij vele handen te drukken en tal van geschen ken aangeboden. De heer Jonker is ook op het eiland Goeree-Overflakltee een bekende figuur door de personeelswerving en het in de vaart brengen van de Dockyard XV, voor het vervoer van de pendelaars. Onder de Flakkeese werkers is hij zeer gezien, waarom wij in dit korte bericht van zijn jubileum melding maken.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1962 | | pagina 1