De O. partij m^e^/^
Meditatie
Prinses Beatrix op jeugdfestival in Velp
De verjaardag van Prinses Wilhelmina
F^C;KORTENËGsZOON
vroeger en nu
Vier kleine
kleutertjes
Vrijdag SI augustus 1962
No. 3118
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
YOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEÏJWSE EILANDEN
Verschijnt ttoeemaal per week: dinsdag- en vrydagavoai
BINHENVItmeiEO
SCNUINiUBBIKIED
„Onisemus"
Fruitmanden en Fruitbakies
„^De ^ruitc&ntrale"
U^A/fl^l" Voor het I-er»
PIOCUHÏ- Baby-huidje
TBABYDERME"^
De heer I. L lonker
25 jaar fiij de R.D.M.
35e jaargang
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Bedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsd^k
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avo nda Tel. 20 17 airo 167930
ABONNEMENTSPRIJS 2.1B PEB KWABTAA:^
ASVZBTENTIEPBIJS 12 cent per mm.
Bfl contract speciaal taTl«l
In het maandblad van de A.R. partij
„Anti-revolutionaire staatkunde" (april
mei-nummer) is een bijzonder interes
sant rapport te lezen over een door de
Dr. Kuyperstichting ingesteld onder
zoek naar het verloop van de A.R. ver-
kiezingscijfers sedert 1946. Daarin komt
o.a. 'een tabel voor van de percentages
van alle partijen na de oorlog. Uit die
cijfers blijkt, dat de A.R. partij de enig-
partij is als we de communisten uit-
scliakelen die na 1948 voortdurend bij
elke verkiezing in percentage vermin
derde. Als we 1946 als uitgangspunt ne
men, is de K.V.P. met 1,6 toegeno
men (tot 1962), de P.v.d.A. ook m.et 1,6
3,'o, de C.H.U. met 0,9 «/o, de V.V.D. met
3,9 Vo, de S.G.P. is precies gelijk geble
ven, de C.P.N, met 7,7 »/o gedaald en de
A.R. met 3,7 "/o achteruitgegaan. Onder j
de bonafide partijen is de A.R.P. de eni
ge, die to.v. 1946 met een nadelig sal
do eindigt. Het verlies is, over de pro
vincies gezien, nogal uiteenlopend. In
Friesland toedraagt het slechts 1,5 "/c.
Deze provincie met 4,2 "/o van onze to
tale bevolking levert 10,6 "/o van alle
A.R. stemmen. Zuid-Holland echter is
voor haar de slechtste provincie; hier
liep het stemmental met 5,6»/o terug van
16,5 in 1946 op 10,9 "/o in 1962, Een be
rekening leert, dat de A.R.P. van 1946
op 1962 een verlies heeft geleden van
29 »/o van de kiezers, die ze in eerstge
noemd jaar had.
Het is vanzelfsprekend, dat dit zo be
denkelijke proces de partijleiding met
ernstige zorg vervult. In het rapport
wordt terecht het merkwaardige feit ge
constateerd, dat de permanente afbrok
keling zich gelijkmatig voortzet, onge-
aolit of de partij oppositie of regerings
partij is, met de P.v.d.A. (tot 1959) of
met de V.V.D. (daarna) samenwerkt of
dat het een Staten- of Kamerverkiezing
betreft. Helaas beperkt het rapport zich
tot cijfermatige constateringen en wordt
er geen poging gedaan de oorzaken op
te sporen. Het zij ons vergund een be
scheiden poging te wagen in deze rich
ting.
We beginnen dan met de duidelijk
aanwijsbare factoren. De eerste is het
optreden van het Geref. Politiek Ver
bond (de mensen van art. 31). Deze
stemden voorheen vrijwel allen A.R.,
maar nu nog slechts voor ongeveer 20
Vo. Het stemmenpercentage van het G.
P.V. is 0,7 en dit vertegenwoordigt dus
een deel van het A.R. verlies. Dan is
er liet emigrratieverlies. Het is bekend,
dat vooral van 1947 tot 1953 het aantal
Gereformeerde emigranten naar ver
houding uitzonderlijk hoog was. Aan de
hand van de beschikbare cijfers schat
ten we, dat het daardoor ontstane kie-
zersverlies ongeveer 0,6 kan bedragen.
Met deze twee factoren is dus 1,3 "/o
van de achteruitgang verklaard, zodat
2,5«/o naar andere partijen moet zijn af
gevloeid. De vraag is dus welke invloe
den nog meer in het geding zijn.
We komen hier op een terrein van
gissingen en vermoedens. In het alge
meen kan gezegd worden, dat de af
vloeiing moet geschied zijn naar de
C.H.U., de P.v.d.A. en in mindere mate
naar de V.V.D., speciaal na 1956. In elk
geval is er geen verlies aan de S.G.P.,
want deze 'blijft vrijwel stationair. Naar
onze mening werken er een viertal fac
toren, die samen de teruggang veroor
zaken. Daar is allereerst het statistisch
vastgestelde feit, dat het aantal Her
vormden, dat A.R. stemt, gestadig klei
ner wordt. Vanwege de overheersende
positie van de Gereformeerden in de
partij is het niet overal even gemakke
lijk een doeltreffende samenwerking
tussen de kerkelijke groepen te conti
nueren. Er zijn op dit punt al zeer lang
moeilijkheden en nu het Gereformeerd
cachet van de partij steeds sterker
wordt, nemen de gevoeligheden ook toe.
Dit is een vicieuze cirkel, die moeilijk
ts doorbreken is. Deze Hervormden
gaan over naar de C.H.U. Dat deze par
tij nochtans niet groeit, zelfs van 1948
tot 1959 achteruitliep, komt doordat zij
zelf weer kiezers verloor aan de V.V.D.
en de P.v.d.A. Prof. De Jong bevestigt
'n zijn boek „Overheid en onderdaan"
Onze zienswijze als hij schrijft: „In de
kennelijk weinig aanwezige identifica
tie van de Ned. Hervormden met de
A.R.P, ligt waarschijnlijli de voornaam
ste sleutel tot verklaring van de aan
zienlijke electorale afbrokkeling van
deze partij." (pag. 183).
Een andere factor is deze, dat vooral
na het aftreden van dr. Schouten de
leiding van de partij in menig opzicht
tekort schiet, niet alleen tactisch, maar
ook in de algemene beleidslijnen. Sedert
enkele jaren heerst er in de partij een
verwarring, veroorzaakt door nogal in
grijpende meningsverschillen. We her
inneren aan de moeilijkheden, die de
A.R. fractie had met haar geestverwan
te minister Van Aartsen over de wo-
nmgbüuw, doch vooral aan de Nieuw-
Guinea-kwestie, die in de partij grote
beroering bracht. Een zeer groot deel
van de leden en nog meer van de
Kiezers waren en zijn het helemaal
niet eens met het beleid der Kamer-
iractie in dezen. Het is duidelijk, dat er
Pen steeds grotere divergentie aan het
ontstaan is tussen de partijleiding en
hêt A.R. kiezerscorps en deze demon
streert zich uiteraard ook bij de ver-
Kiezingen.
Ais we naar de oorzaken zoeken van
ae veranderingen in het partijbeleid.
Komen we bij de andere twee factoren,
aie we op het oog hebben, waardoor
ktt buts kêi ttlt I
het huidige beleid weinig meer weg
heeft van het vroegere stoere, rechtlij
nig calvinisme, dat vele A.R., vooral
onder de ouderen, nog steeds het meest
aanspreekt. Daar is allereerst de duide
lijk waarneembare tendens bij vele Ge-
reform.eerden, dat zij zich steeds min
der geestverwant voelen met de her
vormde en de Chr. Gereformeerden en
steeds meer -met de z.g. middenortho-
doxie in de Herv. Kerk. Veler sympa
thie gaat meer uit naar de oecumene
van de Wereldraad dan naar de geref.
oecumene. Dit is een. zeer bedenkelijk
symtoom, want het wijst op een verwa
tering van het calvinisme, die haar
consequenties heeft in de politiek. De
dialectiek gaat doordringen in de A.R.
gelederen, vandaar ook het slappe
standpunt in de N.G.-kwestie. En dan
is er nog de sociale politiek, die onte
vredenheid schept. Nu is dit een moei
lijke zaak voor de leiding. Enerzijds
vinden de arbeiders al gauw, dat de
partij niet progressief genoeg is, doch
anderzijds vinden vele anderen, dat de
invloed van de vakbonden ook in de
A.R. partij veel te groot is. Resultaat:
afvloeiing van arbeiders naar de P.v.d.
A. en mogelijk van meer sociaal-con
servatieven naar de V.V.D. Intussen is
dit een probleem, waar elke confessio
nele partij mee zit, maar in de ene kan
het sterker spanningen geven dan in de
andere.
De A.R. partij verkeert door deze ont
wikkeling in een soort crisis, die zich-
ooit daarin manifesteert, dat de Tweede
Kamerfractie herhaaldelijk verdeeld
stemt, bij kerkbouwsubsidie, mammoet
wet, N.G.-kwestie, kinderbijslagwet.
Het schijnt ons toe, dat de leiding, ge
zien de aard der problemen, voor een
wel heel moeilijl^e taak staat.
Tenslotte nog één en ander over de
A.R. partij op Goeree en Overflakkee.
Zij heeft op ons eiland altijd een zeer
sterke positie ingenomen en was tot
1956 de grootste partij, wat het aantal
kiezers betreft. In dat jaar werd ze voor
het eerst overvleugeld door de P.v.d.A.
en de S.G.P. Hieronder volgen de per
centages, die ze behaalde bij de opeen
volgende Kamerverkiezingen (het laat
ste cijfer is van de Statenverkiezingen
van dit jaar):
1933 33,0
1937 27,1
1946 34,8
1948 29,1
1952 26'i7
1956 22,6
1959 22,1
1962 20,5
Het lage cijfer van 1937 werd veroor
zaakt door de deelname aan de verkie
zingen van de Chr. Nat. Actie van Prof.
Vissoher, die toen 9 "/o der Flakkeese
stemmen behaalde. Ook de S.G.P. en de
C.H.U. verloren toen stemmen. Men ziet
dat sedert 1946 het percentage perma
nent achteruit is gegaan. Het is van
1946 tot 1962 een teruggang van 41 "/o.
Gezien de kerkelijke verhoudingen op
G. en O. zijn verreweg de meeste A.R.
stemmen hier afkomstig van Hervorm
den. Veronderstellen we, dat de Geref.
hun partij trouw gebleven zijn, dan
leert een berekening, dat in 1946 de A.
R.P. op Flakkee, wat haar kiezerskorps
betreft, voor 17 '°/o uit Gereformeerden,
voor ongeveer 5 */o uit Chr. Gerefor
meerden en voor de rest, dus 78 "/o uit
Hervormden bestond. In dit jaar 1962
liggen deze verhodingen anders: 29 "lo
„Ik hid u dan voor mijn zoon, de
welke ik in mijn banden heb ge
teeld n.l. Onesimus".
(Filemon 10)
Het is maar een heel kleine brief,
waaruit onze tekst is genomen. Een
zeer particulier schrijven, van de apos
tel Paulus aan zijn goede vriend en
broeder in 't geloof Filemon. Het ver
baast ons eigenlijk een beetje, dat zulk
een brief een plaats heeft gekregen in
de H. Schrift. Te meer, wanneer we
kennis nemen van de inhoud. Het blijkt
dan immers dat deze brief geschreven
is ten behoeve van een weggelopen
slaaf, die zijn meester Filemon boven
dien nog bestolen heeft.
Hij is met zijn buit naar de grote we
reldstad Rome getrokken en daar in de
massa ondergedoken. Hij zal daar zijn
verdere leven in vrijheid doorbrengen,
etende, drinkende en vrolijk zijnde van
het onrechtmatig verkregen goed zijns
meesters. Het loopt echter anders. Het
loopt eigenlijk precies eender als m.et
de verloren Zoon.
Onesimus heeft destijd én van zijn
meester Filemon én van Paulus, het
evangelie van Christus Jezus horen pre
diken. Daar is, Gode zij dank, toch wat
van blijven hangen.
En wanneer hij nu in die grote we
reldstad tot-de ontdekking komt dat de
gewaande vrijheid, slavernij is en de
schijnvreugde van haar vernis is ont
daan en zijn z.g. vrienden hem leeg ge
plunderd hebben, dan krijgt hij de
stukken naar zich toe. Dan gaat het ge-
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. VEER
Telefoon 2682 Westdyk Se
MIDDELHARNIS
Geref., 5 '"/o Chr. Geref. en 66 */o Herv.
Ze zijn hier dus vrijwel het omgekeerde
^van de landelijk cijfers.
Een analyse der cijfers leert, dat van
1946 tot 1962 van het totale verlies van
14,3 "/o het grootste deel, n.l. 8,7 "/o is
gegaan naar de S.G.P. en de C.H.U. en
de rest (5,6 "/o) naar links Voor de oor
zaken mogen we verwijzen naar de
voorgaande beschouwingen.
Wat de afzonderlijke gemeenten be
treft, heeft „Stad" het hoogste aantal
A.R. stemmen (32 '»/o). In Goeree, Her
kingen, Nieuwe Tonge en Dirksland zijn
het vrijwel alle Hervormde stemmen.
Oude Tonge heeft verreweg het laagste
percentage: slechts 9. In het rechtse
Ouddorp is het maar 18, dooh deze ge
meente is voor 50 "/o S.G. georiënteerd.
Vier kleine kleutertjes, die zaten
op een hekDeze week in
Deinum in Friesland.En ver
moedelijk had niemand daar ooit
iets van gehoord of gezien. Als
die kleutertjes niet de beroemde
Friese vierling Lautenbach had
den gevormd. De vierling wordt
op 5 september a.s. vier jaar en
was op het hek geklommen om
de kansen op eventuele cadeau
tjes te besprekenV.l.n.r.
IVIeint, Dirkje, Willem en letje
Lautenbach. Allemaal bijna vier...
weten spreken, neen, dan gaat Gods
Geest in hem spreken, zodat de belijde
nis geboren wordt: „Ik heb gedaan wat
kwaad was in Gods oog."
Gods oog is niet kwaad over Onesi
mus. Integendeel! Want de Heere be
schikt het zó, dat hij juist in die tijd
hoort van diezelfde Paulus, welke thans
in Rome gevangen zit in een eigen ge
huurde woning. Daar gaat hij heen en
stort zijn hart uit voor Gods dienst
knecht. Daar heeft hij onder tranen ge
vraagd: Is er nu nog een weg om de
welverdiende straf te ontgaan en weder
tot genade te komen?
En Paulus lieeft hem die weg gewe
zen n.l. dat er verzoening ook voor
Onesimus was in het bloed van Jezus
Christus dat reinigt van alle zonden.
Waardoor ook weglopers en dieven ge
zaligd kunnen worden. iVIaar Paulus
heeft hem er ook op gewezen, dat hij
het in orde moest maken met zijn mees
ter. Ik weet 't niet, maar ik denk zo,
dat dit nog wel het allermoeilijkste ge
weest is voor Onesimus, Dat blijkt
eigenlijk al uit deze brief zelf. Zon
der die brief durfde hij niet terug.
En in die brief stond het, dat File
mon hem weer aan moest nemen. Thans
als een geloofde broeder. En dat Paulus
zelf het ontvreemde zou betalen. Zou
betalen voor hem!
Lezers, ziet u ook Gods weg met een
zondaar in 't algemeen in deze geschie
denis?
Wij zijn allemaal weglopers, We heb
ben onze wettige Heere in 't paradijs de
rug toegekeerd.
Wij zijn allemaal dieven. Rovers van
Gods eer.
Wij zijn van nature ondergedoken in
die grote wereld en menen zo de Heere
te kunnen ontlopen.
Toch hebt ge wellicht in uw jeugd
wel horen lezen, vertellen of preken
van die enige Naam, die onder de hemel
is gegeven tot zaligheid.
Wat een wonder, dat de Heere ons
daar'opnieuw op doet wijzen, wanneer
we in de wereld met ons zelf aan het
eind zijn gekomen.
Wanneer we met de meerdere dan
Paulus in aanraking komen. Met de
goede Herder Zelf, die uitgaat om te
zoeken en te zaligen, wat verloren was.
Dan vinden we in Hem de grote bid
dende en dankende Hogepriester. „Ik
bid U", zo spreekt die Borg tot de Va
der, „voor mijn zoon, die ik in mijn
banden geteeld heb."
Ja, daarvoor,is Christus in de verne
dering van 't mens-zijn ingedaald.
Daarvoor heeft Hij boeien en banden
verdragen, het kwaad gedragen en de
schande veracht, opdat er zo kinderen
geteeld zouden worden. Dode zondaars
tot leven zouden komen.
Hij doet nog meer! Hij pleit niet al
leen, maar Hij betaalt ook! „Zo hij u
iets verongelijkt heeft of schuldig is,
reken dat mij toe," zegt Paulus hier.
Dat heeft Christus in veel hoger zin
gezegd van de Zijnen t.o.v. de recht-
eisende Vader.
Reeds in de stilte der eeuwigheid
heeft de Zoon het gezegd: „Ik zal het
betalen." Ik kom om u wel te doen.
En-----Hij heeft het betaald. Hij heeft
het betaald voor al de Zijnen aan het
kruis van Golgotha.
Hij heeft betaald tot de laatste pen
ning toe.
En daarom, o kind des Heeren, staan
Vaders armen en Vader's huis nu voor
u open.
Daarom hebt ge niets meer te vre
zen in het gericht. Sion zal door recht
verlost worden. Dat recht heeft God
bezocht aan Zijn lieven Zoon en daar
om kan Hij nu genade bewijzen aan
weggelopen eerrovers Zijns Naams.
Waar dat werkelijkheid wordt, mag
met de apostel geroemd worden.
„Wie zal beschuldiging in brengen
tegen de uitverkorenen Gods?" God is
het Die rechtvaardig maakt.
Wie is het die verdoemd? Christus is
het. Die gestorven is, ja wat meer is.
Die ooli opgewekt is, Die ook ter rech
terhand Gods is, Die ook voor ons
bidt,"
Dirksland, C. J. Kesting.
(im-
H.K.H.' Prinses Beatrix heeft dinsdag een bezoek gebracht aan het Internatio
nale Jeugdfestival 1962, dat weer in Velp wordt gehouden. Op de foto zien
we de Prinses, terwijl zij temidden van de deelnemers aan het festival 's mid
dags de thee gebruikt.
Voor de 83ste keer is 31 augustus voor
het Nederlandse volk een nationale dag
van grote betekenis. Voor het eerst toen
Prinses Wilhelmina in 1880 op deze da
tum werd geboren, en daarna mocht ons
volk 82 jaren haar verjaardag vieren.
Nederland heeft aan deze hoog begaaf
de Vrouwe zeer veel te danken, inzon
derheid voor de wijze waarop zij haar
taak als constitutioneel Vorstin heeft
vervuld. Zij, de waardige nazaat van
Willem V. Nassau, bijgenaamd de Rijke
doet ons denken aan de woorden waar
mede een christen staatsman in 1884
de befaamde beeldspraak van van Hou
ten, „dat de kroon in ons staatsbestel
veeleer een ornament is dan een fun
dament" beantwoordde: „In den bouw
stijl, dien onze vaderen hebben lief ge
had, is zowel het constructieve lid als
het sieraad tesamen verbonden tot één
geheel, en strekt datgene, wat inder
daad niets anders schijnt dan een sie
raad, wel degelijk tot instandhouding
van het gebouw."
In de 50-jarige regeringsperiode van
Koningin Wilhelmina is wel duidelijk
gebleken dat Zij voor land en volk heel
wat meer -betekende als een sieraad in
ons staatsbestel.
Men moest het vroeger maar eens aan
onze ministers vragen en bij zonderlijk
ook aan de persoonlijke raadslieden der
Kroon, met hoe kostelijke talenten van
wijsheid en tact God Prinses Wilhel
mina gesierd heeft. En ook dit was geen
toeval in een tijdperk, dat bovenal de
versterking der nationale saamhorig
heid behoefde.
'Zeer veel heeft Prinses Wilhelmina in
haar lange leven niet alleen op staat
kundig gebied, maar ook op maatschap
pelijk en geestelijk terrein gedaan. Wij
hebben daar grote eerbied voor. Maar
't meest voor het werk van haar hart.
Bij de kroning als koningin der Neder
landen in 1898 kon niemand vermoeden
dat zij 50 jaren later de erenaam van
„Moeder des Vaderlands" zou verkrij
gen. En deze titel is wel de grootste on
derscheiding voor een vorstin, die denk
baar is.
Prinses Wilhelmina werd, toen zij nog
maar enkele jaren koningin was door
een ernstige ziekte getroffen. Niemand
zou haar toen een leven van 82 jaren
hebben, gegeven. Maar de Heere legt
zijn schat in aarden vaten, die o zo
breekbaar zijn, maar toch ook zo lang
bewaard kunnen blijven.
't Bleek reeds kort na haar troons
bestijging dat er kracht in koningin
Wilhelmina was en een oprecht geloof
en een groot gevoel voor rechtvaardig
heid. En waar kracht is, moet zij zich
baan naar buiten breken. Geloofskracht
is niet op te sluiten, ook niet binnen de
muren van een paleis. Heel haar optre
den was waardig, was koninklijk. Het
is onmogelijk om in een kort bestek aan
dit Vorstenleven recht te doen weder- i
varen. Het regeren was deze vorstin
aangeboren. Dit Mijkt uit vele van haar
belangrijke daden. Slechts één hiervan
willen wij noemen.
Toen de Engels-Transvaalse oorlog
was uitgebroken, Prinses Wilhelmina
had pas te voren op 18 jarige leeftijd
de regering aanvaard zond zij de
„Gelderland" naar Zuid-Afrika, om de
oude President Paul Kruger veilig naar
Europa te voeren. En toen hem daar
niemand, zelfs de Duitse keizer niet, uit
vrees voor Engeland ontvangen wilde,
nodigde de Koningin hem aan haar ta
fel. En het Nederlandse volk bewonder-
de Haar en juichte Haar bij haar ver
schijnen met stijgende enthousiasme
toe. En zo zouden wij vele belangrijl!;e
gebeurtenissen uit haar leven kunnen
verhalen, waardoor men steeds meer
tegen haar op ging zien. i
Als koningin van Nederland behan-
delde Prinses Wilhelmina de staatsza
ken op hoog niveau, maar zij was ook
buitengewoon practisch aangelegd. En
zulke figuren kunnen wij in de wereld
niet missen. Het geleerde en denkende
hoofd alleen komt niet Maar met het
leven in al zijn nood, de dienende hand
moet er bij zijn, en zij moet zich duch
tig weren om de liefde des harten in
daden om te zetten.
Kn het is juist daarom dat wij in
Prinses Wilhelmina een grote der aarde
bezitten, die ons in woord en geschrift
herhaaldelijk er op heeft gewezen dat
de beheersende factor niet is de mense
lijke macht, wijsheid en energie, maar
de Almachtige God, in wiens handen het
gehele wereldbestuur ligt.
Is het niet hartverheffend ons te her
inneren hoe reeds meer dan 50 jaar ge
leden Prinses Wilhelmina als regerend
Vorstin haar bezielend woord deed uit
gaan in een boodschap aan het Voort-
zettingscomité van de Wereld-Zendings
conferentie van 1910. Zij zeide daarin
o.m.: „Het is mijn ernstige wens dat de
eenheid van alle volgelingen van Chris
tus, die leden zijn van Zijn onzichtbare
gemeenschap, steeds dieper gevoeld
wordt en dat onze Heiland onze harten
bestiere tot steeds inniger gemeenschap
pelijk gebed."
Dankbaar bieden wij prinses Wilhel
mina bij de viering, van haar 82ste ver
jaardag onze gelukwensen aan en wen
sen haar verder nog een gezegende le
vensavond toe.
Ooltgensplaat,
25 aug. 1962
P. Bom
ambt. ter secretarie
NflflR DE
MIDDELHRRNIS^TEL:Z328
Dezer dagen was het 25 jaar gele
den, dat de heer J. A. Jonker, in dienst
trad bij de Rotterdamse Droogdok Mij.
N.V. welk jubileum onder grote belang
stelling van collega's, technici, verte
genwoordigers uit de ondernemingsraad
kantoor- en administratief personeel,
marine, leveranciers enz. is herdacht.
De heer Jonker, die chef is bij de
nieuwbouw, kreeg veel lof te horen over
zijn inzicht en doorzettingsvermogen
bij de scheepsbouw, en de goede ver
standhouding die hij onder de collega's
weet te helpen bewerkstelligen, al wor
den er onder elkaar over het werk zelf
wel eens harde noten gekraakt. Bij zon
dere lof kreeg hij te incasseren voor het
werk aan de Rotterdam", wat wel een
mijlpaal in zijn laven kan worden ge
noemd. Na de toespraken lireeg hij vele
handen te drukken en tal van geschen
ken aangeboden.
De heer Jonker is ook op het eiland
Goeree-Overflakltee een bekende figuur
door de personeelswerving en het in de
vaart brengen van de Dockyard XV,
voor het vervoer van de pendelaars.
Onder de Flakkeese werkers is hij zeer
gezien, waarom wij in dit korte bericht
van zijn jubileum melding maken.