R Ij Raadivan StellenJam unaniem achter Yerolme-plan r De onkerkelijkheid OxM Gemeenfebe#Lfur kreeg lof voor voorivarendheid DampObevrijdt Meditatie ït. RC. KORTEWEG s ZOON V. Vestiging Veroime-werf Stellendam niet op landbouwgrond ET 34e jaargang Vrijdag 23 ftiaart 1Ö62 No. 3077 Chr. STREEKBLAD OP GEREFOKMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EttANDEN Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond 't Wat wilt gij mij geven? Fa. C. van Wezei Zonen - Middeiiiarnis J ^fÜtit Felicitaties Fruitmanden en Fruitlialijes „*^e ^ruttcentrala" PBINS HBNDBIKSTBAAT 14 - POSTBOX I - BDDDKLHABNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdljk Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avo nds Tel. 20 17 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 2.10 PER KWARTAAI. ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm, BU coKtract speciaal tarlel lid de heer nmen her- ing onder e vertrou- voorzitter el om een de Coöp. tegen een ■d door de )e looptijd •eding van ds lid van erkiesbaar irheid van r. A. Goe- s zijn ver deed het namelijk erwachten gestreefd van het oe het be- ergadering de bedoe- kavond te kinderen kinderen in dames- de vorige steld, zou schéppen- achtte om plaats van Jroot-Am- orzitter de rzitter be- gewezen kinderen, iwe school te maken, eld wordf^ was Ps. 8ö ;ze geani- ïrgaderinë orwerpen- sshawl. in lederen jwe rand)- zondag zal ef op za- uur in de >P rk, n Naar aanleiding van onze publicatie van de cijfers der kerkelijke gezindten op ons eiland (Volkstelling 1960), waar uit 'bleek, dat de onkerkelijkheid iets vvas gedaald en anderzijds de conclusies van het rapport ,Het vertekende eiland', waarin nogal alarmerende percentages voorkomen omtrent de ontkerstening vooral in arbeiderskringen, is de vraag gerezen hoe het eigenlijk staat met het probleem van de onkerkelijkheid in hot algemeen en wat daarmee samenhangt, terwijl ook een beter inzicht nodig zou zijn omtrent de feitelijke vervreemding van de kerk op G. en O. dan de volks- lellingscijfers kunnen geven. We heb ben beloofd hierop nog eens nader te zullen ingaan en we hopen er dan ook enkele artikelen aan te wijden, waar bij we echter op de voorgrond stellen, (Jat de stof zo enorm uitgebreid is en er zulk een omvangrijke literatuur over bestaat, dat we ons ten zeerste zullen moeten beperken. Wanneer we de term „onkerkelijk heid" lezen, denken we gewoonlijk aan het verschijnsel in onze moderne maat schappij, dat brede groepen zich van de kerk hébben gedistancieerd, niet meer aan godsdienst „doen", hun kinderen niet meer laten dopen en in één woord praktisch of/en formeel met de kerk hebben gebroken. De ervaring in steden en dorpen kan ons leren dat het aan tal dergenen, die tot deze onkerkelijke groep gerekend moeten worden, veel hoger is dan de cijfers die de statistiek ons geeft. De reden hiervan is deze, dat het C.B.S. (Centraal Bureau voor de Statistiek) vraagt of men al of niet be hoort tot een kerkgenootschap of gods dienstige gemeenschap. De statistische betekenis van de term onkerkelijk is dus van louter formele aard: het for meel niet meer willen behoren tot een kerk is het criterium. Beslissend is der halve de eigen wens of het eigen ge tuigenis niet of niet meer tot één of andere kerk te willen worden gerekend. Velen zullen nog ingeschreven staan in kerkelijke registers als belijdend of dooplid, die bij een volkstelling ver klaren er niet toe te behoren. Ander zijds zijn er ook personen die vermel den tot geen kerk te behoren, maar die nochtans niet zonder meer als ongods- dienstig mogen worden beschouwd. Maar vooral moet vastgesteld worden, dat velen zich nog wel als behorende tot een kerk opgaven, niet meer als kerks en kerkelijk meelevend mogen worden beschouwd, m.a.w. het aantal praktisch onkerkelijken is groter dan dat der formeel onkerkelijken. Wanneer over het vraagstuk der onkerkelijkheid gehandeld wordt, gaat het altijd over de statistisch onkerkelijken, omdat er van de anderen geen statistiek bestaat. Het is ook niet gemakltelijk om de laat ste groep kwantitatief te benaderen. Alleen in niet te grote dorpen zal de predikant van de Hervormde Kerk aan de hand van de kerkelijke registers en zijn pastorale ervaring een tamelijk juiste schatting kunnen maken. Voor buitenstaanders is dit vrijwel onmoge lijk, omdat ook weer niet alle onkerkse mensen tot de praktisch onkerkelijken kunnen worden gerekend. Er zijn er n.l. niet zo weinigen, die om allerlei wettige of ook minder acceptabele re denen nooit ter kerk gaan en die toch beslist niet anti-godsdienstig zijn, in tegendeel b.v. trouw de Bijbel lezen en hun kinderen naar de Chr. school stu- ren, Men ziet: het vraagstuk ligt nogal gecompliceerd. In elk geval staat dit wel vast, dat de cijfers van de onkerke lijkheid en de verschuivingen, die in de loop der jaren optreden tussen het aan- tal personen met en zonder kerkgenoot- schap, zeker niet als de enige graad- meter mogen worden beschouwd van de intensiteit van het godsdienstig leven in ons land. Volledigheidshalve zou men 't eigenlijk moeten onderscheiden tussen gelovigen en ongelovigen, kerksen en onkerksen, i kerkdijken en onkerkelijken. Bij de eersten gaat het om het bezit van het echte zaligmakende geloof, bij de twee- de om het al of niet ter kerk gaan en meelevend zijn en bij de derden om het al oj niet formeel tot een kerk willen behoren. Prof. Dr. J. P. Kruijt, wiens dissertatie (1933) over „De onkerkelijk- heid in Nederland" nog steeds de basis vormt voor studiën op dit terrein, heeft een indeling in 17 groepen gemaakt van alle burgers met betrekking tot hun verhouding tot kerk en godsdienst. Waarbij hij bovengenoemde drie tegen stellingen als grondslag aannam. Hij onderscheidt binnen de groep der sta tisch onkerkelijken verschillende cate gorieën: een klein aantal religieuze per sonen, die nergens bij aangesloten zijn en al of niet ter kerk gaan; ongelovi gen uit onverschilligheid; traditionele onkerkelijken, dus zij. die door opvoe ding en omgeving buiten de kerk leven, vooral in streken van ons land waar het Wassale ongeloof al zo oud is, dat en kele geslachten reeds totaal godsdienst loos zijn opgegroeid en tenslotte ook nog de principieel-ongelovigen, d.w.z. de genen met een gefundeerd ongeloof. En hij meent te mogen stellen, dat het aan tal ongelovige kerkdijken (dus zij die lormeel niet met de kerk, doch in feite Wel met de godsdienst gebroken heb ben) veel groter is dan dat van de ge lovige onkerkelijken, hetgeen tot de oonclusie leidt, dat de cyfers der on kerkelijkheid een geflatteerd beeld ge- ^en van de kerkelükheid. Om de moeilijkheden bij het beoor delen van de mate van ontkerstening en ontkerkelijking in ons land nog te ver- Toen ging een van de twaalven, ge naamd Judas Iskariot, tot de over- priesters, en zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? (Matth. 26 14—15a). IVIet ontroering en ontzetting vragen wij ons af, hoe Judas tot deze verschrik kelijke daad gekomen is. Is zijn enthou siasme en navolging van Jezus dan al leen maar bedrog en camouflage ge weest? Zeer zeker niet. Hij heeft zijn leven in de waagschaal gesteld door deze Jezus te volgen. Judas heeft wat in Jezus gezien. Hij heeft Hem willen ge bruiken voor zijn doel, maar hij heeft zich in Jezus vergist. Zijn verwachting strookt niet met het werk en de weg van Christus. En Judas is een man, die weet, wat hij wil. Hij laat liever Jezus los, dan wat hem voor ogen staat. Niet dat dat zo gemakkelijk gaat. Neen, want Judas wil van Jezus al maar Je zus wil Judas niet kwijt. Jezus heeft met satan gestreden om Zijn afvallige discipel. Op allerlei wijze heeft Hij ge tracht Judas tegen te houden van zijn heilloze weg. Tot in de paaszaal toe. Maar Judas heeft zijn ziel open staan voor de influisteringen van de duivel. Judas geeft de satan gelegenheid in hem te varen.. Hij slaat Jezus' waar schuwingen in de wind, en verzet zich tegen Zijn liefde. De duivel heeft in deze hebzuchtige apostel, deze eerzuch tige volgeling van Jezus een wel zeer gemakkelijke prooi. Hij wakkert Judas' boezemzonde aan, en strijdt met Chris tus om de ziel van deze man. Ja, er is om Judas getwist, zoals om elke zon daar getwist wordt tussen Jezus en de satan. Meer, dan aan iemand anders, die zich aan de hel overgaf, is er door Jezus aan Judas gearbeid. Elke veront schuldiging wordt hem ontnomen. Maar Judas heeft niet gewild. Hij luisterde naar zijn gierig hart, dat opgezweept wordt door de boze, en gevoed wordt door de hel. Daarom rijpt dat vrese lijke plan in hem, dat hij ook ten uit voer legt, als hij definitief weet, dat hij met deze stervende Jezus niets begin nen kan. Dan is Jezus hem niets waard. „Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren?" Neen, het is niet veel, wat Judas als verradersloon ontvangt. 30 zilverlingen. 45 gulden. Maar het is hem genoeg. In deze prijs, waarvoor men 'n slaaf kocht, drukken de overpriesters hun diepe minachting voor Jezus uit. Judas gaat er echter mee accoord. Ondanks zijn gierigheid en hebzucht is hij met deze prijs tevreden. Hij neemt het zwarte loon, en gaat er straks mee aan het Avondmaal, om op deze eerste vraag de tweede verradersvraag te laten vol gen: „Ben ik het, Heere?", en om met zijn verradershand het brood aan te ne men uit de hand van de Heere Jezus. Judas! Godlover! „Toen voer de sa tan in hem!" Aan de voeten van Chris tus, die Zijn hand naar Judas heeft uit gestoken, heeft Judas zijn hart open laten staan voor de duivel. En als dan Jezus Zijn hand van Judas aftrekt, dan slaat de Satan toe, en neemt van Judas bezit. Dan kan hij ook straks de plaats van het berouw niet meer vinden. „Wat wilt gij mij geven?" Wij weten wat Judas heeft ontvangen. Hij heeft de lijdende Christus veracht, verwor pen, verraden, en zijn leven is geëin digd als dat van de mens, die weet verloren te zijn, maar die in zijn ver lorenheid geen uitweg meer weet. „Wat wilt gij mij geven?" Ja, Jezus is u alles waard, ofdeze vraag ligt diep in uw hart verscholen. Voor velen is de lijdende en Zich overgevende Mid delaar nog minder waard, dan 30 zil verlingen. Voor de helft verraden zij Hem, wiens naam op hun leven staat. Ezau heeft het gedaan voor een bord eten. Velen zoeken een eigen koninkrijk, zoeken de vervulling van hun eigen be geerten. Zij zoeken de wereld, al schij nen zij Jezus te volgen. Zij dragen het Judas-masker. Zij achten de rijkdom van de wereld meer waarde, dan de ver- smaadheid van Christus. Zulke mensen verliest Jezus aan de satan. Dat is aan grijpend. Dat heeft het lijden van de Heere Jezus verzwaard. Mensen ont vallen Hem. Mensen uit de kerk. Men sen, die gedoopt zijn in Zijn naam. Men sen, die het brood ontvangen aan Zijn tafel. Omdat deze mensen niet de voet stappen willen drukken van Hem, die het kruis droeg. Vau een Zich verne derende Zaligmaker, die roept tot Zijn navolging in ware zelfverloochening, willen zij geen discipel zijn. En Jezus moet Zijn hand van hen aftrekken. Dat is Zijn lijden. Dat is Zijn diepe smart. Maar dit lijden draagt Jezus als de Borg. Hij gaat met deze smart over het verraad,' Hem aangedaan naar het kruis. Mensen zijn verraders. Wij heb ben God verraden. Daarom moet Chris tus dit leed doorstaan. De zoon des mensen moet verraden worden. Hij draagt het kruis om verraders, die met hun zwarte loon op zak lopen. Zijn hand te reiken, en hen door Zijn liefde te winnen. De nagels, door Zijn handen geslagen, hebben het verradersloon aan het kruis vastgeklonken. „Wat wilt gij mij geven?" Zegt u dat tot Jezus? Ja, Hij geeft verraders meer, dan 30 zil verlingen. Hij redt hen van de dood, en bevrijdt hen van de zonde. Hij toont hun Zijn doorboorde handen, en zegt: „Vrede zij ulieden!" Hebt U Hem dat al horen zeggen? Ede Ds. E. F. Vergunst TOONBEELD VAN DE NIEUWSTE HERENMODE groten, is er bovendien een verschil tussen de opgaven van de kerken zelf en die van het C.B.S. Zo geven de re sultaten van de volkstellingen voor de Hervormde Kerk steeds lagere cijfers dan de eigen kerkelijke administratie. De kerk zelf blijft n.l. nog diegenen als Hervormd beschouwen van wie één der grootouders hervormd gedoopt is. Me nigeen blijft dus ingeschreven ook al beschouwt hij of zij zichzelf helemaal niet als Hervormd. Een volkstelling is een momentopname in een opinieonder zoek en geeft dus het best de verhou dingen weer. Kerkelijke registers en trouwens de burgerlijke ook zijn altijd min of meer verouderd. De zeer grote groep der onkerksen, die nog op geven tot een kerk te behoren, vormt een kwantitatief ongrijpbaar element in de statistiek; maar een groot deel er van moet beschouwd worden als on kerkelijken „in statu nascendi" d.w.z. als onkerkelijken in wording. In plaats van de term onkerkelijkheid bezigt men ook wel de benaming „bui tenkerkelijkheid" in dezelfde betekenis. Het Humanistisch Verbond prefereert deze laatste. In roomse kringen wordt er nog wel onderscheid tussen gemaakt: de onkerkelijken zijn zij die automa tisch (door geboorte uit ongelovigen) niet tot de kerk behoren en buitenker kelijken degenen, die zich door een be- BINNENYERIN6BED SCHUIMRUIBKRBEP wuste- keuze buiten de kerk hebben ge plaatst. Alvorens nu nader in te gaan op het vraagstuk in zijn geheel geven we hier onder de percentages en de totaalcijfers van de onkerkelijkheid in Nederland over de periode van 1849 tot 1960. 0,01 o/o 305 0,07 2300 0,08 2900 NAAR DE MIDDELHnRNIS-TEL:Z328 1849 1859 1869 1879 1889 1899 1909 1920 1930 1947 1960 0,31 1,48 2,26 4,97 7,77 14,43 17,05 17,9 12.000 66.000 115.000 290.000 533.000 1.144.000 1.641,000 2.068.000 Deze dorre cijfers spreken boekdelen, maar men moet zo kunnen interprete ren in het totale verband van de gees- telijk-kcrkelijko ontwikkeling in. ons land, gedurende do laatste eeuw, waar toe we in de volgende artikelen een poging zullen doen. Over de dinsdag 20 maart gehouden spoedeisende raadsvergadering te Stel- lendam waar het besluit viel om medewerking te verlenen tot stichting van de Verolme-werf N.V. wat we in ons dinsdagnummer breedvoerig hebben belicht rest ons nog mededeling te doen over de uiteenzettingen die daarop door deskundigen zijn gevolgd. De voorstellen zelf vonden volledige mstem- ming, al werden er begrijpelijk nog wel enige vragen over gesteld. Ook kreeg het gemeentebestuur van meerdere zijden felicitaties in ontvangst te nemen. Na de uiteenzetting van burgemees ter Kleijnenberg bracht de vice-presi dent van het Verolme-concern de heer Hofstra lof aan het gemeentebestuur van Stellendam voor de grote activiteit rdie aan de dag was gelegd om deze plannen te kunnen verwezenlijken. „Wij zijn er bepaald van onder de indruk" aldus spreker, „dat de gehele raad op zulk een voortvarende wijze deze nieu we ontwikkeling wil tegemoet treden. Het raadslid de heer Brinkman vroeg een nadere uiteenzetting over de tot standkoming van de Verolme-werf, met name wanneer men er aan zou begin nen. Ir. J. J. Stenger sloot zich allereerst aan bij hetgeen door de heer Hofstra was gezegd en prees d'e goede samen werking die bij het overleg dat sinds enige weken gaande is, mocht worden ondervonden. Op de gestelde vraag over de datum van aanvang antwoordde hij: „wij beginnen vandaag, we zijn eigen lijk al begonnen!" Een nadere toelichting gevend zei ir. J. J. Stenger, dat deze werf een grote flexabiliteit zal vertonen, d.w.z. we kun nen er alle kanten mee uit en we zul len een aanpassing zoeken aan de ont wikkeling van de streek. Deze werf zal iets anders worden aangepakt dan de bestaande werven; spreker gaf een overzicht van de werven die er al zijn, de grote werf op Rozenburg, in Brazi lië, Noorwegen en Ierland en ook over de kleinere werf te Heusden, waar klei nere schepen (coasters) worden ge bouwd. De Verolme-werf Stellendam N.V. is daarmee niet te vergelijken maar gaat een andere kant uit en zal zich in de eerste plaats toeleggen op de visserij- schepen, vervolgens op de binnenvaart en de coastervaart. Het verheugde spre ker dat de Koninklijke Marine die een kleine basis heeft te Hellevoetsluis ook ligplaats krijgt in deze havens, met wie reeds relaties bestaan en die men ook hoopte tot klant te krijgen. De werf zal zich niet alleen bepalen tot nieuwbouw, maar ook tot reparatie en onderhoud. Tot nu toe werden de vissersboten schoon gemaakt op een z.g. bank; spre ker vertelde dat de mogelijkheid zal worden geschapen de vissersvaartuigen op een bepaalde plaats droog te zetten 'op de werf. Hiertoe kan worden ge bruik gemaakt van een hefdoksysteem, dal verplaatsbaar is naar iedere wal kant van de werf. Het railsysteem zal niet worden toegepast vertelde spreker; de schepen zullen op rolwagens droog kunnen worden gezet op iedere plaats van de werkvloer. In verband hiermee vroeg de heer Brinkman of de vissers wanneer hun schepen op een bepaald gedeelte van de werf droog staan ook gebruik mogen maken van de eigen ambachtslieden uit Stellendam voor kleine reparaties. Dit werd door ir. Stenger toegezegd. Verder vroeg de heer Brinkman of al spoedig personeel op deze werf zal kun nen worden aangetrokken. Ir. Stenger deelde mee dat eerst de kademuren en walkanten moeten gereed gemaakt en vervolgens de werkvloe ren. Een typische werkwijze van Vei-- olme is tegelijk te gaan bouwen: op Voor UW KREDIETEN: Nederiandsclie Handel-Maatschappij Correspondentschap Middelharnis Zandpad 108, telef. 2709(0-1870) Rozenburg werd een dok gebouwd, met een werd de kiel van het schip gelegd; toen het gehele dok klaar was, was ook het schip gereed. De heer Brinkman: (in zijn kwaliteit als voorz. woningbouwvereniging). Be staat er ook verband tussen Verolme en de N.V. Euro-woningen? Hierop antwoordde de voorzitter dat dit momenteel nog los van elkaar stond, hoewel dit mogelijk later in een kan vloeien. Wethouder Visser verheugde zich dat de heer Verolme, de grote zoon van ons eiland op zijn geboortegrond deze werf sticht. Het officiële deel van deze raads vergadering werd hiermee afgesloten. TELEGRAM Het volgende telegram werd aan de heer C. Verolme gezonden: CORNELIS VEKOLME IVI.S. Giulio Cesare varende van Lissabon naar Rio de Janeiro Heden in bijzondere openbare raadsvergadering Stellendam op richting Verolme scheepsbouw en reparatiewerf Stellendam N.V. unaniem goedgekeurd stop Gods zegen en voorspoed over de ze vende Verolme-werf op uw goe de geboorteeiland dat zijn grote zoon met een warm hart ziet te rugkeren naar het huis waar van hij uitging. Gemeentebestuur Stellendam en Directie Verolme te Stel lendam in raadsvergadering bijeen. Burgemeester P. W. Hordijk van Middelharnis bracht als voorzitter van de Flakkeesche Gemeenschap zijn ge lukwensen over met dit genomen be sluit. Hij schetste hoe de F.G. reeds 15 jaar lang bezig is aan een oplossing voor werkgelegenheid op dit eiland. Het arbeidsreservoir is met de dag groter geworden; het pendelen brengt een ge- zinsproblematiek met ernstige konse- kwenties. De oplossing zal er alleen dan zijn, wanneer het eiland uit zijn isole ment is verlost aldus spr. om hier de nodige werkgelegenheid te scheppen. Spreker meende dat niet iedere gemeen te zich moest bezig houden met indus trie-vestiging; er zijn een aantal ker nen, w.o. ook Stellendam. Daarom was het een compliment waard dat hier een Verolme-werf wordt gevestigd. Van Verolme is bekend, dat het wel en wee van Flakkee hem na aan het hart ligt; deze werf kan voor de visserij uit de omgeving en in zijn geheel, grote perspectieven openen zo meende hij. Flakkee mag dankbaar zijn dat deze werf er komt, waardoor de mogelijkheid bestaat, dat velen vlak bij huis werk kunnen vinden. Hij wenste de heren van het concern toe dat hun opzet suc ces zal hebben en volkomen zal slagen. Elektriciteit en Waterleiding Door de directeur van de E.M.G.O. de heer la Fleur werd de vraag gesteld welke vermogens voor elektriciteits voorziening zullen nodig zijn. Hij doel de daarmee op een versterking van de kabels vanaf Dordt, waarover reeds onderhandelingen gaande zijn. Ir. Stenger antwoordde dat hierover De historische raadsvergadering te Stellendam, waar het besluit viel over de stichting van de Verolnie-scheepswerf. Van rechts naar links: burgemeester J- A. Kleijnenberg die een redevoe ring houdt over de stormachtige ontwikkeling vam, zijn gemeen te; naast hem de vice-president van het Verolme-concern, de heer H. J. Hofstra; Wethouder C. H. Moyses; Ir. J. J. Stenger, de bedrijf sing enieur die de lei ding is opgedragen bij de bouw van de werf; de heer B. M. Ver aart, finantieel econoom, en de nestor van de raadsleden ée heer M. Keizer, die peinzend toeluis- tert wat er in zijn vissersdorp zoal staat te gebeuren. Speciaal in het opmaken van B. V. d. VEER Telefoon 2682 Westdyk 36 MIDDELHARNIS Uit agrarische kringen is onze redac tie gevraagd, waar de Verolme-werf nu precies wordt gevestigd. Bij sommigen bestaat namelijk de vrees, dat deze nieuwe industrie een deel van de grond van de plaat Scheelhoek zal in beslag nemen, die men denkt te bestemmen voor landbouwgronden en die men zal trachten toegewezen te krijgen aan die landbouwers, die door de aanleg van de dammenweg, welke dwars over het eiland naar de Grevelingen zal lopen hun grond zullen kwijtraken en waar voor de „Vereniging Nieuw Land te Stellendam" zich bijzonder inzet. Deze vrees is ongewettigd; er komt n.l. geen vierkante centimeter land bouwgrond aan te pas. In ons vorig nummer hebben we letterlijk geschre ven: „De scheepswerf wordt gevestigd in de zuidoosthoek van de binnenha ven op domein-gronden op een opge spoten terrein." De werf komt n.l. op een plaats waar voorheen water ge weest is en de Scheelhoek zelf blijft on gerept. Het bedrijf van Verolme komt op 5 6 ha opgespoten zand. Het moet prettig aandoen voor de landbouw, waar er elders in het land voor industrie-vestiging vele hectares kostelijke landbouwgrond verloren gaat, dat dit hier niet het geval is. Ter geruststelling meenden wij er goed aan te doen dit nog eens duidelijk te zeggen. neus, keel,borst van vastzittend slijm contact zal worden opgenomen met Verolme Electra N.V. te Maassluis. De heer Kieviet te Middelharnis (ver tegenwoordigend de directeur van de Waterleiding, de heer Geerling, die niet aanwezig kon zijn) informeerde naar de waterafname van dit bedrijf waarop werd geantwoord dat dit slechts een beperkte hoeveelheid zal zijn. (Vervolg pag. 2 Ie kolom)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1962 | | pagina 1