R
Ij
Raadivan StellenJam unaniem
achter Yerolme-plan
r
De onkerkelijkheid
OxM
Gemeenfebe#Lfur kreeg lof
voor voorivarendheid
DampObevrijdt
Meditatie
ït.
RC. KORTEWEG s ZOON
V.
Vestiging Veroime-werf
Stellendam
niet op landbouwgrond
ET
34e jaargang
Vrijdag 23 ftiaart 1Ö62
No. 3077
Chr. STREEKBLAD OP GEREFOKMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EttANDEN
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
't
Wat wilt gij mij geven?
Fa. C. van Wezei Zonen - Middeiiiarnis
J ^fÜtit
Felicitaties
Fruitmanden en Fruitlialijes
„*^e ^ruttcentrala"
PBINS HBNDBIKSTBAAT 14 - POSTBOX I - BDDDKLHABNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdljk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avo nds Tel. 20 17 Giro 167930
ABONNEMENTSPRIJS 2.10 PER KWARTAAI.
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm,
BU coKtract speciaal tarlel
lid de heer
nmen her-
ing onder
e vertrou-
voorzitter
el om een
de Coöp.
tegen een
■d door de
)e looptijd
•eding van
ds lid van
erkiesbaar
irheid van
r. A. Goe-
s zijn ver
deed het
namelijk
erwachten
gestreefd
van het
oe het be-
ergadering
de bedoe-
kavond te
kinderen
kinderen
in dames-
de vorige
steld, zou
schéppen-
achtte om
plaats van
Jroot-Am-
orzitter de
rzitter be-
gewezen
kinderen,
iwe school
te maken,
eld wordf^
was Ps. 8ö
;ze geani-
ïrgaderinë
orwerpen-
sshawl.
in lederen
jwe rand)-
zondag
zal ef
op za-
uur in de
>P
rk,
n
Naar aanleiding van onze publicatie
van de cijfers der kerkelijke gezindten
op ons eiland (Volkstelling 1960), waar
uit 'bleek, dat de onkerkelijkheid iets
vvas gedaald en anderzijds de conclusies
van het rapport ,Het vertekende eiland',
waarin nogal alarmerende percentages
voorkomen omtrent de ontkerstening
vooral in arbeiderskringen, is de vraag
gerezen hoe het eigenlijk staat met het
probleem van de onkerkelijkheid in hot
algemeen en wat daarmee samenhangt,
terwijl ook een beter inzicht nodig zou
zijn omtrent de feitelijke vervreemding
van de kerk op G. en O. dan de volks-
lellingscijfers kunnen geven. We heb
ben beloofd hierop nog eens nader te
zullen ingaan en we hopen er dan ook
enkele artikelen aan te wijden, waar
bij we echter op de voorgrond stellen,
(Jat de stof zo enorm uitgebreid is en
er zulk een omvangrijke literatuur over
bestaat, dat we ons ten zeerste zullen
moeten beperken.
Wanneer we de term „onkerkelijk
heid" lezen, denken we gewoonlijk aan
het verschijnsel in onze moderne maat
schappij, dat brede groepen zich van de
kerk hébben gedistancieerd, niet meer
aan godsdienst „doen", hun kinderen
niet meer laten dopen en in één woord
praktisch of/en formeel met de kerk
hebben gebroken. De ervaring in steden
en dorpen kan ons leren dat het aan
tal dergenen, die tot deze onkerkelijke
groep gerekend moeten worden, veel
hoger is dan de cijfers die de statistiek
ons geeft. De reden hiervan is deze, dat
het C.B.S. (Centraal Bureau voor de
Statistiek) vraagt of men al of niet be
hoort tot een kerkgenootschap of gods
dienstige gemeenschap. De statistische
betekenis van de term onkerkelijk is
dus van louter formele aard: het for
meel niet meer willen behoren tot een
kerk is het criterium. Beslissend is der
halve de eigen wens of het eigen ge
tuigenis niet of niet meer tot één of
andere kerk te willen worden gerekend.
Velen zullen nog ingeschreven staan
in kerkelijke registers als belijdend of
dooplid, die bij een volkstelling ver
klaren er niet toe te behoren. Ander
zijds zijn er ook personen die vermel
den tot geen kerk te behoren, maar die
nochtans niet zonder meer als ongods-
dienstig mogen worden beschouwd.
Maar vooral moet vastgesteld worden,
dat velen zich nog wel als behorende
tot een kerk opgaven, niet meer als
kerks en kerkelijk meelevend mogen
worden beschouwd, m.a.w. het aantal
praktisch onkerkelijken is groter dan
dat der formeel onkerkelijken. Wanneer
over het vraagstuk der onkerkelijkheid
gehandeld wordt, gaat het altijd over
de statistisch onkerkelijken, omdat er
van de anderen geen statistiek bestaat.
Het is ook niet gemakltelijk om de laat
ste groep kwantitatief te benaderen.
Alleen in niet te grote dorpen zal de
predikant van de Hervormde Kerk aan
de hand van de kerkelijke registers en
zijn pastorale ervaring een tamelijk
juiste schatting kunnen maken. Voor
buitenstaanders is dit vrijwel onmoge
lijk, omdat ook weer niet alle onkerkse
mensen tot de praktisch onkerkelijken
kunnen worden gerekend. Er zijn er
n.l. niet zo weinigen, die om allerlei
wettige of ook minder acceptabele re
denen nooit ter kerk gaan en die toch
beslist niet anti-godsdienstig zijn, in
tegendeel b.v. trouw de Bijbel lezen en
hun kinderen naar de Chr. school stu-
ren, Men ziet: het vraagstuk ligt nogal
gecompliceerd. In elk geval staat dit
wel vast, dat de cijfers van de onkerke
lijkheid en de verschuivingen, die in de
loop der jaren optreden tussen het aan-
tal personen met en zonder kerkgenoot-
schap, zeker niet als de enige graad-
meter mogen worden beschouwd van de
intensiteit van het godsdienstig leven
in ons land.
Volledigheidshalve zou men 't eigenlijk
moeten onderscheiden tussen gelovigen
en ongelovigen, kerksen en onkerksen,
i kerkdijken en onkerkelijken. Bij de
eersten gaat het om het bezit van het
echte zaligmakende geloof, bij de twee-
de om het al of niet ter kerk gaan en
meelevend zijn en bij de derden om het
al oj niet formeel tot een kerk willen
behoren. Prof. Dr. J. P. Kruijt, wiens
dissertatie (1933) over „De onkerkelijk-
heid in Nederland" nog steeds de basis
vormt voor studiën op dit terrein, heeft
een indeling in 17 groepen gemaakt van
alle burgers met betrekking tot hun
verhouding tot kerk en godsdienst.
Waarbij hij bovengenoemde drie tegen
stellingen als grondslag aannam. Hij
onderscheidt binnen de groep der sta
tisch onkerkelijken verschillende cate
gorieën: een klein aantal religieuze per
sonen, die nergens bij aangesloten zijn
en al of niet ter kerk gaan; ongelovi
gen uit onverschilligheid; traditionele
onkerkelijken, dus zij. die door opvoe
ding en omgeving buiten de kerk leven,
vooral in streken van ons land waar het
Wassale ongeloof al zo oud is, dat en
kele geslachten reeds totaal godsdienst
loos zijn opgegroeid en tenslotte ook nog
de principieel-ongelovigen, d.w.z. de
genen met een gefundeerd ongeloof. En
hij meent te mogen stellen, dat het aan
tal ongelovige kerkdijken (dus zij die
lormeel niet met de kerk, doch in feite
Wel met de godsdienst gebroken heb
ben) veel groter is dan dat van de ge
lovige onkerkelijken, hetgeen tot de
oonclusie leidt, dat de cyfers der on
kerkelijkheid een geflatteerd beeld ge-
^en van de kerkelükheid.
Om de moeilijkheden bij het beoor
delen van de mate van ontkerstening en
ontkerkelijking in ons land nog te ver-
Toen ging een van de twaalven, ge
naamd Judas Iskariot, tot de over-
priesters, en zeide: Wat wilt gij mij
geven, en ik zal Hem u overleveren?
(Matth. 26 14—15a).
IVIet ontroering en ontzetting vragen
wij ons af, hoe Judas tot deze verschrik
kelijke daad gekomen is. Is zijn enthou
siasme en navolging van Jezus dan al
leen maar bedrog en camouflage ge
weest? Zeer zeker niet. Hij heeft zijn
leven in de waagschaal gesteld door
deze Jezus te volgen. Judas heeft wat in
Jezus gezien. Hij heeft Hem willen ge
bruiken voor zijn doel, maar hij heeft
zich in Jezus vergist. Zijn verwachting
strookt niet met het werk en de weg
van Christus. En Judas is een man, die
weet, wat hij wil. Hij laat liever Jezus
los, dan wat hem voor ogen staat. Niet
dat dat zo gemakkelijk gaat. Neen,
want Judas wil van Jezus al maar Je
zus wil Judas niet kwijt. Jezus heeft
met satan gestreden om Zijn afvallige
discipel. Op allerlei wijze heeft Hij ge
tracht Judas tegen te houden van zijn
heilloze weg. Tot in de paaszaal toe.
Maar Judas heeft zijn ziel open staan
voor de influisteringen van de duivel.
Judas geeft de satan gelegenheid in
hem te varen.. Hij slaat Jezus' waar
schuwingen in de wind, en verzet zich
tegen Zijn liefde. De duivel heeft in
deze hebzuchtige apostel, deze eerzuch
tige volgeling van Jezus een wel zeer
gemakkelijke prooi. Hij wakkert Judas'
boezemzonde aan, en strijdt met Chris
tus om de ziel van deze man. Ja, er is
om Judas getwist, zoals om elke zon
daar getwist wordt tussen Jezus en de
satan. Meer, dan aan iemand anders,
die zich aan de hel overgaf, is er door
Jezus aan Judas gearbeid. Elke veront
schuldiging wordt hem ontnomen. Maar
Judas heeft niet gewild. Hij luisterde
naar zijn gierig hart, dat opgezweept
wordt door de boze, en gevoed wordt
door de hel. Daarom rijpt dat vrese
lijke plan in hem, dat hij ook ten uit
voer legt, als hij definitief weet, dat hij
met deze stervende Jezus niets begin
nen kan. Dan is Jezus hem niets waard.
„Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem
u overleveren?"
Neen, het is niet veel, wat Judas als
verradersloon ontvangt. 30 zilverlingen.
45 gulden. Maar het is hem genoeg. In
deze prijs, waarvoor men 'n slaaf kocht,
drukken de overpriesters hun diepe
minachting voor Jezus uit. Judas gaat
er echter mee accoord. Ondanks zijn
gierigheid en hebzucht is hij met deze
prijs tevreden. Hij neemt het zwarte
loon, en gaat er straks mee aan het
Avondmaal, om op deze eerste vraag
de tweede verradersvraag te laten vol
gen: „Ben ik het, Heere?", en om met
zijn verradershand het brood aan te ne
men uit de hand van de Heere Jezus.
Judas! Godlover! „Toen voer de sa
tan in hem!" Aan de voeten van Chris
tus, die Zijn hand naar Judas heeft uit
gestoken, heeft Judas zijn hart open
laten staan voor de duivel. En als dan
Jezus Zijn hand van Judas aftrekt, dan
slaat de Satan toe, en neemt van Judas
bezit. Dan kan hij ook straks de plaats
van het berouw niet meer vinden.
„Wat wilt gij mij geven?" Wij weten
wat Judas heeft ontvangen. Hij heeft
de lijdende Christus veracht, verwor
pen, verraden, en zijn leven is geëin
digd als dat van de mens, die weet
verloren te zijn, maar die in zijn ver
lorenheid geen uitweg meer weet.
„Wat wilt gij mij geven?" Ja, Jezus
is u alles waard, ofdeze vraag ligt
diep in uw hart verscholen. Voor velen
is de lijdende en Zich overgevende Mid
delaar nog minder waard, dan 30 zil
verlingen. Voor de helft verraden zij
Hem, wiens naam op hun leven staat.
Ezau heeft het gedaan voor een bord
eten. Velen zoeken een eigen koninkrijk,
zoeken de vervulling van hun eigen be
geerten. Zij zoeken de wereld, al schij
nen zij Jezus te volgen. Zij dragen het
Judas-masker. Zij achten de rijkdom
van de wereld meer waarde, dan de ver-
smaadheid van Christus. Zulke mensen
verliest Jezus aan de satan. Dat is aan
grijpend. Dat heeft het lijden van de
Heere Jezus verzwaard. Mensen ont
vallen Hem. Mensen uit de kerk. Men
sen, die gedoopt zijn in Zijn naam. Men
sen, die het brood ontvangen aan Zijn
tafel. Omdat deze mensen niet de voet
stappen willen drukken van Hem, die
het kruis droeg. Vau een Zich verne
derende Zaligmaker, die roept tot Zijn
navolging in ware zelfverloochening,
willen zij geen discipel zijn. En Jezus
moet Zijn hand van hen aftrekken. Dat
is Zijn lijden. Dat is Zijn diepe smart.
Maar dit lijden draagt Jezus als de
Borg. Hij gaat met deze smart over
het verraad,' Hem aangedaan naar het
kruis. Mensen zijn verraders. Wij heb
ben God verraden. Daarom moet Chris
tus dit leed doorstaan. De zoon des
mensen moet verraden worden. Hij
draagt het kruis om verraders, die met
hun zwarte loon op zak lopen. Zijn hand
te reiken, en hen door Zijn liefde te
winnen. De nagels, door Zijn handen
geslagen, hebben het verradersloon aan
het kruis vastgeklonken. „Wat wilt gij
mij geven?" Zegt u dat tot Jezus? Ja,
Hij geeft verraders meer, dan 30 zil
verlingen. Hij redt hen van de dood, en
bevrijdt hen van de zonde. Hij toont
hun Zijn doorboorde handen, en zegt:
„Vrede zij ulieden!"
Hebt U Hem dat al horen zeggen?
Ede
Ds. E. F. Vergunst
TOONBEELD VAN DE NIEUWSTE HERENMODE
groten, is er bovendien een verschil
tussen de opgaven van de kerken zelf
en die van het C.B.S. Zo geven de re
sultaten van de volkstellingen voor de
Hervormde Kerk steeds lagere cijfers
dan de eigen kerkelijke administratie.
De kerk zelf blijft n.l. nog diegenen als
Hervormd beschouwen van wie één der
grootouders hervormd gedoopt is. Me
nigeen blijft dus ingeschreven ook al
beschouwt hij of zij zichzelf helemaal
niet als Hervormd. Een volkstelling is
een momentopname in een opinieonder
zoek en geeft dus het best de verhou
dingen weer. Kerkelijke registers en
trouwens de burgerlijke ook zijn
altijd min of meer verouderd. De zeer
grote groep der onkerksen, die nog op
geven tot een kerk te behoren, vormt
een kwantitatief ongrijpbaar element in
de statistiek; maar een groot deel er
van moet beschouwd worden als on
kerkelijken „in statu nascendi" d.w.z.
als onkerkelijken in wording.
In plaats van de term onkerkelijkheid
bezigt men ook wel de benaming „bui
tenkerkelijkheid" in dezelfde betekenis.
Het Humanistisch Verbond prefereert
deze laatste. In roomse kringen wordt
er nog wel onderscheid tussen gemaakt:
de onkerkelijken zijn zij die automa
tisch (door geboorte uit ongelovigen)
niet tot de kerk behoren en buitenker
kelijken degenen, die zich door een be-
BINNENYERIN6BED
SCHUIMRUIBKRBEP
wuste- keuze buiten de kerk hebben ge
plaatst.
Alvorens nu nader in te gaan op het
vraagstuk in zijn geheel geven we hier
onder de percentages en de totaalcijfers
van de onkerkelijkheid in Nederland
over de periode van 1849 tot 1960.
0,01 o/o 305
0,07 2300
0,08 2900
NAAR DE
MIDDELHnRNIS-TEL:Z328
1849
1859
1869
1879
1889
1899
1909
1920
1930
1947
1960
0,31
1,48
2,26
4,97
7,77
14,43
17,05
17,9
12.000
66.000
115.000
290.000
533.000
1.144.000
1.641,000
2.068.000
Deze dorre cijfers spreken boekdelen,
maar men moet zo kunnen interprete
ren in het totale verband van de gees-
telijk-kcrkelijko ontwikkeling in. ons
land, gedurende do laatste eeuw, waar
toe we in de volgende artikelen een
poging zullen doen.
Over de dinsdag 20 maart gehouden spoedeisende raadsvergadering te Stel-
lendam waar het besluit viel om medewerking te verlenen tot stichting van
de Verolme-werf N.V. wat we in ons dinsdagnummer breedvoerig hebben
belicht rest ons nog mededeling te doen over de uiteenzettingen die daarop
door deskundigen zijn gevolgd. De voorstellen zelf vonden volledige mstem-
ming, al werden er begrijpelijk nog wel enige vragen over gesteld. Ook kreeg
het gemeentebestuur van meerdere zijden felicitaties in ontvangst te nemen.
Na de uiteenzetting van burgemees
ter Kleijnenberg bracht de vice-presi
dent van het Verolme-concern de heer
Hofstra lof aan het gemeentebestuur
van Stellendam voor de grote activiteit
rdie aan de dag was gelegd om deze
plannen te kunnen verwezenlijken. „Wij
zijn er bepaald van onder de indruk"
aldus spreker, „dat de gehele raad op
zulk een voortvarende wijze deze nieu
we ontwikkeling wil tegemoet treden.
Het raadslid de heer Brinkman vroeg
een nadere uiteenzetting over de tot
standkoming van de Verolme-werf, met
name wanneer men er aan zou begin
nen.
Ir. J. J. Stenger sloot zich allereerst
aan bij hetgeen door de heer Hofstra
was gezegd en prees d'e goede samen
werking die bij het overleg dat sinds
enige weken gaande is, mocht worden
ondervonden. Op de gestelde vraag over
de datum van aanvang antwoordde hij:
„wij beginnen vandaag, we zijn eigen
lijk al begonnen!"
Een nadere toelichting gevend zei ir.
J. J. Stenger, dat deze werf een grote
flexabiliteit zal vertonen, d.w.z. we kun
nen er alle kanten mee uit en we zul
len een aanpassing zoeken aan de ont
wikkeling van de streek. Deze werf zal
iets anders worden aangepakt dan de
bestaande werven; spreker gaf een
overzicht van de werven die er al zijn,
de grote werf op Rozenburg, in Brazi
lië, Noorwegen en Ierland en ook over
de kleinere werf te Heusden, waar klei
nere schepen (coasters) worden ge
bouwd.
De Verolme-werf Stellendam N.V. is
daarmee niet te vergelijken maar gaat
een andere kant uit en zal zich in de
eerste plaats toeleggen op de visserij-
schepen, vervolgens op de binnenvaart
en de coastervaart. Het verheugde spre
ker dat de Koninklijke Marine die een
kleine basis heeft te Hellevoetsluis ook
ligplaats krijgt in deze havens, met wie
reeds relaties bestaan en die men ook
hoopte tot klant te krijgen. De werf zal
zich niet alleen bepalen tot nieuwbouw,
maar ook tot reparatie en onderhoud.
Tot nu toe werden de vissersboten
schoon gemaakt op een z.g. bank; spre
ker vertelde dat de mogelijkheid zal
worden geschapen de vissersvaartuigen
op een bepaalde plaats droog te zetten
'op de werf. Hiertoe kan worden ge
bruik gemaakt van een hefdoksysteem,
dal verplaatsbaar is naar iedere wal
kant van de werf. Het railsysteem zal
niet worden toegepast vertelde spreker;
de schepen zullen op rolwagens droog
kunnen worden gezet op iedere plaats
van de werkvloer.
In verband hiermee vroeg de heer
Brinkman of de vissers wanneer hun
schepen op een bepaald gedeelte van de
werf droog staan ook gebruik mogen
maken van de eigen ambachtslieden
uit Stellendam voor kleine reparaties.
Dit werd door ir. Stenger toegezegd.
Verder vroeg de heer Brinkman of al
spoedig personeel op deze werf zal kun
nen worden aangetrokken.
Ir. Stenger deelde mee dat eerst de
kademuren en walkanten moeten gereed
gemaakt en vervolgens de werkvloe
ren. Een typische werkwijze van Vei--
olme is tegelijk te gaan bouwen: op
Voor UW KREDIETEN:
Nederiandsclie Handel-Maatschappij
Correspondentschap Middelharnis
Zandpad 108, telef. 2709(0-1870)
Rozenburg werd een dok gebouwd, met
een werd de kiel van het schip gelegd;
toen het gehele dok klaar was, was
ook het schip gereed.
De heer Brinkman: (in zijn kwaliteit
als voorz. woningbouwvereniging). Be
staat er ook verband tussen Verolme
en de N.V. Euro-woningen?
Hierop antwoordde de voorzitter dat
dit momenteel nog los van elkaar stond,
hoewel dit mogelijk later in een kan
vloeien.
Wethouder Visser verheugde zich dat
de heer Verolme, de grote zoon van ons
eiland op zijn geboortegrond deze werf
sticht.
Het officiële deel van deze raads
vergadering werd hiermee afgesloten.
TELEGRAM
Het volgende telegram werd aan
de heer C. Verolme gezonden:
CORNELIS VEKOLME
IVI.S. Giulio Cesare varende van
Lissabon naar Rio de Janeiro
Heden in bijzondere openbare
raadsvergadering Stellendam op
richting Verolme scheepsbouw
en reparatiewerf Stellendam N.V.
unaniem goedgekeurd stop Gods
zegen en voorspoed over de ze
vende Verolme-werf op uw goe
de geboorteeiland dat zijn grote
zoon met een warm hart ziet te
rugkeren naar het huis waar
van hij uitging.
Gemeentebestuur Stellendam
en Directie Verolme te Stel
lendam in raadsvergadering
bijeen.
Burgemeester P. W. Hordijk van
Middelharnis bracht als voorzitter van
de Flakkeesche Gemeenschap zijn ge
lukwensen over met dit genomen be
sluit. Hij schetste hoe de F.G. reeds 15
jaar lang bezig is aan een oplossing
voor werkgelegenheid op dit eiland. Het
arbeidsreservoir is met de dag groter
geworden; het pendelen brengt een ge-
zinsproblematiek met ernstige konse-
kwenties. De oplossing zal er alleen dan
zijn, wanneer het eiland uit zijn isole
ment is verlost aldus spr. om hier de
nodige werkgelegenheid te scheppen.
Spreker meende dat niet iedere gemeen
te zich moest bezig houden met indus
trie-vestiging; er zijn een aantal ker
nen, w.o. ook Stellendam. Daarom was
het een compliment waard dat hier
een Verolme-werf wordt gevestigd.
Van Verolme is bekend, dat het wel en
wee van Flakkee hem na aan het hart
ligt; deze werf kan voor de visserij uit
de omgeving en in zijn geheel, grote
perspectieven openen zo meende hij.
Flakkee mag dankbaar zijn dat deze
werf er komt, waardoor de mogelijkheid
bestaat, dat velen vlak bij huis werk
kunnen vinden. Hij wenste de heren
van het concern toe dat hun opzet suc
ces zal hebben en volkomen zal slagen.
Elektriciteit en Waterleiding
Door de directeur van de E.M.G.O.
de heer la Fleur werd de vraag gesteld
welke vermogens voor elektriciteits
voorziening zullen nodig zijn. Hij doel
de daarmee op een versterking van de
kabels vanaf Dordt, waarover reeds
onderhandelingen gaande zijn.
Ir. Stenger antwoordde dat hierover
De historische raadsvergadering
te Stellendam, waar het besluit
viel over de stichting van de
Verolnie-scheepswerf. Van rechts
naar links: burgemeester J- A.
Kleijnenberg die een redevoe
ring houdt over de stormachtige
ontwikkeling vam, zijn gemeen
te; naast hem de vice-president
van het Verolme-concern, de
heer H. J. Hofstra; Wethouder
C. H. Moyses; Ir. J. J. Stenger,
de bedrijf sing enieur die de lei
ding is opgedragen bij de bouw
van de werf; de heer B. M. Ver
aart, finantieel econoom, en de
nestor van de raadsleden ée heer
M. Keizer, die peinzend toeluis-
tert wat er in zijn vissersdorp
zoal staat te gebeuren.
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. VEER
Telefoon 2682 Westdyk 36
MIDDELHARNIS
Uit agrarische kringen is onze redac
tie gevraagd, waar de Verolme-werf nu
precies wordt gevestigd. Bij sommigen
bestaat namelijk de vrees, dat deze
nieuwe industrie een deel van de grond
van de plaat Scheelhoek zal in beslag
nemen, die men denkt te bestemmen
voor landbouwgronden en die men zal
trachten toegewezen te krijgen aan die
landbouwers, die door de aanleg van
de dammenweg, welke dwars over het
eiland naar de Grevelingen zal lopen
hun grond zullen kwijtraken en waar
voor de „Vereniging Nieuw Land te
Stellendam" zich bijzonder inzet.
Deze vrees is ongewettigd; er komt
n.l. geen vierkante centimeter land
bouwgrond aan te pas. In ons vorig
nummer hebben we letterlijk geschre
ven: „De scheepswerf wordt gevestigd
in de zuidoosthoek van de binnenha
ven op domein-gronden op een opge
spoten terrein." De werf komt n.l. op
een plaats waar voorheen water ge
weest is en de Scheelhoek zelf blijft on
gerept. Het bedrijf van Verolme komt
op 5 6 ha opgespoten zand.
Het moet prettig aandoen voor de
landbouw, waar er elders in het land
voor industrie-vestiging vele hectares
kostelijke landbouwgrond verloren gaat,
dat dit hier niet het geval is.
Ter geruststelling meenden wij er
goed aan te doen dit nog eens duidelijk
te zeggen.
neus, keel,borst van vastzittend slijm
contact zal worden opgenomen met
Verolme Electra N.V. te Maassluis.
De heer Kieviet te Middelharnis (ver
tegenwoordigend de directeur van de
Waterleiding, de heer Geerling, die niet
aanwezig kon zijn) informeerde naar de
waterafname van dit bedrijf waarop
werd geantwoord dat dit slechts een
beperkte hoeveelheid zal zijn.
(Vervolg pag. 2 Ie kolom)