9
Ie twistappel
Nieuw-Guinea
Vrede op aarde
tiomiwill
WtKORTENEGsZOON
DE 5TELLENDAMSE DRIELING
Statenlid H. van Rossum te Dirksland
ridder in de Orde Oranje-Nassau
Ons e.k. nummer
komtO.Y.29flec.a.s.
Handen en Li ppen
ruw?puRoi,
Me jaargang
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
E WAAI
nmelsdij"
ADVENT
De Heerser in Israël
VöOB BETER
Koninklijke onderscheiding werd uitgereikt door
de Commissaris der Koningin
Yöor SPAARREKENINGEN:
Fruitmanden en Fruitbakjes
„^De ^ruitc&ntrale"
Vrijdag 22 december 1961
No. 3053
PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Eedactie en advertenties; Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930
ABOITOEMENTSPRIJS 2.15 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bfj contract speciaal tarlet
méér
de
verdo-
Ivolste
lenuw-
aan-
gaan
Ie niet
Itigste
con
^flesje
Het Nieuw-Gulnea-probleem is de
mtste tijd weer bijzonder actueel. Dat
niet aan Nederland toe te schrijven
aar aan Indonesië, wellis president
oekarno sedert de souvereiniteitsover-
racht van 1949 onafgebrolcen blijft
reinen om dit eiland in handen te knj-
en ofschoon Indonesië er absoluut
iets aan heeft en er ook niets aan
oen zal. Het verkrijgen van Nieuw-
luinea is voor Soekarno louter een
restige-kwestie en tegelijk een object
de aandacht van zijn onderdanen
te leiden van de jammerlijke resul-
/7i\ iten van zijn eigen wanbeleid. Intus-
I en is hij erin geslaagd de verhouding
net Nederland geheel kapot te maken
in met behulp van de communistisclie
In neutralistische statenblokken de
'er Naties in de kwestie te betrekken,
zodat Nederland daar ieder jaar op de
bank der beschuldigden zit.
Gevolg van één en ander is, dat een
,|rcot deel van ons volk graag zo spoe-
lig mogelijk deze slepende affaire zou
jvillen liquideren niet om Soekarno aan
'en prestige-overwinnig te helpen, maar
im dit blok aan het been, dat ons elk
faar bovendien nog 100 miljoen kost,
kwijt te raken. De grote vraag is al
leen maar hoe dit kan gebeuren. Laten
we daarom aan de hand van een aantal
:Vragen nog eens wat nader op de hele
kwestie ingaan.
Heeft ïnflonesië riecht op Nieuvt'-Gui
nea? Zeer beslist niet. Het baseert zijn
aanspraken uitsluitend op het feit, dat
Westelijk N.G. vroeger altijd tot Ned.
Jnl *ost-Indië heeft behoord. IVIaar dit
legt natuurlijk niets. Bovendien zijn de
fapoea's ethnologisch gezien helemaal
leen Indonesiërs en voorzover ze van
het bestaan van Indonesië afweten,
verlangen ze beslist niet erbij ingelijfd
■ie worden.
I Waarom is in 1949 N.G. niet inbegre-
n geweest bü de souvereiniteitsover-
.acht? De meerderheid in het Neder-
„ndse parlement was daartegen, omdat
,ij de rechten van Indonesië op N.G.
Biet wilde erkennen men meende, dat
Öns land zelf er een taak had in de zelf-
Standigmaking van dit gebied.
Achteraf bezien ware het beter ge
feest, wanneer het toch maar was over
gedragen, omdat wij er geen belangen
lebben, het gebied ons heel veel geld
|ost, de verhouding tot Indonesië wel-
jicht niet zo grondig ware bedorven en
èr tegen de anti-koloniale wereldstroom
hiet op te tornen is, zodat we het vroeg
Of laat toch kwijtraken.
Moet het zelfbeschikkingsrecht van
te Papoea's worden geëerbiedigd? Dit
dunkt ons, vanzelfsprekend. Ze vor-
.„„n een heel apart volk, dat altijd los
l^an de rest van Ned. Oost-Indië heeft
•geleefd, met een aparte cultuur etc. en
ie moeten dus volkomen zelfstandig
ikunnen beslissen of ze een eigen staat
zullen gaan vormen, zich bij Indonesië
zullen aansluiten of toetreden tot een
Melanesische federatie. Dat zelfbeschik
kingsrecht is één van de Iroofdbegin-
selen der Ver. Naties en moet dus ge-
fiandhaafd worden.
i Wordt dit recht algemeen erkend?
,|reen. Allereerst door Soekarno niet,
pe N.G. als een integrerend deel van
zijn rijk beschouwt. Voorts door vele
landen in de U.N.O., die dit bij hen zo
Igeliefd beginsel overboord gooien zo-
iflra er politieke overwegingen in het
leding komen. Zo erkent men ook niet
het zelfbeschikkingsrecht van Katanga,
het enige deel van Kongo, dat behoor-
ÏÏjk bestuurd wordt en zelfstandig kan
bestaan. En ook wordt dit recht niet
meer erkend door bepaalde groepen in
Nederland zoals de P.v.d.A., de groepen-
Riikens en Duynstee en anderen. Zij
leggen dat men dit begrip niet moet
Verabsoluteren, hetgeen praktisch bete-
Sent, dat het om hals wordt gebracht.
Krqgt Nederland nog de tyd om de
Papoea's op te leiden tot zelfstandig-
|ieid? Daar ziet het beslist niet naar uit.
#eze volksstammen leven voor een
Sroot deel nog in het stenen tijdperk,
:ér komt hier en daar incidenteel nog
ikannibalisme en koppensnellerij voor,
'j^ellicht is 95 «/o van de bevolking van
'^00.000 zielen nog analfabeet en men be
schouwt N.G. als het laagst-ontwikkel-
de gebied in de hele wereld. Opvoeding
fot zelfstandigheid zal dus generaties
vergen. En Nederland krijgt zelfs geen
gelegenheid meer om er nog enkele ja
ren aan te werken. Alle tekenen wijzen
daarop. Soekarno zet door, desnoods met
een militaire actie, de Ver. Naties zul
len na het vastlopen van de kwestie
op de jongste algemene vergadering het
probleem zo spoedig mogelijk langs een
andere weg willen liquideren, in eigen
land stijgt het aantal partijen en groe
pen, die de zaak, hoe dan ook, willen
oplossen en bovendien loopt het be
stuursapparaat in N.G. binnen afzien
bare tijd vast, omdat de Nederlanders
'daar het zinkende schip gaan verlaten.
i_ Moet Nederland N.G. verdedigen in-
jéeval van een Indonesische aanval en
is zulk een verdediging mogelijk? Daar
Nederland nog steeds de jure en de fac
to het bestuur voert over N.G. is het
gerechtigd en verplicht het land tegen
een invasie te beschermen, temeer om
dat de Papoea's zelf niets voelen voor
annexatie door Indonesië. Anderzijds
i^zpuden wij en naar we vermoeden
'"^Trijwel iedere Nederlander het ten
zeerste betreuren als er terwille van
N.G., dat toch binnenkort moeten aban
donneren, zelf maar één druppel Neder
lands bloed moest vloeien. Bovendien
is het land niet te verdedigen. Het heeft
een kustlijn van duizenden kilometers
lengte, waar altijd een invasie 'mogelijk
II.
En gij, Bethlehevi Efratha, zijt gij
klein om te wezen onder de dui
zenden van Juda? Uit u zal Mij
voortkomen. Die een Heerser zal
zijn in Israël, en Wiens uitgan
gen zijn van ouds, van de dagen
der eeuwigheid. (Micha 5 1)
Christus heeft het met grote nadruk
verklaard in de dagen van Zijn omwan-
deling op aarde, dat Hij gekomen is om
het werk Zijns Vaders te doen en de
eer Zijns Vaders te zoeken. Zei Hij niet
in Zijn Hogepriesterlijke bede: Vader,
Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij
opgedragen hebt te doen? En wat is dan
het werk des Vaders aan de Zoon op
gedragen. Daar spreekt de gehele Schrift
van. In Genesis 3 wordt het reeds be
leend gemaakt, dat het werk van de
door God verordineerde en te zenden
Zoon zal zijn, om de kop des satans te
vermorzelen en de vrede, zaligiieid en
het eeuwige leven te verwerven voor de
door God verkorenen, die als het zaad
der vrouw in Christus begrepen zijn.
Dat is het grote doel van Zijn komen
op de aarde, om het geestelijke Israël
te verzamelen en als Koning over hen te
heersen. Daarom ook wordt Hij hier
aangekondigd als de Heerser van Is
raël, Die in gerechtigheid regeren en
Wiens Koninkrijk een rijk des vredes
zal zijn. Dit werk des Vaders, dat door
de Zoon zal worden uitgevoerd, wordt
ook verricht tot de eer des Vaders.
Om dat werk te doen moet Hij echter
meer dan een gewoon mens zijn, ja,
meer dan een zondeloos mens. Een ge
woon mens, zoals wij, zou nimmer in
staat zijn om dat werk des Vaders te
werken, want om de van God verkore
nen het eeuwige leven en de eeuwige
zaligheid te verwerven, moest Gods ge
schonden recht volkomen worden be
vredigd. Ja, opdat deze Heerser in ge
rechtigheid en vrede Zijn scepter over
Zijn volk zwaaien zou, is het nodig, dat
de wet Gods verheerlijkt en verhoogd
wordt in al zijn eisen en hoe zou een
zondig mens, die zelf onder de eis en
vloek der wet ligt, uit kracht van de
toerekening van Adams zonde, zulk een
werk kunnen volbrengen. Ja, hoe zou
zelfs een zondeloos mens (indien die op
de aarde zou kunnen verschijnen) tot
zulk een werk de bekwaamheid hebben?
Daarom leert ons de Heidelberger zo
getrouw, dat die noodzakelijke Midde
laar, Die alleen tussen God en een ver
loren wereld staan kan, niet alleen een
zondeloos mens, maar ook sterker dan
alle schepselen, dat is, waarachtig God
moet zijn.
Ziet hier nu het getuigenis van de
profeet. Deze Heerser in Israël zal niet
alleen uit het zaad van David zijn en.
dus waarachtig mens, maar Zijn uit
gangen zijn ook van ouds, van de dagen
der eeuwigheid. Hij is ook degene. Die
de eeuwigheid bezit en dus waarachtig
God is. Hij is mens en God en dat in
één Persoon, want terecht spreekt de
profeet van één Heerser in Israël, niet
twee, niet één die mens, en één die God
is, maar één Heerser, Die waarachtig
mens en waarachtig God is. Hier ont
dekt zich de heerlijkheid van de wijs
heid Gods.
In deze Heerser, Die komen zou, zijn
Israels vromen getroost, toen zij op dat
woord van Gods toezegging zich heb
ben mogen verlaten en door het geloof
Hem van verre hebben aanschouwd en
omhelsd. O, wonder van Goddelijke ont
ferming. Het is het werk des Geestes,
waardoor de heiligen van de oude dag
in Hem hun heil, hun hoogste genoe
gen hebben gevonden. Maar het is die
zelfde Geest, Die de Nieuw-Testamen-
tische gemeente in Hem ook hun zalig
heid en leven vinden doen. Hij, Die eens
profetisch gepredikt werd wordt nu,
als zijnde gekomen, ons bekend ge
maakt.
De prediking van het Evangelie is een
prediking van de uitnemendheid van de
Heere Jezus Christus en van de vol
heid van zaligheid, die in Hem ge
openbaard is. Hij is de Heerser uit Is
raël, Die God de Vader verwekt heeft en
door de Geest des Vaders en des Zoons
op deze aarde wordt verheerlijkt in de
harten van Gods gunstgenoten. Nooit
kan er genoeg van Zijn uitnemendheid,
gepastheid en volheid gezegd worden.
Wij kunnen er hier slechts van stame
len. Terecht sprak één der vaders: In
dien de zeeën zinkt, de engelen vaardige
schrijvers en de gehele aarde een pa
pier ware, dan nog zou de heerlijkheid
van Christus als de van God gegeven
Middelaar niet kunnen worden uitge
drukt.
Maar nu is het de vraag, of wij reeds
in Hem dierbaarheid voor ons hart ge
vonden te hebben.
Is Hij ons reeds dierbaar geworden?
Richten zich op Hem de genegenheden
van uw hart, om in Hem gevonden te
worden, niet meer hebbende uw eigen
gereclrtigheid, maar de gerechtigheid
van Gods eigen en eniggeboren Zoon?
Laat toch alles buiten Hem mogen weg
vallen, om met niets minder het te
kunnen doen, dan met Hem, in Wie de
oude Simeon zijn volkomen zaligheid
gevonden heeft, toen hij zeide:
Zo laat Gij, Heer', Uw knecht.
Naar 't woord hem toegezegd,
Thans henengaan in vrede;
Nu hij Uw zaligheid.
Zo lang door hem verbeid.
Gezien heeft op zijn bede.
De vaste en enige troost is gelegen in
met Hem te mogen leven, uit kracht van
het feit, dat wij de Zijnen geworden
zijn. Dat de Heere ons naar zulk een
Kerstfeest doe uitzien, waarop ook wij
met de kerk van alle eeuwen ons ver
lustigen mogen in de door God ons ge
geven Heerser in Israël en uitroepen:
Welzalig zij, die naar Zijn reine leer,
In Hem hun heil, hun hoogst geluk
beschouwen.
Die Sions Vorst erkennen voor hun
Heer',
Welzalig zij, die va^t op Hem
betrouwen.
Ds. A. Vergunst.
Rotterdam.
is, wanneer deze goed wordt georgani
seerd.
Verdient een liberaal open gesprek
van Nederjand met Indonesië overwe
ging? Naar onze mening heeft dit geen
zin. Deze idee, die door de A.R. leiders
wordt gepropageerd, zou niet kwaad zijn
als er werkelijk te onderhandelen viel
Maar we weten tevoren, dat elk ge
sprek met Soekarno doodloopt op zijn
eis, dat N.G. aan Indonesië moet wor
den overgedragen, dus valt er in feite
niet te discusieren. Is Nederland niet
bereid tot overdracht dan heeft een ge
sprek geen zin, is het wel bereid, dan
kan het dit openlijk kenbaar maken.
Moet daarom rechtstreekse overdracht
van N.G. aan Indonesië ernstig over
wogen worden? Dit stuit allereerst op
gevoelsbezwaren: niemand gunt Soe-
liarno zulk een overwinning. Verder
wordt dan het zelfbeschikkingsreclit
van de Papoea's getorpedeerd. En Ne-
deiland is in dat geval er direct ver
antwoordelijk voor als deze Papoea's in
het doodarme, chaotische, vrijwel fail
liete Indonesië in alle opzichten aan hun
lot worden overgelaten, want men kan
er zeker van zijn, dat aan de culturele
opvoeding der Papoea's letterlijk niets
BIHNENVERINGBED
/b«( itttt M «ott jifflaaftt
SCHUIHRUBBERBEP
m« rarittrfcu mMtfanitctor
Ikbrtakw Zmnharim
.■■■.'■/^^.■.,-' NflflR DE,
■»-rf;MIDDELHfiBNISiT,El^:23i8SftAi
meer wordt gedaan. Soekarno schreeuwt
al twaalf jaar om West-Iran", maar
als hij het heeft, kijkt hij er niet meer
naar om. Dat zou hij trouwens niet kun
nen, want hij heeft er de middelen
niet voor.
De conclusie: het Nieuw-Guinea-
vraagstuk zit in een impasse, hoe men
het ook bekijkt. In de Ver. Naties heb
ben noch Nederland, noch Indonesië de
vereiste meerderheid gehaald voor hun
standpunt. De leden-staten zijn in dit
opzicht hopeloos verdeeld. Zelfs' inzake
het zelfbeschikkingsrecht verkondigt
men vreemde theorieën. En ook in Ne
derland neemt de verwarring toe. Het
anti-Soekarno-front brokkelt ziender
ogen af. Bij een opinie-onderzoek zou
wel eens kunem blijken, dat ons volk de
tijd gekomen acht om op een redelijke
manier van N.G. af te komen. Maar uit
de vragen, die we stelden en de ant
woorden, die we erop gaven, blijkt wel
heel duidelijk dat geenl enkele oplossing
bevrediging geeft. En toch stelt ieder
een na de jongste stemmingen in de
V.N. de vraag: wat nu?
Ook onze regering zal hierop een ant
woord moeten geven. Het is ongewenst
en onmogelijk om deze zaak weer voor
een jaar in de ijskast op te bergen. Ne
derland moge in de V.N. met het plan-
Luns voortreffelijk hebben gemanoe-
vreerd, Soekarno neemt met zijn ne
derlaag geen genoegen. Het kon wel
eens zijn, dat hij ten einde raad tot een
militaire actie overgaat, de V.N. voor
een voldongen feit stelt door enkele
kuststroken te bezetten, de Nederlan-
Dooj-dat de Kerstdagen op maan-
dog en dinsdag a.s. vallen, zal ons
dinsdagnummer niet verschijnen.
Ons e.k. nummer is het Oude
jaar snummer, wat verschijnen
zal D.V. vrijdag 29 december a.s.
Correspondenten gelieven er re
kening mee te houden, dat don
derdagmorgen 28 dec. uiterlijk
alle plaatselijke nieuws, predik
beurten e.d. in ons bezit moet
zijn.
Advertenties voor dit nummer
moeten zo vroeg mogelijk wor
den opgegeven, liefst op woens
dag, vrijdagmorgen 29 dec. kun
nen geen advertenties meer wor
den aangenomen.
Redactie en Administratie
ders te dwingen tot defensief optreden,
wat hier te lande weer met zeer ge
mengde gevoelens zal worden begroet
en door dit alles de V.N. in alarm te
brengen om zo toch zijn zin te krijgen.
Om dit alles tijdig te voorkomen, ge
loven wij dat de enige mogelijkheid
om een redelijke oplossing te verkrijgen
deze is, dat Nederland het gebied over
draagt aan de Verenigde Naties, die dan
zelf maar moeten beslissen wat ermee
moet gebeuren nu elke Nederlandse op
lossing is geblokkeerd. Dan zal Soekar
no toch zijn zin wel krijgen, maar dit
ligt dan buiten onze verantwoordelijk
heid.
Sinds 17 december beschijnen de lichtjes van meer dan honderd kerstbomen de
sombere muur, welke Berlijn in twee stukken verdeelt. De bomen zijn opge
steld en versierd door de West-Berlijners, die hiermede blijk willen geven van
hun verbondenheid met de Oost-Berlijners. De foto toont een paradoxaal
tafereeltje bij de muur in de buurt van de Brandenburger Poort.
Woensdag is de Stellendamse drieling
drie jaar oud geworden. We hebben in
ons vorig nummer hierover een repor
tage gegeven: het foto-cliché dat wij er
bij wilden plaatsen kwam helaas te laat
in ons bezit. Met de heer en mevrouw
Brinkman ziet U hier van links naar
rechts Laurie, Aren en Jan. Onze lezers
leven ongetwijfeld met dit leuke stel
mee en ze kunnen op deze wijze zien
hoe ze in een jaar tijds gegroeid zijn.
In de dinsdag j.l. gehouden winter
zitting van de Prov. Staten van Zuid-
Holland, deed de commissaris der Ko
ningin mr. J. Klaasesz de mededeling,
dat de heer H. van Rossum (te Dirks
land) sinds 1932 lid van de Staten, door
H.M. de Koningin benoemd was tot
Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Van de aanwezige Statenleden ging een
flink applaus op, waarna mr. Klaasesz
de heer van Rossum de versierselen op
de rever spelde. In een korte toespraak
schetste de Commissaris dat dhr. van
Rossum bijna dertig jaren lid van het
Provinciaal Bestuur is geweest en de
gemeente Melissant 16 jaren heeft ge
diend als raadslid, waarvan bijna 12
jaar als wethouder. „De belangen van
het eiland Goeree-Overflakkee waren
bij u in goede handenf' aldus de Com
missaris, die venter gewaagde van de
stoere wijze waarop de heer Van Ros
sum altijd voor zijn levensbeschouwing
uitkomt.
De heer H. van Rossum zei hierop,
dat déze hoge Koninklijke onderschei
ding voor hem een volkomen verrassing
was en hij hieraan zelfs nooit had ge
dacht. Hij verzocht de Commissaris aan
H.M. de Koningin zijn hartelijke dank
over te brengen.
De heer H. van Rossum is geboren
29 maart 1890. Van beroep landbouwer,
had hij al vroeg belangstelling voor
kerkelijke zaken, voor de school en de
politiek. Toen in 1918 de Staatkundig
Gereformeerde Partij werd opgericht,
was hij van het begin af een voorvech
ter voor deze beginselen en heeft op
ons eiland meerdere kiesverenigingen
helpen oprichten. Thans is hij nog voor
zitter van de S.G.P. kiesverenigingen te
Dirksland en van de Centrale van
S.G.P.-kiesverenigingen op het eiland.
Van de gemeente Melissant waar zijn
domicilie was is hij, zoals reeds ge
noemd, 16 jaar raadslid en 12 jaar wet
houder geweest; vier jaar geleden bij
zijn vertrek naar Dirksland is zijn zoon
A. C. van Rossum hem als raadslid op
gevolgd, die tevens ook wethouder is
geworden.
Fiwicties
Uit hoofde van zijn functie als raads
lid was hij destijds bestuurslid van het
Waterleidingbedrijf. Van de Polder
Kraayenlsse (waarin ook zijn hofstede
is gevestigd en waar thans zijn zoons
wonen) is hij voorzitter; van de Dijk
ring Flakkee bestuurslid.
Op gebied van onderwijs is hij be
stuurslid van het B.L.O. te Middelhar-
nis; de laatste tijd is hij zeer actief ge
weest bij de aankoop van grond te
Ouddorp voor de aldaar te vestigen
Stichting voor zwakzinnigen en geeste
lijk hulpbehoevenden.
Op kerkelijk terrein is de heer H. van
Rossum reeds 24 jaar ouderling van de
Geref. Gemeente te Dirksland. Voor dit
ambt heeft.hij zich echter dezer dagen,
niet meer herkiesbaar gesteld.
Het perswezen en de wijze waarop
onze eilandbewoners worden voorge
licht, had zijn grote belangstelling. Hij
is een der medeoprichters van ons Chr.
streekblad dat intussen de 33ste jaar
gang schrijft. Vanaf de oprichting van
de N.V. Eilanden-nieuws was hij daar-
Nederlandsclie; Handel-Maatschapppij
Coi^réspondentschap Middelharnis
Zandpad 108, telgf; 2709<0-1870)
van commissaris en sinds enige jaren
president-commissaris.
Krachtig verdediger van de Fla.k-
keese belang'eni.
In de bijna 30 jaar dat de heer Van
Rossum zitting in de Staten heeft, heeft
hij wel bijzonder de belangen verdedigd
voor betere veerverbindingen. Toen hij
zijn intrede in dit college deed, was de
verbinding met de vaste wal bijzonder
slecht. Er was dan ook bijna geen zit
ting of de verkeersverbetering werd
door hem ter sprake gebracht. In deze
tijd zijn de veren Sluishaven-Dintelsas
en Den Bommel-Numansdorp tot stand
gekomen. Herhaaldelijk is door hem ge
wezen op het monopolistische streven
van de R.T.M, en op verbetering van
vervoer te land en te water aangedron
gen. Een warm verdediger was hij voor
de door Provincie ingelegde grotere boot
„Haringvliet" op het veer Middelharnis
Hellevoetsluis.
Van één geval, door de heer Van
Rossum in de Staten te berde gebracht,
willen we hier nog melding maken.
Toen in het provinciaal verslag 1957
aan het in fraaie kleuren gedrukte om
slag met het provinciale wapen de sinds
jaar en dag gevoerde zinspreuk „Vigi-
late Deo Confidentes" (Waakzaam ver
trouwend op God) ontbrak, is daar door
hem op gewezen en gevraagd deze zin
volle spreuk voortaan weer onder het
wapen aan te brengen. Waakzaamheid
zo zei hij is van node, opdat de belangen
van de provincie worden gediend en
ook Gods eer niet wordt aangetast, want
wanneer wij daarvoor niet waakzaam
zijn, kunnen we ook niet op God ver
trouwen. Hij had daarbij een sterke me
destander aan de heer Asch van Wijk.
Gevolg is geweest dat de spreuk thans
weer onder het wapen voorkomt.
De heer van Rossum heeft voor de
Prov. Staten zitting in vier commissies
n.l. voor landbouw en veeteelt; voor mo
lens; voor verkeer en voor rijwielpaden.
Vaak moet hiervoor worden vergaderd,
excursies gemaakt enz.
Wegens gevorderde leeftijd zal dhr.
Van Rossum zich bij de volgende ver
kiezing niet meer beschikbaar stellen.
De winterzittingen zijn dus de laatste
die hij meemaakt. Al was dinsdag het
officiële afscheid er nog niet, het is wel
een hoge eer die dhr. Van Rossum op
deze zitting ten deel is gevallen. Er
blijkt Koninklijke waardigheid uit voor
alles wat hij tot heden voor de Provin
cie en voor het algemeen belang ge
daan heeft.
Bij de vele gelukwensen die de heer
Van Rossum met zijn benoeming tot
riddder in de orde van Oranje Nassau
heeft ontvangen, voegen we als redac
tie ook de onze met de wens, dat hij
de versierselen nog lang en in gezond
heid zal mogen dragen.
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. VEER
Telefoon 2682 Westdyk 36
MIDDELHARNIS
BRUINISSE
Opbrengst collecte. De in de Ned.
Herv. Kerk te Bruinisse gehouden col
lecte voor Inwendige Zending bracht
256,— op.