9 Ie twistappel Nieuw-Guinea Vrede op aarde tiomiwill WtKORTENEGsZOON DE 5TELLENDAMSE DRIELING Statenlid H. van Rossum te Dirksland ridder in de Orde Oranje-Nassau Ons e.k. nummer komtO.Y.29flec.a.s. Handen en Li ppen ruw?puRoi, Me jaargang Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond E WAAI nmelsdij" ADVENT De Heerser in Israël VöOB BETER Koninklijke onderscheiding werd uitgereikt door de Commissaris der Koningin Yöor SPAARREKENINGEN: Fruitmanden en Fruitbakjes „^De ^ruitc&ntrale" Vrijdag 22 december 1961 No. 3053 PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Eedactie en advertenties; Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930 ABOITOEMENTSPRIJS 2.15 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bfj contract speciaal tarlet méér de verdo- Ivolste lenuw- aan- gaan Ie niet Itigste con ^flesje Het Nieuw-Gulnea-probleem is de mtste tijd weer bijzonder actueel. Dat niet aan Nederland toe te schrijven aar aan Indonesië, wellis president oekarno sedert de souvereiniteitsover- racht van 1949 onafgebrolcen blijft reinen om dit eiland in handen te knj- en ofschoon Indonesië er absoluut iets aan heeft en er ook niets aan oen zal. Het verkrijgen van Nieuw- luinea is voor Soekarno louter een restige-kwestie en tegelijk een object de aandacht van zijn onderdanen te leiden van de jammerlijke resul- /7i\ iten van zijn eigen wanbeleid. Intus- I en is hij erin geslaagd de verhouding net Nederland geheel kapot te maken in met behulp van de communistisclie In neutralistische statenblokken de 'er Naties in de kwestie te betrekken, zodat Nederland daar ieder jaar op de bank der beschuldigden zit. Gevolg van één en ander is, dat een ,|rcot deel van ons volk graag zo spoe- lig mogelijk deze slepende affaire zou jvillen liquideren niet om Soekarno aan 'en prestige-overwinnig te helpen, maar im dit blok aan het been, dat ons elk faar bovendien nog 100 miljoen kost, kwijt te raken. De grote vraag is al leen maar hoe dit kan gebeuren. Laten we daarom aan de hand van een aantal :Vragen nog eens wat nader op de hele kwestie ingaan. Heeft ïnflonesië riecht op Nieuvt'-Gui nea? Zeer beslist niet. Het baseert zijn aanspraken uitsluitend op het feit, dat Westelijk N.G. vroeger altijd tot Ned. Jnl *ost-Indië heeft behoord. IVIaar dit legt natuurlijk niets. Bovendien zijn de fapoea's ethnologisch gezien helemaal leen Indonesiërs en voorzover ze van het bestaan van Indonesië afweten, verlangen ze beslist niet erbij ingelijfd ■ie worden. I Waarom is in 1949 N.G. niet inbegre- n geweest bü de souvereiniteitsover- .acht? De meerderheid in het Neder- „ndse parlement was daartegen, omdat ,ij de rechten van Indonesië op N.G. Biet wilde erkennen men meende, dat Öns land zelf er een taak had in de zelf- Standigmaking van dit gebied. Achteraf bezien ware het beter ge feest, wanneer het toch maar was over gedragen, omdat wij er geen belangen lebben, het gebied ons heel veel geld |ost, de verhouding tot Indonesië wel- jicht niet zo grondig ware bedorven en èr tegen de anti-koloniale wereldstroom hiet op te tornen is, zodat we het vroeg Of laat toch kwijtraken. Moet het zelfbeschikkingsrecht van te Papoea's worden geëerbiedigd? Dit dunkt ons, vanzelfsprekend. Ze vor- .„„n een heel apart volk, dat altijd los l^an de rest van Ned. Oost-Indië heeft •geleefd, met een aparte cultuur etc. en ie moeten dus volkomen zelfstandig ikunnen beslissen of ze een eigen staat zullen gaan vormen, zich bij Indonesië zullen aansluiten of toetreden tot een Melanesische federatie. Dat zelfbeschik kingsrecht is één van de Iroofdbegin- selen der Ver. Naties en moet dus ge- fiandhaafd worden. i Wordt dit recht algemeen erkend? ,|reen. Allereerst door Soekarno niet, pe N.G. als een integrerend deel van zijn rijk beschouwt. Voorts door vele landen in de U.N.O., die dit bij hen zo Igeliefd beginsel overboord gooien zo- iflra er politieke overwegingen in het leding komen. Zo erkent men ook niet het zelfbeschikkingsrecht van Katanga, het enige deel van Kongo, dat behoor- ÏÏjk bestuurd wordt en zelfstandig kan bestaan. En ook wordt dit recht niet meer erkend door bepaalde groepen in Nederland zoals de P.v.d.A., de groepen- Riikens en Duynstee en anderen. Zij leggen dat men dit begrip niet moet Verabsoluteren, hetgeen praktisch bete- Sent, dat het om hals wordt gebracht. Krqgt Nederland nog de tyd om de Papoea's op te leiden tot zelfstandig- |ieid? Daar ziet het beslist niet naar uit. #eze volksstammen leven voor een Sroot deel nog in het stenen tijdperk, :ér komt hier en daar incidenteel nog ikannibalisme en koppensnellerij voor, 'j^ellicht is 95 «/o van de bevolking van '^00.000 zielen nog analfabeet en men be schouwt N.G. als het laagst-ontwikkel- de gebied in de hele wereld. Opvoeding fot zelfstandigheid zal dus generaties vergen. En Nederland krijgt zelfs geen gelegenheid meer om er nog enkele ja ren aan te werken. Alle tekenen wijzen daarop. Soekarno zet door, desnoods met een militaire actie, de Ver. Naties zul len na het vastlopen van de kwestie op de jongste algemene vergadering het probleem zo spoedig mogelijk langs een andere weg willen liquideren, in eigen land stijgt het aantal partijen en groe pen, die de zaak, hoe dan ook, willen oplossen en bovendien loopt het be stuursapparaat in N.G. binnen afzien bare tijd vast, omdat de Nederlanders 'daar het zinkende schip gaan verlaten. i_ Moet Nederland N.G. verdedigen in- jéeval van een Indonesische aanval en is zulk een verdediging mogelijk? Daar Nederland nog steeds de jure en de fac to het bestuur voert over N.G. is het gerechtigd en verplicht het land tegen een invasie te beschermen, temeer om dat de Papoea's zelf niets voelen voor annexatie door Indonesië. Anderzijds i^zpuden wij en naar we vermoeden '"^Trijwel iedere Nederlander het ten zeerste betreuren als er terwille van N.G., dat toch binnenkort moeten aban donneren, zelf maar één druppel Neder lands bloed moest vloeien. Bovendien is het land niet te verdedigen. Het heeft een kustlijn van duizenden kilometers lengte, waar altijd een invasie 'mogelijk II. En gij, Bethlehevi Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de dui zenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen. Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgan gen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. (Micha 5 1) Christus heeft het met grote nadruk verklaard in de dagen van Zijn omwan- deling op aarde, dat Hij gekomen is om het werk Zijns Vaders te doen en de eer Zijns Vaders te zoeken. Zei Hij niet in Zijn Hogepriesterlijke bede: Vader, Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij opgedragen hebt te doen? En wat is dan het werk des Vaders aan de Zoon op gedragen. Daar spreekt de gehele Schrift van. In Genesis 3 wordt het reeds be leend gemaakt, dat het werk van de door God verordineerde en te zenden Zoon zal zijn, om de kop des satans te vermorzelen en de vrede, zaligiieid en het eeuwige leven te verwerven voor de door God verkorenen, die als het zaad der vrouw in Christus begrepen zijn. Dat is het grote doel van Zijn komen op de aarde, om het geestelijke Israël te verzamelen en als Koning over hen te heersen. Daarom ook wordt Hij hier aangekondigd als de Heerser van Is raël, Die in gerechtigheid regeren en Wiens Koninkrijk een rijk des vredes zal zijn. Dit werk des Vaders, dat door de Zoon zal worden uitgevoerd, wordt ook verricht tot de eer des Vaders. Om dat werk te doen moet Hij echter meer dan een gewoon mens zijn, ja, meer dan een zondeloos mens. Een ge woon mens, zoals wij, zou nimmer in staat zijn om dat werk des Vaders te werken, want om de van God verkore nen het eeuwige leven en de eeuwige zaligheid te verwerven, moest Gods ge schonden recht volkomen worden be vredigd. Ja, opdat deze Heerser in ge rechtigheid en vrede Zijn scepter over Zijn volk zwaaien zou, is het nodig, dat de wet Gods verheerlijkt en verhoogd wordt in al zijn eisen en hoe zou een zondig mens, die zelf onder de eis en vloek der wet ligt, uit kracht van de toerekening van Adams zonde, zulk een werk kunnen volbrengen. Ja, hoe zou zelfs een zondeloos mens (indien die op de aarde zou kunnen verschijnen) tot zulk een werk de bekwaamheid hebben? Daarom leert ons de Heidelberger zo getrouw, dat die noodzakelijke Midde laar, Die alleen tussen God en een ver loren wereld staan kan, niet alleen een zondeloos mens, maar ook sterker dan alle schepselen, dat is, waarachtig God moet zijn. Ziet hier nu het getuigenis van de profeet. Deze Heerser in Israël zal niet alleen uit het zaad van David zijn en. dus waarachtig mens, maar Zijn uit gangen zijn ook van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Hij is ook degene. Die de eeuwigheid bezit en dus waarachtig God is. Hij is mens en God en dat in één Persoon, want terecht spreekt de profeet van één Heerser in Israël, niet twee, niet één die mens, en één die God is, maar één Heerser, Die waarachtig mens en waarachtig God is. Hier ont dekt zich de heerlijkheid van de wijs heid Gods. In deze Heerser, Die komen zou, zijn Israels vromen getroost, toen zij op dat woord van Gods toezegging zich heb ben mogen verlaten en door het geloof Hem van verre hebben aanschouwd en omhelsd. O, wonder van Goddelijke ont ferming. Het is het werk des Geestes, waardoor de heiligen van de oude dag in Hem hun heil, hun hoogste genoe gen hebben gevonden. Maar het is die zelfde Geest, Die de Nieuw-Testamen- tische gemeente in Hem ook hun zalig heid en leven vinden doen. Hij, Die eens profetisch gepredikt werd wordt nu, als zijnde gekomen, ons bekend ge maakt. De prediking van het Evangelie is een prediking van de uitnemendheid van de Heere Jezus Christus en van de vol heid van zaligheid, die in Hem ge openbaard is. Hij is de Heerser uit Is raël, Die God de Vader verwekt heeft en door de Geest des Vaders en des Zoons op deze aarde wordt verheerlijkt in de harten van Gods gunstgenoten. Nooit kan er genoeg van Zijn uitnemendheid, gepastheid en volheid gezegd worden. Wij kunnen er hier slechts van stame len. Terecht sprak één der vaders: In dien de zeeën zinkt, de engelen vaardige schrijvers en de gehele aarde een pa pier ware, dan nog zou de heerlijkheid van Christus als de van God gegeven Middelaar niet kunnen worden uitge drukt. Maar nu is het de vraag, of wij reeds in Hem dierbaarheid voor ons hart ge vonden te hebben. Is Hij ons reeds dierbaar geworden? Richten zich op Hem de genegenheden van uw hart, om in Hem gevonden te worden, niet meer hebbende uw eigen gereclrtigheid, maar de gerechtigheid van Gods eigen en eniggeboren Zoon? Laat toch alles buiten Hem mogen weg vallen, om met niets minder het te kunnen doen, dan met Hem, in Wie de oude Simeon zijn volkomen zaligheid gevonden heeft, toen hij zeide: Zo laat Gij, Heer', Uw knecht. Naar 't woord hem toegezegd, Thans henengaan in vrede; Nu hij Uw zaligheid. Zo lang door hem verbeid. Gezien heeft op zijn bede. De vaste en enige troost is gelegen in met Hem te mogen leven, uit kracht van het feit, dat wij de Zijnen geworden zijn. Dat de Heere ons naar zulk een Kerstfeest doe uitzien, waarop ook wij met de kerk van alle eeuwen ons ver lustigen mogen in de door God ons ge geven Heerser in Israël en uitroepen: Welzalig zij, die naar Zijn reine leer, In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen. Die Sions Vorst erkennen voor hun Heer', Welzalig zij, die va^t op Hem betrouwen. Ds. A. Vergunst. Rotterdam. is, wanneer deze goed wordt georgani seerd. Verdient een liberaal open gesprek van Nederjand met Indonesië overwe ging? Naar onze mening heeft dit geen zin. Deze idee, die door de A.R. leiders wordt gepropageerd, zou niet kwaad zijn als er werkelijk te onderhandelen viel Maar we weten tevoren, dat elk ge sprek met Soekarno doodloopt op zijn eis, dat N.G. aan Indonesië moet wor den overgedragen, dus valt er in feite niet te discusieren. Is Nederland niet bereid tot overdracht dan heeft een ge sprek geen zin, is het wel bereid, dan kan het dit openlijk kenbaar maken. Moet daarom rechtstreekse overdracht van N.G. aan Indonesië ernstig over wogen worden? Dit stuit allereerst op gevoelsbezwaren: niemand gunt Soe- liarno zulk een overwinning. Verder wordt dan het zelfbeschikkingsreclit van de Papoea's getorpedeerd. En Ne- deiland is in dat geval er direct ver antwoordelijk voor als deze Papoea's in het doodarme, chaotische, vrijwel fail liete Indonesië in alle opzichten aan hun lot worden overgelaten, want men kan er zeker van zijn, dat aan de culturele opvoeding der Papoea's letterlijk niets BIHNENVERINGBED /b«( itttt M «ott jifflaaftt SCHUIHRUBBERBEP m« rarittrfcu mMtfanitctor Ikbrtakw Zmnharim .■■■.'■/^^.■.,-' NflflR DE, ■»-rf;MIDDELHfiBNISiT,El^:23i8SftAi meer wordt gedaan. Soekarno schreeuwt al twaalf jaar om West-Iran", maar als hij het heeft, kijkt hij er niet meer naar om. Dat zou hij trouwens niet kun nen, want hij heeft er de middelen niet voor. De conclusie: het Nieuw-Guinea- vraagstuk zit in een impasse, hoe men het ook bekijkt. In de Ver. Naties heb ben noch Nederland, noch Indonesië de vereiste meerderheid gehaald voor hun standpunt. De leden-staten zijn in dit opzicht hopeloos verdeeld. Zelfs' inzake het zelfbeschikkingsrecht verkondigt men vreemde theorieën. En ook in Ne derland neemt de verwarring toe. Het anti-Soekarno-front brokkelt ziender ogen af. Bij een opinie-onderzoek zou wel eens kunem blijken, dat ons volk de tijd gekomen acht om op een redelijke manier van N.G. af te komen. Maar uit de vragen, die we stelden en de ant woorden, die we erop gaven, blijkt wel heel duidelijk dat geenl enkele oplossing bevrediging geeft. En toch stelt ieder een na de jongste stemmingen in de V.N. de vraag: wat nu? Ook onze regering zal hierop een ant woord moeten geven. Het is ongewenst en onmogelijk om deze zaak weer voor een jaar in de ijskast op te bergen. Ne derland moge in de V.N. met het plan- Luns voortreffelijk hebben gemanoe- vreerd, Soekarno neemt met zijn ne derlaag geen genoegen. Het kon wel eens zijn, dat hij ten einde raad tot een militaire actie overgaat, de V.N. voor een voldongen feit stelt door enkele kuststroken te bezetten, de Nederlan- Dooj-dat de Kerstdagen op maan- dog en dinsdag a.s. vallen, zal ons dinsdagnummer niet verschijnen. Ons e.k. nummer is het Oude jaar snummer, wat verschijnen zal D.V. vrijdag 29 december a.s. Correspondenten gelieven er re kening mee te houden, dat don derdagmorgen 28 dec. uiterlijk alle plaatselijke nieuws, predik beurten e.d. in ons bezit moet zijn. Advertenties voor dit nummer moeten zo vroeg mogelijk wor den opgegeven, liefst op woens dag, vrijdagmorgen 29 dec. kun nen geen advertenties meer wor den aangenomen. Redactie en Administratie ders te dwingen tot defensief optreden, wat hier te lande weer met zeer ge mengde gevoelens zal worden begroet en door dit alles de V.N. in alarm te brengen om zo toch zijn zin te krijgen. Om dit alles tijdig te voorkomen, ge loven wij dat de enige mogelijkheid om een redelijke oplossing te verkrijgen deze is, dat Nederland het gebied over draagt aan de Verenigde Naties, die dan zelf maar moeten beslissen wat ermee moet gebeuren nu elke Nederlandse op lossing is geblokkeerd. Dan zal Soekar no toch zijn zin wel krijgen, maar dit ligt dan buiten onze verantwoordelijk heid. Sinds 17 december beschijnen de lichtjes van meer dan honderd kerstbomen de sombere muur, welke Berlijn in twee stukken verdeelt. De bomen zijn opge steld en versierd door de West-Berlijners, die hiermede blijk willen geven van hun verbondenheid met de Oost-Berlijners. De foto toont een paradoxaal tafereeltje bij de muur in de buurt van de Brandenburger Poort. Woensdag is de Stellendamse drieling drie jaar oud geworden. We hebben in ons vorig nummer hierover een repor tage gegeven: het foto-cliché dat wij er bij wilden plaatsen kwam helaas te laat in ons bezit. Met de heer en mevrouw Brinkman ziet U hier van links naar rechts Laurie, Aren en Jan. Onze lezers leven ongetwijfeld met dit leuke stel mee en ze kunnen op deze wijze zien hoe ze in een jaar tijds gegroeid zijn. In de dinsdag j.l. gehouden winter zitting van de Prov. Staten van Zuid- Holland, deed de commissaris der Ko ningin mr. J. Klaasesz de mededeling, dat de heer H. van Rossum (te Dirks land) sinds 1932 lid van de Staten, door H.M. de Koningin benoemd was tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Van de aanwezige Statenleden ging een flink applaus op, waarna mr. Klaasesz de heer van Rossum de versierselen op de rever spelde. In een korte toespraak schetste de Commissaris dat dhr. van Rossum bijna dertig jaren lid van het Provinciaal Bestuur is geweest en de gemeente Melissant 16 jaren heeft ge diend als raadslid, waarvan bijna 12 jaar als wethouder. „De belangen van het eiland Goeree-Overflakkee waren bij u in goede handenf' aldus de Com missaris, die venter gewaagde van de stoere wijze waarop de heer Van Ros sum altijd voor zijn levensbeschouwing uitkomt. De heer H. van Rossum zei hierop, dat déze hoge Koninklijke onderschei ding voor hem een volkomen verrassing was en hij hieraan zelfs nooit had ge dacht. Hij verzocht de Commissaris aan H.M. de Koningin zijn hartelijke dank over te brengen. De heer H. van Rossum is geboren 29 maart 1890. Van beroep landbouwer, had hij al vroeg belangstelling voor kerkelijke zaken, voor de school en de politiek. Toen in 1918 de Staatkundig Gereformeerde Partij werd opgericht, was hij van het begin af een voorvech ter voor deze beginselen en heeft op ons eiland meerdere kiesverenigingen helpen oprichten. Thans is hij nog voor zitter van de S.G.P. kiesverenigingen te Dirksland en van de Centrale van S.G.P.-kiesverenigingen op het eiland. Van de gemeente Melissant waar zijn domicilie was is hij, zoals reeds ge noemd, 16 jaar raadslid en 12 jaar wet houder geweest; vier jaar geleden bij zijn vertrek naar Dirksland is zijn zoon A. C. van Rossum hem als raadslid op gevolgd, die tevens ook wethouder is geworden. Fiwicties Uit hoofde van zijn functie als raads lid was hij destijds bestuurslid van het Waterleidingbedrijf. Van de Polder Kraayenlsse (waarin ook zijn hofstede is gevestigd en waar thans zijn zoons wonen) is hij voorzitter; van de Dijk ring Flakkee bestuurslid. Op gebied van onderwijs is hij be stuurslid van het B.L.O. te Middelhar- nis; de laatste tijd is hij zeer actief ge weest bij de aankoop van grond te Ouddorp voor de aldaar te vestigen Stichting voor zwakzinnigen en geeste lijk hulpbehoevenden. Op kerkelijk terrein is de heer H. van Rossum reeds 24 jaar ouderling van de Geref. Gemeente te Dirksland. Voor dit ambt heeft.hij zich echter dezer dagen, niet meer herkiesbaar gesteld. Het perswezen en de wijze waarop onze eilandbewoners worden voorge licht, had zijn grote belangstelling. Hij is een der medeoprichters van ons Chr. streekblad dat intussen de 33ste jaar gang schrijft. Vanaf de oprichting van de N.V. Eilanden-nieuws was hij daar- Nederlandsclie; Handel-Maatschapppij Coi^réspondentschap Middelharnis Zandpad 108, telgf; 2709<0-1870) van commissaris en sinds enige jaren president-commissaris. Krachtig verdediger van de Fla.k- keese belang'eni. In de bijna 30 jaar dat de heer Van Rossum zitting in de Staten heeft, heeft hij wel bijzonder de belangen verdedigd voor betere veerverbindingen. Toen hij zijn intrede in dit college deed, was de verbinding met de vaste wal bijzonder slecht. Er was dan ook bijna geen zit ting of de verkeersverbetering werd door hem ter sprake gebracht. In deze tijd zijn de veren Sluishaven-Dintelsas en Den Bommel-Numansdorp tot stand gekomen. Herhaaldelijk is door hem ge wezen op het monopolistische streven van de R.T.M, en op verbetering van vervoer te land en te water aangedron gen. Een warm verdediger was hij voor de door Provincie ingelegde grotere boot „Haringvliet" op het veer Middelharnis Hellevoetsluis. Van één geval, door de heer Van Rossum in de Staten te berde gebracht, willen we hier nog melding maken. Toen in het provinciaal verslag 1957 aan het in fraaie kleuren gedrukte om slag met het provinciale wapen de sinds jaar en dag gevoerde zinspreuk „Vigi- late Deo Confidentes" (Waakzaam ver trouwend op God) ontbrak, is daar door hem op gewezen en gevraagd deze zin volle spreuk voortaan weer onder het wapen aan te brengen. Waakzaamheid zo zei hij is van node, opdat de belangen van de provincie worden gediend en ook Gods eer niet wordt aangetast, want wanneer wij daarvoor niet waakzaam zijn, kunnen we ook niet op God ver trouwen. Hij had daarbij een sterke me destander aan de heer Asch van Wijk. Gevolg is geweest dat de spreuk thans weer onder het wapen voorkomt. De heer van Rossum heeft voor de Prov. Staten zitting in vier commissies n.l. voor landbouw en veeteelt; voor mo lens; voor verkeer en voor rijwielpaden. Vaak moet hiervoor worden vergaderd, excursies gemaakt enz. Wegens gevorderde leeftijd zal dhr. Van Rossum zich bij de volgende ver kiezing niet meer beschikbaar stellen. De winterzittingen zijn dus de laatste die hij meemaakt. Al was dinsdag het officiële afscheid er nog niet, het is wel een hoge eer die dhr. Van Rossum op deze zitting ten deel is gevallen. Er blijkt Koninklijke waardigheid uit voor alles wat hij tot heden voor de Provin cie en voor het algemeen belang ge daan heeft. Bij de vele gelukwensen die de heer Van Rossum met zijn benoeming tot riddder in de orde van Oranje Nassau heeft ontvangen, voegen we als redac tie ook de onze met de wens, dat hij de versierselen nog lang en in gezond heid zal mogen dragen. Speciaal in het opmaken van B. V. d. VEER Telefoon 2682 Westdyk 36 MIDDELHARNIS BRUINISSE Opbrengst collecte. De in de Ned. Herv. Kerk te Bruinisse gehouden col lecte voor Inwendige Zending bracht 256,— op.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1961 | | pagina 1