lakkeese Gemeenschap
ging varen!
Protestvergadering
Hei pacifisme
tegen herindeling gemeenten
Meditatie
Excursie naar Deltawerken
ÏVCKORfEWEGgZOONlf
Krijn Hendrik Kieviet
1lO0HlwiH
iie jaargang
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE ED^ANDEN
De wateren Noachs
VOOR BETER VX#
jVoor UW KREDIETEN;
Nederlandsche Handel-Maatschappij
Correspondentschap Middelharnis
Zandpad 108^ teief; 2709(0-1870)
Landsviaggen voor Nieuw Guinea worden in Vlaardingen^ gemaakt
In memoriam
Jaarvergadering aan boord van de Dockyard XV
(bouw brugpijlers en Grevelingendam)
Burgemeester Hordijk sprak
over streekvervoer en
veeriliesisten
BINNENVERINGBED
SCHUiHRUBBERBED
m« iwittrIUt ffl/tftfemeetof
Fruitiiiandssi en Fruilbakies
„j^e ^ruitcsHtrale"
Zaterdag 25 nov. in „Onder de Wiek" te Dirksland
Vrijdag 17 november 1961
No. 3043
HIEUW
PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDil-HARNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 23, Sommelsdijk
Td. (01870) 26 29, na 6 uur 's avo nds Tel. 20 17 Giro 167930
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS 2.15 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per min.
Elj coatract speciaal tarief.
Wanneer we in Groot Van Dale het
woord „pacifist" opzoeken, vinden we
deze betelcenis: voorstander van de we
reldvrede. Letterlijk genonaen is dit
luist want via het Frans zijn de woor
den pacifisme en pacifist afgeleid van
het Latijnse „pax", dat vrede betekent.
In deze zin genomen, zijn we dus allen
pacifist, want wie is er nu niet voor de
algemene vrede op de wereld? Toch is
deze definitie onvolledig, omdat het
woord er een zeer specifieke betekenis
bijgekregen heeft, n.l. aanhanger van
de beweging, die alle oorlog en alle
bewapening bestrijdt. En in deze bete
kenis is het aantal pacifisten, althans
in ons land, slechts gering.
Ofschoon we vroeger al meermalen
over deze stroming geschreven hebben,
willen we het nog wel eens doen, om
dat iemand uit onze lezerskring tegen
onze opvattingen protesteerde en voor
al omdat de spanning en de oorlogs
dreiging van de laatste tijd het probleem
van de oorlog weer zeer actueel hebben
gemaakt. De pacifisten zijn thans bij
zonder actief, want ze zien grote pro-
pagandamogelijkheden in de huidige
conflictsituatie, vooral omdat we nu
met de totale atoomoorlog rekening
moeten houden. Het oorlogsvraagstuk is
ontegenzeglijk daardoor nog veel moei
lijker geworden dan het al was en we
zullen dan ook zeer beslist de religieus-
ethische bezwaren van de pacifisten
niet mogen bagatelliseren, terwijl we
eveneens rekening ermee moeten hou
den dat menig niet-pacifist met dit pro
bleem voor zichzelf niet klaar is.
In het algemeen kunnen we zeggen,
dat het pacifisme een vredesbeweging
is, die zich in haar doelstellingen richt
op ontwapening en geweldloosheid, ook
op eenzijdige ontwapening. Bij de radi
cale pacifisten gaat dit gepaard met
dienstweigering. Men kan de beweging
dus ook anti-militaristisch noemen. On
der invloed van de Russische schrijver
Tolstoï en van de Indische leider Gan
dhi heeft het pacifisme zich ontwikkeld
tot een geestelijke stroming, die in som
mige landen een min of meer beduiden
de aanhang heeft gekregen. In ons land
is zij georganiseerd in de vereniging
„Kerk en Vrede", waarvan thans Prof.
Dr. J. de Graaf voorzitter is. Politiek
heeft een deel ervan onderdak gevon
den in de Pacifistisch Socialistische
Partij (de P.S.P.) die twee leden telt in
ons parlement, terwijl anderen nog
steeds tot de Partij van de Arbeid be
horen, zoals b.v. Fedde Schurer en Ds.
Buskes.
In een kleine brochure, geschreven
door P. J. de Ridder, getiteld: „Realis
tisch pacifisme", die bovenbedoelde le
zer ons toezond, wordt het standpunt
van deze groep in het kort uiteengezet.
De schrijver komt ertegen op, dat pa
cifisten goedmoedige dwazen zijn, die
het wel goed menen, maar geen begrip
hebben voor de feiten. Hij meent dat
hun standpunt zelfs reëler is dan dat
van de anderen. Men kan in dit pro
bleem twee kanten uitgaan; de idealis-
tisch-radicale, waarbij men stelt, dat
alle oorlogvoering voor ons geloof en
geweten onaanvaardbaar is en dat we
dus geen medewerking daaraan mogen
geven, welke ook de consequenties er
van mogen zijn voor ons volk of voor
onszelf; en voorts de realistische, die
de oorlogvoering ook afwijst, maar
vanwege de boosaardigheid van de mens
het nodig oordeelt, dat er een defensief
geweldsapparaat is, dat een agressor af
schrikt en de burgers kan beschermen.
Tot dusver hebben alle staten ter we
reld, zowel grote als kleine, altijd de
laatste weg gekozen.
De schrijver ziet ook wel in, dat af
schaffing van het defensieapparaat tot
catastrofale gevolgen kan leiden: er kan
een eindeloze bezetting komen door een
dictatoriale macht, die geestelijk en li
chamelijk ten ondergang kan voeren.
Hij neemt zelf als voorbeeld de jonge
staat Israël, die sedert 1948 tot de tan
den gewapend zich moet zien te hand
haven tegenover een kring van zeer
vijandige Arabische volken, die het
openlijk op zijn totale vernietiging aan
leggen. Die 40 miljoen Arabieren zouden
dolgraag de 2 miljoen Joden, die aan
de gaskamers van Hitler zijn ontkomen
en thans in Israël wonen, óók nog uit
roeien. Hij zou dit erg vinden, maar
nochtans houdt hij zijn standpunt vast:
geen defensieapparaat, hetgeen bete
kent, dat Israël zich zonder dat maar
moet zien te handhaven als een weer
loos schaap temidden van een troep
bloeddorstige wolven. Als enige oplos
sing ziet hij, dat een politiemacht van
de Veren. Naties deze partijen wellicht
van elkaar zou kunnen scheiden. Daar
bij vergeet hij echter drie dingen. Al
lereerst dat zo'n politiemacht hij
spreekt blijkbaar opzettelijk niet van
legermacht eventueel óók zou moeten
vechten; vervolgens dat weinig landen
ter wereld bereid zijn hun verdediging
toe te vertrouwen aan het instituut der
V.N., dat politiek onmachtig, hopeloos
verdeeld en onbetrouwbaar is speciaal
voor het Westen en voor Israël; en ten
slotte dat zo'n politiemacht alleen mis
schien iets zou kunnen doen bij kleine
conflicten, maar volslagen machteloos
staat in een strijd tussen de wereld
machten.
In het vervolg van zijn betoog zegt
de schrijver, dat het in de huidige si
tuatie niet meer mogelijk is met een
oorlogsapparaat een conflict te voor
komen en de burgers te beschermen. En
hij schetst dan de verschrikkingen van
de moderne atoomoorlog, die we uit
recente beschrijvingen nu allen wel
goed kennen. Zijn conclusie is: zelfs een
bezetting van wie ook dus ook van
Want dat zal Mij zijn als de wate
ren Noachs, toen Ik zwoer, dat de
wateren Noachs niet meer over
de aarde zouden gaan; alzo heb
Ik gezworen, dat Ik niet meer op
u toornen, noch u schelden zal.
(Jesaja 54 9)
Nooit meer zullen die wateren op de
aarde zijn, die met een verwoestend ge
weld over de eerste wereld werden
uitgestort. Dat heeft de Heere beloofd,
en Zijn boog is van tijd tot tijd aan de
hemel, om ons de vastheid en onver
anderlijkheid van deze belofte te ver
zekeren. De Heere heeft het toen ook
met ede bevestigd, en door de loop van
zo vele eeuwen heeft de Heere die eed
bevestigd. Nu neemt de profeet Jesaja
deze eed Gods, om die als een waarborg
van de waarheid van een andere eed
aan te voeren. Een eed, die niet be
zweert, dat geen wateren meer over de
aarde zullen zijn, maar die de gunst en
de genade Gods aan Zijn volk verze
kert.
Om de troost van dit schriftwoord
recht te kunnen verstaan, is het nodig
de omstandigheden in aanmerking te
nemen, waaronder de profeet deze
troostrijke belofte uitspreekt. Jesaja
profeteert over een volk, dat door Gods
ongenoegen over hen in de ballingschap
van Babel moet verkeren en dat onder
de blijken van Gods grimmige toorn
terneder gedrukt is. De zonden van Is
raël hebben de roede van Gods ver
bolgenheid over hen doen uitgestrekt-
worden. Gods volk heeft niet goedkoop
gezondigd. Bitter is het voor het volk
om te moeten ervaren, dat de Heere
hen verlaten heeft. Wat kan die roede
zwaar en die tuchtiging bitter zijn. Eigen
schuld heeft het veroorzaakt, Israël had
niemand dan zichzelf hun droef verval
te wijten. De vijanden smaden hen; zij
hebben over hen getriomfeerd en Is
raels heerlijkheid is in smaadheid ver
keerd.
In wat droeve omstandigheden kun
nen Gods kinderen geraken omdat zij
de Heere vergeten en verlaten hebben
en niet wakende zijn geweest tegen de
verzoeking. Het bitterste is echter de
verlating Gods, waarin zij gekomen zijn,
want de Heere gaat niet met de zonden
van Zijn volk mee. Dat is een vaste
waarheid. Wanneer de kerk van God
afwijkt, wijkt God met de betoning van
Zijn gunst. Dit kan niet verenigd wor
den. Dat wij het toch gedurig gedenken
mogen, opdat wij ons niet bedriegen.
Wij mogen dan nog wel weten wat in
verleden tijden gebeurd is en hoe toen
onze ziel vertroost werd, maar de da
delijke beoefening van 't leven Gods
is geweken en de kracht der godzalig
heid verdwenen. Laten wij al wat soms
in die weg nog besproken kan worden
over het verleden niet houden voor
dadelijke beoefening van het leven. Dat
is er gewis van onderscheiden.
Daar gaat dus de kerk onder de Gods-
verlating door en nu lezen wij, dat God
terugkeert. Het terugkeren gaat altijd
van God uit. Hij is de Eerste en de
Laatste, de Alpha en de Omega. Het
behaagde Hem om naar Zijn volk om
te zien, toen dat volk naar Hem niet
omzag, noch ooit naar Hem vragen zou.
Hij was de Eerste, Maar dat zal Hij ook
naar Zijn trouw opnieuw zijn. Hij be
zoekt wel Zijn kinderen met de roede
en bittere tegenheden, maar zal over
hen nooit Zijn gunst en goedheid doen
enden. Hij feilt niet in Zijn trouw en
zal Zijn verbond niet schenden, en het
geen dat uit Zijn lippen gegaan is, blijft
vast en onverbroken.
En waarom zal de Heere zo zijn? O,
let dan op het verband, dat "er is tus
sen dit vier-en-vijftigste hoofdstuk van
Jesaja's profetiën en het voorgaande.
Is niet Jesaja 53 het hoofdstuk, dat ons
de borgtocht van Jezus Christus pre
dikt op een weergaloze wijze? Op Hem
heeft de profeet mogen wijzen, Die om
de overtredingen van Zijn volk is ver
wond en om hun ongerechtigheden is
verbrijzeld. Op Hem, Die de straf ge
dragen heeft, die Zijn volk de vrede
aanbrengt, en door Wiens striemen dat
volk genezing worden zal. Op Hem, Die
in zijn arbeid als Voorbidder altijd voor
het aangezicht des Heeren staat om
voor de overtreders te bidden. En wan
neer dan door hem de heerlijkheid van
deze Borg is gepredikt. Die de plaats
van Zijn volk heeft bekleed, dan moet
volgen hetgeen in dit hoofdstuk geschre
ven staat: „Voor een klein ogenblik
heb Ik u verlaten, maar met grote ont
fermingen zal Ik u vergaderen; in een
kleine toorn heb Ik Mijn aangezicht
van u een ogenblik verborgen; maar
met eeuwige goedertierenheid zal Ik
Mij uwer ontfermen, zegt de Heere, uw
Verlosser."
Rotterdam.
(Slot volgt)
Ds. A. Vergunst.
MIDDELHARNIS-TELiZaZS
het Sovjet-communisme (Red.) zou
nog verre te verkiezen zijn boven deze
allergruwelijkste en meest massale zelf
moord van de geschiedenis. Hij is van
mening dat alleen al het bestaan van
nucleaire geweldapparaten, die men
gebruikt om een agressor af te schrik
ken, de gevaren van een wereldcata
strofe slechts vergroten, omdat bij con
flictsituaties zoals de historie bewe
zen heeft de uitnemendste staatslie
den op beslissende momenten kunnen
falen.
Intussen betekent volgens de schr. dit
afwijzen van een defensieapparaat
geenszins, dat we maar met de armen
over elkaar moeten gaan zitten. Hij
ziet wel in dat het dwaasheid is te zeg
gen: ruim alle wapens maar op en dan
is er vanzelf vrede. Er zouden immers
nog altijd staten kunnen zijn, die daar
op schandalige wijze misbruik van gin
gen maken. Daarom moet allereerst het
volkenrecht verder uitgebouwd worden
en een instituut voor de vredesweten
schap worden opgericht „dat de fac
toren die tot een oorlog leiden ontleedt
en de wegen tot een oplossing poogt te
wijzen." Maar tegelijkertijd moeten we
toch nu al de bewapening afwijzen al
is er nog geen gunstig alternatief (cur
sivering van ons. Red.), omdat de rege
ringen dan des te sneller gaan zoeken
naar dat gunstige alternatief en boven
dien door éénzijdige ontwapening het
wantrouwen doorbroken kan worden.
Wanneer het waar zou zijn, dat een
éénzijdige ontwapening zonder meer
communistische agressie oproept, dan
antwoordt hij daarop wederom, dat een
bezetting zonder oorlog te verkiezen is
boven een AjB.C. orlog (dat is een
atoom - bacteriologische - chemische
oorlog Red.) En hij citeert uit een boek:
„Wie het totalitaire gevaar gelijkstelt
aan het atomaire, bagatelliseert het
atoomgevaar." Wel gelooft hij, dat zo'n
bezetting heel erg zou zijn, maar „het is
altijd beter onrecht te lijden dan on
recht te doen." Bovendien moeten we
alvast gaan leren en de regering
moet ons erop voorbereiden hoe we
geweldloos verzet kunnen plegen om de
agressoren tot wanhoop te brengen. En
hij sluit zich aan bij wat Prof. Dr. P. J.
Bouman schreef in zijn bekende boek
„Vijfstromenland": „Het „liever dood
dan rood" klinkt heroïsch, doch kan in
wezen defaitistischer zijn dan het ver
trouwen op de geestelijke weerstands
kracht van een verenigd West-Europa".
Tot zover de brochure-De Ridder.
Volledigheidshalve vermelden we nu
nog enige stellingen, die de pacifistische
Ds. Van der Veen, lid der Tweede Ka
mer voor de P.S.P., daar heeft verkon
digd. Bewapeningsuitgaven zijn volgens
hem niet te beschouwen als een pre
mie voor de verzekering tegen oorlogs
risico. Het is juist omgekeerd: men
koopt er dit risico mee. Als afschrik
middel is bewapening ondeugdelijk. Ze
leidt nimmer naar een duurzame vre
de. En zijn collega Lankhorst betoog-
e, dat ontwapening wel het risico van
ezetting meebrengt, maar dat dit altijd
log beter is dan een atoomoorlog. Men
ziet dus, dat alle pacifisten ep" ^"[■'511
voor een communistisch regieni ~~l'°fa.
reren boven een gewapend conflict.
We geloven met deze gegevens het
pacifis'lische standpunt voldoende en
objectief te hebben weergegeven en
stellen ons voor in een volgend artikel
hierop nader in te gaan.
MIDDELHARNIS
In de leeftijd van 55 jaar is dinsdag
avond plotseling overleden de heer
Krijn Hendrik Kieviet, in leven plaat
selijk bureauhouder Bur. Voedselcom-
missaris van Zuid-Holland. De heer
Kieviet leed aan vaatkrampen; hij had
de gehele avond nog schrijfwerk ver
richt, is daarna onwel geworden en
kort daarop overleden.
Het heengaan van de heer Kieviet
heeft niet alleen in onze gemeente, maar
ook in landbouwkringen in heel het
eiland grote ontroering gewekt. Als
plaatselijk bureauhouder was hij n.l.
zeer gezien.
Na de oorlog is hij plaatselijk bureau
houder geworden te Hillegersberg in
het district Rotterdam; in de rampda
gen werd hij naar ons eiland gedeta
cheerd voor finantiële regelingen van
landbouwherstel, wat enige jaren heeft
geduurd. Hij heeft daarbij vrijwel alle
landbouwers op ons eiland met raad en
daad bijgestaan.
In juni 1956, toen de heer Buth werd
gepensioneerd verkreeg hij te Middel
harnis diens plaats als pi. bureauhou
der. Naast deze functie was hij secr.
penningmeester van de Polder Oudeland
en het Waterschap de Oude Polders,
lozende op de haven van Middelharnis.
Sinds kort (in de plaats van dhr. M.
Rooy) was hij secretaris van de Holl.
Mij van Landbouw district midden en
O. Flakkee. Verder was hij voorzitter
van de Rotary-club Goeree Overflak-
kee.
De heer Kieviet was een zeer sym
pathiek en behulpzaam mens, met hemi
is een zeer geacht burger uit onze ge
meente heengegaan. De begrafenis op
„Vrederust" is bepaald op zaterdag 18
november, des n.m. te 2 uur.
De algemene vergadering van de Stichting „De Flakkeese Gemeenschap" werd
donderdag 16 november j.l. wel op een zeer bijzondere manier gehouden n.l.
aan boord van de Dockyard XV, welk schip belangeloos door de Rotterdamse
Droogdok Maatschappij N.V. werd afgestaan en waarmee tevens een excursie
werd gehouden naar de Deltawerken in het Haringvliet bij Numansdorp en
de in aanbouw zijnde Grevelingendam tussen Goeree-Overflakkee en Schou-
wen-Duiveland. Aan boord waren met het bestuur van de F.G. niet alleen ver
tegenwoordigers van diverse corporaties die bij de Stichting zijn aangesloten
maar als gast ook vrijwel alle b. en w's van het eiland en meerdere genodig
den. Door de ambtenaren van de Rijks Waterstaat de heren de Been en van
Veen werd een explicatie gegeven van de in uitvoering zijnde werken. Het
was een uitgelezen dag, zonnig en mooi helder weer met goed zicht, zodat de
deelnemers van de gigantische werken een duidelijk beeld verkregen.
De tocht ging eerst naar de in aan
bouw zijnde pijlers bij Numansdorp,
waar zeer kort werd langs gevaren. Dhr.
de Been gaf een toelichting aan de hand
van kaarten; vertelde een en ander over
de constructie van deze pijlers en over
de brug die er in gedeelten op zal wor
den geplaatst. Zoals bekend zal deze
brug die voorlopig de verbinding zal
vormen tussen Goeree-Overflakkee en
de Hoekse Waard in 1964 gereed zijn;
wanneer de sluiswerken in de Volk-
rakdam zullen zijn voltooid (in 1967)
zal de brug de verbinding vormen van
de Beneluxweg naar de randstad Hol
land.
Vervolgens werd naar Bruinisse ge
varen, waar de heer van Veen van de
Rijkswaterstaat aan boord werd geno
men, die een toelichting gaf over de in
aanbouw zijnde sluiswerken en de toe
komstige afsluiting van de beide vaar
geulen aan de Zuid- en de noordkant.
In de geul bij Bruinisse wordt een as-
faltlaag onder water aangebracht, af
gedekt met nylon, waar 36 tot 38 klei
ne caissons zullen worden geplaatst van
7V2 m breedte en 8 m hoogte; welk gat
in 1962 zal worden gedicht. Het gedeel
te dam dat over de plaat van Oude
Tonge loopt nadert reeds zijn voltooiing;
deze dam wordt van teen tot teen 80
meter breed, met rijbanen voor snel en
langzaam verkeer. Het geul aan de
noordzijde zal op zeer spectaculaire wij
ze worden gedicht, n.l. (nadat voldoende
ondergi-ond is aangebracht) met een ka
belbaan van Franse makelij, waarover
de mijnsteen voor de afsluiting wordt
aangevoerd.
In de werkhaven van Bruinisse wer
den de huishoudelijke zaken de Flak
keese Gemeenschap betreffend, afge
daan. De voorzitter Burgemeester P. W.
Hordijk hield vooraf een rede, waarin
hij op de merkwaardige plaats wees,
htt buu M Qott gunaakt
M>rMMa XtmnAngm
waarop deze vergadering werd gehou
den.
Waar de F.G. sterk afhankelijk is
van water en van schepen moest het
niet vreemd worden geacht, dat de
jaarvergadering op een passagiersschip
werd gehouden. Spr. bracht een woord
van hartelijke dank aan de directie van
de Rott. Droogdok Mij. die de boot be
langeloos beschikbaar had gesteld, een
gebaar dat door het bestuur bijzonder
werd gewaardeerd. Spr. verzocht de
heer Roubos, die de tocht meemaakte,
die dank aan de directie over te bren
gen.
Komende tot de zaken die de F. G.
betreffen, wees spr. op de overname
van de R.T.M, door de gemeente Rot
terdam voor de kapitale som van 5
miljoen gulden.
De R.T.M, is daarmee een vervoers
bedrijf op commerciële basis van de ge
meente Rotterdam geworden. Bij de
overname heeft zeker de overlast die
de R.T.M, veroorzaakt voor het tra
ject Rotterdam-Zuid en het belang voor
de ingezetenen van het conglomeraat
Hoogvliet een: rol gespeeld. Uit
de Mem. van Antw. op het voorlopig
verslag van de begr. Verkeer en Water
staat 1961 haalde spreker aan dat, daar
Rotterdam nagenoeg alle aandelen van
de R.T.M, bezit en de Nederl. Spoor
wegen zich zouden gaan belasten inet
de tot dusver door de R.T.M, verzorgde
verbindingen op een misverstand be
rusten. Een dergelijke exploitatie ligt
niet in de bedoeling. Wel wordt ge
streefd naar een vorm van samenwer
king tussen de Nederl. Spoorwegen en
de gemeente Rotterdam inzake een goe-
Een fabriek in Vlaardingen werkt
op het ogenblik dag en nacht aan
een Gouvernementsorder van
vijfhonderd landsviaggen voor
Nieuw Guinea, waarvoor vier
duizend vierkante meter doek
moet worden verwerkt. Het ont
werp voor deze vlag is onlangs
aangenomen door de Nieuw Gui
nea Raad. Foto: Een kijkje in
het Vlaardingse atelier, dat op
volle toeren „draait".
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. VEER
Telefoon 2682 Westdük 36
MIDDELHARNIS
den en doelmatige vervoersvoorziening
Hieruit kan volgens spreker worden af
geleid, dat Rotterdam de exploitatie van
het streekvervoer behoudt; nooit is het
voorgekomen dat eén grote gemeente
het vervoer in zo'n uitgestrekt gebied
ter hand neemt. Waar Rotterdam tot
heden geen daadwerkelijke belangstel
ling aan de dag heeft gelegd voor onze
streek, zal i.v.m. met de recreatie hier
wel de aandacht op gericht moeten
worden. Een inwerkperiode van het
nieuwe bestuur van de R.T.M, is nodig.
Er is in juli j.l. door spreker als vert.
voor G. en O., door de burgemeesters
van Zierikzee en Spijkenisse een onder
houd gevraagd met de pres. comm van
de R.T.M, en wethouder Schilthuis van
Rotterdam, teneinde op bestuurlijk ni
veau een aantal aspecten te bespreken.
Dit verzoek is zonder meer van de hand
gewezen. De verwachtingen dienaan
gaande zijn dus niet groot.
In dit verband wees spreker ook op de
pogingen die zijn ingezet om de Gor-
kum V op de veerdienst Middelharnis-
Sommelsdijk in te zetten. Deze boot, die
is vrijgekomen van de veerdienst Gor-
cum-Sleewijk, zou bij het toenemend
toerisme en vrachtvervoer op het veer
Middelharnis-Hellevoetsluis verlichting
kunnen brengen. Het bestuur heeft zich
laten voorlichten door het Techn. Bu
reau Ir. W. den Boer te Dordrecht; aan
Ged. Staten is verzocht de Gorcum V
op analoge wijze als de Haringvliet voor
deze veerdienst geschikt te maken. De
Grevelingen zou dan als reserveboot
dienst kunnen doen op topdagen en bij
revisie van de schepen op het veer Din-
telsas. Ook de kamer van koophandel
heeft verzocht deze verkeersverbete-
ringen te willen nastreven.
(Vervolg pag. 2, Ie kolom)
Onder auspiciën van de drie ver
tegenwoordigers der Chr. partijen op
Goeree-Overflakkee, de heren L. Visser;
(a.r.) te Stellendam, J. Voogd (S.G.P.) te
Ouddorp en D. Leydens (C.H.TJ.) te Me
lissant is een openbare vergadering be
legd tegen zaterdag 25 november a.s. in
gebouw „Onder de Wiek" te Dirksland,
om een protest te lateni horen tegen de
herindeling van gemeenten op ons
eiland.
Als spreker, zullen die middag op
treden Mr. dr. J. P. L. van der Wilde te
Voorschoten voor de A.K., en de heer
A. Vlasblom te Delft, lid van de Prov.
Staten van Zuid-Holland voor de S.G.P.
De derde spreker voor de Chr. Hist.
Unie is de heer J. de Ruiter van Alphen
aan de Rijn, lid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal.
Deze vergadering zal onder leiding
staan van ds. J. van Drenth, Ned. Herv.
predikant te OoItgensplaat.
De aanvang van de vergadering is ge
steld op des n.m. 2.30 uur precies. Het
belooft een druk bezochte bijeenkomst
te worden, zodat belangstellenden er
goed aan doen op tijd aanwezig te zijn.