luvriDEn-niEui/s
KINDJE VERWACHT
WOLDENBORN
„Als het Rijk ontwikkeling op Flakkee niet
steunt zullen we zélf moeten aanpakken"
Aldus Ooltgensplaats burgemeester in
zijn nieuwjaars-rede
Vrijdag 29 januari 1960
No. 2864
uu
IGS-
^^^^^^[imij BABYSET
Ned. Vereniging van
Huisvrouwen
Kinderhoekj e
90
RUM'
blad
I matras
ultge-
noodt
9tn een
moge-
llerbeste
In extra
Irduurde
De Spoorwegen Geen stoom
locomotieven meer De Wal-
cherse reis De blaospiepe De
piepekaste De oude Ingelse in
de Segeerstraat.
Nederlandse Spoorwegen hebben
ne rijtuigen voor personenvervoer
jestelling. Er zullen allerlei verbe
ten zijn in vergelijking met de rij-
léti, die nu in gebruik zijn. Het nut-
fzal er in vergrote mate met het
feename verenigd worden. Ja het zal
aangenaam reizen worden, want
teeds bieden de treinen ons een
■tige, rustige reis. Per spoor reizen
Ie dan niet goedkoop zijn, het geeft
leizigers een gevoel van gemak en
iglieid. En wat is er tegenwoordig
Pkoop?
derde klas is er niet meer. Achter-
lézien was het ook wel wat veel om
leizigers in drie groepen te onder-
liden. Een beetje naar elkander
lezien in het maatschappelijk ver-
mag toch wel.
nieuwe treinen, die nog dit
op de baan zullen komen, zullen
geschilderd zijn. Daar zullen wij
even aan moeten wennen, maar,
komen er wel overheen. De rijpere
ftijd brengt met zich enige behoud-
Jit; dan wilt ge alles precies laten zo
Iwas. Dat wil dan zeggen, zoals wij
Ihebben aangetroffen toen wij in de
Itschappij gingen mededoen. Maar
eerlijkheid gebiedt te erkennen dat
nieuwe dingen toch wel prettig
J en vaak beter dan wat weleer was.
je stoomlocomotieven zijn afgeschaft.
|1952 waren er nog 663 in gebruik;
■geen enkele meer. De mooie, grote,
Berne machines die zo opgepropt
Icrachten op het station en langs
Ibaan te zien waren, zijn alle naar
■slopers gebracht. Nog helemaal niet
1, maar toch al weer verouderd. Dat
feen kwestie van rentabiliteit. Is de
Ijitrische motorwagen voordeliger
pi moeten die mooie stoomwagens er
laar gauw uit. Ook voor de goederen-
|:einen heeft men geen stoomlocomo-
|ven meer nodig want de spoorwe-
i iiebben ook voor dit vervoer elek-
Iche locomotieven; er zijn er circa
I stuks. Hiervan trekken enkele ook
sonentreinen.
Ëet aantal personenrijtuigen is circa
ifo. Daarin zijn 117000 zitplaatsen. Er
pnen dus zittend heel wat mensen op
dag vervoerd worden. Per jaar,
Ivoeren de treinen ruim 187 miljoen
Eigers.
Biteraard moeten de spoorwegen wel
B" blijven en de passagiers goed he
pen. Mooie wagens en een snelle
jistregeling. Ja, uiteïaard, dat bete-
Ithier uit deze aard: dat er zeer veel
jticuliere auto's en motoren in ge-
pik zijn en dat de autobus ook een
gewaardeerd vervoermiddel is. Al
ünt de wet en de overheid de spoor-
jgen, toch is gelukkig het concurren-
felement niet uitgeschakeld. Wan-
|r een vervoerbedrijf, bijvoorbeeld
tram, weinig of geen concurrentie
lit, dan kunt ge dat wel eens in de
piening of in het materiaal bemer-
't Gaat maar om de „service" hè,
1 nu dat uitheemse woord eens te ge-
(liken.
'ae gingen wij als kinderen nog per
iin via Rotterdam naar Middelburg,
een derdeklas coupé, met geel ge-
'de banken die lage rugleuningen
Iden, zodat ge alle mensen door heel
wagon heen kon zien zitten. In Mid-
Iburg aangekomen was daar een
lendelijke man die ons met de huif-
kwam halen. Het werden dan daar
ten onvergetelijke dagen in het
lone Walcheren. In de winter was
er wat minder aangenaam. Ook
'en in die tijd de wegen slecht,
ar toch, van dat alles: niets, dan
ids! Want in de winter legde de boer
groot open vuur aan en blies er
eens in met de lange „blaospupe".
Dan wierp hij er weer wat grote blok
ken hout op. En boven het vuur hing
Sn grote ijzeren pot, waarin zoiets van
^t varken zat; natuurlijk een behoor-
a|k stukje!
ËKom ik nu in Walcheren dan zie ik
#t men er met zijn tijd is mede ge-
IS^n. Wie ontkomt daar ook aan? Nu
Sdt de boer met de auto naar de stad
soms ook daarmede ter kerke. Een
ot deel van de nu levende Zeeuwen
heeft het oude zeeuwse costuum ver
vangen door de burgerkleding.
De dorpen, ook op Walcheren, zijn
niet meer zo geïsoleerd en in het alge
meen verkeer is de burgerkleding blijk
baar gemakkelijker. De heer Kodde,
oud-burgemeester van Zoutelande, nu
lid van de Tweede Kamer voor de
S.G.P. houdt zich bij het oude en ver
schijnt rustig in de Kamerzittingen in
het Walcherse costuum. Ja, waarom
ook niet? 's Lands wijs, 's lands eer.
En hij weerstaat ook de verleiding om
maar in Den Haag te gaan wonen. Dat
zou ook niet goed zijn, een afgevaardig
de moet onder zijn mensen blijven wo
nen. Dat raakt de „band met de kiezers"
Een voornaam beginsel!
Of de heer Kodde ook nog een „pu-
pekaste" bij zich heeft? Ik weet het
niet. Ik vermoed: neen. Want wij spoe
den ons met zoveel haast voort, en
wringen ons door mensenmassa's heen,
dat die vroegere piepe het toch zou af
leggen. Maar toen, op Walcheren, had
de boer een stenen goudse pijp, rechte
steel, schuine kop. Om die met zich te
kunnen dragen had hij een houten ge
vaarte, rechte steel en schuine kop, dat
ge op de kop kon open doen en dan
paste de „pupe" er goed in en kon zo
onderweg niet breken. Wanneer ge
maar niet te wild deed, liet die goudse
pijp met schuine kop zich ook op de
beurs en de markt in Middelburg best
gebruiken. En wie deed er nou wild,
nietwaar?
In de Segeerstraat aldaar woonde de
oude oefenaar Ingelse. Hij ging zondags
preken. Zijn vrouw dreef een kleine
kruidenierswinkel. Zij zeer vriendelijk;
hij zag er nog al nors uit. Maar zijn
preken trokken veel volk en zijn lang
in gedachtenis gebleven. Hij en zijn
vrouw zijn er niet meer. Dat wil zeggen,
zij zijn er wel, maar niet meer in dit
ondermaanse.
Waarnemer.
Raadpleeg dan vooral tijdig het dokters-
boek „In blijde verv/achting", geschreven
door Dr. A.J. M. Lamers, Specialist-Vrou
wenarts, met een rijkdom van weten be
treffende geboorte en verzorging van
baby's huldje. Dit hoogstaand boek is als
gratis surprise gevoegd bij een
STELLEND AM
Vorige week hield de Ned. Ver. van
Huisvrouwen haar maandelijkse verga
dering. Mevr. V. Knobelsdorff opende
deze met allen van harte welkom te he
ten, in het bijzonder 3 nieuwe leden en
de heer de Goede die deze middag een
lezing zou houden. Na dit welkom wer
den de jaarstukken gelezen; het eerst
door de secr. mevr. Koese, die alles wat
het afgelopen jaar gebeurd was de re
vue nog eens liet passeren. Het was een
boeiend verslag, wat door de pres, nog
eens met nadruk onderstreept werd.
Hierna kreeg de penningmeesteresse
het woord, die wat het jaar 1959 betrof
van een batig saldo gewaagde wat door
de dames van de kascommissie werd
bevestigd. Ook zij werd hartelijk be
dankt, temeer daar zij het bestuur gaat
verlaten. Zij kreeg voor haar vele werk
een boekenlDon aangeboden, evenals ook
mevr. Troost, omdat ook voor haar de
beurt van aftreden was.
Dan volgde verkiezing van 2 nieuwe
bestuursleden. Er was bij het bestuur
een candidate voorgedragen en door het
bestuur was een tweetal gesteld dus
de keuze was uit 3 candidaten.
Mevr. Woudstra en mevr. Oosters
werden gekozen die de benoeming aan
namen.
Na de pauze met het gebruikelijk
kopje thee, kreeg de heer de Goede de
gelegenheid om zijn lezing over Johnson
produkt ente houden. Vroeger vertelde
hij, wreef iedere huisvrouw meubels e.d.
met bijenwas en terpentijn, waarbij de
dames dan alles vooral goed insmeerde.
Met de Johnson producten is dit niet
meer nodig wat door de heer Goede met
allerlei voorbeelden werd aangetoond.
Hij verlootte nog enkele producten en
hoopte dat dit in de toekomst dor al
len mocht worden gebruikt.
Na een dankwoord van de presidente
werd de vergadering gesloten.
In de op vrijdag 22 januari te Oolt-
gensplaat gehouden gemeenteraadsver
gadering, heeft burgemeester W. M. v.
d. Harst in deze eerste zitting van het
jaar de volgende nieuwjaarsrede uitge
sproken.
Dit is de eerste vergadering, welke
wij in 1960 mogen houden. Opnieuw is
een tiental jaren voorbij, waarin veel is
gebeurd, en wij staan voor een volgend
decennia, waarin wij vele veranderin
gen zowel ten goede als ten kwade
mogen verwachten.
Het levenstempo is hoog. Er wordt
ook een hoog bestuurstempo gevraagd.
Niet alleen van het college van b en w,
maar ook van de gemeenteraad om te
komen met besluiten.
De daarbij niet eenvoudige situatie is
deze, dat zich rondom Elakkee velerlei
veranderingen voltrekken, waarin de
gemeenten worden meegetrokken. Het
is zaak te zorgen, dat die veranderingen
zich niet buiten ons om voltrekken.
Starre bewegingloosheid van het ge
meentebestuur kan in zo'n geval slechts
schade doen, terwijl een zekere be-
stuurscouplesse wonderen kan uitrich
ten.
Maatschappelijke ontwikkeling of zo
men wil evolutie gaat over het alge
meen niet snel en vaak schijnt het of
er gedurende één jaar hoegenaamd niets
is veranderd en alles bij het oude is ge
bleven.
Maar wanneer wij er ons eens even
rekenschap van geven, dat het nog
maar luttele jaren geleden is, dat wij in
Ooltgensplaat gekregen hebben: een
volledige riolering en een goed straten
plan, automatisch telefoonverkeer, elek
triciteit, de gehele „nieuwbouw', een
geweldig koelhuis, vele nieuwe boerde
rijen, doelmatige zeedijken met keer-
sluis, een keurige kleuterschool, een
dépendance van de Lever's zeep, een
dam over de Hellegatplaten, om de
voornaamste facetten te noemen, dan
spreekt ons dat allemaal duidelijk aan
en dan moeten wij toegeven, dat wij
met onze verantwoordelijkheid staan in
een belangrijk tijdsbestel, waarin wij
onzes ondanks meemoeten. Dat bewijst
ook het afgelopen jaar, in welks 7
raadsvergaderingen o.m. werd besloten
tot het aankopen van de voormalige
trambaan, de verbetering van de dorps
entree aan de Langeweg, de bouw van
een aula op de nieuwe begraafplaats,
het meedoen aan de vaststelling van
een struktuurplan, de kapitaalverstrek
king voor 11 nieuwe woningwetwonin
gen, de verkoop van gronden voor par
ticuliere bouw die ook hier op gang
begint te komen aan de Stoofstraat
en Z.-Achterweg, de aankoop ter sane
ring, van krotwoningen, terwijl ook in
de particuliere sector het een en ander
gebeurde, dat op een gezonde aanpas
sing en ontwikkeling wijst.
Ik noem daarvan de uitbreiding van
bestaande en de bouw van nieuwe wa
renhuizen voor de tuinbouw, de aanleg
van omvangrijke boomgaarden voor de
fruitteelt, de uitbreiding van kippen-
farmen en de uitbreiding en nieuwbouw
van winkelpanden.
Bevolking neemt toe
In deze vergadering is de vraag ge
wettigd wat wij verwachten van de
volgende tien jaren. Om te beginnen:
geen verdere teruggang van de bevol
king, thans bestaande uit 3033 personen,
hetgeen 32 meer is dan het vorig jaar
1 januari. Om dat te bereiken is enige
industrialisaüe nodig ter opheffing van
de werkloosheid en tot stichting van een
enerzijds bescheiden anderzijds toch
vibrerende kern van aktiviteit, opdat
wij niet over 20 jaar nog slechts de rol
van slaapstee vervullen voor de pen
delaars/arbeiders van Rotterdam. Ver
volgens de brug, waarover alles al ge
zegd is en toch het laatste woord nog
niet is gesproken.
Raadplegen wij het onder auspiciën
van Ged. Staten uitgegeven rapport
„Goeree-Overflakkee in de branding"
van de plancommissie Flakkee een
rapport dat beoogt (en ik benadruk dit)
richtlijnen te geven voor de ontwikke
ling van het eiland in de nabije toe
komst i.v.m. de directe gevolgen van de
afdammingen en de vaste oeververbin
ding, wat blijkt dan? Dat de commissie
zich allereerst rekenschap geeft van de
huidige problemen alvorens een advies
te geven.
Die problemen komen hierop neer.
1 Als gevolg van de eenzijdige migratie
is de bevollüng van Goeree-Overflak-
Icee bezig relatief te verouderen, het
geen leidt tot verarming van het eco
nomische en maatschappelijke leven;
2 er heerst gemiddelde een aanmerke
lijke strukturele werkloosheid, als
gevolg van het achterblijven van de
werkgelegenheid bij de groei van de
beroepsbevolking, hetgeen wijst op
een struktureel tekort aan arbeids
mogelijkheden;
3 dag- en weekpendel van arbeiders
naar bedrijven op het vasteland komt
veelvuldig voor en is schadelijk voor
het normale gezinsleven, terwql dit
verschijnsel nog in belangrijke mate
zal toenemen na het totstandkomen
van de nieuwe verbindingen.
Het advies is: tijdig doeltreffende
maatregelen nemen o.m. bestaande uit
het aantrekken van enige industrie,
teneinde repercussies in de toekomst te
vermijden
Blijkens de zesde industrialisatienota
is de regering van oordeel, dat nu juist
in dergelijke situaties een regionaal in
dustrialisatiebeleid geboden is, bestaan
de in een stimulering van de economi
sche ontwikkeling in die gebieden en
daarmede van de werkgelegenheid.
Zelf aanpakken!!
Er zijn inmiddels in het afgelopen
jaar 44 ontwikkelingskernen in Neder
land aangewezen, hetgeen betekent, dat
de industriële ontwikkeling in die ge
bieden financieel door het rijk zal wor
den gesteund. Daar is Flakkee niet bij,
omdat men meent, dat er eerst goede
verbindingen moeten komen, terwijl de
plancommissie wijst op de noodzaak
van tijdige voorzieningen, omdat over
die brug alle arbeiders gaan weglopen.
Mijne heren. Dit ter illustratie van
de positie, in welke wij verkeren. Als
het beeld van een toekomst, die wij
voor Ooltgensplaat niet willen ons dui
delijk voor ogen staat, en wanneer wij
invloed willen houden op de ontwikke
ling, die wij wensen, dan zullen wij
in de wetenschap, dat het rijk die ont
wikkeling vooralsnog niet financieel zal
steunen, het zelf moeten doen. Dan
zullen wij de kansen, die zich voor
doen, moeten benutten en zelf het be
leid moeten blijven bepalen. Het is van
groot belang daarvoor begrip te vinden
bij de instanties, die in de verte óók een
mening over de ontwikkeling van Flak
kee hebben en bovendien geroepen zijn
tot goedkeuring der financiële gevolgen
van plaatselijk getroffen maatregelen.
Behalve verbindingen is er een twee
de basis voor ontwikkeling: het ver
krijgen van de nodige voorzieningen,
welke wij de infra-struktuur noemen
goede onderwijsinrichtingen, sport
velden, winkels, verenigingslokalen,
aantrekkelijke woningen enz. Het is een
eis van sociale rechtvaardigheid, dat
alle delen van het land een redelijke
outillage hebben en het is een eis van
praktisch verstand, dat men de ge
wenste spreiding uit overvollle gebie
den niet bij voorbaat onmogelijk maakt
door een onvoldoende outillage. Ook op
dit punt heeft de gemeenteraad een be
langrijke taak te verrichten.
Mooie collectenmaar geen
gulden voor de straatbelasting!
Wij zullen daarvoor alle krachten
moeten inspannen, in het oog houden,
dat wij niet de belangen van „de over
kant" behartigen, maar de belangen
van de eigen bevolking. Gebleken is,
dat de inwoners tot grote offers in geld
bereid zijn als het anderen betreft. Ik
behoef daarvoor slechts te verwijzen
naar de toch telkensweer verbluffende
collecte-opbrengsten voor Roode Kruis,
Kerkbouwactie, Röntgen-aparaat zie
kenhuis, vluchtelingen hulp, Fréjus.
en vooi? de Oostzaan ben ik ook niet
bang, maar wanneer er een guldentje
bij een plaatselijke belasting moet (b.v.
de straatbelasting of de reinigingsrech
ten) dan is Leiden in last en durft de
raad wel eens niet aan.
Deze vrees, heren raadsleden, is naar
mijn vaste overtuiging ongegrond. Ik
geloof zeker, dat men voor de eigen be
langen ook een offer over heeft, als het
ook werkelijk nodig is en men de be
langen, welke op het spel staan, zelf
ook duidelijk ziet. Vergeten wij daarbij
niet, dat wie het geld geeft ook mee wil
spelen. Daarom is het wellicht nuttig,
wanneer niet alle geld van „Den Haag"
verwacht wordt. En op dat guldentje
komen wij nog weleens terug.
Het is misschien goed, dat ik voor die
tijd van ieder van U een verlanglijstje
krijg, waarop alle wensen voorkomen,
die U in de komende tien jaar door het
gemeentebestuur gerealiseerd zoudt
willen zien.
Beste jongens en meisjes!
Het laatste januari-raadsel heb ik
maar niet moeilijk gemaakt. Dan kun
nen jullie het werk weer vlug inzenden.
Als jullie dagen lang moesten zoeken
naar de oplossing, dan zou ik niet gauw
jullie brieven hebben. Hier is het nieu
we raadsel,
JANUARI-RAADSEL 4
1.
X
2.
X
3.
X
4.
X X X X X X X
5.
X
6.
X
7.
X
1. Letter; 2. Wiens.in Zijn hand is,
en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren;
3. Plaats waar Eliza doortrok en waar
hij een opperkamer kreeg (2 Kon. 4);
4. Tijd waarin we nu nog leven, maar
die haast verstreken is; 5. Rivier in Da
mascus (2 Kon. 5); 6. „Bid en werk" is
in het latijn: et labora; 7. Letter.
Op de kruisjeslijn naar beneden komt
hetzelfde woord als gevraagd wordt bij
4.
BRIEVEN
Elly N. Rotterdam. Dat mag best hoor
dat je zus een beetje helpt. Dan leert ze
er ook nog wat van. Heb je dat papier
expres gekregen om aan mij te schrij
ven? Vind je Frans zo gemakkelijk? Ik
denk, dat het wel een beetje moeilijker
zal worden. Maar goed je best doen.
Straks schrijf je nog een hele brief in
het Frans.
Katy V. d. J. St. Philipsland. Heb je
de bof niet meer gehad? Zo niet, dan
heb je geboft. Had je maar één zesje op
je rapport, en was het andere er boven?
Dan gaat het goed. Wil ik eens raden
waarvoor je die zes hebt? Ik denk voor
schrijven. Schrijf volgende keer maar
of ik gelijk heb.
Wim M. Den Haag. Ik had het al
voelen komen, dat jullie zouden ophou
den. Ik begrijp dat het te druk voor je
wordt, Wim. En Nelie alleen, dat valt
ook niet mee. Het is geen praatje van
je, als je schrijft, dat je het met lust
gedaan hebt. Ik weet het zeker, want
dat is altijd wel gebleken. Hoe vaak
heb je vrijwillig opstellen gemaakt,
maakt nietwaar? Het ga je goed, Wim
en Neliis; ook mijn beste wensen voot:
het verdere leven.
Hannie v. d. G. Ridderkerk. Er zijn
nog sterke banden met Flakkee, al wo
nen jullie er niet. De familiebanden zijn
sterk, nietwaar? Je brief is deze keer
duidelijk geschreven, Hannie. Voor de
Hemava wordt veel bij eikaar gegaard;
dat heb ik laatst nog gelezen. Had jij
een eervolle vermelding? Je hebt mis
schien een straat met rijk volk!
Jaap S. Sommelsdijk. Heb je toch al
les gekregen van de zondagsschool? Ze
hebben jou toch niet vergeten? Die jon
ge duif is haast zo groot als de oude,
denk ik. Als het beest geregeld uit-
vliegt, zal het de buurt wel zo verkend
hebben, dat het niet meer zal verdwa
len.
Jannie de V. Nieuwerkerk. Had je
niet op een prijs gerekend? Dan was
het een echte meevaller. Fijn zeg, zo'n
mooi rapport. Het gaat steeds vooruit.
Het bakken van oliebollen konden ze
wel aan jou toevertrouwen, want jij
hebt verstand van bakken en braden en
koken en., noem maar op. Wat zullen
jullie gesmuld hebben!
Emmie D. Herkingen. Mooie cijfers,
hoor! Houd zo maar vol. En wat heb je
een uitvoerig programma geschreven!
De hele bijeenkomst zal wel mooi zijn
geweest. Hebben de kinderen goed ge-
vongen? En waren de vertellingen
mooi? Ik denk, dat er veel belangstel
ling was.
Liedy M. Oud Beijerland. Het is een
dag na jouw verjaardag, hoor! Hoe
gaat het met kleine Piet? Ik hoop -van
goed. Als die kleintjes gezond zijn, zie
je telkens verandering. Wat heb jij de
laatste weken van het jaar veel moeten
doen, zeg! Heb je alles er goed afge
bracht?
Beppie D. Herkingen. Leuk, om nog
eens een briefje van je te ontvangen.
En je hebt alles goed uit de doekjes ge
daan, hoor! Ik vind het best. Het moet
niet een gedwongen zaak zijn. Het is
alles vrije wil. Dank voor je briefje en
de duidelijke uitlegging.
Greet je M. Oud-Beijerland. Je hebt
je laatste blaadje van je postpapier goed
vol geschreven, hoor! Er was ook heel
wat te schrijven. Vijftien gulden win
nen, is geen kleinigheid. Je rapport is
aardig op peil gebleven; het gaat zelfs
in opwaartse richting. Weet je wat ik
een mooie vooruitgang vind? Die voor
gedrag!
Tannie G. Ouddorp. Ik kan het goed
begrijpen, dat je het zat wordt. Op
jouw leeftijd is het al welletjes geweest,
nietwaar? Nu zal het niet lang meer du
ren en dan heb je het gehad. Als die
dieven van het eiland vertrekken, heb
ben ze op andeer plaatsen er weer last
van. Het was beter dat ze achter slot
en grendel terecht kwamen.
Jaap T. Ouddorp. Ik kan het aan je
schrijven zien, dat het bedtijd werd. Je
letters staan er een beetje slaperig bij;
ze vallen haast om van de slaap, 't Was
goed dat moeder je naar bed stuurde
en goed, dat je werk weer in orde was.
Hettie K. Sommelsdijk. Je doet goed
je best op school, hoor! Dat zie ik wel
aan je cijfers. Toen je schreef, moesten
er nog drukke dagen komen. Nu is dat
alles weer al een poos achter de rug.
Is alles naar wens verlopen?
Jan en Sjaan T. Ouddorp. Ik weet het
Jan, dat het blokken is voor het mid
denstandsdiploma. Je krijgt het niet
cadeau, hoor. Kun je de studie toch bij
houden? Tanden op elkaar, jongen!
Gaat het bij jullie maar slapjes,
Sjaan? Dat is niet zo leuk, hé? Dan
gaat het mooie er zo af, vind je ook
niet? Nog een rukje, dan is het gedaan,
moet je maar denken.
Sjaak van D. Zoetermeer. Heel goed,
dat je je krachten gegeven hebt voor
de vertaling. Ik hoop er volgende week
wel op terug te komen.
Jaap K. Sommelsdijk. Wat heb jij
een mooie tekening gemaakt. Jaap! Ik
kan begrijpen dat je er een dikke ze
ven voor krijgt op je rapport. Nu moet
je het cijfer voor schrijven ook nog eens
een duwtje geven, hoor. Als je mooi
kunt tekenen, kun je mooi schrijven
ook. Probeer het maar eens. Goed oefe
nen, elke avond een kwartier.
Allemaal. Ik ga er nu weer een punt
achter zetten. Het is voor deze week
weer genoeg. Wat ik nog moet zeggen,
begrijpen jullie wel, en dat is: Inzen
den! Ja, zo ver is het al weer. De op
lossingen van de januari-raadsels kun
nen weer verzonden worden naar het
bekende adres. Na de hartelijke groeten
blijf ik in afwachting, jullie
Oom Ko.
Laat ons de komende tien jaar van
groei naar een vastelandsituatie voor
ogen houden, dat wij Ooltgensplaat
slechts kunnen behouden door het met
verstand tevernieuwen. Zoals Potgieter
het zei; slechts vernieuwing kan be
houden, achter raakt, wie stil blijft
staan.
Mijne heren, indachtig het gezegde,
dat men een goede preek beter kan
houden met de daad dan met de mond,
wil ik mijn nieuwjaarsrede besluiten
om over te gaan tot de behandeling van
de agenda.
Ik doe dat met de bede, dat de Heere
God U in de belangrijke beslissingen en
in het dagelijks leven moge begeleiden
en zegenen en vooral ook, dat Hij door
Zijn Heilige Geest U moge inspireren
tot het vinden van de juist houding
tegen de achtergrond van deze dyna
mische tijd.
Dankwoord
Als oudste raadslid dankte de heer
K. van Oostende namens de raad voor
de gesproken woorden en de toegedach
te wensen. We hopen in de „crisis"
staande te blijven, aldus spreker, die
daarmee doelde op de werkloosheid.
Van industrie is nog niet veel te be
merken, al was spr. overtuigd dat b en
w niet stil zaten. Hij besloot met de
beste wensen voor de burgemeester en
zijn gezin, waarbij hij de wens uitsprak
dat God zijn zegen over de arbeid in
1960 zou gebieden.
MIDDELHARNIS-SOMMELSDIJK
Padvinders-propaganda-avond.
Het Ned. Padvinders Gilde, afd. Mid-
delharnis-Sommelsdijk, organiseert een
propaganda-avond op donderdag 4 febr.
1960 in „'t Diekhuus" Zandpad 40, Mid-
delharnis.
Alle belangstellenden zijn hartelijk
welkom. Aanvang 7 uur. Prijs 0,75,
Programma's tevens bewijs van toe
gang, verkrijgbaar bij mej, J. Joppe,
Hoflaan 69, Middelharnis.
OUDE TONGE
Kerkdienst. A.s. dinsdagavond 2 febr.
7 uur hoopt ds. P. Blok van Dirksland
voor de Geref. Gemeente een herden
kingsdienst te houden inzake de ramp
van I febr. 1953. Men hoopt dan een
extra collecte te houden voor de nood
te Oostzaan.
THOLEN
Hoogwater in de week van 31 jan.
t.m. 6 februari 1960.
Z. v.m. 5.50 uur en nam. 6.17 uur;
M. v.m. 6.33 uur en nam. 7.05 uur;
D. v.m. 7.21 uur en nam. 7.45 uur;
W. V. m. 8.00 uur en nam. 8.28 uur;
D. v.m. 8.45 uur en nam. 9.20 uur;
V. v.m. 9.40 uur en nam. 10.18 uur;
Z. V. m. 10.45 uur en nam. 11.35 uur;
donderdag 4 febr. Eerste Kwartier te
3.27 uur.
13
"Jos", sprak de boswachter, „ik heb
Pt wel eens jammer gevonden, dat je
Ife" "'^swachter kon worden zoals al-
tSin^^" ons geslacht vóór ons geweest
f da i"^^^ moeder, die veel wijzer was
I hl\. '^^^'^t anders over en ge-
l^m °P Oldenborn
f yntner boswachter zijn geworden
lenmm als je vader het lang meer zal
|«ven."
rl^"'^'^ keerde de jongeling het hoofd
f M en veegde zijn tranen weg. „Hebt
I twist gehad met de landheer, vader?
f-ï """^.^n ook iets gemerkt te hebben
f|«n mijnheer Beverman, want toen hij
tegen de avond op ons kantoortje kwam
was. hij stil en afgetrokken, en hoewel
er veel werk lag, had hij geen lust
meer, een enkele letter te schrijven.
„Leg maar neer, Jos," sprak hij „en
kom maar een uurtje mee naar de huis
kamer; misschien, dat ik dan de Olden-
borner kwesties wat uit mijn hoofd
kwijtraak.
„Ik wilde uit bescheidenheid niets
vragen," ging Jos voort, „trouwens de
oude heer vertelt mij doorgaans toch
wel wat hem hindert, maar deze keer
heeft hij niets gezegd. Eerst toen ik een
uur geleden opstond om naar hier te
komen, greep de oude heer mijn hand
en zei: „Jos, als je straks thuiskomt en
je vader vertelt je mogelijk onprettig
nieuws, blijf dan bedaard en zeg hem
uit mijn naam, dat hij moet trachten
kalm te blijven en liever onrecht te
verduren en zich te schikken naar de
omstandigheden, dan een nutteloos ver
zet te bieden, dat toch voor hem op een
nederlaag moet uitlopen
„Kalm blijven, zich schikken in de
omstandigheden; geen nutteloos verzet
plegen, ja, ja, dat zou zeker de ver
standigste manier van handelen zijn in
mijn geval," mompelde de jager en een
schampere lach ontsierde zijn gelaat.
„Luister eens even, Jos", ging hij met
doffe stem voort, „dan zal ik je mede
delen, hoe het komt, dat je vader geen
hoofdboswachter meer is op de Olden
born."
De boswachter vertelde thans bijna
woordelijk wat hem in de werkkamer
van de landheer door deze was toege
voegd, en zelfs de oude Trui steeg het
bloed naar de wangen van ergernis
over de handelwijze van de heer van
Riekum tegenover de altoos zo plicht-
getrouwe boswachter. En Jos? Hij ken
de en vreesde te zeer zijns vaders drif
tig, opbruisenend temperament om niet
te weten, dat deze zulk een vernede
rende behandeling onmogelijk zou kun
nen beantwoorden met kalm zijn gang
te gaan en er zich rustig bij neer te leg
gen.
Hoewel het hart van de jongeling nog
zo vol was van verdriet over de dood
van zijn moeder, dat er straks bijna
geen plaats was voor andere gedach
ten of gevoelens, moesten op dit ogen
blik zowel zijn verdriet, als zijn voor
nemen om zijn vader te kalmeren, wij
ken, voor de toorn, die wild in zijn
aderen opbruiste.
„En hebt U die bleke, trotse aristo
craat uw uniformpet niet voor de voe
ten gesmeten? Hebt U hem niet met
enkele woorden te verstaan gegeven,
dat de tijd der lijfeigenschap al lang
voorbij is?"
De donkerblauwe ogen van Jos Wen-
dels fonkelden, en de oude Trui schrok,
toen ze zag, hoe opmerkelijk hij thans
op zijn vader geleek.
De boswachter echter was nu Kalmer
dan daarstraks; 't deed hem inwendig
goed, toen hij bemerkte, hoe zijn jon
gen de belediging voelde, die hem was
aangedaan, doch er was iets in Wendels
dat hem waarschuwde, de hartstocht
van haat en wraakzucht bij de jongeling
niet op te wekken
„Wat jij daar aanraadde, had ik wel
kunnen doen, Jos, doch daarmee had
ik de heer van Riekum volstrekt niet
in 't harnas gejaagd. Denk je", ging de
jager bitter voort, „dat hij er zich iets
van zou hebben aangetrokken, al had
ik hem ook aanstonds de dienst opge
zegd? En weet je, wat dat voor ons
voor gevolgen zou hebben? Allereerst,
dat ik er mijn traktement bij verspeel,
doch dat zou nog niet het ergste zijn,
want wij kunnen het best enige tijd
zonder dat stellen, maar binnen enkele
dagen ons oude jachthuis verlaten en
dan geen voet meer mogen zetten op de
Oldenborn, zie, dat schoot mij juist
door de gedachte, toen ik vanmorgen
mijn vingers voelde tintelen."
"Treurig en somber ging de avond
voorbij en veel woorden werden er niet
meer gewisseld; 't scheen wel, dat ieder
aan zijn eigen gedachten genoeg had.
Trui begon te dommelen op haar
stoel, en 't vuur in de haard was uit
gegaan, omdat niemand er meer een
houtblok had opgeworpen.
De oude Schwarzwalder klok sloeg
negen uur, en de ingeslapen vrouw
schrok wakker.
„Zal ik het avondeten maar opschep
pen, baas Wendels?" vroeg ze. En toen
deze met een hoofdknik zijn toestem
ming gaf, wierp Trui nog even een on
derzoekende blik in de ijzeren pot, die
aan een blank geschuurde ketting bo
ven het smeulende vuur hing en zette
de borden op tafel.
Zwijgend en met weinig eetlust werd
het avondmaal genuttigd en geen half
uur later waren de bewoners van het
jachthuis aan de bosrand ter ruste ge
gaan; doch noch de boswachter noch
diens zoon konden vóór middernacht de
slaap vatten, omdat in beider hart de
wraakzucht woelde.
De toorn des mans werkt Gods
gerechtigheid niet.
V.
Ruw en onstuimig was het begin
van de novembermaand, geweldige
stormen loeiden boven de Oldenbornse
bossen, en de krachtige rukwinden hiel
den duchtig huis aan de noordkant van
de bezitting, waar, door de onverstan
dige handelwijze van de nieuwe land
heer, de zware, sterke bomen waren
geveld, die daar reeds zovele hevige
stormen hadden getrotseerd, en die een
machtige bescherming vormden voor
het daarachter liggend houtgewas.
De rentmeester kon niet nalaten de
landheer er op te wijzen, dat indien
destijds geluisterd was naar de raadge
ving van boswachter Wendels, men dan
hoogstwaarschijnlijk deze belangrijke
schade niet had behoeven te boeken.
Enigszins ongeduldig haalde de land
heer bij deze opmerking van zijn rent
meester de schouders op, teïwijl hij ant
woordde:
„'t Is mogelijk, dat wij er thans enige
schade van hebben, doch 't werkt mijn
plannen met de ontbossing van de Ol
denborn uitstekend in de hand."
„Maar mijnheer, geloof mij toch,"
merkte de rentmeester nog op, „de bo
dem Is niet geschikt om er bouwgrond
van te maken; vraag er iedere boer
hier in de omtrek naar, en U zult van
allen ten antwoord krijgen, dat de ar
beid, daaraan besteed, nimmer de on
kosten kan goedmaken."
„Juist, juist, mijnheer Beverman, dat
zullen de domme boeren wel zeggen,
omdat ze niet het minste verstand er
van hebben om hier de bodem behoor
lijk in cultuur te brengen, doch een
man van enige studie vraagt geen raad
aan mensen, die hun tijd minstens een
eeuw ten achter zijn; laat U dat eens
en voor altijd gezegd zijn, rentmeester."
En de heer Beverman hield het zich
voor gezegd; hij begreep, dat de land
heer het zich nu eenmaal in het hoofd
had gezet, van het met bos begroeide
landgoed een modelboerderij te maken
en dat niemand hem dit idee uit het
hoofd zou kunnen praten.
(Wordt vervolgd)