luvriDEn-niEui/s KINDJE VERWACHT WOLDENBORN „Als het Rijk ontwikkeling op Flakkee niet steunt zullen we zélf moeten aanpakken" Aldus Ooltgensplaats burgemeester in zijn nieuwjaars-rede Vrijdag 29 januari 1960 No. 2864 uu IGS- ^^^^^^[imij BABYSET Ned. Vereniging van Huisvrouwen Kinderhoekj e 90 RUM' blad I matras ultge- noodt 9tn een moge- llerbeste In extra Irduurde De Spoorwegen Geen stoom locomotieven meer De Wal- cherse reis De blaospiepe De piepekaste De oude Ingelse in de Segeerstraat. Nederlandse Spoorwegen hebben ne rijtuigen voor personenvervoer jestelling. Er zullen allerlei verbe ten zijn in vergelijking met de rij- léti, die nu in gebruik zijn. Het nut- fzal er in vergrote mate met het feename verenigd worden. Ja het zal aangenaam reizen worden, want teeds bieden de treinen ons een ■tige, rustige reis. Per spoor reizen Ie dan niet goedkoop zijn, het geeft leizigers een gevoel van gemak en iglieid. En wat is er tegenwoordig Pkoop? derde klas is er niet meer. Achter- lézien was het ook wel wat veel om leizigers in drie groepen te onder- liden. Een beetje naar elkander lezien in het maatschappelijk ver- mag toch wel. nieuwe treinen, die nog dit op de baan zullen komen, zullen geschilderd zijn. Daar zullen wij even aan moeten wennen, maar, komen er wel overheen. De rijpere ftijd brengt met zich enige behoud- Jit; dan wilt ge alles precies laten zo Iwas. Dat wil dan zeggen, zoals wij Ihebben aangetroffen toen wij in de Itschappij gingen mededoen. Maar eerlijkheid gebiedt te erkennen dat nieuwe dingen toch wel prettig J en vaak beter dan wat weleer was. je stoomlocomotieven zijn afgeschaft. |1952 waren er nog 663 in gebruik; ■geen enkele meer. De mooie, grote, Berne machines die zo opgepropt Icrachten op het station en langs Ibaan te zien waren, zijn alle naar ■slopers gebracht. Nog helemaal niet 1, maar toch al weer verouderd. Dat feen kwestie van rentabiliteit. Is de Ijitrische motorwagen voordeliger pi moeten die mooie stoomwagens er laar gauw uit. Ook voor de goederen- |:einen heeft men geen stoomlocomo- |ven meer nodig want de spoorwe- i iiebben ook voor dit vervoer elek- Iche locomotieven; er zijn er circa I stuks. Hiervan trekken enkele ook sonentreinen. Ëet aantal personenrijtuigen is circa ifo. Daarin zijn 117000 zitplaatsen. Er pnen dus zittend heel wat mensen op dag vervoerd worden. Per jaar, Ivoeren de treinen ruim 187 miljoen Eigers. Biteraard moeten de spoorwegen wel B" blijven en de passagiers goed he pen. Mooie wagens en een snelle jistregeling. Ja, uiteïaard, dat bete- Ithier uit deze aard: dat er zeer veel jticuliere auto's en motoren in ge- pik zijn en dat de autobus ook een gewaardeerd vervoermiddel is. Al ünt de wet en de overheid de spoor- jgen, toch is gelukkig het concurren- felement niet uitgeschakeld. Wan- |r een vervoerbedrijf, bijvoorbeeld tram, weinig of geen concurrentie lit, dan kunt ge dat wel eens in de piening of in het materiaal bemer- 't Gaat maar om de „service" hè, 1 nu dat uitheemse woord eens te ge- (liken. 'ae gingen wij als kinderen nog per iin via Rotterdam naar Middelburg, een derdeklas coupé, met geel ge- 'de banken die lage rugleuningen Iden, zodat ge alle mensen door heel wagon heen kon zien zitten. In Mid- Iburg aangekomen was daar een lendelijke man die ons met de huif- kwam halen. Het werden dan daar ten onvergetelijke dagen in het lone Walcheren. In de winter was er wat minder aangenaam. Ook 'en in die tijd de wegen slecht, ar toch, van dat alles: niets, dan ids! Want in de winter legde de boer groot open vuur aan en blies er eens in met de lange „blaospupe". Dan wierp hij er weer wat grote blok ken hout op. En boven het vuur hing Sn grote ijzeren pot, waarin zoiets van ^t varken zat; natuurlijk een behoor- a|k stukje! ËKom ik nu in Walcheren dan zie ik #t men er met zijn tijd is mede ge- IS^n. Wie ontkomt daar ook aan? Nu Sdt de boer met de auto naar de stad soms ook daarmede ter kerke. Een ot deel van de nu levende Zeeuwen heeft het oude zeeuwse costuum ver vangen door de burgerkleding. De dorpen, ook op Walcheren, zijn niet meer zo geïsoleerd en in het alge meen verkeer is de burgerkleding blijk baar gemakkelijker. De heer Kodde, oud-burgemeester van Zoutelande, nu lid van de Tweede Kamer voor de S.G.P. houdt zich bij het oude en ver schijnt rustig in de Kamerzittingen in het Walcherse costuum. Ja, waarom ook niet? 's Lands wijs, 's lands eer. En hij weerstaat ook de verleiding om maar in Den Haag te gaan wonen. Dat zou ook niet goed zijn, een afgevaardig de moet onder zijn mensen blijven wo nen. Dat raakt de „band met de kiezers" Een voornaam beginsel! Of de heer Kodde ook nog een „pu- pekaste" bij zich heeft? Ik weet het niet. Ik vermoed: neen. Want wij spoe den ons met zoveel haast voort, en wringen ons door mensenmassa's heen, dat die vroegere piepe het toch zou af leggen. Maar toen, op Walcheren, had de boer een stenen goudse pijp, rechte steel, schuine kop. Om die met zich te kunnen dragen had hij een houten ge vaarte, rechte steel en schuine kop, dat ge op de kop kon open doen en dan paste de „pupe" er goed in en kon zo onderweg niet breken. Wanneer ge maar niet te wild deed, liet die goudse pijp met schuine kop zich ook op de beurs en de markt in Middelburg best gebruiken. En wie deed er nou wild, nietwaar? In de Segeerstraat aldaar woonde de oude oefenaar Ingelse. Hij ging zondags preken. Zijn vrouw dreef een kleine kruidenierswinkel. Zij zeer vriendelijk; hij zag er nog al nors uit. Maar zijn preken trokken veel volk en zijn lang in gedachtenis gebleven. Hij en zijn vrouw zijn er niet meer. Dat wil zeggen, zij zijn er wel, maar niet meer in dit ondermaanse. Waarnemer. Raadpleeg dan vooral tijdig het dokters- boek „In blijde verv/achting", geschreven door Dr. A.J. M. Lamers, Specialist-Vrou wenarts, met een rijkdom van weten be treffende geboorte en verzorging van baby's huldje. Dit hoogstaand boek is als gratis surprise gevoegd bij een STELLEND AM Vorige week hield de Ned. Ver. van Huisvrouwen haar maandelijkse verga dering. Mevr. V. Knobelsdorff opende deze met allen van harte welkom te he ten, in het bijzonder 3 nieuwe leden en de heer de Goede die deze middag een lezing zou houden. Na dit welkom wer den de jaarstukken gelezen; het eerst door de secr. mevr. Koese, die alles wat het afgelopen jaar gebeurd was de re vue nog eens liet passeren. Het was een boeiend verslag, wat door de pres, nog eens met nadruk onderstreept werd. Hierna kreeg de penningmeesteresse het woord, die wat het jaar 1959 betrof van een batig saldo gewaagde wat door de dames van de kascommissie werd bevestigd. Ook zij werd hartelijk be dankt, temeer daar zij het bestuur gaat verlaten. Zij kreeg voor haar vele werk een boekenlDon aangeboden, evenals ook mevr. Troost, omdat ook voor haar de beurt van aftreden was. Dan volgde verkiezing van 2 nieuwe bestuursleden. Er was bij het bestuur een candidate voorgedragen en door het bestuur was een tweetal gesteld dus de keuze was uit 3 candidaten. Mevr. Woudstra en mevr. Oosters werden gekozen die de benoeming aan namen. Na de pauze met het gebruikelijk kopje thee, kreeg de heer de Goede de gelegenheid om zijn lezing over Johnson produkt ente houden. Vroeger vertelde hij, wreef iedere huisvrouw meubels e.d. met bijenwas en terpentijn, waarbij de dames dan alles vooral goed insmeerde. Met de Johnson producten is dit niet meer nodig wat door de heer Goede met allerlei voorbeelden werd aangetoond. Hij verlootte nog enkele producten en hoopte dat dit in de toekomst dor al len mocht worden gebruikt. Na een dankwoord van de presidente werd de vergadering gesloten. In de op vrijdag 22 januari te Oolt- gensplaat gehouden gemeenteraadsver gadering, heeft burgemeester W. M. v. d. Harst in deze eerste zitting van het jaar de volgende nieuwjaarsrede uitge sproken. Dit is de eerste vergadering, welke wij in 1960 mogen houden. Opnieuw is een tiental jaren voorbij, waarin veel is gebeurd, en wij staan voor een volgend decennia, waarin wij vele veranderin gen zowel ten goede als ten kwade mogen verwachten. Het levenstempo is hoog. Er wordt ook een hoog bestuurstempo gevraagd. Niet alleen van het college van b en w, maar ook van de gemeenteraad om te komen met besluiten. De daarbij niet eenvoudige situatie is deze, dat zich rondom Elakkee velerlei veranderingen voltrekken, waarin de gemeenten worden meegetrokken. Het is zaak te zorgen, dat die veranderingen zich niet buiten ons om voltrekken. Starre bewegingloosheid van het ge meentebestuur kan in zo'n geval slechts schade doen, terwijl een zekere be- stuurscouplesse wonderen kan uitrich ten. Maatschappelijke ontwikkeling of zo men wil evolutie gaat over het alge meen niet snel en vaak schijnt het of er gedurende één jaar hoegenaamd niets is veranderd en alles bij het oude is ge bleven. Maar wanneer wij er ons eens even rekenschap van geven, dat het nog maar luttele jaren geleden is, dat wij in Ooltgensplaat gekregen hebben: een volledige riolering en een goed straten plan, automatisch telefoonverkeer, elek triciteit, de gehele „nieuwbouw', een geweldig koelhuis, vele nieuwe boerde rijen, doelmatige zeedijken met keer- sluis, een keurige kleuterschool, een dépendance van de Lever's zeep, een dam over de Hellegatplaten, om de voornaamste facetten te noemen, dan spreekt ons dat allemaal duidelijk aan en dan moeten wij toegeven, dat wij met onze verantwoordelijkheid staan in een belangrijk tijdsbestel, waarin wij onzes ondanks meemoeten. Dat bewijst ook het afgelopen jaar, in welks 7 raadsvergaderingen o.m. werd besloten tot het aankopen van de voormalige trambaan, de verbetering van de dorps entree aan de Langeweg, de bouw van een aula op de nieuwe begraafplaats, het meedoen aan de vaststelling van een struktuurplan, de kapitaalverstrek king voor 11 nieuwe woningwetwonin gen, de verkoop van gronden voor par ticuliere bouw die ook hier op gang begint te komen aan de Stoofstraat en Z.-Achterweg, de aankoop ter sane ring, van krotwoningen, terwijl ook in de particuliere sector het een en ander gebeurde, dat op een gezonde aanpas sing en ontwikkeling wijst. Ik noem daarvan de uitbreiding van bestaande en de bouw van nieuwe wa renhuizen voor de tuinbouw, de aanleg van omvangrijke boomgaarden voor de fruitteelt, de uitbreiding van kippen- farmen en de uitbreiding en nieuwbouw van winkelpanden. Bevolking neemt toe In deze vergadering is de vraag ge wettigd wat wij verwachten van de volgende tien jaren. Om te beginnen: geen verdere teruggang van de bevol king, thans bestaande uit 3033 personen, hetgeen 32 meer is dan het vorig jaar 1 januari. Om dat te bereiken is enige industrialisaüe nodig ter opheffing van de werkloosheid en tot stichting van een enerzijds bescheiden anderzijds toch vibrerende kern van aktiviteit, opdat wij niet over 20 jaar nog slechts de rol van slaapstee vervullen voor de pen delaars/arbeiders van Rotterdam. Ver volgens de brug, waarover alles al ge zegd is en toch het laatste woord nog niet is gesproken. Raadplegen wij het onder auspiciën van Ged. Staten uitgegeven rapport „Goeree-Overflakkee in de branding" van de plancommissie Flakkee een rapport dat beoogt (en ik benadruk dit) richtlijnen te geven voor de ontwikke ling van het eiland in de nabije toe komst i.v.m. de directe gevolgen van de afdammingen en de vaste oeververbin ding, wat blijkt dan? Dat de commissie zich allereerst rekenschap geeft van de huidige problemen alvorens een advies te geven. Die problemen komen hierop neer. 1 Als gevolg van de eenzijdige migratie is de bevollüng van Goeree-Overflak- Icee bezig relatief te verouderen, het geen leidt tot verarming van het eco nomische en maatschappelijke leven; 2 er heerst gemiddelde een aanmerke lijke strukturele werkloosheid, als gevolg van het achterblijven van de werkgelegenheid bij de groei van de beroepsbevolking, hetgeen wijst op een struktureel tekort aan arbeids mogelijkheden; 3 dag- en weekpendel van arbeiders naar bedrijven op het vasteland komt veelvuldig voor en is schadelijk voor het normale gezinsleven, terwql dit verschijnsel nog in belangrijke mate zal toenemen na het totstandkomen van de nieuwe verbindingen. Het advies is: tijdig doeltreffende maatregelen nemen o.m. bestaande uit het aantrekken van enige industrie, teneinde repercussies in de toekomst te vermijden Blijkens de zesde industrialisatienota is de regering van oordeel, dat nu juist in dergelijke situaties een regionaal in dustrialisatiebeleid geboden is, bestaan de in een stimulering van de economi sche ontwikkeling in die gebieden en daarmede van de werkgelegenheid. Zelf aanpakken!! Er zijn inmiddels in het afgelopen jaar 44 ontwikkelingskernen in Neder land aangewezen, hetgeen betekent, dat de industriële ontwikkeling in die ge bieden financieel door het rijk zal wor den gesteund. Daar is Flakkee niet bij, omdat men meent, dat er eerst goede verbindingen moeten komen, terwijl de plancommissie wijst op de noodzaak van tijdige voorzieningen, omdat over die brug alle arbeiders gaan weglopen. Mijne heren. Dit ter illustratie van de positie, in welke wij verkeren. Als het beeld van een toekomst, die wij voor Ooltgensplaat niet willen ons dui delijk voor ogen staat, en wanneer wij invloed willen houden op de ontwikke ling, die wij wensen, dan zullen wij in de wetenschap, dat het rijk die ont wikkeling vooralsnog niet financieel zal steunen, het zelf moeten doen. Dan zullen wij de kansen, die zich voor doen, moeten benutten en zelf het be leid moeten blijven bepalen. Het is van groot belang daarvoor begrip te vinden bij de instanties, die in de verte óók een mening over de ontwikkeling van Flak kee hebben en bovendien geroepen zijn tot goedkeuring der financiële gevolgen van plaatselijk getroffen maatregelen. Behalve verbindingen is er een twee de basis voor ontwikkeling: het ver krijgen van de nodige voorzieningen, welke wij de infra-struktuur noemen goede onderwijsinrichtingen, sport velden, winkels, verenigingslokalen, aantrekkelijke woningen enz. Het is een eis van sociale rechtvaardigheid, dat alle delen van het land een redelijke outillage hebben en het is een eis van praktisch verstand, dat men de ge wenste spreiding uit overvollle gebie den niet bij voorbaat onmogelijk maakt door een onvoldoende outillage. Ook op dit punt heeft de gemeenteraad een be langrijke taak te verrichten. Mooie collectenmaar geen gulden voor de straatbelasting! Wij zullen daarvoor alle krachten moeten inspannen, in het oog houden, dat wij niet de belangen van „de over kant" behartigen, maar de belangen van de eigen bevolking. Gebleken is, dat de inwoners tot grote offers in geld bereid zijn als het anderen betreft. Ik behoef daarvoor slechts te verwijzen naar de toch telkensweer verbluffende collecte-opbrengsten voor Roode Kruis, Kerkbouwactie, Röntgen-aparaat zie kenhuis, vluchtelingen hulp, Fréjus. en vooi? de Oostzaan ben ik ook niet bang, maar wanneer er een guldentje bij een plaatselijke belasting moet (b.v. de straatbelasting of de reinigingsrech ten) dan is Leiden in last en durft de raad wel eens niet aan. Deze vrees, heren raadsleden, is naar mijn vaste overtuiging ongegrond. Ik geloof zeker, dat men voor de eigen be langen ook een offer over heeft, als het ook werkelijk nodig is en men de be langen, welke op het spel staan, zelf ook duidelijk ziet. Vergeten wij daarbij niet, dat wie het geld geeft ook mee wil spelen. Daarom is het wellicht nuttig, wanneer niet alle geld van „Den Haag" verwacht wordt. En op dat guldentje komen wij nog weleens terug. Het is misschien goed, dat ik voor die tijd van ieder van U een verlanglijstje krijg, waarop alle wensen voorkomen, die U in de komende tien jaar door het gemeentebestuur gerealiseerd zoudt willen zien. Beste jongens en meisjes! Het laatste januari-raadsel heb ik maar niet moeilijk gemaakt. Dan kun nen jullie het werk weer vlug inzenden. Als jullie dagen lang moesten zoeken naar de oplossing, dan zou ik niet gauw jullie brieven hebben. Hier is het nieu we raadsel, JANUARI-RAADSEL 4 1. X 2. X 3. X 4. X X X X X X X 5. X 6. X 7. X 1. Letter; 2. Wiens.in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren; 3. Plaats waar Eliza doortrok en waar hij een opperkamer kreeg (2 Kon. 4); 4. Tijd waarin we nu nog leven, maar die haast verstreken is; 5. Rivier in Da mascus (2 Kon. 5); 6. „Bid en werk" is in het latijn: et labora; 7. Letter. Op de kruisjeslijn naar beneden komt hetzelfde woord als gevraagd wordt bij 4. BRIEVEN Elly N. Rotterdam. Dat mag best hoor dat je zus een beetje helpt. Dan leert ze er ook nog wat van. Heb je dat papier expres gekregen om aan mij te schrij ven? Vind je Frans zo gemakkelijk? Ik denk, dat het wel een beetje moeilijker zal worden. Maar goed je best doen. Straks schrijf je nog een hele brief in het Frans. Katy V. d. J. St. Philipsland. Heb je de bof niet meer gehad? Zo niet, dan heb je geboft. Had je maar één zesje op je rapport, en was het andere er boven? Dan gaat het goed. Wil ik eens raden waarvoor je die zes hebt? Ik denk voor schrijven. Schrijf volgende keer maar of ik gelijk heb. Wim M. Den Haag. Ik had het al voelen komen, dat jullie zouden ophou den. Ik begrijp dat het te druk voor je wordt, Wim. En Nelie alleen, dat valt ook niet mee. Het is geen praatje van je, als je schrijft, dat je het met lust gedaan hebt. Ik weet het zeker, want dat is altijd wel gebleken. Hoe vaak heb je vrijwillig opstellen gemaakt, maakt nietwaar? Het ga je goed, Wim en Neliis; ook mijn beste wensen voot: het verdere leven. Hannie v. d. G. Ridderkerk. Er zijn nog sterke banden met Flakkee, al wo nen jullie er niet. De familiebanden zijn sterk, nietwaar? Je brief is deze keer duidelijk geschreven, Hannie. Voor de Hemava wordt veel bij eikaar gegaard; dat heb ik laatst nog gelezen. Had jij een eervolle vermelding? Je hebt mis schien een straat met rijk volk! Jaap S. Sommelsdijk. Heb je toch al les gekregen van de zondagsschool? Ze hebben jou toch niet vergeten? Die jon ge duif is haast zo groot als de oude, denk ik. Als het beest geregeld uit- vliegt, zal het de buurt wel zo verkend hebben, dat het niet meer zal verdwa len. Jannie de V. Nieuwerkerk. Had je niet op een prijs gerekend? Dan was het een echte meevaller. Fijn zeg, zo'n mooi rapport. Het gaat steeds vooruit. Het bakken van oliebollen konden ze wel aan jou toevertrouwen, want jij hebt verstand van bakken en braden en koken en., noem maar op. Wat zullen jullie gesmuld hebben! Emmie D. Herkingen. Mooie cijfers, hoor! Houd zo maar vol. En wat heb je een uitvoerig programma geschreven! De hele bijeenkomst zal wel mooi zijn geweest. Hebben de kinderen goed ge- vongen? En waren de vertellingen mooi? Ik denk, dat er veel belangstel ling was. Liedy M. Oud Beijerland. Het is een dag na jouw verjaardag, hoor! Hoe gaat het met kleine Piet? Ik hoop -van goed. Als die kleintjes gezond zijn, zie je telkens verandering. Wat heb jij de laatste weken van het jaar veel moeten doen, zeg! Heb je alles er goed afge bracht? Beppie D. Herkingen. Leuk, om nog eens een briefje van je te ontvangen. En je hebt alles goed uit de doekjes ge daan, hoor! Ik vind het best. Het moet niet een gedwongen zaak zijn. Het is alles vrije wil. Dank voor je briefje en de duidelijke uitlegging. Greet je M. Oud-Beijerland. Je hebt je laatste blaadje van je postpapier goed vol geschreven, hoor! Er was ook heel wat te schrijven. Vijftien gulden win nen, is geen kleinigheid. Je rapport is aardig op peil gebleven; het gaat zelfs in opwaartse richting. Weet je wat ik een mooie vooruitgang vind? Die voor gedrag! Tannie G. Ouddorp. Ik kan het goed begrijpen, dat je het zat wordt. Op jouw leeftijd is het al welletjes geweest, nietwaar? Nu zal het niet lang meer du ren en dan heb je het gehad. Als die dieven van het eiland vertrekken, heb ben ze op andeer plaatsen er weer last van. Het was beter dat ze achter slot en grendel terecht kwamen. Jaap T. Ouddorp. Ik kan het aan je schrijven zien, dat het bedtijd werd. Je letters staan er een beetje slaperig bij; ze vallen haast om van de slaap, 't Was goed dat moeder je naar bed stuurde en goed, dat je werk weer in orde was. Hettie K. Sommelsdijk. Je doet goed je best op school, hoor! Dat zie ik wel aan je cijfers. Toen je schreef, moesten er nog drukke dagen komen. Nu is dat alles weer al een poos achter de rug. Is alles naar wens verlopen? Jan en Sjaan T. Ouddorp. Ik weet het Jan, dat het blokken is voor het mid denstandsdiploma. Je krijgt het niet cadeau, hoor. Kun je de studie toch bij houden? Tanden op elkaar, jongen! Gaat het bij jullie maar slapjes, Sjaan? Dat is niet zo leuk, hé? Dan gaat het mooie er zo af, vind je ook niet? Nog een rukje, dan is het gedaan, moet je maar denken. Sjaak van D. Zoetermeer. Heel goed, dat je je krachten gegeven hebt voor de vertaling. Ik hoop er volgende week wel op terug te komen. Jaap K. Sommelsdijk. Wat heb jij een mooie tekening gemaakt. Jaap! Ik kan begrijpen dat je er een dikke ze ven voor krijgt op je rapport. Nu moet je het cijfer voor schrijven ook nog eens een duwtje geven, hoor. Als je mooi kunt tekenen, kun je mooi schrijven ook. Probeer het maar eens. Goed oefe nen, elke avond een kwartier. Allemaal. Ik ga er nu weer een punt achter zetten. Het is voor deze week weer genoeg. Wat ik nog moet zeggen, begrijpen jullie wel, en dat is: Inzen den! Ja, zo ver is het al weer. De op lossingen van de januari-raadsels kun nen weer verzonden worden naar het bekende adres. Na de hartelijke groeten blijf ik in afwachting, jullie Oom Ko. Laat ons de komende tien jaar van groei naar een vastelandsituatie voor ogen houden, dat wij Ooltgensplaat slechts kunnen behouden door het met verstand tevernieuwen. Zoals Potgieter het zei; slechts vernieuwing kan be houden, achter raakt, wie stil blijft staan. Mijne heren, indachtig het gezegde, dat men een goede preek beter kan houden met de daad dan met de mond, wil ik mijn nieuwjaarsrede besluiten om over te gaan tot de behandeling van de agenda. Ik doe dat met de bede, dat de Heere God U in de belangrijke beslissingen en in het dagelijks leven moge begeleiden en zegenen en vooral ook, dat Hij door Zijn Heilige Geest U moge inspireren tot het vinden van de juist houding tegen de achtergrond van deze dyna mische tijd. Dankwoord Als oudste raadslid dankte de heer K. van Oostende namens de raad voor de gesproken woorden en de toegedach te wensen. We hopen in de „crisis" staande te blijven, aldus spreker, die daarmee doelde op de werkloosheid. Van industrie is nog niet veel te be merken, al was spr. overtuigd dat b en w niet stil zaten. Hij besloot met de beste wensen voor de burgemeester en zijn gezin, waarbij hij de wens uitsprak dat God zijn zegen over de arbeid in 1960 zou gebieden. MIDDELHARNIS-SOMMELSDIJK Padvinders-propaganda-avond. Het Ned. Padvinders Gilde, afd. Mid- delharnis-Sommelsdijk, organiseert een propaganda-avond op donderdag 4 febr. 1960 in „'t Diekhuus" Zandpad 40, Mid- delharnis. Alle belangstellenden zijn hartelijk welkom. Aanvang 7 uur. Prijs 0,75, Programma's tevens bewijs van toe gang, verkrijgbaar bij mej, J. Joppe, Hoflaan 69, Middelharnis. OUDE TONGE Kerkdienst. A.s. dinsdagavond 2 febr. 7 uur hoopt ds. P. Blok van Dirksland voor de Geref. Gemeente een herden kingsdienst te houden inzake de ramp van I febr. 1953. Men hoopt dan een extra collecte te houden voor de nood te Oostzaan. THOLEN Hoogwater in de week van 31 jan. t.m. 6 februari 1960. Z. v.m. 5.50 uur en nam. 6.17 uur; M. v.m. 6.33 uur en nam. 7.05 uur; D. v.m. 7.21 uur en nam. 7.45 uur; W. V. m. 8.00 uur en nam. 8.28 uur; D. v.m. 8.45 uur en nam. 9.20 uur; V. v.m. 9.40 uur en nam. 10.18 uur; Z. V. m. 10.45 uur en nam. 11.35 uur; donderdag 4 febr. Eerste Kwartier te 3.27 uur. 13 "Jos", sprak de boswachter, „ik heb Pt wel eens jammer gevonden, dat je Ife" "'^swachter kon worden zoals al- tSin^^" ons geslacht vóór ons geweest f da i"^^^ moeder, die veel wijzer was I hl\. '^^^'^t anders over en ge- l^m °P Oldenborn f yntner boswachter zijn geworden lenmm als je vader het lang meer zal |«ven." rl^"'^'^ keerde de jongeling het hoofd f M en veegde zijn tranen weg. „Hebt I twist gehad met de landheer, vader? f-ï """^.^n ook iets gemerkt te hebben f|«n mijnheer Beverman, want toen hij tegen de avond op ons kantoortje kwam was. hij stil en afgetrokken, en hoewel er veel werk lag, had hij geen lust meer, een enkele letter te schrijven. „Leg maar neer, Jos," sprak hij „en kom maar een uurtje mee naar de huis kamer; misschien, dat ik dan de Olden- borner kwesties wat uit mijn hoofd kwijtraak. „Ik wilde uit bescheidenheid niets vragen," ging Jos voort, „trouwens de oude heer vertelt mij doorgaans toch wel wat hem hindert, maar deze keer heeft hij niets gezegd. Eerst toen ik een uur geleden opstond om naar hier te komen, greep de oude heer mijn hand en zei: „Jos, als je straks thuiskomt en je vader vertelt je mogelijk onprettig nieuws, blijf dan bedaard en zeg hem uit mijn naam, dat hij moet trachten kalm te blijven en liever onrecht te verduren en zich te schikken naar de omstandigheden, dan een nutteloos ver zet te bieden, dat toch voor hem op een nederlaag moet uitlopen „Kalm blijven, zich schikken in de omstandigheden; geen nutteloos verzet plegen, ja, ja, dat zou zeker de ver standigste manier van handelen zijn in mijn geval," mompelde de jager en een schampere lach ontsierde zijn gelaat. „Luister eens even, Jos", ging hij met doffe stem voort, „dan zal ik je mede delen, hoe het komt, dat je vader geen hoofdboswachter meer is op de Olden born." De boswachter vertelde thans bijna woordelijk wat hem in de werkkamer van de landheer door deze was toege voegd, en zelfs de oude Trui steeg het bloed naar de wangen van ergernis over de handelwijze van de heer van Riekum tegenover de altoos zo plicht- getrouwe boswachter. En Jos? Hij ken de en vreesde te zeer zijns vaders drif tig, opbruisenend temperament om niet te weten, dat deze zulk een vernede rende behandeling onmogelijk zou kun nen beantwoorden met kalm zijn gang te gaan en er zich rustig bij neer te leg gen. Hoewel het hart van de jongeling nog zo vol was van verdriet over de dood van zijn moeder, dat er straks bijna geen plaats was voor andere gedach ten of gevoelens, moesten op dit ogen blik zowel zijn verdriet, als zijn voor nemen om zijn vader te kalmeren, wij ken, voor de toorn, die wild in zijn aderen opbruiste. „En hebt U die bleke, trotse aristo craat uw uniformpet niet voor de voe ten gesmeten? Hebt U hem niet met enkele woorden te verstaan gegeven, dat de tijd der lijfeigenschap al lang voorbij is?" De donkerblauwe ogen van Jos Wen- dels fonkelden, en de oude Trui schrok, toen ze zag, hoe opmerkelijk hij thans op zijn vader geleek. De boswachter echter was nu Kalmer dan daarstraks; 't deed hem inwendig goed, toen hij bemerkte, hoe zijn jon gen de belediging voelde, die hem was aangedaan, doch er was iets in Wendels dat hem waarschuwde, de hartstocht van haat en wraakzucht bij de jongeling niet op te wekken „Wat jij daar aanraadde, had ik wel kunnen doen, Jos, doch daarmee had ik de heer van Riekum volstrekt niet in 't harnas gejaagd. Denk je", ging de jager bitter voort, „dat hij er zich iets van zou hebben aangetrokken, al had ik hem ook aanstonds de dienst opge zegd? En weet je, wat dat voor ons voor gevolgen zou hebben? Allereerst, dat ik er mijn traktement bij verspeel, doch dat zou nog niet het ergste zijn, want wij kunnen het best enige tijd zonder dat stellen, maar binnen enkele dagen ons oude jachthuis verlaten en dan geen voet meer mogen zetten op de Oldenborn, zie, dat schoot mij juist door de gedachte, toen ik vanmorgen mijn vingers voelde tintelen." "Treurig en somber ging de avond voorbij en veel woorden werden er niet meer gewisseld; 't scheen wel, dat ieder aan zijn eigen gedachten genoeg had. Trui begon te dommelen op haar stoel, en 't vuur in de haard was uit gegaan, omdat niemand er meer een houtblok had opgeworpen. De oude Schwarzwalder klok sloeg negen uur, en de ingeslapen vrouw schrok wakker. „Zal ik het avondeten maar opschep pen, baas Wendels?" vroeg ze. En toen deze met een hoofdknik zijn toestem ming gaf, wierp Trui nog even een on derzoekende blik in de ijzeren pot, die aan een blank geschuurde ketting bo ven het smeulende vuur hing en zette de borden op tafel. Zwijgend en met weinig eetlust werd het avondmaal genuttigd en geen half uur later waren de bewoners van het jachthuis aan de bosrand ter ruste ge gaan; doch noch de boswachter noch diens zoon konden vóór middernacht de slaap vatten, omdat in beider hart de wraakzucht woelde. De toorn des mans werkt Gods gerechtigheid niet. V. Ruw en onstuimig was het begin van de novembermaand, geweldige stormen loeiden boven de Oldenbornse bossen, en de krachtige rukwinden hiel den duchtig huis aan de noordkant van de bezitting, waar, door de onverstan dige handelwijze van de nieuwe land heer, de zware, sterke bomen waren geveld, die daar reeds zovele hevige stormen hadden getrotseerd, en die een machtige bescherming vormden voor het daarachter liggend houtgewas. De rentmeester kon niet nalaten de landheer er op te wijzen, dat indien destijds geluisterd was naar de raadge ving van boswachter Wendels, men dan hoogstwaarschijnlijk deze belangrijke schade niet had behoeven te boeken. Enigszins ongeduldig haalde de land heer bij deze opmerking van zijn rent meester de schouders op, teïwijl hij ant woordde: „'t Is mogelijk, dat wij er thans enige schade van hebben, doch 't werkt mijn plannen met de ontbossing van de Ol denborn uitstekend in de hand." „Maar mijnheer, geloof mij toch," merkte de rentmeester nog op, „de bo dem Is niet geschikt om er bouwgrond van te maken; vraag er iedere boer hier in de omtrek naar, en U zult van allen ten antwoord krijgen, dat de ar beid, daaraan besteed, nimmer de on kosten kan goedmaken." „Juist, juist, mijnheer Beverman, dat zullen de domme boeren wel zeggen, omdat ze niet het minste verstand er van hebben om hier de bodem behoor lijk in cultuur te brengen, doch een man van enige studie vraagt geen raad aan mensen, die hun tijd minstens een eeuw ten achter zijn; laat U dat eens en voor altijd gezegd zijn, rentmeester." En de heer Beverman hield het zich voor gezegd; hij begreep, dat de land heer het zich nu eenmaal in het hoofd had gezet, van het met bos begroeide landgoed een modelboerderij te maken en dat niemand hem dit idee uit het hoofd zou kunnen praten. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1960 | | pagina 5