luvriDEn-tiiEuws Brandweer Stellendam en Goedereede hield geslaagde Forum-avond oTOLOEMBORN Veel praktische vragen Voorbeeld tot navolging Ook in de winter dagelijks groente! Wedstrijd persoonlijk Schaakkampioenschap San balm Camerakeuze /4 V. blad Vrijdag 22 januari 1960 No. 2862 ITHÉÏ Ih één nacht Üy( handen gaaf en zacht handcrème ENTREE' •n over FOTO - ROTSMA potplanten Maak korte metten met Uw brandend maagzuur. *^uy ooqartó bezocht bij KEUVELAAR uw BRIL gekocht z. Onze moedertaal. De start. 0e spelling:. Het kerkkoffertje. Weer schuin schrijven. Mijne moedertaal is de schoonste taal, Die houd ik steeds in ere. Het wordt de laatste jaren wel fleiüjk haar in ere te houden nu er Ik een ontstellend taalbederf plaats left. Men kan bij een of ander tech- sch onderwerp of wel bij het uiteen- ■tten van een ingewikkelde omstan- gheid wel eens uitheemse aanduidin- nodig hebben, maar als regel mag ivan een goed vaderlander verwacht Ivorden dat hij Nederlands spreekt. Ipaar behoeven wij ons toch niet on prettig bij te gevoelen. Er is een tijd [«weest dat Holland beroemd en ge- iïieesd was bij de andere naties. Het Iwas onze bloeitijd; de godsvrucht droeg rjiet weinig bij tot onze goede beoorde- ,ng in het buitenland. Waar is die tijd gebleven? Van hoofd zijn we nu tot staart ge- rorden en wij sloven ons uit in het luitenland ons aanpassingsvermogen 'aan vreemde zeden en leef- en spreek wijzen te laten zien Het schijnt ook tot de omgang van welopgevoede mensen te behoren vsel woorden uit een andere taal te gebrui ken; dat behoort tot de „bon ton" zo de fransman zegt. Ik begrijp dat men in het verkeer der volken niet eisen kan dat de anderen hollands spreken; maar hier te lande en onder elkaar spreekt een hollandse jongen zijn moers taal. ;n dat wij iets van frans, duits of en- 'els geleerd hebben behoeven wij niet e laten horen, wij veronderstellen het ;aarne van elkander. Had ik gedacht voor dit standpunt mbetwist de steun te mogen genieten ran b.v. heel de onderwijswereld, ik jen daarin al weer teleurgesteld. Uit ïngeland is ons het „week-end" en de ,start" overgewaaid en deze woorden (jorden dankbaar gebruikt inplaats van ;e spreken over het einde van de week ;n bij „start" over begin of aanvang. 3et correspondentieblad „De Christe- ijke Onderwijzer" althans bestaat het )m in het nummer van 10 september 1.1. een hoofdartikel getiteld De Start te schrijven en daarin tien maal het engel se woord „start" te gebruiken. Met de ititel klopt dat wel, maar van een ne- derlands onderwijsman had ik meer liefde voor de taal van z'n eigen volk rerwacht. Het artikel heeft lang in mijn portefeuille gelegen, nu moet het ;r maar eens uit. Ik ben er nog steeds 'verontwaardigd over. Op spellinggebied hebben er ook veel kwaliteit voor 145,—I I voor 175,-1 voor 245,-1 voor 245,-1 voor 295,-1 voor 295>— I voor 295,— I voor 295,— I voor 645,— I I voor 415,-1 v.af f 5,-| •OON 83680 boekje: EN KEES r het BoeK der Vrije Veranderingen plaats gegrepen, er zit reinig lijn meer in, het komt meen ik Ihierop neer: schrijf maar zoals je praat. iDaar kom ik tegen op; er is een spreek- naal en een schrijftaal en onze taal is veel te mooi om zo mishandeld te wor den. De taal leeft, akkoord, maar dan moet er een goede regel voor de spel- lling zijn, door allen aanvaard. In ge- Inoemd blad is de letter c in verachting Igeraakt, ik lees b.v. van konklusie, pfunktie, proses, kamouflage enz. Er is op taalgebied nog nooit zoveel Iverwarring geweest als thans. In de 'aanduiding van de geslachten der woorden hoort ge niet meer wat man- .nelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Ge Ikunt vaak geen onderwerp meer van ■lijdend voorwerp onderscheiden; dat jlijkt mij een grote verarming van de |taal. Er schuilt daarachter zekere onrust jvan de mens; wij zijn ongedurig ge lworden. Voor een rustige toepassing Ivan fraaie woordvervoegingen hebben jwij eigenlijk geen tijd meer, wij menen jalthans daar allemaal geen tijd voor te I hebben. Ook hebben wij geen „zin". Dat I laatste zal wel de doorslag geven. Onrustig en gejaagd is onze levens gewoonte geworden. Alsof wij direct mede moeten in een of ander stalen gevaarte om naar de maan geschoten te worden. In de techniek worden gro te vorderingen gemaakt; in de schei kunde evenzo. Veel verandert er. Moet nu mijn Bijbel ook al verande ren? Een Nieuwe Vertaling die veel ge breken vertoont of wel andere woorden gebruikt die helemaal niet anders be hoefden te zijn. En de psalmen kunnen zo ook niet blijven, zegt men; er zijn dus al vijf of zes nieuwe berijmingen. Plus nog een paar honderd liederen,i waaruit de kerken nog een vaste keuze moeten doen. Las ik onlangs niet van een „kerkkoffertje?" Er ging een mijn heer ter kerke met een koffertje boe ken. Zeker, zei hij, dat heb ik allemaal nodig, ik weet niet welke bijbel er ge lezen zal worden, of welke psalm-, ge zang- of liederenschat ons ter kele zal moeten uitwellen. Ik ben onrustig. En ik weet niet. Ziedaar de mens van de jaren 1950 tot 1960. Ik weet het ook niet, zei de kleine scholier. De grote mensen schrijven al lemaal schuin, dat mocht niet meer, zei mijnheer voor de klas, wij gaan druk- letters schrijven. Dat is veel mooier. En nu is het weer veranderd, nu gaan de scholen weer aan de kinderen leren schuin te schrijven, want daar zit meer karakter in. Schrijver van deze bijdrage verheugt zich over deze terugkeer tot het schuine schrift. Nu zal hij toch weer vlug en vlot aan zijn kleinkinderen die erg lief zijn kunnen schrijven. Dan kun nen zij zeggen, (naar ik verwacht) „als jeblieft, daar heb je een brief van opa. Heb je daar van terug?" Waarnemer. uit meer dan 100 stuks. Vanaf 14.— tot 1000.—. Dinsdagavond is te Stellendam door de plaatselijke brandweer en het corps van Goedereede een Forum-avond gehouden in de Chr. Nat. School. Hierbij was ook vertegenwoordigd de Jeugdbrandweer, bestaande uit negen flinke Stellendamse jongens, die zeer aktief bleken en ook een aantal vragen in brachten. Burgemeester Knobelsdorff toonde ook belangstelling en later wet houder Moyses met de gemeente-secretaris de heer Woudstra. Als forumleden traden op de heer Bienefelt, commandant van de Sommelsdijkse brandweer en de heer H. Kuiper, die zijn sporen op dit gebied ook in de B.B. heeft verdiend. Deze twee heren hadden heus geen gemakkelijke taak, want de vragen die zij kregen te beantwoorden waren soms zeer ingewikkeld, dat zelfs het wetboek voor de Brandweer er aan te pas moest komen. Het werd een zeer leerzame avond waar werkelijk wat viel op te steken en er waren zoveel vragen, dat ze niet eens alle konden worden afgewerkt. Het was de eerste keer dat een fo rum-avond voor de brandweer op ons eiland werd gehouden en de voorzitter brandweer-commandant L. Visser sprak in zijn openingswoord de wens uit, dat deze proef zou slagen. Er waren reeds enige schriftelijke vragen ter tafel ge deponeerd en hij twijfelde niet of deze zouden in de loop van de avond worden aangevuld en door de deskundige fo rumleden tot genoegen worden beant woord. De eerste vraag was van een lid van het jeugdcorps: wie moet de eerste straal bedienen, als no. een en twee aan het redden zijn. De heer Bienefelt gaf bij het ant woord eerst een uiteenzetting over het aflegsysteem waarbij ieder zijn plaats weet. Spr. schetste hoe vroeger de com mandant met groot geschreeuw de man nen aan 't werk moest zetten bij een brand met het aflegsysteem weet ieder zijn plaats en heeft de comman dant meer vrijheid om zich met de brand te bemoeien. Een en twee be dient de eerste straal; zijn die er niet dan is het de taak van no. 6 en 7 (daar no 4 en 5 bij de verdeelstukken staan). Wel is het zo, wanneer 1 en 2 terug komt van .het redden, moeten ze niet de taak van 6 en 7 zonder meer oveme- VOORLICHTINGSBUREAU y^^jJloH- VOOR DE VOEDING Zijn wintergroenten minder gezond dan zomergroenten? Vele huisvrouwen beschouwen sla, tomaten, spinazie en andere zomergroenten als de gezondste, vitaminerijkste van ons gehele groente assortiment; voor de wintergroenten hebben zij aanzienlijk minder waarde ring. Toch zijn ook de wintergroenten wel degelijk rijk aan vitamines en voe- dingszouten. Van kropsla b.v. niets dan goeds, maar wist U, dat er niet meer vitamine C in zit dan een derde van de hoeveelheid die we in veldsla aantref fen of in een rodekoolslaatje? Vooral de donkergekleurde delen van blad groenten en groenekool bevatten veel vitamines en mineralen. .Daarom ma ken we deze groenten niet al te royaal schoon. Ook gekookt slaan de wintergroenten vergeleken bij de zomergroenten geen slecht figuur, noch in voedingswaarde, noch in smaak. Wel is het zaak om aan de bereiding van kool, uien, prei, kool raap e.d. niet minder zorg te besteden dan U zou geven aan het koken van de fijnere groenten. Het gebruik van tuin- kruiden (zoals peterselie en selderij) en van specerijen (kruidnagel, foelie, noot muskaat of laurierblad) kan U hierbij helpen. Kruiden en specerijen Fijngesneden peterselie- en selderij- groen niet laten meekeken, maar op het laatst door de groente of groentesaus mengen. Smaakt uitstekend met winter peen, koolraap, knolselderij maar ook met spruitjes, savooiekool en witlof. Nootmuskaat of foelie: over koolraap, spruitjes, savooiekool, schorseneren en Grote sortering in de kas voorradig. Bloemenmagazün B. VISKIL Telef. 2438 Middelharnis witlof; Kruidnagel, peper en/of laurier blad: bij koolraap, rodekool en bieten. RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN: Vienschotel met kaas IV2 kg aardappelen, V4 a 1 kg uien, zout, 4 eieren, 100 g pittige geraspte kaas, boter of margarine, peper of nootmus kaat, paneermeel of peterselie. De aardappelen en de uien schoon maken en schillen. De uien in snippers snijden en in een deel van de boter of margarine gaar- maar niet bruinbak- ken in een gesloten pan. Zout naar smaak toevoegen. De aardappelen gaar koken in weinig water met zout, afgie- ten en in blokjes snijden. Een vuurvaste schotel invetten en de aardappelen en uien laag om laag erin schikken. De eieren loskloppen met een paar lepels water of melk en de geraspte kaas en desgewenst peper of nootmuskaat er door roeren. De eimassa over de aard appelen schenken en eht geheel boven op het fornuis of in de oven ongeveer 15 minuten zachtjes verwarmen tot het ei gestold is. De peterselie zeer fijn snijden en op het laatst erover strooien. Bij gebruik van de oven het gerecht tevoren bestrooien met paneermeel en er hier en daar klontjes boter of mar garine op leggen. Slaatje van savooiekool en wortel (en taugé) 250 g savooiekool, een winterwortel van ongeveer 125 g, olie, azijn, suiker, zout (aroma), desgewenst 100 g taugé. Van olie, azijn, suiker, zout (en aro ma) een sausje maken. De kool en de wortel schoonmaken en wassen. De kool zeer fijn schaven of raspen, de wortel grof raspen of fijn snijden. (De taugé in ruim water wassen. De bovendrij vende zaadhuisjes verwijderen, evenals de bruine worteltjes). Kool, wortel (en taugé) met de slasaus dooreenmengen. Het slaatje zo nodig verder op smaak afmaken en desgewenst garneren met een weinig mayonaise of slasaus. men, maar zich eerst melden bij de be velvoerder. Dan was er een vraag van Goeree: Hoe blust men een veenbrand? De heer Kuiper antwoordde dat dit op Flakkee niet zal voorkomen, omdat er weinig veen is. Spr. zette uiteen, dat laagveen minder brandbaar is, omdat het met water verzadigd is. Hoogveen brandt soms zeer sterk en begint ge woonlijk bij een bos- of heildebrand, die vanaf de brandtorens wordt vast gesteld. Dan wordt ingegrepen met soms 4 a 5 brandweren tegelijk. De hei debrand wordt geblust door uitslaan met takken en het smeulen van het veen onder de grond zoals dat in Drenthe voorkomt, door met een drag line een diepe sleuf te graven. Dan werd door de heer Bienefelt de vraag beantwoord wat een waterka non is en waarvoor het wordt gebruikt. Spr. noemde het een straalpijp in het groot, die wordt vastgezet en met tand- wieloverbrenging richting wordt gege ven. Op z'n minst wordt er 200O liter water per minuut mee weggeschoten, waarom het kanon alleen te gebruiken is bij open water en meest op blusbo ten of ook wel op zeeschepen is ge plaatst. De heer Kuiper beantwoordde de vraag „hoe blust men een gasdepót". Spr. noemde dit gevaarlijk blussen; ei genlijk zou er in alle depots een sprink lerinstallatie moeten zijn (zelfwerkende blusmethode). Dhr. Kuiper gaf de raad in de omgeving alle ramen open te la ten zetten bij geval van e.v. explosie; trachten de niet brandende flessen er uit te slepen en met een gebonden straal het vuur tegen te gaan. Interessant was de vraag, hoe een neergestort vliegtuig (straaljager met munitie aan boord) te benaderen en te blussen. Het is gelukkig op ons eiland niet voorgekomen, maar het kan gebeu ren. De heer Bienefelt gaf de raad al tijd van achteren benaderen en blussen met schuim of met een CO. 2 apparaat. Als een gekantelde benzine-auto in de fik gaat b.v. midden in een dorp, werd de raad gegeven het terrein op grote afstand door de politie te laten afzetten, roken verbieden; de wegstro mende benzine afdammen met zand en vooral zorgen dat geen brandende ben zine in de riolering loopt. Blussen met lage druknevel is de beste methode. Punt van discussie Een punt van discussie bracht de vraag: Hebben brandweermannen vrije toegang tot brandende en belendende percelen. Hierbij werd art. 6 van de Brandweerwet nageslagen. De heer Bienefelt merkte op, dat men tot alle gebouwen, als het geen woning is, toe gang heeft; als het een woning is, kan de bewoner weigeren, b.v. slangen door zijn huis te leggen. Spr. meende dat de commandant dan van de burgemeester of diens waarnemer machtiging moest krijgen. Wel moet er dan binnen een bepaalde tijd procesverbaal worden op gemaakt. Meestal staan de bewoners echter toe, hun huis te betreden. Er waren echter leden die meenden dat een andere interpretatie aan dit wets artikel kan worden gegeven en bewo ners van belendende percelen beslist toegang konden weigeren. De voorz. de heer Visser zou bij zo'n voorkomend ge val de straalpijp op zo'n weigeraar zet ten en een proefproces uitlokken. Een juiste uitspraak was er niet over. Over de B.B. kreeg de heer Kuiper een vraag, n.l. of deze organisatie van opzet niet te groot is, gezien vaak blijkt dat het niet goed werkt. De heer Kuiper merkte op, dat er veel kritiek op is, maar wanneer goed geoefend wordt, rampen effectief kunnen worden be streden. Het ligt er maar aan wie kringhoofd is en de organisatie goed wordt geleid, Spr. meende dat ieder moest meewerken in de B.B. ook de brandweren om een e.v. calamiteit met succes te kunnen bestrijden. Samenwerkende brandweren Op een vraag of er voldoende samen werking was tussen de Flakkeese brandweren (waarbij werd gezegd: wie het eerst komt, wie het eerst maalt) gaf de voorzitter tot antwoord, dat de plaat selijke brandweer is aangewezen om branden op eigen gemeentegrond te blussen. Die betreffende gemeente moet ook de kosten betalen. Komt het voor dat b.v. een landbouwschuur in een bepaalde polder in brand staat en men belt de verkeerde (dichtsbijzijnde) brandweer op, die niet in zijn domini- cilie thuis hoort, is het te prijzen dat deze direct uitrukt en begint te blussen. Maar komt nadien de brandweer dan uit de plaats zelf, achtte spr. het ge wenst, dat de blussing dan wordt over gedragen. Een doel moet er zijn bij de brandweer: „de naaste helpen" aldus de heer Visser. Hij dacht aan gevallen te Kralingen, (Sommelsdijkse grond bij Dirksland); Goedereede en Stellendam hebben een afspraak elkaar te helpen met gesloten beurzen. Als er goede sa menwerking is, zal het geen moeilijk heden geven, aldus spreker. Nevelspuit en magyrusladder De noodzaak van aanschaf van een nevelspuit en een M'agyrus-ladder voor het hele eiland kreeg het forum ook te beantwoorden, waarbij werd gezegd, dat dit zeer dure apparaten zijn. Een nevelspuit is een kostbare zaak, waar bij eigenlijk beroepsmensen op thuisho ren, die ieder ogenblik moeten klaar staan. Dit zou voor ons eiland te kost baar worden, want grote branden ko men gelukkig niet veel voor. Een ne velspuit is bovendien alleen maar gun stig bij het begin van een brand, al zou deze, in plaatsen waar watergebrek is, enorm goede diensten kunnen be wijzen. Wat aanschaf van een Magyrus-lad- der betreft, is deze onmisbaar bij hoog bouw, wat op ons eiland niet voorkomt. Een dergelijk apparaat zou echter wel nodig zijn b.v. bij een brand in het zie kenhuis te Dirksland en het bejaarden huis „De Goede Ree" te Sommelsdijk. Dit punt bleken de brandweercomman danten onderling meer dan eens te heb ben doorgesproken, hoewel er tot heden geen maatregelen voor te zijn getroffen, die volgens de forumleden toch zeer beslist noodzakelijk waren. Tenslotte werd nog besproken hoe hoe een elektrische centrale te blussen en hoe men te werk moest gaan, wan neer bij een patatbakker brand komt, die met propaangas werkt. Wegens het late uur moesten meerdere vragen tot een volgende samenkomst worden ver schoven. De avond werd besloten met een toe spraak van burgemeester van Knobels dorff, die met stijgende belangstelling het vraag- en antwoordspel had ge volgd. Zowel de senioren als de ju nioren geven blijk zich in het brand- weerwerk te willen bekwamen, en spre ker vond het een goed initiatief een forum-avond als deze te houden, die zeker dient te worden herhaald. Commandant Visser dankte de corps- leden dat zij met zoveel praktische vra gen waren voor de dag gekomen en de forumleden dat zich voor de beant woording hadden beschikbaar gesteld. Het was niet alleen een leerzame, maar ook een zeer gezellige avond, waartoe bijdroeg dat voor koffie, gebak en de nodige rokerij was gezorgd. Eén of twee Rennies - gesmolten op üw tong - en alle overtollig zuur is geneutraliseerd. Weg pijn en nooit meer angst voor de gevolgen van een smakelijk maal. Met Rennies achter de hand kunt U zonder zorgen alles eten, waarnaar een grage maag vraagt. Komt de nood aan de man, breekt zuurbrand uit: met Rennies blust U afdoend, in een wip, onopval lend ----- Kort verslag van de op donderdag 14 januari j.l. gespeelde wedstrijden om het persoonlijk schaakampioenschap van het eiland. Donderdag 14 januari j.l. werd in het Haegse Huus te Stellendam de tweede wedstrijd gespeeld om het persoonlijk schaakkampioenschap van het eiland. Trots de slechte weersomstandigheden waren alle deelnemers keurig op tijd en kan, nadat de wedstrijdleider de heer J. Hof de aanwezigen hartelijk welkom had geheten en wethouder C. H. Moyses had verzocht de openingszet op het eer ste bord te willen verrichten, klokslag 8 uur, deze wedstrijd een aanvang ne men met de volgende partijen: 1. K. J. Huisman-J. Boeter; 2. J. J. de JagerA. Jansen; 3. ML H. KoeseG. de Jager; 4. J. StolkJ. L. Woudstra; 5. A. BaasH. A. Vermey. De openingszet d2d4, op het eerste bord door de heer Moyses gedaan, was merkwaardig genoeg op drie van de vijf borden het begin van de strijd. In de partij tussen de heren Huisman en Boeter drong eerstgenoemde zijn te genpartij spoedig in het defensief en na ongeveer 30 zetten was het initiatief duidelijk aan de zijde van wit. In de hierna volgende wedloop met de tijd kon wit dat voordeel niet voldoende uitbuiten en kon de heer Boeter zich zodanig herstellen dat bij de 40e zet besloten werd de vrede te tekenen. De strijd tussen de heren J. J. de Ja ger en Jansen was spoediger beslist. Kon zwart aanvankelijk met ongeveer gelijke kansen een hevige aanval van wit afslaan, de hierna volgende kwam hij niet te boven. Toen het witte paard een zodanige positie dreigde in te ne men dat er schaak met dam-verlies dreigde, raakte zwart de kluts kwijt en gaf zijn dame zonder slag of stoot over, hetgeen tevens het einde der partij voor hem betekende. Had de heer Koese tijdens de eerste zitting te Middelharnis de wind niet mee, in deze partij tegen de heer G. de Jager liep alles aanvankelijk vlot van stapel. Wel raakte hij enige pionnen achter maar zijn positie was aanmer kelijk beter dan die van zwart. Helaas raakte hij hierna op dwaalwegen. De lange bedenktijd nodig om weer op het goed pad te komen bracht tenslotte zo danig in tijdnood dat hij bij de 35ste zet door tijdoverschrijding de winst aan zwart nioest laten. De heer Woudstra boekte zijn tweede overwinning, nu ten koste van de heer Stolk. Langzamerhand nam zwart het initiatief over en drong wit in de ver dediging. Toen wit daarna geheel onno dig een stuk weggaf was het pleit spoe dig beslist en gaf hij zich bij de 25ste zet gewonnen. Wat de partij tussen de heren Baas en Vermey aangaat, deze was niet van spanning ontbloot. Was de eerste fase van de strijd ongetwijfeld voor wit, la ter waren de kansen volkomen gelijk. Er kon van alles gebeuren. Toen zwart dan ook een listig, zij het wat doorzich tig valletje opstelde en wit nogal wat bedenktijd gebruikte voor zijn ant woord, hielden de omstanders de adem in. Wit voelde er blijkbaar niets voor om als slachtoffer te fungeren en liet het aanlokkelijke hapje voor wat het waard was. Nadat nog enige stukken van het bord waren verdwenen werd ook hier de vrede getekend. Ook nu was de belangstelling niet daverend te noemen. Misschien waren de slechte weersomstandigheden en de televisie uitzending uit het Amsterdam se rampgebied hier ook wel debet aan. Mogen we daarom een dringend be roep doen op het bestuur van het ver enigingsgebouw te Goedereede, waar maandag de 25ste januari de 4e zitting wordt gehouden, hieraan algemene be kendheid te geven, zodat we het doel van deze wedstrijden, het propageren van de schaaksport, ook daadwerkelijk mogen bereiken. THOLEN Hoogwater in de week van 24 t.m. 30 Januari 1960. Z. v.m. 11.50 uur en nam. 12.43 uur; M. v.m. 1.10 uur en nam. 1.47 uur; D. v.m. 2.20 uur en nam. 2.20 uur; W. v.m. 2.45 uur en nam. 3.15 uur; D. v.m. 3.35 uur en nam. 3.55 uur; V. v.m. 4.20 uur en nam. 4.50 uur; v.m. 5.10 uur en nam. 5.35 uur; donderdag 28 jan. Nieuwe Maan te 7.16 uur. eid berni as, voor ind de Schiedai» t Wordt hoog tijd," zo wendde de heer van Riekum zich tot zijn echtgenote, «aat er voor de kinderen en vooral voor ttudolf een huisonderwijzer op de Ol- aenborn komt en 'k zal er spoedig werk an maijg^ ook, anders lopen we wer- ein 1 jongen dezelfde nei- smg krijgt als de vroegere heren van f Oldenborn gehad hebben, en die ™or de laatste Oldenborner al buiten- sewoon hoo^ worden gehouden. >.En dit beschouw ik," voegde hij er 3, „als een van de grootste oorzaken, waarom ik last heb met zijn oude menstvolk...." Mevrouw van Riekum ging in tegen woordigheid van de kinderen maar niet verder op dit gesprek in, doch des avonds, toen ze met haar echtgenoot alleen was, kon ze niet nalaten, hem ernstig maar zacht te wijzen op de hardheid, waarmede hij de boswachter en ook de rentmeester had bejegend. „Hard, dat kan zijn, maar zonder hardheid géén gezag, tenminste, in dit geval niet, waar men te doen heeft met lieden, die nimmer gezag geleerd heb ben. „Van mijn jeugd af diende ik het recht en het gezag, en beide zal ik handhaven tot mijn dood toe." Afkeurend schudde mevrouw het hoofd, terwijl zij zei: „Ik weet het wel, Paul, jij blijft altijd onwrikbaar op je principes staan, doch ik vrees, indien God het niet verhoedt, dat er uit het doorvoeren van die harde maatregelen op de Oldenborn nog onheil genoeg zal geboren worden. „Oom Frans was niet hard voor zijn mensen, en hebben ze hem niet trouw gediend? Weet je wel, dat diezelfde boswachter, die jij vanmorgen zo diep vernederd en gekrenkt hebt, dat die zelfde man zijn leven heeft gewaagd, en bloedig is gewond in de strijd tegen wilddieven, die loerden op het eigen dom van zijn heer? Het is je toch wel bekend, hoeveel oom Frans ophad met die eerlijke, eenvoudige lieden uit het oude jachthuis? Waarom kun jij dan niet een weinig geduld hebben met een vergrijp, dat toch niet ernstig kan zijn, want anders zou de heer Beverman de partij voor de boswachter niet hebben opgenomen!" „Je bent tamelijk goed op de hoogte met de levenswijze van die boswachter, zoals ik bemerk," sprak enigszins schamper de heer van Riekum, „hoe weet je dat alles zo goed?" „Och," antwoordde mevrouw kalm, ik gevoel mij niet verheven boven de mensen, die in mijn dienst zijn, dat ik niet eens gaarne met hen praat. En ik verzeker je, dat b.v. de oude keuken meid op de hoogte is van alles en allen, die hier op de Oldenborn leven of ge leefd hebben. Wat zij mij daarvan soms vertelt, vind ik dikwijls belangrijk." „Ik hoop te zorgen, dat dergelijke verhalen van bloedige ontmoetingen tuusen boswachters en wilddieven spoe dig tot het rijk der legenden gaan be horen, tenminste op de Oldenborn. Over enige jaren zul je hier uit de ven sters de golvende korenakkers kunnen waarnemen op dezelfde plaats waar thans nog de wildernis is. Ik maak overal bouwland van, dan verdwijnen wilddieven en boswachters vanzelf, 't Wordt meer dan tijd, dat beschaving en ontwikkeling doordringt in deze om geving, die tot nu toe vrijwel op de zelfde trap staat als in de middeleeu wen." „Je bouwt op eigen kracht, Paul, en je houdt geen rekening met Hem, in Wiens had ons ganse leven is. Je maakt plannen voor de toekomst en denkt niet aan Hem, die ieder ogenblik jouw le ven en het mijne kan opeisen. Je bent streng en onverbiddelijk voor hen, van wie je meent, dat ze afhankelijk van je zijn, en je vergeet wellicht, dat je eens voor een Rechter zult staan, voor Wie niets verborgen is. Och, Paul, je weet wel, dat ik mij niet spoedig in je zaken meng, doch thans, hier op de Olden born, gevoel ik, dat je de verkeerde weg opgaat en nu acht ik het mijn plicht, je ernstig te waarschuwen. Ge loof mij," ging ze dringend voort, „dat het voor jou en voor ons allen verre weg het beste is als je je verstaat met de oude heer Beverman en hem laat handelen, zoals hij dat reeds zoveel ja ren gewoon is. En zijn er veranderingen welke je voor deze omgeving goed en nuttig oordeelt, welnu, bespreek die dan met mannen van ervaring, die kunnen zeggen of die plannen levensvatbaar heid hebben of op een mislukking moe ten uitlopen." Blijkbaar deed de heer van Riekum een krachtige poging om zijn zelfbe heersing te bewaren, wat hem ook wer kelijk gelukte. Kalm en hoffelijk, beleefd maar ijs koud, antwoordde hij: „Zouden we dit gesprek maar niet liever eindigen? Zo als je daareven terecht opmerkte, ben je niet gewoon je met mijn zaken te bemoeien, waarom zou je dan thans tegen die goede gewoonte zondigen?" Een hard woord zweefde mevrouw op de lippen, doch ze hield dat woord in en slechts met de ernstige waarschu wing: „Paul, er staat geschreven, dat die wind zaait, storm zal oogsten," ein digde ze het gesprek, dat de heer van Riekum zo onaangenaam was. DE WIND STEEKT OP. IV. „Die wind zaait, zal storm oogsten", had mevrouw van Riekum tot haar man gezegd en 't had er veel van, alsof de wind reeds opstak boven de oude be zittingen der Oldenborns. Herbert Wendels was diezelfde mor gen, waarop de landheer hem zo hard behandeld had, regelrecht naar de plaats gelopen, waar hij wist, dat Kors Waveling met een troep boswerkers bezig was, hout te vellen en oude wor- teltronken te rooien, want op uitdruk kelijk bevel van de heer van Riekum moest van die plek bouwgrond worden gemaakt. Op zijn gewone manier, zonder door iemand te worden opgemerkt, stond boswachter Wendels onverwacht mid den tussen de mannen en vlak naast Waveling. „Goede morgen, mannen!" zo klonk zijn zware stem, en allen beantwoord den zijn groet, doch staakten onmiddel lijk de arbeid, toen hij sprak: „Luistert eens een ogenblik, ik heb jullie allen iets te zeggen, waarvan ge misschien vreemd zult opzien als ik het gezegd heb." Met hun bijlen, spaden of houwelen in de hand schaarden de boswerkers zich om Wendels, die naast Waveling was gaan staan, en op hun gebruinde gezichten was verwondering en zelfs spanning zichtbaar. AUèn kenden de hoofdboswachter als een man, die zel den meer sprak dan noodzakelijk was; wat zou hij hun nu te zeggen hebben? „Mannen", begon Wendels, ,zolang er een Oldenborn op het kasteel gewoond heeft, was er een Wendels boswachter en altijd hoofdboswachter. Dat was zo vele mensengeslachten achtereen, dat weten jullie trouwens allen wel. Maar de laatste der Oldenborns is gestorven, en de laatste boswachter van het ge slacht Wendels is daarstraks door onze nieuwe landheer van zijn post ontzet. Ik ben geen hoofdboswachter meer; mannen, verstaat ge dat?" De zware stem van Herbert Wendels dreunde de boswerkers in de oren, en toch keek men hem aan, als begreep men hem niet. „Van dit ogenblik af," ging hij voort, „is Kors Waveling hoofdboswachter en hij moet de orders in ontvangst nemen op het kasteel en zorgen voor wild." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1960 | | pagina 5