EiiAiiDEn-rnEUi/s Ook in 1959 heeft R.T.M, gunstige resultaten Hulpaktie West-Oost voor de door droogte getroffen, gebieden Boekbespreking HOEST UW iOND...? OLDENBORN Spit, Spierpijn Zieken-vervoer Oliebollen voor ramp in Frankrijk camera's en toebehoren 2e blad Vrijdag 11 december 1959 No. 2852 INGEZONDEN STUKKEN *^io' oo^artó bezoekt bij KEUVELAAR uw BRIL gekocht Alle merken Fotohandel J. Zandstra Ktnderhoekje Talm niet langer, grijp dadelijk in! Bestrijd kinderhoest met ^KINDER HONING SIROOP^ N.V. SLAVENBURG'S BANK V.J De stad in de nacht De eenza me aan de telefoon De Kerk heeft haar ambten. De nachtwandelaars. Neen, dat zijn niet de slaapwandelaars. Slaapwande len komt gelukkig maar zelden voor en (jie wandelingen zijn kort. Maar we zouden het nu hebben over de mensen, die in de nacht in de grote steden op straat lopen, niet omdat zij willen in breken of iemand beroven, maar omdat zij.... nu ja, daar gaat het nu juist om, wat bezielt ze? Dat zoudt ge nu het best voor Rot terdam kunnen vragen aan Ds. H. J. Teutscher, directeur van de Kerkelijk Sociale Arbeid der Hervormde Kerk. Want die heeft een telefonische nood dienst ingesteld, dag en nacht geopend, waar een ieder altijd kan opbellen om raad, om hulp, om enig contact. Kortom al worden daar geen kapitalen wegge geven de eenzame en geprangde mens kan daar althans een meelevende stem horen en een goed advies krijgen. Het telefoonnummer is 121414. Ds. Teutscher heeft gedacht dat zulk een telefoondienst wel eens nuttig kon zijn. En ziedaar, het overtreft alle ver wachtingen. Want nu blijken er heel veel angstige radeloze mensen over straat te gaan. Zij weten geen uitkomst meer, soms door eigen schuld, vaak door toedoen van anderen, zij hebben generlei hulp, hebben altijd gedacht zo als Da Costa zong: „wij redden 't zon der Hem," maar nu wordt het teveel om te dragen. En dan is de satan op de been om de mensen van de laatste hoop te beroven. Een flink getal van vrijwillige man en en vrouwen zit beurtelings dag en acht aan de telefoon wacht te houden, "iet dat ieder daar maar direct een ad- ies kant en klaar gereed heeft, maar r wordt contact gelegd, een afspraak emaakt, een goed nachtadres aangege- en zo meer. En menigeen heeft eer even moed geschept. Even? Neen r is menigeen blijvend geholpen door e man of vrouw die nu juist met zulk situatie als waarin de klager ver eert, vertrouwd is. Zelfs de zaken- ■an, die ten einde raad is en niet meer huis kan blijven, kon met advies en van andere zakenlieden weer te aard geholpen worden. En dan de zee van al het andere leed. eweggelopen jongen, die al zijn geld door gebracht heeft en nu bedenkt it het thuis toch zo slecht nog niet as. En de vrouwen en meisjes, teleur- esteld en bedrogen, die scheve paden ingen of wel het in haar gesteld ver- rouwen hebben beschaamd---- ja, ge natuurlijk zeggen: eigen schuld, aak dat je weg komt. Zie er maar uit e komen! Maar zo redeneert de vriendenschaar an ds. Teutscher niet. Er is veel te oen. Eens was er een telefoontje in de acht: „nee, vraag me nu niets, lees -e alleen iets voor uit de Bijbel, zoals En dat is dan gebeurd. Nie- and wordt geprest zijn naam te zeg- wel wordt alles aangetekend en ewaard. Want U weet hoe dat gaat---- ch ja, we zijn allen maar mensen---- andaag uit de put geholpen, over een alf jaar er weer in.en dan kan uit e aantekeningen het geval (foei, wat eval? een mens is geen „geval"), ik be- oel dan kan die man of vrouw, mis- chien opnieuw geholpen worden. Dat ordt althans geprobeerd. Ook Den Haag heeft nu zulk een ood-adres-telefoon. Het is natuurlijk een heel apart werk. /eer heel iets anders dan in de diaco- of op de kerkeraad, waar wij ge- Ökgezinde mensen ontmoeten, al speelt lich daar soms ook heel veel vreemds |1. Want U moet maar geloven dat de nvloeden die in de wereld werken niet |oor de deuren der gemeente halt hou- |en. Het is goed wanneer de kerken Ich ook inlaten met wie buiten haar ferkeren. Meestal komt men daaraan pet toe. Hier wordt het toch geprobeerd. [_Er is zeer veel te doen. Een ouderling diaken kan niet alles doen voor al- [1 die „buiten" zijn. En „vrijgestelden" bals in de vakbeweging, kent de Kerk pet. Behoort zij althans niet te kennen. |et Schriftuurlijke voorschrift en bevel dat de Kerk haar ambten heeft, door frelke het God belieft te werken. Die Smbten mogen niet naar achter ge luwd worden. En daar gaat het met de vele kerkelijke stichtingen en bureaux toch wel naar toe. Wat op diaconaal terrein in de ker ken van grotere formatie gebeurt wordt al weer ingewikkeld. Alles is gespecia liseerd, men moet voor „maatschappe lijk werk" studeren; honderd uit. Aan de opleiding van de jongelieden die so ciaal werk willen doen worden som men besteed; het zal wel nuttig zijn want de noden worden steeds meer in tensief. De Kerk wordt echter in de ambten gediend en hoe moet het dan met de ouderling en de diaken? En het zal toch niet de bedoeling zijn de diaco nie in de achterhoede te brengen of voor haar maar subsidie van het Rijk aan te vragen? Dat lijkt mij allemaal erg on-bijbels. En het gaat toch niet aan ouderling of diaken onbekwaam te verklaren? Zij hebben zich in hun ambt biddend te oefenen en te bekwamen, er is een Hulpe boven hen. Het bevesti gingsformulier spreekt er zo schoon over. Ja, de gereformeerde vaderen wisten wel wat zij moesten schrijven, wij moeten er maar veel naar luisteren. Waarnemer. en. reumatische pijnen wrijft U eveneens weg met (Buiten verantwoordelijkheid der red.) Mijnheer de redakteur, In het raadsverslag van 29 sept. 1.1. las ik in uw blad, dat de heer Moeren hout de woonruimte-commissie een waardeloos ding vond. Let wel, deze heer Moerenhout is zelf lid van de commissie. Kan dus een oordeel vellen. Manu propia is het met de heer Moe renhout eens. Deze commissie zou zoals ik hoorde bij een vergadering een pre sentiegeld worden uitgekeerd van 4, per persoon. Ik hoop dat mijn inlichtin gen hieromtrent juist zijn. Is het niet zo, hoor ik het wel. Nu is vorige week door de commissie een woning toege wezen aan mevr. de wed. van Es. Niets op tegen, want wat deze bewoonde is een krot. Ik geloof dat een ieder het hier mee eens zal zijn. Ook de kerke- raad zal het wel zo gewild hebben; wat mijn inziens zeer juist is. Maar als nu een ieder al weet dat deze woning zal zijn voor de gegadigde als genoemd, waarom moet de commis sie hier dan nog voor bij elkaar komen? De beslissing had toch genomen kunnen worden door b en w? Waarom moet zo zoiets nu weer geld kosten? Als men de gemeente ziet als een klein bedrijf met enorme hoge lasten, dan moeten de lasten haar omlaag, anders heeft zulk een bedrijfje de kans bankroet te gaan. Elk klein bedrijf dat niet op de klein tjes let, holt zijn ondergang tegemoet. En vele kleintjes maken een grote, mis schien vormen al deze kleintjes bij el kaar nog wel de som van de voorge stelde verhoging straatbelasting; een op nieuw indienen van deze verhoging zal dan misschien niet nodig zijn. Manu propia Er hapert iets aan het vervoer van patiënten uit de ziekenhuizen aan de „overkant". De familie is daags te voren op de hoogte gesteld van het vertrek doch weet niet hoe vervoer zal plaats vinden en reist dus af. Dan begint kantoor-ziekenhuis tele fonisch de vervoerder op te roepen (en hier zal de fout wel zijn) onbekend dat „Flakkee" wel dichtbij, maar toch nog zeer ver is. De vervoerder vertrekt met lege wa gen en mist net de boot, 1 uur wachten. Zo weigerde kort geleden een patiënt om 9 uur zijn bed te verlaten omdat de auto er nog niet was, de zuster had er een probleem bij, twee patiënten voor één bed. De patiënten die uit het de wacht kamer in gaan zien de dampende koffie voorbijgaan, maar zijn zelf uitgescha keld en zitten op een droogje. Het kan anders en daarom méér klachten indienen! Gaarne bericht en proberen dit op te lossen door Zieken fondsmedewerking te verzoeken. De vervoerder, A. BAART Rusthuis Goedereede Op de verleden week gehouden alge mene jaarvergadering van Aandeel houders der N.V. Rott. Tramweg Mij. heeft de pres. comm. de heer W. Vrolijk optimistische mededelingen gedaan in zake de aflossing sedert 1945. Aan obli gaties, restantbewijzen en renteloze voorschotten is sinds 1945 één miljoen gulden afgelost. Ook de cijfers van dit jaar (tot en met september) zijn verheugend. In de eerste negen maanden van 1959 kwam aan inkomsten binnen een bedrag van f 4.505000,— (V. j. 4.244.000,—); het exploitatie-saldo bedroeg tot en met september van dit jaar 896.000 (v. j. 540.000). De openbare vervoerbewijzen hebben ieder jaar meer te lijden onder de toe name van het particuliere vervoer, deel de de heer Vrolijk verder mee. Er moet daarom worden gezorgd, dat het mate riaal in uitstekende staat verkeert en de diensten goed worden onderhouden. De E.T.M, kampt met een ernstig per soneelsprobleem. Hogere lonen bren gen namelijk ook tarief verhoging met zich. Met alg. stemmen ging de vergade- De afdeling Dirksland en omstreken van de Ned. Ver. van Huisvrouwen wil woensdag en donderdag 16 en 17 dec, oliebollen bakken en verkopen ten ba te van de slachtoffers van de ramp te Fréjus. Wij hopen dat veel oliebollen zullen worden verkocht, want dit zal de op brengst voor de getroffenen té groter maken. De drie Hollandse Standsorganisaties hebben dezer dagen een circulaire ver zonden t.b.v. een verdere aktie op ons eiland voor de door droogte getroffen gebieden. Wij laten de inhoud van deze circu laire, die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat, hieronder in zijn ge heel volgen. „Zoals U reeds weet wordt onder auspiciën van de standsorganisaties, naet inschakeling van de P.B.H.'s, in geheel West-Nederland aktie gevoerd voor de oplossing van de nood in de droge ge-- bieden. In verschillende vormen wordt hulp verleend: a. Door geschenk zendingen van vee voeder; b. Door inscharing van jongvee; c. Door inzameling van gelden. Van ons eiland werden tot nu toe verzonden 519 auto's met bieten-koppen en blad, hooi, stro en voederaardappe- len. Op abortus vrije bedrijven werden er 75 stuks jongvee ingeschaard. Ons aanbod tot inscharing van 200 stuks jongvee, moet helaas beperkt blijven tot bovengenoemde 75 stuks, daar het Oosten van het land overwegend abor tus vrije bedrijven heeft. Het royale aanbod tot inscharing van 125 stuks op niet abortus vrije bedrijven, wordt ten zeerste op prijs gesteld, maar de be zwaren er aan verbonden, maken het niet mogelijk om van deze hulpvaar dige aanbieding gebruik te maken. Dit neemt niet weg, dat er door dit aanbod „hart" getoond is voor de getroffen collega's elders. Daarvoor hartelijk dank! De bedoeling van deze circulaire is, om aan hen die in welke vorm dan ook, reeds hun hulp gaven, hiervoor de erkentelijkheid van de organisaties te uiten. Maar naast de categorie landbouwers en veehouders die reeds gaven en soms meer gaven dan verwacht kon worden, is er een aantal die gaarne hulp hadden geboden en nog wensen te bieden, maar dit niet konden of niet voldoende kon den in de vorm van schenking van vee voeder, omdat zij dat voor eigen be drijf hard nodig hebben ofdoordat hun aanbod tot inscharing op niet vrije bedrijven niet kan doorgaan. Aan deze landbouwers-veehouders, die zich gedrongen gevoelen alsnog hun hulp aan te bieden ofachtten dat zij in een andere vorm niet voldoende 3e aktie: Inzameling- van gelden onder hebben kunnen doen, brengen wij de de aandacht. Dit als speciale bijdrage van ons eiland, naast en met de giften in andere vorm reeds geschonken. Ieder krijgt daardoor de gelegenheid, dat te doen, waartoe hij van birmen uit gedrongen wordt, tot hulp van zijn ge troffen collega's. Voor elke storting op de giro-reke ning van de P.B.H, bij voorbaat har telijk dank. Binnen zeer korte tijd zal via de Boe renleenbanken de uitbetaling plaats vinden van de 60, per ha. voor de voedergranen geteeld in 1959. Een sug gestie voor vrijwilligers om deze toe slag geheel of gedeeltelijk te bestem men voor de verdroogde gebieden! Bij de inning van deze gelden op de Boerenleenbanken is er voor U gele genheid hiervan voor deze aktie een bedrag aan de kassier af te dragen. Indien U het moeilijk vindt om de mate van uw reeds geboden hulp of nog te bieden hulp te beoordelen, dan noe men wij „vrijblijvend" gemiddelde een bedrag ad 5,per ha. cultuurgrond, waaraan U hetgeen U reeds deed of nog wenst te doen kunt toetsen. Nogmaals, wij zijn verheugd over het geen door „Goeree en Overflakkee" reeds gedaan is en zijn niet bezorgd over hetgeen nog gedaan zal worden. In 1953 was er hulp voor onsin 1959 helpen wij. Stortingen s.v.p. op postrekening no. 447946 K. H. Kieviet, Stationsweg 5, Middelharnis. Onder vermelding Hulp aktie West-Oost. De Drie Hollandse Standsorganisaties. Het vergeten ambt in de Kerk. Naar aanleiding van vele persreacties bij het in het Engels verschijnen van het nieuwe boek van Prof. Dr. H. Kraemer „A Theology of the Laity" (De „Hulseau Lectures", ed. Lutterworth Press) verschijnt binnenkort bij Boe- kencentrum N.V. 's-Gravenhage de Ne derlandse uitgave onder de titel „Het vergeten ambt in de Kerk". T.z.t. ho pen wij daarop terug te komen. ring akkoord met het voorstel de thans nog in omloop zijnde nominaal 795.600 inkomsten-obligaties a lOO"/» af te los sen. Men zal dit plan financieren door uitgifte van een nieuwe obligatie-lening van 5«/o a pari, groot 800.000. Voorts werd besloten houders van restantbe wijzen met ingang van 1 januari 1960 2'/2'>/o rente te vergoeden, voor zover en zolang de liquiditeit van de vermoot- schap dit toelaat ter beoordeling aan de raad van commissarissen, te voldoen op 2 januari, voor het eerst op 2 januari 1961, zonder verplichting tot aflossing van de hoofdsom. Sommelsdiik Beste jongens en meisjes! Eerst maar het nieuwe raadsel, want dat vergt nogal wat plaats. 1. X 2. X 3. X 4. X 5X 6X 7X 8. X 9. X 10. X 11. X 12. X 13. X 14. X 15X 16X 17X 18. X 19. X 20. X 21. X DECëMBER-RAADSEL 2 1. Een der kleine profeten; 2. Ziet mijn die Ik ondersteune (Jes. 42); 3 iemand wil de eerste zijn, die zal de laatste zijn (Mark. 9); 4. Bijbelboek O.T. 5. En uit zijn mond ging een tweesnij dend....- zwaard (Openb.); 6. Een der vrienden van Job; 7mij, o God, want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel (Ps. 69); 8. Zoon van Jacob; 9. Is het U van den beginne nietge maakt (Jes. 40); 10. Waar hun worm nieten het vuur niet uitgeblust wordt; 11. Want het geboomte zal zijn vrucht---- (Joel); 12. Discipel; 13. Een der grote profeten; 14. En Hijhen tot de landpale Zijner heiligheid (Ps. 78); 15. Ik zal mijnop mij laten (Job 10); 16. Rivier uit de buurt van Damascus, (2 Kon.); 17. Stadhouder van Achaja (Handel. 18); 18. Laat ons elkander lief hebben, want deis uit God (2 Joh.); 19. Oproermaker in de woestijn; tegenstander van Mozes; 20. Knecht van Eliza; 21. Profeet uit Davinds tijd. Als deze woorden goed zijn, komt op de kruisjeslijn, van boven naar beneden een tekstgedeelte uit Joh. 5. Dit raadsel werd me toegezonden daar Han van Loon, Nieuwe Tonge. BRIEVEN Eerst een paar nieuwelingen: Rietje v. d. M. Middelharnis. Harte lijk welkom in ons midden! Dat eerste raadsel is al aardig gedaan. Voortaan zenden we de oplossingen van al de raadsels van de maand tegelijk op aan het bekende adres. De prijzen worden niet verloot. Ik kijk naar geregeld mee doen en naar goed en netjes werk. Met de leeftijd wordt steeds rekening ge houden. EUy N. Rotterdam Ook hartelijk wel kom, hoor! Jij bent de enigste niet uit Rotterdam. Kun je niet zo goed neder- landse taal? Dan zal je Frans wel erg moeilijk vinden. Het adres was goed. Het kan nog eenvoudiger: Oom Ko, „Eilanden-Nieuws", Middelharnis. Je hebt je nichtje EUy al vaak in de krant zien staan, niet? Ik denk, dat jullie naar dezelfde persoon genoemd zijn. Is dat zo? Sjaan van L. Dirksland. Nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, hoor! Hadden jullie geen huiswerk te maken? Dat was fijn, zeg! Wat waren dat ver rassingen op Klaproos-avond, hè? Wat zullen jullie benieuwd zijn geweest. Ik behoef niet ongerust te wezen dat jij me niet op de hoogte zal brengen. Leneke v. d. S. Oude Tonge. Heb je nog maar drie kaarten ontvangen? Dan is de ketting zeker verbroken; dan is er de een of ander mee opgehouden. Naar die jaardag moet je eens raden. Dan zal ik wel zeggen wat er aan ontbreekt. Juist: jij krijgt iets van je moeder en niet van iemand, die niet meer bestaat. Hoe is het met het oog afgelopen? Jan S. Middelharnis. Wat heeft oma alles weer goed verzorgd! Duidelijk en overzichtelijk. En zo kom je er gemak kelijk van af. Hoe gaat het met de ge zondheid de laatste tijd? De wintertijd is niet zo bevorderlijk voor jouw ge zondheid, hè? Hettie K. Sommelsdijk. Een leuk briefje, Hettie! Er was ook veel aardigs te vertellen, nietwaar? Ik merk wel, dat je met alles erg ingenomen bent. Jij zal wel zuinig op die mooie pantof f eitjes zijn; dat weet ik zeker. Je zal ze niet verslonzen. Alvast gefeliciteerd met va ders verjaardag, hoor! Leny den B. St. Fhilipsland. Niet te vroeg roepen, Leny! Je weet niet wat er uit de bus komt. En je weet ook niet hoe een ander het werk maakt. Nee, dat zit wel goed, hoor! Nu zullen jullie al aan het repeteren zijn, denk ik. Gaat het al een beetje? Jaap K. Sonunelsdijk. Ben jij zo'n echte dierenvriend? Door het lezen van dat boek moet er wel liefde tot de die ren komen. Onbekend maakt onbemind; als we van iets weinig afweten, hebben we er in de regel ook niet veel mee op. Dieren zijn schepselen van God en ze zijn niet als de mensen gevallen. Is het de bedoeling, dat ik dat plaatje houd? Of wil je het terug hebben? Het is heel mooi. Bennie en Jonnie H. Goes. Prachtig op tijd, jongens! Nu waren er geen moeilijkheden als de vorige keer. De groeten aan meester terug, hoor! Heb je hem wel eens nodig voor de raad sels? Ik denk van heel weinig. Om Franse zinnen te schrijven, zal je nog wel wat lesjes moeten ontvangen. Woordjes zal je al genoeg kennen, maar om die woordjes in een zin te gebrui ken, valt niet mee, hoor. Daar zal je wel achter komen. Het typen gaat al aardig. Tineke D. Stad aan 't Haringvliet. En hoe gaat het in de nieuwe school? Dat kan niet anders dan goed gaan, wan neer ik hoor, hoe jullie nu behuisd wa ren. Hier is je versje voor het album. Het is niet veel bijzonder, maar je hebt dan toch een aandenken aan mij. Aan mijn nichtje T ussen nichtjes en vriendinnen I s 't mijn plicht in 't poesiebiek, N u een versje te verzinnen, E n nu schiet mij iets te binnen: K o en raadsels uit de krant, E n jij bent een trouwe klant. December 1959. - Oom Ko Aria van K. Ouddorp. Je moet bij die datum nog vier dagen optellen; dan ben je er. En bij de leeftijd van je vader moet twaalf jaar bij. Dat had je mis schien niet gedacht, hè? Hoe kom je aan die correspondentievriendin uit Yerse- ke? Met een foto zal ik heel blij zijn! Kees S. Berkel. Je brief is weer, als naar gewoonte, helemaal vol. Met die bijlessen valt het nogal mee, merk ik. De raadsels behoef je er nog niet voor op te geven gelukkig. En hoe was het op die avond in de stad? Met die stad bedoel je toch Rotterdam? Het zou ook Delft kunnen zijn, dacht ik. Dat is toch niet veel verder van jullie? Allemaal de brieven in één keer gaat natuurlijk niet. En----om de prijswin- ners uit te zoeken, daar ontbrak me de tijd voor. Jammer, hè? Maar ik kotn volgende week weer terug, hoop ik. De hartelijke groeten van Oom Ko. De huidige zakenman, kan niet meer buiten een goed bankier, die zijn belangen voorstaat. Daarom, wendt U tot Kantoor Middelharnis Kade 5 Telef. 2268 Persoonlijke behartiging van al uw financiële belangen. HOOFDSTUK 1 ISchilderachtig verhief het eeuwen- We kasteel „de Oldenborn" zijn hoge pen en ronde hoektorentjes uit de [ede, diepe gracht, die het gebouw ge- pel omringde. ^e reeks van jaren had de stenen tiingrauw getint, en zowel de blauwe pen daken met de uitstekende dak- psters, als de zwaar getraliede kel- prramen^ de brede stenen brug met F ijzeren poort zowel als de hardste- pn stoep, die naar de' boogvormige; pordeur leidde, alles getuigde van de ogf? ouderdom van het landgoed. Heuvelachtige heidevelden en uitge strekte bossen omringden aan alle zij den de Oldenborn en een groot gedeel te daarvan behoorde aan de heer van het kasteel. Vele mensengeslachten achtereen was - het oude landgoed in handen geweest van elkander opvolgende heren, die van vader op zoon de naam droegen van hun huis, doch nu ruim zes maanden geleden, toen vroeg in november de eerste sneeuw begon te vallen, had men de laatste heer van Oldenborn naar het familiegraf gedragen en een neef uit de vrouwelijke linie was erfgenaam en bezitter geworden van het aloude land goed met alle daaraan verbonden rech ten. Wèl was het een zeer groot verschil in karakter en levensopvatting, dat de vorige en de tegenwoordige bezitter van de Oldenborn onderscheidde. Heer Frans van Oldenborn, de korte lings overleden landheer, was een man geweest met een wel driftig en soms ruw, maar in de grond goedhartig en edel gemoed, die vandaag voor een klein vergrijp een arbeider of boswer- ker wegjoeg, maar als de man de vol gende dag met zijn pet in de hand be terschap beloofde, hem ook weer in dienst nom. Als de stropers het in zijn bos wat al te bont maakten, dreigde hij de een of ander met een schot hagel, doch als een van zijn boswachters met veel moeite en gevaar zulk een gevaarlijke knaap had gepakt, kon de landheer het niet over>zijn hart verkijgen, zo'n arme kerel voor een paar gestrikte hazen of gestroopte fazanten achter de tralies te helpen. Met zijn pachters handelde hij al op dezelfde wijze, want als zijn oude rent meester een bo-er, die nalatig was in het op tijd betalen van zijn lang niet hoge pacht, eens het mes op de keel zette, wachtte, zulk een pachter een goede gelegenheid af, om zijn landheer te kunnen spreken en bijna altijd be zweek de oude heer voor de jammer klachten van de boer, terwijl de rent meester opdracht kreeg om nog maar eens een jaartje geduld met de door het ongeluk vervolgde huisvader te hebben. „'t Ligt niet aan mij, mijnheer, dat de bezitting niet meer rente oplevert" zei de rentmeester dan op spijtige toon, doch de grijze landheer klopte dan ge moedelijk op de magere schouder van de tengere heer Beverman, en zijn forse stem had een weemoedige klank als hij opmerkte: „Waarom zouden we ons uitsloven om rente op rente te stapelen? Als Gustaaf nog leefde of Bernard! Doch je weet het, Beverman, als ik straks voorgoed de ogen sluit, dan is er in 't oude huis géén Oldenborn meer, en voor mijn neef van Riekum blijft er nog meer dan genoeg over." Als zijn oude meester zo sprak, voel de de rentmeester zijn ogen vochtig worden en voor zijn geestesoog rees zo menig beeld uit het verleden op. Hij zag ze dan weer zo duidelijk voor zich, de krachtige, frisse loten van de oude stam der Oldenborns, die beide gestor ven waren. Kort nadat het leven der twee broers in de bloei hunner jaren was afgesne den, stierf ook hun moeder. Zij had die slag niet te boven kunnen komen. Nog enige jaren had de heer Oldenborn zijn eentonig leven voortgezet. Hij beheerde met behulp van zijn trouwe rentmeester Beverman het landgoed; ontving in het jachtseizoen weer vertrokken waren, dwaalde hij de landheren uit de omtrek, en als die het liefst met Herbert Wendels, zijn opperboswachter, door de bossen of over de heuvels van de Oldenborn. En nu zes maanden geleden was de heer van Oldenborn plotseling en zon der voorafgaande ziekte overleden en, zoals reeds gezegd, werd een neef uit de vrouwelijke linie eigenaar van het landgoed. De heer Paul van Riekum, een niet onbemiddeld man, verkeerde in de def tige kringen van de hoofdstad. Jaren lang had hij een vooraanstaande positie bekleed bij de rechterlijke macht en in de laatste jaren was zijn invloed aan merkelijk toegenomen. Tijdens het leven van zijn oom placht de heer van Riekum met zijn gezin ieder jaar in de vakantie enige dagen op de Oldenborn door te brengen. Hoevvrel de heer van Oldenborn niet zo heel erg met de afgemeten, streng deftige rechter ophad, was diens komst op de Oldenborn hem toch altijd van harte welkom geweest, omdat mevrouw van Riekum een hoogst ontwikkelde vrouw met een edel, oprecht en vroom gemoed was, terwijl de beide levens lustige meisjes en de wilde vrolijke knaap, de drie kinderen van neef van Riekum, leven en beweging brachten op de Oldenborn. Zo kwam het ook, dat, toen na de dood van de heer Frans de nieuwe landheer zijn intocht op de Oldenborn deed, hij voor de meesten van het vas te dienstpersoneel geen vreemdeling was en ook niet voor de rentmeester Beverman, die uit de aard der zaak al aanstonds veel met hem in aanraking kwam. Doch noch het dienstpersoneel, noch de rentmeester konden het zich ontvein zen, dat de oude heer Frans een vrij wat welwillender en humaner meester was geweest dan deze trotse, strenge ambtenaar, wiens wil wet was en wiens achterdochtig, argwanend karakter nooit veel goeds in zijn medemens scheen te kunnen veronderstellen. Reeds enige weken was het schraal, droog weer geweest, doordat er voort durend een krachtige, koele Noordevnnd woei, doch in de afgelopen nacht draai de de wind naar het zuiden en op een mals zachte regen was milde, warme zonneschijn gevolgd. Hoe verrukkelijk was het thans in de dichte bossen, die zich uren ver uit strekten achter de grijze muren van de Oldenborn. De wilde bloemen, het mos, de varens en de boskruiden, de geuren van den- nebomen, en elzestruiken, kortom een mengeling van geuren, balsemden de warme, zachte atmosfeer. Hier en daar zong nog een vogel zijn afscheidslied aan de schone dag, en deed een woudduif zijn dof gekoer ho ren. Daarop werd het een ogenblik stil, totdat opeens, diep uit het woud, de nachtegaal zijn ver klinkende trillers deed opschallen. Op een der smalle paden, die rechts en links zich door het heuvelachtige boslandschap kronkelden, en daar een ware doolhof vormen voor iemand, die hier niet grondig bekend is, wandelt met vaste maar driftige tred een man van middelbare leeftijd. De pet, die zijn dikke, bruine haar dos dekt en het dubbelloops jachtge weer, dat aan een draagriem over zijn schouder hangt, kenmerkten hem als een boswachter van het landgoed. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5