EiiAiiDEn-rnEUi/s
Ook in 1959 heeft R.T.M,
gunstige resultaten
Hulpaktie West-Oost voor de door
droogte getroffen, gebieden
Boekbespreking
HOEST UW iOND...?
OLDENBORN
Spit, Spierpijn
Zieken-vervoer
Oliebollen voor ramp
in Frankrijk
camera's en toebehoren
2e blad
Vrijdag 11 december 1959
No. 2852
INGEZONDEN STUKKEN
*^io' oo^artó bezoekt
bij KEUVELAAR
uw BRIL gekocht
Alle merken
Fotohandel J. Zandstra
Ktnderhoekje
Talm niet langer, grijp dadelijk
in! Bestrijd kinderhoest met
^KINDER HONING SIROOP^
N.V. SLAVENBURG'S BANK
V.J
De stad in de nacht De eenza
me aan de telefoon De Kerk
heeft haar ambten.
De nachtwandelaars. Neen, dat zijn
niet de slaapwandelaars. Slaapwande
len komt gelukkig maar zelden voor en
(jie wandelingen zijn kort. Maar we
zouden het nu hebben over de mensen,
die in de nacht in de grote steden op
straat lopen, niet omdat zij willen in
breken of iemand beroven, maar omdat
zij.... nu ja, daar gaat het nu juist
om, wat bezielt ze?
Dat zoudt ge nu het best voor Rot
terdam kunnen vragen aan Ds. H. J.
Teutscher, directeur van de Kerkelijk
Sociale Arbeid der Hervormde Kerk.
Want die heeft een telefonische nood
dienst ingesteld, dag en nacht geopend,
waar een ieder altijd kan opbellen om
raad, om hulp, om enig contact. Kortom
al worden daar geen kapitalen wegge
geven de eenzame en geprangde mens
kan daar althans een meelevende stem
horen en een goed advies krijgen. Het
telefoonnummer is 121414.
Ds. Teutscher heeft gedacht dat zulk
een telefoondienst wel eens nuttig kon
zijn. En ziedaar, het overtreft alle ver
wachtingen. Want nu blijken er heel
veel angstige radeloze mensen over
straat te gaan. Zij weten geen uitkomst
meer, soms door eigen schuld, vaak
door toedoen van anderen, zij hebben
generlei hulp, hebben altijd gedacht zo
als Da Costa zong: „wij redden 't zon
der Hem," maar nu wordt het teveel
om te dragen. En dan is de satan op de
been om de mensen van de laatste hoop
te beroven.
Een flink getal van vrijwillige man
en en vrouwen zit beurtelings dag en
acht aan de telefoon wacht te houden,
"iet dat ieder daar maar direct een ad-
ies kant en klaar gereed heeft, maar
r wordt contact gelegd, een afspraak
emaakt, een goed nachtadres aangege-
en zo meer. En menigeen heeft
eer even moed geschept. Even? Neen
r is menigeen blijvend geholpen door
e man of vrouw die nu juist met zulk
situatie als waarin de klager ver
eert, vertrouwd is. Zelfs de zaken-
■an, die ten einde raad is en niet meer
huis kan blijven, kon met advies en
van andere zakenlieden weer te
aard geholpen worden.
En dan de zee van al het andere leed.
eweggelopen jongen, die al zijn geld
door gebracht heeft en nu bedenkt
it het thuis toch zo slecht nog niet
as. En de vrouwen en meisjes, teleur-
esteld en bedrogen, die scheve paden
ingen of wel het in haar gesteld ver-
rouwen hebben beschaamd---- ja, ge
natuurlijk zeggen: eigen schuld,
aak dat je weg komt. Zie er maar uit
e komen!
Maar zo redeneert de vriendenschaar
an ds. Teutscher niet. Er is veel te
oen. Eens was er een telefoontje in de
acht: „nee, vraag me nu niets, lees
-e alleen iets voor uit de Bijbel, zoals
En dat is dan gebeurd. Nie-
and wordt geprest zijn naam te zeg-
wel wordt alles aangetekend en
ewaard. Want U weet hoe dat gaat----
ch ja, we zijn allen maar mensen----
andaag uit de put geholpen, over een
alf jaar er weer in.en dan kan uit
e aantekeningen het geval (foei, wat
eval? een mens is geen „geval"), ik be-
oel dan kan die man of vrouw, mis-
chien opnieuw geholpen worden. Dat
ordt althans geprobeerd.
Ook Den Haag heeft nu zulk een
ood-adres-telefoon.
Het is natuurlijk een heel apart werk.
/eer heel iets anders dan in de diaco-
of op de kerkeraad, waar wij ge-
Ökgezinde mensen ontmoeten, al speelt
lich daar soms ook heel veel vreemds
|1. Want U moet maar geloven dat de
nvloeden die in de wereld werken niet
|oor de deuren der gemeente halt hou-
|en. Het is goed wanneer de kerken
Ich ook inlaten met wie buiten haar
ferkeren. Meestal komt men daaraan
pet toe. Hier wordt het toch geprobeerd.
[_Er is zeer veel te doen. Een ouderling
diaken kan niet alles doen voor al-
[1 die „buiten" zijn. En „vrijgestelden"
bals in de vakbeweging, kent de Kerk
pet. Behoort zij althans niet te kennen.
|et Schriftuurlijke voorschrift en bevel
dat de Kerk haar ambten heeft, door
frelke het God belieft te werken. Die
Smbten mogen niet naar achter ge
luwd worden. En daar gaat het met
de vele kerkelijke stichtingen en
bureaux toch wel naar toe.
Wat op diaconaal terrein in de ker
ken van grotere formatie gebeurt wordt
al weer ingewikkeld. Alles is gespecia
liseerd, men moet voor „maatschappe
lijk werk" studeren; honderd uit. Aan
de opleiding van de jongelieden die so
ciaal werk willen doen worden som
men besteed; het zal wel nuttig zijn
want de noden worden steeds meer in
tensief. De Kerk wordt echter in de
ambten gediend en hoe moet het dan
met de ouderling en de diaken? En het
zal toch niet de bedoeling zijn de diaco
nie in de achterhoede te brengen of
voor haar maar subsidie van het Rijk
aan te vragen? Dat lijkt mij allemaal
erg on-bijbels. En het gaat toch niet
aan ouderling of diaken onbekwaam te
verklaren? Zij hebben zich in hun ambt
biddend te oefenen en te bekwamen, er
is een Hulpe boven hen. Het bevesti
gingsformulier spreekt er zo schoon
over. Ja, de gereformeerde vaderen
wisten wel wat zij moesten schrijven,
wij moeten er maar veel naar luisteren.
Waarnemer.
en. reumatische pijnen
wrijft U eveneens weg met
(Buiten verantwoordelijkheid der red.)
Mijnheer de redakteur,
In het raadsverslag van 29 sept. 1.1.
las ik in uw blad, dat de heer Moeren
hout de woonruimte-commissie een
waardeloos ding vond. Let wel, deze
heer Moerenhout is zelf lid van de
commissie. Kan dus een oordeel vellen.
Manu propia is het met de heer Moe
renhout eens. Deze commissie zou zoals
ik hoorde bij een vergadering een pre
sentiegeld worden uitgekeerd van 4,
per persoon. Ik hoop dat mijn inlichtin
gen hieromtrent juist zijn. Is het niet
zo, hoor ik het wel. Nu is vorige week
door de commissie een woning toege
wezen aan mevr. de wed. van Es. Niets
op tegen, want wat deze bewoonde is
een krot. Ik geloof dat een ieder het
hier mee eens zal zijn. Ook de kerke-
raad zal het wel zo gewild hebben; wat
mijn inziens zeer juist is.
Maar als nu een ieder al weet dat
deze woning zal zijn voor de gegadigde
als genoemd, waarom moet de commis
sie hier dan nog voor bij elkaar komen?
De beslissing had toch genomen kunnen
worden door b en w? Waarom moet zo
zoiets nu weer geld kosten? Als men
de gemeente ziet als een klein bedrijf
met enorme hoge lasten, dan moeten de
lasten haar omlaag, anders heeft zulk
een bedrijfje de kans bankroet te gaan.
Elk klein bedrijf dat niet op de klein
tjes let, holt zijn ondergang tegemoet.
En vele kleintjes maken een grote, mis
schien vormen al deze kleintjes bij el
kaar nog wel de som van de voorge
stelde verhoging straatbelasting; een op
nieuw indienen van deze verhoging zal
dan misschien niet nodig zijn.
Manu propia
Er hapert iets aan het vervoer van
patiënten uit de ziekenhuizen aan de
„overkant".
De familie is daags te voren op de
hoogte gesteld van het vertrek doch
weet niet hoe vervoer zal plaats vinden
en reist dus af.
Dan begint kantoor-ziekenhuis tele
fonisch de vervoerder op te roepen (en
hier zal de fout wel zijn) onbekend dat
„Flakkee" wel dichtbij, maar toch nog
zeer ver is.
De vervoerder vertrekt met lege wa
gen en mist net de boot, 1 uur wachten.
Zo weigerde kort geleden een patiënt
om 9 uur zijn bed te verlaten omdat de
auto er nog niet was, de zuster had er
een probleem bij, twee patiënten voor
één bed.
De patiënten die uit het de wacht
kamer in gaan zien de dampende koffie
voorbijgaan, maar zijn zelf uitgescha
keld en zitten op een droogje.
Het kan anders en daarom méér
klachten indienen! Gaarne bericht en
proberen dit op te lossen door Zieken
fondsmedewerking te verzoeken.
De vervoerder,
A. BAART
Rusthuis Goedereede
Op de verleden week gehouden alge
mene jaarvergadering van Aandeel
houders der N.V. Rott. Tramweg Mij.
heeft de pres. comm. de heer W. Vrolijk
optimistische mededelingen gedaan in
zake de aflossing sedert 1945. Aan obli
gaties, restantbewijzen en renteloze
voorschotten is sinds 1945 één miljoen
gulden afgelost.
Ook de cijfers van dit jaar (tot en
met september) zijn verheugend. In de
eerste negen maanden van 1959 kwam
aan inkomsten binnen een bedrag van
f 4.505000,— (V. j. 4.244.000,—); het
exploitatie-saldo bedroeg tot en met
september van dit jaar 896.000 (v. j.
540.000).
De openbare vervoerbewijzen hebben
ieder jaar meer te lijden onder de toe
name van het particuliere vervoer, deel
de de heer Vrolijk verder mee. Er moet
daarom worden gezorgd, dat het mate
riaal in uitstekende staat verkeert en
de diensten goed worden onderhouden.
De E.T.M, kampt met een ernstig per
soneelsprobleem. Hogere lonen bren
gen namelijk ook tarief verhoging met
zich.
Met alg. stemmen ging de vergade-
De afdeling Dirksland en omstreken
van de Ned. Ver. van Huisvrouwen wil
woensdag en donderdag 16 en 17 dec,
oliebollen bakken en verkopen ten ba
te van de slachtoffers van de ramp te
Fréjus.
Wij hopen dat veel oliebollen zullen
worden verkocht, want dit zal de op
brengst voor de getroffenen té groter
maken.
De drie Hollandse Standsorganisaties
hebben dezer dagen een circulaire ver
zonden t.b.v. een verdere aktie op ons
eiland voor de door droogte getroffen
gebieden.
Wij laten de inhoud van deze circu
laire, die aan duidelijkheid niets te
wensen overlaat, hieronder in zijn ge
heel volgen.
„Zoals U reeds weet wordt onder
auspiciën van de standsorganisaties, naet
inschakeling van de P.B.H.'s, in geheel
West-Nederland aktie gevoerd voor de
oplossing van de nood in de droge ge--
bieden.
In verschillende vormen wordt hulp
verleend:
a. Door geschenk zendingen van vee
voeder;
b. Door inscharing van jongvee;
c. Door inzameling van gelden.
Van ons eiland werden tot nu toe
verzonden 519 auto's met bieten-koppen
en blad, hooi, stro en voederaardappe-
len. Op abortus vrije bedrijven werden
er 75 stuks jongvee ingeschaard. Ons
aanbod tot inscharing van 200 stuks
jongvee, moet helaas beperkt blijven
tot bovengenoemde 75 stuks, daar het
Oosten van het land overwegend abor
tus vrije bedrijven heeft. Het royale
aanbod tot inscharing van 125 stuks op
niet abortus vrije bedrijven, wordt ten
zeerste op prijs gesteld, maar de be
zwaren er aan verbonden, maken het
niet mogelijk om van deze hulpvaar
dige aanbieding gebruik te maken. Dit
neemt niet weg, dat er door dit aanbod
„hart" getoond is voor de getroffen
collega's elders. Daarvoor hartelijk
dank! De bedoeling van deze circulaire
is, om aan hen die in welke vorm dan
ook, reeds hun hulp gaven, hiervoor de
erkentelijkheid van de organisaties te
uiten.
Maar naast de categorie landbouwers
en veehouders die reeds gaven en soms
meer gaven dan verwacht kon worden,
is er een aantal die gaarne hulp hadden
geboden en nog wensen te bieden, maar
dit niet konden of niet voldoende kon
den in de vorm van schenking van vee
voeder, omdat zij dat voor eigen be
drijf hard nodig hebben ofdoordat
hun aanbod tot inscharing op niet vrije
bedrijven niet kan doorgaan.
Aan deze landbouwers-veehouders,
die zich gedrongen gevoelen alsnog hun
hulp aan te bieden ofachtten dat
zij in een andere vorm niet voldoende
3e aktie: Inzameling- van gelden onder
hebben kunnen doen, brengen wij de
de aandacht. Dit als speciale bijdrage
van ons eiland, naast en met de giften
in andere vorm reeds geschonken.
Ieder krijgt daardoor de gelegenheid,
dat te doen, waartoe hij van birmen uit
gedrongen wordt, tot hulp van zijn ge
troffen collega's.
Voor elke storting op de giro-reke
ning van de P.B.H, bij voorbaat har
telijk dank.
Binnen zeer korte tijd zal via de Boe
renleenbanken de uitbetaling plaats
vinden van de 60, per ha. voor de
voedergranen geteeld in 1959. Een sug
gestie voor vrijwilligers om deze toe
slag geheel of gedeeltelijk te bestem
men voor de verdroogde gebieden!
Bij de inning van deze gelden op de
Boerenleenbanken is er voor U gele
genheid hiervan voor deze aktie een
bedrag aan de kassier af te dragen.
Indien U het moeilijk vindt om de
mate van uw reeds geboden hulp of nog
te bieden hulp te beoordelen, dan noe
men wij „vrijblijvend" gemiddelde een
bedrag ad 5,per ha. cultuurgrond,
waaraan U hetgeen U reeds deed of nog
wenst te doen kunt toetsen.
Nogmaals, wij zijn verheugd over het
geen door „Goeree en Overflakkee"
reeds gedaan is en zijn niet bezorgd
over hetgeen nog gedaan zal worden.
In 1953 was er hulp voor onsin
1959 helpen wij.
Stortingen s.v.p. op postrekening no.
447946 K. H. Kieviet, Stationsweg 5,
Middelharnis. Onder vermelding Hulp
aktie West-Oost. De Drie Hollandse
Standsorganisaties.
Het vergeten ambt in de Kerk.
Naar aanleiding van vele persreacties
bij het in het Engels verschijnen van
het nieuwe boek van Prof. Dr. H.
Kraemer „A Theology of the Laity"
(De „Hulseau Lectures", ed. Lutterworth
Press) verschijnt binnenkort bij Boe-
kencentrum N.V. 's-Gravenhage de Ne
derlandse uitgave onder de titel „Het
vergeten ambt in de Kerk". T.z.t. ho
pen wij daarop terug te komen.
ring akkoord met het voorstel de thans
nog in omloop zijnde nominaal 795.600
inkomsten-obligaties a lOO"/» af te los
sen. Men zal dit plan financieren door
uitgifte van een nieuwe obligatie-lening
van 5«/o a pari, groot 800.000. Voorts
werd besloten houders van restantbe
wijzen met ingang van 1 januari 1960
2'/2'>/o rente te vergoeden, voor zover en
zolang de liquiditeit van de vermoot-
schap dit toelaat ter beoordeling aan
de raad van commissarissen, te voldoen
op 2 januari, voor het eerst op 2 januari
1961, zonder verplichting tot aflossing
van de hoofdsom.
Sommelsdiik
Beste jongens en meisjes!
Eerst maar het nieuwe raadsel, want
dat vergt nogal wat plaats.
1. X
2. X
3. X
4. X
5X
6X
7X
8. X
9. X
10. X
11. X
12. X
13. X
14. X
15X
16X
17X
18. X
19. X
20. X
21. X
DECëMBER-RAADSEL 2
1. Een der kleine profeten; 2. Ziet mijn
die Ik ondersteune (Jes. 42); 3
iemand wil de eerste zijn, die zal de
laatste zijn (Mark. 9); 4. Bijbelboek O.T.
5. En uit zijn mond ging een tweesnij
dend....- zwaard (Openb.); 6. Een der
vrienden van Job; 7mij, o God,
want de wateren zijn gekomen tot aan
de ziel (Ps. 69); 8. Zoon van Jacob; 9.
Is het U van den beginne nietge
maakt (Jes. 40); 10. Waar hun worm
nieten het vuur niet uitgeblust
wordt; 11. Want het geboomte zal zijn
vrucht---- (Joel); 12. Discipel; 13. Een
der grote profeten; 14. En Hijhen
tot de landpale Zijner heiligheid (Ps. 78);
15. Ik zal mijnop mij laten (Job 10);
16. Rivier uit de buurt van Damascus,
(2 Kon.); 17. Stadhouder van Achaja
(Handel. 18); 18. Laat ons elkander lief
hebben, want deis uit God (2
Joh.); 19. Oproermaker in de woestijn;
tegenstander van Mozes; 20. Knecht van
Eliza; 21. Profeet uit Davinds tijd.
Als deze woorden goed zijn, komt op
de kruisjeslijn, van boven naar beneden
een tekstgedeelte uit Joh. 5.
Dit raadsel werd me toegezonden
daar Han van Loon, Nieuwe Tonge.
BRIEVEN
Eerst een paar nieuwelingen:
Rietje v. d. M. Middelharnis. Harte
lijk welkom in ons midden! Dat eerste
raadsel is al aardig gedaan. Voortaan
zenden we de oplossingen van al de
raadsels van de maand tegelijk op aan
het bekende adres. De prijzen worden
niet verloot. Ik kijk naar geregeld mee
doen en naar goed en netjes werk. Met
de leeftijd wordt steeds rekening ge
houden.
EUy N. Rotterdam Ook hartelijk wel
kom, hoor! Jij bent de enigste niet uit
Rotterdam. Kun je niet zo goed neder-
landse taal? Dan zal je Frans wel erg
moeilijk vinden. Het adres was goed.
Het kan nog eenvoudiger: Oom Ko,
„Eilanden-Nieuws", Middelharnis. Je
hebt je nichtje EUy al vaak in de krant
zien staan, niet? Ik denk, dat jullie naar
dezelfde persoon genoemd zijn. Is dat
zo?
Sjaan van L. Dirksland. Nog hartelijk
gefeliciteerd met je verjaardag, hoor!
Hadden jullie geen huiswerk te maken?
Dat was fijn, zeg! Wat waren dat ver
rassingen op Klaproos-avond, hè? Wat
zullen jullie benieuwd zijn geweest. Ik
behoef niet ongerust te wezen dat jij
me niet op de hoogte zal brengen.
Leneke v. d. S. Oude Tonge. Heb je
nog maar drie kaarten ontvangen? Dan
is de ketting zeker verbroken; dan is er
de een of ander mee opgehouden. Naar
die jaardag moet je eens raden. Dan
zal ik wel zeggen wat er aan ontbreekt.
Juist: jij krijgt iets van je moeder en
niet van iemand, die niet meer bestaat.
Hoe is het met het oog afgelopen?
Jan S. Middelharnis. Wat heeft oma
alles weer goed verzorgd! Duidelijk en
overzichtelijk. En zo kom je er gemak
kelijk van af. Hoe gaat het met de ge
zondheid de laatste tijd? De wintertijd
is niet zo bevorderlijk voor jouw ge
zondheid, hè?
Hettie K. Sommelsdijk. Een leuk
briefje, Hettie! Er was ook veel aardigs
te vertellen, nietwaar? Ik merk wel, dat
je met alles erg ingenomen bent. Jij zal
wel zuinig op die mooie pantof f eitjes
zijn; dat weet ik zeker. Je zal ze niet
verslonzen. Alvast gefeliciteerd met va
ders verjaardag, hoor!
Leny den B. St. Fhilipsland. Niet te
vroeg roepen, Leny! Je weet niet wat
er uit de bus komt. En je weet ook niet
hoe een ander het werk maakt. Nee,
dat zit wel goed, hoor! Nu zullen jullie
al aan het repeteren zijn, denk ik. Gaat
het al een beetje?
Jaap K. Sonunelsdijk. Ben jij zo'n
echte dierenvriend? Door het lezen van
dat boek moet er wel liefde tot de die
ren komen. Onbekend maakt onbemind;
als we van iets weinig afweten, hebben
we er in de regel ook niet veel mee op.
Dieren zijn schepselen van God en ze
zijn niet als de mensen gevallen. Is het
de bedoeling, dat ik dat plaatje houd?
Of wil je het terug hebben? Het is heel
mooi.
Bennie en Jonnie H. Goes. Prachtig
op tijd, jongens! Nu waren er geen
moeilijkheden als de vorige keer. De
groeten aan meester terug, hoor! Heb
je hem wel eens nodig voor de raad
sels? Ik denk van heel weinig. Om
Franse zinnen te schrijven, zal je nog
wel wat lesjes moeten ontvangen.
Woordjes zal je al genoeg kennen, maar
om die woordjes in een zin te gebrui
ken, valt niet mee, hoor. Daar zal je
wel achter komen.
Het typen gaat al aardig.
Tineke D. Stad aan 't Haringvliet. En
hoe gaat het in de nieuwe school? Dat
kan niet anders dan goed gaan, wan
neer ik hoor, hoe jullie nu behuisd wa
ren. Hier is je versje voor het album.
Het is niet veel bijzonder, maar je hebt
dan toch een aandenken aan mij.
Aan mijn nichtje
T ussen nichtjes en vriendinnen
I s 't mijn plicht in 't poesiebiek,
N u een versje te verzinnen,
E n nu schiet mij iets te binnen:
K o en raadsels uit de krant,
E n jij bent een trouwe klant.
December 1959. - Oom Ko
Aria van K. Ouddorp. Je moet bij die
datum nog vier dagen optellen; dan ben
je er. En bij de leeftijd van je vader
moet twaalf jaar bij. Dat had je mis
schien niet gedacht, hè? Hoe kom je aan
die correspondentievriendin uit Yerse-
ke? Met een foto zal ik heel blij zijn!
Kees S. Berkel. Je brief is weer, als
naar gewoonte, helemaal vol. Met die
bijlessen valt het nogal mee, merk ik.
De raadsels behoef je er nog niet voor
op te geven gelukkig. En hoe was het
op die avond in de stad? Met die stad
bedoel je toch Rotterdam? Het zou ook
Delft kunnen zijn, dacht ik. Dat is toch
niet veel verder van jullie?
Allemaal de brieven in één keer gaat
natuurlijk niet. En----om de prijswin-
ners uit te zoeken, daar ontbrak me de
tijd voor. Jammer, hè? Maar ik kotn
volgende week weer terug, hoop ik.
De hartelijke groeten van
Oom Ko.
De huidige zakenman, kan niet
meer buiten een goed bankier,
die zijn belangen voorstaat.
Daarom, wendt U tot
Kantoor Middelharnis
Kade 5 Telef. 2268
Persoonlijke behartiging van al
uw financiële belangen.
HOOFDSTUK 1
ISchilderachtig verhief het eeuwen-
We kasteel „de Oldenborn" zijn hoge
pen en ronde hoektorentjes uit de
[ede, diepe gracht, die het gebouw ge-
pel omringde.
^e reeks van jaren had de stenen
tiingrauw getint, en zowel de blauwe
pen daken met de uitstekende dak-
psters, als de zwaar getraliede kel-
prramen^ de brede stenen brug met
F ijzeren poort zowel als de hardste-
pn stoep, die naar de' boogvormige;
pordeur leidde, alles getuigde van de
ogf? ouderdom van het landgoed.
Heuvelachtige heidevelden en uitge
strekte bossen omringden aan alle zij
den de Oldenborn en een groot gedeel
te daarvan behoorde aan de heer van
het kasteel.
Vele mensengeslachten achtereen was -
het oude landgoed in handen geweest
van elkander opvolgende heren, die van
vader op zoon de naam droegen van
hun huis, doch nu ruim zes maanden
geleden, toen vroeg in november de
eerste sneeuw begon te vallen, had men
de laatste heer van Oldenborn naar het
familiegraf gedragen en een neef uit de
vrouwelijke linie was erfgenaam en
bezitter geworden van het aloude land
goed met alle daaraan verbonden rech
ten.
Wèl was het een zeer groot verschil
in karakter en levensopvatting, dat de
vorige en de tegenwoordige bezitter
van de Oldenborn onderscheidde.
Heer Frans van Oldenborn, de korte
lings overleden landheer, was een man
geweest met een wel driftig en soms
ruw, maar in de grond goedhartig en
edel gemoed, die vandaag voor een
klein vergrijp een arbeider of boswer-
ker wegjoeg, maar als de man de vol
gende dag met zijn pet in de hand be
terschap beloofde, hem ook weer in
dienst nom.
Als de stropers het in zijn bos wat al
te bont maakten, dreigde hij de een of
ander met een schot hagel, doch als
een van zijn boswachters met veel
moeite en gevaar zulk een gevaarlijke
knaap had gepakt, kon de landheer het
niet over>zijn hart verkijgen, zo'n arme
kerel voor een paar gestrikte hazen of
gestroopte fazanten achter de tralies te
helpen.
Met zijn pachters handelde hij al op
dezelfde wijze, want als zijn oude rent
meester een bo-er, die nalatig was in
het op tijd betalen van zijn lang niet
hoge pacht, eens het mes op de keel
zette, wachtte, zulk een pachter een
goede gelegenheid af, om zijn landheer
te kunnen spreken en bijna altijd be
zweek de oude heer voor de jammer
klachten van de boer, terwijl de rent
meester opdracht kreeg om nog maar
eens een jaartje geduld met de door het
ongeluk vervolgde huisvader te hebben.
„'t Ligt niet aan mij, mijnheer, dat
de bezitting niet meer rente oplevert"
zei de rentmeester dan op spijtige toon,
doch de grijze landheer klopte dan ge
moedelijk op de magere schouder van
de tengere heer Beverman, en zijn forse
stem had een weemoedige klank als hij
opmerkte:
„Waarom zouden we ons uitsloven
om rente op rente te stapelen? Als
Gustaaf nog leefde of Bernard! Doch
je weet het, Beverman, als ik straks
voorgoed de ogen sluit, dan is er in 't
oude huis géén Oldenborn meer, en
voor mijn neef van Riekum blijft er
nog meer dan genoeg over."
Als zijn oude meester zo sprak, voel
de de rentmeester zijn ogen vochtig
worden en voor zijn geestesoog rees zo
menig beeld uit het verleden op. Hij
zag ze dan weer zo duidelijk voor zich,
de krachtige, frisse loten van de oude
stam der Oldenborns, die beide gestor
ven waren.
Kort nadat het leven der twee broers
in de bloei hunner jaren was afgesne
den, stierf ook hun moeder. Zij had die
slag niet te boven kunnen komen. Nog
enige jaren had de heer Oldenborn zijn
eentonig leven voortgezet.
Hij beheerde met behulp van zijn
trouwe rentmeester Beverman het
landgoed; ontving in het jachtseizoen
weer vertrokken waren, dwaalde hij
de landheren uit de omtrek, en als die
het liefst met Herbert Wendels, zijn
opperboswachter, door de bossen of
over de heuvels van de Oldenborn.
En nu zes maanden geleden was de
heer van Oldenborn plotseling en zon
der voorafgaande ziekte overleden en,
zoals reeds gezegd, werd een neef uit
de vrouwelijke linie eigenaar van het
landgoed.
De heer Paul van Riekum, een niet
onbemiddeld man, verkeerde in de def
tige kringen van de hoofdstad. Jaren
lang had hij een vooraanstaande positie
bekleed bij de rechterlijke macht en in
de laatste jaren was zijn invloed aan
merkelijk toegenomen.
Tijdens het leven van zijn oom placht
de heer van Riekum met zijn gezin
ieder jaar in de vakantie enige dagen
op de Oldenborn door te brengen.
Hoevvrel de heer van Oldenborn niet
zo heel erg met de afgemeten, streng
deftige rechter ophad, was diens komst
op de Oldenborn hem toch altijd van
harte welkom geweest, omdat mevrouw
van Riekum een hoogst ontwikkelde
vrouw met een edel, oprecht en vroom
gemoed was, terwijl de beide levens
lustige meisjes en de wilde vrolijke
knaap, de drie kinderen van neef van
Riekum, leven en beweging brachten
op de Oldenborn.
Zo kwam het ook, dat, toen na de
dood van de heer Frans de nieuwe
landheer zijn intocht op de Oldenborn
deed, hij voor de meesten van het vas
te dienstpersoneel geen vreemdeling
was en ook niet voor de rentmeester
Beverman, die uit de aard der zaak al
aanstonds veel met hem in aanraking
kwam.
Doch noch het dienstpersoneel, noch
de rentmeester konden het zich ontvein
zen, dat de oude heer Frans een vrij
wat welwillender en humaner meester
was geweest dan deze trotse, strenge
ambtenaar, wiens wil wet was en wiens
achterdochtig, argwanend karakter
nooit veel goeds in zijn medemens
scheen te kunnen veronderstellen.
Reeds enige weken was het schraal,
droog weer geweest, doordat er voort
durend een krachtige, koele Noordevnnd
woei, doch in de afgelopen nacht draai
de de wind naar het zuiden en op een
mals zachte regen was milde, warme
zonneschijn gevolgd.
Hoe verrukkelijk was het thans in de
dichte bossen, die zich uren ver uit
strekten achter de grijze muren van de
Oldenborn.
De wilde bloemen, het mos, de varens
en de boskruiden, de geuren van den-
nebomen, en elzestruiken, kortom een
mengeling van geuren, balsemden de
warme, zachte atmosfeer.
Hier en daar zong nog een vogel zijn
afscheidslied aan de schone dag, en
deed een woudduif zijn dof gekoer ho
ren. Daarop werd het een ogenblik stil,
totdat opeens, diep uit het woud, de
nachtegaal zijn ver klinkende trillers
deed opschallen.
Op een der smalle paden, die rechts
en links zich door het heuvelachtige
boslandschap kronkelden, en daar een
ware doolhof vormen voor iemand, die
hier niet grondig bekend is, wandelt
met vaste maar driftige tred een man
van middelbare leeftijd.
De pet, die zijn dikke, bruine haar
dos dekt en het dubbelloops jachtge
weer, dat aan een draagriem over zijn
schouder hangt, kenmerkten hem als
een boswachter van het landgoed.
(Wordt vervolgd)