ciiivnDErt-iiiEuws Dirksland heeft 33.000.-- tekort op gemeentebegroting KaVeeU^ e sluikeR Hoeder 22„ UIT HET Verdwijnen Dekking kan gevonden uit saldl-reserve Machinale wisselaar TBABYDERMSSr/^EÏ Vrijdag 20 november 1959 No. 2846 I gen. Blus dat laaiend maagzuur-branden. Neem een paar RsHnies. Ook voor V redding es uitkomst. VoorheM'ere Baby-huidje VICTORY van ,.1. .36 et, een lichte sigaar j voor Vervolgverhaal 27 door W. Schippers Bevolkingsgroepering Twee ernstige kwalen Velsen in Noord-Holland en Dieren in Gel derland. Het is zeker geen eenvoudige zaak het I ]j[id te besturen, voor allerlei belangen maatregelen te nemen en voorzieningen [e treffen. Wie tot het bestuur van I land, gewest of gemeente geroepen is, I moet terdege weten hoe alles reilt en 12eiit, met name in welke mate allerlei feiten en toestanden zich voordoen. Daarvoor is de cijferreeks nodig die I door het Rijks Statistiekbureau wordt bijgehouden. De grootste stad is Amsterdam, met 1872428 zielen. Dan volgen Rotterdam met 731047, 's-Gravenhage met 606825 i en Utrecht met 252104 zielen. Er zijn I nu in ons land 14 gemeenten die meer I dan 100.000 inwoners tellen. Het laatst I zijn daarbij gekomen Apeldoorn en Hil versum. In die 14 grote gemeenten wo nen SS.S'/o van alle bewoners van ons land. Als ge dan bedenkt dat er nog 18 gemeenten zijn die tussen 50- en 100.000 inwoners tellen, dan ziet ge wel in dat ons volk snel verstedelijkt; de platte- landstoestand verandert ingrijpend. En zal steeds sneller veranderen wanneer de eilandprovincies in het Deltaplan betere verbindingen krijgen. Of de be woners er dan zoveel gelukkiger aan toe zijn, staat nog te bezien, maar, het I wordt U niet in de keus gegeven. Groningen en Friesland voelen zich I wat achteruit gezet in heel het econo- misch beweeg. Hun aantal inwoners liep in drie jaren slechts met resp. 6000 en 4400 omhoog. Zeeland, die kleine provincie, boekte in die tijd 6800 inwo- ners meer, en dat op een aantal van ..O.OOO! Maar ja, Zeeland ligt in het I westen en aan de zee, daar hebt ge het weer, de zee brengt de welvaart. Is 1 eenmaal in een provincie of gemeente de trek naar elders begonnen, dan sleept de een de ander mee. Dat is in Groningen en Friesland wel zo wat aan de gang. Jammer genoeg. Er worden nu ook al „noodgebieden" aangewezen die speciale voordelen en zorgen van de regering krijgen om er werkgelegen- I held te doen blijven of te helpen vesti- Om nu nog een gaar gegevens met grove trekken te geven: Over 1958 stond het in het familielieven er zó bij Geboren 236.543 personen Overleden 84.175 Huwelijken 91.508 Echtscheidingen 5.280 Scheid, v. tafel en bed 896 Er gebeurt dus dagelijks zo het een I en ander. Veel goeds en liefs, ook veel I leeds. Daar is ons leven nu in getekend. Het percentage echtscheidingen is op Ide 1000 echtparen gebleven 2.2. Ge zoudt het zo graag zien dalen. Er zijn per jaar ook 6000 kinderen bij betrok ken. Let wel: per jaar. Er schuilt een zee van leed achter. En de rechter moet wel trachten te verzoenen, maar ja, dat lukt zelden of nooit, men is dan al te ver uit elkander gegroeid, dan kan de j rechter het niet meer goed krijgen. Het sterftecijfer is gelijk gebleven op |7.5 per 1000 inwoners. Bij het begin |van deze eeuw was het 16 per 1000. Nog steeds vormen hartziekten de [allergrootste doodsoorzaak, 20700 ge vallen (162.9 per 100.000 inwoners), dan I volgt de gevreesde ziekte, U weet wel i....het heet „kwaadaardige nieuwvor ming" met 150.2 per 100.000 inwoners, pat steekt dus ver af bij de andere 1 doodsoorzaken, die met 20, 15, 8 of nog "ager promillecijfer te boek staan. Voor motorongevallen staat een do- I dencijfer van 1533, voor andere dode- jlijke ongevallen 2302 personen. 760 mensen hebben in 1958 hun dood I verhaast. In Velsen bij Haarlem en in Dieren [bij Doesburg gaan de zaken heel goed. I Of heel slecht. Al naar ge er over denkt. [Velsen veraste verleden jaar 2170 over- I ledenen, Dieren 684. Dat is samen 2854. jHet is er druk. In Velsen zijn ovens 1 bijgebouwd met een nieuwe aula. Ook I is er een groot asveld tussen de heuvels. iDe urnengangen zijn zeer uitgebreid. I Ge kunt er dwalen. Bij mijn bezoek af- iaald tot bij de ovensik kan er [niet anders van zeggen dan: oorden des I doods! De verlorenheid en de afgrij- ping dringen zich daar aan U op. De Imens, kroon der schepping, tot as ver pulverd en in een bus gedaan! Of bui ten in de wind verstrooid! Ja, het is wel ver met ons volk geko men. En dat door slapheid in het re geringsbeleid. Het kan niet ontkend worden dat er van de kerken ook veel te weinig een woord van protest en vermaan is uitgegaan. Zodat er dus ook schuld ligt bij ons zelve. Zoals dat met veel toestanden het geval is. Waarnemer. U zult de dag loven, waarop U met Rennies Uw brandend maagzuur tot verleden tijd maakte. Klinkt ongelo felijk, maar is een bewezen zaak. In tienduizend gevallen, over de hele we reld. Haal een pakje Rennies en on dervind van vandaag af de heerlijke uitwerking van dit wondere tabletje. Zó bij U te steken hygiënisch verpakt RIJMEN VAN TIJMEN Dat is me wat dat wordt me wat: De „moordenaar" moet uit de stad! Men is zo'n gast liefst kwijt. Geen R.T.M, in Rotterdam, Want wie daarmee in botsing kwam. Wordt stellig niet benijd! De R.T.M. en het verkeer. Ze zijn in dagen van weleer. Vaak in conflict gekomen. Zo'n hakkepuffer in de stad. Bij mist en ijzel was me wat. Men zag hem binnenkomen. 't Steeds drukker wordend stadsverkeer. Gedoogt zo'n lange sliert niet meer. Dat is te ongewoon. Dus als dat plan nu door zal gaan, Dan is het einde van de baan. Straks Poortugaal of Rhoon, De „benenwagen" of lijn twee Neemt ons het laatste eind dan mee. Zo gaat het ook terug. Men zet de klok wel achteruit. Maar als de Maasstad iets besluit, Dan gaat het meestal vlug. Doch geef hen dan eens ongelijk. Hoe men ook deze zaak bekijk. Met 't oog op het verkeer. Hier hangt ook vaak te veel van af. Daar zulk een tram maar hinder gaf Dat kan vandaag niet meer. TIJMEN Het is zo lang we heugen nog nooit voorgekomen, dat zó weinig bespreking in de gemeenteraad te Dirksland was, bij de behandeling van de gemeentebegro ting. De enigste die alg. beschouwingen hield was de heer T. van Prooijen (P.v.d.A.), de andere lieten verstek gaan. Door de heer van Es (S.G.P.) werd opgemerkt, dat de begroting eigenlijk een boek met vaste posten was, waar over dan ook niet veel te praten viel. Het tekort bedraagt f 33.000.— wat nog uit de reserve kon worden gedekt. Op een betere situatie uit de nieuwe finan ciële regeling Rijk en Gemeenten hadden de heren ,niet veel hoop. Dat moet worden afgewacht. Geopend werd op gebruikelijke wijze met gebed. De notulen werden aange houden. Bij de ingekomen stukken was de mededeling dat voor de bouw van zes woningwetwoningen goedkeuring is ontvangen. De inschrijving was vrij ge lijk aan de begroting volgens de voorz. De stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Ontvangen was een brief van de kringraad van de B.B. over de rekening 1957 enz. waarop de heer T. van Prooyen vroeg of de B.B. in de gemeente nogal aktief was. De voorz. antwoordde bevestigend en zei, dat er zelfs een gelegenheid werd ingericht voor de B.B. om te oefenen. Grond voor part. woningbouw. M. S. Kardux, Armenweg 2 te Nieuwe Tonge heeft gevraagd een perceel bouwgrond in het uitbreidingsplan aan de Beatrix- laan te kopen voor de bouw van een woning. Goedgevonden werd 343.75 m^ grond a 12,per vlerk. m. aan hem te verkopen. Met de Bank van Ned. Gemeenten werd een krediet in rekening courant overeenkomst aangegaan, groot 150.000 gld. Nieuw bestuurslid Binnenhof. We gens zijn werkzaamheden elders heeft de heer J. H. Bestman verzocht ont heven te worden van zijn funktie om de gemeente te vertegenwoordigen in het bestuur van de Beschuttende Werk plaats „Binnenhof". Voorgesteld werd in deze vakature aan te wijzen de heer P. Geelhoed, ambtenaar ter secretarie, tevens belast met de sociale voorzie ningen. De heer T. v. Prooyen vroeg of het laatste de interpretatie was om de heer Geelhoed te benoemen. „We moeten daar wel een expert heb ben" zei de voorzitter. De heer Roon informeerde of volgens het reglement buiten de raadsleden iemand kon worden gekozen, waarop de voorz. zei, dat men daarin vrij stond. Bij stemming werd dhr. Geelhoed met alg. stemmen benoemd. De salaris-verordening voor de amb tenaren der gemeente werd opnieuw vastgesteld. Goedgekeurd werd de ba lans-, winst- en verlies-rekening van de Woningbouwvereniging „Dirksland" over 1958-1959. Onderwijs Vastgesteld werd het aantal weke lijkse lesuren voor vakonderwijs aan de O.L. School. Eveneens werd vastgesteld het bedrag der uitgaven voor het O.L. onderwijs over 1958 volgens art. 55ter der L.O.-wet 1920; de exploitatie ver goeding openbaar kleuteronderwijs '58; deexploitatievergoeding bijzondere kleu terschool 1958 (art. 75, 3e lid van deze wet). In de door b en w gegeven specifica tie stond voor de openbare school voor onderhoud schoolgebouw een post 2887,98. Gezien dit geen normaal on derhoud werd geacht, ontstond hier over een discussie. Gevraagd werd of dit bedrag doorberekend werd voor de bijz. school, wat de voorzitter bevestig de. Hij vond het wel een debieus punt, omdat de school oud is en alles verbe teringen'niet onder normaal onderhoud vallen. De voorz. schorste de vergadering, om het met de heren nader door te spreken. Na heropening werd het voorstel aangenomen, zoals voorgesteld, omdat volgens de jurispredentie in dergelijke gevallen, deze post toch onder gewoon onderhoud viel. De spaarregeling voor het personeel der gemeente met ingang van 1 jan. 1960 kwam ook hier aan de orde. „Hoe staan de ambtenaren er zelf te genover?" vroeg dhr. v. Prooyen. „Kun nen ze het missen?" „Er is overleg met hen gepleegd" deelde de voorz. mee. De meerderheid voelde er voor, het is overigens geheel op basis van vrijwilligheid. Het sparen wordt op deze wijze aangemoedigd, al dus spreker en draagt bij tot bezitsvor ming. „Dat is weer een hoofdstuk apart" merkte de heer van Prooyen op. Het voorstel werd aanvaard. Behandeling begroting De voorz. stelde aan de orde behan deling van de diverse begrotingen, al lereerst die van Maatschappelijke Zorg. Namens de commissie adviseerde de heer Roon tot goedkeuring. Wel vroeg hij het college aan de raad een nota over te leggen, betreffende het beleid van b en w, o.m. de normen die werden gesteld. De voorz. zegde toe, dit t.z.t. schriftelijk te zullen doen. Deze begro ting, met een subsidiepost van 20.000,- werd z.h.s. goedgevonden. De begroting gasdistributiebedrijf 1960, werd even eens vastgesteld, met een voordelig saldo groot 9000,De gasafgifte voor 1960 wordt geraamd op 440.000 m^ met een opbrengst van 88.740,60. Dan kwam de gemeentebegroting 1960 aan de orde. Op deze begroting moest een tekort worden geraamd groot 33.000,wat gedekt zal worden uit de batige saldi van vroegere dienstja ren. De heer Roon namens de commissie verslag uitbrengend, adviseerde tot goedkeuring al drukte hij zijn spijt uit dat gezien de uitkomst van de begro ting geen nieuwe objecten in de ge meente konden worden uitgevoerd. Algemene beschouwingen Over de gemeentebegroting 1960 werd door de heer T. van Prooyen (P.v.d.A.) de volgende algemene beschouwing ge houden. Bij het aanbieden van de gemeente begroting 1960 en het bestuderen hier van, vnl. de toelichtingsbrief, was van onze zijde wel enige nieuwsgierigheid, misschien wel enige verwachtingen hoe het college van b en w waar de geachte heer burgemeester als nieuw figuur in domineert met hun plannen voor de naaste toekomst zou doen' uitkomen. Hoewel deze begroting sluit met een nadelig saldo van 33.000,—, waar toch dekking voor is gevonden, is het voor ons als fractie van de P.v.d.A. teleur stellend dat het geachte college deze planning, in tegenstelling met andere bedrijven, meende de raad te moeten onthouden. Dit wijst op passiviteit waar in een gevaar zit. Interessant is het om te horen wat prof. Hofstee op het con gres van het K.N.L.C. te Emmeloord hiervan zegt. Ik citeer. De Plattelandsbevolking neemt nog in veel te geringe mate actief deel in de planning van haar eigen toekomst. Ten aanzien van de toekomst van het Platteland neemt zij een passieve, dik wijls negatieve en afvi^erende houding aan, uitbreidingsplannen en streekplan nen bekijkt zij in de regel alleen uit het oogpunt van verlies aan cultuur grond. De oorzaak ervan ligt bij ons onder wijs en bij onze opvoeding en vorming in het algemeen. Het landbouwonderwijs besteedt veel te weinig aandacht aan de vraagstuk ken van de menselijke samenleving en haar ontwikkeling. Dit gebrek aan in zicht wekt een gevoel van onmacht. Men haalt de schouders op, trekt zich terug op de boerderij en zegt dat „ze" het maar moeten weten, aldus prof. Hofstee. Mijnheer de voorzitter, in verschil lende bladen en geschriften lezen we dat Flakkee zich struktureel in een overgangsface bevindt om straks in de nabije toekomst, met de voltooiing der Deltawerken, een nieuw tijdperk in te gaan. De toekomstige strukturele ontwik keling van Flakkee ligt nog m het ver borgene, maar wel dient men zich te beraden en zich te richten naar die toe komst. Dit kan alleen gezamenlijk hier zijn wij van overtuigd. Het struktuur- plan voor Flakkee wijst in de goede richting. Noordzakelijk is echter dat in tergemeentelijk meer gedaan wordt. Laten de raden van Flakkee zich meer voor dit probleem inzetten. Geza menlijk ongeacht hun levensovertuiging hieraan werken opdat een Flakkees ge luid en een Flakkees standpunt wordt ingenomen. De Flakkeesche Gemeen schap wordt nu door G.S. benadert voor inlichtingen, omdat volgens een lid van G.S. er op Flakkee niets anders is om mee te praten. Een levende commissie uit de Flak- keese raden zou een stap in de goede richting zijn, waar in tegenstelling met de Flakkeesche Gemeenschap het werk nemerselement ook in vertegenwoor digd moet zijn. Keren we terug tot de gemeentebegroting. De vraag blijft open of wij met de technische dienst op een grote voet le ven. Meermalen Is van onze zijde hier op gewezen het heeft dus geen zin hier nog dieper op in te gaan. De post vermakelijkheidsbelasting staat voor 1960 op 150,wat een ver laging betekent. Een wijziging in deze belasting is in het vooruitzicht gesteld, wij zijn be nieuwd naar de voorstellen van het college. Stelt de verwachte verbetering niet te lang uit. De verwarming in de openbare lagere school is te duur en on-economisch, verleden jaar werd van de zijde van het college toegezegd dat dit verbeterd zou worden. Waarom wordt hier niets aan gedaan? Hebben b en w al plannen met de vuilnisbelt wanneer deze in de nabije toekomst ontruimd zal zijn. Hoe staan b en w tegenover demping van de brede gooi langs de Philipshoof- jesweg? Waarom wordt de e.v. te vol gen beleidslijn plannen en dergelijke niet getrokken. We zitten m.i. in de mist, regeren is vooruitzien dat ont breekt in de begroting en toelichtings brief. Wij weten en beseffen dat het met deze financiële status niet gemakkelijk is dit te doen. De mobiele beroepsbevolking trekt Deze wissel-automaat welke tê zien was op een tentoonstelling in New York maakt dollarbiljetten „klein", zonder dat U meer behoeft te doen dan een muntbiljetje in het daartoe bestemde vakje te stoppen en een knop in te drukken. Vals- of ander ongeldig geld wordt resoluut geweigerd. weg om elders werk te vinden, vertrek van jongeren, die willen huwen en hier geen woning kunnen vinden is te ver wachten, uitholling geschiedt reeds. Maar toch niet tegenstaande deze sombere geluiden vooruitzien in pro gressieve zin. Deze algemene beschou wing is kritisch omdat wij menen dat deze kritisch moet zijn. Het spreekt van zelf dat deze kritiek geen afbreuk doet van onze zijde aan de waardering van het geachte college. Wij wensen haar een begrotingsjaar van goede werklust in een gezegende gezondheid. Antwoord van de voorzitter De voorzitter gaf als antwoord e^st een uiteenzetting over het karakter van de gemeentebegroting. In verband met de finantiele omstandigheden der gemeente is het niet mogelijk aldus spr. en ook niet toegestaan nieuwe Japetten in de begroting aan te brengen. Inha kend het aangehaalde van prof. Hofstee, noemde spr. dit een somber geluid; de^ gemeenten op Flakkee steken wel bo ven het gemiddelde uit. Dat het struc tuurplan is aangenomen bewijst wel, dat men zelf in de plannen voor de toe komst wil mee spreken. Prof. Hofstee kan op andere plattelands gemeenten gedoeld hebben, maar voor Flakkee geldt dat zeker niet. Het gezegde of de Techn. dienst op te gxote voet leeft, kon spr. niet delen, waarop hij een na dere toelichting gaf. Over de onecono mische verwarming in de openb. school zei de voorzitter, dat de oorzaken wor den onderzocht. T.a.v. de vuilnisbelt antwoordde de voorzitter dat dit op korte termijn geregeld wordt. Het ligt in de bedoeling van b. en w. om van de oude vuilnisstortplaats een ijsbaan te maken. Daarover kunnen nadere voorstellen worden verwacht, eveneens over de demping van de gooi langs de Philipshoof j esweg. „U bent verkeerd begonnen en ten slotte ben ik toch tevreê" wierp de heer van Prooijen de voorzitter tegen. „O, dat komt meer voor" antwoordde de voorzitter. „We staan voor een revolutie op ons eiland wat het surplus aan arbeids- krachten betreft" ging dhr. v. Prooyen voort. Straks moeten er 15 a 1600 man buiten het eiland emplooi zoeken en spr. wilde daar anders deze mensen op de duur voor het eiland verloren zijn, industrieën creëeren dat hier werk komt. Daarom heeft prof. Hofstee ge lijk, dat het platteland verandert. De voorz. wilde deze verandering niet betwisten, maar wel dat er niets aan gedaan wordt. Intergemeentelijk wordt het structuurplan bekeken; spr. zei dat er toch eerst plannen moeten gemaakt om tot dadeen te komen. De heer v. Prooijen kwam dan terug op de Techn. dienst en zei, dat er met het vele werk na de ramp een tweede opzichter bij de Technische dienst was aangetrokken. Hij vroeg: werkt de Technische dienst niet te zwaar voor 3 gemeenten. De voorz. antwoordde dat bouw- en woningtoezicht en al het andere werk niet met minder dan 2 opzichters toe kon. Het organisatorische deel zal echter met de 3 colleges worden bezien. De heer van Es (S.G.P.) onthield zich deze keer gezien de begroting z.i. een boek met vaste posten was van algemene beschouwingen. Zelfs aan het nazien van de cijfers als commissie, was geen aardigheid meer. Al is de begro ting uit de saldi-reserve sluitend ge maakt, was dit in feite toch maar een noodmaatregel. Hij betreurde dat het Rijk wel grote subsidies geeft voor al lerlei gebouwen, opera's enz., en dat er om enkele woningen te bouwen geen geld is. Spr. hoopte dat het college en de raad onder Gods zegen en in ge zondheid deze begroting in 1960 zal mo gen afwerken. I.Z.A. werkt met veel verlies Daar er verder geen algemene be schouwingen waren, werd de begroting hoofdstuksgewijze behandeld. De heer Bestman (A.R.) bracht de raad onder het oog, dat de I.Z.A. (Instituut Ziek teregeling Ambtenaren) met grote te korten zat en hij raadde aan daar niet meer aan mee te doen. Het eerste jaar (1955) had de I.Z.A. een voordelig sal do van 218.19, in 1956 een tekort van 110.000.—; in 1957 25.000.—in 1958 159.000,—, in totaal al bijna 3 ton te kort! De regeling werkt bovendien stroef, er moet meer betaald en er zijn minder rechten, dan b.v. bij verplichte e.a. verzekeringen. Spr. wist dat de ambtenaren er ook liever af wilden. De tekorten moeten door de gemeenten worden bijgepast wist spreker. De voorz. antwoordde dat het college ook wel enigszins bezorgd is over het I.Z.A. al is de levensduur van deze in stelling nog maar kort. Er kunnen be paalde redenen voor zijn; men kan het niet als normaal aanmerken. Spr. raad de het nog eens even aan te zien. De gemeenten zijn nog niet aangesproken (Vervolg pag. 2, 1ste kolom) .,De duivel van eigenbaat en hebzucht jzal hem wel hebben ingefluisterd: Zijt Isij niet meer de rechthebbende erfge- |Baam van uw broeder dan die vreemde I Vrouw, die slechts enige maanden met Ihem getrouwd was geweest! Het kwaad pas gauw bedreven," ging de oude Isehipper ernstig voort, „maar aanvan kelijk was het geen kwaad m het oog jvan de mens, die het bedreef, totdat---- jnet geweten, de stem van God, begon |K spreken in zijn hart en die stem Izweeg niet meer, bleef aanhouden, [Waarvan het gevolg was: berouw en IWroeging, die alle levensgeluk, ondanks |M voorspoed in handel en bedrijf, roof- |w. Gode zij dank echter mijnheer de IJiorter", wendde de oude schipper zich/ I™ tot de reder, dat Hij, die de diepste jroerselen van het mensenhart doorziet, pn doorgrondt, óók uw berouw, óók uw laUeen gedragen zielesmart heeft ge- iPeild. j „Ge hebt thans uw schuld beleden;. iJi^f Wensen; vergeef het een oude man,) hij mogelijk te vrijmoedig spreekt, maar ik zou u willen vragen, mijnheer de Gorter, hebt U ook schuld beleden aan God? Dat is iets van nog groter be lang dan dat ge U voor mensen hebti uitgesproken. God heeft in uw hart ge-i werkt, dat het kwaad U niet met rust liet; dat uw geweten bleef spreken ea U telkens opnieuw aanklaagde. En hoe wel ge zo tegen Hem gezondigd hebt, heeft Hij toch gedachten des vredes over U. Hij wil niet, dat de zondaar verlo-; ren ga, maar dat deze zich bekere en leve. Daartoe zond Hij Zijn Zoon op aarde. Die kwam om het oordeel, dat de zondaar moest treffen, te ondergaan. Die Jezus, de Redder der wereld, roept ook U toe: „Komt tot Mij, allen die ver moeid en belast zijt en Ik zal U rust geven." Aan Zijn liefdevol hart is rust te vinden voor het meest verontrust ge weten." Het hoofd van Andries de Gorter zonk hem nog dieper op de borst, maar de schipper keerde zich thans tot zijn knecht, die strak voor zich uitkeek. „En iij, Arjaan Nitzema, zou je de hand terugstoten van de man, die eens je vader liefhad met een sterke broe derliefde; die hem trouw bleef in zijn stervensogenblik, en die de Franse ko gels trotseerde, totdat ook zijn bloed vloeide? „Zou jij niet een bloedverwant kun nen vergeven, Arjaan, waar de Heiland zelfs Zijn moordenaars vergaf? Laat geen bitterheid wortel schieten in je hart en reik je oom als een rondborstige zeeman de hand." Diep en ernstig, maar ook vriendelijk en mild, had de stem van de schipper geklonken, en zijn eenvoudig woord vond weerklank in de harten van hen, die ze hoorden en tot wie ze gericht waren. Wat ging er niet om in het ge moed van de man, die zo lang zijn schuld en wroeging alléén gedragen had, maar die het niet zou kunnen dra gen, als de zoon van zijn eens zo ge liefde broer zich in toorn en verachting van hem afkeerde voor altijd. En Arjaan Nitzema? Zou de koppig heid van de onverzettelijke Fries weer stand kunnen bieden aan het ernstige woord van de oude man, die hij zo hoogachtte en liefhad? Neen, zoals het van het eerste ogen blik af geweest was, dat hij met Rude- man in aanraking kwam, geschiedde het ook nu: het woord van de oude man vond regelrecht de weg naar zijn hart, en toen deze zweeg sprong de jon ge varensgast overeind. „Schipper Rudeman heeft gelijk, oom Andries. Zo heb ik het geval niet beke ken, maar ik ben dankbaar, dat mijn oude schipper mij weer de goede koers gewezen heeft. „Geef mij de hand en tob niet langer over de fout, die ge zoveel jaren gele den hebt begaan en waarvoor ge zwaar genoeg hebt geboet. In mijn hart zal geen wrok meer zijn; denk maar gerust: Arjaan is een jongen van hetzelfde hout gesneden als zijn vader." Thans stond, zo snel als zijn houten been het hem toeliet, Andries de Gorter van zijn stoel op, en greep de hand, die de jonge schipper hem toestak. Hij wil de iets zeggen, maar geen geluid kwam hem over de lippen en plotseling zakte hij weer terug in zijn stoel en met het hoofd op de gekruiste armen gezonken, snikte hij als een kind. Een ogenblik bleef het stil in de ka mer. Toen zei schipper Rudeman rustig en opgewekt: „Kom Arjaan, wij gaan weer naar de Bato, anders wordt mijn Jette onge rust." En toen Andries de Gorter een snik smoorde in de keel en een vruchteloze poging deed om zijn ontroering, die de sterke man te machtig was, meester te worden, legde de oude schipper hem de hand op de schouder en zei: „Laat vrij die tranen vloeien, mijnheer de Gorter; van harte hoop ik, dat ze het teken zijn van een verslagen hart en een verbrij zelde geest, want die beiden zal God niet verachten." „Kom Arjaan, het is voor ons hoog tijd, om weer aan boord te gaan." HOOFDSTUK 18 NAAR NITZEMA's HOEVE Het was nog vroeg in het voorjaar, half april, en toch had de lente reeds haar intocht gedaan op glorieuze wijze. Aan het vroege vallen van de avond was het goed merkbaar, dat de winter nog maar net voorbij was en de eenza me wandelaar, die de kronkelende klei weg volgde, die tussen weidevelden en akkerland heenliep, versnelde zijn pas, omdat het anders donker zou zijn, voordat hij de hoeve van Jauk Nitze ma had bereikt. Het was Adriaan die er eindelijk toe gekomen was een bezoek te gaan bren gen bij vader Jauk, wat hij al lang van plan was geweest, maar telkens weer had uitgesteld, om de doodeenvoudige reden, dat hij liever op de Bato was dan op de hoeve van Jauk Nitzema. Op herhaald aandringen van schip per Rudeman was hij er eindelijk toe besloten, op reis te gaan naar Friesland. De gelegenheid was thans gunstig, doordat er veel veranderd was in de levensomstandigheden van Arjaan, sinds het ogenblik, dat Andries de Gor ter zijn moeilijke bekentenis had afge legd. Reeds de dag daarna was de reder zelf aan boord van de Bato gekomen, vergezeld door zijn vrouw. Het leek nu wel, of Andries de Gorter tien jaar jon ger geworden was sinds de vorige dag en zijn stem klonk fors en krachtig, toen hij tot de schipper, die kalm zijn pijpje stond te roken, zei: „We komen' jullie op de Bato een bezoek brengen, Rudeman." De schipper was zichtbaar verblijd over dit bezoek en ging zijn gasten voor naar het achteronder. Vóór mijnheer de Gorter het trapje af stom melde naar het heiligdom van Jette, zei hij zacht tot de schipper: „Ik kom met U en Arjaan een ernstig woordje pra ten, Rudeman, en ik vertrouw, dat gij mij even trouw zult bijstaan als giste-i' ren. Dat zal ik nooit vergeten." Het werd een belangrijk gesprek, dat op de Bato plaats vond. Andries de Gorter scheen iets van zijn vroegere veerkracht terug gekregen te hebben.) Alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld was, deelde hij Arjaan mee, dat hij het volle hem toekomende bedrag, uitmakende zijns vaders nalatenschap, in solide papieren zou beleggen, die hij, dan als zijn eigendom kon beschouwen, waarover hij de vrije beschikking had. Enigszins verbluft keek Arjaan de re der aan en van deze naar schipper Ru deman. „Dan zal ik voortaan een rijk man zijn." Er was echter nog veel meer besproken en dat betrof niet alleen Ar jaan Nitzema, maar ook schipper Rude man. „Ik heb mijn zaken aan kant ge daan, dat weet ge, Rudeman", zei de, reder, „al mijn schepen heb ik ver kocht, behalve het jacht, en ik durf zeggen, dat er geen beter schip van dat soort vaart op de Zeeuwse stromen. (Wordt vervolgd)'

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5