ciiivnDErt-iiiEuws
Dirksland heeft 33.000.-- tekort
op gemeentebegroting
KaVeeU^
e sluikeR
Hoeder
22„
UIT HET
Verdwijnen
Dekking kan gevonden
uit saldl-reserve
Machinale wisselaar
TBABYDERMSSr/^EÏ
Vrijdag 20 november 1959
No. 2846
I gen.
Blus dat laaiend
maagzuur-branden.
Neem een paar RsHnies.
Ook voor V redding es uitkomst.
VoorheM'ere
Baby-huidje
VICTORY
van
,.1. .36 et,
een lichte sigaar j voor
Vervolgverhaal
27
door W. Schippers
Bevolkingsgroepering Twee
ernstige kwalen Velsen in
Noord-Holland en Dieren in Gel
derland.
Het is zeker geen eenvoudige zaak het
I ]j[id te besturen, voor allerlei belangen
maatregelen te nemen en voorzieningen
[e treffen. Wie tot het bestuur van
I land, gewest of gemeente geroepen is,
I moet terdege weten hoe alles reilt en
12eiit, met name in welke mate allerlei
feiten en toestanden zich voordoen.
Daarvoor is de cijferreeks nodig die
I door het Rijks Statistiekbureau wordt
bijgehouden.
De grootste stad is Amsterdam, met
1872428 zielen. Dan volgen Rotterdam
met 731047, 's-Gravenhage met 606825
i en Utrecht met 252104 zielen. Er zijn
I nu in ons land 14 gemeenten die meer
I dan 100.000 inwoners tellen. Het laatst
I zijn daarbij gekomen Apeldoorn en Hil
versum. In die 14 grote gemeenten wo
nen SS.S'/o van alle bewoners van ons
land. Als ge dan bedenkt dat er nog 18
gemeenten zijn die tussen 50- en 100.000
inwoners tellen, dan ziet ge wel in dat
ons volk snel verstedelijkt; de platte-
landstoestand verandert ingrijpend. En
zal steeds sneller veranderen wanneer
de eilandprovincies in het Deltaplan
betere verbindingen krijgen. Of de be
woners er dan zoveel gelukkiger aan
toe zijn, staat nog te bezien, maar, het
I wordt U niet in de keus gegeven.
Groningen en Friesland voelen zich
I wat achteruit gezet in heel het econo-
misch beweeg. Hun aantal inwoners
liep in drie jaren slechts met resp. 6000
en 4400 omhoog. Zeeland, die kleine
provincie, boekte in die tijd 6800 inwo-
ners meer, en dat op een aantal van
..O.OOO! Maar ja, Zeeland ligt in het
I westen en aan de zee, daar hebt ge het
weer, de zee brengt de welvaart. Is
1 eenmaal in een provincie of gemeente
de trek naar elders begonnen, dan
sleept de een de ander mee. Dat is in
Groningen en Friesland wel zo wat aan
de gang. Jammer genoeg. Er worden
nu ook al „noodgebieden" aangewezen
die speciale voordelen en zorgen van
de regering krijgen om er werkgelegen-
I held te doen blijven of te helpen vesti-
Om nu nog een gaar gegevens met
grove trekken te geven: Over 1958
stond het in het familielieven er zó bij
Geboren 236.543 personen
Overleden 84.175
Huwelijken 91.508
Echtscheidingen 5.280
Scheid, v. tafel en bed 896
Er gebeurt dus dagelijks zo het een
I en ander. Veel goeds en liefs, ook veel
I leeds. Daar is ons leven nu in getekend.
Het percentage echtscheidingen is op
Ide 1000 echtparen gebleven 2.2. Ge
zoudt het zo graag zien dalen. Er zijn
per jaar ook 6000 kinderen bij betrok
ken. Let wel: per jaar. Er schuilt een
zee van leed achter. En de rechter moet
wel trachten te verzoenen, maar ja, dat
lukt zelden of nooit, men is dan al te
ver uit elkander gegroeid, dan kan de
j rechter het niet meer goed krijgen.
Het sterftecijfer is gelijk gebleven op
|7.5 per 1000 inwoners. Bij het begin
|van deze eeuw was het 16 per 1000.
Nog steeds vormen hartziekten de
[allergrootste doodsoorzaak, 20700 ge
vallen (162.9 per 100.000 inwoners), dan
I volgt de gevreesde ziekte, U weet wel
i....het heet „kwaadaardige nieuwvor
ming" met 150.2 per 100.000 inwoners,
pat steekt dus ver af bij de andere
1 doodsoorzaken, die met 20, 15, 8 of nog
"ager promillecijfer te boek staan.
Voor motorongevallen staat een do-
I dencijfer van 1533, voor andere dode-
jlijke ongevallen 2302 personen.
760 mensen hebben in 1958 hun dood
I verhaast.
In Velsen bij Haarlem en in Dieren
[bij Doesburg gaan de zaken heel goed.
I Of heel slecht. Al naar ge er over denkt.
[Velsen veraste verleden jaar 2170 over-
I ledenen, Dieren 684. Dat is samen 2854.
jHet is er druk. In Velsen zijn ovens
1 bijgebouwd met een nieuwe aula. Ook
I is er een groot asveld tussen de heuvels.
iDe urnengangen zijn zeer uitgebreid.
I Ge kunt er dwalen. Bij mijn bezoek af-
iaald tot bij de ovensik kan er
[niet anders van zeggen dan: oorden des
I doods! De verlorenheid en de afgrij-
ping dringen zich daar aan U op. De
Imens, kroon der schepping, tot as ver
pulverd en in een bus gedaan! Of bui
ten in de wind verstrooid!
Ja, het is wel ver met ons volk geko
men. En dat door slapheid in het re
geringsbeleid. Het kan niet ontkend
worden dat er van de kerken ook veel
te weinig een woord van protest en
vermaan is uitgegaan. Zodat er dus ook
schuld ligt bij ons zelve. Zoals dat met
veel toestanden het geval is.
Waarnemer.
U zult de dag loven, waarop U met
Rennies Uw brandend maagzuur tot
verleden tijd maakte. Klinkt ongelo
felijk, maar is een bewezen zaak. In
tienduizend gevallen, over de hele we
reld. Haal een pakje Rennies en on
dervind van vandaag af de heerlijke
uitwerking van dit wondere tabletje. Zó
bij U te steken hygiënisch verpakt
RIJMEN VAN TIJMEN
Dat is me wat dat wordt me wat:
De „moordenaar" moet uit de stad!
Men is zo'n gast liefst kwijt.
Geen R.T.M, in Rotterdam,
Want wie daarmee in botsing kwam.
Wordt stellig niet benijd!
De R.T.M. en het verkeer.
Ze zijn in dagen van weleer.
Vaak in conflict gekomen.
Zo'n hakkepuffer in de stad.
Bij mist en ijzel was me wat.
Men zag hem binnenkomen.
't Steeds drukker wordend stadsverkeer.
Gedoogt zo'n lange sliert niet meer.
Dat is te ongewoon.
Dus als dat plan nu door zal gaan,
Dan is het einde van de baan.
Straks Poortugaal of Rhoon,
De „benenwagen" of lijn twee
Neemt ons het laatste eind dan mee.
Zo gaat het ook terug.
Men zet de klok wel achteruit.
Maar als de Maasstad iets besluit,
Dan gaat het meestal vlug.
Doch geef hen dan eens ongelijk.
Hoe men ook deze zaak bekijk.
Met 't oog op het verkeer.
Hier hangt ook vaak te veel van af.
Daar zulk een tram maar hinder gaf
Dat kan vandaag niet meer.
TIJMEN
Het is zo lang we heugen nog nooit voorgekomen, dat zó weinig bespreking in
de gemeenteraad te Dirksland was, bij de behandeling van de gemeentebegro
ting. De enigste die alg. beschouwingen hield was de heer T. van Prooijen
(P.v.d.A.), de andere lieten verstek gaan. Door de heer van Es (S.G.P.) werd
opgemerkt, dat de begroting eigenlijk een boek met vaste posten was, waar
over dan ook niet veel te praten viel. Het tekort bedraagt f 33.000.— wat nog
uit de reserve kon worden gedekt. Op een betere situatie uit de nieuwe finan
ciële regeling Rijk en Gemeenten hadden de heren ,niet veel hoop. Dat moet
worden afgewacht.
Geopend werd op gebruikelijke wijze
met gebed. De notulen werden aange
houden. Bij de ingekomen stukken was
de mededeling dat voor de bouw van
zes woningwetwoningen goedkeuring is
ontvangen. De inschrijving was vrij ge
lijk aan de begroting volgens de voorz.
De stukken werden voor kennisgeving
aangenomen. Ontvangen was een brief
van de kringraad van de B.B. over de
rekening 1957 enz. waarop de heer T.
van Prooyen vroeg of de B.B. in de
gemeente nogal aktief was. De voorz.
antwoordde bevestigend en zei, dat er
zelfs een gelegenheid werd ingericht
voor de B.B. om te oefenen.
Grond voor part. woningbouw. M. S.
Kardux, Armenweg 2 te Nieuwe Tonge
heeft gevraagd een perceel bouwgrond
in het uitbreidingsplan aan de Beatrix-
laan te kopen voor de bouw van een
woning. Goedgevonden werd 343.75 m^
grond a 12,per vlerk. m. aan hem
te verkopen.
Met de Bank van Ned. Gemeenten
werd een krediet in rekening courant
overeenkomst aangegaan, groot 150.000
gld.
Nieuw bestuurslid Binnenhof. We
gens zijn werkzaamheden elders heeft
de heer J. H. Bestman verzocht ont
heven te worden van zijn funktie om
de gemeente te vertegenwoordigen in
het bestuur van de Beschuttende Werk
plaats „Binnenhof". Voorgesteld werd
in deze vakature aan te wijzen de heer
P. Geelhoed, ambtenaar ter secretarie,
tevens belast met de sociale voorzie
ningen.
De heer T. v. Prooyen vroeg of het
laatste de interpretatie was om de heer
Geelhoed te benoemen.
„We moeten daar wel een expert heb
ben" zei de voorzitter.
De heer Roon informeerde of volgens
het reglement buiten de raadsleden
iemand kon worden gekozen, waarop de
voorz. zei, dat men daarin vrij stond.
Bij stemming werd dhr. Geelhoed met
alg. stemmen benoemd.
De salaris-verordening voor de amb
tenaren der gemeente werd opnieuw
vastgesteld. Goedgekeurd werd de ba
lans-, winst- en verlies-rekening van
de Woningbouwvereniging „Dirksland"
over 1958-1959.
Onderwijs
Vastgesteld werd het aantal weke
lijkse lesuren voor vakonderwijs aan de
O.L. School. Eveneens werd vastgesteld
het bedrag der uitgaven voor het O.L.
onderwijs over 1958 volgens art. 55ter
der L.O.-wet 1920; de exploitatie ver
goeding openbaar kleuteronderwijs '58;
deexploitatievergoeding bijzondere kleu
terschool 1958 (art. 75, 3e lid van deze
wet).
In de door b en w gegeven specifica
tie stond voor de openbare school voor
onderhoud schoolgebouw een post
2887,98. Gezien dit geen normaal on
derhoud werd geacht, ontstond hier
over een discussie. Gevraagd werd of
dit bedrag doorberekend werd voor de
bijz. school, wat de voorzitter bevestig
de. Hij vond het wel een debieus punt,
omdat de school oud is en alles verbe
teringen'niet onder normaal onderhoud
vallen.
De voorz. schorste de vergadering, om
het met de heren nader door te spreken.
Na heropening werd het voorstel
aangenomen, zoals voorgesteld, omdat
volgens de jurispredentie in dergelijke
gevallen, deze post toch onder gewoon
onderhoud viel.
De spaarregeling voor het personeel
der gemeente met ingang van 1 jan.
1960 kwam ook hier aan de orde.
„Hoe staan de ambtenaren er zelf te
genover?" vroeg dhr. v. Prooyen. „Kun
nen ze het missen?"
„Er is overleg met hen gepleegd"
deelde de voorz. mee. De meerderheid
voelde er voor, het is overigens geheel
op basis van vrijwilligheid. Het sparen
wordt op deze wijze aangemoedigd, al
dus spreker en draagt bij tot bezitsvor
ming.
„Dat is weer een hoofdstuk apart"
merkte de heer van Prooyen op. Het
voorstel werd aanvaard.
Behandeling begroting
De voorz. stelde aan de orde behan
deling van de diverse begrotingen, al
lereerst die van Maatschappelijke Zorg.
Namens de commissie adviseerde de
heer Roon tot goedkeuring. Wel vroeg
hij het college aan de raad een nota
over te leggen, betreffende het beleid
van b en w, o.m. de normen die werden
gesteld. De voorz. zegde toe, dit t.z.t.
schriftelijk te zullen doen. Deze begro
ting, met een subsidiepost van 20.000,-
werd z.h.s. goedgevonden. De begroting
gasdistributiebedrijf 1960, werd even
eens vastgesteld, met een voordelig
saldo groot 9000,De gasafgifte voor
1960 wordt geraamd op 440.000 m^ met
een opbrengst van 88.740,60.
Dan kwam de gemeentebegroting 1960
aan de orde. Op deze begroting moest
een tekort worden geraamd groot
33.000,wat gedekt zal worden uit
de batige saldi van vroegere dienstja
ren.
De heer Roon namens de commissie
verslag uitbrengend, adviseerde tot
goedkeuring al drukte hij zijn spijt uit
dat gezien de uitkomst van de begro
ting geen nieuwe objecten in de ge
meente konden worden uitgevoerd.
Algemene beschouwingen
Over de gemeentebegroting 1960 werd
door de heer T. van Prooyen (P.v.d.A.)
de volgende algemene beschouwing ge
houden.
Bij het aanbieden van de gemeente
begroting 1960 en het bestuderen hier
van, vnl. de toelichtingsbrief, was van
onze zijde wel enige nieuwsgierigheid,
misschien wel enige verwachtingen hoe
het college van b en w waar de geachte
heer burgemeester als nieuw figuur in
domineert met hun plannen voor de
naaste toekomst zou doen' uitkomen.
Hoewel deze begroting sluit met een
nadelig saldo van 33.000,—, waar toch
dekking voor is gevonden, is het voor
ons als fractie van de P.v.d.A. teleur
stellend dat het geachte college deze
planning, in tegenstelling met andere
bedrijven, meende de raad te moeten
onthouden. Dit wijst op passiviteit waar
in een gevaar zit. Interessant is het om
te horen wat prof. Hofstee op het con
gres van het K.N.L.C. te Emmeloord
hiervan zegt. Ik citeer.
De Plattelandsbevolking neemt nog
in veel te geringe mate actief deel in
de planning van haar eigen toekomst.
Ten aanzien van de toekomst van het
Platteland neemt zij een passieve, dik
wijls negatieve en afvi^erende houding
aan, uitbreidingsplannen en streekplan
nen bekijkt zij in de regel alleen uit
het oogpunt van verlies aan cultuur
grond.
De oorzaak ervan ligt bij ons onder
wijs en bij onze opvoeding en vorming
in het algemeen.
Het landbouwonderwijs besteedt veel
te weinig aandacht aan de vraagstuk
ken van de menselijke samenleving en
haar ontwikkeling. Dit gebrek aan in
zicht wekt een gevoel van onmacht.
Men haalt de schouders op, trekt zich
terug op de boerderij en zegt dat „ze"
het maar moeten weten, aldus prof.
Hofstee.
Mijnheer de voorzitter, in verschil
lende bladen en geschriften lezen we
dat Flakkee zich struktureel in een
overgangsface bevindt om straks in de
nabije toekomst, met de voltooiing der
Deltawerken, een nieuw tijdperk in te
gaan.
De toekomstige strukturele ontwik
keling van Flakkee ligt nog m het ver
borgene, maar wel dient men zich te
beraden en zich te richten naar die toe
komst. Dit kan alleen gezamenlijk hier
zijn wij van overtuigd. Het struktuur-
plan voor Flakkee wijst in de goede
richting. Noordzakelijk is echter dat in
tergemeentelijk meer gedaan wordt.
Laten de raden van Flakkee zich
meer voor dit probleem inzetten. Geza
menlijk ongeacht hun levensovertuiging
hieraan werken opdat een Flakkees ge
luid en een Flakkees standpunt wordt
ingenomen. De Flakkeesche Gemeen
schap wordt nu door G.S. benadert voor
inlichtingen, omdat volgens een lid van
G.S. er op Flakkee niets anders is om
mee te praten.
Een levende commissie uit de Flak-
keese raden zou een stap in de goede
richting zijn, waar in tegenstelling met
de Flakkeesche Gemeenschap het werk
nemerselement ook in vertegenwoor
digd moet zijn. Keren we terug tot de
gemeentebegroting.
De vraag blijft open of wij met de
technische dienst op een grote voet le
ven. Meermalen Is van onze zijde hier
op gewezen het heeft dus geen zin hier
nog dieper op in te gaan.
De post vermakelijkheidsbelasting
staat voor 1960 op 150,wat een ver
laging betekent.
Een wijziging in deze belasting is in
het vooruitzicht gesteld, wij zijn be
nieuwd naar de voorstellen van het
college. Stelt de verwachte verbetering
niet te lang uit.
De verwarming in de openbare lagere
school is te duur en on-economisch,
verleden jaar werd van de zijde van
het college toegezegd dat dit verbeterd
zou worden. Waarom wordt hier niets
aan gedaan?
Hebben b en w al plannen met de
vuilnisbelt wanneer deze in de nabije
toekomst ontruimd zal zijn.
Hoe staan b en w tegenover demping
van de brede gooi langs de Philipshoof-
jesweg? Waarom wordt de e.v. te vol
gen beleidslijn plannen en dergelijke
niet getrokken. We zitten m.i. in de
mist, regeren is vooruitzien dat ont
breekt in de begroting en toelichtings
brief.
Wij weten en beseffen dat het met
deze financiële status niet gemakkelijk
is dit te doen.
De mobiele beroepsbevolking trekt
Deze wissel-automaat welke tê zien was op een tentoonstelling in New
York maakt dollarbiljetten „klein", zonder dat U meer behoeft te doen dan
een muntbiljetje in het daartoe bestemde vakje te stoppen en een knop in te
drukken. Vals- of ander ongeldig geld wordt resoluut geweigerd.
weg om elders werk te vinden, vertrek
van jongeren, die willen huwen en hier
geen woning kunnen vinden is te ver
wachten, uitholling geschiedt reeds.
Maar toch niet tegenstaande deze
sombere geluiden vooruitzien in pro
gressieve zin. Deze algemene beschou
wing is kritisch omdat wij menen dat
deze kritisch moet zijn. Het spreekt van
zelf dat deze kritiek geen afbreuk doet
van onze zijde aan de waardering van
het geachte college.
Wij wensen haar een begrotingsjaar
van goede werklust in een gezegende
gezondheid.
Antwoord van de voorzitter
De voorzitter gaf als antwoord e^st
een uiteenzetting over het karakter
van de gemeentebegroting. In verband
met de finantiele omstandigheden der
gemeente is het niet mogelijk aldus spr.
en ook niet toegestaan nieuwe Japetten
in de begroting aan te brengen. Inha
kend het aangehaalde van prof. Hofstee,
noemde spr. dit een somber geluid; de^
gemeenten op Flakkee steken wel bo
ven het gemiddelde uit. Dat het struc
tuurplan is aangenomen bewijst wel,
dat men zelf in de plannen voor de toe
komst wil mee spreken. Prof. Hofstee
kan op andere plattelands gemeenten
gedoeld hebben, maar voor Flakkee
geldt dat zeker niet. Het gezegde of de
Techn. dienst op te gxote voet leeft,
kon spr. niet delen, waarop hij een na
dere toelichting gaf. Over de onecono
mische verwarming in de openb. school
zei de voorzitter, dat de oorzaken wor
den onderzocht. T.a.v. de vuilnisbelt
antwoordde de voorzitter dat dit op
korte termijn geregeld wordt. Het ligt
in de bedoeling van b. en w. om van
de oude vuilnisstortplaats een ijsbaan
te maken. Daarover kunnen nadere
voorstellen worden verwacht, eveneens
over de demping van de gooi langs de
Philipshoof j esweg.
„U bent verkeerd begonnen en ten
slotte ben ik toch tevreê" wierp de heer
van Prooijen de voorzitter tegen.
„O, dat komt meer voor" antwoordde
de voorzitter.
„We staan voor een revolutie op ons
eiland wat het surplus aan arbeids-
krachten betreft" ging dhr. v. Prooyen
voort. Straks moeten er 15 a 1600 man
buiten het eiland emplooi zoeken en
spr. wilde daar anders deze mensen
op de duur voor het eiland verloren
zijn, industrieën creëeren dat hier werk
komt. Daarom heeft prof. Hofstee ge
lijk, dat het platteland verandert.
De voorz. wilde deze verandering niet
betwisten, maar wel dat er niets aan
gedaan wordt. Intergemeentelijk wordt
het structuurplan bekeken; spr. zei dat
er toch eerst plannen moeten gemaakt
om tot dadeen te komen.
De heer v. Prooijen kwam dan terug
op de Techn. dienst en zei, dat er met
het vele werk na de ramp een tweede
opzichter bij de Technische dienst was
aangetrokken. Hij vroeg: werkt de
Technische dienst niet te zwaar voor 3
gemeenten.
De voorz. antwoordde dat bouw- en
woningtoezicht en al het andere werk
niet met minder dan 2 opzichters toe
kon. Het organisatorische deel zal echter
met de 3 colleges worden bezien.
De heer van Es (S.G.P.) onthield zich
deze keer gezien de begroting z.i.
een boek met vaste posten was van
algemene beschouwingen. Zelfs aan het
nazien van de cijfers als commissie, was
geen aardigheid meer. Al is de begro
ting uit de saldi-reserve sluitend ge
maakt, was dit in feite toch maar een
noodmaatregel. Hij betreurde dat het
Rijk wel grote subsidies geeft voor al
lerlei gebouwen, opera's enz., en dat
er om enkele woningen te bouwen geen
geld is. Spr. hoopte dat het college en
de raad onder Gods zegen en in ge
zondheid deze begroting in 1960 zal mo
gen afwerken.
I.Z.A. werkt met veel verlies
Daar er verder geen algemene be
schouwingen waren, werd de begroting
hoofdstuksgewijze behandeld. De heer
Bestman (A.R.) bracht de raad onder
het oog, dat de I.Z.A. (Instituut Ziek
teregeling Ambtenaren) met grote te
korten zat en hij raadde aan daar niet
meer aan mee te doen. Het eerste jaar
(1955) had de I.Z.A. een voordelig sal
do van 218.19, in 1956 een tekort van
110.000.—; in 1957 25.000.—in 1958
159.000,—, in totaal al bijna 3 ton te
kort! De regeling werkt bovendien
stroef, er moet meer betaald en er zijn
minder rechten, dan b.v. bij verplichte
e.a. verzekeringen. Spr. wist dat de
ambtenaren er ook liever af wilden. De
tekorten moeten door de gemeenten
worden bijgepast wist spreker.
De voorz. antwoordde dat het college
ook wel enigszins bezorgd is over het
I.Z.A. al is de levensduur van deze in
stelling nog maar kort. Er kunnen be
paalde redenen voor zijn; men kan het
niet als normaal aanmerken. Spr. raad
de het nog eens even aan te zien. De
gemeenten zijn nog niet aangesproken
(Vervolg pag. 2, 1ste kolom)
.,De duivel van eigenbaat en hebzucht
jzal hem wel hebben ingefluisterd: Zijt
Isij niet meer de rechthebbende erfge-
|Baam van uw broeder dan die vreemde
I Vrouw, die slechts enige maanden met
Ihem getrouwd was geweest! Het kwaad
pas gauw bedreven," ging de oude
Isehipper ernstig voort, „maar aanvan
kelijk was het geen kwaad m het oog
jvan de mens, die het bedreef, totdat----
jnet geweten, de stem van God, begon
|K spreken in zijn hart en die stem
Izweeg niet meer, bleef aanhouden,
[Waarvan het gevolg was: berouw en
IWroeging, die alle levensgeluk, ondanks
|M voorspoed in handel en bedrijf, roof-
|w. Gode zij dank echter mijnheer de
IJiorter", wendde de oude schipper zich/
I™ tot de reder, dat Hij, die de diepste
jroerselen van het mensenhart doorziet,
pn doorgrondt, óók uw berouw, óók uw
laUeen gedragen zielesmart heeft ge-
iPeild. j
„Ge hebt thans uw schuld beleden;.
iJi^f Wensen; vergeef het een oude man,)
hij mogelijk te vrijmoedig spreekt,
maar ik zou u willen vragen, mijnheer
de Gorter, hebt U ook schuld beleden
aan God? Dat is iets van nog groter be
lang dan dat ge U voor mensen hebti
uitgesproken. God heeft in uw hart ge-i
werkt, dat het kwaad U niet met rust
liet; dat uw geweten bleef spreken ea
U telkens opnieuw aanklaagde. En hoe
wel ge zo tegen Hem gezondigd hebt,
heeft Hij toch gedachten des vredes over
U. Hij wil niet, dat de zondaar verlo-;
ren ga, maar dat deze zich bekere en
leve. Daartoe zond Hij Zijn Zoon op
aarde. Die kwam om het oordeel, dat
de zondaar moest treffen, te ondergaan.
Die Jezus, de Redder der wereld, roept
ook U toe: „Komt tot Mij, allen die ver
moeid en belast zijt en Ik zal U rust
geven." Aan Zijn liefdevol hart is rust
te vinden voor het meest verontrust ge
weten."
Het hoofd van Andries de Gorter
zonk hem nog dieper op de borst, maar
de schipper keerde zich thans tot zijn
knecht, die strak voor zich uitkeek.
„En iij, Arjaan Nitzema, zou je de
hand terugstoten van de man, die eens
je vader liefhad met een sterke broe
derliefde; die hem trouw bleef in zijn
stervensogenblik, en die de Franse ko
gels trotseerde, totdat ook zijn bloed
vloeide?
„Zou jij niet een bloedverwant kun
nen vergeven, Arjaan, waar de Heiland
zelfs Zijn moordenaars vergaf? Laat
geen bitterheid wortel schieten in je
hart en reik je oom als een rondborstige
zeeman de hand."
Diep en ernstig, maar ook vriendelijk
en mild, had de stem van de schipper
geklonken, en zijn eenvoudig woord
vond weerklank in de harten van hen,
die ze hoorden en tot wie ze gericht
waren. Wat ging er niet om in het ge
moed van de man, die zo lang zijn
schuld en wroeging alléén gedragen
had, maar die het niet zou kunnen dra
gen, als de zoon van zijn eens zo ge
liefde broer zich in toorn en verachting
van hem afkeerde voor altijd.
En Arjaan Nitzema? Zou de koppig
heid van de onverzettelijke Fries weer
stand kunnen bieden aan het ernstige
woord van de oude man, die hij zo
hoogachtte en liefhad?
Neen, zoals het van het eerste ogen
blik af geweest was, dat hij met Rude-
man in aanraking kwam, geschiedde
het ook nu: het woord van de oude
man vond regelrecht de weg naar zijn
hart, en toen deze zweeg sprong de jon
ge varensgast overeind.
„Schipper Rudeman heeft gelijk, oom
Andries. Zo heb ik het geval niet beke
ken, maar ik ben dankbaar, dat mijn
oude schipper mij weer de goede koers
gewezen heeft.
„Geef mij de hand en tob niet langer
over de fout, die ge zoveel jaren gele
den hebt begaan en waarvoor ge zwaar
genoeg hebt geboet. In mijn hart zal
geen wrok meer zijn; denk maar gerust:
Arjaan is een jongen van hetzelfde hout
gesneden als zijn vader."
Thans stond, zo snel als zijn houten
been het hem toeliet, Andries de Gorter
van zijn stoel op, en greep de hand, die
de jonge schipper hem toestak. Hij wil
de iets zeggen, maar geen geluid kwam
hem over de lippen en plotseling zakte
hij weer terug in zijn stoel en met het
hoofd op de gekruiste armen gezonken,
snikte hij als een kind.
Een ogenblik bleef het stil in de ka
mer. Toen zei schipper Rudeman rustig
en opgewekt:
„Kom Arjaan, wij gaan weer naar de
Bato, anders wordt mijn Jette onge
rust."
En toen Andries de Gorter een snik
smoorde in de keel en een vruchteloze
poging deed om zijn ontroering, die de
sterke man te machtig was, meester te
worden, legde de oude schipper hem de
hand op de schouder en zei: „Laat vrij
die tranen vloeien, mijnheer de Gorter;
van harte hoop ik, dat ze het teken zijn
van een verslagen hart en een verbrij
zelde geest, want die beiden zal God
niet verachten."
„Kom Arjaan, het is voor ons hoog
tijd, om weer aan boord te gaan."
HOOFDSTUK 18
NAAR NITZEMA's HOEVE
Het was nog vroeg in het voorjaar,
half april, en toch had de lente reeds
haar intocht gedaan op glorieuze wijze.
Aan het vroege vallen van de avond
was het goed merkbaar, dat de winter
nog maar net voorbij was en de eenza
me wandelaar, die de kronkelende klei
weg volgde, die tussen weidevelden en
akkerland heenliep, versnelde zijn pas,
omdat het anders donker zou zijn,
voordat hij de hoeve van Jauk Nitze
ma had bereikt.
Het was Adriaan die er eindelijk toe
gekomen was een bezoek te gaan bren
gen bij vader Jauk, wat hij al lang van
plan was geweest, maar telkens weer
had uitgesteld, om de doodeenvoudige
reden, dat hij liever op de Bato was
dan op de hoeve van Jauk Nitzema.
Op herhaald aandringen van schip
per Rudeman was hij er eindelijk toe
besloten, op reis te gaan naar Friesland.
De gelegenheid was thans gunstig,
doordat er veel veranderd was in de
levensomstandigheden van Arjaan,
sinds het ogenblik, dat Andries de Gor
ter zijn moeilijke bekentenis had afge
legd. Reeds de dag daarna was de reder
zelf aan boord van de Bato gekomen,
vergezeld door zijn vrouw. Het leek nu
wel, of Andries de Gorter tien jaar jon
ger geworden was sinds de vorige dag
en zijn stem klonk fors en krachtig,
toen hij tot de schipper, die kalm zijn
pijpje stond te roken, zei: „We komen'
jullie op de Bato een bezoek brengen,
Rudeman." De schipper was zichtbaar
verblijd over dit bezoek en ging zijn
gasten voor naar het achteronder. Vóór
mijnheer de Gorter het trapje af stom
melde naar het heiligdom van Jette, zei
hij zacht tot de schipper: „Ik kom met
U en Arjaan een ernstig woordje pra
ten, Rudeman, en ik vertrouw, dat gij
mij even trouw zult bijstaan als giste-i'
ren. Dat zal ik nooit vergeten."
Het werd een belangrijk gesprek, dat
op de Bato plaats vond. Andries de
Gorter scheen iets van zijn vroegere
veerkracht terug gekregen te hebben.)
Alsof het de natuurlijkste zaak van de
wereld was, deelde hij Arjaan mee, dat
hij het volle hem toekomende bedrag,
uitmakende zijns vaders nalatenschap,
in solide papieren zou beleggen, die hij,
dan als zijn eigendom kon beschouwen,
waarover hij de vrije beschikking had.
Enigszins verbluft keek Arjaan de re
der aan en van deze naar schipper Ru
deman. „Dan zal ik voortaan een rijk
man zijn." Er was echter nog veel meer
besproken en dat betrof niet alleen Ar
jaan Nitzema, maar ook schipper Rude
man. „Ik heb mijn zaken aan kant ge
daan, dat weet ge, Rudeman", zei de,
reder, „al mijn schepen heb ik ver
kocht, behalve het jacht, en ik durf
zeggen, dat er geen beter schip van dat
soort vaart op de Zeeuwse stromen.
(Wordt vervolgd)'