Ooiorp's raad voteerde f 100.000 voor financiering Vereen.-gebouw Melissant krijgt weer een eigen predikant Naj aars veemarkt te Sommelsdijk bracht ^rote drukte Het vraagstuk van de onderontwikkelde gebieden BRUtDSWERK 32e jaargang Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond MEDITATIE „Ik heb gezondigd" Fa. C. Korleweg Zn. BINNENVERINGBED Dit nummer bestaat uit 3 bladen (10 pag.) Gemeenschappelijke regeling Keuringsdienst vee en vlee^?; wierd goedgevonden Sneeuw in West-Duitsland Vrijdag 6 november 1959 No. 2842 PRINS HENDEIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHAENIS Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629 Na 6 uur 'b avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. Wat de oorzaken betreft van het in economisch en cultureel opzicht ach terblijven van bepaalde landen en ge bieden gaven we reeds een opsomming van de voornaamste factoren, die daar in een rol spelen. Toch mag men deze niet los van ellcaar zien, want gunstige factoren liunnen door ongunstige vol komen worden geneutraliseerd. Java b.v. is een zeer vruchtbaar land. In de koloniale tijd was de levensstandaard naar Oosterse maatstaven gemeten, er beslist niet laag. Maar na de souverei- niteitsoverdracht heeft Soekarno kans gezien de Javanen in armoede, honger en ellende te voeren. Hier speelt dus de kwestie van het overheidsbeleid een overwegende rol. Dit is trouwens in veel andere gebieden ook het geval. China is een eeuwenoud cultuurland, maar de keizers eerst en het commu nistische regiem later hebben, hetzij door volslagen gebrek aan sociaal be leid, hetzij door waanzinnige overorga- nisatie op onnatuurlijke basis de levens mogelijkheden van de massa op een laag peil gehouden. Ook de snelle be volkingsgroei behoeft op zichzelf nog niet funest te werken. De Verenigde Staten hebben in twee eeuwen een fe nomenale groei doorgemaakt, maar niet temin zijn ze nu het rijkste land ter wereld. En ook ons land groeit in be volking zeer snel, maar een verstandig overheidsbeleid heeft dit tot dusver voortreffelijk kunnen opvangen. Het Midden-Oosten, het levensgebied van de Arabieren, kon door de rijkdom aan petroleum op een veel hoger welvaarts peil staan, maar de miljoenen royalties verdwijnen grotendeels in de zakken der machthebbers. De armoede van de achtergebleven gebieden heeft dus allerlei oorzaken. In de Arabische wereld speelt de luiheid, gemakzucht en het van de ene dag op de andere leven een grote rol. In de Zuid-Amerikaanse republieken is de po litieke instabiliteit een voorname factor; revoluties zijn er aan de orde van de dag. Ook religieus conservatisme is niet bevorderlijk voor verhoging der wel vaart zoals in India, waar eeuwenlang het kastenstelsel het sociale leven be heerste. In verband met dit probleem staat ook het analfabetisme, dat in deze landen schrikbarend hoog is. In Neder land is er maar één op de 10.000, die niet kan lezen of schrijven en dat zijn dan nog woonwagenbewoners of ande re rondtrekkenden, die in hun jeugd niet in de gelegenheid waren school te gaan. In Portugal is het 48''/o, in Spanje 20«/i), in Egypte SOO/o, in Perzië QWIo, In dia 8a»/o, Pakistan 85«/o, Indonesië SO'/o, Communistisch China 56»/o enz. Ieder begrijpt, dat er in zulk een situatie geen sprake kan zijn van industrialisatie en andere vormen van hogere economische ontwikkeling. Kenmerkend voor al deze landen is het gebrek aan kapitaal voor investe ring in grote- werken zoals irrigatie, elektrificatie en in de industrie. Door de geringe produktie is geen kapitaal vorming mogelijk. De bevolking kan niet sparen en de ondernemingen kun nen niet voldoende winst maken. Het bankwezen is in die landen dan ook weinig ontwikkeld. Bij de grote mas sa der bevolking heerst een ontstellen de armoede, doch de rijkdom van de élite is fabelachtig. De grote heren in vesteren niet. De grootgrondbezitters zijn tegen industrialisatie, want die willen de economie agrarisch houden. En juist doordat deze landen voor 60 a Win agrarisch zijn, kan de bevolkings aanwas niet worden opgevangen. Men loopt daar dus rond in een vicieuze cirkel. Er is in het algemeen trouwens een groot neutraliteitsverschil tussen de westerse en de oosterse leidersklassen. In het Westen wordt het nieuwe kapi taal gebruikt voor verhoging der pro duktie, in het Oosten voor meerdere luxe van de elite. Gevolg van één en ander is, dat de achterstand steeds gro ter wordt. Wil de regering in zulk een land vooruit, dan staan slechts twee wegen open: of inflatie door geldschep- Ping of een steeds ongunsiger betalings balans. Beide methoden echter voeren spoedig naar de ondergang. Komt daar dan ook nog een dol nationalisme bij zoals in Indonesië, dan ziet men het land in steeds sneller vaart bergafwaarts glijden. Nationalisatie van Nederlandse bedrijven en muntontwaarding maken bet buitenland kopschuw, zodat dit ook niet meer investeert. Recapitulerend kunnen we dus zeg gen, dat in het algemeen de volgende oorzaken zijn aan te wijzen voor de economisch-sociale achterstand: de volksaard, de traditie, te geringe pro duktie, de eenzij dig-agrarische struk- tuur, gebrekkige techniek, grondver snippering, verkeerd overheidsbeleid, onvoldoende irrigatie, slecht transport, analfabetisme met als gevolg te klein aantal intellectuelen, gebrek aan kapi taal, feodale maatschappijstruktuur etc. De grote vraag is nu, hoe daarin ver andering is te brengen. We staan hier leitelijk voor het sociale vraagstuk in wereldformaat. En daarbij gaat het om nieer dan de helft van de bevolking der ^arde. Worden-deze landen aan zichzelf oyergelaten, dan komt er dat blijkt Uit de ervaring niets van terecht. Ze moeten dus hulp hebben. Maar aan deze hulpverlening zijn ook allerlei be zwaren verbonden. Vooreerst dit, dat de Ik heb gezondigd Ex. 9 27 I. Wat is nodig om zalig te worden? dat is een belangrijke vraag, die dikwijls gesteld is en waarop al menig antwoord is gegeven. Dat antwoord kunnen we heel kort en heel lang maken. In het eerste geval moeten we ons beperken tot het aller noodzakelijkste. En dan denk ik b.v. aan het woord van de profeet: Alleenlijk ken uw ongerechtigheid! Het is dus in de eerste plaats nodig dat ik belijdenis van mijn zonde doe voor God. Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar die ze be kent en laat, die zal barmhartigheid geschieden. We zouden hieruit dus kunnen con cluderen, dat een eigelijk die zegt, be lijdt, dat hij gezondigd heeft, barmhar tigheid zal verkrijgen. Toch moeten we hier een >-_ oerking maken. Die belijdenis zal dan"ik echt en waar moeten zijn, want de pralctijk leert dat er vele belijdenissen zijn uit gesproken, die niet gevolgd zijn door de vergeving van schuld. Deze inleidende woorden zijn nodig, tot goedbegrip van deze en de D.V. hierop volgende meditaties, die allen hetzelfde opschrift zullen dragen en het zelfde onderwerp behandelen, ja dezelf de tekstwoorden laten horen. Welnu dan: De eerste keer dat ik deze tekst in de Bijbel lees, is dus in Exodus 9 27. Daar worden deze drie woorden „ik heb gezondigd" uitgesproken door Farao, de koning van Egypte. Deze Farao leren we uit de Schrift kennen als een ver stokte zondaar. Hij openbaart zich als een hoogmoedig tyran en daarom ver vult deze uitspraak van hem ons met de grootste verbazing, ja doet ons op het eerste gezicht het beste hopen. Hij was immers niet gewoon, zich voor Je hova te buigen. Waarom dan nu toch wèl? Daartoe moeten we de omstandighe den, die tot deze uitspraak geleid heb ben kennen. Mozes heeft zijn staf naar de hemel uitgestrekt en de Heere heeft vuur en hagel doen regenen over gans Egypte- land. En, terwijl de donder door het lucht ruim rolt, de bliksemschichten de aarde in vlam zetten en de hagel als grote stukken ijs neerkletterde en alles ver nielde, klonk het uit de mond van Egypte's heerser: Ik heb gezondigd! De Heere is rechtvaardig, ik en mijn volk zijn goddelozen. Smekend klinkt zijn stem, tot Mozes, of deze voor hèm en zijn volk in het gebed wil gaan opdat de grote plaag moge ophouden. Dan, zo spreekt hij, zal ik het bevel des Heeren opvolgen en ulieden laten trekken, opdat gij de Heere dienen moagt in de woestijn. We zouden zeggen, wat een kostelijke belijdenis is dit. Zondebesef! Zondebe lijdenis en een ernstige belofte om de boze weg te verlaten en weder te keren tot gehoorzaamheid. Maar.... lees nu verder! „Toen nu Farao zag, dat de regen en de hagel en de donder ophield, zo zondigde hij ver der en hij verzwaarde zijn hart, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken." Dit woord noopt ons toch wel tot ernstig zelfonderzoek. Misschien hebben wij zelf in ons le ven bijzondere angstvolle uren gekend. Op zee een zware storm meegemaakt, zodat het schip dreigde te verzinken. Hoe menig verstokt zeeman is er dan geweest, 'die zijn knieën boog en het onder tranen beleed: ik heb gezondigd. Maarhet berouw dat geboren werd in de storm, stierf weer in de stilte die er op volgde. „Ik heb gezondigd". Hoevelen hebben het uitgeroepen toen zij in de oorlog door de overweldiger weggevoerd, in Duitsland vertoefden onder het bom mentapijt van de Amerikaanse en En gelse vliegers! Wat is er van overgebleven? Wat be lijdt ge vandaag? „Ik heb gezondigd!", zo scheurde de kreet zich door de donkere februari- nacht, toen wij de muren voelden wan kelen onder de woedende kracht van het aanstormende water. Maarhoevelen van dezen waren enkele weken later bezig de rampcom missie van het verlies te overtuigen, van iets, dat ze nooit bezeten hadden. „Ik heb gezondigd", zo prevelt de be angste man of de bevende vrouw onder het geweld van een losgebroken don- derbui, maar wanneer enkele uren la ter de zon weer schijnt, zijn ze alweer druk bezig met dezelfed zonde, die zij haastig verlieten, toen het noodweer lobrak. Op uw ziekbed hebt ge de Heere beloofd, dat, wanneer ge beteren mocht, een geheel ander leven door U geleid zou worden. Ge zijt gebeterd, maar wat is er van uw beloften terecht geko men? En zoudt ge denken dat God dit alles niet gezien en opgemerkt heeft? Neen, wanneer ge op deze manier belijdenis van uw zonden hebt gedaan, dan heeft dat niets geen waarde voor de eeuwig heid. Dan is het tevergeefs geweest, dat ge het hebt uitgesproken: Ik heb ge zondigd! Het is dan geen zondebesef geweest, gewerkt door de Heilige Geest. Wat erg, lezers, wanneer wij in bange uren Gods uitreddende hand hebben gevoeld en daarna toch weer door zijn gegaan op ons oude zondepad. Bedenkende de dingen die op de aarde zijn en niet die in de hemel zijn waar Christus is. Waar alleen maar eigenbelang en angst voor het oordeel een rol hebben gespeeld, maar waar alle smart over het feit dat we een goeddoend God hebben beledigd totaal heeft ontbroken. Wanneer het tot nog toe in ons leven alleen maar gekomen is tot een derge lijke zonde belijdenis, dan is het toch wel de hoogste tijd om daarover in de schuld te komen en de rechte belijdenis te leren verstaan: Ik heb gedaan wat kwaad was in Uw oog Dies ben ik Heer' Uw gramschap dubbel waardig. Dirksland. C. J .Kesting westerse landen wel rijk zijn vergele ken met de achtergeblevene, maar hun economie en financiën, zelfs die van de V.S., zijn heus niet zo stabiel als men denkt. Om hun welvaartspeil te behouden, is een enorme inspanning nodig. Zakken mag dit niet, want dan is er gevaar voor extremistische troe belen. De hulp kan dus slechts beschei den zijn. Ten tweede is er voor de ont wikkeling van landen als India, Indo nesië, de Arabische en Afrikaanse ge bieden zó enorm veel nodig, dat de hulp eigenlijk niets anders is dan een drup pel op een gloeiende plaat. Verder is het ook nog zo, dat een groot deel van de hulp niet terecht komt, waar ze be hoort, doch blijft hangen in de top klasse. En voorts is er de grote moei lijkheid, dat deze landen zeer nationa listisch zijn, erg antikolonialistisch en derhalve eigenlijk slechts met tegenzin hulp van het Westen ontvangen. Bo vendien accepteren ze geen politieke voorwaarden. En dat is toch beslist no dig, omdat het Westen er recht op heeft, dat zijn gratis-investeringen uiteinde lijk niet ten bate van het communisme komen. Als het Westen b.v. India ster ker maakt, moet het de waarborg heb ben, dat dit land op zijn minst het com munistische blok niet nog meer gaat steunen. Het probleem is dus heus niet zo eenvoudig. Laat men die landen aan hun lot over, dan vallen ze tenslotte in handen van het communisme. Maakt men ze economisch, dus ook politiek sterker, dan gaan ze een nog grotere rol spelen en worden, gezien hun men taliteit, steeds lastiger. Op dankbaar heid behoeft men niet te rekenen. On danks de grote hulp van de V.S. is de stemming in Azië uitgesproken anti- Amerikaans! Ieder begrijpt dus, dat de staatslieden hier voor een zeer moei lijk dilemma staan, temeer omdat de Sowj et-Unie op haar manier ook overal „hulp" aanbiedt. Intussen is er door het Westen al veel voor de achtergebleven gebieden ge daan. We noemen allereerst de zending en de missie, die ook op medisch en onderwijsgebied ontzaglijk veel preste ren. Engeland, Frankrijk en Nederland doen heel veel voor de nog met hen verbenden gebieden. Nieuw-Guinea b.v. kost ons per jaar 70 miljoen! Amerika stelde van 1945 tot 1957 een bedrag van bijna 50 miljard beschikbaar alleen voor achtergebleven gebieden. Engeland schonk van 1951 t.m. 1956 een bedrag van 860 miljoen gulden voor hulpver lening aan Zuid-Azië. Ook Nederland draagt bij in deze actie door middel van studiebeurzen, uitzenden van des kundigen, technisch en economische bij stand. Zo werden in 1957 twee projec ten in India gesteund. Op het „Institu te of Social Studies" in het voormalige paleis aan het Noordeinde in Den Haag studeert een aantal vreemdelingen op kosten van ons land. Voorts is er in ons land de N.O.V.I.B. (de Ned. Organisatie voor Internationale Bijstand), een sa menbundeling van 80 organisaties, die Voor beter naar de JJiddelharnia, Tel. 2328 HAZET-FABRIEKEN ZEVENBERGEN, SCHUIMRUBBERBED vooral door propaganda op dit gebied werkzaam is. Natuurlijk spelen ook de Verenigde Naties een rol op dit gebied. Vooral de Wereldgezondheidsorganisatie en de Voedsel- en Landbouworganisaties van de V.N. doen veel goed werk. Voorts leende de Wereldbank van 19471956 aan 36 landen een bedrag van 2 mil jard dollar. Zo wordt uit morele en economische, maar ook uit politieke overwegingen zeer veel gedaan tot op heffing van de minder-ontwikkelde ge bieden in de hoop, dat dit alles tenslot te voor die volken zelf èn voor het Westen gunstige resultaten moge heb ben. De Hervormde gemeente van Melis sant ontving donderdag j.l. de verblij dende mededeling, dat ds. Exalto van Brakel het beroep heeft aangenomen. Ds. Exalto staat sinds 10 sept. 1955 te Brakel, wat zijn eerste gemeente is. Hij is 40 jaar oud, is gehuwd en heeft geen kinderen. Ds. Sxalto, die ook nog enige tijd godsdienstonderwijzer is geweest, is eerst op latere leeftijd begonnen aan de studie voor predikant. Op 28 jarige leeftijd had hij nog niet anders gehad dan de lagere school (in zijn jongenstijd) en in zeven jaar tijd was hij aan de Universiteit afgestudeerd. Dit is wel een bijzonderheid en zijn studiezin blijkt ook wel, daar ds. Exal to momenteel bezig is voor zijn doc toraal. Hij komt nu naar een kleinere gemeente; Brakel telt 1750 doopleden en Melissant plm. 1120, zodat hij daar meer tijd voor de studie zal vinden. De Herv. gemeente te Melissant is wel bijzonder gelukkig, dat reeds na één jaar de vakature vervuld is. Op 19 ok tober 1958 vertrok .ds. W. van Herpen naar Kinderdijk en binnenkort zal zijn plaats weer bezet zijn. Wanneer de da tum van bevestiging en intrede bekend is, zullen wij dit t.z.t. mededelen. Deze foto geeft een beeld van de grote drukte op de woensdag gehouden ha- jaarsveemarkt te Sommelsdijk. (Zie verslag elders). Er waren deze keer bij zonder veel marktkooplieden; al het gemeentelijk materiaal voor kramen e.d. werd verhuurd. Naar wij vernamen zijn er nog altijd plannen om te Som melsdijk een weekmarkt in te voeren. De gemeenteraad van Ouddof^fekwam donderdagmiddag in openbare verga dering bijeen.. Vooraf had men een bespreking in comité met enige heren van de directie van het Postdistrict te Rotterdam betreffende het bouwen van een nieuwe woning met kantoor en deze te verhuren aan de postkantoor houder de heer K. T'anis, Tijdens de zitting bleek, dat b en w werd gemach tigd naar een plaats in de kom der gemeente om te zien. Een van de belang rijkste punten van deze vergadering was het besluit om een 30-jarige geld lening te verstrekken, groot 100.000,voor de financiering van het te stich ten verenigingsgebouw aan de Stationsweg. Men besloot deel te nemen aan het ontwerp struktuurplan voor Goeree-Overflakkee en ook werd de gemeen schappelijke regeling voor de keuringsdienst van vee en vlees aangenomen. De agenda moest binnen een beperkte tijd worden afgehandeld, daar er om 4 uur een huwelijk in de raadszaal moest worden voltrokken. Burgemeester Kleijnenberg opende de vergadering op gebruikelijke wijze met gebed, waarna de notulen werden vastgesteld. Dan volgden de ingekomen stukken, die voor het grootste deel voor kennisgeving werden aangenomen. Schrijven van de Corhmissie voor Huishoudelijke Voorlichting ten Platte- lande in de provincie Zuid-Holland Maasbergenstraat 284 te 's-Gravenhage dd. september 1959 houdende het ver zoek om het voorlichtingswerk te wil len steunen met een bijdrage van 30,per jaar. De heer Koek informeerde waar het werk in bestond. De voorz. antwoordde in het geven van kook en naaicursussen. B en w stond er afwijzend tegenover. Het werd afgewezen. Alleen de heer Komtebedde was voor. Adres van de Centrale Proeftuin Juli- anaweg 14 te Middelharnis houdende het verzoek om een bijdrage uit de ge meentekas, t.b.v. de in Ouddorp te ge ven tuinbouwcursus gelijk aan de huur van het daarvoor beschikbaar gestelde leslokaal. De voorz. zei dat hij dankbaar was, dat de Chr. School medewerking ver leende. De onkosten zullen worden be taald. Het werd goedgevonden. Beroep inzake permanente kampwinkels Oproep van de secretaris van de raad van State, d.d. 5 okt. 1959 om bij ge machtigde te verschijnen in de ver gadering der afdeling voor de Greschil- len van Bestuur op woensdag 11 nov. 1959 te 9.45 uur, waarin verslag zal worden uitgebracht inzake het beroep, ingesteld bij raadsbesluit van 18 juli 1958 no. 1 tegen het besluit van Ged. B no. 30436 (Ie afd.) GS no. 250, waarr bij goedkeuring is onthouden aan het in het reinvooi, behorende bij het plan tot herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaak, opgenomen verbod tot het oprichten van al of niet permanente kampwinkels op kampeerterreinen. De voorz. lichtte toe, dat het ging over het beroep van de kampwinkels. De heer G. Tanis wilde wel dat er enige raadsleden bij tegenwoordig wa ren. (Vervolg pag. 2 Ie kolom) Voor UW BANKZAKEN: Nederlandsche Hahdel-Maatschappij Correspondentschap Middelharnis Tandpad 108, telef, 2709(0-1870) Sinds 31 oktober ligt er sneeuw in de Taunus en in Zuidelijk West-Falen. Ook uit het Zwarte Woud, de Alpen en het Fichtel- Gebergte wordt zware sneeuwval gemeld. Het verkeer heeft zijn moeilijkheden door deze voorbo den van de winter al terdege on dervonden. De foto toont een auto in een sneeuwlandschap op een weg door de Taunus.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 1