y Hisiorische molen ie Oude Tonge blijH behouden Fa. KAPTEIN Gemeentelijk \%renigingsgeI)ouw te Dirksland geopend Her vor mings dag Het vraagstuk van de onderontwikkelde gebieden Vergaderzaal voor 250 personen BRUIDSWERK Gemeente verleent subsidie in het onderhoud „Luther, Luther, waar ben je?" V Ds. G. Lans 80 jaar 32e jaargang Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond MEDITATIE Gewin schade BINNENVERINGBED SCHUIMRUBBERBEO handen Voor uw DEPOSITO'S: Fa. C. Korteweg Zn. TELEFOON 01870-2004 V Dit nummer bestaat uit 3 bladen (12 pag.) Vrijdag 30 oktober 1959 No. 2840 PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629 Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. I. De wereld is vol problemen. Wij ma ken ze ook dikwijls zelf, maar toch zijn er vraagstukken, die zodanig samen hangen met historische, economische en sociale ontwikkelingen, dat wij met de beste wil er niet in slagen, ze met onze beperkte middelen op te lossen. Het al lesbeheersende wereldprobleem is dat van de communistische dreiging, maar daarnaast en er nauw mee samenhan gend is er een ander, n.l. dat van de onder- of minderontwikkelde gebieden. Dit staat de laatste jaren zodanig in de belangstelling, dat wij er ook in ons blad ter oriëntering van onze lezers aandacht aan willen schenken. Ieder weet, dat er een enorm verschil bestaat tussen de levensstandaard, het inkomen, de agrarische en industriële ontwikkeling, het cultuurniveau, het geestelijk peil etc. van de diverse lan den en volken. Ook binnen de grenzen van een bepaald land zijn deze verschil len te constateren, zelfs in landen, die als geheel een hoog cultureel niveau hebben bereikt. Er is in geografisch op zicht een zeer belangrijke spreiding in de inkomensverdeling-, dus in het in- liomen per inwoner. Blijven we bij ons eigen land, dan doet een kaart, waarop de verschillende inkomensgebieden staan aangegeven, ons zien, dat Wasse naar en het Gooi de streken in ons land zijn met het hoogste gemiddelde inko men, n.l. meer dan 6400,— per gezm (in 1950). Daartegenover staan als ge bieden met de allerlaagste inkomens (minder dan f 3200,— per gezin) de Pee! en in 't algemeen heel Oost Brabant, Noord-Limburg, Noordoost-Overijssel en Oostelijk Drenthe. Na Wassenaar en het Gooi komt als hoogste de duinstreek van Den Haag tot Alkmaar. Wat ons eiland Goeree en Overflakkee betïeft, dit ligt wat inkomen aangaat met ge heel Zeeland en de overige Zuidhol landse eilanden precies midden tussen de hoogste en de laagste n.l. 4500,—. Men ziet, dat er derhalve een tamelijk groot regionaal verschil is. De inkomens- en welvaartverschiUen tussen de landen zijn echter onemdig veel groter. Het land met de grootste welvaart als gevolg van het hoogste in komensniveau zijn de Verenigde Staten. Het gemiddeld inkomen per hoofd der bevolking (deze norm is hier beter, om dat de gezinsgrootte per land uiteen loopt) bedraagt 5500,—. Rekent men een gezin (zoals in Nederland) op 4 personen, dan betekent dit een gezins inkomen van 22.000! Maar tevreden is men niet, gezien de staalstaking. Voor Engeland is het bedrag per hoofd 2900,— voor Zweden idem, voor Bel gië 2200,—, voor Nederland 1900,—, voor Frankrijk f 1825,—, voor Argen tinië f 1330,—, voor Egypte 380,—, voor India 230,— en voor Indonesië 100. Al deze cijfers hebben betrekking op het jaar 1950 en zijn ontleend aan publicaties van de Verenigde Naties. Nu moet men er wel rekening mee houden, dat de kosten van levenson derhoud ook uiteenlopen. Deze zijn in Amerika hoger dan in Nederland. Bel gië heeft een hoger bedrag, maar m 1950 lagen de kosten van levensonder houd daar 15 a 20"/o hoger dan bij ons. Daartegenover zijn ze in de Aziatische en Afrikaanse landen lager dan in Europa. Maar tenslotte betekenen deze cijfers toch, dat in Amerika het inko men 24 maal zo hoog is als in India, 58 maal zo hoog als in Indonesië en nog 3 maal zo hoog als in Nederland. Uit deze gegevens blijkt dus wel, wat een enorm verschil er is tussen de hoog ontwikkelde landen van Amerika en Europa enerzijds en de achtergebleven gebieden in Azië en Afrika anderzijds. Het komt tenslotte hierop neer, dat de Verenigde Staten met 9»/o van de wereldbevolking 45<'/o van het wereld- inkomen hebben! Geen wonder, dat dit land zoveel voor de rest van de'wereld kan doen in de vorm van militaire en economische steun. Europa (zonder de Sowiet-Unie), dat 16»/o der wereldbe volking uitmaakt, heeft 26''/o van het inkomen. En daartegenover staat Azië met 53«/() der bevolking (dus meer dan de helft) met slechts -llVo van het in komen! Alsof dit alles nog niet erg genoeg is, komt daar nog het tragische feit bij, dat de verschillen in levensstandaard tussen deze volken niet' kleiner, maar steeds groter worden. De rijke landen worden steeds welvarender en de arme steeds armer. Het aandeel van Amerika in het wereldinkomen steeg van 1938 op 1948 van 28 op 45''/o, terwijl dat van Azië, Afrika, Zuid- en Midden-Ameri ka gezamenlijk in dezelfde periode daalde van 18,7 op 17,50/0. Het aantal mensen, dat vóór de laatste -wereldoor log aan ondervoeding leed, werd toeri geschat op nog geen 40"/o en nu komt men tot 60»/o. Men kan dus vaststellen, dat bijna ^/a van de wereldbevolking in deerniswaardige omstandigheden leeft. We kunnen er natuurlijk niet aan denken in enkele krantenartikelen een uitvoerige verklaring te geven van deze ongelijkheid. Er zijn natuurlijk oorza ken voor l;et feit, dat de Verenigde Staten, die als staat nog pas 200 jaar bestaan, thans het rijkste land ter we reld zijn en dat b.v. India en de Ara bische landen zo vreselijk arm zijn. Dit "angt samen met allerlei factoren. De voornaamste daarvan zijn: de vrucht- Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht. Filip. 3 7. Alle eeuwen door heeft de kerk bloot gestaan aan de verzoeking om wet en evangelie te vermengen. In de eerste tijd van de Christelijke gemeenten tre den reeds valse leraren op, die de kerk van het fundament van de profeten en de apostelen, waarvan Jezus de uiter ste hoeksteen is, -willen afvoeren. Ge moet er de brief van Paulus aan de Ga laten maar eens op na lezen; ge kunt er ook van lezen in deze brief aan de ge meente van Filippi. Hoe komt het toch dat de kerk juist voor deze gevaarlijke dwaling telken male weer blijkt open te liggen? Omdat deze dwaling de ergernis, die het kruis van Christus opwekt, blijkt te niet te doen. Door deze dwaling wordt de kracht van het Evangelie in een -wcl veranderd. Dan is het Evangelie geen. Evangelie meer. Wat is dan in dit ver band eigenlijk de bedoeling van het woord Evangelie? Het Evangelie is dan de verkondiging van die waarheid, dat de zaligheid van de verloren-jn geheel en alleen het werk Gods is, met uitsluiting van alle werk des mensen. Uit God en door God en tot God zijn alle dingen. De boodschap van het evangelie veronderstelt dan ook mensen, die totaal onmachtig zijn tot enig goed, geheel verloren zijn voor het aangezicht des Heeren. Voor allen, die van het laatste niet overreed zijn, blijft de boodschap des Evangelies, waarin alleen maar van het werk Gods in het zaligen van zondaren gesproken wordt een ergernis. Paulus waarschuwt dan ook tegen de ze vreselijke vermenging van Gods werk en mensen werk. In zijn tijd reeds blijken dus zulke leraren de kerk te beroeren. Het is niet alleen in strijd met do leer van Christus, maar het strijdt ook met hetgeen de Apostel in zijn eigen leven geleerd heeft. Hij haalt tot bevestiging van de waarheid datge ne aan dat hij door Gods genade ge leerd heeft. Hij spreekt van hetgeen zijn gewin was. Wat was dat? Alles waarin hij voorheen zijn leven gevonden had. Nu hij had veel. Hij kon zich in vele din gen beroemen; indien iemand meende in het zijne zich te beroemen, dan kon de apostel zeggen, dat hij nog meer had. In zijn voormalige Farizese leven had hij vele deugden en vele voortreffelijk heden, maar God heeft er een streep doorgehaald. Er was een goddelijk licht ontstoken in zijn leven. Toen heeft hij al zijn deugden in het licht van Gods majesteit en luister gezien. Toen de deugden Gods in zijn leven geopenbaard zijn, zijn de deugden van Paulus verteerd, zijn die blinkende on deugden voor God geworden. Voorwaar een pijnlijke en smartelijke les. Een bitter droeve, maar ook noodzakelijke ondervinding. Toen is hij geworden, wat hij in de grond van zijn bestaan voor de Heere was. Meent ge dat Pau lus ooit zover de mens zou hebben kun nen spreken, wanneer het in zijn leven niet waar geworden was, dat de mens, de natuurlijke mens, niet anders dan een bron van ongerechtigheden was. Ge moet lezen hoe deze voormalige Fari zeeër spreekt over het hart van de mens Romeinen 3 is het hoofdstuk, waarin hij alle hoogmoed en eigenwaan, alle gerechtigheden en waarde, de dood steek geeft. Neen, hij heeft het in de praktijk geleerd, dat dat waarin hij zijn leven en zijn zaligheid gevonden had, voor hem de dood geworden is. Hij heeft het schade leren achten. Hij kan er eigenlijk de juiste woorden niét voor vinden, want hij voegt er aan: Ja, ik acht het o~ok drek te zijn. Hij kan al die eigen gerechtigheden niet ver genoeg wegwerpen, omdat hij er het walgelijke en verfoeilijke van heeft leren inzien. Ge moet er wel terdege erg in heb ben, dat Paulus hier niet zo zeer spreekt van de openlijke goddeloosheid, maar van de deugdbetrachting en de gods dienstige ijver, zoals die bij do Jood in het algemeen gevonden werd. Van die gerechtigheden zegt hij, dat hij die schade acht en die meent drek te zijn. Maar hij voegt er wat meer aan toe, zeggend: Om Christus' wil. Want in plaats van die gerechtigheden, die voor heen zijn leven waren, is nu de gerech tigheid van de Middelaar Gods en der mensen zijn leven geworden. De uit- nemendheid van de kennis des Zoons Gods is in zijn leven geopenbaard. Dat gene, wat voorheen hem een ergernis was, is nu geheel en alleen zijn leven geworden. Wat een machtige en bete kenisvolle verandering is er in het le ven van die Apostel gekomen. Maar een verandering, die toch in het leven van elk mens noodzakelijk is, want wat ook voor Paulus de dood geworden is, moet het ook voor ons worden en wat Paulus' leven geworden is, moet ook ons leven worden, zal het wel met een ieder onzer zijn. In ons spreken en onderwijzen moe ten wij dan ook die beide zaken vast houden. Wij liggen van nature open voor de dwaling, die Paulus bestreed, cm namelijk wet en evangelie te ver mengen en Gods werd en mensenwerk met elkaar te verenigen. In de prediking zal altijd de luister van de deugden Gods de waarde van alle mensenwerk in betrekking tot onze verhouding tot de Heere moeten teniet doen. Wij moeten zelf door de overtui ging van de Geest Gods daarvan over reed worden, dat er onzerzijds niet an ders is, dan schuld en verfoeilijkheid opdat zo door het geloof die gerechtig heid ons leven worden mag, die alleen van de dood redt. Lezers, hoe staat het met U? Wat is uw leven? Gaat ge nog op in hetgeen van U is? Hetzij in uw farizese werken of in iets van die aard? Zoekt ge het nog steeds in uw gestalten en verdien stelijkheden? In uw bukken en buigen? In uw vernederingen en verbrekingen? Is nog steeds uw leven in uw hand? Dan is het kruis van Christus nog een ergernis voor U. Dan hebt ge nog nim mer uw leven verloren om het alleen maar in de gehoorzaamheid en de vol doening van de Zoon Gods te vinden? Weet dan lezer, dat ge nog aan uw kant staat en aan uw kant is alleen maar de dood. Bereide de Heere onze harten toch door zijn ontdekkende en overre dende geest om in Hem ons leven te vinden in Wie God een welbehagen ge vonden heeft. Ontzegge ons de Heere alle rust, totdat we de rust in God ge vonden hebben door de voldoening en gehoorzaamheid van het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt. De Heere doe Zijn kindereif het meer en meer beleven: Wat mij gewin was, heb ik om Christus' wil schade geacht. Rotterdam. Ds. A. Vergunst HAZET-FABRIEKEN -ZEVENBERGEN baarheid van de grond, de aanwezig heid van delfstoffen, het bezit van ka pitaal om te investeren, het ontwikke lingspeil der bevolking, het bevolkings vraagstuk en niet in de laatste plaats de mentaliteit van het volk. Eén van de voornaamste wetten der economie is deze, dat de welvaart van een volk bepaald wordt door^ de pro- duktiviteit. En deze hangt wee'r af van de energie, de intellectuele ontwikke ling, de gezondheidstoestand, de sociale verhoudingen, de rijkdom aan grond stoffen en kapitaal, het technisch ni veau en. daarmee samenhangend de mate van industrialisatie, de verkeers intensiteit naar binnen en naar buiten, het overheidsbeleid enz. De produkti- viteit en derhalve de welvaart zijn het resultaat van een zeer gecompliceerd samenspel van allerlei krachten. En nu ziet men, dat alle bovengenoemde fac toren in positieve zin aanwezig zijn in de hoog-ontwikkelde landen en juist ontbreken in de achtergebleven gebie den. Een speciale rol in dit alles speelt het bevolkingsvraagstuk, met name de grootte van het geboorteoverschot. Voor verreweg de meeste landen is dit een zeer moeilijk probleem. In België en Frankrijk is de bevolking vrijwel sta biel, maar overal elders neemt de be volking meer of minder snel toe. In ons land is het geboorteoverschot 13,70/00, hetgeen betekent, dat er elk jaar een toename is van 150.000 Nederlanders. Wij kunnen dat opvangen door inten sieve industrialisatie, maar in de Azia tische landen is dat anders. In India bv is het geboortecijfer 26''/oo (bij ons 21) en het sterftecijfer I40/00 (bij ons 7,5) Het overschot is dus 12«/oo, hetgeen be tekent, dat er in India elk jaar 4V2 miljoen mensen bijkomen! De bestaan de bevolking daar leeft al beneden of op de rand van het bestaansminimum, dus is het onmogelijk om de jaarlijkse geboortegolf op'te vangen. Het groei tempo in Azië is hoger dan in Europa. Van 1920 tot 1950 nam in Azië de be volking toe van 970 tot 1380 miljoen, dus met de helft en in Europa (excl. Rusland) van 328 tot 412 miljoen, dus met een vierde. In China komen er elk jaar 13 miljoen mensen bij! Ieder be grijpt, dat hierdoor het probleem nog oneindig wordt verzwaard. Op 30 sept. j.l. werd het nieuwe Her- ■vormd Verenigingsgebouw in gebruik genomen en gisteravond (donderdag) had de opening van het gemeentelijke verenigingsgebouw plaats, welke plech tigheid eveneens aan de eerste burger der gemeente, burgemeester H. Bos was opgedragen. Er waren begrijpelijk vele plaatselijke autoriteiten en vooraan staande figuren uit het Dirkslandse verenigingsleven aanwezig. Dit nieuwe gebouw is eveneens ver rezen op een terrein in de onmiddel lijke nabijheid van het dorpscentrum. P^i^aMAMPA.C ruw of schraal HAMEA-GELEIlL±eP5ctl Nederlandsche Handel-Maatschappij CorrespondentscHap Middelharnis Zandpad 108, telef. 2709(0-1870) Architect was de heer Bolt, te Den Haag, die in Dirksland al meerdere ge bouwen en o.a. ook de restauratie van de Kerkgracht op zijn naam heeft staan. Tot de bouw is men kunnen komen door de aanwezigheid van een legaat van wijlen mej. Paulina van Weel, dat oorspronkelijk voor een naai- en brei- school was bedoeld, maar door de ge wijzigde tijdsomstandigheden daarvoor niet kon worden benut. Dit legaat bedroeg 100.000 gulden en daarvan is nu voor ieder der twee ver enigingsgebouwen de helft bestemd kunnen worden. Hiermede was men nog lang niet aan het totaal der bouw kosten, doch voor het gemeentelijke verenigingsgebouw ontving men ook nog 35.000 gulden van de Stichting Herstel Zuidwest-Nederland, onderdeel van het Nationaal Rampenfonds. Voor het daarna nog resterende bedrag van plm. 15.000 gulden want het gebouw komt op rond een ton moet men nu nog dekking zoeken. Het grootste deel van het vereni gingsgebouw wordt in beslag geno men door de zaal voor vergaderingen, uitvoeringen, concerten enz. Deze zaal biedt plaats aan 250 personen, is voorzien van een buffet en andere, de bezoekers dienende gelegenheden. Het ligt in het voornemen om in dit gebouw ook de wekelijkse landbouw- beurs van Dirksland onder te brengen. Vermoedelijk zal dit nog niet aanstonds kunnen gebeuren, daar men voor die beurs een vergunning ingevolge de drankwet nodig heeft. Hoofdaannemer van het gebouw was de heer J. Mosselman te Nieuwe Tonge. Bij de opening heeft burgemeester Bos de naam van het gebouw bekend gemaakt. Het ontmoetingscentrum zal „De Schakel" worden genoemd, een naam die door de burgemeesterse mevr. Bos is bedacht. Het verslag vindt u aan de binnenzij de van dit blad. Voor beter naar de Middelharnis, Tel. 2328 Een artikel over de Hervormings dag, getiteld: is geplaatst op de voorpagina van het tweede blad. In de gemeenteraad van Oude Tonge, waarvan elders in ons blad een verslag is geplaatst, is de molen van de firma van Schelven ter sprake gekomen, om subsidie in het onderhoud te verlenen, wat na enige bespreking met algeme ne stemmen werd verleend. Waar deze molen zich niet alleen voor het omlig gende landschap maar ook in de plaats zelf zo fraai aftekent, achten wij het een gelukkig verschijnsel dat er ook van gemeintewege interesse voor be staat, om dit historische bouwwerk te behouden. Door de eigenaars, de firma P. van Schelven, is de molen van bin nen grondig gerestaureerd, er is zelfs kort geleden nog een nieuwe kap op geplaatst, zodat er voor behoud reeds een kapitale som is gespendeerd. Deze molen, een z.g. grondzeiler is gebouwd in het jaar 1748. Er bevindt zich een incriptie in de ombouw, waar op staat aangegeven, dat „de eerste steen is geleijd door Abraham Cornelis- se Noordhoeve, 10 Juni 17.48". In het beginstadium behoorde de mo len aan de familie Landheer; in 1878 aan een zekere Bruinse en in 1881 kwam de heer P. van Schelven, vader van de tegenwoordige eigenaars op het mole naarsbedrij f. De molen was toen eigen dom van dokter Arehds, de vader van de arts C. F. Arends te Middelharnis. Bij de Stichting vroegen de ambachts heren en Vrouwen van Grijsoord voor de wind die over hun eigendommen woei een recht van f 600,—, wat toen een hele som was om te betalen! j In 1847 is dit windrecht verlaagd tot 300,— en in 1870 is het tot een zeker erfpachtsrecht gemaakt en gebracht op 150,Het directoraat van de Am- bachtsheerlijkheid is de familie Kuyper 1 Antwerpen België, met wie men nu on derhandeling envoert om dit windrecht er af te krijgen, daar de molen niet meer wordt gebruikt. Blijkens een servituut dat zich in het gemeente-archief moet bevinden, is een historische bijzonderheid aan deze mo len, dat bij de bouw aan de noord- westkant een vaatje geestrijk vocht moet zijn ingemetseld. Men heeft nooit geprobeerd het te vinden het zal wel belegen drank zijn! Wijlen de heer P. van Schelven die een molenaar was in hart en nieren, heeft het bouwwerk steeds goed onder houden en hij ging in zijn leven node tot mechanisatie over. Hij wist altijd nog wel karweitjes die de molen kon opknappen en het was zijn lust en zijn leven als hij de wieken in het rond zag draaien. De molen trekt in de zomer veel be langstelling van doortrekkende touris- ten en het gebeurt vaak, dat zij vragen binnen in een kijkje te nemen. Daarom is het goed dat het interieur grondig is opgeknapt en men om zo te zeggen met het zondagse pak naar boven kan. De taal der wieken valt nog steeds van de molen af te lezen; de heer P. van Schelven zet de molen bij bijzondere gebeurtenissen in een aparte stand. Er zijn vier hoofd standen: „in den blijen", bij feestelijke gelegenheden; „in rouw", in werkstand en buiten het wefk. In oorlogstijd toen er geen stroom was, heeft de molen grote diensten aan de bevolking bewezen en nog is deze in een dergelijke staat, wanneer nodig, dat hij binnen een paar uur tij ds bruik baar kan worden gemaakt. Wij achten het en voor Oude Tonge en voor de streek een voorrecht, dat dit historische bouwwerk niet onder slo- pershanden behoeft te vallen, maar voor het nageslacht blijft bewaard. Als straks de auto's over de nieuwe Provinciale weg langs Oude Tonge ra zen, zal men deze hoog op de dijk staande molen uit de verte blijven zien en daarbij kunnen terugdenken aan een verleden, waarin onze vaderen met be hulp van de wind (ook al moest die worden betaald) veel wisten te preste ren. ANNO 1S70 Alleenverkoop van de bekende GLORIA PORT en de ESMERADO WIJNEN OOLTGENSPLAAT Ds. G. Lans te Putten op de Velu- we, em.-predikant der Ned. Herv. Kerk, werd op 27 oktober 80 jaar. Na zijn werkzaamheid bij het onderwijs diende hij de gemeenten Doeveren, St. Anna- land, Ooltgensplaat, Monster, Ouder kerk a.d. IJssel, Suawoude en Tietjerk en te Huizen (N.-H.), waar hij in 1945 met emeritaat ging. Nadien was hij nog hulpprediker te Rotterdam-Delfshaven en te Willige Langerak. Ds. Lans is enige jaren geen dienstdoend predikant geweest, n.l. gedurende de periode dat hij predikant-directeur van de geref. zendingsbond in de Herv. Kerk was. Hij is ook, van 1924 tot 1936, voorzitter ge weest van de bond van herv. jongelings verenigingen op gerf. grondslag. Van de hand van ds. Lans verschenen o.m. enige brochures op het gebied van het verenigingsleven.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 1