y
Hisiorische molen ie
Oude Tonge blijH behouden
Fa. KAPTEIN
Gemeentelijk \%renigingsgeI)ouw
te Dirksland geopend
Her vor mings dag
Het vraagstuk van de
onderontwikkelde
gebieden
Vergaderzaal voor
250 personen
BRUIDSWERK
Gemeente verleent subsidie in het onderhoud
„Luther, Luther,
waar ben je?"
V
Ds. G. Lans 80 jaar
32e jaargang
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
MEDITATIE
Gewin schade
BINNENVERINGBED
SCHUIMRUBBERBEO
handen
Voor uw DEPOSITO'S:
Fa. C. Korteweg Zn.
TELEFOON 01870-2004
V
Dit nummer bestaat uit
3 bladen (12 pag.)
Vrijdag 30 oktober 1959
No. 2840
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629
Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
I.
De wereld is vol problemen. Wij ma
ken ze ook dikwijls zelf, maar toch zijn
er vraagstukken, die zodanig samen
hangen met historische, economische en
sociale ontwikkelingen, dat wij met de
beste wil er niet in slagen, ze met onze
beperkte middelen op te lossen. Het al
lesbeheersende wereldprobleem is dat
van de communistische dreiging, maar
daarnaast en er nauw mee samenhan
gend is er een ander, n.l. dat van de
onder- of minderontwikkelde gebieden.
Dit staat de laatste jaren zodanig in de
belangstelling, dat wij er ook in ons
blad ter oriëntering van onze lezers
aandacht aan willen schenken.
Ieder weet, dat er een enorm verschil
bestaat tussen de levensstandaard, het
inkomen, de agrarische en industriële
ontwikkeling, het cultuurniveau, het
geestelijk peil etc. van de diverse lan
den en volken. Ook binnen de grenzen
van een bepaald land zijn deze verschil
len te constateren, zelfs in landen, die
als geheel een hoog cultureel niveau
hebben bereikt. Er is in geografisch op
zicht een zeer belangrijke spreiding in
de inkomensverdeling-, dus in het in-
liomen per inwoner. Blijven we bij ons
eigen land, dan doet een kaart, waarop
de verschillende inkomensgebieden
staan aangegeven, ons zien, dat Wasse
naar en het Gooi de streken in ons land
zijn met het hoogste gemiddelde inko
men, n.l. meer dan 6400,— per gezm
(in 1950). Daartegenover staan als ge
bieden met de allerlaagste inkomens
(minder dan f 3200,— per gezin) de Pee!
en in 't algemeen heel Oost Brabant,
Noord-Limburg, Noordoost-Overijssel
en Oostelijk Drenthe. Na Wassenaar en
het Gooi komt als hoogste de duinstreek
van Den Haag tot Alkmaar. Wat ons
eiland Goeree en Overflakkee betïeft,
dit ligt wat inkomen aangaat met ge
heel Zeeland en de overige Zuidhol
landse eilanden precies midden tussen
de hoogste en de laagste n.l. 4500,—.
Men ziet, dat er derhalve een tamelijk
groot regionaal verschil is.
De inkomens- en welvaartverschiUen
tussen de landen zijn echter onemdig
veel groter. Het land met de grootste
welvaart als gevolg van het hoogste in
komensniveau zijn de Verenigde Staten.
Het gemiddeld inkomen per hoofd der
bevolking (deze norm is hier beter, om
dat de gezinsgrootte per land uiteen
loopt) bedraagt 5500,—. Rekent men
een gezin (zoals in Nederland) op 4
personen, dan betekent dit een gezins
inkomen van 22.000! Maar tevreden is
men niet, gezien de staalstaking. Voor
Engeland is het bedrag per hoofd
2900,— voor Zweden idem, voor Bel
gië 2200,—, voor Nederland 1900,—,
voor Frankrijk f 1825,—, voor Argen
tinië f 1330,—, voor Egypte 380,—,
voor India 230,— en voor Indonesië
100. Al deze cijfers hebben betrekking
op het jaar 1950 en zijn ontleend aan
publicaties van de Verenigde Naties.
Nu moet men er wel rekening mee
houden, dat de kosten van levenson
derhoud ook uiteenlopen. Deze zijn in
Amerika hoger dan in Nederland. Bel
gië heeft een hoger bedrag, maar m
1950 lagen de kosten van levensonder
houd daar 15 a 20"/o hoger dan bij ons.
Daartegenover zijn ze in de Aziatische
en Afrikaanse landen lager dan in
Europa. Maar tenslotte betekenen deze
cijfers toch, dat in Amerika het inko
men 24 maal zo hoog is als in India,
58 maal zo hoog als in Indonesië en nog
3 maal zo hoog als in Nederland. Uit
deze gegevens blijkt dus wel, wat een
enorm verschil er is tussen de hoog
ontwikkelde landen van Amerika en
Europa enerzijds en de achtergebleven
gebieden in Azië en Afrika anderzijds.
Het komt tenslotte hierop neer, dat
de Verenigde Staten met 9»/o van de
wereldbevolking 45<'/o van het wereld-
inkomen hebben! Geen wonder, dat dit
land zoveel voor de rest van de'wereld
kan doen in de vorm van militaire en
economische steun. Europa (zonder de
Sowiet-Unie), dat 16»/o der wereldbe
volking uitmaakt, heeft 26''/o van het
inkomen. En daartegenover staat Azië
met 53«/() der bevolking (dus meer dan
de helft) met slechts -llVo van het in
komen!
Alsof dit alles nog niet erg genoeg is,
komt daar nog het tragische feit bij,
dat de verschillen in levensstandaard
tussen deze volken niet' kleiner, maar
steeds groter worden. De rijke landen
worden steeds welvarender en de arme
steeds armer. Het aandeel van Amerika
in het wereldinkomen steeg van 1938
op 1948 van 28 op 45''/o, terwijl dat van
Azië, Afrika, Zuid- en Midden-Ameri
ka gezamenlijk in dezelfde periode
daalde van 18,7 op 17,50/0. Het aantal
mensen, dat vóór de laatste -wereldoor
log aan ondervoeding leed, werd toeri
geschat op nog geen 40"/o en nu komt
men tot 60»/o. Men kan dus vaststellen,
dat bijna ^/a van de wereldbevolking
in deerniswaardige omstandigheden
leeft.
We kunnen er natuurlijk niet aan
denken in enkele krantenartikelen een
uitvoerige verklaring te geven van deze
ongelijkheid. Er zijn natuurlijk oorza
ken voor l;et feit, dat de Verenigde
Staten, die als staat nog pas 200 jaar
bestaan, thans het rijkste land ter we
reld zijn en dat b.v. India en de Ara
bische landen zo vreselijk arm zijn. Dit
"angt samen met allerlei factoren. De
voornaamste daarvan zijn: de vrucht-
Maar hetgeen mij gewin was, dat
heb ik om Christus' wil schade
geacht.
Filip. 3 7.
Alle eeuwen door heeft de kerk bloot
gestaan aan de verzoeking om wet en
evangelie te vermengen. In de eerste
tijd van de Christelijke gemeenten tre
den reeds valse leraren op, die de kerk
van het fundament van de profeten en
de apostelen, waarvan Jezus de uiter
ste hoeksteen is, -willen afvoeren. Ge
moet er de brief van Paulus aan de Ga
laten maar eens op na lezen; ge kunt er
ook van lezen in deze brief aan de ge
meente van Filippi.
Hoe komt het toch dat de kerk juist
voor deze gevaarlijke dwaling telken
male weer blijkt open te liggen? Omdat
deze dwaling de ergernis, die het kruis
van Christus opwekt, blijkt te niet te
doen. Door deze dwaling wordt de
kracht van het Evangelie in een -wcl
veranderd. Dan is het Evangelie geen.
Evangelie meer. Wat is dan in dit ver
band eigenlijk de bedoeling van het
woord Evangelie?
Het Evangelie is dan de verkondiging
van die waarheid, dat de zaligheid van
de verloren-jn geheel en alleen het werk
Gods is, met uitsluiting van alle werk
des mensen. Uit God en door God en
tot God zijn alle dingen. De boodschap
van het evangelie veronderstelt dan
ook mensen, die totaal onmachtig zijn
tot enig goed, geheel verloren zijn voor
het aangezicht des Heeren. Voor allen,
die van het laatste niet overreed zijn,
blijft de boodschap des Evangelies,
waarin alleen maar van het werk Gods
in het zaligen van zondaren gesproken
wordt een ergernis.
Paulus waarschuwt dan ook tegen de
ze vreselijke vermenging van Gods
werk en mensen werk. In zijn tijd reeds
blijken dus zulke leraren de kerk te
beroeren. Het is niet alleen in strijd
met do leer van Christus, maar het
strijdt ook met hetgeen de Apostel in
zijn eigen leven geleerd heeft. Hij haalt
tot bevestiging van de waarheid datge
ne aan dat hij door Gods genade ge
leerd heeft.
Hij spreekt van hetgeen zijn gewin
was. Wat was dat? Alles waarin hij
voorheen zijn leven gevonden had. Nu
hij had veel. Hij kon zich in vele din
gen beroemen; indien iemand meende
in het zijne zich te beroemen, dan kon
de apostel zeggen, dat hij nog meer
had.
In zijn voormalige Farizese leven had
hij vele deugden en vele voortreffelijk
heden, maar God heeft er een streep
doorgehaald. Er was een goddelijk licht
ontstoken in zijn leven. Toen heeft hij
al zijn deugden in het licht van Gods
majesteit en luister gezien.
Toen de deugden Gods in zijn leven
geopenbaard zijn, zijn de deugden van
Paulus verteerd, zijn die blinkende on
deugden voor God geworden. Voorwaar
een pijnlijke en smartelijke les. Een
bitter droeve, maar ook noodzakelijke
ondervinding. Toen is hij geworden,
wat hij in de grond van zijn bestaan
voor de Heere was. Meent ge dat Pau
lus ooit zover de mens zou hebben kun
nen spreken, wanneer het in zijn leven
niet waar geworden was, dat de mens,
de natuurlijke mens, niet anders dan
een bron van ongerechtigheden was. Ge
moet lezen hoe deze voormalige Fari
zeeër spreekt over het hart van de mens
Romeinen 3 is het hoofdstuk, waarin
hij alle hoogmoed en eigenwaan, alle
gerechtigheden en waarde, de dood
steek geeft. Neen, hij heeft het in de
praktijk geleerd, dat dat waarin hij
zijn leven en zijn zaligheid gevonden
had, voor hem de dood geworden is. Hij
heeft het schade leren achten. Hij kan
er eigenlijk de juiste woorden niét voor
vinden, want hij voegt er aan: Ja, ik
acht het o~ok drek te zijn. Hij kan al die
eigen gerechtigheden niet ver genoeg
wegwerpen, omdat hij er het walgelijke
en verfoeilijke van heeft leren inzien.
Ge moet er wel terdege erg in heb
ben, dat Paulus hier niet zo zeer spreekt
van de openlijke goddeloosheid, maar
van de deugdbetrachting en de gods
dienstige ijver, zoals die bij do Jood in
het algemeen gevonden werd. Van die
gerechtigheden zegt hij, dat hij die
schade acht en die meent drek te zijn.
Maar hij voegt er wat meer aan toe,
zeggend: Om Christus' wil. Want in
plaats van die gerechtigheden, die voor
heen zijn leven waren, is nu de gerech
tigheid van de Middelaar Gods en der
mensen zijn leven geworden. De uit-
nemendheid van de kennis des Zoons
Gods is in zijn leven geopenbaard. Dat
gene, wat voorheen hem een ergernis
was, is nu geheel en alleen zijn leven
geworden. Wat een machtige en bete
kenisvolle verandering is er in het le
ven van die Apostel gekomen. Maar
een verandering, die toch in het leven
van elk mens noodzakelijk is, want wat
ook voor Paulus de dood geworden is,
moet het ook voor ons worden en wat
Paulus' leven geworden is, moet ook
ons leven worden, zal het wel met een
ieder onzer zijn.
In ons spreken en onderwijzen moe
ten wij dan ook die beide zaken vast
houden. Wij liggen van nature open
voor de dwaling, die Paulus bestreed,
cm namelijk wet en evangelie te ver
mengen en Gods werd en mensenwerk
met elkaar te verenigen.
In de prediking zal altijd de luister
van de deugden Gods de waarde van
alle mensenwerk in betrekking tot onze
verhouding tot de Heere moeten teniet
doen. Wij moeten zelf door de overtui
ging van de Geest Gods daarvan over
reed worden, dat er onzerzijds niet an
ders is, dan schuld en verfoeilijkheid
opdat zo door het geloof die gerechtig
heid ons leven worden mag, die alleen
van de dood redt.
Lezers, hoe staat het met U? Wat is
uw leven? Gaat ge nog op in hetgeen
van U is? Hetzij in uw farizese werken
of in iets van die aard? Zoekt ge het
nog steeds in uw gestalten en verdien
stelijkheden? In uw bukken en buigen?
In uw vernederingen en verbrekingen?
Is nog steeds uw leven in uw hand?
Dan is het kruis van Christus nog een
ergernis voor U. Dan hebt ge nog nim
mer uw leven verloren om het alleen
maar in de gehoorzaamheid en de vol
doening van de Zoon Gods te vinden?
Weet dan lezer, dat ge nog aan uw kant
staat en aan uw kant is alleen maar de
dood. Bereide de Heere onze harten
toch door zijn ontdekkende en overre
dende geest om in Hem ons leven te
vinden in Wie God een welbehagen ge
vonden heeft. Ontzegge ons de Heere
alle rust, totdat we de rust in God ge
vonden hebben door de voldoening en
gehoorzaamheid van het Lam Gods, dat
de zonden der wereld wegneemt.
De Heere doe Zijn kindereif het meer
en meer beleven:
Wat mij gewin was, heb ik om Christus'
wil schade geacht.
Rotterdam.
Ds. A. Vergunst
HAZET-FABRIEKEN -ZEVENBERGEN
baarheid van de grond, de aanwezig
heid van delfstoffen, het bezit van ka
pitaal om te investeren, het ontwikke
lingspeil der bevolking, het bevolkings
vraagstuk en niet in de laatste plaats
de mentaliteit van het volk.
Eén van de voornaamste wetten der
economie is deze, dat de welvaart van
een volk bepaald wordt door^ de pro-
duktiviteit. En deze hangt wee'r af van
de energie, de intellectuele ontwikke
ling, de gezondheidstoestand, de sociale
verhoudingen, de rijkdom aan grond
stoffen en kapitaal, het technisch ni
veau en. daarmee samenhangend de
mate van industrialisatie, de verkeers
intensiteit naar binnen en naar buiten,
het overheidsbeleid enz. De produkti-
viteit en derhalve de welvaart zijn het
resultaat van een zeer gecompliceerd
samenspel van allerlei krachten. En nu
ziet men, dat alle bovengenoemde fac
toren in positieve zin aanwezig zijn in
de hoog-ontwikkelde landen en juist
ontbreken in de achtergebleven gebie
den.
Een speciale rol in dit alles speelt het
bevolkingsvraagstuk, met name de
grootte van het geboorteoverschot. Voor
verreweg de meeste landen is dit een
zeer moeilijk probleem. In België en
Frankrijk is de bevolking vrijwel sta
biel, maar overal elders neemt de be
volking meer of minder snel toe. In ons
land is het geboorteoverschot 13,70/00,
hetgeen betekent, dat er elk jaar een
toename is van 150.000 Nederlanders.
Wij kunnen dat opvangen door inten
sieve industrialisatie, maar in de Azia
tische landen is dat anders. In India
bv is het geboortecijfer 26''/oo (bij ons
21) en het sterftecijfer I40/00 (bij ons 7,5)
Het overschot is dus 12«/oo, hetgeen be
tekent, dat er in India elk jaar 4V2
miljoen mensen bijkomen! De bestaan
de bevolking daar leeft al beneden of
op de rand van het bestaansminimum,
dus is het onmogelijk om de jaarlijkse
geboortegolf op'te vangen. Het groei
tempo in Azië is hoger dan in Europa.
Van 1920 tot 1950 nam in Azië de be
volking toe van 970 tot 1380 miljoen,
dus met de helft en in Europa (excl.
Rusland) van 328 tot 412 miljoen, dus
met een vierde. In China komen er elk
jaar 13 miljoen mensen bij! Ieder be
grijpt, dat hierdoor het probleem nog
oneindig wordt verzwaard.
Op 30 sept. j.l. werd het nieuwe Her-
■vormd Verenigingsgebouw in gebruik
genomen en gisteravond (donderdag)
had de opening van het gemeentelijke
verenigingsgebouw plaats, welke plech
tigheid eveneens aan de eerste burger
der gemeente, burgemeester H. Bos was
opgedragen. Er waren begrijpelijk vele
plaatselijke autoriteiten en vooraan
staande figuren uit het Dirkslandse
verenigingsleven aanwezig.
Dit nieuwe gebouw is eveneens ver
rezen op een terrein in de onmiddel
lijke nabijheid van het dorpscentrum.
P^i^aMAMPA.C
ruw of schraal
HAMEA-GELEIlL±eP5ctl
Nederlandsche Handel-Maatschappij
CorrespondentscHap Middelharnis
Zandpad 108, telef. 2709(0-1870)
Architect was de heer Bolt, te Den
Haag, die in Dirksland al meerdere ge
bouwen en o.a. ook de restauratie van
de Kerkgracht op zijn naam heeft staan.
Tot de bouw is men kunnen komen
door de aanwezigheid van een legaat
van wijlen mej. Paulina van Weel, dat
oorspronkelijk voor een naai- en brei-
school was bedoeld, maar door de ge
wijzigde tijdsomstandigheden daarvoor
niet kon worden benut.
Dit legaat bedroeg 100.000 gulden en
daarvan is nu voor ieder der twee ver
enigingsgebouwen de helft bestemd
kunnen worden. Hiermede was men
nog lang niet aan het totaal der bouw
kosten, doch voor het gemeentelijke
verenigingsgebouw ontving men ook
nog 35.000 gulden van de Stichting
Herstel Zuidwest-Nederland, onderdeel
van het Nationaal Rampenfonds. Voor
het daarna nog resterende bedrag van
plm. 15.000 gulden want het gebouw
komt op rond een ton moet men nu
nog dekking zoeken.
Het grootste deel van het vereni
gingsgebouw wordt in beslag geno
men door de zaal voor vergaderingen,
uitvoeringen, concerten enz. Deze zaal
biedt plaats aan 250 personen, is
voorzien van een buffet en andere, de
bezoekers dienende gelegenheden.
Het ligt in het voornemen om in dit
gebouw ook de wekelijkse landbouw-
beurs van Dirksland onder te brengen.
Vermoedelijk zal dit nog niet aanstonds
kunnen gebeuren, daar men voor die
beurs een vergunning ingevolge de
drankwet nodig heeft.
Hoofdaannemer van het gebouw was
de heer J. Mosselman te Nieuwe Tonge.
Bij de opening heeft burgemeester
Bos de naam van het gebouw bekend
gemaakt. Het ontmoetingscentrum zal
„De Schakel" worden genoemd, een
naam die door de burgemeesterse
mevr. Bos is bedacht.
Het verslag vindt u aan de binnenzij
de van dit blad.
Voor beter
naar de
Middelharnis, Tel. 2328
Een artikel over de Hervormings
dag, getiteld:
is geplaatst op de voorpagina van
het tweede blad.
In de gemeenteraad van Oude Tonge,
waarvan elders in ons blad een verslag
is geplaatst, is de molen van de firma
van Schelven ter sprake gekomen, om
subsidie in het onderhoud te verlenen,
wat na enige bespreking met algeme
ne stemmen werd verleend. Waar deze
molen zich niet alleen voor het omlig
gende landschap maar ook in de plaats
zelf zo fraai aftekent, achten wij het
een gelukkig verschijnsel dat er ook
van gemeintewege interesse voor be
staat, om dit historische bouwwerk te
behouden. Door de eigenaars, de firma
P. van Schelven, is de molen van bin
nen grondig gerestaureerd, er is zelfs
kort geleden nog een nieuwe kap op
geplaatst, zodat er voor behoud reeds
een kapitale som is gespendeerd.
Deze molen, een z.g. grondzeiler is
gebouwd in het jaar 1748. Er bevindt
zich een incriptie in de ombouw, waar
op staat aangegeven, dat „de eerste
steen is geleijd door Abraham Cornelis-
se Noordhoeve, 10 Juni 17.48".
In het beginstadium behoorde de mo
len aan de familie Landheer; in 1878
aan een zekere Bruinse en in 1881 kwam
de heer P. van Schelven, vader van de
tegenwoordige eigenaars op het mole
naarsbedrij f. De molen was toen eigen
dom van dokter Arehds, de vader van
de arts C. F. Arends te Middelharnis.
Bij de Stichting vroegen de ambachts
heren en Vrouwen van Grijsoord voor
de wind die over hun eigendommen
woei een recht van f 600,—, wat toen
een hele som was om te betalen! j
In 1847 is dit windrecht verlaagd tot
300,— en in 1870 is het tot een zeker
erfpachtsrecht gemaakt en gebracht op
150,Het directoraat van de Am-
bachtsheerlijkheid is de familie Kuyper 1
Antwerpen België, met wie men nu on
derhandeling envoert om dit windrecht
er af te krijgen, daar de molen niet
meer wordt gebruikt.
Blijkens een servituut dat zich in het
gemeente-archief moet bevinden, is een
historische bijzonderheid aan deze mo
len, dat bij de bouw aan de noord-
westkant een vaatje geestrijk vocht
moet zijn ingemetseld. Men heeft nooit
geprobeerd het te vinden het zal wel
belegen drank zijn!
Wijlen de heer P. van Schelven die
een molenaar was in hart en nieren,
heeft het bouwwerk steeds goed onder
houden en hij ging in zijn leven node
tot mechanisatie over. Hij wist altijd
nog wel karweitjes die de molen kon
opknappen en het was zijn lust en zijn
leven als hij de wieken in het rond zag
draaien.
De molen trekt in de zomer veel be
langstelling van doortrekkende touris-
ten en het gebeurt vaak, dat zij vragen
binnen in een kijkje te nemen. Daarom
is het goed dat het interieur grondig is
opgeknapt en men om zo te zeggen met
het zondagse pak naar boven kan.
De taal der wieken
valt nog steeds van de molen af te
lezen; de heer P. van Schelven zet de
molen bij bijzondere gebeurtenissen in
een aparte stand. Er zijn vier hoofd
standen: „in den blijen", bij feestelijke
gelegenheden; „in rouw", in werkstand
en buiten het wefk.
In oorlogstijd toen er geen stroom
was, heeft de molen grote diensten aan
de bevolking bewezen en nog is deze
in een dergelijke staat, wanneer nodig,
dat hij binnen een paar uur tij ds bruik
baar kan worden gemaakt.
Wij achten het en voor Oude Tonge en
voor de streek een voorrecht, dat dit
historische bouwwerk niet onder slo-
pershanden behoeft te vallen, maar voor
het nageslacht blijft bewaard.
Als straks de auto's over de nieuwe
Provinciale weg langs Oude Tonge ra
zen, zal men deze hoog op de dijk
staande molen uit de verte blijven zien
en daarbij kunnen terugdenken aan een
verleden, waarin onze vaderen met be
hulp van de wind (ook al moest die
worden betaald) veel wisten te preste
ren.
ANNO 1S70
Alleenverkoop van de bekende
GLORIA PORT en de
ESMERADO WIJNEN
OOLTGENSPLAAT
Ds. G. Lans te Putten op de Velu-
we, em.-predikant der Ned. Herv. Kerk,
werd op 27 oktober 80 jaar. Na zijn
werkzaamheid bij het onderwijs diende
hij de gemeenten Doeveren, St. Anna-
land, Ooltgensplaat, Monster, Ouder
kerk a.d. IJssel, Suawoude en Tietjerk
en te Huizen (N.-H.), waar hij in 1945
met emeritaat ging. Nadien was hij nog
hulpprediker te Rotterdam-Delfshaven
en te Willige Langerak. Ds. Lans is
enige jaren geen dienstdoend predikant
geweest, n.l. gedurende de periode dat
hij predikant-directeur van de geref.
zendingsbond in de Herv. Kerk was. Hij
is ook, van 1924 tot 1936, voorzitter ge
weest van de bond van herv. jongelings
verenigingen op gerf. grondslag. Van
de hand van ds. Lans verschenen o.m.
enige brochures op het gebied van het
verenigingsleven.