Garnalenvisserij krijgt nieuwe kansen Gevaarlijke Duitse mijn te Ouddorp opgeblazen Marinemensen demonteerden in avondlijk duister Het rassenprobieem in Zuid-Afrika BRUIDSWERK S2e jaargang Chr, STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond MEDITATIE U geschiede naar Uw geloof Onderzoekingen bij Doggersbank Dit nummer bestaat uit 3 bladen (12 pagina's) BINNENVERINGBED Avondcursus Landbouwhuishoudschool SCHUIMRUBBERBED Fa. C. Korteweg Zn. Vrijdag 16 oktober 1959 No. 2836 PEINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 18702629 Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per nim. Bij contract speciaal tarief. 3. Sedert 1910 is de Unie van Zuid- Afrika een onafhankelijke staat. De Britse regering heeft reeds 8 jaar na (Je Vrede van Vereniging in 1902, die een eind maakte aan de Boerenoorlog, aan Zuid-Afrika de vrijheid gegeven ziin staatsbestel naar eigen goedvinden te regelen. Er bleef slechts een formele band met Engeland via de dominion status. De Unie kreeg een eigen parle ment bestaande uit een Senaat en een Volksraad, die in Kaapstad vergaderen. Er zijn twee officiële talen: het Afri kaans en het Engels. De eerste minister- president was de Boerengeneraal Louis Botha, die dapper gevochten had, doch na de vrede al spoedig de noodzaak van samenwerking met de Engelsen inzag. Hii was geen intellectueel, maar wel een staatsman. Toen hij in 1919 stierf, werd Smuts zijn opvolger. Deze was een geleerde, een wijsgeer, een knap staatsman en tegelijk veldmaarschalk, groot vriend van Churchill. Niet alle Afrikaanders begrepen de politiek van Botha en Smuts, want de anti-Engelse gezindheid was lang niet verdwenen. Slechts met een zeer kleine meerder heid slaagde Botha er in 1914 en Smuts in 1939 in om de Unie te doen deelne men aan beide wereldoorlogen. In de laatste was er zelfs een groot aantal Afrikaanders, die Duitsgezind waren en op een overwinning van Hitler hoopten! -Dat zat natuurlijk in de aversie tegen Engeland en in de rassenkwestie. Er bestaan in de Unie slechts twee grote politieke partijen: de Nationale Partij, opgericht door generaal Hertzog, anti-Engels en zeer nationalistisch, als reactie op de verzoeningspolitiek van Botha en voorts de Verenigde Partij, die van Smuts. Het ligt voor de hand, dat de eerste in hoofdzaak het Holland se element omvat en de laatste het En gelse benevens het meer liberale Hol landse. Sedert 1948 is de Nationale Partij aan het bewind; in 1958 behaal de ze zelfs 103 van de 163 zetels in de Volksraad. Smuts stierf in 1950 en se dert is zijn partij aan de verliezende hand. De Nationale Partij kreeg sterke persoonlijkheden als leider: Malan, Strijdom en-thans V-erwoerd. Zij is de -artij, die een zeer radicale rassenpo litiek voorstaat en gezien de gevaar lijke positie van de blanken krijgt ze steeds meer aanhang. Ze strijdt voor de apartheid, wil geheel los komen van :ngeland door het uitroepen van de epubliek, wenst een streng geselecteer- e immigratie toe te passen en wil ook et christelijk-nationale element met ame in het onderwijs handhaven. De 'erenigde Partij streeft naar gelijke echten voor Afrikaanders en Engelsen, laar ook zij wijst rassenmenging af. 'oorts wil ze de band met Engeland ehouden. Wel staat ze iets soepeler egenover de oplossing van het rassen- raagstuk, maar op een breed terrein ijn beide partijen het toch in dit op- icht eens. Wat nu het kernprobleem van Zuid- Jrika betreft, we hebben gezien, dat e bevolking zeer heterogeen van sa menstelling is. De hoofdzaak ervan rerdt gevormd door de tragische ver- iouding van de 3 miljoen blanken en e 9 miljoen zwarten. Men staat voor en enorm moeilijke keus. Geeft men e naturellen het kiesrecht en alle an- ere rechten, dan betekent dit, dat de lanke beschaving in Z.-A. op de duur en onder gaat. Sommige idealisten enken daar heel gemakkelijk over, laar wat zouden wij doen als er in ederland b.v. 3 miljoen blanken en 8 üljoen negers woonden? Men moet iet vergeten, dat de blanken daar met e rug tegen de muur staan. Als men e naturellen politieke invloed geeft, oudt dit onherroepelijk in de over- :oeling van de blanken door een warte vloedgolf. Men staat dus voor en zeer moeilijk alternatief, dat is sa- "len te vatten in twee woorden: apart- eid of Integratie. Het eerste systeem oudt in, dat men blanken en zwarten aatkundig, cultureel, sociaal en ras- stisch apart houdt, met andere woor- en, dat de naturellen de blanken nooit nnen overstemmen, dat ze zoveel ogelijk in aparte gebieden worden mengedrongen, dat bepaalde beroe- n voor hen gesloten blijven en dat dus een strenge kleurslagboom blijft staan. Dit stelsel van segregatie of ssenscheiding is nu in de wetgeving -Stgelegd. Er is algehele scheiding in einen, bussen, bioscopen, schouwbur- n, bibliotheken, ziekenhuizen en op rkhoven. In het parlement zit geen kele naturel. De universiteiten zijn or hen niet toegankelijk en er zijn arte scholen. Voor hen geldt een sta- ngsverbod en een verbod van alkohol, halve het gebruik van z.g. kafferbier et 2»/o alkohol. Gemengde huwelijken n verboden. Het andere standpunt, dat van de in- "ratie, houdt in het opnemen in de ats- en sociale gemeenschap van al- niet-blanken en het opvoeden van Bantoes tot een hogere beschaving, n moeten ze uiteraard ook het stem- 'M krijgen. Een klein deel der blan- zou dit wel willen proberen. De *ag is echter, of het lage bescha- igspeil der zwarte permanent is of „Toen raakte Hij hun ogen aan en zeide: U geschiede naar Uw ge loof." (ïAatth. 9 29). Was het niet een heel redelijke vraag, die de Heere Jezus aan die twee blinden stelde, toen ze tot Hem kwamen om genezen te worden? Hij vroeg: „Geloof je dat Ik dat doen kan?" Toch zijn we in dit opzicht soms erg onlogisch. We zijn vanaf onze kinds heid gewoon om te bidden. Dat gebed hebben we van moeder geleerd, maar toch later met ons volle verstand steeds weer gebeden. Lezers, waarom doet ge dat, als ge niet gelooft, dat Christus U kan zalig maken? U gaat toch ook niet naar de dokter toe, waarin U helemaal geen vertrou wen stelf?! Waarom vraagt ge Hem te doen,- wat ge niet gelooft, dat Hij doen kan? Het is een vreemde, ja een onmogelijke zaak om echt {te bidden zonder geloof. De vraag vafi de Heere Jezus is daar om ook redelijk, omdat ze Hem zelf „Zone Davids"- hebben genoemd. De meesten van onze lezers zullen waarschijnlijk -hetzelfde doen, want on der hen zullen er toch niet zoveel zijn, die twijfelen aan de Godheid van Chris tus, aan de inspiratie des Geestes, be treffende de Bijbel en aan de historische werkelijkheid van het bestaan van de Heere Jezus. Welnu, indien ge bij dat alles dan niet gelooft, dat Hij U kan zalig maken, wat bedoelt ge er dan mee te zeggen dat Hij God is? God zijn en dan niet kunnen zalig worden, is een volkomen ongerijmd heid. Deze blinden hebben dat begrepen. V7at méér zegt, ze hebben dat geloofd. Daarom klinkt hun antwoord kort, maar daarom niet minder waar: „Ja Heere!" Wat een heerlijk „ja" woord is dat geweest. Wat blijlit hieruit hun kinderlijk, maar daarom niet minder standvastig geloof. Lezers, wat zal ons antwoord zijn op de desbetreffende vraag? Ge zult ook opmerken, dat deze blin den geen ogenblik aarzelen. Terstond klinkt hun antwoord. Waar 't geloof doorbreekt, daar ver dwijnt op dat ogenblik alle twijfel. Dan klinkt het: „Ja Heere, hoe slecht ik ook ben, toch geloof ik dat U mij kunt za lig maken, dat Uw dierbaar bloed mij van alle zonden kan rein wassen, toch geloof ik dat Uw genade groter is, dan mijn schuld! Zie, dat is het antwoord, dat de Hee re Jezus van U en van mij verwacht. Dan zegt Hij: „U geschiede naar Uw geloof! Dan is er licht voor blinde ogen. Ge nade voor zondige harten. Het besliste geloof, ruimt iedere hinderpaal uit de weg. Lezers, dit is zeker, dat het nooit aan de Heere ligt. - Het. is- Zijn oprechte wens om U alles te geven, wat U ontbreekt. Wat is het daarom erg, wanneer ge omgekeerd gaat redeneren: „Ik begeer het ernstig, als de Heere het mij nu maar wilde geven." Bij Hem is een overvloed van genade. Zijn er uitkomsten, zelfs tegen de dood. Hebt U in het wintergetijde wel eens op de vogels in de tuin gelet? Wan neer ge een korst brood in kleine stuk jes gesneden in uw tuin legt, dan be hoeft ge er echt geen hele smeekbeden bij te voegen, maar nauwelijks hebt ge uw hielen gelicht, of een liele zwerm hongerige vogels heeft zich op dat voed sel geworpen. Als die vogels konden denken en zich uitspreken, zouden ze zeggen: „Zie, wij zijn hongerig en daar ligt -brood!' Die twee zaken horen bij elkaar. De Heere geve, dat zulk een wijsheid ons deel worde. Dat we het mogen zeg gen: „Ik ben een schuldig zondaar en daar is een dierbare Zaligmaker, die ik nodig heb. Die twee horen bij elkaar. Ze mogen niet langer gescheiden zijn. Dan wordt het geloof a.h.w. een blik. Een blik van enkel vertrouwen. Een zich verlaten op Hem! Een geloven, dat Hij het doen kan. Daarom, o lezers, wanneer de vraag uit Gods Woord telkens weer op U af- liomt: „Gelooft ge, dat Ik dat doen kan?" Antwoord dan maar: „Ja Heere!" En, dan zal 't ook tot U gesproken worden: „U geschiede naar Uw geloof." Dirlcsland. C. J. Resting. chts een overgangsfase. Zeer velen nen dat het-eerste het geval is. Zou ■Wist zijn, dan is het onmogelijk, dat lüe rassen op gelijke voet in één staat lenleven. fen ziet dus, dat de blanken in de 6 wel voor een uitzonderlijk moei- Probleem zijn gesteld. Men kan Nederlandse visserij biologen hebben de afgelopen dagen aan boord van de onderzoekingstreiler Willem Beukels- zoon in de Noordzee een onderzoek in gesteld naar de mogelijkheid om een nieuwe grote ^garnalenvisserij bij de Doggersbank op të bouwen lazen we in „De Rotterdammer". Aanleiding tot deze Voor UW VERZEKERINGEN: Nederlandsche HandeJ-Maatschappij Cofrespondentschap Middel harnis Zandpad 108, telef. 27p9(0r187p) theoretisch wel stellen, dat apartheid een verouderd systeem is en principieel uit den boze, maar er staat tegenover dat het hier om niets meer of minder gaat dan om het behoud van de blanke beschaving en om puur zelfbehoud. Wij nemen het de Afrikaanders dan ook niet kwalijk, dat ze voor de apartheid kiezen. Zij vechten voor hun naakte be staan. Ondanks'de felle kritiek, die in de Verenigde Naties van alle kanten (door communistische en ex-koloniale landen en ook door menig Westers land dat deze problemen niet kent) wordt uitgeoefend en die ook door van alle realisme gespeende theoretici als dr. Buskes in ons land wordt uitgebracht, geloven we, dat de apartheidspolitiek de enige mogelijke is. Daarbij ontvein zen we ons niet, dat ze zeer moeilijk te verwezenlijken zal zijn. De mooiste op lossing zou zijn geografische apartheid: blanken en zwarten op aparte territoria met eigen bestuur. Maar ook daaraan zitten veel bezwaren. Thans hebben de naturellen eigen gebieden ter grootte van 5 maal Nederland, maar dit is veel te weinig, daar-'9 miljoen Bantoes W/a van de grond hebben en 3 miljoen blan ken 90''/o. Er zou dus een grondige re organisatie moeten plaats hebben. Bo vendien is de urbanisatie (trek naar de stad) al zo ver voortgeschreden, dat b.v. in en bij Johannesburg al 600.000 „ont- stamde" naturellen wonen. Door de mijn- en andere industrieën zijn ze tussen de blanken terechtgekomen, die hen economisch niet kunnen missen. Onlangs hield de ambassadeur van Zuid-Afrika in Den Haag een rede over dit vraagstuk en hij zocht de oplossing ook in geografische apartheid. Hij ba seerde het recht der blanken hierop, dat de Bantoes ook immigranten zijn en zelfs later kwamen dan de blanken, de eersten uit het noorden, de laatsten uit het zuiden. Daarom moet er een af zonderlijke ontwikkeling zijn van beide gebaseerd op rassenscheiding. Dit is de enige weg voor een bevredigend sa menleven in één staat in goede harmo nie. Er is natuurlijk over de situatie in de Unie nog veel ïneer te schrijven. Maar het was alleen maar onze bedoeling de kernkwestie te' stellen en enig begrip te wekken voor de uitzonderlijk moei lijke positie, waarvoor de regering staat. Een rassenprobieem als in Zuid- Afrika bestaat nergens anders ter we reld. We kunnen alleen maar hopen, dat het een bevredigende oplossing zal lirijgen. onderzoekingen, onder leiding van de pas benoemde garnalenbioloog R. Bod- deke van het rij lisinstituut voor visse rij-onderzoek te IJmuiden, was o.m. het feit, dat de garnalenvondsten dicht on der de Nederlandse, Belgische en Wad- denkust de laatste jaren afnemen. Maar vooral werd dit onderzoek begon nen toen men van de Helderse schipper Giel Slot vernam dat hij eind augustus bij de Silverpit in de Noordzee een halr ve mand mooie grote garnalen had ge vangen. De Willem Beukelszoon werkte gedu rende tien dagen aan het onderzoek mee, maar de vele trekken bleven vrij wel viwchteloos. Toen men het onder zoek bijna wilde eindigen werd er gar naal gevangen met het zeer kleine tor- pedonet. Slechts 21 stuks kwamen aan dek maar de moeite was beloond en opnieuw is aangetoond dat op deze plaats garnaal is te vangen. De prak tijk en nieuwe onderzoekingen zullen nu moeten uitwijzen of er toekomst in de visserij op grote garnaal bij de Sil verpit zit. De Willem Beukelszoon zal het onderzoek binnenkort voortzetten. De kotter Wieringen Wr 6 van vis ser S. Lont te Wieringen heeft inmid dels ten noorden van de Waddeneilan den ook nieuwe yangstgronden voor garnaal ontdekt. Deze lagen ongeveer 15 km uit de kust bij Ameland en Schiermonnikoog. Deze reder heeft zijn drie schepen thans uitgerust met koel- ruimen zodat men niet meer elke dag aan de mark behoeft te komen maar een -week lang op de garnaalgronden kan blijven. Ook heeft deze rederij nog een ande re nieuwe weg in de garnalenvisserij ingeslagen. Onder de garnalenzeef is op de kotters een waterspuit aangebracht waardoor de jonge ondermaatse gar naal, die door de zeef valt, onmiddel lijk weer in zee wordt gespoten om ver der te groeien. De meeste kotters voe ren deze jonge garnaal aan voor de vis- meelfabrieken. Voornamelijk hierdoor is de overbevissing ontstaan, die de slechte vangsten tot gevolg heeft gehad. De Wieringse rederij Lont heeft met deze werkwijze een mogelijkheid' ge vonden een eind aan de pufvisserij te maken. In kringen van biologen hoopt men dat het voorbeeld van de rederij door andere garnalenvissers wordt ge volgd. De garnalenstand langs de Ne derlandse en de Waddenkust zou zich hierdoor zeer kunnen uitbreiden. Ook deze winter worden aan de land bouwhuishoudschool weer een aantal avondcursussen gegeven. Dames, zo aan stonds moeten er toebereidselen voor de decemberfeesten worden gemaaltt en op de cursus „fijne keuken" leert U zelf de benodigde lekkernijen klaar maken, lekker, voordelig en veel voldoening gevend. Natuurlijk wilt U graag zelf kerst stukjes maken. Wel, op de cursus bloe- menschikken leert U het tot in de per fectie. Er komen van die handiglaeidjes j.oiJ te pas, die U even moet leren, en *-et gaat op de cursus heel gezellig en geanimeerd toe. Geeft U zich snel op bij de directrice. Er zijn nu nog bloe men en bessen genoeg om mee te le- reri toveren. Iets nieuws voor Flakkee is de „kook- cursus voor heren". Nee, het is niet de bedoeling er keukenprinsen van te ma ken. Maar, heren, uw vrouw kan on verwacht naar het ziekenhuis moeten voor haar blindedarm. Hoe moet dat dan met het eten voor U en de kinde ren? Hulp is vaak moeilijk te krijgen, zeker niet op slag. Eet U dan tien da gen broodpap? Op deze cursus leert U in zes lessen een eenvoudig menu klaar maken, zon der veel inspanning en zonder chaos in de keuken. U hoeft dan niet tè schrik ken als uw vrouw griep krijgt en zij hoeft zich niet uit bed te slepen om een maaltijd klaar te maken voor het ge zin, terwijl ze geen eten zien kan. Denkt U niet, dat U in geval van nood best zult kunnen koken als U het nooit hebt gedaan. Heus, het moet even ge leerd worden. Er zijn al enkele opga ven, zet -UW valse schaamte op zij en meldt U ook aan. Elders in het land hebben de mannen al met heel veel ple zier hun kookbrevet gehaald. Moet Flakkee hier achterblijven? Als U snel tot deelname besluit kan de cursus eind oktober beginnen. Op een van de mooie zomeravonden, die we dit jaar zeldzaam veel hebben, liep de heer Jaap Westhoeve, de kruidenier uit de Koolweg te Ouddorp langs het strand te wandelen. Het ■was uitzonderlijk laag water en vlak langs de waterlijn, waar het zand min of meer verhard is, loopt het altijd lekker. In de omgeving bij de Punt ontwaardde hij, deels nog in het water en deels in het zand, een koepelvormig voorwerp met uitstekende punten, dat hem een mijn deed vermoeden. Dichterbij gekomen bekeek hij het ding nog eens nader dat dik was begroeid met pokken en zeewier en vervaarlijke voelhorens had. Er hing een stuk ketting aan, dat grotendeels was verroest. Hij besloot om het de groepscommandant van de Rijkspolitie te Ouddorp mede te delen, omdat het wel eens een gevaar voor de omgeving kon betekenen. De Rijkspolitie is het volgende getij op verkenning uitgegaan en het bleek inderdaad een van die gevaarlijke projectielen te zijn, die de zee in oorlogstijd en nu nog zo onveilig maken. De Rijkspolitie heeft de mijn gemarkeerd en bakens gezet cm hem later terug te kunnen vinden. Intussen werd ook de Mijnenoprui- mingsdienst te Vlissingen gewaarschuwd, welke instantie een dezer dagen eens poolshoogte is wezen nemen en tot demontage of opruimen besloot. Woens dagavond kwam een truck met manschappen en materiaal, onder comman do van Luitenant ter Zee II O. C. (spec, dienst) Juursema naar Ouddorp om de mijn te demonteren. Het was 8 uur in de avond laag water en omdat het door de Oostenwind ver was weggevloeid, kon men er bijzonder goed bij. Ondanks de duisternis het was stil weer en maanlicht besloot de com mandant nog diezelfde avond het gevaarlijke karwei „even" op te knappen. HAZET:FABR|EKE.N ZEVENBERGEN MIDDELHARNIS Benoeming. Aan de Groen van Prin- stererschool alhier zal per 1 december a.s. in functie treden de heer M. Ede waard, thans nog werkzaam aan de School met de Bijbel te Dirk^land. Voor beter naar de Middelharnis, Tel. 2328 Commandant Juursema stond ons toe mee te gaan om vóór men aan het monteren ging van dichtbij de mijn te bekijken en er een plaatje van te schieten. Met de 3 specialisten-demon- teurs onder- en bovenwater, comman dant Juursema, Luitenant te Zee Brou wer, de cantinemeester Moerman, een aantal marine manschappen en twee man van de Rijkspolitie ging het dwars door de duinen aan de Punt, om het strand te bereiken. In het maanlicht door het mulle zand en- het begroeide duinpad, leek het wel een tocht door de Nieuw-Guinese bossen. Dank zij de afbakening die' de politie had gemaakt, kon men de mijn, die maar net boven water zat, spoedig vin den en werd het ding met zaklantaarns eerst eens grondig bekeken (Zie foto) Dit duurde maar even, -want al spoedig werd het commando verspreiden gege ven en ging commandant Juursema al leen aan het sleutelen. Op een afstand van een paar kilometer hoorden we hem even later roepen, dat de mannen 20 meter touw en een hout voor een Dit is de groep specialisten die woens demonteerden. In feit geschied het ge door de Luitenant ter Zee II Juursema opruimingsdienst is gestationneerd te land. De tweede van links in comman dagavond in het donker de Duitse mijn vaarlijke werk door één man en wel Deze groep van de duiker- en mijnen- Vlissingen, maar werkt over het gehele dant Juursema. De demontage-specialisten van de Marine bekijken de mijn, die half in het zand en in het water, verborgen ligt eerst nauwkeurig vóór men tot demontage over gaat. En dan is het zaalc, om maar op een behoorlijke afstand te blijven. boei moesten halen, waaruit we con cludeerden, dat het karwei tot de vol gende ochtend zou blijven zitten. Al spoedig vernamen -wij, dat luite nant Juursema de kop er had afge- schroefd en de ontsteking er had uit gehaald. Daarmee was hoewel nog niet onschadelijk het ergste gevaar geweken. Duitse mijn van zwaar kaliber Commandant Juursema vertelde ons een uur later, dat het een Duitse mijn was van zwaar kaliber. Hij schatte de mijn op circa 14 jaar oud, die on danks dat hij al die tijd in zout water had gedreven, zich vrij gemakkelijk liet demonteren. Het slaghoedje had hij er uitgeschroefd, waarvan het koper er nog glanzend uitzag. Op dit slaghoedje staat enige atmosfeer druk, die nog goed in tact was, welke druk hij langzaam had laten ontsnappen. De ontstekingslading had hij er uitgehaald gevaarlijk goedje! wat men meteen aan het strand heeft laten ontploffen. De knal was ver in de omtrek te horen. De mijn bevatte voorts circa 250 kg Hexamiet die ook nog moest worden opgeruimd. Het water was echter intusn sen reeds zover gestegen, dat men dit tot het volgende tij moest uitstellen. Elektrisch opgeblazen Donderdagmorgen vroeg is men weer naar de Punt getrokken om de mijn nog gevuld met het gevaarlijke Hexamiet op te blazen. Het was een gunstige windrichting en de commandant begoot het elek trisch te doen. Met een slagpijpje en 2 draden werd een verbinding gemaakt en op een behoorlijke afstand werd het contact afgedrukt. Een geweldige wa terzuil, gemengd met modder en zand spoot omhoog, waaruit weer eens te zien was, welk een verwoesting deze mijnen, wanneer ze met schepen in aanraking komen, kunnen aanrichten. Wij hebben grote bewondering voor de Marinemannen van de Mijnenoprui- mingsdienst, die met zoveel tact maar toch doortastend hun gevaarlijk werk verrichten. Eén misgreep en het is met hen gedaan en men kan bovendien nooit weten, hoe een mijn die jaren lang in het zoute -water heeft rondge- dobberd, van binnen er uit ziet. In ieder geval is weer een moordend pro jectiel van onze kusten weggeveegd. Dank zij deze specialisten, die de Ne derlandse gemeenschap; in het bijzon der de zeevaart onschatbare diensten bewijzen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 1