EiuvrfDEn-niEuii/s e sluikeR Gemeenieraad Siellendam HOEST UW KIND...? Zal er op de West-Europese markt een schaarste aan vlas ontstaan? NIEUWS UIT ZEELAND Kwaliteits voorschriften bij export van uien TT Behartiging van een echt Thools belang Zwerfkei krijgt een ereplaais In bl y verivcichtÊng Vrijdag 18 september 1959 No. 2828 Talm niet langer, grijp dadelijk in! Bestrijd kinderhoest met 16 IVervoigverhaai door W. Schippers 2e biii<ï Johan De Witt en dominee Abra ham van der Velden Kerkroof of Sacrilegium Verbondbrekers De nieuwe koets. Een pennekrasje is heel aardig als ge een vluchtige groet of een haastige me dedeling wilt overbrengen, maar bij Johan De Witt, met wie wij vorige week bezig waren, begint ge met een paar regeltjes niets. Hij was een be stuurder van groot formaat. En hij hield er zelf ook geen pennekrasjes op na; als hij zich aan de schrijftafel zette kwam er een gedegen stuk werk voor de dag Jammer dat hij zijn grote gaven in de verkeerde richting aanwendde en de kerk met haar dienaren wilde beletten om de toets van Gods Woord aan te leggen bij de beoordeling der staatsza ken. Dat ondervond onder meer de be kende dominee Abraham van der Vel den, de schrijver van het bekende werk „De wonderen des Allerhoogsten." Ds. van der Velden was een vriend van ds. Voetius en van ds. Johan Teellinck. Hij was in 1651 predikant in Utrecht ge worden en werd met medeweten, ja op aanstichting van De Witt op 19 juli 1660 op staande voet uit Utrecht verbannen. De Witt oordeelde over deze dienst knecht dat hij ,meer koers zette naar het dolhuijs dan naar de kansel." Binnen 24 uur moest ds. van der Vel den ook de provincie Utrecht verlaten hebben. Dat was een heel ding voor deze godzalige knecht des Heeren. In 1661 stond hij in Arnemuiden, in 1663 in Middelburg, waar hij 7 juni 1677 overleed. De Prins van Oranje ontsloeg hem in 1675 van de ban, maar v. d. Velden bleef in Middelburg. Jarenlang heeft De Witt hem dwars gezeten, maar de straf is De Witt niet bespaard. Dat is het loon van wie Gods kinderen aan tasten. Ds. van der Velden beschuldigde openlijk van de kansel de Staten des lands van „sacrilegium" of kerkroverij, dat is heiligschennis van de dingen des Heeren, aantasting van de personen, plaatsen en zaken die God gewijd zijn. En dat sloeg hier nu op de kerkelijke fondsen, die de regering van de Roomse kerk had afgenomen en nu aan de kerk der Reformatie moest laten ten goede komen. Zat het land slecht in de geld middelen dan nam men van deze gel den hele sommen af, en daar kwamen van der Velden en anderen mèt hem tegen op. Hij schreef ook een boek „Oogensalve inzake de kerckelijke goe deren uit de Reformatie." Dat is een mooi onderwerp, dat ook nu nog bete kenis heeft wanneer wij denken aan de "ervormde Kerk en de andere daar naast bestaande kerken. Er schijnt pij nigend geldgebrek in alle kerken te zijn. De rijkdom heeft zich vleugelen ge maakt; blijkbaar. Abraham van der Velden was niet „getapt" bij de statenleden. Hij keurde de vrede met Spanje, dus de Vrede van Munster, die een einde aan de 80-jarige oorlog maakte, af. Hij en vele andere Calvinisten wilden doorvechten tot het roomse Spanje verpletterd was. De ~rins dacht er ook zo over. Maar Hol and zette door ter wille van zijn han del en De Witt stond voorop; Hij re geerde alles en iedereen. Ds. v. d. Vel den noemde de regenten „verbondbre kers". (Gij hoort het hem daar in de Dom van Utrecht met een basstem zeg gen). 5 juni 1648 werd Ae vrede, waar tegen Utrecht en Zeeland nog lang ge protesteerd hadden, afgekondigd. Het was juist 80 jaar na de gewelddadige dood van de graven van Egmont en Hoorne De waarheid kan geen herberg vin den, dat ondervond ds. van der Velden ok. En toch, bij 't volk dat God vrees- 'e Was van der Velden wel geliefd; ÖéSr kon hij met zQn woorden terecht. In 1671 liet Johan De Witt zich een mooie nieuwe koets maken. Men zei dat hij die nodig had om tijdens de rit statenleden, die hij liet mederijden, te „belezen". Hij had grote overriedings- iracht. Slecht voorteken, die koets. Zijn ster zou snel dalen. En vóór hem had ohan van Oldenbarnevelt ook al een 'euwe koets laten maken en spoedig viel zijn hoofd, daar, op het Binnenhof, waar ook De Witt's werkkamer was Waarnemer. De Minister van Landbouw en Vis serij heeft bij zijn besluit, gepubliceerd in de Staatscourant van 10 september 1959, de uitvoercontrólebeschikking voor tuinbouwprodukten met betrekking tot de bijzondere voorschriften en wel ten aanzien van uien als volgt gewijzigd: Uien moeten zijn: onbeschadigd, vorst- vrij, droog, behoorlijk afgestaart, vol doende vast en hard, blank naar gelang van de variëteit, vrij van grond, stek, bout en van stijve of dubbele exempla ren en praktisch vrij van velloze exem plaren en losse vellen. De grootte-sortering luidt: Middellijn bg dwarsdoorsnede A: picklers (nep) 20-28 mm (uitsluitend in kleinverpakking tot 5 kg), 25-35 mm. B: drielingen 32-47 mm. C: gewone uien minimum maat 40 mm, met een maximum verschil per verpak- kingseenheid tussen de kleinste en grootste ui van 20 mm. Picklers van langwerpige vorm (fles- model) zijn niet toelaatbaar. Indien niet los verladen moet de verpakking ge schieden in nieuwe solide fust, inhou dende 25 kg of 50 kg, tenzij het netto gewicht op de verpakking is aangege ven. In de periode van 1 januari t.m. 31 augustus moet tenzij de verlading in koelruim plaatsvindt de verpakking geschieden in kratten, met uitzondering voor de volgende bestemmingen: Euro pa, New York, Canada, Tunis, Algiers en Marokko. De sluiting van kratten moet met ge bruik van staaldraad of bandijzer ge schieden, terwijl de deksels bovendien moeten zijn vastgespijkerd. Geboste uien moeten behoorlijk zijn schoongemaakt en iedere^ bos moet ten minste 100 gram wegen en minstens 3 uien bevatten. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 21 september 1959. ^KINDER HONING SIROOP^ De Ring Tholen van de Nederlands Hervormde kerk heeft aan de raad van Bergen op Zoom en aan alle raadsleden persoonlijk een brief gestuurd, waarin zij hen vraagt geen medewerking te verlenen aan likwidatie van het Alge meen Burger Gasthuis te Bergen op Zoom. De Ring schrijft dat de ziekenhuis kwestie niet uitsluitend een aangele genheid van Bergen op Zoom is. Dat is inderdaad zo. Het Algemeen Burger Gasthuis is het aangewezen zie kenhuis voor de Protestanten van de eilanden Tholen en St. Philipsland. Ook voor protestanten uit Oostelijk Zuid- Beveland. De Ring Tholen wijst er op, dat het aantal protestantse patiënten zo groot is, dat door de Ring sedert jaren twee ziekenhuispredikanten zijn aangesteld. Bij likwidatie van het Algemeen Bur ger Gasthuis en bij het stichten van een rooms katholiek ziekenhuis zouden de belangen van een groot aantal protes tanten ernstig in het gedrang komen. Uit de aard van de zaak heeft de rooms-katholieke meerderheid het recht een eigen ziekenhuis te stichten, maar dit mag niet gaan ten koste van de pro testantse minderheid. De Ring Tholen van de Ned. Herv. kerk deed goed voor de rechten van de protestanten op te komen. Het staat echter te bezien of ze suc ces op haar bemoeiing zal hebben. (Vervolg en slot) Subsidie zwemgelegenheid De begroting dienstjaar 1959 moest voor verschillende posten een wijziging ondergaan, welke af- en overschrijvin gen de raad werden voorgelegd. Van de onlangs opgerichte zwemver eniging Stellendam was een verzoek binnengekomen voor het toekennen van een subsidie van 500,voor het inrichten van een zwemgelegenheid aaft de Zuiddijk en voor het aanschaffen van enig zwemmateriaal. B en w juich te het standpunt van de vereniging toe, aangezien hierdoor ook de schooljeugd in de gelegenheid wordt gesteld deze sport te gaan beoefenen en stelde voor de subsidie te verlenen. De heer Keijzer informeerde of er wanneer de afsluitdijk een feit is ge worden soms mogelijkheid komt voor een betere zwemgelegenheid. Hij infor meerde of de dam bij de baileybrug, die nu opgespoten wordt al een stukje wordt van de permanente dijk. De voorz. antwoordde op het laatste bevestigend. Thans is de zwemgelegen heid nog niet ideaal; mogelijk bestaat er aan de noordkant later een betere gelegenheid. Weth. Visser wilde er t.z.t. met de raadsleden eens een kijkje gaan nemen. De heer Keijzer beoogde om zo mo gelijk direct iets beters te maken. Weth. Visser zei dat er veel ambitie was voor het zwemmen; de vereniging telt nu reeds 170 leden. De voorz. zegde toe de zwemgelegen heid in het oog te houden. De subsidie werd z.h.s. verleend. Vernielingen in het badhuis Het badhuis maakte ook een punt van bespreking uit; daar het interieur enige aandacht behoeft. Enkele onderdelen behoeven vernieuwing door slijtage, maar de meeste zorg baarde b en w de schandelijke vernielingen, die er plaats vinden. Enkele personen (of één per soon schijnen er behagen in te schep pen gaten in de tussenschotten te ma ken om in de naatstliggende cel te kun nen kijken. Daarom moeten enkele boardplaten vernieuwd worden en om voorgoed een einde te maken aan deze praktijken'kwam het b en w gewenst voor aparte cellen te hebben voor man nen en vrouwen. Het werd zo voorge steld, om tussen de mannen- en vrou wencellen twee cellen onbenut te la ten. Voor vernieuwingen etc. was een bedrag van 1110,geraamd. De heer Keijzer wilde tegen deze ver nielingen streng optreden; hierop zei de voorzitter dat dit ook zal worden ge daan, maar dat de dader moeilijk is te achterhalen. De heer Brinkman wilde, wanneer er pieken waren, de twee onbenutte cel len toch in gebruik geven. Dat zal na der worden bekeken. Het krediet werd verleend. De verdere wijzigingen van de begroting werden goedgevonden. Medewerking werd verleend volgens art. 50 Kleuteronderwijswet, voor de aanschaf van meubelen en bijbehorend ontwikkelingsmateriaal voor de Ned, Herv. kleuterschool. De Inspectrice had haar fiat gegeven mits het kostenbe- drag de 2000,niet te boven gaat Premieregeling woningverbetering Alhoewel de meeste toiletten in deze gemeenten op de vereiste manier op het centrale rioleringsnet zijn aange sloten, komen desniettemin regelmatig nog aanvragen dienaangaande binnen ter verkrijging van een premie ad 150,ingevolge de premieregeling woningverbetering. Voor een vlotte af doening van deze aanvragen verzocht b en w voor het jaar 1960 een krediet van 8 X 150,— of f 1200,— te verle nen, te verminderen met f 800,Rijks bijdragen, derhalve netto 400,Dit werd goedgevonden. Herziening uitbreidingsplan Bij besluit van 29 maart 1957, werd een herziening van het uitbreidingsplan vastgesteld. Dit plan, dat direct na de watersnoodramp van 1 februari 1953 is ontworpen, is binnen afzienbare tijd volgebouwd. Weliswaar is er momen teel nog enige grond beschikbaar, maar in 1960 worden wederom enige plannen gerealiseerd (n.l. 8 woningen op erf- pachtsgrond aan de Deltastraat, 7 wo ningen aan de Haagsestraat, enkele particuliere woningen enz.), zodat het noodzakelijk wordt een nieuwe uitbrei ding te creëren. Met het ontwerpen van een nieuwe uitbreiding gaat dermate veel tijd verloren, dat thans met spoed hiermede een aanvang moet worden ge maakt. In de eerste plaats zullen van wege de toezichthoudende organen ei sen aan het plan worden gesteld, o.a. voor woningwetbouw (voornamelijk wat betreft de toekomstige grondprijs). Bij schrijven van 23 december 1958 lichtte het Instituut Stad en Landschap het college in aangaande de te volgen ge dragslijn voor het ontwerpen van uit breidingsplannen. Alvorens over te kunnen gaan tot het maken van het feitelijke plan zal er een normatieve terreinanalyse dienen plaats te vinden, het provinciaal bestuur wenst een staat van gegevens van het voorgenomen ter rein ter vergelijking met reeds bestaan de uitbreidingen en er zal een exploi tatie-opzet van het terrein moeten wor den overgelegd. Voor een definitieve opdracht kan worden verstrekt, dient een zgn. „Voor-onderzoek" te moeten plaats vinden. Begrijpelijkerwijs kun nen vele gegevens uit dit zgn. voor onderzoek in het definitieve plan wor den ingepast (aldus b en w in een toe lichting). Uit de praktijk is volgens het Insti tuut Stad en Landschap gebleken, dat dé hieraan verbonden kosten uiteenlo pen van 500,— tot 1000,—. Daar het volgen van deze weg als noodzakelijk moet worden aanvaard, werd voorgesteld een krediet van 800,beschikbaar te stellen voor het verstrekken van een opdracht aan het Instituut Stad en Landschap om een herziening van het uitbreidingsplan voor te bereiden. Er zal t.z.t. nauw contact met de raad worden onderhou den omtrent eventuele plaats, grond prijs enz., waarna een krediet kan wor den uitgetrokken voor het vervaardigen van het feitelijke plan. De heer Keijzer kon de lof niet zin gen over al dat plannen maken. Er is voorheen in een moeras gebouwd en de betere grond niet gebruikt. Ook de grondprijs vond hij hoog. De voorzitter meende dat men daar nu moeilijk kon op terug borduren. De „tuinenkwestie" speelde toen ook een rol. Verstandig achtte hij opdracht tot een plan te geven, om het dan later eens met elkaar door te praten. Waar toe werd besloten. Goedgevonden werd een voorstel tot aanschaf van een nieuwe stencil-ma chine waartoe met inlevering van de oude machine een bedrag nodig was groot 1100,-. Rondvraag De heer Keymel informeerde of de afrastering van het sportterrein al ge reed was, waarop de voorzitter ant woordde dat deze gereed zou zijn vóór de opening op 19 september a.s. Verder wees de heer Keymel er op De ongeveer 15 ton v/egende zwerfkei, welke in de Twickkelerbossen in het Deldenerbroek is opgegraven, is met behulp van een grote kraanauto in de Tweckkelerlaan bij het kasteel Twiokkel onder Delgen op een betonnen voet stuk geplaatst. De steen, welke van een inscriptie voorzien zal worden, is be doeld als huldeblijk voor de kasteelvrouwe van Twickel, Douariere M. A. M. A. Baronesse van Heekeren van Wassenaar, die op 16 september j.l. tachtig jaar is geworden. dat het hokje voor reddingsmateriaal aan de haven niet als zodanig was te onderkennen. De heer Keijzer vond het glazen raam aan de zonkant te groot; het materiaal kon er door verteren. De voorz. nam van deze opmerkin gen goede nota en sloot de vergadering. Zo heet dit toelichtend en geruststel lend Doktersboek.dat gratis is in gesloten bij een Babyderm Set, waarin alles voor een vorstelijke verzorging van Baby's tere huioje. Het vlasareaal in de Westerse landen heeft opnieuw een vermindering on dergaan. Vele streken leverden stro- vlas, dat te kort was. De prijzen ver toonden daardoor een bestendige op waartse tendenz. De Russische druk op de vlasmarkt zal waarschünlijk minder zwaar zijn, als gevolg van een lager aanbod en hogere vraagprijzen, aldus lazen we in „Ons Platteland." Oppervlakte vlas kleiner en veel te kort strovlas. Deze voor onze vlastelers bemoedi gende mededelingen las ik dezer dagen in het Belgisch blad „Vlasberichten" van 15 augustus j.l. De redactie van dit blad meende een en ander te kunnen baseren op de vol gende overwegingen: Een voorlopige opstelling voor de drie vlasproducerende landen van de Euro- markt (Frankrijk, België en Nederland) heeft aangetoond, dat het vlasareaal daar met ongeveer 20"/o is ingekrompen ten opzichte van het vorige jaar (1959 63.000 ha,, 1958 ruim 78.000 ha.) Bovendien is in vele streken, als ge volg van de langdurige droogte, vlas geoogst, dat te kort was en andere ge breken vertoonde. Als gevolg hiervan was er een bestendige opwaartse druk op de prijsvorming te constateren, tot dat de beste partijen merendeels ver kocht waren en de marktnoteringen de grens van het redelijke hadden over schreden. Afzetmogelijkheden vlasvezels gunstiger. Wat België betreft, is het vlasareaal sedert 1955 met de helft teruggelopen. Hoewel het moeilijk is om een verge lijking te trekken tussen de totale oogst opbrengst van 1955 en die van 1959, staat het wel vast, dat de nieuwe oogst niet de helft zal bereiken van hetgeen er in 1955 werd geoogst. Volgens des kundige schattingen zal van de Bel gische oogst minstens 40 a SO'/o onder de kortere vlassen gerangschikt moeten worden. In het algemeen rekent men ook op een vrij laag vezelrendement per ha. In elk geval kan als zeker worden aangenomen, dat oogst 1959 niet de hoe veelheid vlasvezels zal opleveren, die gedurende de laatste jaren op de inter nationale markt van de Westerse pro- duktie zijn verhandeld. Natuurlijk moet men zich hierbij niet baseren op het vroege verbruik, maar dient men in aanmerking te nemen, dat het verbruik van vlasvezels gedurende het eerste kwartaal van 1959 een stijgende lijn heeft vertoond, al kwam deze hoofdza kelijk ten goede aan de Russische leve ranties. Bovendien moet in aanmerking genomen worden, dat in de gehele tex tielsector zich een herstel aftekent en dat over het algemeen de Westerse vlasvezelverbruikers niet over een grote voorraad grondstoffen beschikten. Het is dan ook daarom, dat de vraag naar vlasvezels als vrij gunstig moet worden aangemerkt. Waarschijnlijk 25.000 ton vlas te weinig. Gezien de huidige omstandigheden, menen deskundige instanties de be hoefte aan vlasvezels dit jaar op 120.000 ton te mogen stellen. Naast dit Westerse verbruik komt dan nog de export naar de Oosteuropese landen van vlasvezels, die in verband met de gevraagde kwaliteit, niet door Rusland kan worden verzorgd. Deze le veranties schat men voorzichtigheids halve op ongeveer 10.000 ton, waarbij dan nog geen rekening is gehouden met de geruchten, dat de vlasoogst in de Oosteuropese landen door de droogte vrijwel mislukt zou zijn. Op deze wijze komt men dan dus tot een minimale behoefte van 130.000 ton. Daar er nog een overschot van 115.000 ton moeten opleveren om aan de be hoeften te voldoen. Volgens insiders zal de westerse vlasoogst 1959 (inclusief Denemarken, Ierland, Zweden etc.) evenwel mavimum 90.000 ton vlasvezels opleveren. Een eenvoudig rekensomme tje laat ons dus zien, dat dit een tekort van 25.000 ton betekent. BRUINISSE Nieuwe wegen. De Kadeweg en de Leendert Hoogerwerfsweg twee secun daire wegen in de polder Bruinisse, die men bij de Dienst Herverkaveling, oor spronkelijk wilde laten vervallen, maar voor welker behoudt het oude nu afge treden bestuur van Calamiteuze water schap Bruinisse zeer heeft geijverd, zul len thans van een verhard bitumen wegdek worden voorzien. Dit zal niet alleen ten goede komen aan de landge- bruikers, die aan deze wegen uitbaning hebben, maar voor wat de Leendert Hoogerwerfsweg betreft ook voor het verkeer dat van deze weg gebruikt maakt. De Kadeweg is na de ramp een doodlopende weg geworden, maar die van groot belang is voor het bereiken van de sluis, waardoor Bruinisse zijn water loodst naar het gemaal te Viane, via de polderleidingen van Oosterland. THOLEN Hoogwater in de week van 20 t.m. 26 september 1959. Z. v.m. 5.37 uur en nam. 17.48 uur; M. v.m. 6.09 uur en nam. 18.20 uur; D. v.m. 6.40 uur en nam. 18.50 uur; W. v.m. 7.13 uur en nam. 19.22 uur; D. v.m. 7.47 uur en nam. 19.55 uur; V. v.m. 8.28 uur en nam. 20.50 uur; Z. v.m. 9.26 uur en nam. 22.00 uur. Vrijdag 25 sept. Laatste Kwartier te 3.22 uur. Daar men niet over betrouwbare ge gevens betreffende de oogstresultaten in de Sowjet-Unie beschikt, moet men afgaan op de leveranties uit het jongste verleden. Welnu in de periode, dat Rus land zulk een zware druk op de Wester se vlasmarkt uitoefende, en dat was vooral in 1957, heeft zij meer dan 25.000 ton geëxporteerd. In het jaar 1958 was dit evenwel niet het geval, terwijl in de eerste maanden van dit jaar naar En geland 3600 ton vlasvezels werden uit gevoerd, hetgeen overeenkomt met een kwantum van 9000 ton per jaar. Daar de leveranties aan de andere Westerse gebieden tezamen nooit de omvang van de Britse aankopen hebben bereikt, mag aangenomen worden dat de Sow- jet-export dit jaar de 20.000 ton niet zal bereiken. Deze veronderstelling wordt nog meer aannemelijk, indien men let op het feit, dat de Russen nu voor het eerst sedert hun verschijning op de wereldmarkt hogere prijzen vra gen. Tussen 1956 en begin 1959 werd de prijs geleidelijk verlaagd van f 1660, tot 1064,per ton, maar trans wor den offerten gedaan van 1096,per ton. Hoewel deze stijging niet groot is, wijst zij toch op een uitgesproken haus setendens en doet zij vermoeden, dat de Russen hun vlasexport niet wensen uit te breiden. Dit zou dus betekenen, dat het Westerse tekort niet geheel door Russische leveranties zal worden ge dekt. Het gevolg hiervan zou dan on getwijfeld zijn, dat in West-Europa de vraag naar vlas het aanbod zal over treffen. Ook nu, na de koffieboterham in het achteronder, bracht ze de stoeltjes bo ven en spoedig kronkelden de blauwe rookwolkjes op uit de stenen pijpen van de beide mannen, terwijl Jefte ijve rig zat te breien. Nadat de drie tevre den mensen een tijdlang het stilzwijgen hadden bewaard en hun blikken doel loos over de brede vloed hadden ge dwaald, merkte Adriaan ineens op: "J^Ök schipper, daar ginds aan de walcherense kust doet een vaartuig nog fen poging om het Sloe binnen te ko- en, maar 't zal hem niet meer lukken denk ik, er gaat bijna geen vloed meer en de zuidenwind werkt hem nog tegen ook; hij kan het gerust opgeven." De oude schipper, wiens ogen niet zo scherp meer zagen als die van zijn jon ge makker,, tuurde opmerkzaam naar net vaartuig, dat de jonge man met de steel van zijn pijp aanwees. .)Ja, nu lieb ik hem in de gaten, en ais ik mij niet vergis is het 't jacht van mijnheer de Gorter." hebt gelijk, schipper" merkte Adriaan op, „'t is de Prins Frederik van onze patroon." „'t Is waar, 't is beslist waar", stemde de oude schipper volmondig toe, „en sinds jij op die novembermiddag de boodschap meebracht, dat ik mij bij hem vervoegen kon, als ik vracht nodig had; heb ik nooit tevergeefs een aan vraag voor vracht gedaan. „We hebben vooral de laatste maan den bijzonder gelukkig gevaren," ging de schipper voort, „en ik ben er God dankbaar voor. Arj aan, dat jij bij. mij aan boord gekomen bent; 't begon op de oude Bato werkelijk te nijpen." „En toch kwam U nog vrolijk en wel gemoed bij Joris Bokkers in de Vuur baak te Terneuzen binnen", merkte de jonge man op. „Dat kan ik nu maar niet vatten, schipper. Ik ben nog wel jong, maar ik heb al met veel mensen van verschillende soort en landaard omge gaan; ik heb er wel aangetroffen, die kalm en rustig bleven in het gevaar, doch bij tegenspoed of lijden werden ze Edlen, evenals ik, onhandelbaar en nar rig of zaten in de put---- De oude man schudde het hoofd en op zijn vriendelijk gezicht speelde een zonnige glimlach. „Och", merkte hij eenvoudig op, „als het goed gaat, naar de mens gesproken, is nog lang niet iedereen vrolijk en welgemoed; loopt het tegen, onverschillig op welke ma nier, dan meent men volkomen in zijn recht te zijn, een zuur gezicht te trek ken en iedereen te laten voelen, dat men slecht geluimd is. Door Gods gena de heb ik geleerd daar anders over te denken, 't Is mijn vaste overtuiging, dat, wat God zendt of toelaat, uit Zijn hand ontvangen moet worden zonder opstand en zonder morren; wij, nietige schepselen, begrijpen immers niets van Zijn almachtig bestuur. „En daarom, Arj aan, kan ik dankbaar en blij zijn, als er voorspoed is op mijn pad; treft mij smart en leed, dan kan ik stil zijn en bidden om kracht, ten einde het kruis te dragen, dat Hij mij in Zijn onnaspeurlijke wijsheid oplegt en komt tegenspoed, die armoe met zich brengt, wel, dan doe ik wat ik kan, en vraag hulp aan mijn Hemelse Vader. Hij kent mijn strijd en liet mij nooit alleen." Peinzend staarde de jongeman voor zich uit, schudde het hoofd en mom pelde, evenals daarstraks: „Ik kan daar niet bij, ik kan dat niet vatten." „Dat kun je zelf ook niet, Arjaan, maar als Gods Geest werkt in het hart van een mens, wie zal het dan keren Zacht streek de wind over de brede vloed, en het koeltje voerde bloesem geur mee van de bloeiende boomgaar den in de Zuid-Bevelandse weiden. 't Was weer stil op de Bato, de man nen rookten hun pijpen en de breipen nen van Jette kletterden zacht tussen haar vlugge vingers; alle drie genoten van de lenteavondvrede. Daar begon Jette, zoals ze wel meer deed, zacht te neuriën. Van lieverlede werd het zingen krachtiger; helder en zuiver zong ze een van de Psalmen, die ze van haar vader leerde: Wie heeft lust de Heer te vrezen 't Allerhoogst en eeuwig goed. God zal Zelf zijn Leidsman wezen. Leren hoe hij wand'len moet. Bij de eerste regel viel Adriaan met zijn vér klinkende stem mee in en toen liet, voerde het avondkoeltje de melodie ook de schipper zich niet ontbetuigd mee, ver weg over de stille stroom. Toen het eerste vers uit was, zette de schipper in: Gods verborgen omgang vinden. Zielen, waar Zijn vrees in woont. „Dat is* het nu, waar wij straks over spraken, Arjaan", sprak de schipper, toen allen zwegen. „Dat bedoelde ik, maar ik drukte het misschien niet zo goed uit als het in deze Psalm wordt gezegd. Gods verborgen omgang schenkt blijmoedigheid en vrede voor het gemoed." Nog een poosje praatten de mannen op de achterplecht van hun vaartuig; toen stond Jette op van haar vouw stoeltje en vroeg met een eigenaardige, vragende klemtoon op het woord: „Kof fie De schipper en Arjaan knikten beiden; koffie en tabak waren heel zel den onwelkom. „Breng de koffiepot maar boven, Jette, dan hoef je niet telkens naar be neden", zei de schipper; ,de avond is te mooi om in het achteronder te gaan." Adriaan sprong op en hielp Jette met het gereedmaken van de koffietafel op de achterplecht van de Bato en hoewel die tafel bestond uit een omgekeerde ladingkist, de zetels uit eigengemaakte vouwstoeltjes, en het porcelein uit gro ve, stenen kommen, vonden de opva renden van de oude tjalk toch alles kostelijk. Zó zelfs, dat Adriaan opmerk te: „We hebben het goed, schipper en wat mij betreft, zou ik niet graag ruilen met wie dan ook, zelfs niet met onze rijke patroon daarginds op zijn mooi jacht, als hij tenminste zelf aan boord is." „'k Zou het haast wel denken',, meen de schipper Rudeman, „meneer de Gor ter vaart nogal eens naar Vlissingen om zijn zaken daar te regelen." „Ik vind het een wonderlijke sinjeur" merkte Adriaan lachend op; „ik ben nu twee keer op zijn kantoor te Veere ge weest, maar ik kan niet zeggen, dat ik het erg gezellig vind in tegenwoordig heid van die éénbenige reder." „Jij bent heus de enige niet, die het minder prettig vindt met de heer de Gorter in aanraking te komen, en dat zit hem hoofdzakelijk daarin, dat hij zo kortaf, zo stroef en zo streng zakelijk is. Met jou schijnt hij echter een uitzonde ring te maken; je vond hem immers nogal spraakzaam „Spraakzaam", herhaalde de jongeman, schouderopha lend, „zo kan ik het eigenlijk niet noe men. Ik zou eer zeggen: nieuwsgierig. Hij vroeg mij beide keren, dat ik op zijn kantoor ben geweest, ongeveer het hart uit mijn lijf." „'t Is toch een raadsel", merkte schip per Rudeman nadenkend op. „Zover ik weet, zegt hij maar hoogst zelden meer dan strikt noodzakelijk is, en al kan ik mij best begrijpen, dat hij zich enigs zins verwonderde over mijn volslagen knecht, voor een zo gesloten man, als Andries de Gorter, is dat nog volstrekt geen reden om jou van alles en nog wat te vragen. Het valt niet alleen mij, maar ook andere schippers op, dat er voor ons tegenwoordig altijd vracht is." „Nu wat dat betreft", meende Adri aan, „is er wel een verklaring te vinden. U hebt jaren geleden veel voor hem ge varen, maar toen het U tegenliep en U door onvoldoende hulp aan boord geen grote reizen meer kon ondernemen, werd dat uit de aard der zaak minder. Maar toen de Bato weer net zo goed en even spoedig haar lading op de plaats van bestemming bracht als andere vaar tuigen van dat soort, lag het, dunkt mij, voor de hand, dat de reder U de gele den schade weer wat liet inhalen. Nog lang bleven de schipper en zijn knecht hun pijpen roken, totdat de zon daalde onder de Westerkim en de laat ste gouden weerschijn wegzonk in de stille vloed. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5