EiuvrfDEn-niEuii/s
e sluikeR
Gemeenieraad Siellendam
HOEST UW KIND...?
Zal er op de West-Europese markt
een schaarste aan vlas ontstaan?
NIEUWS UIT ZEELAND
Kwaliteits voorschriften
bij export van uien
TT
Behartiging van een
echt
Thools belang
Zwerfkei krijgt een ereplaais
In bl y verivcichtÊng
Vrijdag 18 september 1959
No. 2828
Talm niet langer, grijp dadelijk
in! Bestrijd kinderhoest met
16
IVervoigverhaai
door W. Schippers
2e biii<ï
Johan De Witt en dominee Abra
ham van der Velden Kerkroof
of Sacrilegium Verbondbrekers
De nieuwe koets.
Een pennekrasje is heel aardig als ge
een vluchtige groet of een haastige me
dedeling wilt overbrengen, maar bij
Johan De Witt, met wie wij vorige
week bezig waren, begint ge met een
paar regeltjes niets. Hij was een be
stuurder van groot formaat. En hij
hield er zelf ook geen pennekrasjes op
na; als hij zich aan de schrijftafel zette
kwam er een gedegen stuk werk voor
de dag
Jammer dat hij zijn grote gaven in
de verkeerde richting aanwendde en de
kerk met haar dienaren wilde beletten
om de toets van Gods Woord aan te
leggen bij de beoordeling der staatsza
ken. Dat ondervond onder meer de be
kende dominee Abraham van der Vel
den, de schrijver van het bekende werk
„De wonderen des Allerhoogsten." Ds.
van der Velden was een vriend van ds.
Voetius en van ds. Johan Teellinck. Hij
was in 1651 predikant in Utrecht ge
worden en werd met medeweten, ja op
aanstichting van De Witt op 19 juli 1660
op staande voet uit Utrecht verbannen.
De Witt oordeelde over deze dienst
knecht dat hij ,meer koers zette naar
het dolhuijs dan naar de kansel."
Binnen 24 uur moest ds. van der Vel
den ook de provincie Utrecht verlaten
hebben. Dat was een heel ding voor
deze godzalige knecht des Heeren. In
1661 stond hij in Arnemuiden, in 1663
in Middelburg, waar hij 7 juni 1677
overleed. De Prins van Oranje ontsloeg
hem in 1675 van de ban, maar v. d.
Velden bleef in Middelburg. Jarenlang
heeft De Witt hem dwars gezeten, maar
de straf is De Witt niet bespaard. Dat
is het loon van wie Gods kinderen aan
tasten.
Ds. van der Velden beschuldigde
openlijk van de kansel de Staten des
lands van „sacrilegium" of kerkroverij,
dat is heiligschennis van de dingen des
Heeren, aantasting van de personen,
plaatsen en zaken die God gewijd zijn.
En dat sloeg hier nu op de kerkelijke
fondsen, die de regering van de Roomse
kerk had afgenomen en nu aan de kerk
der Reformatie moest laten ten goede
komen. Zat het land slecht in de geld
middelen dan nam men van deze gel
den hele sommen af, en daar kwamen
van der Velden en anderen mèt hem
tegen op. Hij schreef ook een boek
„Oogensalve inzake de kerckelijke goe
deren uit de Reformatie." Dat is een
mooi onderwerp, dat ook nu nog bete
kenis heeft wanneer wij denken aan de
"ervormde Kerk en de andere daar
naast bestaande kerken. Er schijnt pij
nigend geldgebrek in alle kerken te zijn.
De rijkdom heeft zich vleugelen ge
maakt; blijkbaar.
Abraham van der Velden was niet
„getapt" bij de statenleden. Hij keurde
de vrede met Spanje, dus de Vrede van
Munster, die een einde aan de 80-jarige
oorlog maakte, af. Hij en vele andere
Calvinisten wilden doorvechten tot het
roomse Spanje verpletterd was. De
~rins dacht er ook zo over. Maar Hol
and zette door ter wille van zijn han
del en De Witt stond voorop; Hij re
geerde alles en iedereen. Ds. v. d. Vel
den noemde de regenten „verbondbre
kers". (Gij hoort het hem daar in de
Dom van Utrecht met een basstem zeg
gen). 5 juni 1648 werd Ae vrede, waar
tegen Utrecht en Zeeland nog lang ge
protesteerd hadden, afgekondigd. Het
was juist 80 jaar na de gewelddadige
dood van de graven van Egmont en
Hoorne
De waarheid kan geen herberg vin
den, dat ondervond ds. van der Velden
ok. En toch, bij 't volk dat God vrees-
'e Was van der Velden wel geliefd;
ÖéSr kon hij met zQn woorden terecht.
In 1671 liet Johan De Witt zich een
mooie nieuwe koets maken. Men zei
dat hij die nodig had om tijdens de rit
statenleden, die hij liet mederijden, te
„belezen". Hij had grote overriedings-
iracht. Slecht voorteken, die koets. Zijn
ster zou snel dalen. En vóór hem had
ohan van Oldenbarnevelt ook al een
'euwe koets laten maken en spoedig
viel zijn hoofd, daar, op het Binnenhof,
waar ook De Witt's werkkamer was
Waarnemer.
De Minister van Landbouw en Vis
serij heeft bij zijn besluit, gepubliceerd
in de Staatscourant van 10 september
1959, de uitvoercontrólebeschikking voor
tuinbouwprodukten met betrekking tot
de bijzondere voorschriften en wel ten
aanzien van uien als volgt gewijzigd:
Uien moeten zijn: onbeschadigd, vorst-
vrij, droog, behoorlijk afgestaart, vol
doende vast en hard, blank naar gelang
van de variëteit, vrij van grond, stek,
bout en van stijve of dubbele exempla
ren en praktisch vrij van velloze exem
plaren en losse vellen.
De grootte-sortering luidt:
Middellijn bg dwarsdoorsnede
A: picklers (nep) 20-28 mm (uitsluitend
in kleinverpakking tot 5 kg), 25-35 mm.
B: drielingen 32-47 mm.
C: gewone uien minimum maat 40 mm,
met een maximum verschil per verpak-
kingseenheid tussen de kleinste en
grootste ui van 20 mm.
Picklers van langwerpige vorm (fles-
model) zijn niet toelaatbaar. Indien niet
los verladen moet de verpakking ge
schieden in nieuwe solide fust, inhou
dende 25 kg of 50 kg, tenzij het netto
gewicht op de verpakking is aangege
ven.
In de periode van 1 januari t.m. 31
augustus moet tenzij de verlading in
koelruim plaatsvindt de verpakking
geschieden in kratten, met uitzondering
voor de volgende bestemmingen: Euro
pa, New York, Canada, Tunis, Algiers
en Marokko.
De sluiting van kratten moet met ge
bruik van staaldraad of bandijzer ge
schieden, terwijl de deksels bovendien
moeten zijn vastgespijkerd.
Geboste uien moeten behoorlijk zijn
schoongemaakt en iedere^ bos moet ten
minste 100 gram wegen en minstens 3
uien bevatten.
Deze beschikking treedt in werking
met ingang van 21 september 1959.
^KINDER HONING SIROOP^
De Ring Tholen van de Nederlands
Hervormde kerk heeft aan de raad van
Bergen op Zoom en aan alle raadsleden
persoonlijk een brief gestuurd, waarin
zij hen vraagt geen medewerking te
verlenen aan likwidatie van het Alge
meen Burger Gasthuis te Bergen op
Zoom.
De Ring schrijft dat de ziekenhuis
kwestie niet uitsluitend een aangele
genheid van Bergen op Zoom is.
Dat is inderdaad zo. Het Algemeen
Burger Gasthuis is het aangewezen zie
kenhuis voor de Protestanten van de
eilanden Tholen en St. Philipsland. Ook
voor protestanten uit Oostelijk Zuid-
Beveland.
De Ring Tholen wijst er op, dat het
aantal protestantse patiënten zo groot
is, dat door de Ring sedert jaren twee
ziekenhuispredikanten zijn aangesteld.
Bij likwidatie van het Algemeen Bur
ger Gasthuis en bij het stichten van een
rooms katholiek ziekenhuis zouden de
belangen van een groot aantal protes
tanten ernstig in het gedrang komen.
Uit de aard van de zaak heeft de
rooms-katholieke meerderheid het recht
een eigen ziekenhuis te stichten, maar
dit mag niet gaan ten koste van de pro
testantse minderheid.
De Ring Tholen van de Ned. Herv.
kerk deed goed voor de rechten van de
protestanten op te komen.
Het staat echter te bezien of ze suc
ces op haar bemoeiing zal hebben.
(Vervolg en slot)
Subsidie zwemgelegenheid
De begroting dienstjaar 1959 moest
voor verschillende posten een wijziging
ondergaan, welke af- en overschrijvin
gen de raad werden voorgelegd.
Van de onlangs opgerichte zwemver
eniging Stellendam was een verzoek
binnengekomen voor het toekennen
van een subsidie van 500,voor het
inrichten van een zwemgelegenheid aaft
de Zuiddijk en voor het aanschaffen
van enig zwemmateriaal. B en w juich
te het standpunt van de vereniging toe,
aangezien hierdoor ook de schooljeugd
in de gelegenheid wordt gesteld deze
sport te gaan beoefenen en stelde voor
de subsidie te verlenen.
De heer Keijzer informeerde of er
wanneer de afsluitdijk een feit is ge
worden soms mogelijkheid komt voor
een betere zwemgelegenheid. Hij infor
meerde of de dam bij de baileybrug, die
nu opgespoten wordt al een stukje
wordt van de permanente dijk.
De voorz. antwoordde op het laatste
bevestigend. Thans is de zwemgelegen
heid nog niet ideaal; mogelijk bestaat
er aan de noordkant later een betere
gelegenheid.
Weth. Visser wilde er t.z.t. met de
raadsleden eens een kijkje gaan nemen.
De heer Keijzer beoogde om zo mo
gelijk direct iets beters te maken.
Weth. Visser zei dat er veel ambitie
was voor het zwemmen; de vereniging
telt nu reeds 170 leden.
De voorz. zegde toe de zwemgelegen
heid in het oog te houden. De subsidie
werd z.h.s. verleend.
Vernielingen in het badhuis
Het badhuis maakte ook een punt van
bespreking uit; daar het interieur enige
aandacht behoeft. Enkele onderdelen
behoeven vernieuwing door slijtage,
maar de meeste zorg baarde b en w de
schandelijke vernielingen, die er plaats
vinden. Enkele personen (of één per
soon schijnen er behagen in te schep
pen gaten in de tussenschotten te ma
ken om in de naatstliggende cel te kun
nen kijken. Daarom moeten enkele
boardplaten vernieuwd worden en om
voorgoed een einde te maken aan deze
praktijken'kwam het b en w gewenst
voor aparte cellen te hebben voor man
nen en vrouwen. Het werd zo voorge
steld, om tussen de mannen- en vrou
wencellen twee cellen onbenut te la
ten. Voor vernieuwingen etc. was een
bedrag van 1110,geraamd.
De heer Keijzer wilde tegen deze ver
nielingen streng optreden; hierop zei de
voorzitter dat dit ook zal worden ge
daan, maar dat de dader moeilijk is te
achterhalen.
De heer Brinkman wilde, wanneer er
pieken waren, de twee onbenutte cel
len toch in gebruik geven. Dat zal na
der worden bekeken. Het krediet werd
verleend. De verdere wijzigingen van
de begroting werden goedgevonden.
Medewerking werd verleend volgens
art. 50 Kleuteronderwijswet, voor de
aanschaf van meubelen en bijbehorend
ontwikkelingsmateriaal voor de Ned,
Herv. kleuterschool. De Inspectrice had
haar fiat gegeven mits het kostenbe-
drag de 2000,niet te boven gaat
Premieregeling woningverbetering
Alhoewel de meeste toiletten in deze
gemeenten op de vereiste manier op
het centrale rioleringsnet zijn aange
sloten, komen desniettemin regelmatig
nog aanvragen dienaangaande binnen
ter verkrijging van een premie ad
150,ingevolge de premieregeling
woningverbetering. Voor een vlotte af
doening van deze aanvragen verzocht
b en w voor het jaar 1960 een krediet
van 8 X 150,— of f 1200,— te verle
nen, te verminderen met f 800,Rijks
bijdragen, derhalve netto 400,Dit
werd goedgevonden.
Herziening uitbreidingsplan
Bij besluit van 29 maart 1957, werd
een herziening van het uitbreidingsplan
vastgesteld. Dit plan, dat direct na de
watersnoodramp van 1 februari 1953 is
ontworpen, is binnen afzienbare tijd
volgebouwd. Weliswaar is er momen
teel nog enige grond beschikbaar, maar
in 1960 worden wederom enige plannen
gerealiseerd (n.l. 8 woningen op erf-
pachtsgrond aan de Deltastraat, 7 wo
ningen aan de Haagsestraat, enkele
particuliere woningen enz.), zodat het
noodzakelijk wordt een nieuwe uitbrei
ding te creëren. Met het ontwerpen van
een nieuwe uitbreiding gaat dermate
veel tijd verloren, dat thans met spoed
hiermede een aanvang moet worden ge
maakt. In de eerste plaats zullen van
wege de toezichthoudende organen ei
sen aan het plan worden gesteld, o.a.
voor woningwetbouw (voornamelijk wat
betreft de toekomstige grondprijs). Bij
schrijven van 23 december 1958 lichtte
het Instituut Stad en Landschap het
college in aangaande de te volgen ge
dragslijn voor het ontwerpen van uit
breidingsplannen. Alvorens over te
kunnen gaan tot het maken van het
feitelijke plan zal er een normatieve
terreinanalyse dienen plaats te vinden,
het provinciaal bestuur wenst een staat
van gegevens van het voorgenomen ter
rein ter vergelijking met reeds bestaan
de uitbreidingen en er zal een exploi
tatie-opzet van het terrein moeten wor
den overgelegd. Voor een definitieve
opdracht kan worden verstrekt, dient
een zgn. „Voor-onderzoek" te moeten
plaats vinden. Begrijpelijkerwijs kun
nen vele gegevens uit dit zgn. voor
onderzoek in het definitieve plan wor
den ingepast (aldus b en w in een toe
lichting).
Uit de praktijk is volgens het Insti
tuut Stad en Landschap gebleken, dat
dé hieraan verbonden kosten uiteenlo
pen van 500,— tot 1000,—.
Daar het volgen van deze weg als
noodzakelijk moet worden aanvaard,
werd voorgesteld een krediet van
800,beschikbaar te stellen voor het
verstrekken van een opdracht aan het
Instituut Stad en Landschap om een
herziening van het uitbreidingsplan
voor te bereiden. Er zal t.z.t. nauw
contact met de raad worden onderhou
den omtrent eventuele plaats, grond
prijs enz., waarna een krediet kan wor
den uitgetrokken voor het vervaardigen
van het feitelijke plan.
De heer Keijzer kon de lof niet zin
gen over al dat plannen maken. Er is
voorheen in een moeras gebouwd en de
betere grond niet gebruikt. Ook de
grondprijs vond hij hoog.
De voorzitter meende dat men daar
nu moeilijk kon op terug borduren. De
„tuinenkwestie" speelde toen ook een
rol. Verstandig achtte hij opdracht tot
een plan te geven, om het dan later
eens met elkaar door te praten. Waar
toe werd besloten.
Goedgevonden werd een voorstel tot
aanschaf van een nieuwe stencil-ma
chine waartoe met inlevering van de
oude machine een bedrag nodig was
groot 1100,-.
Rondvraag
De heer Keymel informeerde of de
afrastering van het sportterrein al ge
reed was, waarop de voorzitter ant
woordde dat deze gereed zou zijn vóór
de opening op 19 september a.s.
Verder wees de heer Keymel er op
De ongeveer 15 ton v/egende zwerfkei, welke in de Twickkelerbossen in het
Deldenerbroek is opgegraven, is met behulp van een grote kraanauto in de
Tweckkelerlaan bij het kasteel Twiokkel onder Delgen op een betonnen voet
stuk geplaatst. De steen, welke van een inscriptie voorzien zal worden, is be
doeld als huldeblijk voor de kasteelvrouwe van Twickel, Douariere M. A.
M. A. Baronesse van Heekeren van Wassenaar, die op 16 september j.l.
tachtig jaar is geworden.
dat het hokje voor reddingsmateriaal
aan de haven niet als zodanig was te
onderkennen.
De heer Keijzer vond het glazen raam
aan de zonkant te groot; het materiaal
kon er door verteren.
De voorz. nam van deze opmerkin
gen goede nota en sloot de vergadering.
Zo heet dit toelichtend en geruststel
lend Doktersboek.dat gratis is in
gesloten bij een Babyderm Set,
waarin alles voor een vorstelijke
verzorging van Baby's tere huioje.
Het vlasareaal in de Westerse landen
heeft opnieuw een vermindering on
dergaan. Vele streken leverden stro-
vlas, dat te kort was. De prijzen ver
toonden daardoor een bestendige op
waartse tendenz. De Russische druk
op de vlasmarkt zal waarschünlijk
minder zwaar zijn, als gevolg van een
lager aanbod en hogere vraagprijzen,
aldus lazen we in „Ons Platteland."
Oppervlakte vlas kleiner en veel
te kort strovlas.
Deze voor onze vlastelers bemoedi
gende mededelingen las ik dezer dagen
in het Belgisch blad „Vlasberichten"
van 15 augustus j.l.
De redactie van dit blad meende een
en ander te kunnen baseren op de vol
gende overwegingen:
Een voorlopige opstelling voor de drie
vlasproducerende landen van de Euro-
markt (Frankrijk, België en Nederland)
heeft aangetoond, dat het vlasareaal
daar met ongeveer 20"/o is ingekrompen
ten opzichte van het vorige jaar (1959
63.000 ha,, 1958 ruim 78.000 ha.)
Bovendien is in vele streken, als ge
volg van de langdurige droogte, vlas
geoogst, dat te kort was en andere ge
breken vertoonde. Als gevolg hiervan
was er een bestendige opwaartse druk
op de prijsvorming te constateren, tot
dat de beste partijen merendeels ver
kocht waren en de marktnoteringen de
grens van het redelijke hadden over
schreden.
Afzetmogelijkheden vlasvezels
gunstiger.
Wat België betreft, is het vlasareaal
sedert 1955 met de helft teruggelopen.
Hoewel het moeilijk is om een verge
lijking te trekken tussen de totale oogst
opbrengst van 1955 en die van 1959,
staat het wel vast, dat de nieuwe oogst
niet de helft zal bereiken van hetgeen
er in 1955 werd geoogst. Volgens des
kundige schattingen zal van de Bel
gische oogst minstens 40 a SO'/o onder
de kortere vlassen gerangschikt moeten
worden. In het algemeen rekent men
ook op een vrij laag vezelrendement per
ha. In elk geval kan als zeker worden
aangenomen, dat oogst 1959 niet de hoe
veelheid vlasvezels zal opleveren, die
gedurende de laatste jaren op de inter
nationale markt van de Westerse pro-
duktie zijn verhandeld. Natuurlijk moet
men zich hierbij niet baseren op het
vroege verbruik, maar dient men in
aanmerking te nemen, dat het verbruik
van vlasvezels gedurende het eerste
kwartaal van 1959 een stijgende lijn
heeft vertoond, al kwam deze hoofdza
kelijk ten goede aan de Russische leve
ranties. Bovendien moet in aanmerking
genomen worden, dat in de gehele tex
tielsector zich een herstel aftekent en
dat over het algemeen de Westerse
vlasvezelverbruikers niet over een grote
voorraad grondstoffen beschikten. Het
is dan ook daarom, dat de vraag naar
vlasvezels als vrij gunstig moet worden
aangemerkt.
Waarschijnlijk 25.000 ton vlas te
weinig.
Gezien de huidige omstandigheden,
menen deskundige instanties de be
hoefte aan vlasvezels dit jaar op 120.000
ton te mogen stellen.
Naast dit Westerse verbruik komt dan
nog de export naar de Oosteuropese
landen van vlasvezels, die in verband
met de gevraagde kwaliteit, niet door
Rusland kan worden verzorgd. Deze le
veranties schat men voorzichtigheids
halve op ongeveer 10.000 ton, waarbij
dan nog geen rekening is gehouden met
de geruchten, dat de vlasoogst in de
Oosteuropese landen door de droogte
vrijwel mislukt zou zijn.
Op deze wijze komt men dan dus tot
een minimale behoefte van 130.000 ton.
Daar er nog een overschot van 115.000
ton moeten opleveren om aan de be
hoeften te voldoen. Volgens insiders zal
de westerse vlasoogst 1959 (inclusief
Denemarken, Ierland, Zweden etc.)
evenwel mavimum 90.000 ton vlasvezels
opleveren. Een eenvoudig rekensomme
tje laat ons dus zien, dat dit een tekort
van 25.000 ton betekent.
BRUINISSE
Nieuwe wegen. De Kadeweg en de
Leendert Hoogerwerfsweg twee secun
daire wegen in de polder Bruinisse, die
men bij de Dienst Herverkaveling, oor
spronkelijk wilde laten vervallen, maar
voor welker behoudt het oude nu afge
treden bestuur van Calamiteuze water
schap Bruinisse zeer heeft geijverd, zul
len thans van een verhard bitumen
wegdek worden voorzien. Dit zal niet
alleen ten goede komen aan de landge-
bruikers, die aan deze wegen uitbaning
hebben, maar voor wat de Leendert
Hoogerwerfsweg betreft ook voor het
verkeer dat van deze weg gebruikt
maakt. De Kadeweg is na de ramp een
doodlopende weg geworden, maar die
van groot belang is voor het bereiken
van de sluis, waardoor Bruinisse zijn
water loodst naar het gemaal te Viane,
via de polderleidingen van Oosterland.
THOLEN
Hoogwater in de week van 20 t.m. 26
september 1959.
Z. v.m. 5.37 uur en nam. 17.48 uur;
M. v.m. 6.09 uur en nam. 18.20 uur;
D. v.m. 6.40 uur en nam. 18.50 uur;
W. v.m. 7.13 uur en nam. 19.22 uur;
D. v.m. 7.47 uur en nam. 19.55 uur;
V. v.m. 8.28 uur en nam. 20.50 uur;
Z. v.m. 9.26 uur en nam. 22.00 uur.
Vrijdag 25 sept. Laatste Kwartier te
3.22 uur.
Daar men niet over betrouwbare ge
gevens betreffende de oogstresultaten
in de Sowjet-Unie beschikt, moet men
afgaan op de leveranties uit het jongste
verleden. Welnu in de periode, dat Rus
land zulk een zware druk op de Wester
se vlasmarkt uitoefende, en dat was
vooral in 1957, heeft zij meer dan 25.000
ton geëxporteerd. In het jaar 1958 was
dit evenwel niet het geval, terwijl in de
eerste maanden van dit jaar naar En
geland 3600 ton vlasvezels werden uit
gevoerd, hetgeen overeenkomt met een
kwantum van 9000 ton per jaar. Daar
de leveranties aan de andere Westerse
gebieden tezamen nooit de omvang van
de Britse aankopen hebben bereikt,
mag aangenomen worden dat de Sow-
jet-export dit jaar de 20.000 ton niet
zal bereiken. Deze veronderstelling
wordt nog meer aannemelijk, indien
men let op het feit, dat de Russen nu
voor het eerst sedert hun verschijning
op de wereldmarkt hogere prijzen vra
gen. Tussen 1956 en begin 1959 werd de
prijs geleidelijk verlaagd van f 1660,
tot 1064,per ton, maar trans wor
den offerten gedaan van 1096,per
ton. Hoewel deze stijging niet groot is,
wijst zij toch op een uitgesproken haus
setendens en doet zij vermoeden, dat de
Russen hun vlasexport niet wensen uit
te breiden. Dit zou dus betekenen, dat
het Westerse tekort niet geheel door
Russische leveranties zal worden ge
dekt. Het gevolg hiervan zou dan on
getwijfeld zijn, dat in West-Europa de
vraag naar vlas het aanbod zal over
treffen.
Ook nu, na de koffieboterham in het
achteronder, bracht ze de stoeltjes bo
ven en spoedig kronkelden de blauwe
rookwolkjes op uit de stenen pijpen
van de beide mannen, terwijl Jefte ijve
rig zat te breien. Nadat de drie tevre
den mensen een tijdlang het stilzwijgen
hadden bewaard en hun blikken doel
loos over de brede vloed hadden ge
dwaald, merkte Adriaan ineens op:
"J^Ök schipper, daar ginds aan de
walcherense kust doet een vaartuig nog
fen poging om het Sloe binnen te ko-
en, maar 't zal hem niet meer lukken
denk ik, er gaat bijna geen vloed meer
en de zuidenwind werkt hem nog tegen
ook; hij kan het gerust opgeven."
De oude schipper, wiens ogen niet zo
scherp meer zagen als die van zijn jon
ge makker,, tuurde opmerkzaam naar
net vaartuig, dat de jonge man met de
steel van zijn pijp aanwees.
.)Ja, nu lieb ik hem in de gaten, en
ais ik mij niet vergis is het 't jacht van
mijnheer de Gorter."
hebt gelijk, schipper" merkte
Adriaan op, „'t is de Prins Frederik van
onze patroon."
„'t Is waar, 't is beslist waar", stemde
de oude schipper volmondig toe, „en
sinds jij op die novembermiddag de
boodschap meebracht, dat ik mij bij
hem vervoegen kon, als ik vracht nodig
had; heb ik nooit tevergeefs een aan
vraag voor vracht gedaan.
„We hebben vooral de laatste maan
den bijzonder gelukkig gevaren," ging
de schipper voort, „en ik ben er God
dankbaar voor. Arj aan, dat jij bij. mij
aan boord gekomen bent; 't begon op de
oude Bato werkelijk te nijpen."
„En toch kwam U nog vrolijk en wel
gemoed bij Joris Bokkers in de Vuur
baak te Terneuzen binnen", merkte de
jonge man op. „Dat kan ik nu maar niet
vatten, schipper. Ik ben nog wel jong,
maar ik heb al met veel mensen van
verschillende soort en landaard omge
gaan; ik heb er wel aangetroffen, die
kalm en rustig bleven in het gevaar,
doch bij tegenspoed of lijden werden ze
Edlen, evenals ik, onhandelbaar en nar
rig of zaten in de put----
De oude man schudde het hoofd en
op zijn vriendelijk gezicht speelde een
zonnige glimlach. „Och", merkte hij
eenvoudig op, „als het goed gaat, naar
de mens gesproken, is nog lang niet
iedereen vrolijk en welgemoed; loopt
het tegen, onverschillig op welke ma
nier, dan meent men volkomen in zijn
recht te zijn, een zuur gezicht te trek
ken en iedereen te laten voelen, dat
men slecht geluimd is. Door Gods gena
de heb ik geleerd daar anders over te
denken, 't Is mijn vaste overtuiging,
dat, wat God zendt of toelaat, uit Zijn
hand ontvangen moet worden zonder
opstand en zonder morren; wij, nietige
schepselen, begrijpen immers niets van
Zijn almachtig bestuur.
„En daarom, Arj aan, kan ik dankbaar
en blij zijn, als er voorspoed is op mijn
pad; treft mij smart en leed, dan kan ik
stil zijn en bidden om kracht, ten einde
het kruis te dragen, dat Hij mij in Zijn
onnaspeurlijke wijsheid oplegt en komt
tegenspoed, die armoe met zich brengt,
wel, dan doe ik wat ik kan, en vraag
hulp aan mijn Hemelse Vader. Hij kent
mijn strijd en liet mij nooit alleen."
Peinzend staarde de jongeman voor
zich uit, schudde het hoofd en mom
pelde, evenals daarstraks: „Ik kan daar
niet bij, ik kan dat niet vatten."
„Dat kun je zelf ook niet, Arjaan,
maar als Gods Geest werkt in het hart
van een mens, wie zal het dan keren
Zacht streek de wind over de brede
vloed, en het koeltje voerde bloesem
geur mee van de bloeiende boomgaar
den in de Zuid-Bevelandse weiden.
't Was weer stil op de Bato, de man
nen rookten hun pijpen en de breipen
nen van Jette kletterden zacht tussen
haar vlugge vingers; alle drie genoten
van de lenteavondvrede. Daar begon
Jette, zoals ze wel meer deed, zacht te
neuriën. Van lieverlede werd het zingen
krachtiger; helder en zuiver zong ze
een van de Psalmen, die ze van haar
vader leerde:
Wie heeft lust de Heer te vrezen
't Allerhoogst en eeuwig goed.
God zal Zelf zijn Leidsman wezen.
Leren hoe hij wand'len moet.
Bij de eerste regel viel Adriaan met
zijn vér klinkende stem mee in en toen
liet, voerde het avondkoeltje de melodie
ook de schipper zich niet ontbetuigd
mee, ver weg over de stille stroom.
Toen het eerste vers uit was, zette de
schipper in:
Gods verborgen omgang vinden.
Zielen, waar Zijn vrees in woont.
„Dat is* het nu, waar wij straks over
spraken, Arjaan", sprak de schipper,
toen allen zwegen. „Dat bedoelde ik,
maar ik drukte het misschien niet zo
goed uit als het in deze Psalm wordt
gezegd. Gods verborgen omgang
schenkt blijmoedigheid en vrede voor
het gemoed."
Nog een poosje praatten de mannen
op de achterplecht van hun vaartuig;
toen stond Jette op van haar vouw
stoeltje en vroeg met een eigenaardige,
vragende klemtoon op het woord: „Kof
fie De schipper en Arjaan knikten
beiden; koffie en tabak waren heel zel
den onwelkom.
„Breng de koffiepot maar boven,
Jette, dan hoef je niet telkens naar be
neden", zei de schipper; ,de avond is te
mooi om in het achteronder te gaan."
Adriaan sprong op en hielp Jette met
het gereedmaken van de koffietafel op
de achterplecht van de Bato en hoewel
die tafel bestond uit een omgekeerde
ladingkist, de zetels uit eigengemaakte
vouwstoeltjes, en het porcelein uit gro
ve, stenen kommen, vonden de opva
renden van de oude tjalk toch alles
kostelijk. Zó zelfs, dat Adriaan opmerk
te: „We hebben het goed, schipper en
wat mij betreft, zou ik niet graag ruilen
met wie dan ook, zelfs niet met onze
rijke patroon daarginds op zijn mooi
jacht, als hij tenminste zelf aan boord
is."
„'k Zou het haast wel denken',, meen
de schipper Rudeman, „meneer de Gor
ter vaart nogal eens naar Vlissingen om
zijn zaken daar te regelen."
„Ik vind het een wonderlijke sinjeur"
merkte Adriaan lachend op; „ik ben nu
twee keer op zijn kantoor te Veere ge
weest, maar ik kan niet zeggen, dat ik
het erg gezellig vind in tegenwoordig
heid van die éénbenige reder."
„Jij bent heus de enige niet, die het
minder prettig vindt met de heer de
Gorter in aanraking te komen, en dat
zit hem hoofdzakelijk daarin, dat hij zo
kortaf, zo stroef en zo streng zakelijk is.
Met jou schijnt hij echter een uitzonde
ring te maken; je vond hem immers
nogal spraakzaam „Spraakzaam",
herhaalde de jongeman, schouderopha
lend, „zo kan ik het eigenlijk niet noe
men. Ik zou eer zeggen: nieuwsgierig.
Hij vroeg mij beide keren, dat ik op zijn
kantoor ben geweest, ongeveer het hart
uit mijn lijf."
„'t Is toch een raadsel", merkte schip
per Rudeman nadenkend op. „Zover ik
weet, zegt hij maar hoogst zelden meer
dan strikt noodzakelijk is, en al kan ik
mij best begrijpen, dat hij zich enigs
zins verwonderde over mijn volslagen
knecht, voor een zo gesloten man, als
Andries de Gorter, is dat nog volstrekt
geen reden om jou van alles en nog wat
te vragen. Het valt niet alleen mij,
maar ook andere schippers op, dat er
voor ons tegenwoordig altijd vracht is."
„Nu wat dat betreft", meende Adri
aan, „is er wel een verklaring te vinden.
U hebt jaren geleden veel voor hem ge
varen, maar toen het U tegenliep en U
door onvoldoende hulp aan boord geen
grote reizen meer kon ondernemen,
werd dat uit de aard der zaak minder.
Maar toen de Bato weer net zo goed en
even spoedig haar lading op de plaats
van bestemming bracht als andere vaar
tuigen van dat soort, lag het, dunkt mij,
voor de hand, dat de reder U de gele
den schade weer wat liet inhalen.
Nog lang bleven de schipper en zijn
knecht hun pijpen roken, totdat de zon
daalde onder de Westerkim en de laat
ste gouden weerschijn wegzonk in de
stille vloed. (Wordt vervolgd)