EIIMfDEn-rtlEUWS
n
Hollandse Maatschappij van Landbouw
e sluikeR
ilTHci
cameras en
ioebeh
oren
Pracht handen
De Moni Blanc iunnel
Aankoopprijzen van grond
bij onteigening en
bijbehorende vergoedingen
Camerakeuze
blad
Vrijdag 11 september 1959
No. 2826
i^
Alle merken
New Yorkzet 1400 agenten
in tegen nozems
T"be95ct Hamea-Gelcï
De heer P. Bakker Dordrecht
hield lezing over:
I'OTO - ROTSÜEA
Moet de burger op straat weer
gewapend gaan Een bezoekje
aan Den Haag Johan de Witt.
Wij hebben de kijker nu al tweemaal
Achterwaarts gericht. Er viel uit vorige
^■euwen veel te betreuren, maar ook nog
^Krel iets te loven. Gaat het in onze tijd
^^eus zoveel beter Er is een zedelijke
Achteruitgang waar te nemen wanneer
M maar eens wat dieper en meer ach-
ler de schermen kijken.
r Zouden wij nog naar enkele gewoon
ten van 1600 terug moeten Ge zoudt
liet soms denken, wanneer ge leest dat
Iemand op straat een pak slaag krijgt
ian de jongelieden omdat hij „een ge
licht heeft dat ons niet bevalt." Onder
getekende zal dan zeker wel voor een
Aframmeling in aanmerking komen,
r Wanneer er niet voldoende politie-
loezicht is om ons te beschermen zullen
fv/ij maar, zoals in oude tijden, de degen
-terzijde moeten hangen om ons op
straat tegen de woestelingen te beveili
gen. De zelfverdediging kan men ons
_toch niet verbieden; ze is een van de
"t)udste rechten van de individuele mens.
,.Vij waren al zo ver gekomen, dat het
irerboden is op straat, wapenen te dra
ken; men kan ze ook niet zonder ver
dunning aanschaffen. Dat zal dan weer
noeten worden toegestaan.
Maar laten wij hopen dat de publieke
j?erwildering van de jonge mannen,
waarover wij uit enkele steden berich-
|en kregen, weer luwt. Er komt allicht
veer iets anders. Men schenke er in de
krant maar niet te veel aandacht aan,
Öan gaat de aardigheid er voor hen
gauw af.
In de eerste wereldoorlog zijn er en
kele weken 's avonds in Rotterdam op-
itootjes geweest van mensen óók van
heel jongens en meisjes die maar
(honger, honger" riepen en de politie
panden vol werk gaven. Soms een
Eompleet oproer. Er vielen rake klap
pen. Honderden mensen gingen 's
pvonds „kijken", soms ook moedertjes
net de kleine in de kinderwagen Er
|)randden bijna geen lantaarns uit ge
brek aan kolen voor de gasfabricatie.
laar dat gebrek aan licht vonden de
mensen juist leuk, hoewel het niet leuk
was wanneer je een paar klappen met
sabel of gummistok kreeg. Want dan
lagen sommigen in eens half verlamd op
straat.
Deze avondrelletjes hielden snel op
l|oen de politie weinig méér deed dan
lens hier en daar kijken. Wat natuur
lijk niet betekende dat de politie niet
baas bleef op straat.
Het was weer zo. Ik ben weer naar
en Haag gegaan. Kon het niet meer
;aten. Even gewandeld over Buitenhof
in Binnenhof. Over Prinsegracht en
rouwersgracht. De dwarsstraten zeer
ervallen, de tand des tij ds knaagt door.
at uit stof is neemt een end, door de
ijd die alles schendt
De toren heeft een nieuwe spits ge
kregen, heel mooi, maar het is toch niet
meer het oude vertrouwde gezicht van
weleer.
Een mooie stad. Met veel groen en
geboomte. En vanzelf mensenmassa's.
Je verdrinkt er in de massa. Een amb
tenaarsstad. Het is of ge het de mensen
aan kunt zien, vooral zo tussen 12 en 2
uur in het centrum. Niet als of zij in die
2 uren een ambtenaarsuiterlijk verto
nen, (als dat zelfs zou bestaan) maar
omdat ge dan In het Centrum ineens de
vele dames en heren ontmoet, die de
"epartementen even verlaten om in de
eerlijke herfstzon een luchtje te schep
en.
Kneuterdijk en Vijverberg. De oude
panden fluisteren tegen mij. In het
Rijksarchief op Bleijenburg nog wat
nader naar die sprake gespeurd. Daar
liggen de vergeelde documenten, daar
wordt achter grote ijzeren deuren alles
keurig bewaard. En bereidwillig legt
men U aan een leestafel de stukken,
vonnissen of „sententies" uit de vervlo
gen eeuwen voor. Bij voorbeeld brieven
van Johan de Witt. En memories van
deze man, stukken die hij heeft verbe
terd, op de kant bijgewerkt; ja, dat is
een zeer begaafd man geweest
Jammer dat hij Oranje in de weg
itond. Dat loopt in de geschiedenis dan
iltijd fout.
Een geboren regent. Die zijn woorden
[wikte en woog. Een hard werker. Hij
kreeg in de Staten grote invloed. Vast
staat dat hij op het verkeerde paard
gewed heeft; in 1672 zonk zijn heer
schappij ineens in. Johan De Witt was
heerszuchtig, maar toch onkrenkbaar.
En bekwaam Hij durfde zowel ter zee
(in weer en wind op de brug) de vloot
aanjagen tot de strijd, als een gewich
tige memorie maken in zijn kabinet
achter de grote eiken tafel gezeten. Hij
is de man van de lijfrenteberekening.
Hij deed aan wiskunde.
De Witt was regent. En dat in die
jaren 1600. Alle verhoudingen lagen zo
heel anders dan nu. Een van zijn fouten
was dat hij wat ver van het volk, van
de gewone man af stond. Hij begreep
hen niet precies, had ook niet veel tijd
zich met het volk te bemoeien. En het
volk begreep hem niet. Het volk was
vóór de Prins van Oranje, die door De
Witt „kind van staat" was gemaakt. En
daar nam het volk het is af te keu
ren op 20 augustus 1672 het recht in
eigen hand en vermoordde Johan De
Witt en zijn broer Cornells De Witt.
Daar, in de Gevangen Poort zat Cor
nells de Witt, na zijn pijniging en ver
oordeling gevangen; hij was uit het land
verbannen en lag nu daar te bed. Jo
han kwam hem bezoeken, Johan's koets
zou volgen, waarschijnlijk wilde hij zijn
broer afhalen. Zij gebruikten nog sa
men de maaltijd. Voor de deur grote
samenscholing van het volk. De vendels
waren in 't geweer geroepen, maar de
den weinig of niets. Vluchten konden
de gebroeders niet meer. Er was maar
een uitgang, dezelfde die ge nu nog aan
de Gevangenpoort ziet. Zij werden naar
buiten gehaald, in de poort vielen de
eerste klappen en 50 meter verder, op
de Plaats, waar nu een standbeeld voor
Johan De Witt staat, werden zij beide
op wrede wijze omgebracht. Ontkleed,
verscheurd, naakt, met de voeten om
hoog aan een staak gehangen.
1672 Was het rampjaar voor ons land.
Het volk eiste de verheffing xan den
Prins tot Stadhouder. De Witt had
reeds ontslag verzocht. Maar hier
kwam plotseling het einde. Hij had alle
vertrouwen verspeeld. Ook was hij, of
schoon hij een kerks man was, een vij
and van het ware gereformeerde volk.
De grond zakte onder zijn ambt weg.
In het Rijksarchief is wat er toen ge
schiedde nog minutieus na te gaari. Zijt
ge er een poosje in bezig, dat zijt ge
zélf in 1672 beland
Dan ziet ge als 't ware alles gebeu
ren. En buiten gekomen wandelt gij
daar op de Plaats, langs de Gevangen
poort over Vijverberg en Kneuterdijk
wél op historische bodem! Wij zijn met
Johan De Witt nog niet klaar. Dat gaat
ook zo maar niet.
Ook langs het Torentje gewandeld
van Binnenlandse Zaken, waar binnen
de Ministerpresidenten hun werkkamer
hebben. Dr. Kuijper zetelde er vier ja
ren. Een man die veel werk verzette en
veel schreef. Abraham de Geweldige
Aan hem zijn boekdelen gewijd
Waarnemer.
Fotohandel J. Zandstra
Sommelsdijk
BRUINISSE
Toekervning prijzen lampicmcyptocht.
De lampion optocht, 's avonds naar
aanleiding van het mosselfeest „Zeeland
Presenteert" gehouden, was zo over
weldigend dat de jury, voor een uiterst
moeilijke taak stond, omdat aan de ver
schillende figuren, uitgebeelde personen
en groepen, zeer veel zorg was besteed.
Als best geslaagden kwamen ten slot
te uit de bus: 1. Chineesje en Tirolertje
Carla de Zeeuw en Joke de Gruijter; 2.
Chineesje Hanna Capelle. 3. Tweelin
gen Bloemenmeisjes Lenie Jumelet en
Ria van Popering. 4. Elfje Hennie
Schier. 5. Mosselvissers letje Wiebrens
Corrie Beekman. 6. Bruidspaar; Plonie
van Popering en Betsy van der Werf,
7. Verpleegsters; Neeltje Bal en Anneke
de Jonge.
Verder waren er nog verschillende
troostprijzen.
De lampions werden door het Feest
comité gratis beschikbaar gesteld.
Bijbelgenootschap. De verkoop uit
de wagen van het Ned. Bijbelgenoot
schap bedroeg te Bruinisse 345.50.
De New Yorkse politie heeft 1400
agenten naar de achterbuurten gediri
geerd, waar deze zomer twintig mensen
vermoord werden door jeugdbenden.
De hoofdcommissaris van politie, Ken
nedy, zei maandag op een persconfe
rentie dat de jeugdmisdadigheid in New
York met alle beschikbare mankracht
bestreden zal worden. De jeugdmisda
digheid is deze zomer in New York zo
erg geworden, dat vele burgers zich 's
avonds niet in stille straten, op eenza
me ondergrondse stations of in het cen
trale park wagen.
De pers dringt aan op ingrijpende
maatregelen van burgemeester Wagner
en eventueel gouverneur Rockefeller.
De Journal American stelde onder meer
voor een vrijwillïge hulppolitie op te
richten met 2500 geoefende BB-mannen
tot kern, taxichauffeurs die met lof uit
de militaire dienst werden ontslagen te
bewapenen en te gebruiken als mobiele
politiemacht, op sommige plaatsen een
avondklok in te stellen en de berech
ting en bestraffing van jeugdige misda
digers te bespoedigen. Vier jongelui zijn
maandag in staat van beschuldiging ge
steld wegens het neersteken van twee
jongens van zestien jaar, die met enke
le vrienden en vriendinnen in een park
zaten.
Men zal dus krachtig gaan optreden.
Jammer, dat men het eerst zo ver laat
komen, dat de toestand onhoudbaar is
geworden.
De HoU. Mij. van Landbouw op Goeree-Overflakkee heeft maandag met de
drie afdelingen een algemene ledenvergadering gehouden, waar een zeer nut
tig onderwerp is behandeld, in verband met de te verwachten aankoop of ont
eigening van gronden voor aanleg wegen en uitvoering uitbreidingsplannen.
De heer P. Bakker te Dordrecht, medewerker bij het Bureau Grond- en Pacht
zaken van de H. M. v. L. heeft een uiteenzetting gegeven wat men doen
en wat men laten moet bij het tot stand komen van overeenkomsten inzake de
prijs van de grond (bij onteigening) en tot het verkrijgen van de bijbehorende
vergoedingen. Dhr. Bakker behandelde dit onderwerp op zeer originele wijze,
niet naar de droge letter van de wet, maar gestaafd met voorbeelden, waar
bij de humor niet ontbrak. Het was zeer interessant om er naar te luisteren en
bovendien geweldig belangrijk voor de grondbezitters, die straks misschien
voor onverwachte feiten komen te staan De opkomst was niet groot; wie er niet
waren hebben veel gemist. Een onprettige zaak is hier wel op een zeer pretti
ge wijze voorgedragen.
De voorzitter de heer Joh. Mol sprak
vooraf een welkomstwoord, waarin hij
inzonderheid de spreker van deze avond
begroette en ook de heer Jorisse, secr.
van het Bureau Grond- en Pachtzaken,
de adviseurs J. A. v. Nieuwenhuizen en
dhr. G. den Eerzamen.
De heer Bakker het woord verkrij
gend sprak zijn verheuging er over uit,
dat het bestuur deze avond „tijdig" had
belegd, omdat het meestal zo is, dat
men bij onteigening bij het bureau
Grond- en Pachtzaken van de H.M.v.L.
om inlichtingen komt, als er weinig
meer te veranderen valt. Spreker gaf
een schets wat er allemaal staat te ge
beuren in de Randstad Holland; er zul
len in het Westen en in de contreien
van de eilanden havens worden ge
maakt, waarmee de boeren van hun erf
worden verjaagd en misschien in de
stad vier hoog in een flat moeten gaan
wonen. Spr. accentueerde dit tamelijk
scherp en betoogde er meteen bij, wan
neer de boeren hun eigendom moeten
loslaten, er dan ook een redelijke scha
deloosstelling dient te worden uitge
keerd.
Oude onteigeningswet
Die schadeloosstelling is gebaseerd op
de meer dan honderd jaar oude Ontei
geningswet (1851) die intussen zeer is
verouderd en waarop door allerlei be
slissingen en arresten van rechtscolle
ges in de loop van de tijd een jurispru
dentie is ontstaan, die te samen een lij
vig boekdeel vormen. Het ligt n.l. zo, dat
de boer volgens de onteigeningswet al
leen maar recht heeft op schadevergoe
ding. Dus alléén op de werkelijke waar
de van de grond. In de grondkamer
wordt dit vastgesteld en in Den Haag
weet men dat precies. Zodra echter de i
grond in een goedgekeurd uitbreidings
plan komt te liggen wordt het anders:
dan is de grond vrij. Maar niet zo, dat
men dan vragen kan wat men wil; dan
liggen er nog allerlei voetangels en
klemmen.
Na de jongste oorlog is de grond nog
even veel waard als vóór 1940; al zijn
alle andere zaken 3 a 4 maal zo duur
geworden, de grondprijs is vrij gelijk
gebleven. Er zijn prijzenbureaux ont
staan, die er verschillende schattingen
op na hielden, waarvan spr. voorbeel
den noemde. Men kent in Zuid-Holland
daardoor „zestien happen verschillende
grond met zestien verschillende prijs-
beelden," zoals spr. dat uitdrukte en
het is zeer moeilijk de grond op een ho
ger waardepeil te brengen.
Een van die onmogelijkheden is om
voor de grond in een uitbreidingsplan
een hogere waarde te verkrijgen is, dat
de woningbouw niet rendabel is. De
grondprijs is meestal de sluitpost, al
luidt de wet, dat altijd de „minimum
waarde" moet behouden. Met een nieuw
artikel in de wet (art. 40a) moest men
op al deze zaken letten (op bouwrijp
maken van de grond riolen, wegen enz.)
een arrest hierover luidt, dat er wél
rekening mee moet worden gehouden,
maar eeiLrekensom van dit alles is niet
meer nodig, omdat men werkt met ver
gelijkingsobjecten.
De vaststelling van een grondprijs
ontstaat door vergelijking, verwach
tingswaarde en rendementsbereke-
ning. „Wacht U er voor" maande
spreker, dat een gemeente of een Wa
terschap U de grond qiet afkoopt voor
een laag prijsjeEr zijn burgemees
ters en wethouders die het spelletje
spelen, wanneer de grondprijs b.v.
1,per vierk. meter is en 50 et. per
vierk. meter voor winstderving, dus
samen 1,50, dat ze zeggen we geven
0,80 voor de grond en 0,70 voor
winstderving en brengen dat zo in de
akte. Vlieg daar niet in waarschuwde
spreker, want de rechter houdt daar
in zijn uitspraak rekening mee. Rot
terdam heeft het geprobeerd, maar er
zijn nu z.g. grondeenheden gekomen
o.m. voor Rozenburg, IJselmonde en
Spijkenisse.
De heer Bakker bezag ook de rechten
die men heeft als men gedeeltelijk
grond kwijt raakt bij een boerderij of
wanneer er versnippering komt )kapi-
taalschaden). Spr. nam het misverstand
weg wanneer men grond tegen een ho
ge waarde verkoopt, dat de eigenaar
dan ook nog recht heeft op de waarde
van de boerderij. Dat is niet zo, aldus
spreker; de overheid koopt nuttige
grond en de boerderij zelf is dan een
obstakel
Inkomsten-vergoedingen voor
eigen gebruikers en pachters
Breedvoerig stond spr. stil bij de in
komsten vergoedingen en wees er op,
dat de papieren goed moeten liggen om
te zorgen dat er het meeste kan worden
uitgehaald. Hij wees er op, dat er een
pacht contract moet zijn goedgekeurd
door de Grondkamer en aangegaan voor
de normale duur (6 jr. en 12 jr.) Alleen
wie pachter is krijgt vergoeding. De
pachtcontracten moeten dus op naam
staan van hen, die werkelijk pachter
zijn; dus geen onderonsjes van vader
of zoons, van een moeder met jongens
enz. Spr. beklemtoonde er vooral voor
te zorgen, dat het pachtcontract in orde
was en op de juist naam, anders geeft
dit bij ink. vergoedingen de grootste-
moeilijkheden. De Overheid probeert de
grond voor een koopje te krijgen, waar
mee terdege rekening dient te worden
gehouden.
Als een burgemeester geld komt
bieden voor te onteigenen grond, is
dat absoluut fout beweerde spreker.
Hij noemde het mensonterend, dat de
overheid „handjeklap" speeltDe
overheid dient te zoeken naar de
hoogst mogelijke vergoeding van de'
schade.
De spreker belichtte ook gevallen van
schadeloosstelling van eigenaar-gebrui
kers en illustreerde dit met voorbeel
den.
De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat
de totale ink. schadevergoeding voor de
eigenaar-gebruiker berekend wordt
over 13 jaar. Als de eigenaar dus van
zijn grond is „afgeschept" heeft hij
recht op 13 jaar schadevergoeding, wat
hij echter niet in één keer thuis krijgt.
Hij krijgt het per jaar; neem aan ieder
jaar 1000,— is 13.000,—; waarbij het
dan zo is berekend wanneer men het
ineens krijgt dat 10 maal gelijk is aan
13 maal (rente-aftrek).
Een pachter-gebouwd krijgt het 9
Koortsachtig wordt er zowel aan
de Zwitserse als Franse zijde ge
werkt aan de bouw van de Mont
Blanc tunnel.
Foto links: „Jumbo" is de naam
van de stelling, waarop maar
liefst vijftien grote drilboren zijn
gemonteerd, „Jumbo" vreet zich
door de rotswand. Het gevaarte
loopt op rails.
Foto rechts: Aan de Franse zijde
zijn arbeiders reeds bezig met
het pleisterwerk aan de wanden.
Een speciale cementwagen on
derhoudt een pendeldienst.
maal (omdat hij vaster op het bedrijf
zit).
Een loslandpachter krijgt het 7 maal
(zit er losser op).
Door de nieuwe pachtwet zit de los
landpachter weer iets vaster en krijgt
hij het 8 maal.
De heer Bakker besprak ook de on-
derpacht of deelpacht, waarbij men
geen recht heeft op schadevergoeding.
De boer dient hiermee goed uit te kij
ken.
Amusante gevallen vertelde spr. van
verplaatste boerderijen, van taxering
en van herbouw. Ook de fiscus kwam
er bij te pas: bij schadeloosstelling van
13 jaar houdt de belastingambtenaar er
terdege rekening mee, wat had moeten
betaald als men op zijn boerderij was
blijven zitten. Dertien jaar uitkering,
niet werken en geen belasting is er niet
bij De topvorm, die schade zou bren
gen wordt er wel afgetrokken. Ook
wordt er afgetrokken voor vrijkomende
arbeid; wanneer echter een veeboer zijn
land geheel of gedeeltelijk kwijt raakt,
dat er niet of minder koeien kunnen
worden gehouden, houdt de rechter er
rekening mee dat er nog wel wat kan
worden bijverdiend.
Over het algemeen is het zo aldus be
sloot spreker zijn causerie, hoe hoger
inkomen wordt gehaald hoe beter, want
dat bewijst, dat de grond veel waard is.
Discussie
Na korte pauze werd gelegenheid ge
geven tot stellen van vragen. Als eer
ste maakte daarvan notaris mr. Hem-
penius gebruik. Deze attendeerde op
het Deltaplan en zijn gevolgen voor
Flakkee en meende, dat men hier nu al
contact met het bureau van de H.M.v.L.
dient te zoeken terzake contracten, ba
lansen enz. Voorts stipte mr. Hempenius
het geval van overlijden aan, tijdens
een plan tot onteigening en waarna de
erfgenamen de grond gingen verdelen,
met als gevolg gering bedrag van z.g.
„snij schade."
(Vervolg pag. 3 Ie kolom)
uit meer dan 100 stuks.
Vanaf 14.— tot 1000.—.
Vervolgverhaal
door W. Schippers
„Met Gods hulp. Arj aan, maar zoveel
jaartjes resten mij niet meer, en als
JOU de lust en de bekoring voor het rui
me sop weer te pakken krijgt, raak je
heel gauw de oranjewimpel van de oude
Bato uit het gezicht kwijt.
„Er vaart geen enkele kok ter koop
vaardij, die voor mij zo'n lekker potje
kookt als Jette, en in geen hangmat of
kooi sliep ik ooit zo heerlijk als in het
vooronder van de Bato."
Vrolijk lachend zei de jongeman dit
en zijn woorden deden de schipper van
harte genoegen. Hij kon zich nog maar
slecht met de gedachte verenigen, dat
deze kloeke, levenslustige gast op de
duur voldoening zou vinden in de om
gang met een oude man en zijn achter
lijke dochter; hij hechtte zich iedere dag
^eer aan Arj aan Nitzema, hoewel hij
pchzelf telkens voorhield, dat de jon
gen uit de aard der zaak toch niet lang
m hem zou blijven.
i Nog even praatten de beide mannen
Pver de reis naar Rotterdam en daarbij
inerkte de schipper op;
„Straks moet jij bij de heer de Gorter
op Renata de vrachtbrief gaan halen.
Arj aan. Hij vroeg me vanmiddag de
knecht te sturen. Ik denk, dat de reder
wil zien, of ik niet overdreven heb,
toen ik heb vertelde, dat een volslagen
knecht bij mij aan boord was."
„'t Is eigenlijk wel jammer dat ik
uit mijn werk moet lopen," meende de
jongeman, maar de schipper merkte
glimlachend op, dat hij er niet zo heel
veel tijd mee zou verspelen; mijnheer
de Gorter zou hem niet aan de praat
houden; die sprak nooit meer dan be
slist noodzakelijk was.
Nog een uurtje ongeveer werkte
Adriaan beneden in het ruim, toen riep
de schipper: „'k Zou nu maar gaan, dan
tref je de reder zelf nog op het kantoor
en behoef je niet te wachten."
Vlug ging de jonge man naar boven,
om zich wat op te knappen en niet lang
daarna verliet hij de Bato.
Halverlijve boven het luik van het
achteronder staande, keek Jette de jon
ge man na en uit haar saamgetrokken
wenkbrauwen en uit de blik van haar
ogen sprak onrust. De schipper zag
haar staan en hij schudde het hoofd;
hij wist zeer goed, wat op het ogenblik
omging in het doffe brein van zijn
dochter.
„Arjaan moet naar het kantoor, Jet
te, maar hij komt weer gauw terug",
zei hij op zijn gewone, kalme toon, en
deze woorden deden dadelijk haar on
rust verdwijnen en de stille blijmoedig
heid terugkeren op haar van gezondheid
blozend gezicht.
In de korte tijd dat Adriaan Nitzema
op de Bato was, had Jette zich opmer
kelijk spoedig aan hem gewend. Terwijl
ze aan de vorige knechtjes, die op hun
vaartuig geweest waren, weinig of geen
aandacht had geschonken, was ze reeds
heel kort, nadat de Fries aan boord
kwam, zich aan hem gaan hechten. In
het eerst was het een oprecht gevoel
van medelijden geweest, dat de jonge
man er toe dreef, om het de arme Jette
zo gemakkelijk mogelijk te maken door
haar bij haar huiselijke bezigheden zo
vaak hij er de tijd toe had, behulpzaam
te zijn en die karweitjes voor haar op
te knappen, welke anders haar vader
gewoon was te doen. Dikwijls moest de
schipper er om lachen als men 's avonds
of bij tegenwind voor anker lag, dat
Jette haar aardappelbak voor de dag
haalde en Arjaan dan glimlachend aan
keek. „Zal ik je helpen jassen, Jette
vroeg hij dan, en als enig antwoord
schoof ze de bak naar hem toe, haalde
dan zelf haar uitgesleten mesje, maar
begon eerst met schillen, als hij de
scherpe matrozenkortjas trok en een
aardappel uit de bak nam.
Als Arjaan zijn blauw matrozenpak
aantrok, evenals daarstraks, en aan wal
ging, trok Jette de wenkbrauwen sa
men en keek haar vader onrustig aan,
alsof ze bang was, dat de jonge man
niet meer zou terugkeren naar hun
schuit.
Adriaan Nitzema stapte inmiddels
flink door en keek met belangstelling
om zich heen: het was voor het eerst,
dat hij voet aan wal zette in Veere.
Zijn weg ging dwars door het oude
stadje en overal zag hij kentekenen van
vervallen oudheid.
Schipper Rudeman had hem de weg
uitgeduid, maar de jonge man, die met
een eigenaardig gevoel naar die sporen
van voorbijgegane welvaart keek, sloeg
niet voldoende acht op de weg, die hij
ging. Na nogteen poosje op de gis te
zijn voortgegaan, was hij genoodzaakt
naar de weg te vragen.
Daar viel zijn oog op een oud, ver
weerd huisje, met naar voren overhan
gend trapgeveltje, waar voor een der
twee ramen langs de straat, appelen,
peren en noten waren uitgestald.
Hier stapte Adriaan Nitzema binnen
en een vrouw, die achter de toonbank
stond, vroeg vriendelijk:
„Wel schipper
„Mag ik een stuk of wat van die ap
pelen zei de jonge man en wees op
de vruchten, die hij bedoelde.
Terwijl de vrouw hem de mand met
appelen toeschoof en hij er enige mooie
uitzocht, bleef zij hem strak aankijken.
Toen Arjaan betaald had, en haar de
weg naar Renata vroeg, bleek het hem,
dat hij tamelijk ver uit de richting was
geraakt. Na een korte groet, greep hij
naar de klink van de deur, om gauw
zijn verloren tijd in te halen.
„Schipper", zei de vrouw, „mag ik J3
wat vragen Je lijkt zo sprekend op
iemand, die ik in mijn jonge jaren ge
kend heb, dat ik graag zou weten, of
je soms familie bent van de heer de
Gorter, naar wie je thans toe wilt
„Dat zou ik niet denken, want ik
ben een Fries", lachte de jonge man,
„en voor het eerst van mijn leven in
Veere", voegde hij er bij.
Een ogenblik later viel de deur achter
hem dicht en hij vervolgde zijn weg
naar het huis van de reder, terwijl hij
glimlachend mompelde:
„Ik schijn nogal eens op iemand te
lijken. Gedurende de korte tijd dat ik
op de Zeeuwse stromen vaar, heeft men
reeds enige malen gemeend mij te ken
nen. Waarschijnlijk wilde de groente
vrouw een praatje maken, waar ik nu
toch geen tijd mee zoek kan brengen."
Vlugger dan hij gedacht had, zag
Adriaan het mooie herenhuis vóór zich
en zoals het daar lag, met de grote lin
de er voor, en helder door de reeds da
lende novemberzon beschenen, leek het
de zeeman, die toch in het buitenland
mooie gebouwen genoeg gezien had, een
bijzonder deftig verblijf toe.
De poort, die overdag nooit gesloten
werd, en de zorgvuldig geschoren 11-
gusterhagen, waren hem door schipper
Rudeman duidelijk beschreven en toen
hij ten overvloede de in de poort ge
beitelde naam Renata had ontcijferd,
wist Adriaan dat hij aan het goede
adres was. Zonder aarzelen liep hij het
rij pad op, om dan op aanwijzing van de
schipper de hoek van het gebouw om te
lopen en op de deur met het bordje
„kantoor" te tikken.
Toen Adriaan was binnengelaten, zei
de jonge bediende: „Ga maar zolang op
de bank zitten, schipper, er is iemand
binnen en je zult een poosje moeten
Wachten."
„'k Hoop, dat het niet al te lang
duurt," mompelde Adriaan binnens
monds.
De jongen achter de lessenaar had
het blijkbaar toch gehoord, want hij
öierkte lachend op:
„Je lijkt me erg kort van stof, schip
per, maar ik kan je wel verzekeren,
dat het gauw genoeg je beurt zal zijn;
als mijnheer met drie woorden af kan,
zal hij er geen vier gebruiken. Daar
gaat het belletje al."
Vlug sprong de jongen op, om de be
zoeker uit te laten en toen hij daarna
aan Adriaan Nitzema vroeg wie hij
moest aandienen, luidde het antwoord:
„De knecht van schipper Rudeman."
(Wordt vervolgd)