EIIMfDEn-rtlEUWS n Hollandse Maatschappij van Landbouw e sluikeR ilTHci cameras en ioebeh oren Pracht handen De Moni Blanc iunnel Aankoopprijzen van grond bij onteigening en bijbehorende vergoedingen Camerakeuze blad Vrijdag 11 september 1959 No. 2826 i^ Alle merken New Yorkzet 1400 agenten in tegen nozems T"be95ct Hamea-Gelcï De heer P. Bakker Dordrecht hield lezing over: I'OTO - ROTSÜEA Moet de burger op straat weer gewapend gaan Een bezoekje aan Den Haag Johan de Witt. Wij hebben de kijker nu al tweemaal Achterwaarts gericht. Er viel uit vorige ^■euwen veel te betreuren, maar ook nog ^Krel iets te loven. Gaat het in onze tijd ^^eus zoveel beter Er is een zedelijke Achteruitgang waar te nemen wanneer M maar eens wat dieper en meer ach- ler de schermen kijken. r Zouden wij nog naar enkele gewoon ten van 1600 terug moeten Ge zoudt liet soms denken, wanneer ge leest dat Iemand op straat een pak slaag krijgt ian de jongelieden omdat hij „een ge licht heeft dat ons niet bevalt." Onder getekende zal dan zeker wel voor een Aframmeling in aanmerking komen, r Wanneer er niet voldoende politie- loezicht is om ons te beschermen zullen fv/ij maar, zoals in oude tijden, de degen -terzijde moeten hangen om ons op straat tegen de woestelingen te beveili gen. De zelfverdediging kan men ons _toch niet verbieden; ze is een van de "t)udste rechten van de individuele mens. ,.Vij waren al zo ver gekomen, dat het irerboden is op straat, wapenen te dra ken; men kan ze ook niet zonder ver dunning aanschaffen. Dat zal dan weer noeten worden toegestaan. Maar laten wij hopen dat de publieke j?erwildering van de jonge mannen, waarover wij uit enkele steden berich- |en kregen, weer luwt. Er komt allicht veer iets anders. Men schenke er in de krant maar niet te veel aandacht aan, Öan gaat de aardigheid er voor hen gauw af. In de eerste wereldoorlog zijn er en kele weken 's avonds in Rotterdam op- itootjes geweest van mensen óók van heel jongens en meisjes die maar (honger, honger" riepen en de politie panden vol werk gaven. Soms een Eompleet oproer. Er vielen rake klap pen. Honderden mensen gingen 's pvonds „kijken", soms ook moedertjes net de kleine in de kinderwagen Er |)randden bijna geen lantaarns uit ge brek aan kolen voor de gasfabricatie. laar dat gebrek aan licht vonden de mensen juist leuk, hoewel het niet leuk was wanneer je een paar klappen met sabel of gummistok kreeg. Want dan lagen sommigen in eens half verlamd op straat. Deze avondrelletjes hielden snel op l|oen de politie weinig méér deed dan lens hier en daar kijken. Wat natuur lijk niet betekende dat de politie niet baas bleef op straat. Het was weer zo. Ik ben weer naar en Haag gegaan. Kon het niet meer ;aten. Even gewandeld over Buitenhof in Binnenhof. Over Prinsegracht en rouwersgracht. De dwarsstraten zeer ervallen, de tand des tij ds knaagt door. at uit stof is neemt een end, door de ijd die alles schendt De toren heeft een nieuwe spits ge kregen, heel mooi, maar het is toch niet meer het oude vertrouwde gezicht van weleer. Een mooie stad. Met veel groen en geboomte. En vanzelf mensenmassa's. Je verdrinkt er in de massa. Een amb tenaarsstad. Het is of ge het de mensen aan kunt zien, vooral zo tussen 12 en 2 uur in het centrum. Niet als of zij in die 2 uren een ambtenaarsuiterlijk verto nen, (als dat zelfs zou bestaan) maar omdat ge dan In het Centrum ineens de vele dames en heren ontmoet, die de "epartementen even verlaten om in de eerlijke herfstzon een luchtje te schep en. Kneuterdijk en Vijverberg. De oude panden fluisteren tegen mij. In het Rijksarchief op Bleijenburg nog wat nader naar die sprake gespeurd. Daar liggen de vergeelde documenten, daar wordt achter grote ijzeren deuren alles keurig bewaard. En bereidwillig legt men U aan een leestafel de stukken, vonnissen of „sententies" uit de vervlo gen eeuwen voor. Bij voorbeeld brieven van Johan de Witt. En memories van deze man, stukken die hij heeft verbe terd, op de kant bijgewerkt; ja, dat is een zeer begaafd man geweest Jammer dat hij Oranje in de weg itond. Dat loopt in de geschiedenis dan iltijd fout. Een geboren regent. Die zijn woorden [wikte en woog. Een hard werker. Hij kreeg in de Staten grote invloed. Vast staat dat hij op het verkeerde paard gewed heeft; in 1672 zonk zijn heer schappij ineens in. Johan De Witt was heerszuchtig, maar toch onkrenkbaar. En bekwaam Hij durfde zowel ter zee (in weer en wind op de brug) de vloot aanjagen tot de strijd, als een gewich tige memorie maken in zijn kabinet achter de grote eiken tafel gezeten. Hij is de man van de lijfrenteberekening. Hij deed aan wiskunde. De Witt was regent. En dat in die jaren 1600. Alle verhoudingen lagen zo heel anders dan nu. Een van zijn fouten was dat hij wat ver van het volk, van de gewone man af stond. Hij begreep hen niet precies, had ook niet veel tijd zich met het volk te bemoeien. En het volk begreep hem niet. Het volk was vóór de Prins van Oranje, die door De Witt „kind van staat" was gemaakt. En daar nam het volk het is af te keu ren op 20 augustus 1672 het recht in eigen hand en vermoordde Johan De Witt en zijn broer Cornells De Witt. Daar, in de Gevangen Poort zat Cor nells de Witt, na zijn pijniging en ver oordeling gevangen; hij was uit het land verbannen en lag nu daar te bed. Jo han kwam hem bezoeken, Johan's koets zou volgen, waarschijnlijk wilde hij zijn broer afhalen. Zij gebruikten nog sa men de maaltijd. Voor de deur grote samenscholing van het volk. De vendels waren in 't geweer geroepen, maar de den weinig of niets. Vluchten konden de gebroeders niet meer. Er was maar een uitgang, dezelfde die ge nu nog aan de Gevangenpoort ziet. Zij werden naar buiten gehaald, in de poort vielen de eerste klappen en 50 meter verder, op de Plaats, waar nu een standbeeld voor Johan De Witt staat, werden zij beide op wrede wijze omgebracht. Ontkleed, verscheurd, naakt, met de voeten om hoog aan een staak gehangen. 1672 Was het rampjaar voor ons land. Het volk eiste de verheffing xan den Prins tot Stadhouder. De Witt had reeds ontslag verzocht. Maar hier kwam plotseling het einde. Hij had alle vertrouwen verspeeld. Ook was hij, of schoon hij een kerks man was, een vij and van het ware gereformeerde volk. De grond zakte onder zijn ambt weg. In het Rijksarchief is wat er toen ge schiedde nog minutieus na te gaari. Zijt ge er een poosje in bezig, dat zijt ge zélf in 1672 beland Dan ziet ge als 't ware alles gebeu ren. En buiten gekomen wandelt gij daar op de Plaats, langs de Gevangen poort over Vijverberg en Kneuterdijk wél op historische bodem! Wij zijn met Johan De Witt nog niet klaar. Dat gaat ook zo maar niet. Ook langs het Torentje gewandeld van Binnenlandse Zaken, waar binnen de Ministerpresidenten hun werkkamer hebben. Dr. Kuijper zetelde er vier ja ren. Een man die veel werk verzette en veel schreef. Abraham de Geweldige Aan hem zijn boekdelen gewijd Waarnemer. Fotohandel J. Zandstra Sommelsdijk BRUINISSE Toekervning prijzen lampicmcyptocht. De lampion optocht, 's avonds naar aanleiding van het mosselfeest „Zeeland Presenteert" gehouden, was zo over weldigend dat de jury, voor een uiterst moeilijke taak stond, omdat aan de ver schillende figuren, uitgebeelde personen en groepen, zeer veel zorg was besteed. Als best geslaagden kwamen ten slot te uit de bus: 1. Chineesje en Tirolertje Carla de Zeeuw en Joke de Gruijter; 2. Chineesje Hanna Capelle. 3. Tweelin gen Bloemenmeisjes Lenie Jumelet en Ria van Popering. 4. Elfje Hennie Schier. 5. Mosselvissers letje Wiebrens Corrie Beekman. 6. Bruidspaar; Plonie van Popering en Betsy van der Werf, 7. Verpleegsters; Neeltje Bal en Anneke de Jonge. Verder waren er nog verschillende troostprijzen. De lampions werden door het Feest comité gratis beschikbaar gesteld. Bijbelgenootschap. De verkoop uit de wagen van het Ned. Bijbelgenoot schap bedroeg te Bruinisse 345.50. De New Yorkse politie heeft 1400 agenten naar de achterbuurten gediri geerd, waar deze zomer twintig mensen vermoord werden door jeugdbenden. De hoofdcommissaris van politie, Ken nedy, zei maandag op een persconfe rentie dat de jeugdmisdadigheid in New York met alle beschikbare mankracht bestreden zal worden. De jeugdmisda digheid is deze zomer in New York zo erg geworden, dat vele burgers zich 's avonds niet in stille straten, op eenza me ondergrondse stations of in het cen trale park wagen. De pers dringt aan op ingrijpende maatregelen van burgemeester Wagner en eventueel gouverneur Rockefeller. De Journal American stelde onder meer voor een vrijwillïge hulppolitie op te richten met 2500 geoefende BB-mannen tot kern, taxichauffeurs die met lof uit de militaire dienst werden ontslagen te bewapenen en te gebruiken als mobiele politiemacht, op sommige plaatsen een avondklok in te stellen en de berech ting en bestraffing van jeugdige misda digers te bespoedigen. Vier jongelui zijn maandag in staat van beschuldiging ge steld wegens het neersteken van twee jongens van zestien jaar, die met enke le vrienden en vriendinnen in een park zaten. Men zal dus krachtig gaan optreden. Jammer, dat men het eerst zo ver laat komen, dat de toestand onhoudbaar is geworden. De HoU. Mij. van Landbouw op Goeree-Overflakkee heeft maandag met de drie afdelingen een algemene ledenvergadering gehouden, waar een zeer nut tig onderwerp is behandeld, in verband met de te verwachten aankoop of ont eigening van gronden voor aanleg wegen en uitvoering uitbreidingsplannen. De heer P. Bakker te Dordrecht, medewerker bij het Bureau Grond- en Pacht zaken van de H. M. v. L. heeft een uiteenzetting gegeven wat men doen en wat men laten moet bij het tot stand komen van overeenkomsten inzake de prijs van de grond (bij onteigening) en tot het verkrijgen van de bijbehorende vergoedingen. Dhr. Bakker behandelde dit onderwerp op zeer originele wijze, niet naar de droge letter van de wet, maar gestaafd met voorbeelden, waar bij de humor niet ontbrak. Het was zeer interessant om er naar te luisteren en bovendien geweldig belangrijk voor de grondbezitters, die straks misschien voor onverwachte feiten komen te staan De opkomst was niet groot; wie er niet waren hebben veel gemist. Een onprettige zaak is hier wel op een zeer pretti ge wijze voorgedragen. De voorzitter de heer Joh. Mol sprak vooraf een welkomstwoord, waarin hij inzonderheid de spreker van deze avond begroette en ook de heer Jorisse, secr. van het Bureau Grond- en Pachtzaken, de adviseurs J. A. v. Nieuwenhuizen en dhr. G. den Eerzamen. De heer Bakker het woord verkrij gend sprak zijn verheuging er over uit, dat het bestuur deze avond „tijdig" had belegd, omdat het meestal zo is, dat men bij onteigening bij het bureau Grond- en Pachtzaken van de H.M.v.L. om inlichtingen komt, als er weinig meer te veranderen valt. Spreker gaf een schets wat er allemaal staat te ge beuren in de Randstad Holland; er zul len in het Westen en in de contreien van de eilanden havens worden ge maakt, waarmee de boeren van hun erf worden verjaagd en misschien in de stad vier hoog in een flat moeten gaan wonen. Spr. accentueerde dit tamelijk scherp en betoogde er meteen bij, wan neer de boeren hun eigendom moeten loslaten, er dan ook een redelijke scha deloosstelling dient te worden uitge keerd. Oude onteigeningswet Die schadeloosstelling is gebaseerd op de meer dan honderd jaar oude Ontei geningswet (1851) die intussen zeer is verouderd en waarop door allerlei be slissingen en arresten van rechtscolle ges in de loop van de tijd een jurispru dentie is ontstaan, die te samen een lij vig boekdeel vormen. Het ligt n.l. zo, dat de boer volgens de onteigeningswet al leen maar recht heeft op schadevergoe ding. Dus alléén op de werkelijke waar de van de grond. In de grondkamer wordt dit vastgesteld en in Den Haag weet men dat precies. Zodra echter de i grond in een goedgekeurd uitbreidings plan komt te liggen wordt het anders: dan is de grond vrij. Maar niet zo, dat men dan vragen kan wat men wil; dan liggen er nog allerlei voetangels en klemmen. Na de jongste oorlog is de grond nog even veel waard als vóór 1940; al zijn alle andere zaken 3 a 4 maal zo duur geworden, de grondprijs is vrij gelijk gebleven. Er zijn prijzenbureaux ont staan, die er verschillende schattingen op na hielden, waarvan spr. voorbeel den noemde. Men kent in Zuid-Holland daardoor „zestien happen verschillende grond met zestien verschillende prijs- beelden," zoals spr. dat uitdrukte en het is zeer moeilijk de grond op een ho ger waardepeil te brengen. Een van die onmogelijkheden is om voor de grond in een uitbreidingsplan een hogere waarde te verkrijgen is, dat de woningbouw niet rendabel is. De grondprijs is meestal de sluitpost, al luidt de wet, dat altijd de „minimum waarde" moet behouden. Met een nieuw artikel in de wet (art. 40a) moest men op al deze zaken letten (op bouwrijp maken van de grond riolen, wegen enz.) een arrest hierover luidt, dat er wél rekening mee moet worden gehouden, maar eeiLrekensom van dit alles is niet meer nodig, omdat men werkt met ver gelijkingsobjecten. De vaststelling van een grondprijs ontstaat door vergelijking, verwach tingswaarde en rendementsbereke- ning. „Wacht U er voor" maande spreker, dat een gemeente of een Wa terschap U de grond qiet afkoopt voor een laag prijsjeEr zijn burgemees ters en wethouders die het spelletje spelen, wanneer de grondprijs b.v. 1,per vierk. meter is en 50 et. per vierk. meter voor winstderving, dus samen 1,50, dat ze zeggen we geven 0,80 voor de grond en 0,70 voor winstderving en brengen dat zo in de akte. Vlieg daar niet in waarschuwde spreker, want de rechter houdt daar in zijn uitspraak rekening mee. Rot terdam heeft het geprobeerd, maar er zijn nu z.g. grondeenheden gekomen o.m. voor Rozenburg, IJselmonde en Spijkenisse. De heer Bakker bezag ook de rechten die men heeft als men gedeeltelijk grond kwijt raakt bij een boerderij of wanneer er versnippering komt )kapi- taalschaden). Spr. nam het misverstand weg wanneer men grond tegen een ho ge waarde verkoopt, dat de eigenaar dan ook nog recht heeft op de waarde van de boerderij. Dat is niet zo, aldus spreker; de overheid koopt nuttige grond en de boerderij zelf is dan een obstakel Inkomsten-vergoedingen voor eigen gebruikers en pachters Breedvoerig stond spr. stil bij de in komsten vergoedingen en wees er op, dat de papieren goed moeten liggen om te zorgen dat er het meeste kan worden uitgehaald. Hij wees er op, dat er een pacht contract moet zijn goedgekeurd door de Grondkamer en aangegaan voor de normale duur (6 jr. en 12 jr.) Alleen wie pachter is krijgt vergoeding. De pachtcontracten moeten dus op naam staan van hen, die werkelijk pachter zijn; dus geen onderonsjes van vader of zoons, van een moeder met jongens enz. Spr. beklemtoonde er vooral voor te zorgen, dat het pachtcontract in orde was en op de juist naam, anders geeft dit bij ink. vergoedingen de grootste- moeilijkheden. De Overheid probeert de grond voor een koopje te krijgen, waar mee terdege rekening dient te worden gehouden. Als een burgemeester geld komt bieden voor te onteigenen grond, is dat absoluut fout beweerde spreker. Hij noemde het mensonterend, dat de overheid „handjeklap" speeltDe overheid dient te zoeken naar de hoogst mogelijke vergoeding van de' schade. De spreker belichtte ook gevallen van schadeloosstelling van eigenaar-gebrui kers en illustreerde dit met voorbeel den. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat de totale ink. schadevergoeding voor de eigenaar-gebruiker berekend wordt over 13 jaar. Als de eigenaar dus van zijn grond is „afgeschept" heeft hij recht op 13 jaar schadevergoeding, wat hij echter niet in één keer thuis krijgt. Hij krijgt het per jaar; neem aan ieder jaar 1000,— is 13.000,—; waarbij het dan zo is berekend wanneer men het ineens krijgt dat 10 maal gelijk is aan 13 maal (rente-aftrek). Een pachter-gebouwd krijgt het 9 Koortsachtig wordt er zowel aan de Zwitserse als Franse zijde ge werkt aan de bouw van de Mont Blanc tunnel. Foto links: „Jumbo" is de naam van de stelling, waarop maar liefst vijftien grote drilboren zijn gemonteerd, „Jumbo" vreet zich door de rotswand. Het gevaarte loopt op rails. Foto rechts: Aan de Franse zijde zijn arbeiders reeds bezig met het pleisterwerk aan de wanden. Een speciale cementwagen on derhoudt een pendeldienst. maal (omdat hij vaster op het bedrijf zit). Een loslandpachter krijgt het 7 maal (zit er losser op). Door de nieuwe pachtwet zit de los landpachter weer iets vaster en krijgt hij het 8 maal. De heer Bakker besprak ook de on- derpacht of deelpacht, waarbij men geen recht heeft op schadevergoeding. De boer dient hiermee goed uit te kij ken. Amusante gevallen vertelde spr. van verplaatste boerderijen, van taxering en van herbouw. Ook de fiscus kwam er bij te pas: bij schadeloosstelling van 13 jaar houdt de belastingambtenaar er terdege rekening mee, wat had moeten betaald als men op zijn boerderij was blijven zitten. Dertien jaar uitkering, niet werken en geen belasting is er niet bij De topvorm, die schade zou bren gen wordt er wel afgetrokken. Ook wordt er afgetrokken voor vrijkomende arbeid; wanneer echter een veeboer zijn land geheel of gedeeltelijk kwijt raakt, dat er niet of minder koeien kunnen worden gehouden, houdt de rechter er rekening mee dat er nog wel wat kan worden bijverdiend. Over het algemeen is het zo aldus be sloot spreker zijn causerie, hoe hoger inkomen wordt gehaald hoe beter, want dat bewijst, dat de grond veel waard is. Discussie Na korte pauze werd gelegenheid ge geven tot stellen van vragen. Als eer ste maakte daarvan notaris mr. Hem- penius gebruik. Deze attendeerde op het Deltaplan en zijn gevolgen voor Flakkee en meende, dat men hier nu al contact met het bureau van de H.M.v.L. dient te zoeken terzake contracten, ba lansen enz. Voorts stipte mr. Hempenius het geval van overlijden aan, tijdens een plan tot onteigening en waarna de erfgenamen de grond gingen verdelen, met als gevolg gering bedrag van z.g. „snij schade." (Vervolg pag. 3 Ie kolom) uit meer dan 100 stuks. Vanaf 14.— tot 1000.—. Vervolgverhaal door W. Schippers „Met Gods hulp. Arj aan, maar zoveel jaartjes resten mij niet meer, en als JOU de lust en de bekoring voor het rui me sop weer te pakken krijgt, raak je heel gauw de oranjewimpel van de oude Bato uit het gezicht kwijt. „Er vaart geen enkele kok ter koop vaardij, die voor mij zo'n lekker potje kookt als Jette, en in geen hangmat of kooi sliep ik ooit zo heerlijk als in het vooronder van de Bato." Vrolijk lachend zei de jongeman dit en zijn woorden deden de schipper van harte genoegen. Hij kon zich nog maar slecht met de gedachte verenigen, dat deze kloeke, levenslustige gast op de duur voldoening zou vinden in de om gang met een oude man en zijn achter lijke dochter; hij hechtte zich iedere dag ^eer aan Arj aan Nitzema, hoewel hij pchzelf telkens voorhield, dat de jon gen uit de aard der zaak toch niet lang m hem zou blijven. i Nog even praatten de beide mannen Pver de reis naar Rotterdam en daarbij inerkte de schipper op; „Straks moet jij bij de heer de Gorter op Renata de vrachtbrief gaan halen. Arj aan. Hij vroeg me vanmiddag de knecht te sturen. Ik denk, dat de reder wil zien, of ik niet overdreven heb, toen ik heb vertelde, dat een volslagen knecht bij mij aan boord was." „'t Is eigenlijk wel jammer dat ik uit mijn werk moet lopen," meende de jongeman, maar de schipper merkte glimlachend op, dat hij er niet zo heel veel tijd mee zou verspelen; mijnheer de Gorter zou hem niet aan de praat houden; die sprak nooit meer dan be slist noodzakelijk was. Nog een uurtje ongeveer werkte Adriaan beneden in het ruim, toen riep de schipper: „'k Zou nu maar gaan, dan tref je de reder zelf nog op het kantoor en behoef je niet te wachten." Vlug ging de jonge man naar boven, om zich wat op te knappen en niet lang daarna verliet hij de Bato. Halverlijve boven het luik van het achteronder staande, keek Jette de jon ge man na en uit haar saamgetrokken wenkbrauwen en uit de blik van haar ogen sprak onrust. De schipper zag haar staan en hij schudde het hoofd; hij wist zeer goed, wat op het ogenblik omging in het doffe brein van zijn dochter. „Arjaan moet naar het kantoor, Jet te, maar hij komt weer gauw terug", zei hij op zijn gewone, kalme toon, en deze woorden deden dadelijk haar on rust verdwijnen en de stille blijmoedig heid terugkeren op haar van gezondheid blozend gezicht. In de korte tijd dat Adriaan Nitzema op de Bato was, had Jette zich opmer kelijk spoedig aan hem gewend. Terwijl ze aan de vorige knechtjes, die op hun vaartuig geweest waren, weinig of geen aandacht had geschonken, was ze reeds heel kort, nadat de Fries aan boord kwam, zich aan hem gaan hechten. In het eerst was het een oprecht gevoel van medelijden geweest, dat de jonge man er toe dreef, om het de arme Jette zo gemakkelijk mogelijk te maken door haar bij haar huiselijke bezigheden zo vaak hij er de tijd toe had, behulpzaam te zijn en die karweitjes voor haar op te knappen, welke anders haar vader gewoon was te doen. Dikwijls moest de schipper er om lachen als men 's avonds of bij tegenwind voor anker lag, dat Jette haar aardappelbak voor de dag haalde en Arjaan dan glimlachend aan keek. „Zal ik je helpen jassen, Jette vroeg hij dan, en als enig antwoord schoof ze de bak naar hem toe, haalde dan zelf haar uitgesleten mesje, maar begon eerst met schillen, als hij de scherpe matrozenkortjas trok en een aardappel uit de bak nam. Als Arjaan zijn blauw matrozenpak aantrok, evenals daarstraks, en aan wal ging, trok Jette de wenkbrauwen sa men en keek haar vader onrustig aan, alsof ze bang was, dat de jonge man niet meer zou terugkeren naar hun schuit. Adriaan Nitzema stapte inmiddels flink door en keek met belangstelling om zich heen: het was voor het eerst, dat hij voet aan wal zette in Veere. Zijn weg ging dwars door het oude stadje en overal zag hij kentekenen van vervallen oudheid. Schipper Rudeman had hem de weg uitgeduid, maar de jonge man, die met een eigenaardig gevoel naar die sporen van voorbijgegane welvaart keek, sloeg niet voldoende acht op de weg, die hij ging. Na nogteen poosje op de gis te zijn voortgegaan, was hij genoodzaakt naar de weg te vragen. Daar viel zijn oog op een oud, ver weerd huisje, met naar voren overhan gend trapgeveltje, waar voor een der twee ramen langs de straat, appelen, peren en noten waren uitgestald. Hier stapte Adriaan Nitzema binnen en een vrouw, die achter de toonbank stond, vroeg vriendelijk: „Wel schipper „Mag ik een stuk of wat van die ap pelen zei de jonge man en wees op de vruchten, die hij bedoelde. Terwijl de vrouw hem de mand met appelen toeschoof en hij er enige mooie uitzocht, bleef zij hem strak aankijken. Toen Arjaan betaald had, en haar de weg naar Renata vroeg, bleek het hem, dat hij tamelijk ver uit de richting was geraakt. Na een korte groet, greep hij naar de klink van de deur, om gauw zijn verloren tijd in te halen. „Schipper", zei de vrouw, „mag ik J3 wat vragen Je lijkt zo sprekend op iemand, die ik in mijn jonge jaren ge kend heb, dat ik graag zou weten, of je soms familie bent van de heer de Gorter, naar wie je thans toe wilt „Dat zou ik niet denken, want ik ben een Fries", lachte de jonge man, „en voor het eerst van mijn leven in Veere", voegde hij er bij. Een ogenblik later viel de deur achter hem dicht en hij vervolgde zijn weg naar het huis van de reder, terwijl hij glimlachend mompelde: „Ik schijn nogal eens op iemand te lijken. Gedurende de korte tijd dat ik op de Zeeuwse stromen vaar, heeft men reeds enige malen gemeend mij te ken nen. Waarschijnlijk wilde de groente vrouw een praatje maken, waar ik nu toch geen tijd mee zoek kan brengen." Vlugger dan hij gedacht had, zag Adriaan het mooie herenhuis vóór zich en zoals het daar lag, met de grote lin de er voor, en helder door de reeds da lende novemberzon beschenen, leek het de zeeman, die toch in het buitenland mooie gebouwen genoeg gezien had, een bijzonder deftig verblijf toe. De poort, die overdag nooit gesloten werd, en de zorgvuldig geschoren 11- gusterhagen, waren hem door schipper Rudeman duidelijk beschreven en toen hij ten overvloede de in de poort ge beitelde naam Renata had ontcijferd, wist Adriaan dat hij aan het goede adres was. Zonder aarzelen liep hij het rij pad op, om dan op aanwijzing van de schipper de hoek van het gebouw om te lopen en op de deur met het bordje „kantoor" te tikken. Toen Adriaan was binnengelaten, zei de jonge bediende: „Ga maar zolang op de bank zitten, schipper, er is iemand binnen en je zult een poosje moeten Wachten." „'k Hoop, dat het niet al te lang duurt," mompelde Adriaan binnens monds. De jongen achter de lessenaar had het blijkbaar toch gehoord, want hij öierkte lachend op: „Je lijkt me erg kort van stof, schip per, maar ik kan je wel verzekeren, dat het gauw genoeg je beurt zal zijn; als mijnheer met drie woorden af kan, zal hij er geen vier gebruiken. Daar gaat het belletje al." Vlug sprong de jongen op, om de be zoeker uit te laten en toen hij daarna aan Adriaan Nitzema vroeg wie hij moest aandienen, luidde het antwoord: „De knecht van schipper Rudeman." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5