EiiivnDEn.rfiEuii/s e sluikei^ Steilendam kan een sluitende begroting 1960 aanbieden Akiie-programma Verbond voor Veilig Verkeer NIEUWS UIT ZEELAND kort Tekort aan verpleegsters Wat moet mijn jongen worden Vismijn en badhuis baren zorgen Openluchischaak in Duiisland biad Vrijdag 21 augustus 1959 No. 2820 Vervolgverhaal door W. Schippers Maak korte metten met Uw brandend maagzuur. Eén of twee Kennies - gesmolten op Uw tong - en alle overtollig zuur is geneutraliseerd. REISVERZEKERING INTERNATIONAAL VERZ.BEWIJS DE VOOGD'S Assurantiekantoor Telef. 2449 Middelharnis V. N.V. Slavenburg's Bank de Henry Kruis om iddelhar- komende kiezen. ry Dunant week met door de dere week ek andere nne help. en andere lijk steeds orden, dat ligplaats belangstel- n „Sempre an de heer nds tijdens r mede te ijke tonen. n.l. Roode arnis, Stad ommel), en en de pa s'' aanden- ter, als zij nerd wor- in Middel- ezichtiging enige blijk gemeente ider P. K. een trac- n. Plotse- hards. Bij arde voor- n van on- 'e door de nkele cen- sinrichting. ze ontdek- en B. H. nog meer den zitten e de man- kgranaten elven. Ook liep won- ngelukken der was n huls van wat hem gevaarlijke ten gevol- sdienst ter ier grana- "interkost. en echt zo mer er zo- veiling te wintersei- boerekool te winter- eg doordat de kool te nd er voor t de eerste rweer wei- lechts een 7 cent per erprijs on- om stoorde de Kapel t elke zon- gehouden, plotseling aller oog de boom- laag vlie- ken. Soms maar kort eer horen, ter niet te tdekte was de micro- n de vlieg -t door de n het ge- traalvlieg- an de sto- nzelf spre- aakt, n het Dia- dezer da- kunstbeen te Emntien ievaar ge- n de jonge in de ren ogel. Deze e ooievaar n zijn po- n getracht etten maar t. De poo* e gebroken ft men het or dit dier is aange- varx een onge ooie- gebruiken toegedaan ns dieren- ar de ooie- leven door 1 verzorgd- ievaar niet en. een vrede- te praten. ing zal zs' og worden Het beroep van ziekenverpleegster is en mooi beroep vooral voor hén die er en zekere roeping voor gevoelen. Die het moeilijke en zeer veel ver- ntwoordelijkheid vragende beroep met iefde beoefenen. elaas heerst er aan verpleegsters een ■foot tekort. Het wordt steeds moeilij- er voor de ziekenhuizen om de vaca- "ures die ontstaan aan te vullen. Voor erscheidene ziekenhuizen is er sprake an een noodtoestand. Zo vermeldden ,e bladen, dat van het gemeentelijk 'iekenhuis te Zaandam twee zalen eesten worden gesloten wegens gebrek lan personeel. De patiënten moesten laar naar andere ziekenhuizen worden loorgezonden. Voor de patiënten en voor de familie uit de aard der zaak een ongewenste toestand. laen mag verwachten dat bij gebrek jan verpleegsters de opleidingsmoge- ijkheden voor verpleegster zo ruim mo gelijk gesteld zullen worden. Nu is de opleiding tot verpleegster in ;en bepaald ziekenhuis afhankelijk van ïet aantal bedden waarover het zie kenhuis beschikt. Indien dat aantal bed ien beneden een zekere norm blijft dan tan aan zo'n ziekenhuis geen verpleeg- iterscursus worden gehouden. Deze toestand doet zich voor aan het liekenhuis te Kmmeloord. Het gering lantal bedden waarover dit ziekenhuis )eschikt maakt een verpleegsterscursus laar onmogelijk. Het is het Eerste Ka- nerlid mr. R. H. baron De Vos van Steenwijk die dit door middel van jchriütelijke vragen onder de aandacht ran minister van Rooij brengt. Dit lid ran de Eerste Kamer vraagt de minister )f hij bereid is met het oog op de bij- wndere positie van dit ziekenhuis in 3en nieuw ontgonnen gebied de voor waarde voor het instellen van een ver- ileegsterscursus te wijzigen. Het spreekt i^an zelf dat de opleiding tot verpleeg- iter aan zekere voorwaarden moet vol leen. Een en ander is door een regeling ?an de minister van volksgezondheid bij an groot personeelsgebrek is het zaak Ie wet vastgelegd. Maar vooral in tijden lie voorwaarden zo licht mogelijlc te itellen. Opdat het tekort aan verpleeg- iters zo spoedig mogelijk opgeheven can worden. We schreven boven dat het beroep van verpleegster een mooi beroep is. Speciaal voor hen die er roeping en iefde voor gevoelen. Het is hier niet de plaats om over het beroep van verpleegster breed uit te wijden. Daarvoor schreven we deze regels liet. Wel om het gebrek aan verpleegsters onder de aandacht van onze lezers- iessen) te brengen. Het is toch een noodzakelijk en on misbaar beroep. Grote belangen van ms volk inzonderheid van onze zieken zijn er bij betrokken. Een goede ver- iorging van onze zieken is toch zeker en belang van de eerste orde. Wat baat het indien we beschikken 3ver goed ingerichte ziekenhuizen, in dien niet het verpleegsterscorps aanwe zig is om de verpleging van de zieken Dp zich te nemen. Daarom is het zeer gewenst dat onze meisjes zich niet aan dit beroep ont trekken en anderzijds is het gewenst Jat de voorwaarden van tot dit beroep :e worden opgeleid, binnen het ver antwoordde, zo soepel mogelijk worden toegepast. Wat moet mijn kind worden Dat is een vraag, die jaar op jaar door de ouders gesteld wordt. Inzonderheid voor de jongens is dat ien klemmende vraag. De lagere school is doorlopen. Een keuze moet worden gemaakt welke onderwijsinstelling voor voortgezet onderwijs zal worden ge volgd. Die keuze houdt ten nauwste verband met het beroep, dat de leerling kiest of heeft gekozen. Maar hierin schuilt juist de grote moeilijkheid. Waar heeft de leerling aanleg voor. Dit uit te maken is van het aller grootste belang. De keuze van het beroep en daarmee Ik zoek eigenlijk een plaatsje als pas sagier naar een dier beide havens. Maar ging de matroos voort toen Ik U met de waard hoorde praten en onwillekeurig luisterde naar wat U hem van uw omstandigheden vertelde, Kwam de gedachte bij mij op, of ik niet eens kennis zou kunnen maken met de D|nnenvaart, en als ik U nu zeg, dat ik Uitstekend in de plunje zit op het ogen- Wik, al bezit ik slechts enkele guldens, "iet de minste behoefte heb aan geld, *el, waarom zoudt U het dan met mij niet willen proberen, schipper De schipper streek nadenkend met ae harde vereelte hand door zijn witte Daard en zei dan glimlachend: „Luister eens maat, dan zal ik je een voorstel ™en. Jij zoekt scheepsgelegenheid naar Antwerpen' of Vlissingen, nietwaar ™u, ik moet naar Vlissingen en nu kan K met mij dat reisje kosteloos mee- ™en, op voorwaarde, dat je mij helpt W] het werk, dat aan boord moet wor sen gedaan. Te Vlissingen blijf ik waar- *™jnlijk een dag of wat liggen, omdat het volgen van de meest geschikte on derwijsinstelling is vaak beslissend voor het latere levensgeluk en het slagen in de maatschappij. Hoevelen in het be roeps- en bedrijfsleven nemen een plaats in die hun eigenlijk niet ligt. Die in hun werkkring en op de plaats die ze in het maatschappelijk leven in nemen niet die arbeidsvreugde hebben, die ze zouden kunnen hebben in een andere werkkring. Mensen die in ver band met hun aanleg een verkeerd be roep of een verkeerde werkkring heb ben gekozen. Het hoofd der school is bij het ver laten van de school de vraagbaak voor de ouders. En terecht. Hij weet wat er in de leerlingen inzit. Hij kent hun aan leg en karakter. Maar het leven is zo gecompliceerd. De beioepsmogelijkhe- den zijn zo vele. De kennis van alle mogelijkheden voor opleiding en be roep zijn zovele dat slechts een be- roepsdeskundige een overzicht van het geheel kan hebben. In de gecompli ceerdheid van deze tijd moet het hoofd der school wel te kort schieten omdat hij alle mogelijkheden niet kan over zien. Slechts een beroepsdeskundige kan hier de noodzakelijke adviezen ge ven. Een beroepsdeskundige in samen werking met een psycholoog. Zijn kind laten testen, laten onderzoeken wat voor hem in verband met aanleg en karak ter het meest gewenste beroep of de ge schikte onderwijsinstelling is. Uit de aard der zaak met medewer king van het hoofd der school, wiens adviezen van grote waarde zijn, omdat hij de aanleg en het karakter van de leerling kent. De leerlingen laten testen voor welk beroep, of voor welke studie ze geschikt zijn is eis van deze tijd. De gelegenheid daarvoor is in het ge hele land aanwezig. In alle grotere plaatsen is wel een bureau gevestigd van de Christelijke Psychologische Centrales voor School en Beroep. Waar men zijn kind kan laten testen, waardoor men antwoord krijgt op de vraag, voor welk beroep of studie de leerling de meeste aanleg bezit. Daar kan men in de gecompliceerd heid van deze tijd niet meer buiten. Omdat men dan in verband met aanleg en karakter een verantwoord advies krijgt over het beroep of de studie die het meest passend is voor de leerling en waarmee zijn later slagen in de maatschappij in het nauwste verband staat. Weg pijn en nooit meer angst voor de gevolgen van een smakelijk maal. Met Rennies achter de hand kunt U zonder zorgen alles eten, waarnaar een grage maag vraagt. Komt de nood aan de man, breekt zuurbrand uit: met Rennies blust U afdoend, in een wip, onopval lend De gemeente Steilendam kan nu reeds de begroting 1958 aanbieden met een post „Onvoorziene uitgaven" groot f 7685.38. Het blijkt wel dat in deze ge meente de administratie tot en met bij is, want het is de eerste begroting voor 1960 die op ons eiland wordt aangeboden. Bij de toelichting is zoals gebrui kelijk een beschrijvingsbrief gevoegd, waarin van het geheel een kort over zicht wordt gegeven. We laten deze brief hieronder in zijn geheel volgen. Ingevolge artikel 238 der Gemeente wet bieden wij U hierbij de ontwerp begroting voor het dienstjaar 1960 aan. In tegenstelling tot de begrotingen van voorgaande dienstjaren tasten wij, wat betreft het dienstjaar 1960, volko men in het duister, daar de Financiële Verhouding tussen het Rijk en de ge meenten tot op heden nog niet defini tief is geregeld. Te dezer zake is bij Koninklijke Boodschap van 10 april 1959 bij de Tweede Kamer der Staten Generaal een ontwerp van wet inge diend, dat nog niet in behandeling is genomen. Het ligt volgens dit Ontwerp in de bedoeling deze wet ook te doen uitstrekken over het dienstjaar 1959, zodat diverse posten van dat jaar nog wijzigingen zullen ondergaan. Volgens dit ontwerp van wet zullen de inkom sten van onze gemeente sterk vermin deren, daar, zoals wij reeds meerdere malen hebben gememoreerd, de ge meente Steilendam tengevolge van de watersnoodramp op 1 februari 1953 een hoog basis-bedrag voor de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is toe gekend, n.l. 66,71 per inwoner. Bezien wij echter onze uitgaven, dan komen wij tot de conclusie, dat be zuinigingen onmogelijk zijn aan te brengen, daar de uitgaven meestal voort vloeien, hetzij uit overeenkomsten, het zij uit aangegane verplichtingen enz. Bezien wij de inkomsten van deze ge meente, dan zult U ongetwijfeld met ons van mening zijn, dat deze tot het maximum zijn opgevoerd. Op grond van deze overwegingen zijn wij van mening dat ons inkomstenpeil, om het even wicht in de toekomstige begrotingen niet te verstoren, niet kan dalen en on getwijfeld art. 12 van het ontwerp van wet toepassing zal moeten vinden, n.l. het toekennen van rijkswege van een aanvullende bijdrage uit het gemeen tefonds. Met dit laatste voor- ogen en het tij dig hebben van een begroting vóór het dienstjaar 1960 is deze begroting sa mengesteld aan de hand van de be staande financiële verhouding. Derhalve zijn b.v. ook de vergoedingen ingevolge de Lager-Onderwijswet 1920, aan de zgn. buitengemeenten, die volgens het ontwerp komen te vervallen, wederom opgenomen, dit om het evenwicht in de begroting niet te verstoren. Zoals U uit de U aangeboden begro ting blijkt, is zij overeenkomstig de „oude wet op de Financiële verhouding wederom sluitend, met een post „On voorziene Uitgaven" van 7685,38 (vo rig jaar 6940,63). Evenals bij de aanbieding van de be groting voor het dienstjaar 1959 is op gemerkt, baren wederom dezelfde ob jecten als in 1959 ons nog zorgen, zoals de vismijn en het badhuis, alhoewel het tekort op het badhuis voor 1960 sterk is gereduceerd, n.l. ongeveer 425,Het interieur is echter momenteel van dien aard, dat wij hieromtrent nader op terugkomen. De vismijn zal o.i. in de nabije toekomst steeds een tekort blij ven opleveren, maar gezien de ontwik keling tengevolge van de afsluiting van het Haringvliet, wordt in deze een af wachtende houding aangenomen en de tekorten ieder jaar ten laste van de gewone dienst gebracht. Wat betreft het uitvoeren van kapi- taalswerken kunnen wij ons verheugen, nu de financiële toestand in verband met de nieuwe wet op de financiële verhouding voor ons nadelig is, dat zij grotendeels zijn uitgevoerd. Wij denken hier aan de Voorstraat, als laatste ver betering van het straatwerk, op het ge- een nieuw sportterrein met kleedgele- bied van de sport, het aanleggen van genheid, de restauratie van het gym nastieklokaal; ook is het algemeen rio- leringsplan uitgevoerd, alhoewel t.z.t. in verband met de afsluiting van het Ha ringvliet een zuiveringsinstallatie voor het rioolwater tot stand zal moeten ko men. Ook de toestand van de scholen, n.l. de O.L. school en de Chr. Nat. school bevredigt ons niet, maar gezien het feit, dat deze oude gebouwen nog steeds niet op de urgentielij st zijn geplaatst om ze te vervangen, zal van nieuw bouw in de nabije toekomst nog geen sprake kunnen zijn. Wij zullen de be voegde instanties echter steeds op de noodzaak van vervanging blijven wij zen. Daar de gronden in ons huidig uit breidingsplan bijna geheel zijn uitgege ven, n.l. voor woningbouw complexen van 8 en 7 woningen, particuliere bouw 8 woningen op erfpachtsgrond en enkele particuliere woningen op aangekochte grond, dient de noodzaak zich aan om een nieuwe uitbreiding te creëren. Hierover zullen U te gelegener tijd voorstellen bereiken. Ook aan het ver vaardigen van een struktuurplan voor ons eiland willen wij onze medewerking verlenen, waarvoor wij U zo spoedig mogelijk een krediet zullen vragen. Beide bovengenoemde plannen zullen een deel van de post „Onvoorziene Uit gaven" in beslag nemen, zodat uitein delijk, mede gezien .de toekomstige fi nanciële verhouding, een zeer voorzich tig financieel beleid zal moeten wor den gevoerd. Weliswaar zijn wij in het bezit van een saldi-reserve van rond 100.000,— (rekening 1958 94.727,83), maar in de toekomst zullen in het kader van de ontwikkeling in dit gebied .ge meentelijke voorzieningen dienen te worden getroffen, waarvoor dit bedrag waarschijnlijk aangesproken zal moeten worden. Voor het verkrijgen van een inzicht uwerzijds laten wij hieronder een over zicht volgen, waaruit blijkt, hoeveel procent ieder onderdeel van de gemeen tehuishouding van het beschikbare bud get vergt: Hoofdstuk Omschrijving: 1959 1960 II Algemeen Beheer 26,4»/o 27,2»/o III Openbare veiligheid 5,3»/o 5,8»/o IV Volksgezondheid l,8»/o l,6»/o V Volkshuisvesting l,4«/o l,7«/o VI Openbare werken 29,7»/o 30,3»/o VIII Onderwijs 18,l»/o 18,5»/o IX Maatsch. Zorg 13,- »/o 10,7»/o X Econ. aangelegenheden 0,7«/o 0,9»/o XIII 1 Overige ink. en uitg. 0,6«/o 0,6«/o 2 Onvoorziene uitgaven 3,- »/o 2,7«/o Totaal Uit dit overzicht valt af te leiden, dat diverse hoofdstukken in 1960 meer van het budget gaan vergen, meestal door salarisverhogingen, maar dat deze verhogingen mede zijn gecompenseerd door verlaging der uitgaven op hoofd stuk IX, o.a. door verlaging subsidie 100,- »/o 100,- »/o Instelling voor Maatschappelijke Zorg en de opheffing van de Beschutte Werkplaats. Wij stellen U voor overeenkomstig het door ons aangeboden concept, de begroting voor het dienstjaar 1960 vast te stellen. Het Verbond voor Veilig Verkeer zal in de komende herfst starten met een aktie-programma, waarbij elke twee maanden een bepaald facet van de veel omvattende strijd tegen fle verkeers onveiligheid aan de orde gesteld wordt. In het kader van dit aktie-programma zullen alle kategoriën weggebruikers op prettige wijze worden voorgelicht met instruktieve beschouwingen, artikelen, illustraties etc. waarbij de pers, radio en televisie zoveel mogelijk te hulp zullen worden geroepen. De persdienst van het verbond zal op grote schaal ar tikelen en illustratiemateriaal gratis ook veel personeels-, club- en huis- verspreiden. Het Verbond hoopt, dat organen aan deze vorm van voorlich ting aandacht zullen willen besteden. Met de invoering van een vast aktie- schema volgt het Verbond een systeem na, dat door de Duitse zusterorganisatie de Bundesverkehrswacht, met veel suc ces ongeveer een jaar geleden werd in gevoerd in de vorm van het zgn. „Schwerpunkt-Program." In overleg met het Nederlandse Pae- dagogisch Instituut voor het Bedrijfs leven te Zeist, dat sinds kort als weten schappelijk adviseur van het Verbond fungeert, zullen in de komende maan den de navolgende thema's worden uit gewerkt: 1959 oktober-november Het oog op de weg; december-januari Alkohol en weg gebruiker; 1960 'februari-maart De regels van het spel; april-mei U en uw voertuig; juni- juli Vakantie en verkeer; augustus- september Mijn dagelijkse weg. De plaatselijke Verenigingen voor Veilig Verkeer zijn vanuit Utrecht per circulaire opgeroepen, hun plaatselijke aktiviteiten zoveel mogelijk af te stem men op het landelijke aktie-program ma. UW POLIS dekking: ongevallenverzekering ziektekosten reisbagage premie voor W. Europa 0,50 per persoon per dag. en uw z.g.n. Groene kaart klaar terwijl U wacht bij: Werknemers van een grote fa briek in de Duitse stad Frankfort hebben in de tuin bij de fabriek een groot verticaal schaakbord geplaatst, waarop zij in de mid dagpauze wedstrijden spelen, die voor iedereen er omheen gemak kelijk te volgen zijn. De stukken zijn voorzien van pennetjes aan de onderzijde die in gaatjes in de vakken kunnen worden geprikt. Boven het bord is een dakje ge maakt, zodat spelen ook bij slecht weer mogelijk is. Kantoor Middelharnis Kade 5 Telef. 2268 Zitdagen te Sommelsdijk op de beurs Oude Tonge op de beurs Dirksland op de beurs en don derdags 's avonds van 6-7 uur in Hotel Polderman. De Bank voor Goeree en Overflakkee. Alle bankzaken en financieringen Aan- en Verkoop Effecten. Beleggingsadviezen Handelsbemiddeling Valutazaken Een girorekening bij ons biedt VELE VOORDELEN Komt U eens praten. Uw belan gen hebben onze persoonlijke aandacht. ST. MAARTENSDIJK Geslaagd, Te Boxtel slaagde voor het diploma vakbekwaamheid dhr. P. M. Lindhout alhier, en te Bergen op Zoom Lindhout voor vakbekwaamheid schil- derspatroon (dit is de zelfde persoon). Voor het middenstandsdiploma slaag de mevr. M. Lindhout-Witteveen even eens woonachtig alhier. THOLEN Hoogwater in de week van 23 t.m. 29 augustus 19S9. Z. v.m. 6.37 uur en nam. 18.50 uur; M. v.m. 7.10 uur en nam. 19.22 uur; D. v.m. 7.46 uur en nam. 19.55 uur; W. v.m. 8.26 uur en nam. 20.36 uur; D. v.m. 9.14 uur en nam. 21.36 uur; V. v.m. 10.20 uur en nam. 22.50 uur; Z. v.m. 11.44 uur en nam. uur; Woensdag 26 auf. Laatste Kwartier te 9.03 uur. ik lading aan boord heb, die daar moet worden gelost en dan hoop ik, als het God belieft, daar weer nieuwe kracht te vinden." „Van harte neem ik het voorstel aan, schipper", antwoordde de matroos on middellijk. Nog één vraag: Als ik bij U gedurende de reis naar Vlissingen aan boord goed mijn best doe, en ik herhaal daar mijn voorstel van daarstraks, wat zou U dan zeggen „Dat we daar, als we met Gods hulp veilig in de haven liggen, nog wel eens op ons gemak over praten kunnen, maar nu gaan we naar boord. Zeg me eerst je naam, maat; mij noemt men schip per Rudeman, dat heb je misschien baas Joris al wel horen zeggen." „Mijn naam is Adriaan Nitzema." Lachend antwoordde de oude schip per: „Dan ben je aan boord van de Ba- to, onze Arjaan, als je dat goed vindt." Kort daarna namen de beide varens- gasten afscheid van de Vuurbaak. Een ogenblik hielden de stevige vin gers van de waard Adriaans hand vast en hij zei met nadruk: „Van die oude man kan je méér leren dan varen, jon ge maat; ik wou, dat je bij hem kon blijven een paar jaar, dan zou je mo gelijk over veel dingen anders denken dan je nu doet. Vaarwel HOOFDSTUK 5. OP DE BATO Adriaan Nitzema keek nog eens ach ter zich om naar de Vuurbaak, nu hij met zijn plunjezak op de rug naast de witgebaarde schipper voortstapte naar de haven en hij kon het zich niet ver klaren, hoe het kwam, dat hij zich zo tot de waard en schipper Rudeman voelde aangetrokken, hoewel ze hem beiden feitelijk nog volkomen vreemd waren. Helder en- vrolijk straalde de mor genzon op het bedrijvige leven in het thans drukke havenkwartier, waar het laden en lossen in volle gang was. „Kijk schipper," zei de jonge man, „zie je daar die schoener liggen met de Engelse vlag aan de gaffel Daar ben ik gis teravond afgemonsterd en toen ik hier met een paar Engelse maats voet aan wal zette, had ik zeker niet kunnen dromen, dat ik weer zo gauw onder zeil zou gaan." „Niemand weet wat lot hem morgen wacht, Arjaan," antwoordde Rudeman en hij voegde er bij: „Het is maar goed ook, dat wij het niet weten; 't is vol doende er van overtuigd te zijn, dat God het roer van ons levensscheepje in handen houdt; tenminste, zo denk ik er over." De jonge matroos knikte zwijgend bij de woorden van zijn metgezel, en deze, die telkens een groet of een opmerking wisselde met bekende schippers op de vaartuigen, die voor de wal lagen, wees met de vinger naar een meer achteraf liggende schuit. ,Zie je die tjalk daar met de oranjewimpel in top Dat is mijn schuit en daar moeten we wezen. En zie je die vrouw op de voorplecht zitten „Jawel schipper", antwoordde de ma troos, „als ik me niet vergis, is ze bezig met aardappelen schillen." „Juist Arjaan, je hebt goede ogen, maar laat ik je eerst iets vertellen van mijn dochter vóór we aan boord zijn, want dat moet je toch weten. Mijn bei de zoons heb ik kort na elkaar verlo ren. Onze enige dochter, die van haar geboorte af altijd wat achterlijk is ge weest, werd door deze smartelijke ver liezen veel erger en toen een jaar gele den ook mijn vrouw is heengegaan, heb ik mijn huisje aan de wal verkocht en mijn ongelukkige Jette bij mij aan boord genomen, waar je haar dadelijk zult ontmoeten." Op kalme rustige toon had de oude man met deze enkele woorden zijn met gezel een blik doen slaan in de levens weg, die achter hem lag, en de matroos kon niet nalaten te zeggen: „Wat U me daar zo kort hebt verteld, schipper Ru deman, lijkt me genoeg om een mens voor altijd zijn levenslust te doen ver liezen. Toch schijnt het mij toe, alsof ge nog welgemoed de kop boven water kunt houden, dat is meer dan ik kan begrijpen." „Daar praten we nog wel eens over, Arjaan," antwoordde de oude man. „Kijk", vervolgde hij, „Jette heeft mij al in het oog, ze zet haar aardappelbak neer en staat op om te kijken, wie ik meebreng; ze zal vreemd opzien, als ik met een knecht aan boord kom, die een kop groter is dan ik." Om op de Bato van schipper Rude man te komen, waren de mannen ge noodzaakt, hun weg over een vlak te gen de wal liggend gaffelschip te nemen maar dat waren de varenslui gewoon en met een in sterk Vlaamse tongval uitgesproken groet en een voor Adriaan onverstaanbare opmerking over het weer, liet de gemoedelijke Gentse schipper de mannen passeren. Terwijl haar vader, door Adriaan Nitzema ge volgd aan boord stapte, bleef Jette, met een schuwe blik in de goedige blauwe ogen, de jonge zeeman aanstaren, zon der blijkbaar acht te slaan op diens groet. Jette was een stevig gebouwde vrouw ongeveer vijf en dertig jaar oud en al leen de schuwe, dwalende blik in haar ogen zou de vreemdeling kunnen doen vermoeden, dat iets aan haar verstan delijke vermogens haperde. „Kijk, Jette", zei de schipper, „ik breng een jonge man mee, die met ons naar Vlissingen varen wil; je zult er dus nog wel een paar aardappelen bij moeten schillen en voor vanmiddag een stukje spek meer bakken." Jette knikte even met het hoofd, om dan onmijidellijk met haar aardappel- bak in het achteronder te verdwijnen. zonder de groet van de matroos be antwoord te hebben. Adriaan Nitzema gevoelde diep medelijden met deze lichamelijk zo flink ontwikkelde vrouw en hij kon niet nalaten tegen de schip per te zeggen: „Is het geen zonde en jammer, dat zo'n flinke, knappe vrouw zo diep on gelukkig moet zijn Een mens van haar leeftijd en postuur, met ogen en hou ding van een kind, dat verlegen is voor een vreemde, 't Is wel droevig." ,En toch is ze niet ongelukkig, Ar jaan," merkte de schipper op, „tenmin ste nu niet meer; als je lang genoeg aan boord van de Bato bleef, zou je zien, dat ze betrekkelijk gauw aan je gewend raakte, en dan kon je haar iedere dag de liedjes horen neuriën, die mijn jongens haar leerden als we thuis waren; het is, alsof haar geest is blij ven stilstaan omstreeks de tijd, dat ik thuis kwam met het lijk van haar jong ste broer aan boord, 't Is eigenaardig", voegde de oude man er bij, dat jij in je uiterlijk wel iets hebt van hem, en dat je ook Arjaan heet, evenals hij. Maar nu gaan we even samen de schuit bekijken en dan zullen we zien, wat we het eerst aanpakken; werk is er aan boord genoeg." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5