EiiivnDEn.rfiEuii/s
e sluikei^
Steilendam kan een sluitende
begroting 1960 aanbieden
Akiie-programma Verbond
voor Veilig Verkeer
NIEUWS UIT ZEELAND
kort
Tekort
aan verpleegsters
Wat moet
mijn jongen worden
Vismijn en badhuis baren zorgen
Openluchischaak in Duiisland
biad
Vrijdag 21 augustus 1959
No. 2820
Vervolgverhaal
door W. Schippers
Maak korte metten
met Uw brandend maagzuur.
Eén of twee Kennies
- gesmolten op Uw tong -
en alle overtollig zuur
is geneutraliseerd.
REISVERZEKERING
INTERNATIONAAL VERZ.BEWIJS
DE VOOGD'S Assurantiekantoor
Telef. 2449 Middelharnis
V.
N.V. Slavenburg's
Bank
de Henry
Kruis om
iddelhar-
komende
kiezen.
ry Dunant
week met
door de
dere week
ek andere
nne help.
en andere
lijk steeds
orden, dat
ligplaats
belangstel-
n „Sempre
an de heer
nds tijdens
r mede te
ijke tonen.
n.l. Roode
arnis, Stad
ommel), en
en de pa
s'' aanden-
ter, als zij
nerd wor-
in Middel-
ezichtiging
enige blijk
gemeente
ider P. K.
een trac-
n. Plotse-
hards. Bij
arde voor-
n van on-
'e door de
nkele cen-
sinrichting.
ze ontdek-
en B. H.
nog meer
den zitten
e de man-
kgranaten
elven. Ook
liep won-
ngelukken
der was
n huls van
wat hem
gevaarlijke
ten gevol-
sdienst ter
ier grana-
"interkost.
en echt zo
mer er zo-
veiling te
wintersei-
boerekool
te winter-
eg doordat
de kool te
nd er voor
t de eerste
rweer wei-
lechts een
7 cent per
erprijs on-
om stoorde
de Kapel
t elke zon-
gehouden,
plotseling
aller oog
de boom-
laag vlie-
ken. Soms
maar kort
eer horen,
ter niet te
tdekte was
de micro-
n de vlieg
-t door de
n het ge-
traalvlieg-
an de sto-
nzelf spre-
aakt,
n het Dia-
dezer da-
kunstbeen
te Emntien
ievaar ge-
n de jonge
in de ren
ogel. Deze
e ooievaar
n zijn po-
n getracht
etten maar
t. De poo*
e gebroken
ft men het
or dit dier
is aange-
varx een
onge ooie-
gebruiken
toegedaan
ns dieren-
ar de ooie-
leven door
1 verzorgd-
ievaar niet
en.
een vrede-
te praten.
ing zal zs'
og worden
Het beroep van ziekenverpleegster is
en mooi beroep vooral voor hén die er
en zekere roeping voor gevoelen.
Die het moeilijke en zeer veel ver-
ntwoordelijkheid vragende beroep met
iefde beoefenen.
elaas heerst er aan verpleegsters een
■foot tekort. Het wordt steeds moeilij-
er voor de ziekenhuizen om de vaca-
"ures die ontstaan aan te vullen. Voor
erscheidene ziekenhuizen is er sprake
an een noodtoestand. Zo vermeldden
,e bladen, dat van het gemeentelijk
'iekenhuis te Zaandam twee zalen
eesten worden gesloten wegens gebrek
lan personeel. De patiënten moesten
laar naar andere ziekenhuizen worden
loorgezonden.
Voor de patiënten en voor de familie
uit de aard der zaak een ongewenste
toestand.
laen mag verwachten dat bij gebrek
jan verpleegsters de opleidingsmoge-
ijkheden voor verpleegster zo ruim mo
gelijk gesteld zullen worden.
Nu is de opleiding tot verpleegster in
;en bepaald ziekenhuis afhankelijk van
ïet aantal bedden waarover het zie
kenhuis beschikt. Indien dat aantal bed
ien beneden een zekere norm blijft dan
tan aan zo'n ziekenhuis geen verpleeg-
iterscursus worden gehouden.
Deze toestand doet zich voor aan het
liekenhuis te Kmmeloord. Het gering
lantal bedden waarover dit ziekenhuis
)eschikt maakt een verpleegsterscursus
laar onmogelijk. Het is het Eerste Ka-
nerlid mr. R. H. baron De Vos van
Steenwijk die dit door middel van
jchriütelijke vragen onder de aandacht
ran minister van Rooij brengt. Dit lid
ran de Eerste Kamer vraagt de minister
)f hij bereid is met het oog op de bij-
wndere positie van dit ziekenhuis in
3en nieuw ontgonnen gebied de voor
waarde voor het instellen van een ver-
ileegsterscursus te wijzigen. Het spreekt
i^an zelf dat de opleiding tot verpleeg-
iter aan zekere voorwaarden moet vol
leen. Een en ander is door een regeling
?an de minister van volksgezondheid bij
an groot personeelsgebrek is het zaak
Ie wet vastgelegd. Maar vooral in tijden
lie voorwaarden zo licht mogelijlc te
itellen. Opdat het tekort aan verpleeg-
iters zo spoedig mogelijk opgeheven
can worden.
We schreven boven dat het beroep
van verpleegster een mooi beroep is.
Speciaal voor hen die er roeping en
iefde voor gevoelen.
Het is hier niet de plaats om over het
beroep van verpleegster breed uit te
wijden.
Daarvoor schreven we deze regels
liet.
Wel om het gebrek aan verpleegsters
onder de aandacht van onze lezers-
iessen) te brengen.
Het is toch een noodzakelijk en on
misbaar beroep. Grote belangen van
ms volk inzonderheid van onze zieken
zijn er bij betrokken. Een goede ver-
iorging van onze zieken is toch zeker
en belang van de eerste orde.
Wat baat het indien we beschikken
3ver goed ingerichte ziekenhuizen, in
dien niet het verpleegsterscorps aanwe
zig is om de verpleging van de zieken
Dp zich te nemen.
Daarom is het zeer gewenst dat onze
meisjes zich niet aan dit beroep ont
trekken en anderzijds is het gewenst
Jat de voorwaarden van tot dit beroep
:e worden opgeleid, binnen het ver
antwoordde, zo soepel mogelijk worden
toegepast.
Wat moet mijn kind worden Dat is
een vraag, die jaar op jaar door de
ouders gesteld wordt.
Inzonderheid voor de jongens is dat
ien klemmende vraag. De lagere school
is doorlopen. Een keuze moet worden
gemaakt welke onderwijsinstelling voor
voortgezet onderwijs zal worden ge
volgd. Die keuze houdt ten nauwste
verband met het beroep, dat de leerling
kiest of heeft gekozen.
Maar hierin schuilt juist de grote
moeilijkheid. Waar heeft de leerling
aanleg voor.
Dit uit te maken is van het aller
grootste belang.
De keuze van het beroep en daarmee
Ik zoek eigenlijk een plaatsje als pas
sagier naar een dier beide havens.
Maar ging de matroos voort toen
Ik U met de waard hoorde praten en
onwillekeurig luisterde naar wat U
hem van uw omstandigheden vertelde,
Kwam de gedachte bij mij op, of ik niet
eens kennis zou kunnen maken met de
D|nnenvaart, en als ik U nu zeg, dat ik
Uitstekend in de plunje zit op het ogen-
Wik, al bezit ik slechts enkele guldens,
"iet de minste behoefte heb aan geld,
*el, waarom zoudt U het dan met mij
niet willen proberen, schipper
De schipper streek nadenkend met
ae harde vereelte hand door zijn witte
Daard en zei dan glimlachend: „Luister
eens maat, dan zal ik je een voorstel
™en. Jij zoekt scheepsgelegenheid naar
Antwerpen' of Vlissingen, nietwaar
™u, ik moet naar Vlissingen en nu kan
K met mij dat reisje kosteloos mee-
™en, op voorwaarde, dat je mij helpt
W] het werk, dat aan boord moet wor
sen gedaan. Te Vlissingen blijf ik waar-
*™jnlijk een dag of wat liggen, omdat
het volgen van de meest geschikte on
derwijsinstelling is vaak beslissend voor
het latere levensgeluk en het slagen in
de maatschappij. Hoevelen in het be
roeps- en bedrijfsleven nemen een
plaats in die hun eigenlijk niet ligt.
Die in hun werkkring en op de plaats
die ze in het maatschappelijk leven in
nemen niet die arbeidsvreugde hebben,
die ze zouden kunnen hebben in een
andere werkkring. Mensen die in ver
band met hun aanleg een verkeerd be
roep of een verkeerde werkkring heb
ben gekozen.
Het hoofd der school is bij het ver
laten van de school de vraagbaak voor
de ouders. En terecht. Hij weet wat er
in de leerlingen inzit. Hij kent hun aan
leg en karakter. Maar het leven is zo
gecompliceerd. De beioepsmogelijkhe-
den zijn zo vele. De kennis van alle
mogelijkheden voor opleiding en be
roep zijn zovele dat slechts een be-
roepsdeskundige een overzicht van het
geheel kan hebben. In de gecompli
ceerdheid van deze tijd moet het hoofd
der school wel te kort schieten omdat
hij alle mogelijkheden niet kan over
zien. Slechts een beroepsdeskundige
kan hier de noodzakelijke adviezen ge
ven. Een beroepsdeskundige in samen
werking met een psycholoog. Zijn kind
laten testen, laten onderzoeken wat voor
hem in verband met aanleg en karak
ter het meest gewenste beroep of de ge
schikte onderwijsinstelling is.
Uit de aard der zaak met medewer
king van het hoofd der school, wiens
adviezen van grote waarde zijn, omdat
hij de aanleg en het karakter van de
leerling kent. De leerlingen laten testen
voor welk beroep, of voor welke studie
ze geschikt zijn is eis van deze tijd.
De gelegenheid daarvoor is in het ge
hele land aanwezig. In alle grotere
plaatsen is wel een bureau gevestigd
van de Christelijke Psychologische
Centrales voor School en Beroep.
Waar men zijn kind kan laten testen,
waardoor men antwoord krijgt op de
vraag, voor welk beroep of studie de
leerling de meeste aanleg bezit.
Daar kan men in de gecompliceerd
heid van deze tijd niet meer buiten.
Omdat men dan in verband met aanleg
en karakter een verantwoord advies
krijgt over het beroep of de studie die
het meest passend is voor de leerling
en waarmee zijn later slagen in de
maatschappij in het nauwste verband
staat.
Weg pijn en nooit meer angst voor de
gevolgen van een smakelijk maal. Met
Rennies achter de hand kunt U zonder
zorgen alles eten, waarnaar een grage
maag vraagt. Komt de nood aan de
man, breekt zuurbrand uit: met Rennies
blust U afdoend, in een wip, onopval
lend
De gemeente Steilendam kan nu reeds de begroting 1958 aanbieden met een
post „Onvoorziene uitgaven" groot f 7685.38. Het blijkt wel dat in deze ge
meente de administratie tot en met bij is, want het is de eerste begroting voor
1960 die op ons eiland wordt aangeboden. Bij de toelichting is zoals gebrui
kelijk een beschrijvingsbrief gevoegd, waarin van het geheel een kort over
zicht wordt gegeven. We laten deze brief hieronder in zijn geheel volgen.
Ingevolge artikel 238 der Gemeente
wet bieden wij U hierbij de ontwerp
begroting voor het dienstjaar 1960 aan.
In tegenstelling tot de begrotingen
van voorgaande dienstjaren tasten wij,
wat betreft het dienstjaar 1960, volko
men in het duister, daar de Financiële
Verhouding tussen het Rijk en de ge
meenten tot op heden nog niet defini
tief is geregeld. Te dezer zake is bij
Koninklijke Boodschap van 10 april
1959 bij de Tweede Kamer der Staten
Generaal een ontwerp van wet inge
diend, dat nog niet in behandeling is
genomen. Het ligt volgens dit Ontwerp
in de bedoeling deze wet ook te doen
uitstrekken over het dienstjaar 1959,
zodat diverse posten van dat jaar nog
wijzigingen zullen ondergaan. Volgens
dit ontwerp van wet zullen de inkom
sten van onze gemeente sterk vermin
deren, daar, zoals wij reeds meerdere
malen hebben gememoreerd, de ge
meente Steilendam tengevolge van de
watersnoodramp op 1 februari 1953 een
hoog basis-bedrag voor de algemene
uitkering uit het Gemeentefonds is toe
gekend, n.l. 66,71 per inwoner.
Bezien wij echter onze uitgaven, dan
komen wij tot de conclusie, dat be
zuinigingen onmogelijk zijn aan te
brengen, daar de uitgaven meestal voort
vloeien, hetzij uit overeenkomsten, het
zij uit aangegane verplichtingen enz.
Bezien wij de inkomsten van deze ge
meente, dan zult U ongetwijfeld met
ons van mening zijn, dat deze tot het
maximum zijn opgevoerd. Op grond van
deze overwegingen zijn wij van mening
dat ons inkomstenpeil, om het even
wicht in de toekomstige begrotingen
niet te verstoren, niet kan dalen en on
getwijfeld art. 12 van het ontwerp van
wet toepassing zal moeten vinden, n.l.
het toekennen van rijkswege van een
aanvullende bijdrage uit het gemeen
tefonds.
Met dit laatste voor- ogen en het tij
dig hebben van een begroting vóór het
dienstjaar 1960 is deze begroting sa
mengesteld aan de hand van de be
staande financiële verhouding. Derhalve
zijn b.v. ook de vergoedingen ingevolge
de Lager-Onderwijswet 1920, aan de
zgn. buitengemeenten, die volgens het
ontwerp komen te vervallen, wederom
opgenomen, dit om het evenwicht in de
begroting niet te verstoren.
Zoals U uit de U aangeboden begro
ting blijkt, is zij overeenkomstig de
„oude wet op de Financiële verhouding
wederom sluitend, met een post „On
voorziene Uitgaven" van 7685,38 (vo
rig jaar 6940,63).
Evenals bij de aanbieding van de be
groting voor het dienstjaar 1959 is op
gemerkt, baren wederom dezelfde ob
jecten als in 1959 ons nog zorgen, zoals
de vismijn en het badhuis, alhoewel het
tekort op het badhuis voor 1960 sterk is
gereduceerd, n.l. ongeveer 425,Het
interieur is echter momenteel van dien
aard, dat wij hieromtrent nader op
terugkomen. De vismijn zal o.i. in de
nabije toekomst steeds een tekort blij
ven opleveren, maar gezien de ontwik
keling tengevolge van de afsluiting van
het Haringvliet, wordt in deze een af
wachtende houding aangenomen en de
tekorten ieder jaar ten laste van de
gewone dienst gebracht.
Wat betreft het uitvoeren van kapi-
taalswerken kunnen wij ons verheugen,
nu de financiële toestand in verband
met de nieuwe wet op de financiële
verhouding voor ons nadelig is, dat zij
grotendeels zijn uitgevoerd. Wij denken
hier aan de Voorstraat, als laatste ver
betering van het straatwerk, op het ge-
een nieuw sportterrein met kleedgele-
bied van de sport, het aanleggen van
genheid, de restauratie van het gym
nastieklokaal; ook is het algemeen rio-
leringsplan uitgevoerd, alhoewel t.z.t. in
verband met de afsluiting van het Ha
ringvliet een zuiveringsinstallatie voor
het rioolwater tot stand zal moeten ko
men.
Ook de toestand van de scholen, n.l.
de O.L. school en de Chr. Nat. school
bevredigt ons niet, maar gezien het feit,
dat deze oude gebouwen nog steeds
niet op de urgentielij st zijn geplaatst
om ze te vervangen, zal van nieuw
bouw in de nabije toekomst nog geen
sprake kunnen zijn. Wij zullen de be
voegde instanties echter steeds op de
noodzaak van vervanging blijven wij
zen.
Daar de gronden in ons huidig uit
breidingsplan bijna geheel zijn uitgege
ven, n.l. voor woningbouw complexen
van 8 en 7 woningen, particuliere bouw
8 woningen op erfpachtsgrond en enkele
particuliere woningen op aangekochte
grond, dient de noodzaak zich aan om
een nieuwe uitbreiding te creëren.
Hierover zullen U te gelegener tijd
voorstellen bereiken. Ook aan het ver
vaardigen van een struktuurplan voor
ons eiland willen wij onze medewerking
verlenen, waarvoor wij U zo spoedig
mogelijk een krediet zullen vragen.
Beide bovengenoemde plannen zullen
een deel van de post „Onvoorziene Uit
gaven" in beslag nemen, zodat uitein
delijk, mede gezien .de toekomstige fi
nanciële verhouding, een zeer voorzich
tig financieel beleid zal moeten wor
den gevoerd. Weliswaar zijn wij in het
bezit van een saldi-reserve van rond
100.000,— (rekening 1958 94.727,83),
maar in de toekomst zullen in het kader
van de ontwikkeling in dit gebied .ge
meentelijke voorzieningen dienen te
worden getroffen, waarvoor dit bedrag
waarschijnlijk aangesproken zal moeten
worden.
Voor het verkrijgen van een inzicht
uwerzijds laten wij hieronder een over
zicht volgen, waaruit blijkt, hoeveel
procent ieder onderdeel van de gemeen
tehuishouding van het beschikbare bud
get vergt:
Hoofdstuk
Omschrijving:
1959
1960
II
Algemeen Beheer
26,4»/o
27,2»/o
III
Openbare veiligheid
5,3»/o
5,8»/o
IV
Volksgezondheid
l,8»/o
l,6»/o
V
Volkshuisvesting
l,4«/o
l,7«/o
VI
Openbare werken
29,7»/o
30,3»/o
VIII
Onderwijs
18,l»/o
18,5»/o
IX
Maatsch. Zorg
13,- »/o
10,7»/o
X
Econ. aangelegenheden
0,7«/o
0,9»/o
XIII 1
Overige ink. en uitg.
0,6«/o
0,6«/o
2
Onvoorziene uitgaven
3,- »/o
2,7«/o
Totaal
Uit dit overzicht valt af te leiden,
dat diverse hoofdstukken in 1960 meer
van het budget gaan vergen, meestal
door salarisverhogingen, maar dat deze
verhogingen mede zijn gecompenseerd
door verlaging der uitgaven op hoofd
stuk IX, o.a. door verlaging subsidie
100,- »/o
100,- »/o
Instelling voor Maatschappelijke Zorg
en de opheffing van de Beschutte
Werkplaats.
Wij stellen U voor overeenkomstig
het door ons aangeboden concept, de
begroting voor het dienstjaar 1960 vast
te stellen.
Het Verbond voor Veilig Verkeer zal
in de komende herfst starten met een
aktie-programma, waarbij elke twee
maanden een bepaald facet van de veel
omvattende strijd tegen fle verkeers
onveiligheid aan de orde gesteld wordt.
In het kader van dit aktie-programma
zullen alle kategoriën weggebruikers op
prettige wijze worden voorgelicht met
instruktieve beschouwingen, artikelen,
illustraties etc. waarbij de pers, radio
en televisie zoveel mogelijk te hulp
zullen worden geroepen. De persdienst
van het verbond zal op grote schaal ar
tikelen en illustratiemateriaal gratis
ook veel personeels-, club- en huis-
verspreiden. Het Verbond hoopt, dat
organen aan deze vorm van voorlich
ting aandacht zullen willen besteden.
Met de invoering van een vast aktie-
schema volgt het Verbond een systeem
na, dat door de Duitse zusterorganisatie
de Bundesverkehrswacht, met veel suc
ces ongeveer een jaar geleden werd in
gevoerd in de vorm van het zgn.
„Schwerpunkt-Program."
In overleg met het Nederlandse Pae-
dagogisch Instituut voor het Bedrijfs
leven te Zeist, dat sinds kort als weten
schappelijk adviseur van het Verbond
fungeert, zullen in de komende maan
den de navolgende thema's worden uit
gewerkt:
1959 oktober-november Het oog op de
weg; december-januari Alkohol en weg
gebruiker;
1960 'februari-maart De regels van het
spel; april-mei U en uw voertuig; juni-
juli Vakantie en verkeer; augustus-
september Mijn dagelijkse weg.
De plaatselijke Verenigingen voor
Veilig Verkeer zijn vanuit Utrecht per
circulaire opgeroepen, hun plaatselijke
aktiviteiten zoveel mogelijk af te stem
men op het landelijke aktie-program
ma.
UW POLIS
dekking: ongevallenverzekering
ziektekosten
reisbagage
premie voor W. Europa
0,50 per persoon per dag.
en uw
z.g.n. Groene kaart
klaar terwijl U wacht bij:
Werknemers van een grote fa
briek in de Duitse stad Frankfort
hebben in de tuin bij de fabriek
een groot verticaal schaakbord
geplaatst, waarop zij in de mid
dagpauze wedstrijden spelen, die
voor iedereen er omheen gemak
kelijk te volgen zijn. De stukken
zijn voorzien van pennetjes aan
de onderzijde die in gaatjes in de
vakken kunnen worden geprikt.
Boven het bord is een dakje ge
maakt, zodat spelen ook bij slecht
weer mogelijk is.
Kantoor Middelharnis
Kade 5 Telef. 2268
Zitdagen te
Sommelsdijk op de beurs
Oude Tonge op de beurs
Dirksland op de beurs en don
derdags 's avonds van 6-7 uur in
Hotel Polderman.
De Bank voor
Goeree en Overflakkee.
Alle bankzaken en financieringen
Aan- en Verkoop Effecten.
Beleggingsadviezen
Handelsbemiddeling
Valutazaken
Een girorekening bij ons biedt
VELE VOORDELEN
Komt U eens praten. Uw belan
gen hebben onze persoonlijke
aandacht.
ST. MAARTENSDIJK
Geslaagd, Te Boxtel slaagde voor het
diploma vakbekwaamheid dhr. P. M.
Lindhout alhier, en te Bergen op Zoom
Lindhout voor vakbekwaamheid schil-
derspatroon (dit is de zelfde persoon).
Voor het middenstandsdiploma slaag
de mevr. M. Lindhout-Witteveen even
eens woonachtig alhier.
THOLEN
Hoogwater in de week van 23 t.m.
29 augustus 19S9.
Z. v.m. 6.37 uur en nam. 18.50 uur;
M. v.m. 7.10 uur en nam. 19.22 uur;
D. v.m. 7.46 uur en nam. 19.55 uur;
W. v.m. 8.26 uur en nam. 20.36 uur;
D. v.m. 9.14 uur en nam. 21.36 uur;
V. v.m. 10.20 uur en nam. 22.50 uur;
Z. v.m. 11.44 uur en nam. uur;
Woensdag 26 auf. Laatste Kwartier te
9.03 uur.
ik lading aan boord heb, die daar moet
worden gelost en dan hoop ik, als het
God belieft, daar weer nieuwe kracht
te vinden."
„Van harte neem ik het voorstel aan,
schipper", antwoordde de matroos on
middellijk. Nog één vraag: Als ik bij U
gedurende de reis naar Vlissingen aan
boord goed mijn best doe, en ik herhaal
daar mijn voorstel van daarstraks, wat
zou U dan zeggen
„Dat we daar, als we met Gods hulp
veilig in de haven liggen, nog wel eens
op ons gemak over praten kunnen, maar
nu gaan we naar boord. Zeg me eerst
je naam, maat; mij noemt men schip
per Rudeman, dat heb je misschien
baas Joris al wel horen zeggen."
„Mijn naam is Adriaan Nitzema."
Lachend antwoordde de oude schip
per: „Dan ben je aan boord van de Ba-
to, onze Arjaan, als je dat goed vindt."
Kort daarna namen de beide varens-
gasten afscheid van de Vuurbaak.
Een ogenblik hielden de stevige vin
gers van de waard Adriaans hand vast
en hij zei met nadruk: „Van die oude
man kan je méér leren dan varen, jon
ge maat; ik wou, dat je bij hem kon
blijven een paar jaar, dan zou je mo
gelijk over veel dingen anders denken
dan je nu doet. Vaarwel
HOOFDSTUK 5.
OP DE BATO
Adriaan Nitzema keek nog eens ach
ter zich om naar de Vuurbaak, nu hij
met zijn plunjezak op de rug naast de
witgebaarde schipper voortstapte naar
de haven en hij kon het zich niet ver
klaren, hoe het kwam, dat hij zich zo
tot de waard en schipper Rudeman
voelde aangetrokken, hoewel ze hem
beiden feitelijk nog volkomen vreemd
waren.
Helder en- vrolijk straalde de mor
genzon op het bedrijvige leven in het
thans drukke havenkwartier, waar het
laden en lossen in volle gang was. „Kijk
schipper," zei de jonge man, „zie je
daar die schoener liggen met de Engelse
vlag aan de gaffel Daar ben ik gis
teravond afgemonsterd en toen ik hier
met een paar Engelse maats voet aan
wal zette, had ik zeker niet kunnen
dromen, dat ik weer zo gauw onder zeil
zou gaan."
„Niemand weet wat lot hem morgen
wacht, Arjaan," antwoordde Rudeman
en hij voegde er bij: „Het is maar goed
ook, dat wij het niet weten; 't is vol
doende er van overtuigd te zijn, dat
God het roer van ons levensscheepje in
handen houdt; tenminste, zo denk ik er
over."
De jonge matroos knikte zwijgend bij
de woorden van zijn metgezel, en deze,
die telkens een groet of een opmerking
wisselde met bekende schippers op de
vaartuigen, die voor de wal lagen, wees
met de vinger naar een meer achteraf
liggende schuit. ,Zie je die tjalk daar
met de oranjewimpel in top Dat is
mijn schuit en daar moeten we wezen.
En zie je die vrouw op de voorplecht
zitten
„Jawel schipper", antwoordde de ma
troos, „als ik me niet vergis, is ze bezig
met aardappelen schillen."
„Juist Arjaan, je hebt goede ogen,
maar laat ik je eerst iets vertellen van
mijn dochter vóór we aan boord zijn,
want dat moet je toch weten. Mijn bei
de zoons heb ik kort na elkaar verlo
ren. Onze enige dochter, die van haar
geboorte af altijd wat achterlijk is ge
weest, werd door deze smartelijke ver
liezen veel erger en toen een jaar gele
den ook mijn vrouw is heengegaan, heb
ik mijn huisje aan de wal verkocht en
mijn ongelukkige Jette bij mij aan
boord genomen, waar je haar dadelijk
zult ontmoeten."
Op kalme rustige toon had de oude
man met deze enkele woorden zijn met
gezel een blik doen slaan in de levens
weg, die achter hem lag, en de matroos
kon niet nalaten te zeggen: „Wat U me
daar zo kort hebt verteld, schipper Ru
deman, lijkt me genoeg om een mens
voor altijd zijn levenslust te doen ver
liezen. Toch schijnt het mij toe, alsof
ge nog welgemoed de kop boven water
kunt houden, dat is meer dan ik kan
begrijpen."
„Daar praten we nog wel eens over,
Arjaan," antwoordde de oude man.
„Kijk", vervolgde hij, „Jette heeft mij
al in het oog, ze zet haar aardappelbak
neer en staat op om te kijken, wie ik
meebreng; ze zal vreemd opzien, als ik
met een knecht aan boord kom, die een
kop groter is dan ik."
Om op de Bato van schipper Rude
man te komen, waren de mannen ge
noodzaakt, hun weg over een vlak te
gen de wal liggend gaffelschip te nemen
maar dat waren de varenslui gewoon
en met een in sterk Vlaamse tongval
uitgesproken groet en een voor Adriaan
onverstaanbare opmerking over het
weer, liet de gemoedelijke Gentse
schipper de mannen passeren. Terwijl
haar vader, door Adriaan Nitzema ge
volgd aan boord stapte, bleef Jette, met
een schuwe blik in de goedige blauwe
ogen, de jonge zeeman aanstaren, zon
der blijkbaar acht te slaan op diens
groet.
Jette was een stevig gebouwde vrouw
ongeveer vijf en dertig jaar oud en al
leen de schuwe, dwalende blik in haar
ogen zou de vreemdeling kunnen doen
vermoeden, dat iets aan haar verstan
delijke vermogens haperde.
„Kijk, Jette", zei de schipper, „ik
breng een jonge man mee, die met ons
naar Vlissingen varen wil; je zult er
dus nog wel een paar aardappelen bij
moeten schillen en voor vanmiddag een
stukje spek meer bakken."
Jette knikte even met het hoofd, om
dan onmijidellijk met haar aardappel-
bak in het achteronder te verdwijnen.
zonder de groet van de matroos be
antwoord te hebben. Adriaan Nitzema
gevoelde diep medelijden met deze
lichamelijk zo flink ontwikkelde vrouw
en hij kon niet nalaten tegen de schip
per te zeggen:
„Is het geen zonde en jammer, dat
zo'n flinke, knappe vrouw zo diep on
gelukkig moet zijn Een mens van haar
leeftijd en postuur, met ogen en hou
ding van een kind, dat verlegen is voor
een vreemde, 't Is wel droevig."
,En toch is ze niet ongelukkig, Ar
jaan," merkte de schipper op, „tenmin
ste nu niet meer; als je lang genoeg
aan boord van de Bato bleef, zou je
zien, dat ze betrekkelijk gauw aan je
gewend raakte, en dan kon je haar
iedere dag de liedjes horen neuriën, die
mijn jongens haar leerden als we thuis
waren; het is, alsof haar geest is blij
ven stilstaan omstreeks de tijd, dat ik
thuis kwam met het lijk van haar jong
ste broer aan boord, 't Is eigenaardig",
voegde de oude man er bij, dat jij in
je uiterlijk wel iets hebt van hem, en
dat je ook Arjaan heet, evenals hij.
Maar nu gaan we even samen de schuit
bekijken en dan zullen we zien, wat we
het eerst aanpakken; werk is er aan
boord genoeg."
(Wordt vervolgd)