Nieuwe Tonge moesi noodzakelijk siraaibelasiing verhogen Gulden-regeladie Verbond Veilig Verkeer werd een succes e sluikeR Hulde aan Zr. Kieviet te Oude Tonge Diploma Loonsproeiers Structuurplan vond goedkeuring kleuren porireiien Pluimveemarkt Thans ook Vervolgverhaal Bladz. 2 „E I L A N D E N - N I E U W S" Dinsdag 21 juli 1959 De gemeenteraad van Nieuwe Tonge waren de heer de Reus wegens ziekte De agenda van 24 punten werd in zeer sluiten moesten niet worden genomen; vaststellen van jaarrelceningen, begrot: Alleen werd gediscussieerd over de v. Opstellen zich tegen stelde. Voor het ool< liier een bepaald bedrag gevoteerd. Na opening door de voorzitter burge meester Chr. van Hofwegen werden de notulen vastgesteld en volgden de me dedelingen die voetstoots onder de ha mer doorgingen behalve bij Iret laatste punt, waar de afd. reclassering van het Leger des Heils om subsidie vroeg. De heer Tijl vond hot Leger een nut tige instelling en zag gaarne dat er eni ge subsidie aan werd gegeven. De voor zitter antwoordde dat het betrelïking had op IVIaatsch. Werk;; daarom heeft b en w geadviseerd ziclr tot deze instel ling te wenden. De heer Tijl wenste geaclit te zijn te gen te hebben gestemd. De rioolbelastingverordening werd op ministrieel verzoek gewijzigd en op nieuw vastgesteld. Aankoop grond uitbreiding begraaf plaats. In november 1958 zijn enkele percelen grond aangekocht voor uit breiding van de begraafplaats. Het is evenwel gebleken, dat een grotere oppervlakte nodig zal zijn dan toen aangekocht, willen alle graven zo als door het Instituut Stad en Land schap geprojecteerd, daarop geplaatst kunnen worden. Van de Diaconie der Herv. Gemeente werd van liet perceel Sectie A no. 1093 slechts 5798 ca aan gekocht terwijl het gehele perceel, groot 7790 ca nodig zal zijn. B en w stelden daarom voor van het perceel sectie A no. 1093 iiet restant aan te kopen, groot 1992 ca a 1,35 per ca. of 2689,20 in totaal. De heer Tijl begreep niet waarom er grond te kort was en men nu met een „kwakje" van achter kwam. Dit lichtte de voorz. toe en motiveerde dit als een fout in de eerste opmeting. IVIen leurde het goed. Goedgevonden werd een voorstel om bij de berekening van de gratificatie bij ambtsjubileum van rijksambtenaren ook de kindertoelage en kinderbijslag, welke tot nu toe buiten beschouwing waren gelaten, in aanmerldng te ne men. Volgde het voorstel verlenging ge meenschappelijke regeling en statuten N.V. Emgo. De algemene vergadering van aan deelhoudsters heeft besloten beide re gelingen weer voor de tijd van 30 jaar te verlengen. Rekening houdende met de wet ge meenschappelijke regelingen kan de be staande gemeenschappelijke regeling worden vereenvoudigd. Een exemplaar van de concept-regeling ligt ter inzage. De statuten werden door voornoemde vergadering in beginsel zodanig gewij zigd dat aan art. 16 een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende: Deze vertegenwoordiger moet woon achtig zijn in de betreffende gemeente of ambtelijk met de betreffende ge meente verbonden zijn. Voldoet de vertegenu'oordiger niet meer aan het gestelde in de vorige alinea, dan blijft hij zolang commissaris totdat in de eerstvolgende vergadering van aan- deellroudsters in zijn opvolging is voorzien." De bepaling werd ingevoegd om te kunnen voorliomen dat als vertegen woordigers van oen gemeente iemand zou worden benoemd die in het geheel geen band met die gemeente heeft. De lieer Tijl zag het liever zo gefor muleerd, dat de betreffende vertegen woordiger raadslid moet zijn. De voorzitter antwoordde dat het ar gument van de Emgo is, dat er dan teveel „politiek" bij komt. „Nu niet zeker merlite dhr. Tijl op. De voorz. antwoordde dat hij als commissaris dan oolc zijn functie er aan zou moeten geven. Hij is geen raadslid. „Dat is dan ook alles", aldus de heer Tijl. Laten we dan zeggen „raadsleden en burgemeesters De voorz. vond hot de maximum be reikbare redaktie. Weth. Opstelten meende dat deze re- dalrtie zó gesteld was, dat een burge meester althans in dezelfde gemeente moet wonen. Verder is de zetel van een raadslid wisselbaar, waardoor hij als kwam vrijdagavond bijeen. Afwezig en de lieer van Eesteren was op reis. korte tijd afgehandeld. Bijzondere be- het betrof in hoofdzaak goedkeuren en ingen, wijzigingen, verordeningen enz. verhoging straatbelasting, waar weth. opstellen van de struktuurschets werd niet-raadslid tocli nog vertegenwoordi ger van de Emgo kan zijn. Het slaat echter meest op de commissarissen. De voorz. ging in op liet laatste en zei dat men de commissarissen méér wil binden dan de plaats zelf. Voorheen kon b.v. iemand uit Oude Tonge de ge meente Den Bommel vertegenwoordi gen, wat nu uitgesloten is. Men nam het voorstel aan. De jaarrekening 1958 Gemeentel. In stelling voor Maatschappelijke Zorg, van het Woningbedrijf 1958 en de ge meenterekening 1958 werden vastge steld. Voor de laatste bracht de voorz. een bijzonder woord van dank aan het secretarie-personeel dat de achterstand die er was in zo korte tijd was ingelo pen. Onderwijs Voorlopige vaststelling uitgaven open baar lager onderwijs 1958. Over 1958 werd werkelijk uitgegeven f 8.089,31. Beschikbaar gesteld werd 8.118,46. Het verschil tussen het bedrag onder 1 en 2 bedraagt 29,15 (minder uitge geven dan geraamd). Betreffende het kleuteronderwijs werd voor onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhou den van de school uitgegeven 2212,10. Bij de vaststelling van de begroting 1958 werd beschikbaar gesteld 2730,—, zodat 517,90 minder werd uitgegeven. Voor onderhoud en aanlioop van schoolmeubelen, ontwikkelingsmateriaal hulpmiddelen en sclioolbehoeften werd uitgegeven 1039,27, terwijl bij vast stelling van de begroting 1958 beschik baar werd gesteld 569,10. Er werd al zo voor dit onderdeel 470,17 meer uit gegeven. De heer v. d. Doel stelde over de laat ste post een vraag waarop de voorz. antwoordde dat dit met de Rijksvergoe- ding werd verrekend. Woningwetbouw Van het college van b en w was hier over het volgende prae-advies. „In overleg met U hebben wij het college van Ged. Staten in deze Pro vincie reeds vóór de aanvang van dit jaar en ook enkele malen daarna ver zocht deze gemeente voor 1959 een bouwcontingent toe te wijzen. Wij hebben dit verzoek uitvoerig ge argumenteerd door te wijzen op de nog steeds aanwezige behoefte dan te wijzen op de noodzaak van krotoprui ming overeenkomstig het door U vast gestelde saneringsplan, doch bovenal door te wijzen op de noodzakelijke aan vulling van de werkgelegenheid in de bouwvakken. Daarbij hebben wij nog in herinne ring gebracht dat in 1958 geen bouw contingent werd toegewezen. Nog steeds ontbreekt elk bericht over het al of niet toewijzen van een overi gens bescheiden contingent. Daar het jaar 1959 inmiddels reeds voor meer dan de helft is verstreken en de administratieve afwikkeling toch ge ruime tijd in beslag neemt, besloten wij enige tijd geleden het kleinst denkbare bouwplan geheel bestedingsklaar te ma ken en voor goedkeuring in te dienen. Ons voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden voor grond- en bouwvoor schot ten behoeve van 5 woningwet woningen en het aanvragen van rijks- voorschotten en- bijdragen in verband daarmede, behoort tot onze alwikke- lingsplannen van de omvangrijke ad ministratieve voorbereiding. Wij hopen door deze maatregelen in staat te zijn om onmiddellijk na het be richt over het toewijzen van een bouw contingent, tot aanbesteding over te gaan." Begrotingswij zigingen Uit een klacht van de kerkeraad van de Geref. Gemeente is b en w gebleken en uit een door de gemeente-architect ingesteld onderzoek is bevestigd, dat de dakbedekking van het van de gemeen te gehuurde kerkgebouw is versleten. Voorgesteld werd de oude bedekking en de niet meer noodzakelijke lichtkap af te breken en het dak van een nieu we afdekking te voorzien. Benodigd krediet 900,—. De Ned. Padvinders afd. Nieuwe Ton ge verzoekt in verband met de nood zakelijke aanschaf van een vlag, een vlaggenstol?;, een vlaggen.stok-lelie, een bandelier en een welpentotem een één malige subsidie ad 105,80. B en w onderschrijven het belang van dit reeds verrichte jeugdwerk en stel den voor dit werk te stimuleren door het toekennen van het gevraagde sub sidie. De fietsenstalling ten behoeve van de leerlingen van de openbare lagere school is zeer onvoldoende. Aanbouw van een overdekte stalling stuit op ar chitectonische bezwaren. In overleg met het hoofd der school is daarom be sloten de overdekte fietsenstalling te reserveren voor de kinderen komende van buiten de bebouwde kom. Bij wijze van proef stelden b en w voor om ten behoeve van de andere rijwielen een wat ordelijker stalling te bereiken door toepassing van 10 „Velopta" rijwiel- klemmen aan de muur. Het daarvoor benodigde krediet bedraagt 70, Blijkt deze oplossing inderdaad aan vaardbaar, dan ware een groter aantal klemmen aan te brengen b.v. 50 zodat het totaal benodigde krediet 350,zal bedragen. De Stichting voor de Voor- en Nazorg van Geesteszieken in deze provincie heeft zich tot ons gewend met het ver zoek de jaarlijkse subsidie te willen bepalen op 0,085 per inwoner. Hier door zal de stichting beter in staat zijn haar werk te verrichten en b en w on derschrijven dat een goede voor- en nazorg van geesteszieken tenslotte lios- ten besparend op de verpleeggelden kan werken. Momenteel worden voor rekening van deze gemeente 8 patiën ten verpleegd, met een totale netto-ver- pleegprijs ad 15.500,Daar in de begroting reeds een subsidie ad 0,075 per inwoner werd uitgetrokken, was het voorstel de betreffende post met 22,te verhogen. De heer Tijl juichte het toe dat de gemeente subsidie aan de Padvinderij verstrekt. De heer Ariese is er steeds op uit de jeugd bezig en daarmee van de straat te houden. Alle wijzigingen werden zonder bespreking goedgevon den. Een stukje grond aan de heer T. C. Bijdevaate behorende tot de voorma lige vuilnisbelt werd verhuurd voor het bouwen van een loods. Hij moest zich verplichten het terrein na 2 jaar aan te kopen voor 2,per m'-. Struktuurplan In vervolg op de in 1957 gehouden lezingen besloot de raad maart 1958 aan het Instituut Stad en Landschap op te dragen, het opstellen van een struk tuurplan voor deze gemeente. De voorlopige studies voor dit plan hebben aangetoond dat onderzoek van een aantal andere aspekten noodzake lijk is, doch dan zo mogelijk voor de gehele streek. Het verheugde b en w dat deze bereidheid aanwezig blijkt te zijn. Gedacht wordt aan een weten schappelijke voorlichting van het Economisch Technologisch Instituut voor Zuid-Holland en van het Land bouw Economisch Instituut, aangevuld met de in deze gemeente reeds verkre gen informaties van het Instituut Stad en Landschap. De gezamenlijke gemeentebesturen van het eiland, of commissies daaruit, zullen naar ons aanvankelijk oordeel hebben te rapporteren over: 1. de agrarische ontwikkeling; 2. de industriële ontwikkeling; 3. de recreatie; 4. het vervullen van woonfunctie voor buiten de streek gelegen werkgebieden; 5. de vraag of de mogelijice bevol kingsgroei al dan niet moet wor den geconcentreerd in bepaalde gemeenten. Uit deze rapporten zal een struktuur plan, een bestemmingsplan in hoofd zaak moeten resulteren en daarna zal dan een werkplan moeten worden op gesteld. B en w achten het van uiter mate groot belang dat de voorgestelde concentratie van gedachten tot stand komt, opdat o.a. bereikt wordt dat de streek een geheel eigen geluid kan la ten horen. Al te veel is thans de situatie zo dat een aantal buiten de streek wonende en levende personen hun visie geven op Zoals bekend, is zr. Kieviet, wijkver- pleegster van het Groene Kruis alhier, na een langdurige ziekte in deze ge meente teruggekeerd. Zr. Kieviet is inmiddels gepension- neerd, dus van een officieel afscheid was niets kunnen komen. Enkele personen, t.w. de dames mevr. J. van den Berg-van den Doel en mej. M. Drooger, alsmede de heren C. Ge braad, H. P. Dijkgraaf en D. van den Tol, hadden het plan opgevat de terug keer van zr. Kieviet niet ongemerkt te laten voorbijgaan. Bij de ingezetenen werden gelden ingezameld, teneinde enige stoffelijke blijken van waarde ring te kunnen aankopen. J.l. donderdagavond zijn deze de zus ter aangeboden. Genoemde dames en heren waren daartoe naar de nieuwe woning van zr. Kieviet getogen, waar de heer van den Tol de zuster toesprak en daarbij aan haalde dat het een zeer goede gewoonte was om bij een afscheid, naast de ge bruikelijke woorden van waardering, stoffelijke blijken, de woorden te doen onderstrepen. Daar het wegens ziekte niet mogelijk was geweest bij het neer leggen van haar functie dit te doen, werd deze gelegenheid (haar terugkeer) te baat genomen om haar alsnog dank te betuigen voor al het goede werk dat zij in Oude Tonge had verricht en waar bij hij haar namens de bevolking mocht aanbieden: een nieuw radiotoestel met bijbehorende tafel, twee stoeltjes, en een driepits-gasstel. Hij hoopte dat de zuster nog lange jaren van één en ander zou mogen genieten en dat haar ge zondheid mag blijven toenemen. Zeer onder de indruk dankte zr. Kieviet voor deze blijken van waarde ring. Zij begreep, dat" het onmogelijk is iedereen die daarvoor bijdragen had den geschonl^en persoonlijk dank te be tuigen, hoe graag zij dit ook zou willen doen, maar in de handdruk die zij de heer van den Tol gaf, vertolkte zij haar dank aan allen. Bij de overdracht waren haar familie leden tegenwoordig, alsmede de heren dr. Voogd en Gebr. Kosten. De Gulden Reger'-actie van het Ver bond, waarbij gedurende drie achter eenvolgende weken weggebruikers wer den getest op hun kennis van de „Gul den Regels" van het verkeer, is een groot sukses geworden. Bij de onder vragingen, door het Verbond en de N.C.R.V. in nauwe samenwerking met Rijles- en Gemeentepolitie gehouden, bleken de „Gulden Regels" in brede kring bekendheid te liebben gekregen. Wekelijks werden enkele honderden Op ons eiland zijn een aantal perso nen geslaagd voor het diploma „Spuiten in de Landbouw", zowel theoretisch als praktisch, dus erkenning loonsproeier. Het zijn de heren: L. Bestman te Dirks- land; J. C. A. v. d. Doel; S. J. v. d. Doel A. Kardux en J. Kardux te Oude Ton ge; J. Mastenbroek te Sommelsdijk; L. Nelisse te Nieuwe Tonge; C. van Rumpt te Stad aan 't Haringvliet; F. Verhoeve i te Stellendam; B. Vroegindeweij te Mid- delharnis. Deze geslaagden zijn allen als gediplomeerd loonsproeier door de plantenziektekundige dienst te Wage- ningen erkend. Dit zijn de enige gedi plomeerde loonspuiters op Goeree- Overflakkee. Op de pluimveemarkt van vrijdag 17 juli 1959 werden aangevoerd 4500 kip pen. Kippen (witte) 1,40—1,50 per kg levend gewicht; kippen (gekleurd) 1,35 1,45 per kg levend gewicht; tamme konijnen 4,------10,per stuk. Iets ruimer aanbod van kippen met levendige handel en de prijzen iets da lende. de streek en haar bewoners en daardoor dikwijls voedsel geven tot het vormen en verspreiden van uitermate gevaar lijke legenden. Voor het beoogde doel werd een kre diet van 2 X 0,15 per inwoner be- schili:baar gesteld, resp. 1 x ten laste van de begroting 1959 en 1 x ten laste van de begroting 1960. Afschrijvingspolitiek. In verband met de zorgwekkende positie van de begroting 1959 heeft de voorzitter van het college aan de raad een uitgebreide nota doen toekomen en daarin o.a. voor gesteld de kapitaalslasten (rente en af schrijving) over de jaren 1959 tot en met 1962 te beperken tot een maximum bedrag van 110.000,per jaar en het daardoor naar de kapitaaldienst uit te stoten bedrag in verband met de in die jaren ontstane ruimte te dekken in de jaren 1963 tot en met 1968. Met deze afschrijvingspolitiek ging de raad akkoord. Wijziging verordening op de straatbelasting. In zijn nota van 5 juni 1959 heeft de voorzitter voorgesteld de straatbelas ting te wijzigen in die zin dat het lief- fingspercentage „gebouwd" wordt ge bracht van 5.5 op 7 en het heffings percentage „ongebouwd" van 3.5 op 4. Het eerste lid van artikel 4 van de verordening op de heffing van een straatbelasting zou in verband daar mede m.i.v. 1 januari 1959 moeten wor den gewijzigd. Hierdoor zal een meer dere ontvangst kunnen worden ver wacht van 1.300,per jaar, n.l. 10.70,— voor „gebouwd" en 230,- voor „ongebouwd". Zoals in vorenbedoelde nota reeds tot uitdrukking komt, zijn- de jaarlijkse las ten van onderhoud en aanleg van stra ten en wegen sinds 1952 verdrievoudigd. Ook in de memorie van toelichting op het wetsontwerp „Financiële Verhou ding tussen Rijk en Gemeenten" wijst de regering op het verschijnsel dat in het gehele land deze lasten in de laat ste jaren tenminste zijn verdubbeld en daarbij op de wenselijkheid dat de hef fingspercentages voor de straatbelas ting worden verhoogd. De heer Tijl zou er zich mee vereni gen omdat het nu eenmaal moest, maar wilde gelijk de huisvuilbelasting be handeld zien, omdat dit anders lag en de minst draagkrachtigen trof. „U krijgt het afzonderlijk voorge steld" zei de voorzitter. Weth. Opstellen zei dat het een meer- derheidsvoorstel was: Hij kon zich niet met belastingverhoging verenigen, al wilde hij het wel voor één jaar. De mensen die de straatbelasting treft, zijn meest mensen die hoge polderlasten moeten betalen. Voor gebouwd zijn er hoge lasten van de Dijkring en spr. wilde niet nu nog eens verzwaring van deze lasten. Hij was het niet eens met dhr. Tijl, dat alleen de beter-gesitueer- den getroffen werden. Er zijn wel eige naren, van huizen e.d. maar dan zijn het nog geen kapitalisten. Spr. vond het een onredelijk ding en was er tegen. De voorz. deelde deze mening wel, maar de straatbelasting is de enige die binnenkomt voor aanleg straten en we gen. Het is een zeer geringe verhoging. Waarschijnlijk zullen de hogere kosten van straten en wegen aanleiding zijn voor een herziening uitkering van de fondsen Rijk en Gemeenten. Bij de stemming was weth. Opstelten tegen. Rest voor, aldus aangenomen. De wijziging op de verordening huis vuilbelasting werd z.h.s. aangenomen. De begroting woningbedrijf moest een wijziging ondergaan in verband met de rijksbijdrage in de huur van de be jaardenwoningen en op de gemeente begroting 1959 moesten ook nog enige overboekingen plaats hebben. Voor de brandweer moest een krediet verleend groot 350,voor nieuw ma teriaal. Aangegaan werd een kasgeldlening groot 300.000,— met de Rijkspost- spaarbank voor 1 jaar tegen een rente van 2Vs"/o. In de rondvraag vroeg de heer Tijl om de z.g. siersloot eens door te spoe len met water uit de nortonpomp en de heer v. d. Doel vestigde de aandacht op een tijdige besnoeiing van het houtge was in de gemeente. Aan beide zaken zal aandacht worden geschonken. Daarna sluiting met dankgebed. Fotohandel J. Zandstra Sommelsdijk weggebruikers ondervraagd. Daarbij wist 92"/o van de voetgangers de twee hun gestelde „Gulden RegeF'-vragen goed te beantwoorden. In de (brom) fietsersweek bedroeg dit percentage 96"/o, terwijl de automobilisten-, motor en scooterrijders er het slechtste afkwa men met 87,5%. Bij de beantwoording van de „onvoor bereide" verkeersvraag kwamen merk waardige resultaten aan de dag. Zo wist slechts 26,5''/o van de ondervraagde voet gangers, dat men onder normale om standigheden bij het oversteken binnen 50 meter van een beschermde over steekplaats verplicht is, van die over steekplaats gebruik te maken. Wonder lijk genoeg bleken de stedelingen met deze bepalingen slechter op de hoogte, dan zij die in de provincie wonen. In Arnhem, Amsterdam en Nijmegen wist niemand deze vraag te beantwoor den, maar b.v. in St. Annaland, Eecsel of Utingeradeel wèl. Ook bleek hierbij, dat de jeugd met dit soort zaken beter op de hoogte is dan de gemiddelde weg gebruiker, wat stellig aan het ver- Iceersonderwijs mag worden toegeschre ven. In de (brom)fietsweek wist 78'Vo van de aangehouden (brom)fietsers, dat men als fietser één-, als bromfietser géén dier mag geleiden. Een van de laatste aanvullingen op het Wegenverkeersre glement, waarbij invoeg- en uitrij stro ken worden toegevoegd aan de plaatsen waar men niet mag wachten (dus wd „stoppen"), bleek bij de gemotoriseerde weggebruiker heel slecht bekend: slechts 28,7% van de ondervraagden gaf toe, dat men op een dergelijke strook mag stoppen om iemand te laten in- of uitstappen. In het kader van de „Gulden Regel"- aktie heeft het Verbond 1.300.000 fol ders met Gulden Regels" doen ver spreiden, terwijl 35.000 affiches en raambiljetten ,Veilig uit. Veilig thuis" werden opgeliangen. Dit nieuwe fleuri ge affiche prijlct ook gedurende de ge hele maand juli in 700 Nederlandse postkantoren, „Waarom daar wel In het kader van de zomer-aktie voor een veiligverkeer heeft het Verbond een kort filmpje doen vervaardigen, dat onder de titel „Waarom daar wel....?" een parallel trekt tussen cle sport ener zijds en het verkeer anderzijds. Waarom zo kan men zich onwillekeurig af- I vragen worden op het sportveld de beginselen van samenspel als een van- zelfsprekendheid geaccepteerd en ge schiedt dat in het verkeer niet. Dit sug gestieve filmpje vervaardigd onder regie van Joop van Essen door Mirror Film N.V. te Amsterdam houdt een appèl in tot meer sportiviteit en sa menspel in het verkeer. Wedstrijd over „kapstokartikel' In het kader van het door het Ver bond in samenwerking met de N.C.R.V. verzorgde donderdagavond-radiospel „gelijk oversteken" is donderdag j.l. een landelijke wedstrijd gelanceerd, waar aan iedere Nederlander kan meedoen. Wie de inhoud van artikel 25 van de Wegenverkeerswet wel oneerbiedig het kapstokartikel genaamd weet te zetten in een bruikbare slogan voor het Verbond, dingt mee naar het winnen van een volledig uitgerust dames- of herenrijwiel, beschikbaar gesteld door de firma Gazelle te Dieren, of als tweede prijs naar een fraaie Zeiss kamera. Voorts worden onder goede in zendingen een aantal troostprijzen ver loot, waaronder een tiental fraaie Falk- autokaarten van Nederland. Artikel 25 luidt: „Het is verboden zich op een weg zo danig te gedragen dat de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt be lemmerd of de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht of redelijkerwij ze is aan te nemen, dat de veiligheid op de weg in gevaar kan worden ge bracht." De jury bestaat uit de heren: Overste Jhr. A. M. C. Molerus, Districtsknra- mandant der Rijkspolitie te Apeldoorn. J. S. de Jong, Commissaris van Politie te Apeldoorn. M. S. Zandt, Hoofd van de afdeling Propaganda van het Verbond en Mr. J. C. Hooftman, Hoofd van de afdeling Public Relations van het Verbond. De inzendingen moeten vóór 23 juli a.s. worden gericht aan het Verbond voor Veilig Verkeer, Postbus 151 te Utrecht onder letter P. door W. Schippers Op deze zomerdag was er nog een schipper bij hem geweest om een voor schot. Nadat de man uitgesproken was, had hij hem te kennen gegeven, dat hij hem niet helpen kon, en toen deze zijn belangen nog verder wilde bepleiten, had de Gorter kort en bondig de reden gezegd, waarop zijn weigering was ge grond. „We behoeven er niet verder over te spreken, vriend, je vaart met je broer samen op een schuit, waarmee voor geen twee schippers brood te verdienen valt. Je hebt er samen als jongens met je vader op gevaren en toen ging het nog; de oude man behoefde jullie slechts een zakduitje te betalen, maar thans ben je allebei getrouwd en als je schuit de helft meer kon laden, zou het wellicht nog gaan; thans is er maar één kans om de kop boven water te houden: of jij, of je broer moet het schip ver laten, en de overblijvende moet het werk klaarspelen met een halfwas en zijn vrouw bij zich aan boord nemen. Daardoor wordt de huur van een wo ning aan de wal uitgespaard. Dat is je enige kans." De arme kerel had met neergeslagen ogen geluisterd naar de man tot wie hij gekomen was, om tijdelijke hulp uit moeilijkheden. Hij gevoelde maar al te goed de bittere werkelijkheid van de woorden, die Andries de Gorter hem met zijn ijskoude stem toevoegde. Met gebogen hoofd was hij weggegaan. Dacht de man op de bank wellicht aan de schipper, die hij enige uren on gehoord had weggezonden Hij voer immers ook eens met zijn broer op een schuit, al was dat reeds jaren geleden Andries de Gorter dacht niet graag te rug aan die tijd. Waarom ook? Wat voorbij was, was immers voor altijd voorbij en gedane dingen konden niet meer ongedaan worden gemaakt. En daarom: niet achterom zien, maar de blik steeds vooruit gericht, in de toe komst Het strakke oog van de man op de bank volgt de wolkjes, die voortdrijven langs hun baan, en zijn oor vangt de zich verwijderende klanken op van het lied van de schipper, voorbijvarende onder de Noord-Bevelandse kust. Nu trekt echter iets anders zijn aan dacht. Van de bank af, waarop de Gor ter zit, kan hij een gedeelte van de stil le straat overzien, en aan het eind daar van naderen een flinke Zeeuwse vrouw van middelbare leeftijd en een meisje, niet ouder dan zestien of zeventien jaar. De vrouw is de echtgenote van An dries de Gorter en het meisje zijn aan genomen dochter, Juultje van Spran gen, dat reeds heel jong haar ouders verloor en in Renata een tehuis vond. Eigen kinderen had het echtpaar de Gorter niet. Op het strakke gelaat van de man komt een bijna onmerkbaar opgeruimde trek; deze twee mensen heeft hij op zijn wijze lief. Zijn vrouw was de dochter van een Vlissingse loods. De eerste jaren van haar huwe lijk waren voorbijgegaan, terwijl zij voortdurend in angst en onrust ver keerde. Het was in de tijd, dat haar man deelnam aan de gevaarlijke sluik handel. Hoe menigmaal had ze hem niet gesmeekt, het verboden bedrijf er toch aan te geven. Ze had er een voorgevoel van, dat dit leven hem op de duur de dood of tenminste in het ongeluk zou storten. Maar vrouw Katrien had het ervaren, dat Andries de Gorter zich door niets of niemand van zijn voorne mens of plannen liet afbrengen en zijn wil doordreef, al dreigde ook gevaar en dood. Ze had ook destijds in die geest met haar zwager Adriaan gesproken, maar deze lachte dan zijn gulle lach en be weerde, dat, zolang de peper in Holland zo duur bleef als nu, het voor de schip per tijd was om te varen. Vele jaren waren verstreken en An dries de Gorter had geldelijke voor spoed gehad. Kon hij echter met een vredig gemoed en rustig genieten van de tijd, die hem naar Gods bestel nog restte 't Was vaak met weemoed, dat vrouw Katrien terugdacht aan de eerste tijd van haar huwelijk. Arjaan, zoals de Zeeuwen die naam uitspreken, had ze gekend als een vro lijke, levenslustige schippersgast, altijd met een lach of een lied op de lippen, lang, breedgeschouderd, moedig en krachtig. Bij hem vergeleken was haar man wel altijd stiller en bedaarder geweest, maar in die tijd kon hij toch vaak op geruimd vertellen, op eigenaardige, stil le manier lachend, en zich in 't hoekje van de haard zo recht thuis en geluit- kig gevoelen. Toen was voor vrouw Katrien de dag gekomen, dat de Vuurpijl, het schip van de gebroeders de Gorter, niet terug kwam op de tijd, dat het binnen moest zijn. Dagen vol angst voor de wachtende schippersvrouw waren gevolgd, dagen, waarin de wildste geruchten in Veere de ronde deden onder het varensvolk. Op een verlaten plek aan de Noordzee kust in Holland moest een treffer heb ben plaats gehad van Hollandse slui- kers en Franse kustwachters; er was hevig gevochten, er waren doden geval len, de namen van de gebroeders de Gorter werden genoemd, en vrouw Ka trien had niet anders kunnen doen, dan in angst van haar hart bidden tot God om het behoud van haar man. Eindelijk had een bode uit Vlissingen haar de tijding gebracht, dat Andries de Gorter zijn vaartuig daar had binnengebracht, maar hij zelf met een gewond been in het hospitaal lag. Met een houten been was de sluiker in Veere thuisgekomen. Dat was een verandering, die alleen betrekking had op het uiterlijk, maar ook innerlijk was Andries veranderd en dat vond vrouw Katrien eigenlijk nog erger. Zo kort als maar mogelijk was, had hij haar de omstandigheden verteld, waardoor hij zijn been, en zijn broer het leven verloor, en toen ze verder vroeg en aandrong op meer bijzonder heden, was er een trek op het verma gerd gelaat gekomen als van pijn. Met schorre stem had hij gezegd: „Katrien, wil je mij beloven er niet meer over te praten Ik heb er van gezegd, wat ik er van zeggen kon en het doet mij meer pijn dan de kogel van de Franse douane, als ik over die dingen spreken moet." „Voor mij kun je je hart wel sluiten, Andries," had zijn vrouw geantwoord, „maar voor God is niets verborgen en is er iets, dat je niemand, zelfs je vrouw niet kunt zeggen, spreek het dan uit voor Hem, Die alleen de macht heeft vrede te geven aan de ziel, waarin zon de en schuld onrust bracht." Een ogenblik had de schipper toen het hoofd gebogen en er was enige aar zeling in zijn houding geweest, maa'' slechts een ogenblik. Toen had hij zich opgericht en met harde stem gezegd: „Praat er niet meer over, Katrien, dat is tot niets nut, ik heb thans maar anderhalf been meer en toch zal ik trachten de kop boven water te houden' Naast elkander hadden ze voortge leefd: Andries de Gorter stil en stroef, bijna voortdurend in beslag genomen door zijn zaken, vrouw Katrien opge ruimd en vriendelijk voor iedereen Over de laatste tocht van de Vuurpijl werd niet meer gesproken, maar toch wierp de herinnering daaraan nog een schaduw, zij het dan na jaren slechts vaag, in het gemoed van de tegenwoor dige meesteres van Renata. Thans is vrouw Katrien met haar pleegdochter tot vlak voor de poort ge komen en tussen de geschoren, hoge h- gusteiiiagen door, aan weerszijden ge plant, naderen ze de man op de bank. „Ziezo, Adries, ik ben blij dat ik goe" en wel op Renata ben," zegt vrouw Ka trien met een hoofdknik, en terwill ^e met de zakdoek het warme gezicht at- veegt, zegt de Gorter: „Rust maar eerst even uit, Katrien; als je met Juul "P stap bent geweest, kom je altijd tame lijk moe en warm thuis." „Toch hebben we niet hard gelopen en van de naar hier is zo'n lange tocht niet, Heö ik nu zo hard gelopen, moeder vraag het meisje ondeugend. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 2