Nieuwe Tonge moesi noodzakelijk
siraaibelasiing verhogen
Gulden-regeladie Verbond
Veilig Verkeer werd een succes
e sluikeR
Hulde aan
Zr. Kieviet te
Oude Tonge
Diploma
Loonsproeiers
Structuurplan vond goedkeuring
kleuren porireiien
Pluimveemarkt
Thans ook
Vervolgverhaal
Bladz. 2
„E I L A N D E N - N I E U W S"
Dinsdag 21 juli 1959
De gemeenteraad van Nieuwe Tonge
waren de heer de Reus wegens ziekte
De agenda van 24 punten werd in zeer
sluiten moesten niet worden genomen;
vaststellen van jaarrelceningen, begrot:
Alleen werd gediscussieerd over de
v. Opstellen zich tegen stelde. Voor het
ool< liier een bepaald bedrag gevoteerd.
Na opening door de voorzitter burge
meester Chr. van Hofwegen werden de
notulen vastgesteld en volgden de me
dedelingen die voetstoots onder de ha
mer doorgingen behalve bij Iret laatste
punt, waar de afd. reclassering van het
Leger des Heils om subsidie vroeg.
De heer Tijl vond hot Leger een nut
tige instelling en zag gaarne dat er eni
ge subsidie aan werd gegeven. De voor
zitter antwoordde dat het betrelïking
had op IVIaatsch. Werk;; daarom heeft
b en w geadviseerd ziclr tot deze instel
ling te wenden.
De heer Tijl wenste geaclit te zijn te
gen te hebben gestemd.
De rioolbelastingverordening werd op
ministrieel verzoek gewijzigd en op
nieuw vastgesteld.
Aankoop grond uitbreiding begraaf
plaats. In november 1958 zijn enkele
percelen grond aangekocht voor uit
breiding van de begraafplaats.
Het is evenwel gebleken, dat een
grotere oppervlakte nodig zal zijn dan
toen aangekocht, willen alle graven zo
als door het Instituut Stad en Land
schap geprojecteerd, daarop geplaatst
kunnen worden. Van de Diaconie der
Herv. Gemeente werd van liet perceel
Sectie A no. 1093 slechts 5798 ca aan
gekocht terwijl het gehele perceel, groot
7790 ca nodig zal zijn.
B en w stelden daarom voor van het
perceel sectie A no. 1093 iiet restant aan
te kopen, groot 1992 ca a 1,35 per
ca. of 2689,20 in totaal.
De heer Tijl begreep niet waarom er
grond te kort was en men nu met een
„kwakje" van achter kwam. Dit lichtte
de voorz. toe en motiveerde dit als een
fout in de eerste opmeting. IVIen leurde
het goed.
Goedgevonden werd een voorstel om
bij de berekening van de gratificatie
bij ambtsjubileum van rijksambtenaren
ook de kindertoelage en kinderbijslag,
welke tot nu toe buiten beschouwing
waren gelaten, in aanmerldng te ne
men.
Volgde het voorstel verlenging ge
meenschappelijke regeling en statuten
N.V. Emgo.
De algemene vergadering van aan
deelhoudsters heeft besloten beide re
gelingen weer voor de tijd van 30 jaar
te verlengen.
Rekening houdende met de wet ge
meenschappelijke regelingen kan de be
staande gemeenschappelijke regeling
worden vereenvoudigd. Een exemplaar
van de concept-regeling ligt ter inzage.
De statuten werden door voornoemde
vergadering in beginsel zodanig gewij
zigd dat aan art. 16 een nieuw lid wordt
toegevoegd, luidende:
Deze vertegenwoordiger moet woon
achtig zijn in de betreffende gemeente
of ambtelijk met de betreffende ge
meente verbonden zijn. Voldoet de
vertegenu'oordiger niet meer aan het
gestelde in de vorige alinea, dan blijft
hij zolang commissaris totdat in de
eerstvolgende vergadering van aan-
deellroudsters in zijn opvolging is
voorzien."
De bepaling werd ingevoegd om te
kunnen voorliomen dat als vertegen
woordigers van oen gemeente iemand
zou worden benoemd die in het geheel
geen band met die gemeente heeft.
De lieer Tijl zag het liever zo gefor
muleerd, dat de betreffende vertegen
woordiger raadslid moet zijn.
De voorzitter antwoordde dat het ar
gument van de Emgo is, dat er dan
teveel „politiek" bij komt.
„Nu niet zeker merlite dhr. Tijl op.
De voorz. antwoordde dat hij als
commissaris dan oolc zijn functie er aan
zou moeten geven. Hij is geen raadslid.
„Dat is dan ook alles", aldus de heer
Tijl. Laten we dan zeggen „raadsleden
en burgemeesters
De voorz. vond hot de maximum be
reikbare redaktie.
Weth. Opstelten meende dat deze re-
dalrtie zó gesteld was, dat een burge
meester althans in dezelfde gemeente
moet wonen. Verder is de zetel van een
raadslid wisselbaar, waardoor hij als
kwam vrijdagavond bijeen. Afwezig
en de lieer van Eesteren was op reis.
korte tijd afgehandeld. Bijzondere be-
het betrof in hoofdzaak goedkeuren en
ingen, wijzigingen, verordeningen enz.
verhoging straatbelasting, waar weth.
opstellen van de struktuurschets werd
niet-raadslid tocli nog vertegenwoordi
ger van de Emgo kan zijn. Het slaat
echter meest op de commissarissen.
De voorz. ging in op liet laatste en
zei dat men de commissarissen méér wil
binden dan de plaats zelf. Voorheen
kon b.v. iemand uit Oude Tonge de ge
meente Den Bommel vertegenwoordi
gen, wat nu uitgesloten is. Men nam
het voorstel aan.
De jaarrekening 1958 Gemeentel. In
stelling voor Maatschappelijke Zorg,
van het Woningbedrijf 1958 en de ge
meenterekening 1958 werden vastge
steld. Voor de laatste bracht de voorz.
een bijzonder woord van dank aan het
secretarie-personeel dat de achterstand
die er was in zo korte tijd was ingelo
pen.
Onderwijs
Voorlopige vaststelling uitgaven open
baar lager onderwijs 1958.
Over 1958 werd werkelijk uitgegeven
f 8.089,31. Beschikbaar gesteld werd
8.118,46.
Het verschil tussen het bedrag onder
1 en 2 bedraagt 29,15 (minder uitge
geven dan geraamd). Betreffende het
kleuteronderwijs werd voor onderhoud,
verlichting, verwarming en schoonhou
den van de school uitgegeven 2212,10.
Bij de vaststelling van de begroting
1958 werd beschikbaar gesteld 2730,—,
zodat 517,90 minder werd uitgegeven.
Voor onderhoud en aanlioop van
schoolmeubelen, ontwikkelingsmateriaal
hulpmiddelen en sclioolbehoeften werd
uitgegeven 1039,27, terwijl bij vast
stelling van de begroting 1958 beschik
baar werd gesteld 569,10. Er werd al
zo voor dit onderdeel 470,17 meer uit
gegeven.
De heer v. d. Doel stelde over de laat
ste post een vraag waarop de voorz.
antwoordde dat dit met de Rijksvergoe-
ding werd verrekend.
Woningwetbouw
Van het college van b en w was hier
over het volgende prae-advies.
„In overleg met U hebben wij het
college van Ged. Staten in deze Pro
vincie reeds vóór de aanvang van dit
jaar en ook enkele malen daarna ver
zocht deze gemeente voor 1959 een
bouwcontingent toe te wijzen.
Wij hebben dit verzoek uitvoerig ge
argumenteerd door te wijzen op de
nog steeds aanwezige behoefte dan te
wijzen op de noodzaak van krotoprui
ming overeenkomstig het door U vast
gestelde saneringsplan, doch bovenal
door te wijzen op de noodzakelijke aan
vulling van de werkgelegenheid in de
bouwvakken.
Daarbij hebben wij nog in herinne
ring gebracht dat in 1958 geen bouw
contingent werd toegewezen.
Nog steeds ontbreekt elk bericht over
het al of niet toewijzen van een overi
gens bescheiden contingent.
Daar het jaar 1959 inmiddels reeds
voor meer dan de helft is verstreken en
de administratieve afwikkeling toch ge
ruime tijd in beslag neemt, besloten wij
enige tijd geleden het kleinst denkbare
bouwplan geheel bestedingsklaar te ma
ken en voor goedkeuring in te dienen.
Ons voorstel tot het beschikbaarstellen
van gelden voor grond- en bouwvoor
schot ten behoeve van 5 woningwet
woningen en het aanvragen van rijks-
voorschotten en- bijdragen in verband
daarmede, behoort tot onze alwikke-
lingsplannen van de omvangrijke ad
ministratieve voorbereiding.
Wij hopen door deze maatregelen in
staat te zijn om onmiddellijk na het be
richt over het toewijzen van een bouw
contingent, tot aanbesteding over te
gaan."
Begrotingswij zigingen
Uit een klacht van de kerkeraad van
de Geref. Gemeente is b en w gebleken
en uit een door de gemeente-architect
ingesteld onderzoek is bevestigd, dat de
dakbedekking van het van de gemeen
te gehuurde kerkgebouw is versleten.
Voorgesteld werd de oude bedekking
en de niet meer noodzakelijke lichtkap
af te breken en het dak van een nieu
we afdekking te voorzien. Benodigd
krediet 900,—.
De Ned. Padvinders afd. Nieuwe Ton
ge verzoekt in verband met de nood
zakelijke aanschaf van een vlag, een
vlaggenstol?;, een vlaggen.stok-lelie, een
bandelier en een welpentotem een één
malige subsidie ad 105,80.
B en w onderschrijven het belang van
dit reeds verrichte jeugdwerk en stel
den voor dit werk te stimuleren door
het toekennen van het gevraagde sub
sidie.
De fietsenstalling ten behoeve van de
leerlingen van de openbare lagere
school is zeer onvoldoende. Aanbouw
van een overdekte stalling stuit op ar
chitectonische bezwaren. In overleg
met het hoofd der school is daarom be
sloten de overdekte fietsenstalling te
reserveren voor de kinderen komende
van buiten de bebouwde kom. Bij wijze
van proef stelden b en w voor om ten
behoeve van de andere rijwielen een
wat ordelijker stalling te bereiken door
toepassing van 10 „Velopta" rijwiel-
klemmen aan de muur. Het daarvoor
benodigde krediet bedraagt 70,
Blijkt deze oplossing inderdaad aan
vaardbaar, dan ware een groter aantal
klemmen aan te brengen b.v. 50
zodat het totaal benodigde krediet
350,zal bedragen.
De Stichting voor de Voor- en Nazorg
van Geesteszieken in deze provincie
heeft zich tot ons gewend met het ver
zoek de jaarlijkse subsidie te willen
bepalen op 0,085 per inwoner. Hier
door zal de stichting beter in staat zijn
haar werk te verrichten en b en w on
derschrijven dat een goede voor- en
nazorg van geesteszieken tenslotte lios-
ten besparend op de verpleeggelden
kan werken. Momenteel worden voor
rekening van deze gemeente 8 patiën
ten verpleegd, met een totale netto-ver-
pleegprijs ad 15.500,Daar in de
begroting reeds een subsidie ad 0,075
per inwoner werd uitgetrokken, was
het voorstel de betreffende post met
22,te verhogen.
De heer Tijl juichte het toe dat de
gemeente subsidie aan de Padvinderij
verstrekt. De heer Ariese is er steeds
op uit de jeugd bezig en daarmee van
de straat te houden. Alle wijzigingen
werden zonder bespreking goedgevon
den.
Een stukje grond aan de heer T. C.
Bijdevaate behorende tot de voorma
lige vuilnisbelt werd verhuurd voor
het bouwen van een loods. Hij moest
zich verplichten het terrein na 2 jaar
aan te kopen voor 2,per m'-.
Struktuurplan
In vervolg op de in 1957 gehouden
lezingen besloot de raad maart 1958 aan
het Instituut Stad en Landschap op te
dragen, het opstellen van een struk
tuurplan voor deze gemeente.
De voorlopige studies voor dit plan
hebben aangetoond dat onderzoek van
een aantal andere aspekten noodzake
lijk is, doch dan zo mogelijk voor de
gehele streek. Het verheugde b en w
dat deze bereidheid aanwezig blijkt te
zijn. Gedacht wordt aan een weten
schappelijke voorlichting van het
Economisch Technologisch Instituut
voor Zuid-Holland en van het Land
bouw Economisch Instituut, aangevuld
met de in deze gemeente reeds verkre
gen informaties van het Instituut Stad
en Landschap.
De gezamenlijke gemeentebesturen
van het eiland, of commissies daaruit,
zullen naar ons aanvankelijk oordeel
hebben te rapporteren over:
1. de agrarische ontwikkeling;
2. de industriële ontwikkeling;
3. de recreatie;
4. het vervullen van woonfunctie
voor buiten de streek gelegen
werkgebieden;
5. de vraag of de mogelijice bevol
kingsgroei al dan niet moet wor
den geconcentreerd in bepaalde
gemeenten.
Uit deze rapporten zal een struktuur
plan, een bestemmingsplan in hoofd
zaak moeten resulteren en daarna zal
dan een werkplan moeten worden op
gesteld. B en w achten het van uiter
mate groot belang dat de voorgestelde
concentratie van gedachten tot stand
komt, opdat o.a. bereikt wordt dat de
streek een geheel eigen geluid kan la
ten horen.
Al te veel is thans de situatie zo dat
een aantal buiten de streek wonende
en levende personen hun visie geven op
Zoals bekend, is zr. Kieviet, wijkver-
pleegster van het Groene Kruis alhier,
na een langdurige ziekte in deze ge
meente teruggekeerd.
Zr. Kieviet is inmiddels gepension-
neerd, dus van een officieel afscheid
was niets kunnen komen.
Enkele personen, t.w. de dames mevr.
J. van den Berg-van den Doel en mej.
M. Drooger, alsmede de heren C. Ge
braad, H. P. Dijkgraaf en D. van den
Tol, hadden het plan opgevat de terug
keer van zr. Kieviet niet ongemerkt te
laten voorbijgaan. Bij de ingezetenen
werden gelden ingezameld, teneinde
enige stoffelijke blijken van waarde
ring te kunnen aankopen.
J.l. donderdagavond zijn deze de zus
ter aangeboden.
Genoemde dames en heren waren
daartoe naar de nieuwe woning van zr.
Kieviet getogen, waar de heer van den
Tol de zuster toesprak en daarbij aan
haalde dat het een zeer goede gewoonte
was om bij een afscheid, naast de ge
bruikelijke woorden van waardering,
stoffelijke blijken, de woorden te doen
onderstrepen. Daar het wegens ziekte
niet mogelijk was geweest bij het neer
leggen van haar functie dit te doen,
werd deze gelegenheid (haar terugkeer)
te baat genomen om haar alsnog dank
te betuigen voor al het goede werk dat
zij in Oude Tonge had verricht en waar
bij hij haar namens de bevolking mocht
aanbieden: een nieuw radiotoestel met
bijbehorende tafel, twee stoeltjes, en
een driepits-gasstel. Hij hoopte dat de
zuster nog lange jaren van één en ander
zou mogen genieten en dat haar ge
zondheid mag blijven toenemen.
Zeer onder de indruk dankte zr.
Kieviet voor deze blijken van waarde
ring. Zij begreep, dat" het onmogelijk is
iedereen die daarvoor bijdragen had
den geschonl^en persoonlijk dank te be
tuigen, hoe graag zij dit ook zou willen
doen, maar in de handdruk die zij de
heer van den Tol gaf, vertolkte zij haar
dank aan allen.
Bij de overdracht waren haar familie
leden tegenwoordig, alsmede de heren
dr. Voogd en Gebr. Kosten.
De Gulden Reger'-actie van het Ver
bond, waarbij gedurende drie achter
eenvolgende weken weggebruikers wer
den getest op hun kennis van de „Gul
den Regels" van het verkeer, is een
groot sukses geworden. Bij de onder
vragingen, door het Verbond en de
N.C.R.V. in nauwe samenwerking met
Rijles- en Gemeentepolitie gehouden,
bleken de „Gulden Regels" in brede
kring bekendheid te liebben gekregen.
Wekelijks werden enkele honderden
Op ons eiland zijn een aantal perso
nen geslaagd voor het diploma „Spuiten
in de Landbouw", zowel theoretisch als
praktisch, dus erkenning loonsproeier.
Het zijn de heren: L. Bestman te Dirks-
land; J. C. A. v. d. Doel; S. J. v. d. Doel
A. Kardux en J. Kardux te Oude Ton
ge; J. Mastenbroek te Sommelsdijk; L.
Nelisse te Nieuwe Tonge; C. van Rumpt
te Stad aan 't Haringvliet; F. Verhoeve
i te Stellendam; B. Vroegindeweij te Mid-
delharnis. Deze geslaagden zijn allen
als gediplomeerd loonsproeier door de
plantenziektekundige dienst te Wage-
ningen erkend. Dit zijn de enige gedi
plomeerde loonspuiters op Goeree-
Overflakkee.
Op de pluimveemarkt van vrijdag 17
juli 1959 werden aangevoerd 4500 kip
pen.
Kippen (witte) 1,40—1,50 per kg
levend gewicht; kippen (gekleurd) 1,35
1,45 per kg levend gewicht; tamme
konijnen 4,------10,per stuk.
Iets ruimer aanbod van kippen met
levendige handel en de prijzen iets da
lende.
de streek en haar bewoners en daardoor
dikwijls voedsel geven tot het vormen
en verspreiden van uitermate gevaar
lijke legenden.
Voor het beoogde doel werd een kre
diet van 2 X 0,15 per inwoner be-
schili:baar gesteld, resp. 1 x ten laste
van de begroting 1959 en 1 x ten laste
van de begroting 1960.
Afschrijvingspolitiek. In verband
met de zorgwekkende positie van de
begroting 1959 heeft de voorzitter van
het college aan de raad een uitgebreide
nota doen toekomen en daarin o.a. voor
gesteld de kapitaalslasten (rente en af
schrijving) over de jaren 1959 tot en
met 1962 te beperken tot een maximum
bedrag van 110.000,per jaar en het
daardoor naar de kapitaaldienst uit te
stoten bedrag in verband met de in
die jaren ontstane ruimte te dekken
in de jaren 1963 tot en met 1968.
Met deze afschrijvingspolitiek ging de
raad akkoord.
Wijziging verordening op de
straatbelasting.
In zijn nota van 5 juni 1959 heeft de
voorzitter voorgesteld de straatbelas
ting te wijzigen in die zin dat het lief-
fingspercentage „gebouwd" wordt ge
bracht van 5.5 op 7 en het heffings
percentage „ongebouwd" van 3.5 op 4.
Het eerste lid van artikel 4 van de
verordening op de heffing van een
straatbelasting zou in verband daar
mede m.i.v. 1 januari 1959 moeten wor
den gewijzigd. Hierdoor zal een meer
dere ontvangst kunnen worden ver
wacht van 1.300,per jaar, n.l.
10.70,— voor „gebouwd" en 230,-
voor „ongebouwd".
Zoals in vorenbedoelde nota reeds tot
uitdrukking komt, zijn- de jaarlijkse las
ten van onderhoud en aanleg van stra
ten en wegen sinds 1952 verdrievoudigd.
Ook in de memorie van toelichting op
het wetsontwerp „Financiële Verhou
ding tussen Rijk en Gemeenten" wijst
de regering op het verschijnsel dat in
het gehele land deze lasten in de laat
ste jaren tenminste zijn verdubbeld en
daarbij op de wenselijkheid dat de hef
fingspercentages voor de straatbelas
ting worden verhoogd.
De heer Tijl zou er zich mee vereni
gen omdat het nu eenmaal moest, maar
wilde gelijk de huisvuilbelasting be
handeld zien, omdat dit anders lag en
de minst draagkrachtigen trof.
„U krijgt het afzonderlijk voorge
steld" zei de voorzitter.
Weth. Opstellen zei dat het een meer-
derheidsvoorstel was: Hij kon zich niet
met belastingverhoging verenigen, al
wilde hij het wel voor één jaar. De
mensen die de straatbelasting treft, zijn
meest mensen die hoge polderlasten
moeten betalen. Voor gebouwd zijn er
hoge lasten van de Dijkring en spr.
wilde niet nu nog eens verzwaring van
deze lasten. Hij was het niet eens met
dhr. Tijl, dat alleen de beter-gesitueer-
den getroffen werden. Er zijn wel eige
naren, van huizen e.d. maar dan zijn
het nog geen kapitalisten. Spr. vond het
een onredelijk ding en was er tegen.
De voorz. deelde deze mening wel,
maar de straatbelasting is de enige die
binnenkomt voor aanleg straten en we
gen. Het is een zeer geringe verhoging.
Waarschijnlijk zullen de hogere kosten
van straten en wegen aanleiding zijn
voor een herziening uitkering van de
fondsen Rijk en Gemeenten.
Bij de stemming was weth. Opstelten
tegen. Rest voor, aldus aangenomen.
De wijziging op de verordening huis
vuilbelasting werd z.h.s. aangenomen.
De begroting woningbedrijf moest een
wijziging ondergaan in verband met de
rijksbijdrage in de huur van de be
jaardenwoningen en op de gemeente
begroting 1959 moesten ook nog enige
overboekingen plaats hebben.
Voor de brandweer moest een krediet
verleend groot 350,voor nieuw ma
teriaal.
Aangegaan werd een kasgeldlening
groot 300.000,— met de Rijkspost-
spaarbank voor 1 jaar tegen een rente
van 2Vs"/o.
In de rondvraag vroeg de heer Tijl
om de z.g. siersloot eens door te spoe
len met water uit de nortonpomp en de
heer v. d. Doel vestigde de aandacht op
een tijdige besnoeiing van het houtge
was in de gemeente. Aan beide zaken
zal aandacht worden geschonken.
Daarna sluiting met dankgebed.
Fotohandel J. Zandstra
Sommelsdijk
weggebruikers ondervraagd. Daarbij
wist 92"/o van de voetgangers de twee
hun gestelde „Gulden RegeF'-vragen
goed te beantwoorden. In de (brom)
fietsersweek bedroeg dit percentage
96"/o, terwijl de automobilisten-, motor
en scooterrijders er het slechtste afkwa
men met 87,5%.
Bij de beantwoording van de „onvoor
bereide" verkeersvraag kwamen merk
waardige resultaten aan de dag. Zo wist
slechts 26,5''/o van de ondervraagde voet
gangers, dat men onder normale om
standigheden bij het oversteken binnen
50 meter van een beschermde over
steekplaats verplicht is, van die over
steekplaats gebruik te maken. Wonder
lijk genoeg bleken de stedelingen met
deze bepalingen slechter op de hoogte,
dan zij die in de provincie wonen.
In Arnhem, Amsterdam en Nijmegen
wist niemand deze vraag te beantwoor
den, maar b.v. in St. Annaland, Eecsel
of Utingeradeel wèl. Ook bleek hierbij,
dat de jeugd met dit soort zaken beter
op de hoogte is dan de gemiddelde weg
gebruiker, wat stellig aan het ver-
Iceersonderwijs mag worden toegeschre
ven.
In de (brom)fietsweek wist 78'Vo van
de aangehouden (brom)fietsers, dat men
als fietser één-, als bromfietser géén
dier mag geleiden. Een van de laatste
aanvullingen op het Wegenverkeersre
glement, waarbij invoeg- en uitrij stro
ken worden toegevoegd aan de plaatsen
waar men niet mag wachten (dus wd
„stoppen"), bleek bij de gemotoriseerde
weggebruiker heel slecht bekend:
slechts 28,7% van de ondervraagden gaf
toe, dat men op een dergelijke strook
mag stoppen om iemand te laten in- of
uitstappen.
In het kader van de „Gulden Regel"-
aktie heeft het Verbond 1.300.000 fol
ders met Gulden Regels" doen ver
spreiden, terwijl 35.000 affiches en
raambiljetten ,Veilig uit. Veilig thuis"
werden opgeliangen. Dit nieuwe fleuri
ge affiche prijlct ook gedurende de ge
hele maand juli in 700 Nederlandse
postkantoren,
„Waarom daar wel
In het kader van de zomer-aktie voor
een veiligverkeer heeft het Verbond een
kort filmpje doen vervaardigen, dat
onder de titel „Waarom daar wel....?"
een parallel trekt tussen cle sport ener
zijds en het verkeer anderzijds. Waarom
zo kan men zich onwillekeurig af-
I vragen worden op het sportveld de
beginselen van samenspel als een van-
zelfsprekendheid geaccepteerd en ge
schiedt dat in het verkeer niet. Dit sug
gestieve filmpje vervaardigd onder
regie van Joop van Essen door Mirror
Film N.V. te Amsterdam houdt een
appèl in tot meer sportiviteit en sa
menspel in het verkeer.
Wedstrijd over „kapstokartikel'
In het kader van het door het Ver
bond in samenwerking met de N.C.R.V.
verzorgde donderdagavond-radiospel
„gelijk oversteken" is donderdag j.l. een
landelijke wedstrijd gelanceerd, waar
aan iedere Nederlander kan meedoen.
Wie de inhoud van artikel 25 van de
Wegenverkeerswet wel oneerbiedig
het kapstokartikel genaamd weet te
zetten in een bruikbare slogan voor het
Verbond, dingt mee naar het winnen
van een volledig uitgerust dames- of
herenrijwiel, beschikbaar gesteld door
de firma Gazelle te Dieren, of als
tweede prijs naar een fraaie Zeiss
kamera. Voorts worden onder goede in
zendingen een aantal troostprijzen ver
loot, waaronder een tiental fraaie Falk-
autokaarten van Nederland.
Artikel 25 luidt:
„Het is verboden zich op een weg zo
danig te gedragen dat de vrijheid van
het verkeer zonder noodzaak wordt be
lemmerd of de veiligheid op de weg in
gevaar wordt gebracht of redelijkerwij
ze is aan te nemen, dat de veiligheid
op de weg in gevaar kan worden ge
bracht."
De jury bestaat uit de heren: Overste
Jhr. A. M. C. Molerus, Districtsknra-
mandant der Rijkspolitie te Apeldoorn.
J. S. de Jong, Commissaris van Politie
te Apeldoorn.
M. S. Zandt, Hoofd van de afdeling
Propaganda van het Verbond en Mr. J.
C. Hooftman, Hoofd van de afdeling
Public Relations van het Verbond.
De inzendingen moeten vóór 23 juli
a.s. worden gericht aan het Verbond
voor Veilig Verkeer, Postbus 151 te
Utrecht onder letter P.
door W. Schippers
Op deze zomerdag was er nog een
schipper bij hem geweest om een voor
schot. Nadat de man uitgesproken was,
had hij hem te kennen gegeven, dat hij
hem niet helpen kon, en toen deze zijn
belangen nog verder wilde bepleiten,
had de Gorter kort en bondig de reden
gezegd, waarop zijn weigering was ge
grond.
„We behoeven er niet verder over te
spreken, vriend, je vaart met je broer
samen op een schuit, waarmee voor
geen twee schippers brood te verdienen
valt. Je hebt er samen als jongens met
je vader op gevaren en toen ging het
nog; de oude man behoefde jullie
slechts een zakduitje te betalen, maar
thans ben je allebei getrouwd en als je
schuit de helft meer kon laden, zou het
wellicht nog gaan; thans is er maar één
kans om de kop boven water te houden:
of jij, of je broer moet het schip ver
laten, en de overblijvende moet het
werk klaarspelen met een halfwas en
zijn vrouw bij zich aan boord nemen.
Daardoor wordt de huur van een wo
ning aan de wal uitgespaard. Dat is je
enige kans."
De arme kerel had met neergeslagen
ogen geluisterd naar de man tot wie hij
gekomen was, om tijdelijke hulp uit
moeilijkheden. Hij gevoelde maar al te
goed de bittere werkelijkheid van de
woorden, die Andries de Gorter hem
met zijn ijskoude stem toevoegde. Met
gebogen hoofd was hij weggegaan.
Dacht de man op de bank wellicht
aan de schipper, die hij enige uren on
gehoord had weggezonden Hij voer
immers ook eens met zijn broer op een
schuit, al was dat reeds jaren geleden
Andries de Gorter dacht niet graag te
rug aan die tijd. Waarom ook? Wat
voorbij was, was immers voor altijd
voorbij en gedane dingen konden niet
meer ongedaan worden gemaakt. En
daarom: niet achterom zien, maar de
blik steeds vooruit gericht, in de toe
komst
Het strakke oog van de man op de
bank volgt de wolkjes, die voortdrijven
langs hun baan, en zijn oor vangt de
zich verwijderende klanken op van het
lied van de schipper, voorbijvarende
onder de Noord-Bevelandse kust.
Nu trekt echter iets anders zijn aan
dacht. Van de bank af, waarop de Gor
ter zit, kan hij een gedeelte van de stil
le straat overzien, en aan het eind daar
van naderen een flinke Zeeuwse vrouw
van middelbare leeftijd en een meisje,
niet ouder dan zestien of zeventien jaar.
De vrouw is de echtgenote van An
dries de Gorter en het meisje zijn aan
genomen dochter, Juultje van Spran
gen, dat reeds heel jong haar ouders
verloor en in Renata een tehuis vond.
Eigen kinderen had het echtpaar de
Gorter niet. Op het strakke gelaat van
de man komt een bijna onmerkbaar
opgeruimde trek; deze twee mensen
heeft hij op zijn wijze lief. Zijn vrouw
was de dochter van een Vlissingse
loods. De eerste jaren van haar huwe
lijk waren voorbijgegaan, terwijl zij
voortdurend in angst en onrust ver
keerde. Het was in de tijd, dat haar
man deelnam aan de gevaarlijke sluik
handel. Hoe menigmaal had ze hem niet
gesmeekt, het verboden bedrijf er toch
aan te geven. Ze had er een voorgevoel
van, dat dit leven hem op de duur de
dood of tenminste in het ongeluk zou
storten. Maar vrouw Katrien had het
ervaren, dat Andries de Gorter zich
door niets of niemand van zijn voorne
mens of plannen liet afbrengen en zijn
wil doordreef, al dreigde ook gevaar en
dood.
Ze had ook destijds in die geest met
haar zwager Adriaan gesproken, maar
deze lachte dan zijn gulle lach en be
weerde, dat, zolang de peper in Holland
zo duur bleef als nu, het voor de schip
per tijd was om te varen.
Vele jaren waren verstreken en An
dries de Gorter had geldelijke voor
spoed gehad. Kon hij echter met een
vredig gemoed en rustig genieten van
de tijd, die hem naar Gods bestel nog
restte
't Was vaak met weemoed, dat vrouw
Katrien terugdacht aan de eerste tijd
van haar huwelijk.
Arjaan, zoals de Zeeuwen die naam
uitspreken, had ze gekend als een vro
lijke, levenslustige schippersgast, altijd
met een lach of een lied op de lippen,
lang, breedgeschouderd, moedig en
krachtig.
Bij hem vergeleken was haar man
wel altijd stiller en bedaarder geweest,
maar in die tijd kon hij toch vaak op
geruimd vertellen, op eigenaardige, stil
le manier lachend, en zich in 't hoekje
van de haard zo recht thuis en geluit-
kig gevoelen.
Toen was voor vrouw Katrien de dag
gekomen, dat de Vuurpijl, het schip van
de gebroeders de Gorter, niet terug
kwam op de tijd, dat het binnen moest
zijn. Dagen vol angst voor de wachtende
schippersvrouw waren gevolgd, dagen,
waarin de wildste geruchten in Veere
de ronde deden onder het varensvolk.
Op een verlaten plek aan de Noordzee
kust in Holland moest een treffer heb
ben plaats gehad van Hollandse slui-
kers en Franse kustwachters; er was
hevig gevochten, er waren doden geval
len, de namen van de gebroeders de
Gorter werden genoemd, en vrouw Ka
trien had niet anders kunnen doen, dan
in angst van haar hart bidden tot God
om het behoud van haar man. Eindelijk
had een bode uit Vlissingen haar de
tijding gebracht, dat Andries de Gorter
zijn vaartuig daar had binnengebracht,
maar hij zelf met een gewond been in
het hospitaal lag.
Met een houten been was de sluiker
in Veere thuisgekomen. Dat was een
verandering, die alleen betrekking had
op het uiterlijk, maar ook innerlijk was
Andries veranderd en dat vond vrouw
Katrien eigenlijk nog erger.
Zo kort als maar mogelijk was, had
hij haar de omstandigheden verteld,
waardoor hij zijn been, en zijn broer
het leven verloor, en toen ze verder
vroeg en aandrong op meer bijzonder
heden, was er een trek op het verma
gerd gelaat gekomen als van pijn. Met
schorre stem had hij gezegd:
„Katrien, wil je mij beloven er niet
meer over te praten Ik heb er van
gezegd, wat ik er van zeggen kon en
het doet mij meer pijn dan de kogel
van de Franse douane, als ik over die
dingen spreken moet."
„Voor mij kun je je hart wel sluiten,
Andries," had zijn vrouw geantwoord,
„maar voor God is niets verborgen en
is er iets, dat je niemand, zelfs je vrouw
niet kunt zeggen, spreek het dan uit
voor Hem, Die alleen de macht heeft
vrede te geven aan de ziel, waarin zon
de en schuld onrust bracht."
Een ogenblik had de schipper toen
het hoofd gebogen en er was enige aar
zeling in zijn houding geweest, maa''
slechts een ogenblik. Toen had hij zich
opgericht en met harde stem gezegd:
„Praat er niet meer over, Katrien,
dat is tot niets nut, ik heb thans maar
anderhalf been meer en toch zal ik
trachten de kop boven water te houden'
Naast elkander hadden ze voortge
leefd: Andries de Gorter stil en stroef,
bijna voortdurend in beslag genomen
door zijn zaken, vrouw Katrien opge
ruimd en vriendelijk voor iedereen
Over de laatste tocht van de Vuurpijl
werd niet meer gesproken, maar toch
wierp de herinnering daaraan nog een
schaduw, zij het dan na jaren slechts
vaag, in het gemoed van de tegenwoor
dige meesteres van Renata.
Thans is vrouw Katrien met haar
pleegdochter tot vlak voor de poort ge
komen en tussen de geschoren, hoge h-
gusteiiiagen door, aan weerszijden ge
plant, naderen ze de man op de bank.
„Ziezo, Adries, ik ben blij dat ik goe"
en wel op Renata ben," zegt vrouw Ka
trien met een hoofdknik, en terwill ^e
met de zakdoek het warme gezicht at-
veegt, zegt de Gorter: „Rust maar eerst
even uit, Katrien; als je met Juul "P
stap bent geweest, kom je altijd tame
lijk moe en warm thuis." „Toch hebben
we niet hard gelopen en van de
naar hier is zo'n lange tocht niet, Heö
ik nu zo hard gelopen, moeder vraag
het meisje ondeugend.
(Wordt vervolgd)