lIAIIDEII-niEUWS BRieven Uit nieuw-Qumea Siellendam beirokken in Zomeraciie Veilig Verkeer Zomerkampagne Verbond Veilig Verkeer PelgrimshcH naar Hiroshima .LAV E RVI ER Bond tegen het vloeken Modder Babyfhuidj TBABYDERMSïfKAV^ Bertha Melissant prijswinnares op alle vragen voor voetgangers A.s. week GuHenregelaktie voor (brom)fietsers- blBd Vrijdag 19 juni 1959 No. 2804 iTHi: Blus dat laaiend maagzuur-branden. Neem een paar Rennies. Ook voor U redding en uitkomst. Landbouw en veeteelt De zorg voor de tweede snede Van de Anabaptisten of Weder dopers Natuur en genade Het hemelse Sion nagebootst. |ln 't verleden' ligt het heden, In het wat worden zal. fÈen paar versregeltjes die door elk lens, zeker als hij op rijpere leeftijd fekomen is beaamd worden. De liefheb- Ls van geschiedenis worden in hun Keuringen als 't ware door die regels lleid. Het verleden heeft ons veel te etiiien. En wat nu bestaat draagt weer kienen in zich voor wat er nog komen b1 in volgende jaren. [Voor ons moet 1959 wel staan in het Iken van de Calvijnherdenking; de lefhebbers van de grote daden Gods It vervlogen jeeuwen mogen er toch let onachtzaam aan voorbijgaan. IJohannes Calvijn had een bezig leven. lat was hem zo opgelegd en hij was ht deze reformatorische, kerkvergade- ^nde arbeid in Gods Voorzienigheid verschillende hogescholen voorbe eld. Dat kwam hem goed te stade toen (ij voor het Evangelie van vrije gena- je werd ingewonnen; toen werd hij al lieper in de geheimenissen der IJ. ïchrift ingeleid en hij ontving de gave Ie kerk des Heeren daarmede te die- ten in Woord en geschrift en in voor- lecld. I Grote moeite had Calvijn onder meer pet zijn strijA tegen de Wederdopers If Anabaptisten. Deze Wederdopers Iraken zo wel metde roomse kerk als let de reformatorische kerken. Zij loopten de hunnen opnieuw. Zij waren leestelijk zeer mystiek aangelegd en [filden eigenlijk van geen prediking Woordverklaring weten; zij leefden lij het „inwendig licht". De Gemeente jfods moest geheel uit wedergeborenen festaan, zij moesten louter heiligen zijn. ge wereld, de staat en al wat er verder heel het natuurlijk leven, schatten Ij van ondergeschikt belang, zij maak- en scheiding tussen natuur en genade. ie Doopsgezinden van onze tijd'zien lat helemaal niet meer zo. Zij zijn tot liodernisme en tot leervrijheid verval- sn. Jaar dat scheiden van natuur en ge- lade wordt zelfs nu nog al eens in ge- eformeerde kring ontmoet. De mensen ledoelen het heel goed, zij willen het lefst maar door niets gestoord naar de lemel wandelen. Maar zo is Gods weg liet, de christen is midden in de we- leld en moet er door. En dan is het een rote genade en wij moeten er steeds laar staan en om vragen, dat wij onze liederen onbesmet mogen bewaren. j De zware arbeid der mijnwerkers en loeren leidde in Luther's tijd in Duits- and tot een grote opstand, die bloedig |nderdrukt werd. Het was de Boeren- iorlog. Nu kwam er een nieuwe fase loor de anabaptisten. Zij hadden reeds teel aanhang maar nu namen zij snel De en werden nog verspreid naar an- lere landen ook. En door de onderdruk king die zij voelden in hun zware ar- Beid op het veld en in de mijnen, wer- Ben zij revolutionnair, ^ij verzetten lich tegen de overheid en hadden te- lens een eschatologische verwachting, lamelijk dat het Rijk Gods nu komen |ou en dat de kinderen Gods met de Slapenen de Goddeloze wereld moesten jievechten. Geen wonder dat Calvijn met mond In pen, gesteund door zijn medebroe ders, hier tegen in ging. Allereerst noest vastgehouden aan de roeping van |e gelovigen en hun zaad tot de kerk. fan deze akker zal God Zelf onkruid tarwe wel scheiden; wij hebben gaarop niet vooruit te lopen. Daarbij zijn natuur en genade in één fc'el verenigd, niet om in de zonde te pen of de wereld te.dienen, maar wel in heel ons leven naar alle zijden Bnze taak te volbrengen en aan onze |ardse roeping trouw te zijn. Want dat óók godsdienst. En onderworpenheid 6an wie over ons gesteld zijn is óók lodsdienst. Al was dan het calvinisme democra- lisch georiënteerd, het was wars van Brnverwerping der orde die God onder |e mensen gesteld heeft. Melchior Hoffmann, een handwerks- nan, die in Straatsburg was aangeland, Si'erkondigde het nieuwe rijk en blies het anabaptisme weer aan. Uit Straats- purg vluchtte hij naar Oost-Friesland in riep overal als een apostel de men- feen tot zijn leer en zijn beweging. Dogmatisch was er nog al wat bij hem recht te zetten, want hij leerde, behalve zijn eschatologie, dat de Zoon, de Logos, niet onze menselijke natuur uit Maria had aangenomen, noch ons menselijk vlees, maar dat een bijzon dere Godsdaad God uit Maria deed ge boren worden. In ons land hadden de Wederdopers ook veel aanhang. Vele gereformeerde leraars waren gevlucht en zo ging het volk ter kerke bij deze enthousiasten. Jan Matthijs trad naar voren in deze. beweging; hij zei dat God niet Straats burg, maar Munster verkoren had, daar zou het Koninkrijk Gods zich openba ren met de 144000 verzegelden. Maar dit „Zion" was geen lang leven bescho ren. Het ging er anders wel vrolijk naar toe. Aan allerlei uitspattingen gaf men zich over. Daar werden natuur en ge nade allerminst gescheiden Wel werden in alle landen de gelo vigen opgeroepen om de stad Munster te komen ontzetten, maar de bisschop nam het in en doodde de koning van dit Zion, alsmede velen van zijn aan hangers. Later ontstonden uit een gezuiverde anabaptistenkerk de Mennisten of Doopsgezinden, die al deze wildheid en geestdrijverij en „inwendig licht" uit zuiverden en een ingetogen arbeidzaam leven leidden. Maar ge kunt U indenken hoe zulke geestelijke stromingen heel de bevolking in alle landen van Europa beroerden. Het was alles zeer onschriftuurlijk en dat viel allemaal voor in de tijd van de reformatie der kerk. Het „Koninkrijk Sion" heeft ook in Amsterdam nog al wat te doen gege ven. Daarover D.V. een vplgende maal nog iets. Waarnemer. De Bond tegen het vloeken bestaat thans 42 jaar. Haar arbeid trekt ook de aandacht in het buitenland. Zo kon de voorzitter dr. Joh. H. Schreuder meedelen dat in Canada en Nieuw-Zeeland r overwogen wordt een dergelijke bond op te richten. Naar de voorzitter mededeelde raakt ons volk de kwade riadm van „het vloekende volk" wat kwijt. Het is te hopen, dat dit zo mag zijn, want het vloeken is in ons land tot een volkszonde geworden. Dat daarin verbetering mag komen zou zeer verblijdend zijn. „Want er is geen groter zonde, noch die God meer ver toornt, dan de lastering zijns Naams; waarom Hij die ook met de dood te straffen bevolen heeft." Zo leert het de Heidelb. Catech. in de uitbreiding van het derde gebod. Daarom verdient de Bond tegen het vloeken onze belangstelling en onze steun.' Waar de Overheid het vloeken niet strafbaar stelt en alzo haar roeping en plicht verzuimd, daar verdient deze Bond, omdat ze met alle ten hare dien sten staande middelen op het kwaad van het vloeken Awijst onze sympathie en steun. Gelukkig kon de voorzitter er op wij zen, dat er na het-40-jarig jubileum een verrassende opleving ook in gelde lijke steun. De Bond ontvangt steun van meer dan 600 gemeenten in ons land. Van hare activiteiten kon in het jaar verslag gemeld wordenf Naar aanleiding van het soms voor komend gevloek in toneelstukken, stel de men zich terzake met de AVRO en de NTS in verbinding. Beide instanties toonden een goed begrip en verzeker den, dat door de prögrammaleiding streng op het vloeken zal worden toege zien. Succes boekte de Bond vetder in Am sterdam, waar in alle openbare ver voermiddelen affiches tegen het vloeken werden aangebracht." Het ware wel te wensen, dat de Bond nog meer steun ontving, dan zou ze groter activiteit -tegen het vloeken kunnen ontwikkelen. Terugzending van oUepersoneel naar Indonesië. 1. Wat de laatste tijd hier in Sorong dreigde was, dat de NNGPM, (Ned. Nieuw Guinee Petrol, mij.) personeel zou gaan ontslaan in verband met de inkrimping van het bedrijf. Verder zou Indonesisch personeel worden afgevoerd wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd. Al deze mensen hebben te kennen gegeven, terug te willen naar hun geboortegrond, hoofd zakelijk Ambon. Het vervoer van deze personen was reeds eerder gepland, maar door moei lijkheden van de zijde der KPM, kon- dit geen doorgang vinden. Van uitstel kwam echter geen afstel, want SHELL- Indonesia slaagde er in om de PAPA- GAYO te charteren, een boot onder Panamese vlag, met als gezagvoerder de Nederlandse kapitein Meyer. Twee groepen werknemers met hun gezinnen zijn reeds vertrokken, in to taal een 240 personen. Hoewel met grote moeite hebben we toch kans gezien om met behulp van vele pasjes en papieren, aan boord te komen en een onderhoud te hebben met de kapitein en met de eerste offi cier, een Australiër, die allerberoerdst Engels sprak en bovendien een spraak gebrek had. Rondom de hele affaire hangt een waas van geheimzinnigheid de NNPGM zwijgt in alle talen, het Gouvernement laat niks los. Wat de achterblijvers in Sorong het meeste interesseert is hoe de mensen het ginds zullen hebben. Nu hadden we het geluk, dat ons on derhoud plaats had na de eerste reis, zodat de officier ons enkele bijzonder heden kon mededelen betreffende de ontvangst van het eerste contingent. De inlichtingen die we ontvingen, waren allerbedroevendst. De ontvangst van de repatrianten had nu niet be paald iets van een weerzien in het va derland en van een wat zijn we blij dat jullie er zijn, jongens. Wel schreeuwden luidsprekers aan de wal een hartelijk welkom toe, maar gewa pende politie en militairen zagen nauw toe, dat niemand in de mensenmassa kon verdwijnen. De passagiers werden ras van hun bagage gescheiden en in loodsen ondergebracht. Zeker is wel, dat al deze lieden een zeer onzekere toekomst tegemoet gaan. Van deze onzekerheid was echter de heer Raden Abimanju, een Indonesische contactman, die wij aan boord nog te spreken kregen, helemaal niet over tuigd. Hij was van oordeel dat deze mensen een eigen bedrijf zouden kun nen opzetten, mits ze de handen uit de mouwen zouden weten te steken. Een eigen bedrijf in de handels- of in de agrarische sector. Uiteraard met su pervisie" van de Indon. regering, voegde hij er aan toe. En met ex-Nederlands kapitaal, vul den wij aan. U ziet de zaak helemaal in een ver keerd licht, zei hij. Begrip over en weef, dat is het wat er aan mankeert. Aangaande Nw. Guinea was de con tactman van oordeel, dat Soekarno niet naar de wapens zou grijpen. Er zijn meer mogelijkheden, en---- de aanhouder wint. Toen ik naar Djakarta informeerde, hoorden we, dat de zaak daar prima marcheerde, en dat, volgens de zegsman Zoals uit de pers en radio is bekend, wordt deze week van maandag 15 juni de Zomeractie 1959 van het Verbond van Veilig Verkeer ingezet. Deze aktie heeft ten doel de Nederlandse wegge bruikers nog eens extra te attenderen op enkele van de voornaamste verkeers regels. De aktie duurt drie weken, n.l. deze week tot 20 juni voor de voetgan gers; maanda^r 22 juni t.m. 27 juni voor de wielrijders en bromfietsers en maan dag 29 juni tot 4 juli voor het gemoto riseerde verkeer. Deze week is dus de aktie voor de voetgangers in volle gang; in verschil lende plaatsen van ons land wordt aan willekeurige voetgangers naar „de gul den regels" gevraagd, waarbij zij een drietal vragen moeten beantwoorden, die, wanneer een juist antwoord wordt gegeven direct met een boekenbon van f 2,50 en met een goed antwoord op een vrije vraag met een van 5,wordt beloond. Bovendien verloot het Ver bond mooie prijzen onder diegenen die de drie hun gestelde vragen op de juiste wijze hebben beantwoord en een hun uitgereikt vragenformulier met 5 voorrangsvragen direkt op de juiste wijze weten in te vullend Nu kan het Verbond van Veilig Ver keer de aktie niet in alle plaatsen tege lijk toepassen, waarom bij loting is be paald, in welke steden en dorpen men zal worden „geschaduwd" en verkeers- vragen worden voorgelegd. Er zijn 54 plaatsen in Nederland uitgekozen, zodat kris kras door het land 54 x 3 is 162 mensen de vragen zullen worden voor gelegd. Stellendam behoorde ook tot de uitgekozen plaatsen, waar dinsdag middag een ambtenaar van het Ver bond van Veilig Verkeer verscheen, die met de wachtmeester Ie klasse der Rijkspolitie, de heer Spaargaren een speurtocht door het dorp maakte om een drietal „slachtoffers" te vin den op wie de vragen konden worden afgevuurd. Ditmaal liep het dus over de gulden regels voor voetgangers. Qp een oversteekplaats bij de bushalte stond mej. Bertha Melissant te wach ten, aan wie 3 van de belangrijke vragen voor voetgangers werden voorgelegd, die ze zonder aarzeling alle even vlot wist te beantwoorden Daar stond de meneer van het Ver bond van Veilig Verkeer wel een beetje paf van, want dezelfde dag had hij te Zwijndrecht en Sliedrecht - wel anders meegemaakt Bertha Melissant werd daarmee de gelukkige prijswinnares van twee boe- kenbonnen van 2,50 plus één van f 5,— dus in totaal 10,—. Bovendien dingt zij door invulling van het formu lier met de 5 voorrangsvragen nog mee naar een prijs van 250,150,of 50,-. Jan Krijn Troost, een bakker die brood liep te bezorgen werd aange klampt, die echter op een van de S vra gen geen goed antwoord wist te geven. Maar hij sleepte toch tweemaal 2,50 in de wacht. Van verdere mededinging moest hij omdat hij op een vraag niet juist was worden uitgesloten. De derde die de vragen kreeg te be antwoorden was de metselaar A. J. Sager, die blijkbaar van de gulden re gels voor voetgangers niet af wist. Hij miste alle drie vragen het goede ant woord. Stellendam heeft echter o.i. een goed figuur geslagen; vooral ook omdat dit een plaats is, waar geen bepaalde over steekplaatsen zijn en men toch van de gulden regels voor de voetgangers alles af wist. A.s. week van 22- juni tot 27 juni is de week van de fietsers en bromfiet sers; de weggebruikers doen er goed aan zich er op te prepareren, dat zij onverwachts worden aangehouden om op een aantal vragen antwoord te geven. En goede antwoorden wor den beloond; er is wat mee te ver dienen Het verkeer is een samenspel van alle weggebruikers, we moeten niet alleen de spelregels kennen, maar ook toepassen In augustus zal in Hiroshima de vijfde wereldconferentie tegen het gebruik van A- en H-wapens worden gehouden. Enige dagen geleden zijn uit de s1;eden Tokio, Niigata en Kagoshima pelgrims vertrokken voor een voettocht naar Hiroshima, dat zij op 4 augustus bereikt hopen te hebben. Foto: De groep uit Tokio is vertrokken. wel te verstaan, de i^ederlanders, die er zaten nog nooit onder zulke prettige omstandigheden hadden gewerkt. Zelfs de kleinste kantoorruimte- is air-conditioned (automatisch gekoeld). Kent U Djakarta, zei hij. Ja, als militair. U bent een ongewenste vreemdeling voor ons, was het antwoord. U voor ons ook, maar ter zake, hoe staat het momenteel met de opstand van de rebellen? Excuseer, zei Abimaju, ik moet weer aan het werk, morgen gaan we insche pen. Toen hij wegging, keek de kapitein ons hoofdschuddend na. Hij had het hele gesprek aangehoord. Sorong, Remoe Juni 1959. Rien Knape U zult de dag loven, waarop U met Rennies Uw brandend maagzuur tot verleden tijd maakte. Klinkt ongelo felijk, maar is een bewezen zaak. In tienduizend gevallen, over de hele we reld. Haal een pakje Rennies en on dervind van vandaag af de heerlijke uitwerking van dit wondere tabletje. Zó bij U te steken hygiënisch verpakt Hetvoorjaar zette al vroeg in, het vee was vroeg in de wei. Een voordeel voor de veehouderij. De eerste weide gang is achter de rug, de eerste snede voor hooi of -kuil is al gewonnen. Nu moet men aan de tweede snede denken, aan het nagras straks. Hier en daar was men in het voorjaar wat voorzichtig met het kali strooien. Men dacht daarbij aan luxe-consump tie, aan een te hoog kali-gehalte in het voorjaarsgras. Hoe dit ook zij, de eerste snede heeft nog al wat kali aan de grond onttrok ken. Het onderzoek wijst uit, dat dit rond 100 kg zuivere kali per ha is. De tweede snede zal ook weer zijn deel uit de grond nemen. Dat wil zeggen: als er voldoende in de grond beschik baar is, want anders is er ook geen goede groei Voor de tweede snede, alsook voor het nagras, is dus nu aan vulling nodig. Tweemaal 100 kg kali- zout 40"/o mag men wel geven en als er in het voorjaar weinig of niets is gestrooid is 300 kg nog beter. Bedenk wel, wat men nu nog aan gras kan winnen, spaart stalvoedering later en dat is een belangrijk puat. Door 1 gulden nu te sparen op de kunstmestrekening kan men er straks wel 10 verliezen. En dan is het te laat. Denkt daarom nu aan de voorziening' van het grasland voor de tweede snede. Bent U dit? Uw goede voorbeeld wordt beloond A.s. week van 22 juni t.m. 27 juni is de week voor de fietsers en bromfiet sers, op wie de vijf „gulden regels" die geld waard zijn, zullen worden afge vuurd. Het is dus mogelijk, dat U als fietser en bromfietser op een ongedacht openblik wordt aangehouden om een aantal verkeersvragen te beantwoorden. We hopen dat U dit goed doet, want dan wordt U winnaar van mooie prijzen. Lees hiernaast het artikel over de voetgangers-aktie. ^;ïS:^^S#:;^'i?ï^^ door W. Schippers P3 „Als dit nu soms het geval mocht zijn |ou jij het dan voor hem willen opne- Jïien, onverschillig wie het is, die hem |e na komt?" „Dat zou ik toch gedaan hebben, baas .^roskamp, ook zonder dat U het mij i^roeg, en niet alleen ik, maar nog meer longe kerels uit het dorp; we kennen pe opzichter allen als een beste kerel, Bie bij juffrouw Rijnberg als een eigen loon in huis is, en die met de arme ■Wulfert als met een broer omgaat." „Nu Janus," sprak de boer, „ga jij f^'^ ■vanmiddag schaatsenrijden, en poud, zonder dat iemand er iets van pemerkt, een oogje in 't zeil." De boer van Klavervier wist zijn naatregelen goed te treffen en ook Bhans, geheel gerustgesteld, verliet hij |>P zijn gemak de dorsvloer. l 't Was toch een prachtige ijsbaan, die pndergemalen weide achter de water- "Tiolen. Reeds een paar dagen had de dorps- Beugd er schaatsen gereden, maar de Noordoostenwind was toen zo fel, dat het genoegen, niet opwoog tegen de bui tengewone inspanning om tegen de wind op te tornen. Doch thans, op deze prach tige middag, was het al vroeg druk op de baan, en voortdurend kwamen van alle kanten jonge boeren en boerinnen het ijs opstappen. Nergens maakt men gemakkelijker kennis met elkander dan op het ijs; jongelui, die elkander niet, of slechts oppervlakkig kennen, rijden straks, vertrouwelijk keuvelend, over hét spiegelend vlak. Doch een voldon gen feit is het, dat een jonkman, die goed schaatsenrijden kan, een grote voorsprong heeft op hen, die tot het gilde van de krabbelaars behoren, en een sterke, snelle rijder wordt door gaans de voorman van een troep. Als sterke, snelle rijder was er zeker geen betere op de baan dan Albert van Limmen, die dan ook spoedig de aan dacht trok, mede door het feit, dat hij op het Ijs verscheen met de enige doch ter van de rijke, trotse boer van Kla vervier, met wie men hem na enige ogenblikken over de uitgestrekte baan zag zwieren. „Albert van Limmen, wat kun jij verbazend hard rijden," riep het meisje met schitteirende ogen, toen ze aan 't eind van de baan omdraaiden en even- stopten. „Ik wilde dat we samen konden blij ven rijden. Marie," sprak de jonge Fries doch zij wees lachend met de vinger naar de door elkaar krioelende rijders en rijdsters. „Dat zal toch niet gaan, Albert; daar ginds komt Mien Brakkers reeds, en kijk, daar is Koosje ook al, ze hebben een zwerm jongens om zich heen." „Zullen we vluchten. Marie," sprak van Limmen, „ze kunnen ons toch niet krijgen. We rijden dan nog één keer samen de baan rond en daarna zullen we ons wel bij hen voegen; je vriendin nen links laten liggen, zou niet aardig zijn." En voort snelden ze weer, met on stuimige vaart, om dan bij het keren zo vlug om de gezusters Brakkers heen te draaien, dat Mien zich aan Marie vast greep, omdat ze uitgleed op haar schaat sen. „Lieve deugd!" riep Mien, „kunnen ze in Friesland allemaal zo sneltrein achtig schaatsenrijden? Dan wilde ik wel, dat er nog een stuk of wat Friezen hier op de baan waren." „Nu ik heb nog een broer thuis, die mij met gemak achter zich laat, maar ik heb trouwens in het half uur, dat ik hier op het ijs ben, al goede rijders ge noeg gezien." Inmiddels was het groepje jongelie den met iedere minuut groter geworden en de opzichter sprak lachend: „Komt jongens op het ijs moet men geen tijd verloren laten gaan, want van de zomer kunnen we geen schaatsenrijden; sluit aan, wie rijdt voor?" Snel vormden zich de paren, en jonge boeren en boerinnen riepen door elkan der: „De opzichter rijdt voor, de opzich ter voor!" Hoe tintelde het winterzonnetje nog op het gladde ijs, hoe schitterden de ogen, hoe gloeiden de wangen, en hoe vrolijk en levenslustig klopten de har ten van Marie Groskamp en Albert van Limmen. En toch kwam er bij ogen blikken temidden van het geluk en de vreugde, die haar vervulde, onrust in haar gemoed, en haar jonge, klare ogen keken telkens onrustig naar het begin van de baan. Zou Bart Brakkers niet komen? Zou hij niet nu op dit ogenblik in De IJze ren Ruiter zitten en brandewijn drin ken, totdat hij tot alles in staat was, om dan straks zich zwetsend en drei gend voor Albert van Limmen te plaat sen? Ze wilde er Mien niet naar vragen, 't was toch in elk geval haar enige broer. De tijd snelde voort; reeds kleurde het avondrood de Westerkim, en Marie zette alle zorg op zij; nu zou Bart niet meer komen, en 't zou trouwens van Barts kant de grootste dwaasheid zijn ook, want de jonge boeren waren gewel dig op de hand van Albert; ze wisten nu allen, dat hij ook een boerenzoon was, evenals zij, en ze waren er van op de hoogte, dat Rokus Groskamp en Tijs Brakkers persoonlijk bij zijn vader die prachtige jonge stieren hadden ge kocht en ze wisten ook, dat de opzich ter druk verkeerde op Klavervier. Reeds spoedig had van Limmen trouwens hun harten veroverd door zijn prettige rondborstige omgang. Toen de avond begon te vallen, ging het zo mogelijk nog vrolijker toe op do ijsbaan. Het vroor, dat het kraakte, doch de krachtige lichaamsbeweging maakte, dat het jonge volk de scherpe koude niet voelde, en in weerwil van de grimmige Oostenwind, gloeiden hun wangen. Zodra de duisternis de schemering had vervangen, verlieten de jongelui, die niet best op slag hadden kunnen komen, langzamerhand het ijs; naast vreugde en succes, was er ook teleur stelling, ontgoocheling en wangunst-te vinden op de ijsbaan. De eerste, die in het gezelschap van heengaan sprak, was de zorgzame Koosje Brakkers. „Wij moeten naar huis. Mien; je weet wat we vader beloofd hebben." 't Was juist bij het begin van de baan dat de vrolijke Mien deze zusterlijke waarschuwing te horen kreeg en er volgde onmiddellijk een heftig protest van de door elkander heen pratende paren. „Nog één keer samen de baan rond, jongens en dan afbinden en opstappen" stelde de opzichter voor, en even later krasten de schaatsen door het harde ijs. Als een lange, grote, zwarte slang, kron kelde de vrolijke rits over het zwart glanzende ijs van dé lage boezemweide. „Marie," had van Limmen even te vo ren gezegd, „vind je het goed, om van het ijs even bij mijn kostjuffrouw een kop koffie te drinken? "We zijn hier vlak bij het huisje, en als we straks door de achterdeur teruggaan, lopen we over het ijs van de vliet bij het kerk hof, en zijn dan dadelijk weer op de polderweg." „Daar heb ik niets tegen," had Marie geantwoord, en zo was het dus afge- spro.ken. Vrolijk en luidruchtig namen de jon gelui afscheid van Albert van Limmen en Marie Groskamp. Rechts en links verdwenen de paren in de duisternis van de winteravond, en op grintpaadje vlak bij de voordeur van het doodgra vershuisje, zei de opzichter lachend: „Nu Marieke, zie je wel, dat de boze Bart zo kwaad niet is, als hij wel lijkt?" Even bleef ze stil staan en fluisterde: „Neem je in acht, Albert, vooral van avond, ik kan die angst en die on rust maar niet van mij afzetten." N^ de ontmoeting met de opzichter op die zaterdagmiddag, welke ontmoe ting zo smadelijk voor Bart Brakkers was afgelopen, scheen het wel, of de jonge boer van de Klittenhof mensen schuw geworden was. Hij vertoonde zich bijna nergens meer. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5