D/f jaar geen overheidsbouw in Melissani r Portretwerk K LAVE RVI ER Toch plannen maken en verheugend particulier initiatief Ezeltje voorjprinsesllrene De Gemeenteraad overwoog: „Wat doen met de hondenbelasting?" we reportages FOTO ROTSMA 'kië g°" Vraag d Aan on; O ui, ge Ge zijt En wie Weer 01 Ge maal Zowat d Wie hac Vervol Biz. 2 „EILANDEN-NIEUWS' Dinsdag 5 mei 195J De gemeenten op Flakkee zijn er met de toewijzing van bouwvolume voor het lopende jaar minder dan schraal afgekomen. Zij krijgen of niets of hoog stens een paar huizen. „Niets" is het ook voor Melissant, zoals burgemeester Bos j.l. vrijdagmiddag in de toen gehouden openbare raadsvergadering moest mededelen. Men zal dus dit jaar geen enkel huis kunnen bouwen. Des alniettemin laten b en w, zeker in de hoop op beter woningbouwtijden, de moed niet varen en zij werden daarin gevolgd door de raad. Het college had door de technische dienst o.a. een plan laten opzetten voor bouw van bejaar denwoningen, die de burgemeester met „buitengewoon geslaagd" kenschetste. Deze zaken leverden natuurlijk heel wat bespreking op, vooral toen men de kwestie krotopruiming en de sanering van Kralingen er bij haalde. Een on derwerp van brede discussie bleek ook voort te vloeien uit een reclame tegen een aanslag in de hondenbelasting; daarmede kwam het gehele hondenbe lastingstelsel op de helling, maar gelukkig voor de houders van waak honden het kwam er niet af! En dan dienen wij nog te wijzen op de sport- veldplannen, die men al sinds enige jaren aan het ontwikkelen is, maar waarmede men strandde op de noodzaak van een onteigeningsprocedure. Thans heeft de eigenaar zich echter met het verlies van zijn grond verzoend, de gemeente kan er het bezit van krij gen en dan kan men het sportveld gaan aanleggen, tenminste als ook de aangelegenheid van de pacht geregeld is. Burgemeester Bos opende de voltal lige vergadering met gebed, waarna de notulen volgden en dan de ingekomen stukken, waarbij verdaging van een beslissing door Ged. Staten op uitgifte van grond in erfpacht aan Tieleman en de Blok. Aankoop van tien woningen met grond van A. W. Knöps en D. Gestel was door Ged. Staten goedge keurd. Voorts nam men kennis van meerdere jaarverslagen van instellin gen e.d. Geldzaken De bank van de Vereen, van Ned. Gemeenten had de volgende vaste geld leningen aangeboden: 19.000.voor consolidatie van de vlottende schuld, op te nemen 1 april 1959, koers 99,25»/o, looptijd 30 jaren, rente 4V2<'/o, af te los sen in 30 gelijke jaarlijkse termijnen, kosten 1,25% van het nominale bedrag; 20.000.voor de financiering van de schadeloosstelling aan de eigenaar van de bij raadsbesluit van 12 juli 1956 ter onteigening aangewezen gronden, op te nemen 1 april 1959, koers 99,25"/o, loop tijd 30 jaren, rente 4V2"/o, af te lossen in 29 jaarlijkse termijnen van f 660. en 1 termijn van 860.kosten l,25''/o van het nominale bedrag. De raad keurde deze leningen goed. Dan volgde een voorstel tot het aan gaan van een geldlening met het alge meen armbestuur. Op 18 oktober 1957 is aan Ged. Staten medegedeeld, dat het Algemeen Armbestuur, teneinde de bouw van zes woningwetwoningen aan de Margrietlaan doorgang te kun nen doen vinden, bereid was de gelden welke die instelling zou ontvangen we gens verkoop van enkele (krot)wonin- gen en enige percelen grond, aan de ge meente ter leen te verstrekken. Nu de koopsommen zijn ontvangen biedt het Alg. armbestuur de gemeente een vaste lening aan tot een bedrag van 5.830.tegen een koers van 100"/o, rentende 4V2V0 per jaar, op te nemen op 1 mei 1959 en af te lossen in één bedrag op 1 mei 1974. Ook dit werd geaccep teerd. In verband met de op 1 mei 1956 plaats gehad hebbende fusie tussen de N.V. Emgo en het Ebof diende het aan tal aandelen van iedere gemeente te worden herzien. Blijkens een brief van de maatschappij zal de gemeente Melis sant houdster worden van 12 aandelen. Ook na de periodieke herverdeling per 1 januari 1957 blijft dit aantal gehand haafd. Volgens het raadsbesluit van 18 juni 1954 bezit de gemeente 21 aande len, hetwelk dus wordt teruggebracht tot 12. In verband met het verstrekken van een hypothecaire lening op een gebouw gesticht op een door de gemeente in erfpacht uitgegeven perceel grond ver langde de Coöp. Boerenleenbank een verklaring dat het gemeentebestuur de hypotheekhoudster in kennis zal stellen van zijn voornemen over te gaan tot ontbinding der erfpachtsovereenkomst in het geval de erfpachter in gebreke mocht blijven de erfpachtsvoorwaar- den na te leven, zomede de hypotheek houdster gelegenheid zal geven in plaats van de erfpachter voor het na komen der voorwaarden zorg te dragen. B en w stelden voor de gevraagde verklaring af te geven en dit werd aan genomen. Woningbouw B en w hadden de raad medegedeeld: Hoewel nog steeds niet bekend is voor hoeveel woningen de gemeente over 1959 steun uit 's Rijks kas zal krijgen, meenden ta en w dat het gewenst was reeds nu een besluit te nemen tot de bouw van woningwetwoningen aan de Marijkeiaan. Gezien de lijst van wo ningzoekenden meenden zij dat het ge wenst en verantwoord is het aantal te bouwen woningen te bepalen op 8, waarvan 4 voor bejaarden. B en w stelden derhalve voor te be sluiten tot de bouw van 8 woningwet woningen (waaronder 4 voor bejaarden) voor deze bouw beschikbaar te stellen een bedrag van 120.000.wegens bouv>?kosten en 15.413,91 (2047 m^ x 7,53) wegens grondkosten, of zoveel meer of minder als zal blijken nodig te zijn; uit 's Rijks kas aan te vragen en te aanvaarden: een zo hoog mogelijke jaarlijkse bijdvage In het exploitatie tekort; een jaarlijkse bijdrage als be doeld in art. 24a, sub 30, van het Wo- ningbesluit (bijdrage voor bejaarden woningen; een rijksvoorschot ten be drage van het totaal der stichtingskos- ten voor rekening van de gemeente te nemen een aandeel in de huurverlaging der bejaardenwoningen tot een bedrag gelijk aan de terzake jaarlijks door het rijk toe te kennen bijdragen. De burgemeester verklaarde deze mededeling nader toe te moeten lich ten, daar sindsdien bekend geworden is welk bouwvolume door Ged. Sta ten aan de gemeenten kon worden toegewezen. Helaas is dat uiterst mi niem. De Minister heeft aan Ged. Staten bouwvolume ter beschikking gesteld en bij toewijzing per ge meente moesten Ged. Staten uitgaan van statistische gegevens terzake het woningtekort in 1958. Het resultaat daarvan is, dat Melissant met niets uit de bus komt. B en w betreuren dat zeer. Nochtans menen zij niet stil te mogen zitten en vandaar het plan tot bouw van die acht en vier wonin ningen. De toewijzing betekent een grote teleurstelling, maar het zat al in de lucht. In 1959 zal het onmoge lijk zijn om te bouwen. B en w vin den overigens het standpunt van die statistische gegevens niet juist. Het is aanvechtbaar om van het woningte kort per gemeente uit te gaan. Ook uit dien hoofde wensten b en w voort te gaan met maken van plannen. Liever particulier De heer Leijdens zei niet te vinden, dat het woningtekort in Melissant zo groot is. Ook vond spr., dat de gemeen te niet de grootste woningexploitant be hoeft te worden. Er is ruimte voor par ticulier initiatief en daar wordt ook ge bruik van gemaakt, wat spr. veel mooier vond. Voor bejaardenwoningen maakte de heer Leijdens natuurlijk een uitzondering. De voorz. was het eensdeels met de heer Leijdens een, maar vond ander zijds, dat de gemeente een belangrijke taak heeft op het gebied van volkshuis vesting, mede terzake vervanging van krotwoningen. Ook de voorz. zei inge nomen met de lust tot particuliere bouw die men in Melissant ontplooid. De heer Leijdens verklaarde, dat de vervanging van oude woningen het hardst klemt. Daar moet zeker naar ge streefd, al komt de toewijzing dan aan Dirksland. De voorz. deelde mede, dat hij bin nenkort met Ged. Staten over Kralin gen hoopt te spreken. De heer Prins hoopte, dat men in 1960 wel zal kunnen bouwen en stemde er mede in, dat b en w voortgaan met plannen. De voorz. vertrouwde in elk geval aan de belangen der bejaardenwonin gen te kunnen voldoen. Daar moet men in elk geval voor klaar staan, „De aan vragen voor be jaarden woningen komen meest van bewoners van mooie en gro te woningen, die dus vrij komen!" at tendeerde de heer Leijdens. De heer Molenaar informeerde nader naar het plan voor de bejaardenwonin gen. Zeer geslaagd De voorz. ontvouwde daarop een teke ning. Hij noemde het ontwerp buiten gewoon geslaagd en verklaarde, dat iedereen dat vindt. Het is een ontwerp van de eigen technische dienst. De wo ningen zijn vrij breed, niet zo diep, met veel glas. „Deze zijn mooier dan die er staan!" meende de heer Keizer. „We kunnen ook niet allemaal dezelfde bouwen!" stelde de voorzitter. „Ze staan vier aan elkaar dat is om lopen naar de achterdeur," begreep de heer v. d. Spaan. „Waar geleefd en gewoond wordt is voor, de keuken is achter," verduide lijkte de voorzitter. De raad bleek zich geheel met de plannen te kunnen verenigen. Aankoop krotten Kralingen De eigenaar van de woningen Kra lingen 26 tot en met 35 J. v. Driel Mzn. te Sommelsdijk is bereid de woningen met de daarbij behorende grond aan de gemeente te verkopen voor een bedrag van 1.500.— B en w setlden voor tot aankoop te besluiten. De voorz. vond, dat in Kralingen grondig opgeruimd moet worden, „'t Is Prima en niet te evenaren niet veel geld!" stelde de heer van der Spaan vast. „Ze zijn dan ook geen cent waard!" meende de voorz. De heer Leijdens wees op een opge knapte woning van van Ast. „Je staat er voor wat die met 700 gld. gedaan heeft." „Maar op zolder is het niks!" becri- tiseerde de heer van der Spaan. „Waar gaan die mensen uit die Kra- lingse woningen heen?" wilde de heer T. Leijdens weten. De voorz. kon dit niet zo direct zeg gen. „Kralingen is een stiefkind. Dat is een ongezonde toestand!" vond de heer Leijdens. De voorz. was het daarmede geheel eens. „Ze hebben dezelfde rechten maar krijgen ze niet," aldus de heer Leijdens. „De mensen zijn geheel op Dirksland ingesteld. Dat verhindert niet, dat we er moeten saneren!" verklaarde de voorz. „Als er samenvoeging komt, dan neem ik aan, dat niemand er tegen zal zijn als Kralingen bij Dirksland komt," concludeerde de heer Prins. „Dat is wel eens anders geweest., want enige jaren geleden was men er hier tegen." „Niet tegen, maar wel met compen satie!" memoreerde de heer D. Leijdens. De heer van der Spaan herinnerde er aan, dat er al eens een stemming is gehouden in Kralingen. Toen waren de bewoners tegen! „Dat is 35 jaar geleden," dacht weth. Keizer. De raad keurde dan het voorgestelde goed. Bouwen Door J. Mans en B. A. Stolk was een verzoek ingediend van de gemeente te mogen kopen resp. 215,5 en 159 m^ bouwgrond, gelegen in de hoek van de Pieterstraat en de Marijkelaan. B en w stelden voor te besluiten tot verkoop tegen 7.53 per m- en onder nader te stellen voorwaarden. Dit voorstel werd gevolgd door een ander t.w. tot grond in eeuwigdurende erfpacht, gelegen aan de Beatrixlaan, aan de Blok en Tieleman, Keijzer, van Ast en de Vogel. Laatstgenoemde drie heren zetten er al een woning, de Blok zelf ook één. De heer P. Leijdens vroeg of er geen aanvrage was ingekomen van het be stuur van de Chr. school voor ook een woning. Daar is nog een stukje grond voor over. De voorz. wist, dat men wel over deze aanvrage dacht, maar ont vangen was hij (nog) niet door b en w. Alsnog verkoop Voorstel volgde tot aankoop van 1.96.70 ha bouwgrond van mr. C. G. Trouw te Apeldoorn. Na het uitbrengen van een dagvaarding heeft de eigenaar van de ter onteigening aangewezen gronden, blijkens een brief van mr. F. Kleijn, notaris te Apeldoorn zich alsnog bereid verklaard de percelen aan de ge meente te verkopen voor het in het taxatierapport genoemde bedrag van 19.670.000 (1 gld. per m^). B en w stelden voor tot aankoop te besluiten. „De vergoeding voor de pachter komt er nog overheen, verwachtte de heer D. Leijdens, hetwelk de voorzitter juist noemde. De raad besloot tot de aan koop. Premie woningverbetering In de vergadering van 18 dec. 1957 werd bepaald, dat met ingang van 1 jan. 1958 geen bijdragen ingevolge de pre mieregeling meer zouden worden toe gekend voor andere verbeteringen dan het vervangen van w.c.'s met emmer stelsel door meer aan de eisen des tijds aangepaste closetinstallaties. Deze maatregel moest destijds wor den genomen in verband met de finan ciële positie der gemeente. B en w, die het in het belang van de verbetering van de woontoestanden zeer gewenst achten dat zoveel moge lijk gebruik wordt gemaakt van de op dat gebied door het rijk gegeven faci liteiten, hebben zich afgevraagd of het thans weer mogelijk zou zijn ook voor grotere verbeteringswerkzaamheden bijdragen te verlenen. Hoewel de finan ciële toestand der gemeente zorgelijk blijft, achten zij het verantwoord U voor te stellen inderdaad daartoe over te gaan, nu de gebruikelijke na-uitke ring van 4% uit het Gemeentefonds is omgezet in een verhoging van de alge mene uitkering uit dat fonds met 4 pun ten en derhalve tot een meer vaststaan de inkomst kan worden gerekend. B en w stelden voor in uitgaaf op te nemen een bedrag van 5 x 1.500.of 7.500.waartegenover als rijksbij drage kan worden geraamd 5.000.—, zodat netto ten laste van de gemeente blijft 2.500.—. „Sneu" „'t Is sneu, dat er mensen zijn, die verbeterd hebben en niets kregen," bracht de heer v. d. Spaan ter tafel. „Dat is zo en dat betreuren wij ook," gaf de voorz. toe. De heer v. d. Spaan wees er dan op, dat een verbetering niet kan doorgaan ingevolge advies van Stad en Land. „Moeten b en w zich daaraan houden?" vroeg spr., die zei het niet op Stad en Land te hebben. De voorz. zette, na inlichting van de secretaris uiteen, dat het advies wel bindend was voor de premie. „Dat kan dus weer voorkomen!" vermoedde de heer v. d. Spaan." „'t Kan altijd bekeken worden," stel de de voorz. gerust. Op een vraag van de heer P. Leijdens antwoordde de voorzitter, dat het door b en w gevraagde bedrag niet als li miet gezien moet worden en dat b en w in eerste aanleg een aanvrage om premie beoordelen. Maar natuurlijk heeft de Prov. Directie van Volkshuis vesting ook een vinger in de pap. De heer P. Leijdens vond de kapi taalkrachtigheid van de aanvragers ook een punt van belang. Grote gezinnen zal het moeilijk vallen, terwijl die het juist het hardst nodig hebben. De voorz. antwoordde, dat de niet in- aanmerking kan worden genomen. De raad conformeerde zich dan aan het voorstel van b en w. Toen de Nederlandse heer Dekker, tijdens een bezoek aan de Spaanse familie Del Pozo, vertelde, dat H.K.H. Prinses Irene met veel plezier het doek „Platero en ik" van de Spaanse nobelprijswinnaar Juan Jimenez heeft gelezen, en 1 wens te kennen heeft gegeven zelf een ezeltje te bezitten als Platero, hoofdfiguur uit het boek, vatte de zoon des huizes, Manuel del Pozo het plan met vier vrienden naar Nederland te reizen om de Prinses een ezeltje aan k bieden. Dat gaat nu gebeuren; de vijf studenten vertrekken begin juni naar Nederland voor een voettocht, welke vijftig dagen zal duren. Zij brengen drie ezeltjes mee waaruit de Prinses mag kiezen. Een ander ezeltje gaat naar de heer Dekker, het derde naar Artis in Amsterdam. De foto toont de vijf studenten die druk doende zijn een van de ezeltjes te ver zorgen. „A.u.b. geen waakhondenraad" J. V. d. Sluijs, Nieuv/eweg 15, had binnen de daartoe gestelde termijn, een bezwaarschrift ingediend tegen de hem door b en w opgelegde aanslag ad 10.- in de hondenbelasting over het lopende jaar. De reclame heeft op het aangifte formulier medegedeeld, dat de hond wordt gehouden voor bewaking van een gebouw of een erf. Volgens de belas tingverordening bedraagt de belasting voor dergelijke honden 5.B en w hebben de bewuste liond echter niet als waakhond beschouwd en hebben een aanslag opgelegd van 10.Nu de belastingplichtige een bezwaarschrift heeft ingediend was het aan de raad uit te m.aken of de bedoelde hond al dan niet als waakhond behoort te wor den aangemerkt. De gemeentewet be paalt, dat wanneer de gemeente een belasting heft op honden, onderscheid dient te worden gemaakt tussen hon den welke uitsluitend worden gehou den ten dienste van de landbouw of enig bedrijf van nijverheid, of ter be waking van gebouwen of erven en an dere honden. Van de eerstgenoemde ca tegorie wordt geen of een mindere be lasting geheven dan van de tweede. De belastingverordening stelt de belasting voor de eerst groep op 5.per jaar, voor de tv^/eede op 10.Daar de wet niet aangeeft wat onder een waakhond wordt verstaan en een belastingveror dening geen beperking van het begrip waakhond mag bevatten, zal van geval tot geval dienen te worden beslist of een hond als zodanig kan worden aan gemerkt. In het onderhavige geval waren b en w van mening, dat de hond niet als waakhond kan worden beschouwd om dat de hond wordt gehouden bij ge bouwen en op een erf die gelegen zijn in de bebouwde kom, in de nabijheid van een openbare weg met regelmatig verkeer en in een gebied waar de rijks politie, zowel overdag als 's nachts toe zicht houdt. Zij stelden dan ook voor het bezwaarschrift ongegrond te ver klaren. De heer van der Spaan was het niet met b en w eens. Rattenbestrijding achtte spr. van groot belang. „Daar is veel jurisprudentie over," het veroorlooft geen ontheffing. Even tueel kunt U premie op rattenvangen geven, maar hier gaat het over „waken' En rattenvangen kan die eigenaar w een tientje waard zijn!" vond de voor; die er niet voor was verschil te makt: tussen landbouwers en andere beroe pen. B en w gaan hiermede anders da! tot heden is gevolgd, stelde de heer! Leijdens vast. „Wij hielden het oog e; bewaking van een landbouwschrai Wie een schuur had betaalde 5 gli Spr. wilde het voorstel uitstrekken te alle honden, nu men het cruterk schuur los laat. „Of allen 10 gld, e; allen 5 gld. vond spr. De voorz. wist niet van dat criteriur schuur af. „Is het nu werkelijk waai dat alleen landbouwschuren bewaldi: nodig hebben? Dat geldt toch ook is- dere schuren? En men kan ook afslm ten. Voor buitenaf wonenden vond spi wel een ander criterium meer bev;a- king nodig; „men wil wel eens eei brandkast meepikken, maar overigen gaat het meest om overlast." „Gelijke monniken, gelijke kappen! hield de heer Leijdens vast. „En ft zich beveiligd voelt door een honi moet dat vijf gld. wel waard zijn." De heer Prins bleek er niet mee genomen, dat de raad zal moeten uit' maken wat een waakhond is of nie: „Dan worden we een waakhondenraad vreesde spr., die het aan b en w wilÉ overlaten. „Dan bent U er gemakkelijk ai' lachte de voorz., die wet en verordeniïi ter tafel liet brengen. De heer D. Leijdens vond, dat In' vorige college beter die wet en veroi' dening in het oog hield. „Dat komt omdat je er zelf in zal, merkte de heer v. d. Spaan ondeugeK op, maar dat weerde de heer Leijdei' af. De heer Prins stelde: „een waal' hond blijft bij het gebouw!" „Dat is onuitvoerbaar! Daar is g* garantie op! Of we moeten een cou!'-' leur aanstellen," verklaarde de voofi waarna de heer D. Leijdens jagen'' honden in het geding bracht. De voorz. hield vast aan de bepff' king van de bebouwde kom. De heer Leijdens verklaarde zich i enige tegen het voorstel van b en dat dus bij meerderheid werd aangenf men. (Vervolg pag. 3, onderaai door W. Schippers 21 ■,r: „En nu over jullie op Klavervier! Wat is daar toch eigenlijk aan de hand? „Toen ik een goede drie weken gele den op Klavervier was," zo ging tante voort, „heb ik het al gemerkt, al tracht te men het voor mij te verbergen, en toen je vader jongstleden maandag even hier was, en ik hem vroeg of de zaken niet naar de zin gingen, praatte hij zo iets van die nieuwe spoorlijn, die men over zijn grond wil doen lopen, en waartegen hij zich zal verzetten. Doch er is meer gaande, of ik moest mij al heel erg vergissen. „Jij bent ook mijn vrolijke, onbezorg de meid niet meer, die je enkele maan den geleden nog was, en als je mij nu liever niet vertelt, wat er hapert, zeg het dan ronduit, maar tracht mij niet met een kluitje in het riet te sturen." Marie wist wel, dat ze een grote plaats innam in het hart van de ogenschijn lijk zo harde en robuste boerin van Langeveld, doch het viel haar moeilijk te vertellen, waarom vader niet meer was zoals vroeger en waarom moeder zo stil was en zo treurig. Maar tenslotte sprak ze: „Tante, ik weet wel, dat men zijn ouders moet ge hoorzamen en ik weet ook, dat vader wijs is en dat hij de Bijbel kent als maar weinigen, doch vader zou gaar ne zien, dat ik vriendelijk was tegen Bart Brakkers en ik kan die ruwe woesteling niet uitstaan." Ziezo, de hoofdzaak was er uit en nu viel het Marie ook niet zo moeilijk, om verder te vertellen wat op Klavervier was voorgevallen sinds die avond in mei toen opzichter van Limmen haar naar de weg had gevraagd en Bart Brakkers hen zo grof had bejegend. Zwijgend had tante Barbara zitten luisteren en toen Marie eindelijk, na al les te hebben medegedeeld wat haar op het hart lag, aarzelend vroeg: „Tante, vader zegt, dat Bart een flinke boer is, en dat kan best zo zijn vader meent stellig, dat de jonge boer van de Klit tenhof het drinken en vechten vanzelf laten zal, nu hij wat ouder begint te worden dat wil ik óók niet betwis ten, maar ik kan hem nu eenmaal niet uitstaan, en hoewel het mij bitter hard valt, vaders wil te weerstreven, is het mij onmogelijk, vriendelijk en voorko mend te zijn tegen Bart Brakkers." De donkere ogen van tante Barbara keken een ogenblik scherp en onderzoe kend Marie in de vochtige kijkers. Toen antwoordde ze langzaam: „Zit de ge schiedenis zo in elkaar! Zou Rokus Groskamp ook in dit geval zijn wil trachten door te drijven nu kind, ik zal de laatste zijn, die een dochter zal aanzetten, tegen de uitdrukkelijke wil van haar ouders in te gaan maar dan moeten die ouders ook, indien het een levensvraag geldt voor hun kind, voor God kunnen verantwoorden, dat hun wil rechtvaardig is en goed en ik twijfel er sterk aan, of mijn broer daartoe in staat is. „Als die jongen van Tijs Brakkers je tegenstaat, wat ik me zeer goed be grijpen kan, is het een eerlijke zaak, dat je hem dat duidelijk laat blijken. Zo denk ik er over en dat kan je gerust tegen je vader zeggen ook uit mijn naam. Trouwens, ik zal het hem zelf wel medelen; mijn mening zal hij ho ren," voegde tante Barbara er nog bij. 't Deed Marie goed, dat ze haar ge moed had gelucht tegenover de eerlijke boerin van Langeveld en ze bleef op de hoeve, totdat de zon begon te dalen en de grote staande klok van tante Barbara reeds acht slagen had doen horen. Aanmerkelijk opgeruimder dan ze ge komen was, verliet ze Langeveld en met de dankbaarheid in 't hart dacht ze aan de eenzame vrouw, die voor 't oog van, de wereld onbewogen en onaandoenlijk door het leven ging, doch wier hart toch zo warm klopte voor hen, die ze liefhad, of die haar hulp inriepen; die, niet veel over haar godsdienst sprak. doch voor wie de Bijbel het richtsnoer van het leven was. Wat was de avond schoon en welk een stille vrede lag er over akkers en weiden. Een dunne nevel hing boven de sloten en breidde zich laag uit over het veld. „'t Zal morgen weer warm zijn," dacht Marie, toen haar oog er op viel. Plotseling steeg het bloed naar de wangen. Achter haar op de weg hoorde zij de voetstap van een wandelaar en die wandelaar floot de melodie van een oud liedje, dat haar zo overbekend was. Dat kon niemand anders zijn dan Al bert van Limmen en al wilde Marie niet omkijken, ze wist toch stellig, dat hij het was. Zou hij straks weer naar de weg vra gen? Doch dan zou het stellig zijn naar de bekende weg. Naar de weg vroeg de opzichter echter ditmaal niet. Zijn vriendelijke avondgroet beant woordde ze en zijn opmerking over de eigenaardige schoonheid van het land schap in het prachtige licht van de on dergaande zon, was toch ook geen re den om hem met een trotse, afwijzende houding te doen gevoelen, dat zijn ge zelschap niet begeerd werd door haar. Zo wandelden ze op die zondagavond naast elkander voort en ze vroeg hem, of hij het naar de zin had in het aar dige doodgravershuisje. 't Was haar warm om het hart gewor den, toen hij vertelde, hoe hoog hij die weduwe waardeerde, die met bijna moederlijl5;e zorg ook voor hem, de vreemde vervuld was; in wier huis nim mer een wanklank de vrede verstoorde; die, hoewel ze eenvoudig en arbeidzaam als een degelijke werkmansvrouw haar plichten vervulde, toch een dame was, die in de meest beschaafde kringen op haar plaats zou zijn. Een vrouw, die altijd opgeruimd en blijmoedig door het leven ging, al wa ren de doornen overvloedig en de rozen schaars geweest op haar pad. Met diep medelijden sprak van Lim men over de arme Wulfert, die zich met broederlijke liefde aan hem gehecht had. En eindigde met de opmerking: „Ik ben nog slechts enkele maanden in het dorp en bij die mensen, doch ik ge voel er mij even goed thuis als bij mijn vader op zijn hoeve." Zo keuvelden ze samen voort, en zon der opzet wandelden ze veel langzamer dan gewone voetgangers plegen te doen. De zomeravond was zo schoon, het voetpad tuss ende velden zo eenzaam en zo stil, en in hun eerlijke, jonge har ten ontkiemde de liefde met macht en onweerstaanbare kracht. Na die eerste zondagavondwandeling ontmoetten Marie Groskamp en Albert van Limmen elkander meermalen, doch steeds was het meisje vol zorg en on rust, dat Bart Brakkers nog eens zijn wraaklust zou koelen aan van Limmen. De opzichter stelde haar echter dan lachend gerust. Dergelijke mensen ïf Bart maken wel veel lawaai met di'S' gen en zwetsen, doch indien ze we*' lijk man tegen man komen te staan t'' genover iemand, die in het minst W' bang is voor hun geschreeuw, zingen'- een heel toont jet lager. Bij een dezer gelegenheden sprak V'; Limmen: „Weet je, waarvoor ik eens bang ben? Dat hij misschien if;; wil ondernemen, als we bij elka"* ijn, en dat hij door zijn optreden jou hier in het dorp in opspraak bre* Doch als iets dergelijks eens mocht beuren, loop dan rustig door, alsoi ganse geschiedenis geheel buiten je f' gaat. Wil je mij dat beloven, Marie?' HOOFDSTUK VII Het zaad van de haat. Het was op een der ruwe herfstdag'; op een zaterdagmiddag, dat opziet" van Limmen met de handen in de i'\ ken van zijn regenjas op het voeiPf' liep, hetwelk van de nieuwe baamvat,' terswoning naar de landweg '^oeti-K was op het werk geweest en ha'' meesterknecht nog enige aanwijz''»; gegeven voor de volgende week, nu waren de werklieden na hun w* loon te hebben ontvangen, vertrokK' Albert van Limmen scheen zicli ij', veel om de regenvlagen te bekoinW^''', die, zo nu en dan door de kracM'^ westenwind voortgezweept, hem achteren bestookten. (Wordt vervol.' Dinsdag S 0e laats Bracht De groo In dit Toen En gaat We zaai Want da 't Gaat En als Per kilo Dan zegi De oogsi .1 Beroepei Nieuwland Utrecht: waarvan e doorgebra scheid, we tekst had vers 25. D laatste pi Nieuw naar Oud R. T. Huiz 1 Kor. 3 Beroepe melo; Oud Wormerve den. Aangen- J. Oranje Hagen te man te S brandabur kerk. Bedankt Jonge te Giften: onlangs h heeft een schikking De ker 2000.—. C Beroepe te Hillego Bedankt Noordeloo 's-Grave ds. R. Ko' Hertog in^ 2 Petr. 1 G Beroepe Genemuid Bedankt 's-Graven" Eindhov meente g 100 belij KE Op de E mei, wordt Parijs geh go, no. 10 eerste en maand de 10.30 uur. Rochereau Wijzigin voor het gende in men: de o de koopso' het in het vergoedin zomede de schat op subsidie a nut en gen ring van f 175.—; e gens aand van een i brengen c tie; een b vullend c een projee bare lager Eerder gevoteerd; slechts ee betrof; vo voor de aa uit te rei' gere schol gelegenhei van de ko keurde he De heer nu al pla- veld op d De voor behandeld „Zolang kan de g- volkstuine De voor rnet de pa nog erg v De heer voeriger p ontvangen met alle zoals hij zien. De voor wel uitvoe overwegen Weth. K mededel Molendij bovengr

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 2