D/f jaar geen overheidsbouw
in Melissani
r
Portretwerk
K LAVE RVI ER
Toch plannen maken
en verheugend particulier
initiatief
Ezeltje voorjprinsesllrene
De
Gemeenteraad overwoog: „Wat doen
met de hondenbelasting?"
we
reportages
FOTO ROTSMA
'kië g°"
Vraag d
Aan on;
O ui, ge
Ge zijt
En wie
Weer 01
Ge maal
Zowat d
Wie hac
Vervol
Biz. 2
„EILANDEN-NIEUWS'
Dinsdag 5 mei 195J
De gemeenten op Flakkee zijn er met de toewijzing van bouwvolume voor
het lopende jaar minder dan schraal afgekomen. Zij krijgen of niets of hoog
stens een paar huizen. „Niets" is het ook voor Melissant, zoals burgemeester
Bos j.l. vrijdagmiddag in de toen gehouden openbare raadsvergadering
moest mededelen. Men zal dus dit jaar geen enkel huis kunnen bouwen. Des
alniettemin laten b en w, zeker in de hoop op beter woningbouwtijden, de
moed niet varen en zij werden daarin gevolgd door de raad. Het college had
door de technische dienst o.a. een plan laten opzetten voor bouw van bejaar
denwoningen, die de burgemeester met „buitengewoon geslaagd" kenschetste.
Deze zaken leverden natuurlijk heel wat bespreking op, vooral toen men de
kwestie krotopruiming en de sanering van Kralingen er bij haalde. Een on
derwerp van brede discussie bleek ook voort te vloeien uit een reclame tegen
een aanslag in de hondenbelasting; daarmede kwam het gehele hondenbe
lastingstelsel op de helling, maar gelukkig voor de houders van waak
honden het kwam er niet af! En dan dienen wij nog te wijzen op de sport-
veldplannen, die men al sinds enige jaren aan het ontwikkelen is, maar
waarmede men strandde op de noodzaak van een onteigeningsprocedure.
Thans heeft de eigenaar zich echter met het verlies van zijn grond verzoend,
de gemeente kan er het bezit van krij gen en dan kan men het sportveld gaan
aanleggen, tenminste als ook de aangelegenheid van de pacht geregeld is.
Burgemeester Bos opende de voltal
lige vergadering met gebed, waarna de
notulen volgden en dan de ingekomen
stukken, waarbij verdaging van een
beslissing door Ged. Staten op uitgifte
van grond in erfpacht aan Tieleman en
de Blok. Aankoop van tien woningen
met grond van A. W. Knöps en D.
Gestel was door Ged. Staten goedge
keurd. Voorts nam men kennis van
meerdere jaarverslagen van instellin
gen e.d.
Geldzaken
De bank van de Vereen, van Ned.
Gemeenten had de volgende vaste geld
leningen aangeboden: 19.000.voor
consolidatie van de vlottende schuld, op
te nemen 1 april 1959, koers 99,25»/o,
looptijd 30 jaren, rente 4V2<'/o, af te los
sen in 30 gelijke jaarlijkse termijnen,
kosten 1,25% van het nominale bedrag;
20.000.voor de financiering van de
schadeloosstelling aan de eigenaar van
de bij raadsbesluit van 12 juli 1956 ter
onteigening aangewezen gronden, op te
nemen 1 april 1959, koers 99,25"/o, loop
tijd 30 jaren, rente 4V2"/o, af te lossen
in 29 jaarlijkse termijnen van f 660.
en 1 termijn van 860.kosten l,25''/o
van het nominale bedrag.
De raad keurde deze leningen goed.
Dan volgde een voorstel tot het aan
gaan van een geldlening met het alge
meen armbestuur. Op 18 oktober 1957
is aan Ged. Staten medegedeeld, dat
het Algemeen Armbestuur, teneinde
de bouw van zes woningwetwoningen
aan de Margrietlaan doorgang te kun
nen doen vinden, bereid was de gelden
welke die instelling zou ontvangen we
gens verkoop van enkele (krot)wonin-
gen en enige percelen grond, aan de ge
meente ter leen te verstrekken. Nu de
koopsommen zijn ontvangen biedt het
Alg. armbestuur de gemeente een vaste
lening aan tot een bedrag van
5.830.tegen een koers van 100"/o,
rentende 4V2V0 per jaar, op te nemen op
1 mei 1959 en af te lossen in één bedrag
op 1 mei 1974. Ook dit werd geaccep
teerd.
In verband met de op 1 mei 1956
plaats gehad hebbende fusie tussen de
N.V. Emgo en het Ebof diende het aan
tal aandelen van iedere gemeente te
worden herzien. Blijkens een brief van
de maatschappij zal de gemeente Melis
sant houdster worden van 12 aandelen.
Ook na de periodieke herverdeling per
1 januari 1957 blijft dit aantal gehand
haafd. Volgens het raadsbesluit van 18
juni 1954 bezit de gemeente 21 aande
len, hetwelk dus wordt teruggebracht
tot 12.
In verband met het verstrekken van
een hypothecaire lening op een gebouw
gesticht op een door de gemeente in
erfpacht uitgegeven perceel grond ver
langde de Coöp. Boerenleenbank een
verklaring dat het gemeentebestuur de
hypotheekhoudster in kennis zal stellen
van zijn voornemen over te gaan tot
ontbinding der erfpachtsovereenkomst
in het geval de erfpachter in gebreke
mocht blijven de erfpachtsvoorwaar-
den na te leven, zomede de hypotheek
houdster gelegenheid zal geven in
plaats van de erfpachter voor het na
komen der voorwaarden zorg te dragen.
B en w stelden voor de gevraagde
verklaring af te geven en dit werd aan
genomen.
Woningbouw
B en w hadden de raad medegedeeld:
Hoewel nog steeds niet bekend is voor
hoeveel woningen de gemeente over
1959 steun uit 's Rijks kas zal krijgen,
meenden ta en w dat het gewenst was
reeds nu een besluit te nemen tot de
bouw van woningwetwoningen aan de
Marijkeiaan. Gezien de lijst van wo
ningzoekenden meenden zij dat het ge
wenst en verantwoord is het aantal te
bouwen woningen te bepalen op 8,
waarvan 4 voor bejaarden.
B en w stelden derhalve voor te be
sluiten tot de bouw van 8 woningwet
woningen (waaronder 4 voor bejaarden)
voor deze bouw beschikbaar te stellen
een bedrag van 120.000.wegens
bouv>?kosten en 15.413,91 (2047 m^ x
7,53) wegens grondkosten, of zoveel
meer of minder als zal blijken nodig te
zijn; uit 's Rijks kas aan te vragen en
te aanvaarden: een zo hoog mogelijke
jaarlijkse bijdvage In het exploitatie
tekort; een jaarlijkse bijdrage als be
doeld in art. 24a, sub 30, van het Wo-
ningbesluit (bijdrage voor bejaarden
woningen; een rijksvoorschot ten be
drage van het totaal der stichtingskos-
ten voor rekening van de gemeente te
nemen een aandeel in de huurverlaging
der bejaardenwoningen tot een bedrag
gelijk aan de terzake jaarlijks door het
rijk toe te kennen bijdragen.
De burgemeester verklaarde deze
mededeling nader toe te moeten lich
ten, daar sindsdien bekend geworden
is welk bouwvolume door Ged. Sta
ten aan de gemeenten kon worden
toegewezen. Helaas is dat uiterst mi
niem. De Minister heeft aan Ged.
Staten bouwvolume ter beschikking
gesteld en bij toewijzing per ge
meente moesten Ged. Staten uitgaan
van statistische gegevens terzake het
woningtekort in 1958. Het resultaat
daarvan is, dat Melissant met niets
uit de bus komt. B en w betreuren
dat zeer. Nochtans menen zij niet stil
te mogen zitten en vandaar het plan
tot bouw van die acht en vier wonin
ningen. De toewijzing betekent een
grote teleurstelling, maar het zat al
in de lucht. In 1959 zal het onmoge
lijk zijn om te bouwen. B en w vin
den overigens het standpunt van die
statistische gegevens niet juist. Het is
aanvechtbaar om van het woningte
kort per gemeente uit te gaan. Ook
uit dien hoofde wensten b en w voort
te gaan met maken van plannen.
Liever particulier
De heer Leijdens zei niet te vinden,
dat het woningtekort in Melissant zo
groot is. Ook vond spr., dat de gemeen
te niet de grootste woningexploitant be
hoeft te worden. Er is ruimte voor par
ticulier initiatief en daar wordt ook ge
bruik van gemaakt, wat spr. veel
mooier vond. Voor bejaardenwoningen
maakte de heer Leijdens natuurlijk een
uitzondering.
De voorz. was het eensdeels met de
heer Leijdens een, maar vond ander
zijds, dat de gemeente een belangrijke
taak heeft op het gebied van volkshuis
vesting, mede terzake vervanging van
krotwoningen. Ook de voorz. zei inge
nomen met de lust tot particuliere bouw
die men in Melissant ontplooid.
De heer Leijdens verklaarde, dat de
vervanging van oude woningen het
hardst klemt. Daar moet zeker naar ge
streefd, al komt de toewijzing dan aan
Dirksland.
De voorz. deelde mede, dat hij bin
nenkort met Ged. Staten over Kralin
gen hoopt te spreken.
De heer Prins hoopte, dat men in 1960
wel zal kunnen bouwen en stemde er
mede in, dat b en w voortgaan met
plannen.
De voorz. vertrouwde in elk geval
aan de belangen der bejaardenwonin
gen te kunnen voldoen. Daar moet men
in elk geval voor klaar staan, „De aan
vragen voor be jaarden woningen komen
meest van bewoners van mooie en gro
te woningen, die dus vrij komen!" at
tendeerde de heer Leijdens.
De heer Molenaar informeerde nader
naar het plan voor de bejaardenwonin
gen.
Zeer geslaagd
De voorz. ontvouwde daarop een teke
ning. Hij noemde het ontwerp buiten
gewoon geslaagd en verklaarde, dat
iedereen dat vindt. Het is een ontwerp
van de eigen technische dienst. De wo
ningen zijn vrij breed, niet zo diep, met
veel glas.
„Deze zijn mooier dan die er staan!"
meende de heer Keizer. „We kunnen
ook niet allemaal dezelfde bouwen!"
stelde de voorzitter.
„Ze staan vier aan elkaar dat is om
lopen naar de achterdeur," begreep de
heer v. d. Spaan.
„Waar geleefd en gewoond wordt is
voor, de keuken is achter," verduide
lijkte de voorzitter.
De raad bleek zich geheel met de
plannen te kunnen verenigen.
Aankoop krotten Kralingen
De eigenaar van de woningen Kra
lingen 26 tot en met 35 J. v. Driel Mzn.
te Sommelsdijk is bereid de woningen
met de daarbij behorende grond aan de
gemeente te verkopen voor een bedrag
van 1.500.—
B en w setlden voor tot aankoop te
besluiten.
De voorz. vond, dat in Kralingen
grondig opgeruimd moet worden, „'t Is
Prima
en niet te evenaren
niet veel geld!" stelde de heer van der
Spaan vast.
„Ze zijn dan ook geen cent waard!"
meende de voorz.
De heer Leijdens wees op een opge
knapte woning van van Ast. „Je staat
er voor wat die met 700 gld. gedaan
heeft."
„Maar op zolder is het niks!" becri-
tiseerde de heer van der Spaan.
„Waar gaan die mensen uit die Kra-
lingse woningen heen?" wilde de heer
T. Leijdens weten.
De voorz. kon dit niet zo direct zeg
gen.
„Kralingen is een stiefkind. Dat is
een ongezonde toestand!" vond de heer
Leijdens.
De voorz. was het daarmede geheel
eens.
„Ze hebben dezelfde rechten maar
krijgen ze niet," aldus de heer Leijdens.
„De mensen zijn geheel op Dirksland
ingesteld. Dat verhindert niet, dat we
er moeten saneren!" verklaarde de
voorz.
„Als er samenvoeging komt, dan
neem ik aan, dat niemand er tegen zal
zijn als Kralingen bij Dirksland komt,"
concludeerde de heer Prins. „Dat is
wel eens anders geweest., want enige
jaren geleden was men er hier tegen."
„Niet tegen, maar wel met compen
satie!" memoreerde de heer D. Leijdens.
De heer van der Spaan herinnerde er
aan, dat er al eens een stemming is
gehouden in Kralingen. Toen waren de
bewoners tegen!
„Dat is 35 jaar geleden," dacht weth.
Keizer.
De raad keurde dan het voorgestelde
goed.
Bouwen
Door J. Mans en B. A. Stolk was een
verzoek ingediend van de gemeente te
mogen kopen resp. 215,5 en 159 m^
bouwgrond, gelegen in de hoek van de
Pieterstraat en de Marijkelaan.
B en w stelden voor te besluiten tot
verkoop tegen 7.53 per m- en onder
nader te stellen voorwaarden.
Dit voorstel werd gevolgd door een
ander t.w. tot grond in eeuwigdurende
erfpacht, gelegen aan de Beatrixlaan,
aan de Blok en Tieleman, Keijzer, van
Ast en de Vogel. Laatstgenoemde drie
heren zetten er al een woning, de Blok
zelf ook één.
De heer P. Leijdens vroeg of er geen
aanvrage was ingekomen van het be
stuur van de Chr. school voor ook een
woning. Daar is nog een stukje grond
voor over. De voorz. wist, dat men wel
over deze aanvrage dacht, maar ont
vangen was hij (nog) niet door b en w.
Alsnog verkoop
Voorstel volgde tot aankoop van
1.96.70 ha bouwgrond van mr. C. G.
Trouw te Apeldoorn. Na het uitbrengen
van een dagvaarding heeft de eigenaar
van de ter onteigening aangewezen
gronden, blijkens een brief van mr. F.
Kleijn, notaris te Apeldoorn zich alsnog
bereid verklaard de percelen aan de ge
meente te verkopen voor het in het
taxatierapport genoemde bedrag van
19.670.000 (1 gld. per m^).
B en w stelden voor tot aankoop te
besluiten.
„De vergoeding voor de pachter komt
er nog overheen, verwachtte de heer
D. Leijdens, hetwelk de voorzitter juist
noemde. De raad besloot tot de aan
koop.
Premie woningverbetering
In de vergadering van 18 dec. 1957
werd bepaald, dat met ingang van 1 jan.
1958 geen bijdragen ingevolge de pre
mieregeling meer zouden worden toe
gekend voor andere verbeteringen dan
het vervangen van w.c.'s met emmer
stelsel door meer aan de eisen des tijds
aangepaste closetinstallaties.
Deze maatregel moest destijds wor
den genomen in verband met de finan
ciële positie der gemeente.
B en w, die het in het belang van de
verbetering van de woontoestanden
zeer gewenst achten dat zoveel moge
lijk gebruik wordt gemaakt van de op
dat gebied door het rijk gegeven faci
liteiten, hebben zich afgevraagd of het
thans weer mogelijk zou zijn ook voor
grotere verbeteringswerkzaamheden
bijdragen te verlenen. Hoewel de finan
ciële toestand der gemeente zorgelijk
blijft, achten zij het verantwoord U
voor te stellen inderdaad daartoe over
te gaan, nu de gebruikelijke na-uitke
ring van 4% uit het Gemeentefonds is
omgezet in een verhoging van de alge
mene uitkering uit dat fonds met 4 pun
ten en derhalve tot een meer vaststaan
de inkomst kan worden gerekend.
B en w stelden voor in uitgaaf op te
nemen een bedrag van 5 x 1.500.of
7.500.waartegenover als rijksbij
drage kan worden geraamd 5.000.—,
zodat netto ten laste van de gemeente
blijft 2.500.—.
„Sneu"
„'t Is sneu, dat er mensen zijn, die
verbeterd hebben en niets kregen,"
bracht de heer v. d. Spaan ter tafel.
„Dat is zo en dat betreuren wij ook,"
gaf de voorz. toe.
De heer v. d. Spaan wees er dan op,
dat een verbetering niet kan doorgaan
ingevolge advies van Stad en Land.
„Moeten b en w zich daaraan houden?"
vroeg spr., die zei het niet op Stad en
Land te hebben.
De voorz. zette, na inlichting van de
secretaris uiteen, dat het advies wel
bindend was voor de premie.
„Dat kan dus weer voorkomen!"
vermoedde de heer v. d. Spaan."
„'t Kan altijd bekeken worden," stel
de de voorz. gerust.
Op een vraag van de heer P. Leijdens
antwoordde de voorzitter, dat het door
b en w gevraagde bedrag niet als li
miet gezien moet worden en dat b en
w in eerste aanleg een aanvrage om
premie beoordelen. Maar natuurlijk
heeft de Prov. Directie van Volkshuis
vesting ook een vinger in de pap.
De heer P. Leijdens vond de kapi
taalkrachtigheid van de aanvragers ook
een punt van belang. Grote gezinnen
zal het moeilijk vallen, terwijl die het
juist het hardst nodig hebben.
De voorz. antwoordde, dat de niet in-
aanmerking kan worden genomen.
De raad conformeerde zich dan aan
het voorstel van b en w.
Toen de Nederlandse heer Dekker, tijdens een bezoek aan de Spaanse familie
Del Pozo, vertelde, dat H.K.H. Prinses Irene met veel plezier het doek „Platero
en ik" van de Spaanse nobelprijswinnaar Juan Jimenez heeft gelezen, en 1
wens te kennen heeft gegeven zelf een ezeltje te bezitten als Platero,
hoofdfiguur uit het boek, vatte de zoon des huizes, Manuel del Pozo het plan
met vier vrienden naar Nederland te reizen om de Prinses een ezeltje aan k
bieden. Dat gaat nu gebeuren; de vijf studenten vertrekken begin juni naar
Nederland voor een voettocht, welke vijftig dagen zal duren. Zij brengen drie
ezeltjes mee waaruit de Prinses mag kiezen. Een ander ezeltje gaat naar de
heer Dekker, het derde naar Artis in Amsterdam.
De foto toont de vijf studenten die druk doende zijn een van de ezeltjes te ver
zorgen.
„A.u.b. geen waakhondenraad"
J. V. d. Sluijs, Nieuv/eweg 15, had
binnen de daartoe gestelde termijn, een
bezwaarschrift ingediend tegen de hem
door b en w opgelegde aanslag ad 10.-
in de hondenbelasting over het lopende
jaar.
De reclame heeft op het aangifte
formulier medegedeeld, dat de hond
wordt gehouden voor bewaking van een
gebouw of een erf. Volgens de belas
tingverordening bedraagt de belasting
voor dergelijke honden 5.B en w
hebben de bewuste liond echter niet als
waakhond beschouwd en hebben een
aanslag opgelegd van 10.Nu de
belastingplichtige een bezwaarschrift
heeft ingediend was het aan de raad
uit te m.aken of de bedoelde hond al
dan niet als waakhond behoort te wor
den aangemerkt. De gemeentewet be
paalt, dat wanneer de gemeente een
belasting heft op honden, onderscheid
dient te worden gemaakt tussen hon
den welke uitsluitend worden gehou
den ten dienste van de landbouw of
enig bedrijf van nijverheid, of ter be
waking van gebouwen of erven en an
dere honden. Van de eerstgenoemde ca
tegorie wordt geen of een mindere be
lasting geheven dan van de tweede. De
belastingverordening stelt de belasting
voor de eerst groep op 5.per jaar,
voor de tv^/eede op 10.Daar de wet
niet aangeeft wat onder een waakhond
wordt verstaan en een belastingveror
dening geen beperking van het begrip
waakhond mag bevatten, zal van geval
tot geval dienen te worden beslist of
een hond als zodanig kan worden aan
gemerkt.
In het onderhavige geval waren b en
w van mening, dat de hond niet als
waakhond kan worden beschouwd om
dat de hond wordt gehouden bij ge
bouwen en op een erf die gelegen zijn
in de bebouwde kom, in de nabijheid
van een openbare weg met regelmatig
verkeer en in een gebied waar de rijks
politie, zowel overdag als 's nachts toe
zicht houdt. Zij stelden dan ook voor
het bezwaarschrift ongegrond te ver
klaren.
De heer van der Spaan was het niet
met b en w eens. Rattenbestrijding
achtte spr. van groot belang.
„Daar is veel jurisprudentie over,"
het veroorlooft geen ontheffing. Even
tueel kunt U premie op rattenvangen
geven, maar hier gaat het over „waken'
En rattenvangen kan die eigenaar w
een tientje waard zijn!" vond de voor;
die er niet voor was verschil te makt:
tussen landbouwers en andere beroe
pen.
B en w gaan hiermede anders da!
tot heden is gevolgd, stelde de heer!
Leijdens vast. „Wij hielden het oog e;
bewaking van een landbouwschrai
Wie een schuur had betaalde 5 gli
Spr. wilde het voorstel uitstrekken te
alle honden, nu men het cruterk
schuur los laat. „Of allen 10 gld, e;
allen 5 gld. vond spr.
De voorz. wist niet van dat criteriur
schuur af. „Is het nu werkelijk waai
dat alleen landbouwschuren bewaldi:
nodig hebben? Dat geldt toch ook is-
dere schuren? En men kan ook afslm
ten. Voor buitenaf wonenden vond spi
wel een ander criterium meer bev;a-
king nodig; „men wil wel eens eei
brandkast meepikken, maar overigen
gaat het meest om overlast."
„Gelijke monniken, gelijke kappen!
hield de heer Leijdens vast. „En ft
zich beveiligd voelt door een honi
moet dat vijf gld. wel waard zijn."
De heer Prins bleek er niet mee
genomen, dat de raad zal moeten uit'
maken wat een waakhond is of nie:
„Dan worden we een waakhondenraad
vreesde spr., die het aan b en w wilÉ
overlaten.
„Dan bent U er gemakkelijk ai'
lachte de voorz., die wet en verordeniïi
ter tafel liet brengen.
De heer D. Leijdens vond, dat In'
vorige college beter die wet en veroi'
dening in het oog hield.
„Dat komt omdat je er zelf in zal,
merkte de heer v. d. Spaan ondeugeK
op, maar dat weerde de heer Leijdei'
af.
De heer Prins stelde: „een waal'
hond blijft bij het gebouw!"
„Dat is onuitvoerbaar! Daar is g*
garantie op! Of we moeten een cou!'-'
leur aanstellen," verklaarde de voofi
waarna de heer D. Leijdens jagen''
honden in het geding bracht.
De voorz. hield vast aan de bepff'
king van de bebouwde kom.
De heer Leijdens verklaarde zich i
enige tegen het voorstel van b en
dat dus bij meerderheid werd aangenf
men.
(Vervolg pag. 3, onderaai
door W. Schippers
21
■,r:
„En nu over jullie op Klavervier!
Wat is daar toch eigenlijk aan de hand?
„Toen ik een goede drie weken gele
den op Klavervier was," zo ging tante
voort, „heb ik het al gemerkt, al tracht
te men het voor mij te verbergen, en
toen je vader jongstleden maandag even
hier was, en ik hem vroeg of de zaken
niet naar de zin gingen, praatte hij zo
iets van die nieuwe spoorlijn, die men
over zijn grond wil doen lopen, en
waartegen hij zich zal verzetten. Doch
er is meer gaande, of ik moest mij al
heel erg vergissen.
„Jij bent ook mijn vrolijke, onbezorg
de meid niet meer, die je enkele maan
den geleden nog was, en als je mij nu
liever niet vertelt, wat er hapert, zeg
het dan ronduit, maar tracht mij niet
met een kluitje in het riet te sturen."
Marie wist wel, dat ze een grote plaats
innam in het hart van de ogenschijn
lijk zo harde en robuste boerin van
Langeveld, doch het viel haar moeilijk
te vertellen, waarom vader niet meer
was zoals vroeger en waarom moeder
zo stil was en zo treurig.
Maar tenslotte sprak ze: „Tante, ik
weet wel, dat men zijn ouders moet ge
hoorzamen en ik weet ook, dat vader
wijs is en dat hij de Bijbel kent als
maar weinigen, doch vader zou gaar
ne zien, dat ik vriendelijk was tegen
Bart Brakkers en ik kan die ruwe
woesteling niet uitstaan."
Ziezo, de hoofdzaak was er uit en nu
viel het Marie ook niet zo moeilijk, om
verder te vertellen wat op Klavervier
was voorgevallen sinds die avond in mei
toen opzichter van Limmen haar naar
de weg had gevraagd en Bart Brakkers
hen zo grof had bejegend.
Zwijgend had tante Barbara zitten
luisteren en toen Marie eindelijk, na al
les te hebben medegedeeld wat haar op
het hart lag, aarzelend vroeg: „Tante,
vader zegt, dat Bart een flinke boer is,
en dat kan best zo zijn vader meent
stellig, dat de jonge boer van de Klit
tenhof het drinken en vechten vanzelf
laten zal, nu hij wat ouder begint te
worden dat wil ik óók niet betwis
ten, maar ik kan hem nu eenmaal niet
uitstaan, en hoewel het mij bitter hard
valt, vaders wil te weerstreven, is het
mij onmogelijk, vriendelijk en voorko
mend te zijn tegen Bart Brakkers."
De donkere ogen van tante Barbara
keken een ogenblik scherp en onderzoe
kend Marie in de vochtige kijkers. Toen
antwoordde ze langzaam: „Zit de ge
schiedenis zo in elkaar! Zou Rokus
Groskamp ook in dit geval zijn wil
trachten door te drijven nu kind, ik
zal de laatste zijn, die een dochter zal
aanzetten, tegen de uitdrukkelijke wil
van haar ouders in te gaan maar
dan moeten die ouders ook, indien het
een levensvraag geldt voor hun kind,
voor God kunnen verantwoorden, dat
hun wil rechtvaardig is en goed en
ik twijfel er sterk aan, of mijn broer
daartoe in staat is.
„Als die jongen van Tijs Brakkers je
tegenstaat, wat ik me zeer goed be
grijpen kan, is het een eerlijke zaak,
dat je hem dat duidelijk laat blijken.
Zo denk ik er over en dat kan je gerust
tegen je vader zeggen ook uit mijn
naam. Trouwens, ik zal het hem zelf
wel medelen; mijn mening zal hij ho
ren," voegde tante Barbara er nog bij.
't Deed Marie goed, dat ze haar ge
moed had gelucht tegenover de eerlijke
boerin van Langeveld en ze bleef op de
hoeve, totdat de zon begon te dalen en
de grote staande klok van tante Barbara
reeds acht slagen had doen horen.
Aanmerkelijk opgeruimder dan ze ge
komen was, verliet ze Langeveld en met
de dankbaarheid in 't hart dacht ze aan
de eenzame vrouw, die voor 't oog van,
de wereld onbewogen en onaandoenlijk
door het leven ging, doch wier hart
toch zo warm klopte voor hen, die ze
liefhad, of die haar hulp inriepen; die,
niet veel over haar godsdienst sprak.
doch voor wie de Bijbel het richtsnoer
van het leven was.
Wat was de avond schoon en welk
een stille vrede lag er over akkers en
weiden.
Een dunne nevel hing boven de sloten
en breidde zich laag uit over het veld.
„'t Zal morgen weer warm zijn,"
dacht Marie, toen haar oog er op viel.
Plotseling steeg het bloed naar de
wangen. Achter haar op de weg hoorde
zij de voetstap van een wandelaar en
die wandelaar floot de melodie van een
oud liedje, dat haar zo overbekend was.
Dat kon niemand anders zijn dan Al
bert van Limmen en al wilde Marie niet
omkijken, ze wist toch stellig, dat hij
het was.
Zou hij straks weer naar de weg vra
gen? Doch dan zou het stellig zijn naar
de bekende weg. Naar de weg vroeg de
opzichter echter ditmaal niet.
Zijn vriendelijke avondgroet beant
woordde ze en zijn opmerking over de
eigenaardige schoonheid van het land
schap in het prachtige licht van de on
dergaande zon, was toch ook geen re
den om hem met een trotse, afwijzende
houding te doen gevoelen, dat zijn ge
zelschap niet begeerd werd door haar.
Zo wandelden ze op die zondagavond
naast elkander voort en ze vroeg hem,
of hij het naar de zin had in het aar
dige doodgravershuisje.
't Was haar warm om het hart gewor
den, toen hij vertelde, hoe hoog hij die
weduwe waardeerde, die met bijna
moederlijl5;e zorg ook voor hem, de
vreemde vervuld was; in wier huis nim
mer een wanklank de vrede verstoorde;
die, hoewel ze eenvoudig en arbeidzaam
als een degelijke werkmansvrouw haar
plichten vervulde, toch een dame was,
die in de meest beschaafde kringen op
haar plaats zou zijn.
Een vrouw, die altijd opgeruimd en
blijmoedig door het leven ging, al wa
ren de doornen overvloedig en de rozen
schaars geweest op haar pad.
Met diep medelijden sprak van Lim
men over de arme Wulfert, die zich met
broederlijke liefde aan hem gehecht
had. En eindigde met de opmerking:
„Ik ben nog slechts enkele maanden in
het dorp en bij die mensen, doch ik ge
voel er mij even goed thuis als bij mijn
vader op zijn hoeve."
Zo keuvelden ze samen voort, en zon
der opzet wandelden ze veel langzamer
dan gewone voetgangers plegen te doen.
De zomeravond was zo schoon, het
voetpad tuss ende velden zo eenzaam
en zo stil, en in hun eerlijke, jonge har
ten ontkiemde de liefde met macht en
onweerstaanbare kracht.
Na die eerste zondagavondwandeling
ontmoetten Marie Groskamp en Albert
van Limmen elkander meermalen, doch
steeds was het meisje vol zorg en on
rust, dat Bart Brakkers nog eens zijn
wraaklust zou koelen aan van Limmen.
De opzichter stelde haar echter dan
lachend gerust. Dergelijke mensen ïf
Bart maken wel veel lawaai met di'S'
gen en zwetsen, doch indien ze we*'
lijk man tegen man komen te staan t''
genover iemand, die in het minst W'
bang is voor hun geschreeuw, zingen'-
een heel toont jet lager.
Bij een dezer gelegenheden sprak V';
Limmen: „Weet je, waarvoor ik
eens bang ben? Dat hij misschien if;;
wil ondernemen, als we bij elka"*
ijn, en dat hij door zijn optreden
jou hier in het dorp in opspraak bre*
Doch als iets dergelijks eens mocht
beuren, loop dan rustig door, alsoi
ganse geschiedenis geheel buiten je f'
gaat. Wil je mij dat beloven, Marie?'
HOOFDSTUK VII
Het zaad van de haat.
Het was op een der ruwe herfstdag';
op een zaterdagmiddag, dat opziet"
van Limmen met de handen in de i'\
ken van zijn regenjas op het voeiPf'
liep, hetwelk van de nieuwe baamvat,'
terswoning naar de landweg '^oeti-K
was op het werk geweest en ha''
meesterknecht nog enige aanwijz''»;
gegeven voor de volgende week,
nu waren de werklieden na hun w*
loon te hebben ontvangen, vertrokK'
Albert van Limmen scheen zicli ij',
veel om de regenvlagen te bekoinW^''',
die, zo nu en dan door de kracM'^
westenwind voortgezweept, hem
achteren bestookten. (Wordt vervol.'
Dinsdag S
0e laats
Bracht
De groo
In dit
Toen
En gaat
We zaai
Want da
't Gaat
En als
Per kilo
Dan zegi
De oogsi
.1
Beroepei
Nieuwland
Utrecht:
waarvan e
doorgebra
scheid, we
tekst had
vers 25. D
laatste pi
Nieuw
naar Oud
R. T. Huiz
1 Kor. 3
Beroepe
melo; Oud
Wormerve
den.
Aangen-
J. Oranje
Hagen te
man te S
brandabur
kerk.
Bedankt
Jonge te
Giften:
onlangs h
heeft een
schikking
De ker
2000.—.
C
Beroepe
te Hillego
Bedankt
Noordeloo
's-Grave
ds. R. Ko'
Hertog in^
2 Petr. 1
G
Beroepe
Genemuid
Bedankt
's-Graven"
Eindhov
meente g
100 belij
KE
Op de E
mei, wordt
Parijs geh
go, no. 10
eerste en
maand de
10.30 uur.
Rochereau
Wijzigin
voor het
gende in
men: de o
de koopso'
het in het
vergoedin
zomede de
schat op
subsidie a
nut en gen
ring van
f 175.—; e
gens aand
van een i
brengen c
tie; een b
vullend c
een projee
bare lager
Eerder
gevoteerd;
slechts ee
betrof; vo
voor de aa
uit te rei'
gere schol
gelegenhei
van de ko
keurde he
De heer
nu al pla-
veld op d
De voor
behandeld
„Zolang
kan de g-
volkstuine
De voor
rnet de pa
nog erg v
De heer
voeriger p
ontvangen
met alle
zoals hij
zien.
De voor
wel uitvoe
overwegen
Weth. K
mededel
Molendij
bovengr