tEiuvriDEn-niEuws N JOIIAMME^ CAIiTIJM OP' Portretwerk Zes Roode Kruis-borden in een rek Adrianus Jacobus den Boer LAVE RVI ER ken xtiel 1509-1959 Wat het zwaarste is moet ook het zwaarste wegen Afdehng Ooltgensplaat veroverde dit halve dozijn door hoge collecten-opbrengsten Aanbesieding nieuwe weg In memoriam 2e blad Dinsdag 21 april 1959 No. 2788 ikelijk! svrouw eken! es. ngas. BBEL u 80 PCT. reportages FOTO ROTSMA Pluimveemarkt UIT DE KERKEN NED. HERV. KERK igen erij SDIJK I olmark-1 arpetteöj rtdekem 39.73 w leven. witte warte LEN EN tegen ijzen grote EN O 115.- eef L. 116899 4. dit artikel proberen we de aanlei- en de betelcenis van Calvijns voor- ■inste werk, het standaardwerk van fcereformeerde Reformatie te teke- l- ik bedoel: de Institutie, of wel: l'erwijzing in de Christelijke ban ter ld nemen, dan wel een oud-Neder- flse vertaling, eveneens in geel-ver- iirde band, of mogelijk de driedelige lave van prof. A. Sizoo voor ons len of de eveneens uit drie delen laande keurige uitgave in heden- gs Duits overgezet (e.d.' Otto Weber; j^kt te Neukirchen), dan moet grote Intense dank ons hart vervullen. Zo ben ook wij nu nog God danken voor I kostelijke vrucht van Calvijns be ing. Waaraan hebben we dit boek te ken? 'et bloed der martelaren is het zaad 'kerk! En naast deze uitspraak van ^kerkvader Cyprianus, denken we oSk aan het Schriftwoord: de drukking van de melk brengt dè boter voort. 'vijns Institutie is eigenlijk een ge- 'snheidsgeschrift. Al had Calvijn zijn lerland verlaten, en o.a. enige tijd frgebracht in Italië aan het hof van Hertogin van Ferrara die hervor- igsgezind was, en met wie Calvijn in .^jlmatige briefwisseling heeft ge- gtaan toch was hij allerminst los van het lot zijner, om des geloofs wille ver drukte, landgenoten. De toekomst zag er voor hen allerminst rooskleurig uit. In allerlei pamfletten, die onder invloed van het (roomse) Franse Hof te Parijs verschenen, werd het zo voorgesteld, alsof deze Franse hervormden oproer kraaiers waren, revolutionairen. Deze grief is al heel oud, wanneer we beden ken, hoe het Paulus b.v. te Efeze is vergaan. Dezen „beroeren" het volk. Ook Elia werd door een koning gescholden als was hij „de beroerder Israels". Actie wekt nu eenmaal reactie. Ja, tegenover de met mededelijden jegens de Franse geloofsgenoten vervulde Protestanten in Duitsland wilde men de indruk van de zijde van Rome wekken, als was het een troepje Dopersen, dat Frankrijk on rustig maakte en beroerde. Calvijn doorzag deze kerk- en staats-politiek. wist, dat het in feite anders was. 'andaar het schrijven van zijn eerste irname werk dat aanvankelijk slechts een klein boekje verscheen, met niet meer dan zes hoofdstukken. In de Basel mag hij de laatste hand leg- aan dit werkje (1536). Zodat het in loemd jaar verschijnt van de persen Thomas Platter. Men heeft de In stitutie vah Calvijn wel genoemd de „Koran van ketterij" (de Raemond). In derdaad is de „nije lehre" er sterk door ireid, en schonk het grote klaarheid k-schriftuurlijk licht betreffende 'zes volgende onderwerpen: de wet, het geloof, het gebed, de sacramenten, .valse sacramenten en de christelijke [held. 'n Soort beknopt dogmatisch dboekje dus, om de mensen ver- .wd te maken met de ware opzet ledoeling van de Hervormde leer. de daarna volgende vier-en-twin- jaar heeft Calvijn dit eenvoudige ïkje telkens doen groeien in dikte, en naar de inhoud verrijkt met tal van an dere geloofsstukken. Uiteindelijk was het vijfmaal zo groot in omvang en be- d het uit IV boeken, onderverdeeld 10 hoofdstukken. Het is een goud- als het dogmatische leer- en lees voer predikanten, studenten en eenteleden. O, ontbrak dit schone, ■er schriftuurlijke werk in geen en- huisgezin, waar de leer van Gods rd in ere is, en onderzocht wordt, zal een uitstekende wegwijzer blij- want Calvijn is een betrouwbare let zou ons te ver voeren, hier een VttUedig overzicht te geven van de on- èemeen rijke inhoud van dit boek. We zouden de lezers willen toeroepen: weet dit gedenk jaar zo te waarderen, dat* ge U de Institutie aanschaft. U kunt mis schien wel ergens, op luxe uitgaven b.v. een weinig bezuinigen. Voor wie wer kelijk aan de complete Institutie niet kan toekomen, zouden we willen aan raden, de verkorte uitgave van dr. B. Wielinga aan te schaffen. Daarvan be staat momenteel, alweer bij Kok, Kam pen, een pocket-uitgave. Die is al bijzon der goedkoop. Niet, dat ik zulks ideaal vind. Zo gemakkelijk kan door zulk een ^IjBienvatting een bepaalde belangrijke ^■nage of gedachte worden weggelaten, ^^Win het geheel een niet onbelangrijke schakel betekent. Maar misschien kan een kennismaking met Calvijn middels dit summiere overzicht van dr. B. W., aanleiding vormen tot een meer uitge- breidde en nauwgezette bestudering van het werk. In Boek I handelt Calvijn over de kennis van God de Schepper. In Boek II over de Verlossing in en door Christus Jezus. Boek III wijst ons de wegen en middelen aan, om deze verlossing deel achtig te worden. Het IVe Boek tenslot te spreekt uitvoerig over de Kerk, haar ambten, en ook over het ambt der Overheid. Vooral de eerste Hoofdstukken van Boek I zijn bijzonder fraai te noemen. Mij persoonlijk troffen daarnaast uit eenzettingen als over de H. Schrift, het Beeld Gods, de Bekering, het Geloof, de Rechtvaardigmaking, de Uitverkie zing, de Kerk enz. Er zou nog heel veel meer zijn te noemen, maar ik deed slechts een greep. Calvijn was een diepgaand, logisch christen-denker, maar met een warm gevoelens, de menselijke nood peilend hart. Van een „koude", „harde", stren ge Calvijn vinden we, in zijn geschrif ten weinig of niets terug. Het is alles doorleefd, valt veelal terug op zijn per soonlijke geloofservaring, en vindt haar fundering en onderbouw in het Woord van God, Óp allerlei manier heeft men gepro beerd, de leer van Johannes Calvijn in één bepaald thema samen te vatten. Zo noemen we, als voorbeelden, de ere Gods, de leer van de uitverkiezing, de souvereiniteit van God dus, voort;: Calvijns opvatting van Gods al-omvat- tende Voorzienigheid, zijn Christologie; weer een ander noemt hem de theoloog van de Heilige Geest. Zomin we de Hei lige Schrift in één woord kunnen sa menvatten, maar veeleer voor een on overzienbaar veld van Godskennis, zelf kennis en Christuskennis worden ge plaatst, om daarop te zien, met Geestes- verlichte ogen, zo ook is de leer van Calvijn zo aan de Schrift onderworpen, zo in nauwe binding aan het onfeilbare Gods-Woord uiteengezet, dat we nu eens deze dan weer de andere zijde van Gods Heilswaarheden krijgen belicht. Men heeft zelfs (H. Bauke) gespro ken van een complex van tegenstellin gen in Calvijns leer. Gods souvereine vrijheid en 's mensen volstrekte ver antwoordelijkheid schijnen elkaar we zenlijk te weerspreken. Zo ook b.v. Gods Voorzienigheid en 's mensen val. Eén van mijn oud-professoren te Utrecht kwam hier b.v. nooit geheel „uit" en wie doet dat wel wanneer hij las in de Institutie: „Onder Gods bestuur en bestel, viel de mens, nochtans door ei gen zonde". Ra, ra, hoe kan dat?, was dan de veelzeggende uitroep van mijn Hoogleraar. Ja, met ons verstand lossen we zulke vragen niet op. Calvijn had maar niet een scherpzinnig vernuft, maar een wedergeboren hart en een verlicht verstand, met Goddelijk Gees- tes-licht bestraald. Calvijn „loste" al die tegenstrijdighe den niet op, maakte de Waarheid Gods niet aannemelijk en pasklaar voor lo gisch denkende geesten, maar liet zowel het één als het ander op z'n plaats staan. Want uit God, door God en tot God zijn alle dingen; Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. St. M. v. d. Hr. Prima en niet te evenaren Op de pluimveemarkt van vrijdag 17 april 1959 werden aangevoerd 5000 kip pen. Kippen (witte) 1.55—1.65 per kg le vend gewicht; kippen (gekleurd) f 1.50 1.55 per kg levend gewicht; tamme konijnen 4.10.per stuk. Ruim aanbod van kippen met leven dige handel en de prijzen als vorige week. Beroepen te Oosterwolde J. C. Schuurman te Bleskensgraaf. Bedankt voor Oosterwolde P. de Jong te Kootwijk; Klundert S. Meyers te Hoog Blokland; Schalkwijk W. van Voorthuysen te Everdingen. Driebergen: Als resultaat van de laatste onderhandelingen tussen de ker- keraad en de Herv. Geref. Evangelisa tie, heeft eerstgenoemd college thans aangeboden een aantal Herv. Geref. kerkdiensten te beleggen, ten getale van 18 morgen- en 52 avonddiensten. Ook is er uitzicht geopend dat in de toekomst één Herv. Geref. predikant beroepen zal worden. Brummen. De situatie, na de ontzet ting uit het ambt van ds. S. Pennekamp, heeft zich thans zodanig ontwikkeld, dat een Vrije Herv. gemeente is ge sticht, die ds. Pennekamp heeft beroe pen. Deze is thans bevestigd door ds. T. Wakker, voorganger van een Vrije Herv. Gemeente te Kampen. GEREF. KERKEN Beroepen te Klundert A. Dondorp te Domburg; Rotterdam J. C. Hage te Leeuwarden; Oegstgeest en Papen- drecht A. Janse de Jonge te Oostvoor- ne. Aangenomen naar Gouda J. Henge- veld te Wateringen. Bedankt voor Westerbork A. Prins te Winsum; Eindhoven S. v. Bekkum te Monster; Winschoten H. Zijlstra te Kouderkerk a. d. Rijn. Reserve Legerpredikanten. Met in gang van 20 april zijn de volgende pre dikanten voor de tijd van 58 weken in dienst getreden: J. Haspels te Apel doorn; W. Hoogenraad te Wilnis; A. Jelsma te Zaltbommel; C. Mak te Vreeswijk; W. Mulder te Nieuwwolda; W. Netjes te Stellendam; P. Oosterhoudt te Krabbendam; L. Rozendaal te Heeg; M. V. d. Sijs te Onnen (Gr.) en J. v. Veen te Westmaas. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te 's-Gravendeel J. v. d. Boomgaard te Thesinge en J. Carlier te Zutphen; Barendrecht G. Blom te Meer kerk en H. V. Leeuwen te Arnhem; Steenwijk H. Schippers te Hillegom en S. V. Zwoll te Kampen. Bedankt voor London J. Rebel te Murmerwoude; Maassluis M. Roos te Alphen; Werkendam N. de Jong te Kat wijk; Schiedam F. Bakker te Huizen. Grafsteen ds. A. Zwiep. Op 't kerk hof te St. Jansklooster is een grafsteen overgedragen aan de familie van wijlen ds. A. Zwiep. Behalve de personalia staat er op de steen: „Zijn dankbare gemeenten 1923—1958. Ps. 43 4. De liggende steen heeft een opengeslagen Bijbel met als tekst: „Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen die vrede verkon digen., Rom. 10 15." Diaconale conferentie. Deze jaarlijk se conferentie zal 23 april te Amers foort worden gehouden o.l.v. de heer C. van Drieënhuizen uit 's-Gravenha- ge. Referenten zijn: de heer M. Wielin ga uit Groningen en de heer M. Stafleu uit Den Haag. Zondagsheiliging. De kerkeraad van Zierikzee heeft een kanselboodschap laten afkondigen, waarin zij waar- schuwd. 1. Tegen het slechts eenmaal per dag bezoeken van de kerkdiensten; 2. Tegen het bezoek van publieke ver makelijkheden op de dag des Heeren van de jeugd; 3. Tegen het volgen van Radio-verslagen van Internationale voetbalwedstrijden; 4. Tegen het be zoek van strand en duin, waardoor de namiddagdienst verzuimd wordt; 5. Te gen het gebruik van openbare vervoer middelen door jongens die in militaire dienst zijn. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Ridderkerk C. Molenaar te Leiden; St. Catarines (Canada) A. Vergunst te Rotterdam; Moercapelle C. van Dam te Rotterdam; Middelharnis en Paterson K. de Gier te 's-Graven- hage. Bedankt voor Meliskerke M. Heer schap te Borssele. Diaconale conferentie. J.l. zaterdag werd te Rotterdam een diaconale con ferentie gehouden o.l.v. ds. H. Rijksen van Vlaardingen. Diaken J. Maris van Rotterdam-Z. refereerde. Zendingsdag: Donderdag 30 april v.m. 10.30 uur in „Tivoli" te Utrecht. Spre kers: Ds. H. Rijksen; Ds. J. W. Kersten; Ds. L. Rijksen; Ds. C. Hegeman; Ds. A. Verhage en de heer Nijsse. De zendings- director van de G.Z.B, der Ned. Herv. kerk, ds. J. de Lange hoopt te spreken over de praktijk van het Zendingswerk. Ook zijn nog onderhandelingen gaande met een zendingsarts, die heeft toege zegd dat hij, indien zijn werkzaamhe den het enigszins toelaten (hij is chi rurg aan één der ziekenhuizen) aanwe zig hoopt te zijn. De bevolking van ons land groeit snel. In ongeveer een halve eeuw is het aan tal inwoners van ons land verdubbeld. Dat stelt zware eisen aan de economie van ons land. De agrarische beroepen: landbouw, veeteelt, tuinbouw, bos bouw, veenderij e.d. verliezen geleide lijk percentsgewijze, terrein. Vooral de industrie neemt van jaar tot jaar in be tekenis toe. Ieder jaar moet voor tien duizenden werknemers plaats worden gevonden. De agrarische beroepen kun nen ze niet opvangen. Integendeel door voortschrijdende mechanisatie wordt het aantal werknemers in die van ouds zo echt Nederlandse beroepen minder. Vooral na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelt ons land zich meer en meer tot een industriestaat. Honderden uit breidingen van fabrieken en vestigin gen van nieuwe hebben in de laatste ja ren plaats.gevonden. Daardoor kon het jaarlijks overschot van onze wassende bevolking worden opgenomen en ver schafte de industrie voor die tiendui zenden, die zich op de arbeidsmarkt komen aanbieden werk en brood. Ons land wordt meer en meer een industrie- staat. Door de bevolkingstoename wordt het tekort aan recreatiegebied in ons land van jaar tot jaar nijpender. Ons land is een klein land met een zeer dichte bevolking. Ons land is arm aan natuurschoon. Arm aan natuurschoon van wat de uitgestrektheid aangaat. Hoewel de centrum en oostelijke pro vincies van ons land in dat opzicht heel wat te bieden hebben. Meer dan door velen beseft wordt. Evenwel kan niet worden ontkent, dat onze stranden en recreatiegebieden in de hoogtijden van het jaar overbevolkt raken. Recreatiegebieden en streken met na tuurschoon worden vaak bedreigd door voortschrijdende bebouwing van wel ke aard dan ook. Uitbreiding van steden en dorpen, het vestigen van industrieën, aanleg van wegen en havens het eist veel hectaren van onze bodem op. Zodat de aanwinst van nieuwe gron den door inpoldering en drooglegging daardoor grotendeels verloren gaat. Geen wonder dat het behoud van re creatiegebieden en natuurmonumenten door een en ander in het gedrang komt en menig ontspanningsgebied aan de be volkingsuitbreiding ten offer is geval len. Oprichting van een Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten was een alleszins begrijpelijke en te waar deren reactie op het verloren gaan van zo menig mooi plekje, dat ten offer viel aan de uitbreiding van onze bevolking. Die vereniging heeft vaak goed en nut tig werk verricht. Tussen de eisen van de bevolkingsuitbreiding en bovenge noemde vereniging bestaat uit de aard der zaak een voortdurende controverse. De vereniging is altijd actief om te Ooltgensplaat heeft zijn zes borden! Zes campagne herinneringsborden van het Ned. Roode Kruis. Gedurende zes achtereenvolgende ja ren (van 1953 t.m. 1958) wist deze af deling door de hoogste collecte op brengst in Zuid-Holland dit halve do zijn in de wacht te slepen. In 1953 be gon het, en ieder jaar weer kwam er een bord bij, waarop behalve het jaar tal en een door lauwertakken omge ven rood kruis de spretik „Inter arma caritas" (barmhartigheid te midden van wapengeweld) is aangebracht. De laatste jaren steeg de spanning. Het werden al drie, vier, ja zelfs vijf borden. En vorig jaar bij het uitreiken van het vijfde werd de stoutste ver wachting geslaakt: „als we nu het hal ve dozijn eens volkregen, wat dan?" voorkomen, dat recreatiegebieden en natuurmonumenten verloren gaan. Ze heeft werk genoeg. Van uitbreiding van steden en dorpen, het vestigen van in dustrieën, aanleg van wegen, vaarten, kanalen, vliegvelden en sportterreinen en zoveel meer is zeer veel grond nodig. Niet te vergeten ook de behoefte aan militaire oefenterreinen. Daarbij ko men de streken met natuurschoon niet zelden in het gedrang. In zulke geval len kan men er op rekenen, dat de Vereniging tot behoud van Natuurmo numenten werkzaam is. Evenwel wat het zwaarste is moet het zwaarste we gen. Aan de ene zijde de zeer noodzake lijke uitbreiding van werk en brood voor onze toenemende bevolking en daar tegenover de vermindering van het natuurschoon. Het eerste dient ze ker de voorrang te hebben. „Werk en brood" is toch zeker hoger te waarde ren dan het bezit van natuurschoon. Als het een het ander uitsluit. Een sprekend voorbeeld daarvan is de in dustrialisatie ten westen van Rotter dam. Belangrijke recreatieoorden gaan daarbij verloren. We noemen slechts het natuurmonument „De Beer". Een lustoord voor tal van vogels, die er hun broedplaats hebben. Dit natuurmonu ment zal verloren gaan. Door de ves tiging van het hoogovenbedrijf en meer andere industrieën. Daar tegen wil de vereniging tot behoud van Natuurmo numenten zich krachtig verzetten. Het komt ons voor dat deze vereniging haar doel in deze voorbijstreeft. Dat ze op komt voor roekeloze aantasting van het natuurschoon men kan er haar dank baar voor wezen. Maar werk en brood gaat voor. Als het daar over gaat moet het natuurschoon, hoe jammer ook, wij ken. Werk en brood dient de voorrang te hebben boven natuurschoon. Hoe spijtig men het ook vinden mag, dat natuurschoon er aan ten offer valt. Wat het zwaarste is moet nu eenmaal ook het zwaarste wegen. Ja, dan moet er een rek komen om daar het zestal in zijn geheel in te plaatsen, zoals men dit ook wel doet met kost bare kopjes en schotels. En het zesde bord heeft men gehaald (al is het maar langs het kantje af) en het rek is er gekomen. Dankbaar kringbestuur Vorige week vrijdagavond had in de bovenzaal van café M. Korteweg aan de Nieuwstraat de uitreiking van het zesde bord plaats. Namens het kringbestuur waren aan wezig de kringcommissaris, mr. C. H. Muntz (die voor deze bijzondere avond zijn echtgenote had meegebracht), de kringsecretaris mr. H. de Bloeme bei den uit Rotterdam, de inspecteur fond senwerving dhr. J. A. C. Broesder uit Voorburg, de rayonsecretaris dhr. Aé Bakker uit Dirksland, burgemeester W. M. van der Harst (plaatselijk en rayon voorzitter) met de beide wethouders, de heren Adr. de Vos en P. van Es en de gemeentesecretaris dhr. J. L. Vetter. Voorts waren nog aanwezig, het afde lingsbestuur, de colonneleden van het Roode Kruis en de collectanten. De voorzitter van de afdeling, bur gemeester van der Harst, sprak een har telijk welkomstwoord, inzonderheid tot de heren van het kringbestuur. Na enkele mededelingen aangaande de collecte resultaten, kon de voorzitter ook vermelden dat bij de laatst gehou den ledenwerfactie 80 nieuwe leden waren ingeschreven. Na de pauze, waarin enkele consump ties werden geserveerd, kreeg mr Muntz het woord, die allereerst zijn erkenning en waardering uitsprak voor al hetgeen de gemeente en omgeving had gepres teerd. Verder stond mr. Muntz stil bij het Roode Kruiswerk in het algemeen en deelde hierbij mede, dat op 23 mei a.s. het nieuwe invaliden-hospitaal- schip J. Henr- Dunant" in de vaart zal worden gebracht. Na deze toespraak volgde de officiële overdracht van het campagnebord. Van het hoofdbestuur las mr. Muntz een hartelijke gelukwens voor. Het rek met de vijf borden kwam van achter een gordijn vandaan en hierin plaatste mr. Muntz enigszins gewichtig het zesde bord. Raadliuishal Het rek is gemaakt op eigen initiatief door het kolonnelid de heer P. L. de Vos W. Bzn., timmerman te Oude Tonge Het zal een plaats krijgen in de hal van het raadhuis. De voorzitter zegde de heer de Vos hartelijk dank voor zijn werk. Vervolgens reikte de voorzitter enkele souvenirs uit aan de gasten. Mr. Muntz en mr. de Bloeme die bijna ieder jaar het bord kwamen uitreiken, kregen RIJMEN VAN TIJMEN Ziezo, de weg is aanbesteed. Voor anderhalf miljoen. Wil iemand van de „overkant" Het o zo gaarne doen. Het is alweer een heel karwei. Want ook, de Langeweg Is veel te smal, 't veroorzaakt soms Maar oponthoud en pech! Dat wordt nu strakj es anders hoor. Dus eventjes geduld, En ja, dan wordt weer veler wens. Uiteindelijk vervuld. Dan zijn we „weg" van deze weg. Een tegen van de tijd, Nu ieder 't liefste toch ook maar, Een flinke weg berijdt. Al weer een stukje romantiek. Verdwijnt er op Flakkee. Zo'n aanbesteding brengt ook weer, Veel werk voor velen mee. Zo wordt er weer een boterham, Verdiend aan deze weg. We hopen op een vlot verloop. En o zo weinig pech Tijmen. HERKINGEN In de leeftijd van 69 jaar overleed za terdagavond ten huize van zijn zoon M. den Boer, Peuterdij k 13 alhier de heer Adrianus Jacobus den Boer, in le ven bekend veehandelaar en landbou wer op ons eiland. De heer de Boer is met zijn gezin tijdens de bezetting naar Rotterdam ge ëvacueerd en is daar persoonlijk, mede omdat hij een tweede huwelijk is aangegaan, later gaan wonen. Het landbouwbedrijf ging aan zijn zoons over; maar al woonde hij elders, ver bleef zijn hart toch te Herkingen. Dit bleek ook wel hieruit, dat hij ter ver siering van de raadzaal aan de gemeen te Herkingen twee reprodukties van schilderijen van Rembrandt schonk. (De heer den Boer dreef n.l. een kunsthan del schilderstukken enz. te Rotterdam) Zijn wens was altijd dat hij te Her kingen begraven zou worden wat nu op ongedachte wijze bewaarheid zal worden. Verleden woensdag kwam hij met zijn vrouw bij zijn kinderen op be zoek, toen hij zich al niet erg prettig gevoelde. In de loop van de dag kreeg hij een attaque, waaraan hij zaterdag avond is overleden. De heer A. J. den Boer heeft zich in zijn leven in de dorpsgemeenschap Her kingen voor verschillende zaken zeer beijverd. Zo heeft hij de strijd mee gemaakt om het nieuwe kerkgebouw bij de overgang van Oud Geref. (Ds. Bak ker) naar de Geref. Gemeente. Ook was hij mede-oprichter van de Chr. school op Geref. Grondslag. Van de Centrale Veiling voor Goeree-Overflakkee was hij 20 jaar lang bestuurslid. (Van 1929- 1949) en is daarin opgevolgd door zijn zoon de heer M. den Boer. Als verzetsman tegen de Duitse over heersing heeft hij ook van zich doen spreken. Te Rotterdam was zijn huis een toevluchtsoord voor onderduikers. Zo zijn de gefussileerde landbou wers P. Slis en W. v. Heemst uit Som- melsdijk ook bij hem ondergedoken ge weest. Aan een zeer werkzaam leven op ve lerlei gebied is thans een einde geko men. Het stoffelijk overschot van de overledene zal woensdagmiddag a.s. op de Alg. Begraafplaats te Herkingen ter aarde worden besteld. De begrafenis zal worden geleid door ds. Grisnigt van Rotterdam. ieder een asbak met het wapen van Ooltgensplaat, de heer Bakker mocht een briefopener met dit wapen in ont vangst nemen, terwijl mevr. Muntz en dhr. Broesder ieder een bus met „Plaat se brokken" kregen aangeboden. Voor deze attentie waren zij allen zeer dank baar en betuigden hiervoor hun erken telijkheid. Namens het rayonbestuur sprak de heer Bakker een toepasselijk woord en uitte zijn bewondering voor hetgeen de bevolking van Ooltgensplaat heeft ge presteerd. Deze afdeling is zeer actief, alleen vroeg dhr. Bakker meer belang stelling voor de bloedtransfusiedienst, want het aantal donors (80) is maar klein vergeleken bij de andere gemeen ten. Hierna volgde sluiting van deze ge zellige avond door de voorzitter. door W. Schippers hroome" doorge- 't Was vruchteloos, dat Brakkers zijn vnend trachtte te overtuigen van het nutteloze ener poging tot verzet, Gros- Kamp beweerde overtuigd te zijn, dat men evengoed westelijk als oostelijk een spoorlijn kon aanleggen, en dat het van zijn kant een lafhartigheid zou zijn om maar zoetsappig aan te zien, dat vreemd werkvolk op zijn erf de grond zou gaan omwoelen. Bart gaf herhaaldelijk en met geest- «mtt zijn mstemming met Groskamps voornemen tot verzet te kennen, en rtfv™ers, kon niet nalaten met een me- aeiijdend lachje tot de stijfhoofdige vriend te zeggen: «Ji'^Vi Rokus, als je dan toch met alle geweld je zelf in moeilijkheden wilt W^l' 5^?®* J^ "iet Bart samenwer ken i^"^^ ^an geen twijfel, of je ^J^\.!^°^^ ^el bereiken. Doch," zo 3 "ji^^^ er ernstig aan toe, „bedenk W.; geschreven staat: „Geef de ein «nr^ is,hetgeen zeg- 8«tJ^ onderwerp je aan het over je gestelde gezag,;' „Er staat nergens geschreven, dat een man zijn goed recht niet zou mogen handhaven, Tijs", antwoordde Rokus Groskamp afwdjzend en daarop zich tot Bart kerende sprak hij: „Haal mijn klepper maar van stal, ik geloof, dat het opgehouden heeft met regenen." Een ogenblik later stond Bart gereed met het paard van de boer, doch vóór deze was opgestegen sprak de jonge man half fluisterend: „Wat ik nog zeggen wilde, buurman Groskamp, U maakt mij daarstraks een standje, omdat ik mij er mee had be moeid, dat Marie met een vreemde snui ter stond te praten op de polderweg. Weet U, wie dat was? Een van de be ambten, die op last van de spoorwegen naar ons dorp is gekomen. En het ge sprek duurde heel wat langer dan nodig is voor een enkele vraag naar de goede weg." „Dat verandert niets aan het verkeer de van jouw handelwijze, Bart; zover ik weet, heb jij toch niets uit te staan met mijn dochter, is het wel? Maar hoe het ook zij, nog eens waarschuw ik je, voortaan mijn dochter met vrede te laten; bedenk wel, dat als je eens met haar op een andere voet wenst te ko men dan nu, je in de eerste plaats je zelf heel anders hebt te gedragen dan je tot nu toe gedaan hebt; vooral waar schuw ik je voor dronkenschap en vechtpartijen, houd je dat voor gezegd." Een ogenblik later zat Rokus Gros kamp te paard en verdween in het don ker. Onder het naar binnen gaan, mom pelde Bart nog voor zich heen: „De ouwe is lang niet mals en hij blijft stevig op zijn stuk staan, en tocli geloof ik, dat hij mij wel genegen is; doch hoe het ook zij. Marie geef ik niet op, al moet de onderste steen boven komen." -----O—., HOOFDSTUK V Een gewaarschuwd man. Het was opmerkelijk, hoe spoedig de onnozele Wulfert zich gewend had aan de tegenwoordigheid van de heer van Limmen in de ouderlijke woning. Reeds dezelfde dag, dat hij in het doodgravershuisje was aangekomen en nadat hij zijn koffer had uitgepakt, zijn kleren, boeken, tekeningen en papieren opgeborgen, kortom zich geïnstalleerd had, was hij Wulfert gaan opzoeken, die in zijn werkplaats druk bezig was aan een wilgehouten klomp. De onnozele keek even op, toen van Limmen door de openstaande deur bin nenkwam en in zijn blik lag iets vra- gends, wat van Limmen wel meende te begrijpen. „Ik wilde een paar klompen kopen, Wulfert," sprak hij op een toon, alsof hij de onnozele reeds jaren lang kende. „Zouden deze mij passen?" En met op zet wees hij naar een paar klompen, die boven op een stapel netjes gerangschikt stonden, doch die hem veel te groot moesten zijn. Het scheen dat Wulfert zijn woorden verstond, of tenminste zijn bedoeling begreep, want hij legde de klomp, waaraan hij bezig was neer en de vlijm scherpe beitel er naast op zijn werk bank. Toen kwam hij een stap naderbij, en na even een scherpe blik op van Lim- mens voeten te hebben geslagen, greep hij een paar klompen van een andere stapel en zette die, terwijl hij hem even glimlachend aankeek, vóór van Lim men neer, als om hem uit te nodigen ze te passen. Dadelijk voldeed van Limmen aan de onuitgesproken wens van Wulfert en trok zijn schoenen uit. Tot zijn verwondering bemerkte hij, dat de klompen hem precies pasten en hoewel de onnozele nog een ander paar voor hem neerzette om hem te laten kiezen, behield van Limmen het eerste paar. Albert van Limmen volgde de ge dragslijn, welke hij zich ten opzichte van Wulfert had voorgenomen, name lijk nét te doen, als of hij hem al jaren lang kende en hem geheel te behande len als een normaal mens. Op zijn gemak trok hij zijn schoenen weer aan, en ogenschijnlijk de nieuwe klompen nog eens aandachtig bekijkend vroeg van Limmen achteloos: „Hoeveel geld krijg je, Wulfert?" Nu raakte de onnozele in verlegen heid, hij uitte zacht enige voor van Limmen onverstaanbare klanken, nam daarop aarzelend de klompen uit diens hand en draaide ze om, waarna hij met de vinger op een paar met potlood ge schreven cijfers wees, op de inkeping aan de onderkant geschreven. 't Deed van Limmen oprecht genoe gen, dat de onnozele hem begreep en nog meer, dat deze niet zo hulpeloos was, als hij aanvankelijk had gedacht. Met opzettelijke langzaamheid telde van Limmen op de werkbank het kleine bedrag, dat met de cijfers was aange geven, voor de klompenmaker neer. „Is het goed zo, Wulfert?" vroeg hij, en deze knikte nadrukkelijk met het hoofd en mompelde weer onverstaan bare klanken. Met de nieuwe klompen onder de arm stapte van Limmen de werkplaats uit, en kuierde langs de netjes onder houden paden van de tuin. Van hier uit kon hij ongemerkt gade slaan wat de onnozele deed en het was met een zekere ontroering, dat van Lim men opmerkte, hoe hij de zo even door hem neergetelde centen en zilverstukjes voorzichtig opnam en in zijn grote vuist klemde, om dan, met een trek van kin derlijke blijdschap op het blozende ge laat, dat geld bij zijn moeder, te gaan brengen. Van Limmen hield zich aan zijn voor nemen en als hij thuis was, en de be zigheden aan zijn beroep verbonden hem enige vrije tijd lieten, dan bezocht hij altijd Wulfert in zijn werkplaats of in de tuin. Dan hoorde de weduwe of juffrouw Dalmer vaak, hoe de jonge Fries met een monter: „Dag, Wulfert, jongen, wat een mooi stuk hout heb je daar," de werkplaats van de onnozele binnen stapte en dan verhelderde onmiddellijk voor een moment het doffe oog van de klompenmaker, en als er iets aan het hout haperde, kwasten of blauwe vlek ken, dan trok hij een bedenkelijk ge zicht en wees er met de vinger op. Van Limmen begreep hem altijd, en bekeek dan aandachtig de door Wulfert aan getoonde gebreken. De jonge bouwkundige, die natuurlijk uit de aard van zijn beroep veel kennis van hout had, maakte dan doorgaans een of andere opmerking, die voor Wulfert afdoende was. Met toenemende verbazing had van Limmen waargenomen, hoe juist zijn oog en hoe vast zijn hand was, bij alles wat zijn vak betrof. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5