goodwill
De opstand in
Tibet
Zuster Pie Goedegebuur
vertrokken naar Nieuw-Guinea
Te gehaast
Ary van der Voorde, Oude Tonge
bij Steenbergen verongelukt
Plotseling einde aan ac
tief en werkzaam leven
Als verpleegster naar
Gouvernementsziekenhuis te Biak
31e jaargang
Chr, STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Versch^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
Een Goddelijke levensles
KINDERHOEST VERDWIJNT DOOR
ZWÏTSAL KINDER-HONING-SIROOP
BINNENVERINGBED
SCHUIMRUBBERBED
Zondagdiensten artsen
I ,1
Vrijdag 3 april 1959
No. 2783
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Bedactie en Advertenties uitsluitend Telefooa K 1870—2629
Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAÜ
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bi] contract speciaal tarlel
De wereldgeschiedenis, ook die van
{onze tijd, is als een kaleidoscoop. Als
[men ze beziet, wisselt onafgebroken
jhet toneel, dat ze ons biedt: Formosa,
j Cyprus, Cuba, Berlijn, Irak, en ga zo
Imaar door. De mensheid in onrust zorgt
Ier wel voor, dat er altijd hier of daar
[iets aan de hand is. Zo is nu Tibet in
Ihet nieuws, een voor velen onzer onbe-
Ikend land. Waar ligt het, wie wonen er,
Ihoe leeft men daar en wat gebeurt er
|nu eigenlijk?
Tibet is een land in Azië. Het ligt ten
Inoorden van India, daarvan gescheiden
Idoor het hoogste gebergte van de we-
Ireld, de Himalaya. In het Westen grenst
Ihet aan de Sowjet-Unie en in het noor-
jden en oosten aan Communistisch Chi-
Ina. Het is een groot land: anderhalf
Imiljoen km^, dus ongeveer 45 maal Ne-
Iderland. Hoeveel mensen er wonen is
lonbekend. De schattingen lopen uiteen
Ivan 3 tot 10 miljoen! Volkstellingen
■houdt men er niet en bovendien zijn de
iTibetanen erg geheimzinnig, zodat we
leigenlijk niet veel van hun land weten.
Het leven is er hard en ongemakke-
llijk, want het land bestaat uit hoge ber-
Igen met hooggelegen vlakten er tussen,
Idie zelf 3000 a 5000 m. boven de zee-
Jspiegel liggen. Het heeft dus een on
herbergzaam klimaat. De lucht is er
zeer ijl vanwege de hoge ligging en de
Ibarometer staat er niet zoals bij ons
Irondom 760 mm, maar schommelt om
Ide 500 mm! Gevolg daarvan is, dat er
[niet veel zuurstof in de lucht zit en dat
Ivi-eemdelingen er spoedig erg moe wor-
[den. Voorts zijn de winters er zeer
[streng; er komen temperaturen voor
[van 40° onder nul met daarbij ijzige
[stormen. In de zomer daarentegen is het
[er zeer heet: 35° C; regenen doet het er
[heel weinig, dus is er veel stof. Er ko-
Imen temperatuurschommelingen voor
Ivan 30° C, zodat de bevolking wel zeer
Igehard moet zijn tegen koude en hitte.
I Door de grote droogte is het grootste
Ideel van het land onvruchtbaar. In het
Iz., waar het iets beter is, verbouwt men
Igerst en aardappelen, maar overigens
lieven de Tibetanen van de veeteelt. Het
Ivoornaamste dier is de yak, een rund,
Idat voor allerlei doeleinden wordt ge-
Ibruikt. In het wild leven er beren, wol
ven, wilde honden, gazellen etc.
De bevolking is van Mongools ras, dus
Ize is familie van de Chinezen. De taal
Ijs het Tibetaans met zeer veel dialecten,
Idaar men er zeer verspreid woont en
leen deel een nomadenleven leidt. De
Ihuidskleur is lichtbruin en ze zijn klein
Ivan stuk, gemiddeld 1.62. De hoofdstad
■van het land heet Lhasa, dat slechts
50.000 inwoners telt en waar vrijwel
Ide gehele adel woont met het staats-
Ihoofd. Behalve een paar oude handels-
Iroutes, die van China via Tibet naar
llndia lopen, zijn er weinig wegen en
[Spoorwegen ontbreken geheel. Dat volk
Iheeftde eeuwen door zoveel mogelijk
lin strenge isolatie geleefd in zijn onher -
Ibergzame land, dat het hoogstgelegen
Js van alle landen der wereld. Daarom
lis het een mysterieus land met een heel
[aparte bevolking.
Ook de godsdienst is iets aparts. Ze
|heet het Lamaïsme en is een soort
Boeddhisme, dat er omstreeks 600 n. C.
vanuit Indië geïmporteerd werd. De re
ligie speelt er een zeer grote rol en de
jpriesters delen er de lakens uit. De op-
Iperpriester heet de Dalai Lama. Sedert
lenkele eeuwen oefent deze behalve de
[geestelijke ook de wereldlijke macht
|uit. De Tibetanen beschouwen hem als
de incarnatie (vleeswording) van een
Igod. Een nieuwe Dalai Lama wordt dan
look door de priesters op geheimzinnige
Imanier gezocht onder kinderen. De te-
Igenwoordige Dalai Lama werd in 1940
[gevonden als 4-jarig kind en door de
priester aangewezen als nieuwe incar-
Inatie. Hij werd toen geïnstalleerd als
lopperpriester en staatshoofd. Zijn naam
lis Ling-Erh-La-Moe-Tankha! Hij is dus
■thans een jongeman van 24 jaar. Hij
Iwoont in een groot paleis in de hoofd-
[stad Lhasa.
Een groot deel van de mannen zijn
priester of monnik en leven in een ver
plicht celibaat, hoewel men het er niet
Izo erg nauw mee neemt. Ze worden ge-
Irecruteerd uit de lagere klassen. Er zijn
Idus veel grote en kleine kloosters; in
Isommige wonen ettelijke 'duizenden
Imonniken. De priesters geven onderwijs
Idat echter alleen de godsdienst betreft.
iDe rest interesseert de regering niet.
l Wat nu de verhouding met het bui-
Itenland betreft, zoals we reeds vermeld-
Iden, zochten de Tibetanen weinig of
Igeen contact met hun buurstaten. Maar
Ide Chinezen waren daarmee niet tevre-
iden. Ook onder de vroegere Chinese
Ikeizers werd herhaaldelijk gepoogd Ti-
|bet te onderwerpen, reeds een paar
eeuwen geleden. Dit gelukte dikwijls,
Imaar steeds kwamen de Tibetanen in
lopstand. Ze hadden het gemakkelijk
Itoen China inwendig werd verscheurd
Idoor de burgeroorlog, maar toen het
Icommunisme ongeveer tien jaar Gele
iden er de overwinning behaalde, dacht
IMao-tse-toeng direct aan Tibet, stuurde
Ier troepen heen en de Dalai Lama werd
■gedwongen (in 1951) een verdrag met
IChina te sluiten, waarin bepaald werd,
Idat Tibet een integrerend deel van Chi-
Ina zou zijn. De Dalai Lama mocht wel
Iblijven „regeren", maar als een vazal
Ivan Peking, zodat Tibet in feite niet
leens een satelliet-staat van China vormt
[inaar er een.provincie van is.
Het ligt voor de hand, dat een zo zelf-
Istandig en eigensoortig volk als de Ti-
Ibetanen zich niet kan schikken in het
[communistisch regiem, temeer omdat
ihet Chinese communisme nog radicaler
iblijkt te zijn dan het Russische, gezien
„Zijt met de ootmoedigheid
bekleed!"
1 Petrus 5 5-m
Er zijn grote karakterverschillen on
der de mensen. De één is hoogmoedig,
de ander eenvoudig, nedering. En zo
zouden we nog even kunnen voortgaan.
Is het nu een apostolisch vermaan tot
karaktervorming, wanneer we ons laten
toeroepen: zijt met de ootmoedigheid
bekleed? Ik denk van niet, waarde
lezer. God, de HEERE, maakt wel men
sen-van-karakter. De arme van geest
wordt geadeld voor Zijn koninkrijk,
't Is een innerlijke Geest-adel, die het
deel is van alle nieuw-geborenen in
Gods koninkrijk. Maar het is zeker hier
niet de bedoeling van Gods Woord, op
te wekken tot karakter-vorming, tot
humanistische zelf-verbetering en be
schaving van het menselijk geslacht.
Neen, dat wist Petrus zelf wel beter;
van zichzelf kon hij er niets van terecht
brengen. Hij moest steeds meer aan zijn
eigen hoogmoed leren sterven, en oot
moed leren in de school der genade, aan
de voeten van Hem, Die sprak: Leert
van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en
nederig van hart! Om waarlijk zich
met ootmoedigheid te kunnen bekleden,
moeten we bij de Heere Jezus Christus
terecht.
En om naar Hem te luisteren, is het
o zo nodig allereerst levendgemaakt te
worden door de H. Geest. Maar daar
mee is dan alles nog niet gezegd. Want
ook Simon Petrus was zulk een levend-
gemaakte wedergeboren zondaar, maar
hij wilde maar niet luisteren naar zijn
Meester. Hij sloeg geen acht op Zijn
vermaan. Hij wist het beter dan Hij.
Hoogmoed, ziedaar, de wortelzonde van
ons mensenkinderen, van Adams zon
deval af bedreven tegen een heilig en
liefderijk God.
Daarom mag het een Goddelijke le
vensles heten, wanneer Petrus verma-
nenn waarschuwend ons allen toeroept:
zijt met de ootmoedigheid bekleed!
Want, zo voegt hij er nog aan toe: God
wederstaat de hovaardigen, maar de
nederige geeft Hij genade. Dat zijn dus
de ontwortelden, de ontbloten, de door
kennis van zonde en schuld neerge-
drukten en verslagenen. Hun belooft Hij
niet alleen, maar geeft Hij ook genade!
Een nieuw luisteren, een ootmoedig,
heilbegerig het oor te luisteren leggen
aan de mond der Waarheid is dus uiterst
noodzakelijk. En dan voer ik U nog
even in de Paaszaal te Jeruzalem. Want
bij ons tekstwoord denkt Simon stellig
aan die gebeurtenis aldaar terug.
Daar wil de Koning in de vernedering
Jezus Christus, Zich aller Dienstknecht
betonen, metterdaad, in de praktijk!
Hij was al, sedert Zijn geboorte, in
dienstknechts gestalte onder de mensen
komen wonen. Leest U er Filipenzen
2 nog eens op na. Daar staat het alles
duidelijk beschreven. Hij behoefde het
geen roof te achten, Gode evengelijk
te zijn. Maar Hij heeft de gestalte van
een dienstknecht, een slaaf dus aange
nomen.
En deze Dienstknecht, gekomen, nipt
om gediend te worden, maar om Zelf
te dienen, en Zijn ziel te geven tot een
rantsoen (is losprijs) voor velen:----
zie Hem daar laag bukken. Zijn klede
ren gegord, en met het wasbekken in
de handen, en een doek aan Zijn zijde.
Hij wast de voeten der discipelen. Eén
weigert: Petrus. Hij wil niet door zijn
Meester gewassen worden. Maar het
moet. En als het dan moet, zegt Petrus,
dan niet alleen de voeten, maar hele
maal. Maar Christus acht de gehele
mens rein en heilig, door Zijn gespro
ken heilswoord, en daarvan is de voet
wassing het teken en onderpand. En
zegt Hij erbij: Ik geef ulieden een
voorbeeld: gij zijt van nu voortaan ook
schuldig, elkander de voeten te wassen.
En daarom roept Petrus aan de ver
strooide schapen van Christus' kudde
toe: zijt met ootmoedigheid bekleed.
Ook denkt hij er misschien bij aan die
oude spreuk: de nederigheid gaat vóór
de eer! In elk geval is deze Petrus in
Christus' leerschool en in de bearbei
ding V. d. H. Geest. En deelt hij ons hier
mede een Goddelijke levensles, die we
allemaal mochten leren beoefenen. Want
het komt op de beoefening nu maar
aan. We weten het allen zo langzamer
hand wel, dat God geen grote, maar
kleine; geen hoogmoedige, maar oot
moedige en nederige kinderen maakt.
aangekocht en uitgerust voor de wal
visvaart. Als vanzelfsprekend kreeg het
de naam Willem Barendsz. Enkele ja
ren geleden werd een nieuwe walvis-
vaarder gebouwd. De Wilem Barendsz
II. Een pracht van een schip. Geheel
gebouwd naar de eisen, die de vangst
van walvissen stelt. Met de bijbehoren
de jagers vormt het Nederlandse wal-
visserskader een der best uitgeruste van
alle landen. Maar de winsten zijn uit
gebleven. De Nederlandse Staat moet
bijpassen, krachtens de gegeven garan
tie. Over verkoop werd gesproken, on
derhandeld werd van Rijkswege met
Noorwegen. Voortvarend ging men van
regeringszijde hierbij te werk. Blijkbaar
wilde men van de subsidies af. Even
wel de maatschappij ging met een en
ander niét akkoord. Men meende dat
men van regeringszijde niet deskundig
optrad en blijk gaf niet op de hoogte
te zijn van mogelijk gunstiger perspec
tieven voor de walvisvaart.
Van verkoop kwam niets.
En zo blijft de Nederlandse maat
schappij aan de walvisvaart deelnemen.
Met haar prachtschip de Willem Ba
rendsz II en de hulpschepen die er bij
behoren.
Een gelukkig besluit van de maat
schappij.
Zou de walvisvaart voor andere vol
ken rendabel kunnen zijn en alleen
voor ons land niet. Dat is toch niet aan
te nemen. Mogelijk hadden de andere
volken meer ervaring, maar nu na
ruim 10 iaar kunnen voor ons land „de
kinderziekten" toch ook wel overwon
nen zijn.
Aan bekwaamheid zal het de Neder
landse zeelieden toch wel niet ontbre
ken. En zeker niet na een ruim tienja
rige praktijk. Met een goed uitgeruste
walvisvloot, die tot de best -"^outilleer
de van alle walvisvloten mag worden
gerekend.
Nog geen winst. Maar dat kan komen.
De haast van de regering moge be
grijpelijk zijn, toch komt het ons voor,
dat het niet in het belang van ons volk
is om de walvisvaart te beëindigen. Is
het met de K.L.M, ook niet zo geweest!
Vele jaren onrendabel. Door het Rijk
met subsidies tal van jaren gesteund.
Daar heeft men doorgezet. Gelukkig
doorgezet. En waarom zou men dat bij
de walvisvaart ook niet doen? In het
belang van ons volk. Met hoop op een
betere toekomst. Een land als het onze
behoort geïnteresseerd te zijn bij de
walvisvaart. De naam Willem Barendsz
alleen zegt genoeg.
In de 17e en 18e eeuw ging ons volk
ter walvisvaart in de Noordelijke At
lantische Oceaan en in de Noordpool
zee.
Met de „kleine visserij", de walvis
vaart, ter onderscheiding van de „grote
visserij", de haringvisserij, werd veel
geld verdiend.
Bovendien was het een oefenschool
waar de Hollandse matrozen werden ge
vormd en waar ze gevaren en avonturen
onder de ogen leerden zien.
De vangst op de walvissen was onbe
perkt. Met het gevolg dat de zeeën wer
den doodgevist en d^t de walvissen in
de noordelijke wateren uitgeroeid wer
den.
Nog gaan de zeevarende volken ter
walvisvangst. Noorwegen, Engeland,
Amerika, Japan. Ook ons land na de
tweede wereldoorlog. Nu in de wateren
rond de zuidpool. Maar de vangsten
worden nu beperkt om uitroeiing van
de walvissen te voorkomen. Een jaar
lijks quotum wordt vastgesteld.
Na de tweede wereldoorlog was de
vetpositie van ons land ver van roos
kleurig. Een maatschappij werd opge
richt om deel te nemen aan de vangst
op walvissen. Met garantie van de
Staat. Een tweedehands schip werd
het experiment met de dorpscommunes.
Vooral de priesters en monniken ver
zetten zich. De kloosters werden haar
den van verzet en opslagplaatsen van
wapens. Maar China zette door. Dui
zenden kinderen en jongemannen wer
den naar China overgebracht om daar
te worden opgeleid in het communisme
ten einde later in eigen land er de gro
te propagandisten van te worden.
Voorts werden enkele miljoenen Chine
zen naar Tibet verplaatst om op die
manier het land Chinees te maken. Dit
alles heeft natuurlijk zeer veel kwaad
bloed gezet en vandaar dat de Tibeta
nen reeds verleden jaar in opstand zijn
gekomen. Ofschoon men weinig met ze
kerheid weet, is het zeer waarschijnlijk
dat deze opstand aan de machthebbers
in Peking erg ongelegen kwam in ver
band met de kwestie-Formosa. In di
plomatieke kringen beweert men, dat
Mao de strijd om Quemoy heeft moeten
staken, omdat hij een deel van zijn troe
pen in Tibet nodig had. Vandaar dat
Tsjang-kai-sjek de Tibetanen aanmoe
digt en hulp belooft. Intussen lijkt hun
strijd hopeloos. Ze zijn niet opgewassen
tegen de overmacht van Chinezen. Hun
leger betekent niet veel en ze zullen het
in guerilla-activiteit moeten zoeken.
Naar verluidt is de Dalai Lama op de
vlucht naar India, worden de kloosters
gebombardeerd en Lhasa geruïneerd.
Het is als met Hongarije: het commu
nisme slaat alle tegenstand met geweld
neer. En het buitenland interveniëert
niet, nooh India met de politieke koord
danser Pandit Nehroe, noch Amerika.
En zo zal ook Tibet verdwijnen achter
het bamboe-gordijn.
HAZET.FABRI6KEN ZEVENBERGEN
en ze daartoe herschept uit water en
Geest. We weten het wel, maar met die
beoefening ervan, zijn we er wel m.ee
bezig?: erom verlegen? Gevoelen we
ons tekort en gemis? Waarom is er zo
weinig liefde? vraagt een Schotse pre
diker van vroeger eeuw (Andrew Gray)
in een preek over deze zelfde tekst. Hij
wijst dan op het toen al heersend euvel:
een ontstellend tekort aan ootmoed en
ware vernedering des harten.
Het heersen zit de mens; als het ware
in zijn bloed. Heersen in de wereld.
En als hij van de wereld afgewend, in
de Kerk een plaats heeft gekregen, dan
zou hij het daar willen proberen. Heer
sen over het erfdeel des Heeren. Met
name ziet Petrus dit gevaar dreigen
van de kant van de ouderlingen (lees
1 Petrus 5 vers 1-3). O, dat we allen
voorbeelden waren voor de kudde van
Christus' schapen.
Daartoe evenals Hij, het schootsvel
van dienende liefde, vernedering des
harten, zelfverloochening en zo vele
echt christelijke deugden meer, aange
trokken. Bekleedt er u mee, bindt het
u aan! Er moet een blijvend verband,
een duurzame gemeenschap met Chris
tus' kleed der gerechtigheid tot stand
komen. Het komt op de beoefening van
het geloof in Hem aan, maar ook in
de geloofs-gemeenschap mèt Hem be
grepen! op de beoefening van de
ootmoedigheid naar buiten, onder de
mensen.
Johannes de Doper sprak ervan: Hij
wassen, ik minder worden. En Paulus'
Bij hem is het haast nog sterker. De
voornaamsteJa van de zondaren.
Maar de minste der apostelen, en de
geringste der heiligen. Kijk, dat is nu
geheiligde wetenschap, vrucht-gevolg
van deze oefening in het genade leven.
Het heeft dus niets met karakterver
betering en alles met genade werk van
de Heere te maken.
Niet onze ladder van beneden naar
Boven beklommen, maar Gods genade
ladder, in Christus vernedering van de
aarde naar de hemel reikenl, omdat Hij
van Boven daartoe naar beneden
kwamdie ladder in het geloof in
de hoop en met vurige liefde te mogen
beklimmen, 't Niets uit ons,
't al uit Hem,
zo reist men
naar Jeruzalem!
En de Kerk bidt en smeekt het u:
kom; ga met ons, en doe als wij. Ver
nedert u dan onder de krachtige Hand
van God, opdat Hij u verhoge te Zijner
tijd.
St. Maartensdijk.
Ds. V. d. Hr.
Ary van der Voorde, correspondent van
ons blad, zoals Flakkee hem kende, met
zijn gulle en vriendelijke glimlach. Al
tijd druk in de weer en bereid om an
deren te helpen.
Met grote ontsteltenis en deernis
heeft de bevolking van Oude Tonge
kennis genomen van het droeve onge
val van de heer J. Ary van der Voorde,
dat hem maandag Tweede Paasdag het
leven heeft gekost. Ook bij onze redak-
tie heerst daarover grote verslagenheid,
omdat hij sinds vele jaren als corres
pondent aan ons blad was verbonden.
Op de avond van de Tweede Paasdag
keerde de heer van der Voorde op zijn
bromfiets terug van een bezoek aan zijn
verloofde, mej. A. Stolki die tijdelijk te
Nieuwerkerk (Z.) in de kraamverple-
ging werkzaam is. Mej. Stolk woont te
Melissant en is verpleegster in het zie
kenhuis te Dirksland. Op weg naar de
veerboot te Dintelsas is hij onder Steen
bergen bij de vlasfabriek in botsing ge
komen met een andere, passerende
bromfietser en daarbij zo hevig tegen
de grond geslagen, dat hij na enige tijd,
zonder tot bewustzijn te zijn gekomen,
is overleden.
Zijn ouders zijn direct met het onge
val in kennis gesteld, die met de laatste
boot van v. d. Schuyt, (die met Pasen
een extra dienst maakte) er onmiddel
lijk zijn heengegaan. Helaas hebben zij
hun zoon niet meer levend aangetrof
fen.
Het stoffelijk overschot is naar het
Gasthuis te Steenbergen vervoerd, van
waar het woensdag naar zijn ouderlijk
huis aan de Voorstraat te Oude Tonge
is overgebracht. De begrafenis, onder
leiding van ds. J. van Drenth, consulent
der Herv. kerk alhier, heeft hedenmid
dag onder grote belangstelling plaats
gehad. De overledene bereikte de leef
tijd van Si jaar.
Ary van der Voorde was een zeer be
minde persoonlijkheid voor allen met
wie hij omgang had. Te Oude Tonge
nam hij een bijzondere positie in op het
terrein van de publiciteit; er had in zijn
dorp niets plaats of v. d. Voorde maak
te het wereldkundig. Hij was correspon
dent en verslaggever voor diverse dag
bladen en ook voor ons blad „Eilanden-
nieuws". Met grote verantwoordelijk
heid wist hij zijn berichtgeving samen
te stellen, waarom hij bij onze redaktie
zeer was gezien. Met zijn goed gesty-
leerde verslagen en beschouwende ar
tikelen heeft hij zeer veel bijgedragen
aan de geestelijke en culturele ontplooi
ing van zijn dorp. Wij hebben altijd
grote bewondering gehad voor zijn
doorzettingsvermogen; ofschoon hij van
kindsaf was gedupeerd door lichame
lijke bezwaren hij was haemophiel
heeft hij zich toch een goed bestaan
weten op te bouwen.
Hij bezat reeds een diploma voor de
kantoorboekhandel en had de toezeg
ging zich te kunnen vestigen als boek
handelaar. Het lag in het voornemen in
deze branche een zaak op te richten, om
daarna in het huwelijk te treden. Helaas
heeft zijn plotselinge dood al. deze
voornemens afgesneden.
Vele plaatselijke verenigingen heb
ben aan Ary van der Voorde hun te
genwoordige bloei te danken; zo was
hij administrateur van de pi. winkeliers
vereniging O.T.W. en had bovendien
een uitgebreide klantenkring over het
eiland voor zijn copiëer-inrichting. Tal
loos veel zijn de vrienden en kennissen
die Ary zich in de loop der jaren heeft
verworven, wat mede te danken is aan
zijn rustig optreden en zijn innemende
persoonlijkheid. Zijn heengaan zal zo
wel te Oude Tonge, als over het gehele
eiland een grote leegte achterlaten en
algemeen heerst diepe verslagenheid.
Het medeleven gaat uit naar de zwaar
beproefde ouders, zijn enige zuster en
verdere familie.
Als redaktie bidden wij hen de troost
toe die geen mensen, maar die alleen
de Heere geven kan.
Mej. Pie Goedegebuur, die met hart en
ziel verpleegster is, is haar loopbaan als
zodanig begonnen in de psychiatrische
inrichting St. Joris Gasthuis te Delft.
Zij werkte daar van 1949-'52 en behaal
de er het diploma B. In het stedelijk
ziekenhuis aan de Coolsingel te Rot
terdam waar zij van 1952 tot 1956
werkzaam was, behaalde zij het diplo
ma A met kraamaantekening. Dit was
weer een heel andere verpleging dan
in Delft, ze werd in dit ziekenhuis wel
geconfronteerd met de mensen uit de
achterbuurten, uit de sloppen en stegen
van de grote stad.
Na 1956 vertrok zij naar Bern in
Zwitserland, voor de verpleging in een
privaatkliniek, een klasse inrichting
voor de élite, wa&r het goedkoopste ta
rief 30 gulden per dag was. Van het
ene uiterste dus wel naar het andere,
waarbij veel praktische ervaring werd
opgedaan.
De ambities van zuster Goedegebuur
liggen echter meer in het sociaal-maat
schappelijk werk, waarom zij naar
Utrecht vertrok om de school voor
wijkverpleging te bezoeken. Zij ver-
Mej. P., B. Goedege
buur Cd. te Melis
sant, is woensdag
avond met de K.L.M.
van Schiphol te Am
sterdam vertrokken
naar Biak, Nieuw-
Guinea, om in het
Gouvernements zie
kenhuis aldaar in
landse meisjes op te
leiden voor de ver
pleging en deel te
nemen aan de alge
mene medische ver
zorging onder de
Papoea's. De lucht
reis gaat over de
Noordpool; vanaf
Amsterdam naar
Anchorage en met
de International Da
te Line naar Biak.
Zaterdagnacht a.s.
kan zij op haar be
stemming arriveren.
kreeg er het wijkdiploma en behaalde
ook het diploma voor sociale psychia
trie. Het praktisch gedeelte voor dit
diploma werd voorjaar 1958 te Rotter
dam verworven.
Sinds het najaar 1958 tot voor kort
was zij werkzaam als nachthoofd in het
Delta-ziekenhuis te Rotterdam (Poor-
tugaal) waar zij nog 3 maanden in de
nieuwe afdeling heeft gewerkt om de
nieuwe methode psychiatrie aan te le
ren. Deze acht maanden zijn wel de
zwaarste van de gehele diensttijd ge
weest.
Nu naar Biak
Op het moment dat wij dit schrijven
is Zr. Goedegebuur op weg naar Biak,
voor een drie-jarig verband in het gou
vernementsziekenhuis aldaar. Dit zie
kenhuis telt 115 bedden; zij zal echter
niet alleen deelnemen aan de algemene
medische verzorging, maar ook wor
den belast met de opleiding van Papoea
meisjes voor de verpleging en mogelijk
ook voor controle op de andere eilan
den als kampong-verzorgster. Gezien
haar ervaring in de sociale psychiatrie
heeft het Gouvernement een spoedige
uitzending verzocht.
Het is een verblijdend teken dat er
nog jonge mensen gevonden worden,
die naar Nieuw-Guinea willen; er ligt
in dit Nederlands „bezit" voor hen zulk
een schone taak. Zoals bekend vertrok
onlangs Rinus Knape naar Sorong om
christelijk onderwijs te geven aan de
Papoea-jeugd: zuster Goedgebuur kan
zich wijden aan de schone taak van de
volksgezondheid aldaar. Er is op dat ge
bied ontzettend veel te doen; de kinder
sterfte b.v. is er in het eerste levens
jaar 50''/o en in het 2e levensjaar 25"/o.
Dit zegt wel genoeg.
Zuster Goedegebuur vertelde ons dat
zij vol ambitie de onbekende toekomst
tegemoet treedt; ze had nu zo lang in
'n beschaafd land gewerkt en wilde nu
haar krachten geven aan het ongecul
tiveerde Nieuw Guinea, waar groot ge
brek aan medische en hygiënische ver
zorging heerst. Haar kennis en erva
ring zullen niet alleen haar zelf, maar
vooral de inheemsen ten goede komen.
Het is de eerste luchtreis die zij maakt
wij wensen haar een behouden aan
komst. En Gods zegen in haar nieuwe
werkkring te Biak.
Van zaterdag 4 april v.m. 12 uur t.m.
maandag 6 april v.m. 9 uur.
Middelhamis-Sommelsdijk:
Afwezig de artsen Dogterom, Bakker
en Wieringa. Voor spoedgevallen v. d.
Peppel, arts, telef. 2117, Prins Bern-
hardlaan 37, Middelharnis.
Dirksland-Herkingen-Melissant:
Afwezig de artsen Elvé en Huisman.
Voor spoedgevallen Boot, Telef. 01877
227, Dirksland.
Oost-Flakkee:
Afwezig de artsen Kramers, de Man
en Bouman. Voor spoedgevallen Buth,
arts, telef. 01871—306, Den Bommel en
Voogd, arts, telef. 01874—259, Oude
Tonge.
ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN
Afwezig Terlouw. Dienst heeft Wagner,
Telef. 01877—281, Dirksland.
Rotterdam, Ooslzeedijk 330, Tel. 11525?
Utrecht, Janskerkhof 5, Tel. 14223