goodwill De opstand in Tibet Zuster Pie Goedegebuur vertrokken naar Nieuw-Guinea Te gehaast Ary van der Voorde, Oude Tonge bij Steenbergen verongelukt Plotseling einde aan ac tief en werkzaam leven Als verpleegster naar Gouvernementsziekenhuis te Biak 31e jaargang Chr, STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Versch^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond Een Goddelijke levensles KINDERHOEST VERDWIJNT DOOR ZWÏTSAL KINDER-HONING-SIROOP BINNENVERINGBED SCHUIMRUBBERBED Zondagdiensten artsen I ,1 Vrijdag 3 april 1959 No. 2783 PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Bedactie en Advertenties uitsluitend Telefooa K 1870—2629 Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAÜ ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bi] contract speciaal tarlel De wereldgeschiedenis, ook die van {onze tijd, is als een kaleidoscoop. Als [men ze beziet, wisselt onafgebroken jhet toneel, dat ze ons biedt: Formosa, j Cyprus, Cuba, Berlijn, Irak, en ga zo Imaar door. De mensheid in onrust zorgt Ier wel voor, dat er altijd hier of daar [iets aan de hand is. Zo is nu Tibet in Ihet nieuws, een voor velen onzer onbe- Ikend land. Waar ligt het, wie wonen er, Ihoe leeft men daar en wat gebeurt er |nu eigenlijk? Tibet is een land in Azië. Het ligt ten Inoorden van India, daarvan gescheiden Idoor het hoogste gebergte van de we- Ireld, de Himalaya. In het Westen grenst Ihet aan de Sowjet-Unie en in het noor- jden en oosten aan Communistisch Chi- Ina. Het is een groot land: anderhalf Imiljoen km^, dus ongeveer 45 maal Ne- Iderland. Hoeveel mensen er wonen is lonbekend. De schattingen lopen uiteen Ivan 3 tot 10 miljoen! Volkstellingen ■houdt men er niet en bovendien zijn de iTibetanen erg geheimzinnig, zodat we leigenlijk niet veel van hun land weten. Het leven is er hard en ongemakke- llijk, want het land bestaat uit hoge ber- Igen met hooggelegen vlakten er tussen, Idie zelf 3000 a 5000 m. boven de zee- Jspiegel liggen. Het heeft dus een on herbergzaam klimaat. De lucht is er zeer ijl vanwege de hoge ligging en de Ibarometer staat er niet zoals bij ons Irondom 760 mm, maar schommelt om Ide 500 mm! Gevolg daarvan is, dat er [niet veel zuurstof in de lucht zit en dat Ivi-eemdelingen er spoedig erg moe wor- [den. Voorts zijn de winters er zeer [streng; er komen temperaturen voor [van 40° onder nul met daarbij ijzige [stormen. In de zomer daarentegen is het [er zeer heet: 35° C; regenen doet het er [heel weinig, dus is er veel stof. Er ko- Imen temperatuurschommelingen voor Ivan 30° C, zodat de bevolking wel zeer Igehard moet zijn tegen koude en hitte. I Door de grote droogte is het grootste Ideel van het land onvruchtbaar. In het Iz., waar het iets beter is, verbouwt men Igerst en aardappelen, maar overigens lieven de Tibetanen van de veeteelt. Het Ivoornaamste dier is de yak, een rund, Idat voor allerlei doeleinden wordt ge- Ibruikt. In het wild leven er beren, wol ven, wilde honden, gazellen etc. De bevolking is van Mongools ras, dus Ize is familie van de Chinezen. De taal Ijs het Tibetaans met zeer veel dialecten, Idaar men er zeer verspreid woont en leen deel een nomadenleven leidt. De Ihuidskleur is lichtbruin en ze zijn klein Ivan stuk, gemiddeld 1.62. De hoofdstad ■van het land heet Lhasa, dat slechts 50.000 inwoners telt en waar vrijwel Ide gehele adel woont met het staats- Ihoofd. Behalve een paar oude handels- Iroutes, die van China via Tibet naar llndia lopen, zijn er weinig wegen en [Spoorwegen ontbreken geheel. Dat volk Iheeftde eeuwen door zoveel mogelijk lin strenge isolatie geleefd in zijn onher - Ibergzame land, dat het hoogstgelegen Js van alle landen der wereld. Daarom lis het een mysterieus land met een heel [aparte bevolking. Ook de godsdienst is iets aparts. Ze |heet het Lamaïsme en is een soort Boeddhisme, dat er omstreeks 600 n. C. vanuit Indië geïmporteerd werd. De re ligie speelt er een zeer grote rol en de jpriesters delen er de lakens uit. De op- Iperpriester heet de Dalai Lama. Sedert lenkele eeuwen oefent deze behalve de [geestelijke ook de wereldlijke macht |uit. De Tibetanen beschouwen hem als de incarnatie (vleeswording) van een Igod. Een nieuwe Dalai Lama wordt dan look door de priesters op geheimzinnige Imanier gezocht onder kinderen. De te- Igenwoordige Dalai Lama werd in 1940 [gevonden als 4-jarig kind en door de priester aangewezen als nieuwe incar- Inatie. Hij werd toen geïnstalleerd als lopperpriester en staatshoofd. Zijn naam lis Ling-Erh-La-Moe-Tankha! Hij is dus ■thans een jongeman van 24 jaar. Hij Iwoont in een groot paleis in de hoofd- [stad Lhasa. Een groot deel van de mannen zijn priester of monnik en leven in een ver plicht celibaat, hoewel men het er niet Izo erg nauw mee neemt. Ze worden ge- Irecruteerd uit de lagere klassen. Er zijn Idus veel grote en kleine kloosters; in Isommige wonen ettelijke 'duizenden Imonniken. De priesters geven onderwijs Idat echter alleen de godsdienst betreft. iDe rest interesseert de regering niet. l Wat nu de verhouding met het bui- Itenland betreft, zoals we reeds vermeld- Iden, zochten de Tibetanen weinig of Igeen contact met hun buurstaten. Maar Ide Chinezen waren daarmee niet tevre- iden. Ook onder de vroegere Chinese Ikeizers werd herhaaldelijk gepoogd Ti- |bet te onderwerpen, reeds een paar eeuwen geleden. Dit gelukte dikwijls, Imaar steeds kwamen de Tibetanen in lopstand. Ze hadden het gemakkelijk Itoen China inwendig werd verscheurd Idoor de burgeroorlog, maar toen het Icommunisme ongeveer tien jaar Gele iden er de overwinning behaalde, dacht IMao-tse-toeng direct aan Tibet, stuurde Ier troepen heen en de Dalai Lama werd ■gedwongen (in 1951) een verdrag met IChina te sluiten, waarin bepaald werd, Idat Tibet een integrerend deel van Chi- Ina zou zijn. De Dalai Lama mocht wel Iblijven „regeren", maar als een vazal Ivan Peking, zodat Tibet in feite niet leens een satelliet-staat van China vormt [inaar er een.provincie van is. Het ligt voor de hand, dat een zo zelf- Istandig en eigensoortig volk als de Ti- Ibetanen zich niet kan schikken in het [communistisch regiem, temeer omdat ihet Chinese communisme nog radicaler iblijkt te zijn dan het Russische, gezien „Zijt met de ootmoedigheid bekleed!" 1 Petrus 5 5-m Er zijn grote karakterverschillen on der de mensen. De één is hoogmoedig, de ander eenvoudig, nedering. En zo zouden we nog even kunnen voortgaan. Is het nu een apostolisch vermaan tot karaktervorming, wanneer we ons laten toeroepen: zijt met de ootmoedigheid bekleed? Ik denk van niet, waarde lezer. God, de HEERE, maakt wel men sen-van-karakter. De arme van geest wordt geadeld voor Zijn koninkrijk, 't Is een innerlijke Geest-adel, die het deel is van alle nieuw-geborenen in Gods koninkrijk. Maar het is zeker hier niet de bedoeling van Gods Woord, op te wekken tot karakter-vorming, tot humanistische zelf-verbetering en be schaving van het menselijk geslacht. Neen, dat wist Petrus zelf wel beter; van zichzelf kon hij er niets van terecht brengen. Hij moest steeds meer aan zijn eigen hoogmoed leren sterven, en oot moed leren in de school der genade, aan de voeten van Hem, Die sprak: Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart! Om waarlijk zich met ootmoedigheid te kunnen bekleden, moeten we bij de Heere Jezus Christus terecht. En om naar Hem te luisteren, is het o zo nodig allereerst levendgemaakt te worden door de H. Geest. Maar daar mee is dan alles nog niet gezegd. Want ook Simon Petrus was zulk een levend- gemaakte wedergeboren zondaar, maar hij wilde maar niet luisteren naar zijn Meester. Hij sloeg geen acht op Zijn vermaan. Hij wist het beter dan Hij. Hoogmoed, ziedaar, de wortelzonde van ons mensenkinderen, van Adams zon deval af bedreven tegen een heilig en liefderijk God. Daarom mag het een Goddelijke le vensles heten, wanneer Petrus verma- nenn waarschuwend ons allen toeroept: zijt met de ootmoedigheid bekleed! Want, zo voegt hij er nog aan toe: God wederstaat de hovaardigen, maar de nederige geeft Hij genade. Dat zijn dus de ontwortelden, de ontbloten, de door kennis van zonde en schuld neerge- drukten en verslagenen. Hun belooft Hij niet alleen, maar geeft Hij ook genade! Een nieuw luisteren, een ootmoedig, heilbegerig het oor te luisteren leggen aan de mond der Waarheid is dus uiterst noodzakelijk. En dan voer ik U nog even in de Paaszaal te Jeruzalem. Want bij ons tekstwoord denkt Simon stellig aan die gebeurtenis aldaar terug. Daar wil de Koning in de vernedering Jezus Christus, Zich aller Dienstknecht betonen, metterdaad, in de praktijk! Hij was al, sedert Zijn geboorte, in dienstknechts gestalte onder de mensen komen wonen. Leest U er Filipenzen 2 nog eens op na. Daar staat het alles duidelijk beschreven. Hij behoefde het geen roof te achten, Gode evengelijk te zijn. Maar Hij heeft de gestalte van een dienstknecht, een slaaf dus aange nomen. En deze Dienstknecht, gekomen, nipt om gediend te worden, maar om Zelf te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen (is losprijs) voor velen:---- zie Hem daar laag bukken. Zijn klede ren gegord, en met het wasbekken in de handen, en een doek aan Zijn zijde. Hij wast de voeten der discipelen. Eén weigert: Petrus. Hij wil niet door zijn Meester gewassen worden. Maar het moet. En als het dan moet, zegt Petrus, dan niet alleen de voeten, maar hele maal. Maar Christus acht de gehele mens rein en heilig, door Zijn gespro ken heilswoord, en daarvan is de voet wassing het teken en onderpand. En zegt Hij erbij: Ik geef ulieden een voorbeeld: gij zijt van nu voortaan ook schuldig, elkander de voeten te wassen. En daarom roept Petrus aan de ver strooide schapen van Christus' kudde toe: zijt met ootmoedigheid bekleed. Ook denkt hij er misschien bij aan die oude spreuk: de nederigheid gaat vóór de eer! In elk geval is deze Petrus in Christus' leerschool en in de bearbei ding V. d. H. Geest. En deelt hij ons hier mede een Goddelijke levensles, die we allemaal mochten leren beoefenen. Want het komt op de beoefening nu maar aan. We weten het allen zo langzamer hand wel, dat God geen grote, maar kleine; geen hoogmoedige, maar oot moedige en nederige kinderen maakt. aangekocht en uitgerust voor de wal visvaart. Als vanzelfsprekend kreeg het de naam Willem Barendsz. Enkele ja ren geleden werd een nieuwe walvis- vaarder gebouwd. De Wilem Barendsz II. Een pracht van een schip. Geheel gebouwd naar de eisen, die de vangst van walvissen stelt. Met de bijbehoren de jagers vormt het Nederlandse wal- visserskader een der best uitgeruste van alle landen. Maar de winsten zijn uit gebleven. De Nederlandse Staat moet bijpassen, krachtens de gegeven garan tie. Over verkoop werd gesproken, on derhandeld werd van Rijkswege met Noorwegen. Voortvarend ging men van regeringszijde hierbij te werk. Blijkbaar wilde men van de subsidies af. Even wel de maatschappij ging met een en ander niét akkoord. Men meende dat men van regeringszijde niet deskundig optrad en blijk gaf niet op de hoogte te zijn van mogelijk gunstiger perspec tieven voor de walvisvaart. Van verkoop kwam niets. En zo blijft de Nederlandse maat schappij aan de walvisvaart deelnemen. Met haar prachtschip de Willem Ba rendsz II en de hulpschepen die er bij behoren. Een gelukkig besluit van de maat schappij. Zou de walvisvaart voor andere vol ken rendabel kunnen zijn en alleen voor ons land niet. Dat is toch niet aan te nemen. Mogelijk hadden de andere volken meer ervaring, maar nu na ruim 10 iaar kunnen voor ons land „de kinderziekten" toch ook wel overwon nen zijn. Aan bekwaamheid zal het de Neder landse zeelieden toch wel niet ontbre ken. En zeker niet na een ruim tienja rige praktijk. Met een goed uitgeruste walvisvloot, die tot de best -"^outilleer de van alle walvisvloten mag worden gerekend. Nog geen winst. Maar dat kan komen. De haast van de regering moge be grijpelijk zijn, toch komt het ons voor, dat het niet in het belang van ons volk is om de walvisvaart te beëindigen. Is het met de K.L.M, ook niet zo geweest! Vele jaren onrendabel. Door het Rijk met subsidies tal van jaren gesteund. Daar heeft men doorgezet. Gelukkig doorgezet. En waarom zou men dat bij de walvisvaart ook niet doen? In het belang van ons volk. Met hoop op een betere toekomst. Een land als het onze behoort geïnteresseerd te zijn bij de walvisvaart. De naam Willem Barendsz alleen zegt genoeg. In de 17e en 18e eeuw ging ons volk ter walvisvaart in de Noordelijke At lantische Oceaan en in de Noordpool zee. Met de „kleine visserij", de walvis vaart, ter onderscheiding van de „grote visserij", de haringvisserij, werd veel geld verdiend. Bovendien was het een oefenschool waar de Hollandse matrozen werden ge vormd en waar ze gevaren en avonturen onder de ogen leerden zien. De vangst op de walvissen was onbe perkt. Met het gevolg dat de zeeën wer den doodgevist en d^t de walvissen in de noordelijke wateren uitgeroeid wer den. Nog gaan de zeevarende volken ter walvisvangst. Noorwegen, Engeland, Amerika, Japan. Ook ons land na de tweede wereldoorlog. Nu in de wateren rond de zuidpool. Maar de vangsten worden nu beperkt om uitroeiing van de walvissen te voorkomen. Een jaar lijks quotum wordt vastgesteld. Na de tweede wereldoorlog was de vetpositie van ons land ver van roos kleurig. Een maatschappij werd opge richt om deel te nemen aan de vangst op walvissen. Met garantie van de Staat. Een tweedehands schip werd het experiment met de dorpscommunes. Vooral de priesters en monniken ver zetten zich. De kloosters werden haar den van verzet en opslagplaatsen van wapens. Maar China zette door. Dui zenden kinderen en jongemannen wer den naar China overgebracht om daar te worden opgeleid in het communisme ten einde later in eigen land er de gro te propagandisten van te worden. Voorts werden enkele miljoenen Chine zen naar Tibet verplaatst om op die manier het land Chinees te maken. Dit alles heeft natuurlijk zeer veel kwaad bloed gezet en vandaar dat de Tibeta nen reeds verleden jaar in opstand zijn gekomen. Ofschoon men weinig met ze kerheid weet, is het zeer waarschijnlijk dat deze opstand aan de machthebbers in Peking erg ongelegen kwam in ver band met de kwestie-Formosa. In di plomatieke kringen beweert men, dat Mao de strijd om Quemoy heeft moeten staken, omdat hij een deel van zijn troe pen in Tibet nodig had. Vandaar dat Tsjang-kai-sjek de Tibetanen aanmoe digt en hulp belooft. Intussen lijkt hun strijd hopeloos. Ze zijn niet opgewassen tegen de overmacht van Chinezen. Hun leger betekent niet veel en ze zullen het in guerilla-activiteit moeten zoeken. Naar verluidt is de Dalai Lama op de vlucht naar India, worden de kloosters gebombardeerd en Lhasa geruïneerd. Het is als met Hongarije: het commu nisme slaat alle tegenstand met geweld neer. En het buitenland interveniëert niet, nooh India met de politieke koord danser Pandit Nehroe, noch Amerika. En zo zal ook Tibet verdwijnen achter het bamboe-gordijn. HAZET.FABRI6KEN ZEVENBERGEN en ze daartoe herschept uit water en Geest. We weten het wel, maar met die beoefening ervan, zijn we er wel m.ee bezig?: erom verlegen? Gevoelen we ons tekort en gemis? Waarom is er zo weinig liefde? vraagt een Schotse pre diker van vroeger eeuw (Andrew Gray) in een preek over deze zelfde tekst. Hij wijst dan op het toen al heersend euvel: een ontstellend tekort aan ootmoed en ware vernedering des harten. Het heersen zit de mens; als het ware in zijn bloed. Heersen in de wereld. En als hij van de wereld afgewend, in de Kerk een plaats heeft gekregen, dan zou hij het daar willen proberen. Heer sen over het erfdeel des Heeren. Met name ziet Petrus dit gevaar dreigen van de kant van de ouderlingen (lees 1 Petrus 5 vers 1-3). O, dat we allen voorbeelden waren voor de kudde van Christus' schapen. Daartoe evenals Hij, het schootsvel van dienende liefde, vernedering des harten, zelfverloochening en zo vele echt christelijke deugden meer, aange trokken. Bekleedt er u mee, bindt het u aan! Er moet een blijvend verband, een duurzame gemeenschap met Chris tus' kleed der gerechtigheid tot stand komen. Het komt op de beoefening van het geloof in Hem aan, maar ook in de geloofs-gemeenschap mèt Hem be grepen! op de beoefening van de ootmoedigheid naar buiten, onder de mensen. Johannes de Doper sprak ervan: Hij wassen, ik minder worden. En Paulus' Bij hem is het haast nog sterker. De voornaamsteJa van de zondaren. Maar de minste der apostelen, en de geringste der heiligen. Kijk, dat is nu geheiligde wetenschap, vrucht-gevolg van deze oefening in het genade leven. Het heeft dus niets met karakterver betering en alles met genade werk van de Heere te maken. Niet onze ladder van beneden naar Boven beklommen, maar Gods genade ladder, in Christus vernedering van de aarde naar de hemel reikenl, omdat Hij van Boven daartoe naar beneden kwamdie ladder in het geloof in de hoop en met vurige liefde te mogen beklimmen, 't Niets uit ons, 't al uit Hem, zo reist men naar Jeruzalem! En de Kerk bidt en smeekt het u: kom; ga met ons, en doe als wij. Ver nedert u dan onder de krachtige Hand van God, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. St. Maartensdijk. Ds. V. d. Hr. Ary van der Voorde, correspondent van ons blad, zoals Flakkee hem kende, met zijn gulle en vriendelijke glimlach. Al tijd druk in de weer en bereid om an deren te helpen. Met grote ontsteltenis en deernis heeft de bevolking van Oude Tonge kennis genomen van het droeve onge val van de heer J. Ary van der Voorde, dat hem maandag Tweede Paasdag het leven heeft gekost. Ook bij onze redak- tie heerst daarover grote verslagenheid, omdat hij sinds vele jaren als corres pondent aan ons blad was verbonden. Op de avond van de Tweede Paasdag keerde de heer van der Voorde op zijn bromfiets terug van een bezoek aan zijn verloofde, mej. A. Stolki die tijdelijk te Nieuwerkerk (Z.) in de kraamverple- ging werkzaam is. Mej. Stolk woont te Melissant en is verpleegster in het zie kenhuis te Dirksland. Op weg naar de veerboot te Dintelsas is hij onder Steen bergen bij de vlasfabriek in botsing ge komen met een andere, passerende bromfietser en daarbij zo hevig tegen de grond geslagen, dat hij na enige tijd, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, is overleden. Zijn ouders zijn direct met het onge val in kennis gesteld, die met de laatste boot van v. d. Schuyt, (die met Pasen een extra dienst maakte) er onmiddel lijk zijn heengegaan. Helaas hebben zij hun zoon niet meer levend aangetrof fen. Het stoffelijk overschot is naar het Gasthuis te Steenbergen vervoerd, van waar het woensdag naar zijn ouderlijk huis aan de Voorstraat te Oude Tonge is overgebracht. De begrafenis, onder leiding van ds. J. van Drenth, consulent der Herv. kerk alhier, heeft hedenmid dag onder grote belangstelling plaats gehad. De overledene bereikte de leef tijd van Si jaar. Ary van der Voorde was een zeer be minde persoonlijkheid voor allen met wie hij omgang had. Te Oude Tonge nam hij een bijzondere positie in op het terrein van de publiciteit; er had in zijn dorp niets plaats of v. d. Voorde maak te het wereldkundig. Hij was correspon dent en verslaggever voor diverse dag bladen en ook voor ons blad „Eilanden- nieuws". Met grote verantwoordelijk heid wist hij zijn berichtgeving samen te stellen, waarom hij bij onze redaktie zeer was gezien. Met zijn goed gesty- leerde verslagen en beschouwende ar tikelen heeft hij zeer veel bijgedragen aan de geestelijke en culturele ontplooi ing van zijn dorp. Wij hebben altijd grote bewondering gehad voor zijn doorzettingsvermogen; ofschoon hij van kindsaf was gedupeerd door lichame lijke bezwaren hij was haemophiel heeft hij zich toch een goed bestaan weten op te bouwen. Hij bezat reeds een diploma voor de kantoorboekhandel en had de toezeg ging zich te kunnen vestigen als boek handelaar. Het lag in het voornemen in deze branche een zaak op te richten, om daarna in het huwelijk te treden. Helaas heeft zijn plotselinge dood al. deze voornemens afgesneden. Vele plaatselijke verenigingen heb ben aan Ary van der Voorde hun te genwoordige bloei te danken; zo was hij administrateur van de pi. winkeliers vereniging O.T.W. en had bovendien een uitgebreide klantenkring over het eiland voor zijn copiëer-inrichting. Tal loos veel zijn de vrienden en kennissen die Ary zich in de loop der jaren heeft verworven, wat mede te danken is aan zijn rustig optreden en zijn innemende persoonlijkheid. Zijn heengaan zal zo wel te Oude Tonge, als over het gehele eiland een grote leegte achterlaten en algemeen heerst diepe verslagenheid. Het medeleven gaat uit naar de zwaar beproefde ouders, zijn enige zuster en verdere familie. Als redaktie bidden wij hen de troost toe die geen mensen, maar die alleen de Heere geven kan. Mej. Pie Goedegebuur, die met hart en ziel verpleegster is, is haar loopbaan als zodanig begonnen in de psychiatrische inrichting St. Joris Gasthuis te Delft. Zij werkte daar van 1949-'52 en behaal de er het diploma B. In het stedelijk ziekenhuis aan de Coolsingel te Rot terdam waar zij van 1952 tot 1956 werkzaam was, behaalde zij het diplo ma A met kraamaantekening. Dit was weer een heel andere verpleging dan in Delft, ze werd in dit ziekenhuis wel geconfronteerd met de mensen uit de achterbuurten, uit de sloppen en stegen van de grote stad. Na 1956 vertrok zij naar Bern in Zwitserland, voor de verpleging in een privaatkliniek, een klasse inrichting voor de élite, wa&r het goedkoopste ta rief 30 gulden per dag was. Van het ene uiterste dus wel naar het andere, waarbij veel praktische ervaring werd opgedaan. De ambities van zuster Goedegebuur liggen echter meer in het sociaal-maat schappelijk werk, waarom zij naar Utrecht vertrok om de school voor wijkverpleging te bezoeken. Zij ver- Mej. P., B. Goedege buur Cd. te Melis sant, is woensdag avond met de K.L.M. van Schiphol te Am sterdam vertrokken naar Biak, Nieuw- Guinea, om in het Gouvernements zie kenhuis aldaar in landse meisjes op te leiden voor de ver pleging en deel te nemen aan de alge mene medische ver zorging onder de Papoea's. De lucht reis gaat over de Noordpool; vanaf Amsterdam naar Anchorage en met de International Da te Line naar Biak. Zaterdagnacht a.s. kan zij op haar be stemming arriveren. kreeg er het wijkdiploma en behaalde ook het diploma voor sociale psychia trie. Het praktisch gedeelte voor dit diploma werd voorjaar 1958 te Rotter dam verworven. Sinds het najaar 1958 tot voor kort was zij werkzaam als nachthoofd in het Delta-ziekenhuis te Rotterdam (Poor- tugaal) waar zij nog 3 maanden in de nieuwe afdeling heeft gewerkt om de nieuwe methode psychiatrie aan te le ren. Deze acht maanden zijn wel de zwaarste van de gehele diensttijd ge weest. Nu naar Biak Op het moment dat wij dit schrijven is Zr. Goedegebuur op weg naar Biak, voor een drie-jarig verband in het gou vernementsziekenhuis aldaar. Dit zie kenhuis telt 115 bedden; zij zal echter niet alleen deelnemen aan de algemene medische verzorging, maar ook wor den belast met de opleiding van Papoea meisjes voor de verpleging en mogelijk ook voor controle op de andere eilan den als kampong-verzorgster. Gezien haar ervaring in de sociale psychiatrie heeft het Gouvernement een spoedige uitzending verzocht. Het is een verblijdend teken dat er nog jonge mensen gevonden worden, die naar Nieuw-Guinea willen; er ligt in dit Nederlands „bezit" voor hen zulk een schone taak. Zoals bekend vertrok onlangs Rinus Knape naar Sorong om christelijk onderwijs te geven aan de Papoea-jeugd: zuster Goedgebuur kan zich wijden aan de schone taak van de volksgezondheid aldaar. Er is op dat ge bied ontzettend veel te doen; de kinder sterfte b.v. is er in het eerste levens jaar 50''/o en in het 2e levensjaar 25"/o. Dit zegt wel genoeg. Zuster Goedegebuur vertelde ons dat zij vol ambitie de onbekende toekomst tegemoet treedt; ze had nu zo lang in 'n beschaafd land gewerkt en wilde nu haar krachten geven aan het ongecul tiveerde Nieuw Guinea, waar groot ge brek aan medische en hygiënische ver zorging heerst. Haar kennis en erva ring zullen niet alleen haar zelf, maar vooral de inheemsen ten goede komen. Het is de eerste luchtreis die zij maakt wij wensen haar een behouden aan komst. En Gods zegen in haar nieuwe werkkring te Biak. Van zaterdag 4 april v.m. 12 uur t.m. maandag 6 april v.m. 9 uur. Middelhamis-Sommelsdijk: Afwezig de artsen Dogterom, Bakker en Wieringa. Voor spoedgevallen v. d. Peppel, arts, telef. 2117, Prins Bern- hardlaan 37, Middelharnis. Dirksland-Herkingen-Melissant: Afwezig de artsen Elvé en Huisman. Voor spoedgevallen Boot, Telef. 01877 227, Dirksland. Oost-Flakkee: Afwezig de artsen Kramers, de Man en Bouman. Voor spoedgevallen Buth, arts, telef. 01871—306, Den Bommel en Voogd, arts, telef. 01874—259, Oude Tonge. ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN Afwezig Terlouw. Dienst heeft Wagner, Telef. 01877—281, Dirksland. Rotterdam, Ooslzeedijk 330, Tel. 11525? Utrecht, Janskerkhof 5, Tel. 14223

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 1