HAriDEn-niEuws Aansluitende weg op Grevelingendam ekt goede bouwgrond LAV E RVI ER Rijksweg zal te Oude Tonge percelen bouwland schuin doorsnijden ERM Nog witter.I stralend wit. i kleuren porireiten Ervaringen met één-kiemig suikerbietenzaad Boeren in Oost-FJakkee verontrust blad Vrijdag 20 niBart 1959 No. 2780 JITHEÏ I Thans ook P. VAN DEN OUDEN KLAAR VOOR BABY'S ONTVANGST MET EEN BABYSET Commentaar op de verkiezing van Oollgensplaat Samenwerking van ziekenhuizen onderling en mei ziekenfondsen Pluimveemarkt Verkiezingsnabetrachtinff Het gaat zo niet goed De achter grond van alles. I Het is dan weer voorbijwij hebben 'nze stem uitgebracht. Het moeilijkste |omt nu nog, er moet een regering ge- örmd worden die met de volkswil die it de verkiezingen blijkt, overeen- ïemt. Zo wil het de parlementaire de mocratie en zo gaat het onder een con- ïtitutionele monarchie. Helemaal bevre Igen kan mij deze werkwijze niet. Jaar ook Calvijn was een voorstander fen gematigde volksinvloed om tyran- lie van de vorst te beteugelen. Al ver- ïngt ge wel eens naar een man die de Hngen met forse hand recht zet, toch Eerden Duitsland, Italië en Spanje wel fat daaraan vast kan zitten. De vorst er om het volk en niet het volk om Ie vorst. jEn waarmede zal de jongeling zijn lad nu zuiver houden? Als hij het loudt naar Uw Woord. Zo spreekt Isalm 119. 1 Dat men in de praktische politiek [aar ernstig naar streeft, zou ik niet lürven zeggen. Ook de protestant-chris- flijke partijen die mede in de regering Etten treden maar al te slap op. jMaar wat staar ik op Kamers en Re- lering? Men lette maar eens op het lerval in de leer in de kerken, op de uimere opvatting van kerkgang en bndagsheiliging, men zie zijn christe- Ijk dagblad in. Ik wil er niet veel van pggen, ik heb geen behoefte aan af- iraak. Maar er verandert onder de bensen veel en de krant Is al mede én invloed. I Wat te denken van een 24 regels tel- pnd „woord voor vandaag" in een hrist. dagblad uit Rotterdam, waar ik les: „Soms kunnen wij het lijden van lod verlichten door een klein gedeelte lan dat lijden voor Hem te dragen?" lier is de schrijver alle band aan het pord en de Nederlandse Geloofsbelij- ènis toch zeker verloren? Dit is' een taptoom van wat er in de geesten poelt. Ik werk dit niet nader uit, maar Èt spreekt boekdelen. Voeg er bij de |centies over toneel en beschouwingen ver het „dansvraagstuk" en ge vraagt ^aar het toch met ons gereformeerd bik heen gaat Juist omdat men zo be- Bnt te dolen rijzen er overal „proble men". Wij maken die zelf. [Dan gedacht aan de ontstellende aan dien van hen, die met alle godsdienst febben afgedaan, die althans tot geen Jikele kerk willen gerekend worden. tan volkstelling tot volkstelling stijgen pze cijfers. Let voorts eens op de vele Inge mensen die hun opvoeding ver- Bochenen en de kerk vaaiwel zeggen; Dt hen spreekt ook de christelijke po- liek niet meer, zij vliegen er zeker pet voor door het vuur. Over dit ver- es weet menig vader en moeder te breken. |Het goede boek en de rustige sfeer de avond rond de huistafel gezeten, al lang bij de meesten geweken voor |at radio en televisie ons weten op te ïssen. En wat is het? Bij de radio QSVo |ffe kost en de televisie 95% „wereld", dat gaat nu zondag en in de week bor. De uitvindingen zijn groots maar l gebruiken er van volstrekt verkeerd. jTen laatste want waar moet men pginnen en waar eindigen schijnt emigratie vooral de gereformeerde eden aan te trekken, zij zijn onder vertrekkenden goed vertegenwoor- !d. Het pleit voor hun ondernemings- foed, maar wij moeten hen in ons land weer missen bij de verkiezingen. f-Ziedaar wat alzo stof tot peinzen eeft. De hierboven aangestipte gees- Esgesteldheid en verschijnselen uiten Ich ook in het resultaat der verkiezin- >n. Er werken ook factoren in die aan [e tijd eigen zijn, zo b.v. de grote ver achtingen van sociale wetten. Wij zijn de ban van de materie, en er woelt de Partij van de Arbeid een revolu- lonnaire geest. De verkiezingen zijn pns een beetje overvallen, ,er was niet eel vuur bij en ik vrees dat er een on- ^rschillige geest onder ons protestantse pik gaat heersen. De roomsen kwamen rij wel ongehavend uit de strijd en de laatkundig gereformeerden schonken |eer hun vertrouwen aan de vergrijsde Zandt, die weer met zijn beide se- pndanten zitting neemt. Antirev. en hrist. Historischen verloren elk een fetel. Heeft men bij de A.R. niet al te Igoureus Kamerleden van 65 jaar er uit gezet? De oudere kiezers zijn ge hecht aan de hun bekende mannen. De Kamer is toch geen fabriek waar de vakbeweging de 65 jarigen laat af zwaaien? - Nu een paar cijfers. Over de vier protest, partijen; Kamerverkiezingen van 1952, 1956 en 1959. Dan kunt U zelf vergelijken. Het zijn percentages van de uitgebrachte geldige stemmen. 1952 1956 1958 Ant. Rev. Christ. Hist. Staatk. Geref. Geref. Pol. Verb. Totaal 11.3 8.9 2.4 0.7 9.9 8.4 2.3 0.6 9.39 8.10 2.16 0.67 23.3 21.2 20.32 Voor 1952 en 1956 zijn het officiële cijfers van de Rijksstatistiek. Het Geref. Pol. Verbond, die eerst met „de hakken over de sloot" haar (enige) zetel verkreeg, kwam deze door een mistelling weer te verliezen en moest deze aan de P.v.d.A. afstaan. Een grote teleurstelling voor die kleine par tij. Moge onder alles het landsbelang niet lijden onder de manipulaties die thans in de politieke arena meest achter ge sloten deuren worden uitgevoerd. Waarnemer. Fotohandel J. Zandsira Sommelsdijk In Duitsland werd een uitvoerig on derzoek ingesteld naar het gebruik van éénkiemig zaad bij de suikerbietenteelt en naar de voor- en nadelen hiervan, teneinde de vraag te kunnen beant woorden, of een groter gebruik hiervan gerechtvaardigd en mogelijk is. Voor dit doel werden talrijke telers bezocht benevens suikerfabrieken, voorlich tingsdiensten en landbouwscholen. Nor maal suikerbietenzaad bevat 1,8-2 za den per kluwen (gemiddeld); gesegmen teerd zaad 1,2-1,3; gecalibreerd zaad 1,5; bij polyploïde rassen is dit aantal 1,5. Erfelijk éénkiemig zaad is in Duitsland nog niet in de handel. De voordelen bij gebruik van éénkiemig zaad zijn: 1. Arbeidsbesparing bij het op één zetten van 20-35O/O. 2. Een langere periode voor op één zetten (normaal 8-10 dagen; thans 15-20 dagen). 3. Geen groeistoring bij het uitdun nen (bij de normale methode lijden de plantjes bij het op één zetten veel meer). 4. Het uitdunnen kan veel gemakke lijker geschieden (b.v. met de lange hak) Al deze voordelen heeft men ook bij gebruik van de gewone zaaimachine. Door speciale zaaimechanismen kan men nog meer arbeidsbesparing berei ken, maar dat blijft hier buiten be schouwing. Ondanks de bovenvermelde voordelen heeft het gebruik van één kiemig zaad en de praktijk geen grote opgang gemaakt. In 1958 werd n.l. slechts V5 van de opp. suikerbieten met éénkiemig zaad ingezaaid. De redenen hiervoor zijn de volgende: 1. Onzekerheid betreffende de kwali teit van het zaaizaad, speciaal wat be treft de kiemkracht en de kiemenergie. 2. Gevaren veroorzaakt door bodem en klimaat (verslempen van de grond; korstvorming; verdrogen, onkruid; ver stuiven). 3. Ongunstige landbouwkundige maat regelen (op onjuiste tijd ploegen; on gunstig zaaibed; slecht onderbrengen door W. Schippers I Kort na de dood van de oude Wulfert Jjnberg, kreeg de weduwe bezoek van een oude vriendin, die haar ook tijdens het leven van haar man meermalen be zocht had. Het was juffrouw Dalmer, hij wie Wulferts moeder, vóór haar hu welijk, zo lang had gewoond. Jufrouw Dalmer was enige maanden teleden ook weduwe geworden, en daar 13 geen kinderen had en niet onbemid- fild was, kwam ze tot Nellie Rijnberg pet het voorstel, om samen te gaan wo- pn. [De weduwe Rijnberg was daartoe ■Qraiddellijk bereid en er werd besloten 1 haar huisje te blijven wonen. I Wulfert stond spoedig op goede voet ipet met de nieuwe huisgenote, haar "tewarte kater en de altijd zingende lanarievogel. 1 Later kwam er nog een huisgenoot bij iamelijk een notarisklerk, die op her- faald en dringend verzoek van de no- jna als kostganger het kleine hoekka- pertje in bezit nam. Op die wijze kreeg de weduwe Rijn berg een druk leven, doch ze gevoelde zich gezond en krachtig en was gaarne van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat in de weer. Voortdurend stond haar immers voor ogen het geestelijk en stof felijk belang van haar onnozele jongen en daarvoor had ze alles over. HOOFDSTUK IIL De enige dochter van Klavervier. Het was dan op de mooie meimiddag, waarmede we ons verhaal begonnen, dat we de weduwe Rijnberg aantreffen in de nette woonkamer van het voor malige doodgravershuisje, dat bij de mensen op het dorp nog steeds zo werd genoemd, al lag de laatste doodgraver uit het oude geslacht der Rijnbergs reeds enige jaren onder de groene zo den Vlak vóór het raam stond een tame lijk grote eikenhouten tafel, en aan de ene kant daarvan zat de weduwe Rijn berg, tegenover haar juffrouw Dalmer, terwijl de tafel bedekt was met naai werk, waaraan beide vrouwen ijverig bezig waren. Nellie Rijnberg was, in weerwil van alle beproevingen, nog een knappe vrouw te noemen. Door haar donkere haar liep nog geen enkel zilver draad je en het bleek, dat haar blik, als ze de ogen opsloeg, nog niets van zijn kalme helderheid had verloren. Aan juffrouw Dalmer was het daar- Het provinciale wegenplan voor Goeree-Overflakkee, dat voor de eerstvolgen de acht jaren is ontwikkeld en hetwelk voorziet in grote verkeerswegen, die aansluiting zullen geven op de dammen door het Haringvliet, het Krammer en het Volkerak en op de brug over het Haringvliet, is al zodra er iets omtrent bekend werd in landbouwkringen op het eiland met ongerustheid begroet. Men begrijpt, dat voor deze wegen kostbare en vruchtbare landbouwgrond zal moeten worden afgestaan. Thans is Oude Tonge wel het centrum van deze ongerustheid, nadat bekend geworden is, dat een plan voor deze omgeving op het gemeentehuis ter visie ligt. Dit plan betreft thans nog in hoofdzaak de gronden, die nodig zullen zijn om er de weg over te leggen, die op de dam naar Schouwen aansluit en die in deandere richting van Oude Tonge naar Achthuizen en vandaar naar de toekomstige zesbaans rijweg en naar het ver- keerscentrum in het Hellegat gaat. Het gerucht ging, dat voor deze weg een strook van tweehonderd meter bieedte onteigend zal worden. Waaruit de conclusie getrokken werd, dat het een weg zou worden die ook 20O meter breed zou zijn. Zo erg is het gelukkig! niet en zo'n breedte is ook wel heel! onwaarschijnlijk, omdat die praktisch nergens ter wereld hoogstens ini Amerika voorkom.t. Voor de weg zal men een breedte van vijftig meter no dig hebben, inclusief banen voor lang zaam verkeer en de bermen, maar er zijn voorschriften in het plan opgeno men, die er in voorzien dat op stroken van 75 meter ter weerszijden van de dus vijftig meter brede weg geen' nieuwbouw e.d. zal plaats vinden. Boer-' derijen, die er staan kunnen rustig blij ven en behoeven niet verwaarloosd te worden. Offers De nieuwe wegen zullen nochtans wel flinke offers van de grondeigenaren en grondgebruikers in de omgeving van Oude Tonge vragen. Die vijftig meter, breedte heeft men in elk geval nodig-, en omdat de weg, vanaf de Grevelin gendam, ten westen van Oude Tonge langs gaat om met een bocht naar de richting van buurtschap Achthuizen voorlopig echter aansluitend op de To- nisseweg (waar een geheel nieuwe en brede Provinciale weg komt) van Nieu we naar Oude Tonge te leiden, zul len een aantal percelen schuinsweg doorsneden worden. Dit betekent in feite versnippering van landbouwgrond en burgemeester W. v. d. Harst vertelde ons, dat dit voor de gebruikers de con sequentie inhoudt, dat zij slechts langs flinke omweg van hun ene naar hun andere perceel kunnen komen, dit voor al omdat de grote verkeersweg niet zal mogen worden overgestoken door langzaam verkeer (landbouwtransport) en slechts op bepaalde plaatsen krui singen, waarschijnlijk op verschillend niveau, zullen worden aangebracht. Om een voorbeeld te noemen. Zo worden de landerijen van de heer J. A. Buijs aan de Oudelandsedijk (wiens boerderij is gelegen in de polder tussen de hoek van St. Jacob en de gemeente Oude Tonge) door de nieuwe weg mid den doorsneden. Om dit op te lossen zullen de landbouwers onderling moge lijk tot een ruilverkaveling moeten ko men! Bebouwingsvoorsehriften Voor Oude Tonge is nu, in aanslui ting op het wederopbouwplan en het bestaande uitbreidingsplan voor het overige gebied der gemeente door „Stad en Land" in overleg met de Rijkswa terstaat een plan in hoofdzaak opge steld. De bepalingen van dit plan, dat de bestaande toestand vrijwel op de voet volgt, zijn zodanig, dat in het lan delijke gebied het bouwen van wonin gen alleen mogelijk is, wanneer de te bouwen woning behoort bij een bedrijf van tenminste 5 ha. Voor kleinere be drijven is er gelegenheid tot vestiging in de Molenpolder en in deze categorie zijn ook de bestaande landarbeiderswo ningen van de Langeweg opgenomen. Percelen langs de Molenstraat en een gedeelte van de Molenweg zijn bestemd voor volkstuinen. De daarop aanwezige bebouwing is zeer slecht en ongelukkig gesitueerd, zodat door de gemeente reeds een aanvang is gemaakt met aan koop en afbraak. Ten oosten van de bebouwde kom is een gebied bestemd voor dorpsuitbreiding, voor alleen klei ne gebouwtjes voor agrarische doelein den. Langs de haven en op het terrein van de voormalige gasfabriek is gele genheid voor vestiging van agrarische handelsbedrijven. Door de aanleg van een nieuwe dijk met een keersluis in de haven is een gebied binnendijk» komen te liggen. Het ligt in de bedoeling dit gebied te bebossen en daarin een zwembad aan te leggen. Op de als berm en groen strook bestemde gronden mag geen nieuwe bebouwing worden opgericht. In dit plan is ook opgenomen de weg. BELASTINGCONSULENT Voorstraat 18 Sommelsdijk Telefoon 01870-2737 Geen verzekeringen die aftakt van de Volkerakdam en via Goeree-Overflakkee een verbinding geeft met Schouwen en Duiveland en het gebied ten zuiden daarvan. Dit is dan de vorengenoemde strook van vijf tig meter met naar weerszijden een rooilijnafstand van honderd meter uit het hart van de weg. Hierop mag de bestaande bebouwing gedeeltelijk wor den vernieuwd, veranderd of uitge breid, mits de aard van de gebouwen niet wordt gewijzigd, de bestaande af wijkingen niet worden vergroot en rooilijnbepalingen in acht worden geno men, terwijl algehele- vernieuwing uit sluitend is toegestaan wanneer het be treft het teniet gaan van gebouwen door een calamiteit. van het zaaizaad; onvoldoende verple ging). 4. Vooroordelen en onvoldoende er varing (niet op de hoogte zijn van ge bruik en voordelen; afwijkend opkomst-, beeld van éénkiemig zaad; verkeerde- voorlichting; gebrek aan ervaring met- bietenteelt bij jonge telers). 5. Afwezigheid van de noodzaakde voordelen uit te buiten (voldoende ar beidskrachten aanwezig; kleine bedrij ven of geringe oppervlakte). Geen van bovengenoemde redenen geeft echter een bevredigende verkla ring van de grote verschillen tussen de verschillende gebieden wat betreft het gebruik van éénkiemig zaad. In alle ge bieden waren bedrijven, die hun totale oppervlakte bieten inzaaien met één kiemig zaad. Op gronden, die last hebben van ver- slemping en korstvorming bleek inder daad minder gebruik te worden ge maakt van éénkiemig zaad. Er waren echter ook bedrijven op dergelijke gron den die uitsluitend éénkiemig zaad ge bruikten. De manier van grondbewer- king speelt hierbij echter een grote rol. Ploegen in de herfst en in het voorjaar ondiep bewerken is op deze gronden aan te bevelen. In het algemeen gebruikte men op zwaardere gronden wat meer zaaizaad dan op lichtere (9-12 kg/ha zaaizaad is normaal). Uit de enquête bleek ook dat (behalve door bodem en klimaat) invloed wordt uitgeoefend door de suikerfabriek bin nen welker invloedssfeer de betreffende streek ligt. De ervaringen en meningen van land bouwers, die reeds jarenlang met suc ces éénkiemig zaad gebruiken, Imden als volgt: 1. Zaaizaad; als knelpunt van de ver dere ontwikkeling wordt genoemd, de kwaliteit van het zaaizaad. Ervaringen met een slechte kwaliteit vergeet men niet licht. Daarom dient men zekerheid te hebben, dat het zaad een goede kiem kracht en kiemenergie heeft (zoveel mo gelijk constant). 2. Bodem en klimaat; landbouwkun dige maatregelen; talrijke telers hebben ook onder ongunstige omstandigheden, vooropgesteld dat het zaaizaad goed was V gunstige resultaten bereikt. Belangrijk is, dat een goede watervoorziening niet verstoord wordt door een diepe grond- bèwerking in het voorjaar. De grond moet er in het voorjaar vlak bij liggen en moet zo weinig mogelijk en zeer on diep worden bewerkt. Dit geldt met na me voor droogte gevoelige gronden. Verkorsting van de. grond kan men zo veel mogelijk verhinderen door niet te rollen en door bekalking. Mocht er toch verkorsting optreden dan kan men pro beren de korst te breken met de cam- bridgerol en (of) door licht te eggen. 3. Aard van de boer: vooroordelen moeten worden overwonnen; éénkie mig zaad vertoont bij oplcomst een voor beginnelingen alarmerend beeld (min der spectaculair) en uiteraard moet men hier tegen kunnen. Kenmerkend is in dit verband de uitspraak van een boer in een zeer ongunstig gebied, die een gedeelte van zijn bietenland be zaait met éénkiemig zaad: „Ieder jaar weer zweerde hij de opkomst van de bieten geen éénkiemig zaad weer uit te zaaien; 4 weken later spijt het me ech ter steeds weer, dat ik niet de gehele oppervlakte ermee heb ingezaaid." Hoewel bovenbeschreven Duitse er varingen met het éénkiemig bietenzaad zullen verschillen met die in ons land, kan het geen kwaad van deze ervaring kennis te nemen en met de onze te ver gelijken. Misschien dat meerdere onzer lezers, behoefte gevoelen, hun ervaringen met het éénkiemig zaad aan ons mee te de len. Men is hier in het algemeen bang, dat de eenlingplantjes moeilijk door de ietwat verkorste grond heen kunnen breken, en dat daardoor een onregel matige en te dunne opkomst der plan tjes wordt verkregen. In Ooltgensplaat zijn de kiezers goed opgekomen, hiermede kunnen wij be ginnen. Bij een bijna even groot aantal kiesgerechtigden zijn er donderdag 100 kiezers meer opgekomen dan bij de Statenverkiezing in 1958. Dit heeft dan ook zijn invloed op het geheel van da uitslag. De P.v.d.A. heeft zich (ondanks dat men anders had verwacht) als eer ste in de rij best weten te handhaven. Men kreeg 48 stemmen meer dan in 1958 bij de Staten. Ten opzichte van ds Kamer verkiezing in 1956 ging men 2-2 stemmen achteruit. Toen behaalde deze partij 502 stemmen en nu 480 stemmen. In 1956 werden evenwel veel stemmen uitgebracht door mensen die toen bij de Waterstaat werkten. De K.V.P. bleef de zelfde. De A.R. ging vergeleken bij 1958 met 24 stemmen vooruit en be haalde nu 263 stemmen. Ten opzichte van de Tweede Kamer in 1S56 ging deze partij 8 stemmen achteruit. Met de grootste winste ging de V.V.D. strijken. Nu 128 stemmen; in 1958 91 stemmen en in 1956 71 stemmen. Deze vooruit gang is ten koste van de C.H.U. ge gaan. Deze partij behaalde nu 214 stem men en in 1958 bij de Staten verkie- ging was dit 247 en in 1956 bij de Ka mer 253 stemmen een teruggang dus van resp. 33 en 39 stemmen.' De S.G.P. boekte ook enige winst. Er werden nu 263 stemmen op deze partij uitgebracht en in 1958 247 stemmen en in 1956 240 stemmen. Een winst dus van resp. 16 en 23 stemmen. De P.S.P., de Boerenpartij, de C.P.N, behaalden in deze gemeente bijna geen stemmen. De P.S.P. (Pac. Soc. Partij.) heeft evenwel in Ooltgensplaat nog veel reclame ge maakt met strooibiljetten en aanplak- afiches. Het leverde evenwel maar 8 stemmen op. Vermoedelijk zijn hierbij nog 4 stemmen bij van de C.P.N, die nu maar 4 stemmen behaalde en in 1958 8 en in 1956 ook 8 stemmen. De rechtse partijen hebben zich ten aanzien van voorheen kunnen handha ven, maar het aantal meerdere mtge- brachte stemmen is naar links gegaan. Vier rapporten van de Commissie Ziekenhuisvraagstukken. De in 1954 ingestelde (ministeriële) Commissie Ziekenhuisvraagstukken heeft in de loop der jaren een viertal rapporten samengesteld over: de noodzaak van samenwerking tus sen de ziekenh-uizen onderling, en de terreinen waarop deze samenwerking vruchtdragend kan zijn; de vorm, welke deze samenwerking zou kunnen aannemen; de vorm en de noodzaak van de con tactuele samenwerking tussen zieken huizen en ziekenfondsen; de factoren van de kostprijs van het ziekenhuis, welke in deze contracten betrokken moeten worden. De drie eerstgenoemde rapporten zijn reeds gepubliceerd in de vaktijd schriften. Thans zijn de vier rapporten gebundeld onder de titel „Samenwer king van Ziekenhuizen, onderling en met ziekenfondsen". Evenals dit het ge val was met het in 1957 verschenen rapport „Open en Gesloten ziekenhui zen" heeft de publikatie de bedoeling de aandacht op de behandelde proble men te vestigen van allen, die bij het ziekenhuiswezen in ruime zin zijn be trokken. „Samenwerking van Ziekenhuizen" is verkrijgbaar bij het Staatsdrukkerij en Uitgeverrijbedrijf en bij de boek handel (35 pagina's, prijs 1.20). Op de pluimveemarkt van vrijdag 13 maart 1959 werden aangevoerd 5000 kippen. Kippen (witte) 1.80—1.90 per kg le vend gewicht; kippen (gekleurd) f 1.75 1.85 per kg. levend gewicht; tamme konijnen 4.10.per stuk. Ruim aanbod van kippen met leven dige handel en de prijzen als vorige week. entegen zeer goed merkbaar, dat ze te gen de zestig liep. Haar vroeger donker bruin haar was sterk met grijs gemengd en haar gestalte zodanig in omvang toe genomen, dat ze het raadzaam achtte een streng dieet te houden en zoveel mogelijk in beweging te blijven. Daar om had ze er beslist op gestaan, alle huiswerk zelf te verrichten. „Wat is het hier toch heerlijk. Nel", sprak juffrouw Dalmer, die er in haar zwarte jopan met het hagelwitte kraag je zo keurig uitzag. „Wil je wel geloven," ging ze voort, „dat het altijd mijn ideaal geweest is, om op het platteland mijn leven te slij ten, terwijl mijn man daarentegen reeds heimwee naar de stad gevoelde, als hij er één dag uit was. De opmerkzaamheid van de huis vrouw werd in dit ogenblik afgeleid. Vóór het ijzeren poortje stond een als heer geklede, krachtig gebouwde jonk man, en met welgevallen nam hij het aardige huisje met kennersblik op. „Ik denk niet, dat hij hier moet zijn", meende de weduwe Rijnberg, „er blij ven wel eens meer vreemdelingen naar ons huisje staan kijken." Doch reeds ging het poortje open en de jonge man kwam over het smalle grintpad regelrecht op de deur aanstap- pen. Nu bemerkte hij de beide vrouwen voor het open raam en achter de hagel- jvitte gordijntjes. Hij nam de bruine vilthoed van het kortgeknipte blonde haar en vroeg: „Ben ik hier bij de weduwe Rijnberg terecht?" „Jawel mijnheer," antwoordde deze, „komt U binnen." Een ogenblik later zat de vreemde ling in de zogenaamde paskamer tegen over juffrouw Rijnberg. „Laat ik U eerst meedelen, wie ik ben, juffrouw," zo begon hij. „Mijn naam is Albert van Limmen en van be roep ben ik bouwkundig opzichter. „En nu het doel van mijn komst. „Voor het aanleggen van een nieuwe spoorlijn hier in de onmiddellijke om geving van dit dorp, moet ik hier enige tijd wonen en nu kwam ik vragen, of U mij onderdak zou willen verschaf fen". Juffrouw Rijnberg had wel oren naar het verzoek van de jonge man, doch ze wilde het voorzichtig aanleggen. „Mag ik U vragen, mijnheer," sprak ze, „of U mogelijk familie of bekenden hier op het dorp hebt, die U naar mij hebben verwezen?" „Neen juffrouw, ik ken hier niemand en ben volkomen vreemd, doch ik volg de de meest gemakkelijke weg om op een dorp inlichtingen te bekomen, na melijk door in de herberg op informa tie uit te gaan. In De IJzeren Ruiter viel het mij niet moeilijk. De waardin bleek in een zeer praatlustige stem ming." Juffrouw Rijnberg knikte glimlachend en sprak: „Nu dan zult U over de bewoners van het doodgravershuisje geen verdere op heldering nodig hebben, veronderstel ik. U weet natuurlijk in geuren en kleuren wie de naaister wie de dikke Dalmer en wie gekke Wulfert zijn. „Maar terzake, ik heb een klein hoek- kamertje beschikbaar, indien U daar mede tevreden bentWil ik het U even laten zien?" Eenvoudig maar smaakvol was het kamertje gemeubileerd, en nauwelijks had Albert van Limmen er even inge keken, of zijn besluit was genomen. „Precies wat ik hebben moet," sprak hij opgetogen, „een flinke kast voor mijn tekeningen, een gemakkelijke tafel om te werken en een heerlijk plekje om in mijn vrije uren een boek te lezen en een sigaar te roken. Laat mij maar ge lijk een maand vooruit betalen, juf frouw," voegde hij er in één adem bij. „Hoeveel geld krijgt U van mij?" De weduwe Rijnberg moest lachen om de haast, waarmede de jonge man deze zaak wilde afhandelen, doch hoe het zij, spoedig was de zaak beklonken. De heer van Limmen betaalde en met een „Nu tot aanstaande maandag," wil de hij vertrekken. Op aandringen van de weduwe zou hij echter eerst nog even mee thee drinken in de huiska mer. „Laat ik U even zeggen, mijnheer van Limmen, dat mijn zoon spraakgebrek- kig is, mogelijk zou U iets tot hem zeg gen en hij U niet kunnen antwoorden. Het best zal hij op zijn gemak zijn, als U net doet, of hij er niet is; later mis schien, als hij aan U gewend is, zal hij wel trachten, zich verstaanbaar te ma ken." Thans duurder het niet lang meer, of de opzichter zat gezellig te praten met tante Dalmer en de weduwe. Juist had de opzichter zijn geurige kop thee met smaak gedronken en ver telde hij van de verandering, die de streek zou ondergaan, als straks de nieuwe spoorlijn dwars door de velden zou worden aangelegd, en het station de- boeren in de omtrek in de gelegen heid zou stellen, hun goederen en pro- dukten veel gemakkelijker te verzen den dan thans, toen weer het ijzeren poortje in de heg langs de rijweg open ging en vlugge, lichte voetstappen klon ken op het harde grintpad. „Ha" riep tante Dalmer, ,daar is Ma rie Groskamp van Klavervier", en Al bert van Limmen herkende in die slan ke gestalte het meisje, dat hij een paar uur geleden zag staan bij de poort van de boerenhoeve in de polder, en dat hij deed schrikken door het vervolg op haar liedje te zingen. „Juffrouw Dalmer, U zorgt wel, dat mijnheer nog 'n kopje thee krijgt, niet waar, ik moet even een mijner beste klanten helpen." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5