HAriDEn-niEuws
Aansluitende weg op Grevelingendam
ekt goede bouwgrond
LAV E RVI ER
Rijksweg zal te Oude Tonge percelen
bouwland schuin doorsnijden
ERM
Nog witter.I
stralend wit.
i
kleuren porireiten
Ervaringen met
één-kiemig
suikerbietenzaad
Boeren in Oost-FJakkee verontrust
blad
Vrijdag 20 niBart 1959
No. 2780
JITHEÏ I
Thans ook
P. VAN DEN OUDEN
KLAAR VOOR BABY'S
ONTVANGST MET EEN
BABYSET
Commentaar
op de verkiezing van
Oollgensplaat
Samenwerking van
ziekenhuizen onderling en
mei ziekenfondsen
Pluimveemarkt
Verkiezingsnabetrachtinff Het
gaat zo niet goed De achter
grond van alles.
I Het is dan weer voorbijwij hebben
'nze stem uitgebracht. Het moeilijkste
|omt nu nog, er moet een regering ge-
örmd worden die met de volkswil die
it de verkiezingen blijkt, overeen-
ïemt. Zo wil het de parlementaire de
mocratie en zo gaat het onder een con-
ïtitutionele monarchie. Helemaal bevre
Igen kan mij deze werkwijze niet.
Jaar ook Calvijn was een voorstander
fen gematigde volksinvloed om tyran-
lie van de vorst te beteugelen. Al ver-
ïngt ge wel eens naar een man die de
Hngen met forse hand recht zet, toch
Eerden Duitsland, Italië en Spanje wel
fat daaraan vast kan zitten. De vorst
er om het volk en niet het volk om
Ie vorst.
jEn waarmede zal de jongeling zijn
lad nu zuiver houden? Als hij het
loudt naar Uw Woord. Zo spreekt
Isalm 119.
1 Dat men in de praktische politiek
[aar ernstig naar streeft, zou ik niet
lürven zeggen. Ook de protestant-chris-
flijke partijen die mede in de regering
Etten treden maar al te slap op.
jMaar wat staar ik op Kamers en Re-
lering? Men lette maar eens op het
lerval in de leer in de kerken, op de
uimere opvatting van kerkgang en
bndagsheiliging, men zie zijn christe-
Ijk dagblad in. Ik wil er niet veel van
pggen, ik heb geen behoefte aan af-
iraak. Maar er verandert onder de
bensen veel en de krant Is al mede
én invloed.
I Wat te denken van een 24 regels tel-
pnd „woord voor vandaag" in een
hrist. dagblad uit Rotterdam, waar ik
les: „Soms kunnen wij het lijden van
lod verlichten door een klein gedeelte
lan dat lijden voor Hem te dragen?"
lier is de schrijver alle band aan het
pord en de Nederlandse Geloofsbelij-
ènis toch zeker verloren? Dit is' een
taptoom van wat er in de geesten
poelt. Ik werk dit niet nader uit, maar
Èt spreekt boekdelen. Voeg er bij de
|centies over toneel en beschouwingen
ver het „dansvraagstuk" en ge vraagt
^aar het toch met ons gereformeerd
bik heen gaat Juist omdat men zo be-
Bnt te dolen rijzen er overal „proble
men". Wij maken die zelf.
[Dan gedacht aan de ontstellende aan
dien van hen, die met alle godsdienst
febben afgedaan, die althans tot geen
Jikele kerk willen gerekend worden.
tan volkstelling tot volkstelling stijgen
pze cijfers. Let voorts eens op de vele
Inge mensen die hun opvoeding ver-
Bochenen en de kerk vaaiwel zeggen;
Dt hen spreekt ook de christelijke po-
liek niet meer, zij vliegen er zeker
pet voor door het vuur. Over dit ver-
es weet menig vader en moeder te
breken.
|Het goede boek en de rustige sfeer
de avond rond de huistafel gezeten,
al lang bij de meesten geweken voor
|at radio en televisie ons weten op te
ïssen. En wat is het? Bij de radio QSVo
|ffe kost en de televisie 95% „wereld",
dat gaat nu zondag en in de week
bor. De uitvindingen zijn groots maar
l gebruiken er van volstrekt verkeerd.
jTen laatste want waar moet men
pginnen en waar eindigen schijnt
emigratie vooral de gereformeerde
eden aan te trekken, zij zijn onder
vertrekkenden goed vertegenwoor-
!d. Het pleit voor hun ondernemings-
foed, maar wij moeten hen in ons land
weer missen bij de verkiezingen.
f-Ziedaar wat alzo stof tot peinzen
eeft. De hierboven aangestipte gees-
Esgesteldheid en verschijnselen uiten
Ich ook in het resultaat der verkiezin-
>n. Er werken ook factoren in die aan
[e tijd eigen zijn, zo b.v. de grote ver
achtingen van sociale wetten. Wij zijn
de ban van de materie, en er woelt
de Partij van de Arbeid een revolu-
lonnaire geest. De verkiezingen zijn
pns een beetje overvallen, ,er was niet
eel vuur bij en ik vrees dat er een on-
^rschillige geest onder ons protestantse
pik gaat heersen. De roomsen kwamen
rij wel ongehavend uit de strijd en de
laatkundig gereformeerden schonken
|eer hun vertrouwen aan de vergrijsde
Zandt, die weer met zijn beide se-
pndanten zitting neemt. Antirev. en
hrist. Historischen verloren elk een
fetel. Heeft men bij de A.R. niet al te
Igoureus Kamerleden van 65 jaar er
uit gezet? De oudere kiezers zijn ge
hecht aan de hun bekende mannen. De
Kamer is toch geen fabriek waar de
vakbeweging de 65 jarigen laat af
zwaaien?
- Nu een paar cijfers. Over de vier
protest, partijen; Kamerverkiezingen
van 1952, 1956 en 1959. Dan kunt U zelf
vergelijken. Het zijn percentages van
de uitgebrachte geldige stemmen.
1952 1956 1958
Ant. Rev.
Christ. Hist.
Staatk. Geref.
Geref. Pol. Verb.
Totaal
11.3
8.9
2.4
0.7
9.9
8.4
2.3
0.6
9.39
8.10
2.16
0.67
23.3 21.2 20.32
Voor 1952 en 1956 zijn het officiële
cijfers van de Rijksstatistiek.
Het Geref. Pol. Verbond, die eerst
met „de hakken over de sloot" haar
(enige) zetel verkreeg, kwam deze door
een mistelling weer te verliezen en
moest deze aan de P.v.d.A. afstaan. Een
grote teleurstelling voor die kleine par
tij.
Moge onder alles het landsbelang niet
lijden onder de manipulaties die thans
in de politieke arena meest achter ge
sloten deuren worden uitgevoerd.
Waarnemer.
Fotohandel J. Zandsira
Sommelsdijk
In Duitsland werd een uitvoerig on
derzoek ingesteld naar het gebruik van
éénkiemig zaad bij de suikerbietenteelt
en naar de voor- en nadelen hiervan,
teneinde de vraag te kunnen beant
woorden, of een groter gebruik hiervan
gerechtvaardigd en mogelijk is. Voor
dit doel werden talrijke telers bezocht
benevens suikerfabrieken, voorlich
tingsdiensten en landbouwscholen. Nor
maal suikerbietenzaad bevat 1,8-2 za
den per kluwen (gemiddeld); gesegmen
teerd zaad 1,2-1,3; gecalibreerd zaad 1,5;
bij polyploïde rassen is dit aantal 1,5.
Erfelijk éénkiemig zaad is in Duitsland
nog niet in de handel. De voordelen bij
gebruik van éénkiemig zaad zijn:
1. Arbeidsbesparing bij het op één
zetten van 20-35O/O.
2. Een langere periode voor op één
zetten (normaal 8-10 dagen; thans 15-20
dagen).
3. Geen groeistoring bij het uitdun
nen (bij de normale methode lijden de
plantjes bij het op één zetten veel
meer).
4. Het uitdunnen kan veel gemakke
lijker geschieden (b.v. met de lange
hak) Al deze voordelen heeft men ook
bij gebruik van de gewone zaaimachine.
Door speciale zaaimechanismen kan
men nog meer arbeidsbesparing berei
ken, maar dat blijft hier buiten be
schouwing. Ondanks de bovenvermelde
voordelen heeft het gebruik van één
kiemig zaad en de praktijk geen grote
opgang gemaakt.
In 1958 werd n.l. slechts V5 van de
opp. suikerbieten met éénkiemig zaad
ingezaaid. De redenen hiervoor zijn de
volgende:
1. Onzekerheid betreffende de kwali
teit van het zaaizaad, speciaal wat be
treft de kiemkracht en de kiemenergie.
2. Gevaren veroorzaakt door bodem
en klimaat (verslempen van de grond;
korstvorming; verdrogen, onkruid; ver
stuiven).
3. Ongunstige landbouwkundige maat
regelen (op onjuiste tijd ploegen; on
gunstig zaaibed; slecht onderbrengen
door W. Schippers
I Kort na de dood van de oude Wulfert
Jjnberg, kreeg de weduwe bezoek van
een oude vriendin, die haar ook tijdens
het leven van haar man meermalen be
zocht had. Het was juffrouw Dalmer,
hij wie Wulferts moeder, vóór haar hu
welijk, zo lang had gewoond.
Jufrouw Dalmer was enige maanden
teleden ook weduwe geworden, en daar
13 geen kinderen had en niet onbemid-
fild was, kwam ze tot Nellie Rijnberg
pet het voorstel, om samen te gaan wo-
pn.
[De weduwe Rijnberg was daartoe
■Qraiddellijk bereid en er werd besloten
1 haar huisje te blijven wonen.
I Wulfert stond spoedig op goede voet
ipet met de nieuwe huisgenote, haar
"tewarte kater en de altijd zingende
lanarievogel.
1 Later kwam er nog een huisgenoot bij
iamelijk een notarisklerk, die op her-
faald en dringend verzoek van de no-
jna als kostganger het kleine hoekka-
pertje in bezit nam.
Op die wijze kreeg de weduwe Rijn
berg een druk leven, doch ze gevoelde
zich gezond en krachtig en was gaarne
van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat
in de weer. Voortdurend stond haar
immers voor ogen het geestelijk en stof
felijk belang van haar onnozele jongen
en daarvoor had ze alles over.
HOOFDSTUK IIL
De enige dochter van Klavervier.
Het was dan op de mooie meimiddag,
waarmede we ons verhaal begonnen,
dat we de weduwe Rijnberg aantreffen
in de nette woonkamer van het voor
malige doodgravershuisje, dat bij de
mensen op het dorp nog steeds zo werd
genoemd, al lag de laatste doodgraver
uit het oude geslacht der Rijnbergs
reeds enige jaren onder de groene zo
den
Vlak vóór het raam stond een tame
lijk grote eikenhouten tafel, en aan de
ene kant daarvan zat de weduwe Rijn
berg, tegenover haar juffrouw Dalmer,
terwijl de tafel bedekt was met naai
werk, waaraan beide vrouwen ijverig
bezig waren.
Nellie Rijnberg was, in weerwil van
alle beproevingen, nog een knappe
vrouw te noemen. Door haar donkere
haar liep nog geen enkel zilver draad je
en het bleek, dat haar blik, als ze de
ogen opsloeg, nog niets van zijn kalme
helderheid had verloren.
Aan juffrouw Dalmer was het daar-
Het provinciale wegenplan voor Goeree-Overflakkee, dat voor de eerstvolgen
de acht jaren is ontwikkeld en hetwelk voorziet in grote verkeerswegen, die
aansluiting zullen geven op de dammen door het Haringvliet, het Krammer en
het Volkerak en op de brug over het Haringvliet, is al zodra er iets omtrent
bekend werd in landbouwkringen op het eiland met ongerustheid begroet.
Men begrijpt, dat voor deze wegen kostbare en vruchtbare landbouwgrond zal
moeten worden afgestaan. Thans is Oude Tonge wel het centrum van deze
ongerustheid, nadat bekend geworden is, dat een plan voor deze omgeving
op het gemeentehuis ter visie ligt. Dit plan betreft thans nog in hoofdzaak de
gronden, die nodig zullen zijn om er de weg over te leggen, die op de dam
naar Schouwen aansluit en die in deandere richting van Oude Tonge naar
Achthuizen en vandaar naar de toekomstige zesbaans rijweg en naar het ver-
keerscentrum in het Hellegat gaat.
Het gerucht ging, dat voor deze weg
een strook van tweehonderd meter
bieedte onteigend zal worden. Waaruit
de conclusie getrokken werd, dat het
een weg zou worden die ook 20O meter
breed zou zijn. Zo erg is het gelukkig!
niet en zo'n breedte is ook wel heel!
onwaarschijnlijk, omdat die praktisch
nergens ter wereld hoogstens ini
Amerika voorkom.t. Voor de weg zal
men een breedte van vijftig meter no
dig hebben, inclusief banen voor lang
zaam verkeer en de bermen, maar er
zijn voorschriften in het plan opgeno
men, die er in voorzien dat op stroken
van 75 meter ter weerszijden van de
dus vijftig meter brede weg geen'
nieuwbouw e.d. zal plaats vinden. Boer-'
derijen, die er staan kunnen rustig blij
ven en behoeven niet verwaarloosd te
worden.
Offers
De nieuwe wegen zullen nochtans wel
flinke offers van de grondeigenaren en
grondgebruikers in de omgeving van
Oude Tonge vragen. Die vijftig meter,
breedte heeft men in elk geval nodig-,
en omdat de weg, vanaf de Grevelin
gendam, ten westen van Oude Tonge
langs gaat om met een bocht naar de
richting van buurtschap Achthuizen
voorlopig echter aansluitend op de To-
nisseweg (waar een geheel nieuwe en
brede Provinciale weg komt) van Nieu
we naar Oude Tonge te leiden, zul
len een aantal percelen schuinsweg
doorsneden worden. Dit betekent in
feite versnippering van landbouwgrond
en burgemeester W. v. d. Harst vertelde
ons, dat dit voor de gebruikers de con
sequentie inhoudt, dat zij slechts langs
flinke omweg van hun ene naar hun
andere perceel kunnen komen, dit voor
al omdat de grote verkeersweg niet
zal mogen worden overgestoken door
langzaam verkeer (landbouwtransport)
en slechts op bepaalde plaatsen krui
singen, waarschijnlijk op verschillend
niveau, zullen worden aangebracht.
Om een voorbeeld te noemen. Zo
worden de landerijen van de heer J. A.
Buijs aan de Oudelandsedijk (wiens
boerderij is gelegen in de polder tussen
de hoek van St. Jacob en de gemeente
Oude Tonge) door de nieuwe weg mid
den doorsneden. Om dit op te lossen
zullen de landbouwers onderling moge
lijk tot een ruilverkaveling moeten ko
men!
Bebouwingsvoorsehriften
Voor Oude Tonge is nu, in aanslui
ting op het wederopbouwplan en het
bestaande uitbreidingsplan voor het
overige gebied der gemeente door „Stad
en Land" in overleg met de Rijkswa
terstaat een plan in hoofdzaak opge
steld. De bepalingen van dit plan, dat
de bestaande toestand vrijwel op de
voet volgt, zijn zodanig, dat in het lan
delijke gebied het bouwen van wonin
gen alleen mogelijk is, wanneer de te
bouwen woning behoort bij een bedrijf
van tenminste 5 ha. Voor kleinere be
drijven is er gelegenheid tot vestiging
in de Molenpolder en in deze categorie
zijn ook de bestaande landarbeiderswo
ningen van de Langeweg opgenomen.
Percelen langs de Molenstraat en een
gedeelte van de Molenweg zijn bestemd
voor volkstuinen. De daarop aanwezige
bebouwing is zeer slecht en ongelukkig
gesitueerd, zodat door de gemeente
reeds een aanvang is gemaakt met aan
koop en afbraak. Ten oosten van de
bebouwde kom is een gebied bestemd
voor dorpsuitbreiding, voor alleen klei
ne gebouwtjes voor agrarische doelein
den. Langs de haven en op het terrein
van de voormalige gasfabriek is gele
genheid voor vestiging van agrarische
handelsbedrijven.
Door de aanleg van een nieuwe dijk
met een keersluis in de haven is een
gebied binnendijk» komen te liggen.
Het ligt in de bedoeling dit gebied te
bebossen en daarin een zwembad aan
te leggen. Op de als berm en groen
strook bestemde gronden mag geen
nieuwe bebouwing worden opgericht.
In dit plan is ook opgenomen de weg.
BELASTINGCONSULENT
Voorstraat 18 Sommelsdijk
Telefoon 01870-2737
Geen verzekeringen
die aftakt van de Volkerakdam en via
Goeree-Overflakkee een verbinding
geeft met Schouwen en Duiveland en
het gebied ten zuiden daarvan. Dit is
dan de vorengenoemde strook van vijf
tig meter met naar weerszijden een
rooilijnafstand van honderd meter uit
het hart van de weg. Hierop mag de
bestaande bebouwing gedeeltelijk wor
den vernieuwd, veranderd of uitge
breid, mits de aard van de gebouwen
niet wordt gewijzigd, de bestaande af
wijkingen niet worden vergroot en
rooilijnbepalingen in acht worden geno
men, terwijl algehele- vernieuwing uit
sluitend is toegestaan wanneer het be
treft het teniet gaan van gebouwen
door een calamiteit.
van het zaaizaad; onvoldoende verple
ging).
4. Vooroordelen en onvoldoende er
varing (niet op de hoogte zijn van ge
bruik en voordelen; afwijkend opkomst-,
beeld van éénkiemig zaad; verkeerde-
voorlichting; gebrek aan ervaring met-
bietenteelt bij jonge telers).
5. Afwezigheid van de noodzaakde
voordelen uit te buiten (voldoende ar
beidskrachten aanwezig; kleine bedrij
ven of geringe oppervlakte).
Geen van bovengenoemde redenen
geeft echter een bevredigende verkla
ring van de grote verschillen tussen de
verschillende gebieden wat betreft het
gebruik van éénkiemig zaad. In alle ge
bieden waren bedrijven, die hun totale
oppervlakte bieten inzaaien met één
kiemig zaad.
Op gronden, die last hebben van ver-
slemping en korstvorming bleek inder
daad minder gebruik te worden ge
maakt van éénkiemig zaad. Er waren
echter ook bedrijven op dergelijke gron
den die uitsluitend éénkiemig zaad ge
bruikten. De manier van grondbewer-
king speelt hierbij echter een grote rol.
Ploegen in de herfst en in het voorjaar
ondiep bewerken is op deze gronden
aan te bevelen.
In het algemeen gebruikte men op
zwaardere gronden wat meer zaaizaad
dan op lichtere (9-12 kg/ha zaaizaad is
normaal).
Uit de enquête bleek ook dat (behalve
door bodem en klimaat) invloed wordt
uitgeoefend door de suikerfabriek bin
nen welker invloedssfeer de betreffende
streek ligt.
De ervaringen en meningen van land
bouwers, die reeds jarenlang met suc
ces éénkiemig zaad gebruiken, Imden
als volgt:
1. Zaaizaad; als knelpunt van de ver
dere ontwikkeling wordt genoemd, de
kwaliteit van het zaaizaad. Ervaringen
met een slechte kwaliteit vergeet men
niet licht. Daarom dient men zekerheid
te hebben, dat het zaad een goede kiem
kracht en kiemenergie heeft (zoveel mo
gelijk constant).
2. Bodem en klimaat; landbouwkun
dige maatregelen; talrijke telers hebben
ook onder ongunstige omstandigheden,
vooropgesteld dat het zaaizaad goed was
V gunstige resultaten bereikt. Belangrijk
is, dat een goede watervoorziening niet
verstoord wordt door een diepe grond-
bèwerking in het voorjaar. De grond
moet er in het voorjaar vlak bij liggen
en moet zo weinig mogelijk en zeer on
diep worden bewerkt. Dit geldt met na
me voor droogte gevoelige gronden.
Verkorsting van de. grond kan men zo
veel mogelijk verhinderen door niet te
rollen en door bekalking. Mocht er toch
verkorsting optreden dan kan men pro
beren de korst te breken met de cam-
bridgerol en (of) door licht te eggen.
3. Aard van de boer: vooroordelen
moeten worden overwonnen; éénkie
mig zaad vertoont bij oplcomst een voor
beginnelingen alarmerend beeld (min
der spectaculair) en uiteraard moet
men hier tegen kunnen. Kenmerkend is
in dit verband de uitspraak van een
boer in een zeer ongunstig gebied, die
een gedeelte van zijn bietenland be
zaait met éénkiemig zaad: „Ieder jaar
weer zweerde hij de opkomst van de
bieten geen éénkiemig zaad weer uit te
zaaien; 4 weken later spijt het me ech
ter steeds weer, dat ik niet de gehele
oppervlakte ermee heb ingezaaid."
Hoewel bovenbeschreven Duitse er
varingen met het éénkiemig bietenzaad
zullen verschillen met die in ons land,
kan het geen kwaad van deze ervaring
kennis te nemen en met de onze te ver
gelijken.
Misschien dat meerdere onzer lezers,
behoefte gevoelen, hun ervaringen met
het éénkiemig zaad aan ons mee te de
len. Men is hier in het algemeen bang,
dat de eenlingplantjes moeilijk door de
ietwat verkorste grond heen kunnen
breken, en dat daardoor een onregel
matige en te dunne opkomst der plan
tjes wordt verkregen.
In Ooltgensplaat zijn de kiezers goed
opgekomen, hiermede kunnen wij be
ginnen. Bij een bijna even groot aantal
kiesgerechtigden zijn er donderdag 100
kiezers meer opgekomen dan bij de
Statenverkiezing in 1958. Dit heeft dan
ook zijn invloed op het geheel van da
uitslag. De P.v.d.A. heeft zich (ondanks
dat men anders had verwacht) als eer
ste in de rij best weten te handhaven.
Men kreeg 48 stemmen meer dan in
1958 bij de Staten. Ten opzichte van ds
Kamer verkiezing in 1956 ging men 2-2
stemmen achteruit. Toen behaalde deze
partij 502 stemmen en nu 480 stemmen.
In 1956 werden evenwel veel stemmen
uitgebracht door mensen die toen bij
de Waterstaat werkten. De K.V.P. bleef
de zelfde. De A.R. ging vergeleken bij
1958 met 24 stemmen vooruit en be
haalde nu 263 stemmen. Ten opzichte
van de Tweede Kamer in 1S56 ging deze
partij 8 stemmen achteruit. Met de
grootste winste ging de V.V.D. strijken.
Nu 128 stemmen; in 1958 91 stemmen
en in 1956 71 stemmen. Deze vooruit
gang is ten koste van de C.H.U. ge
gaan. Deze partij behaalde nu 214 stem
men en in 1958 bij de Staten verkie-
ging was dit 247 en in 1956 bij de Ka
mer 253 stemmen een teruggang dus
van resp. 33 en 39 stemmen.'
De S.G.P. boekte ook enige winst. Er
werden nu 263 stemmen op deze partij
uitgebracht en in 1958 247 stemmen en
in 1956 240 stemmen. Een winst dus van
resp. 16 en 23 stemmen. De P.S.P., de
Boerenpartij, de C.P.N, behaalden in
deze gemeente bijna geen stemmen. De
P.S.P. (Pac. Soc. Partij.) heeft evenwel
in Ooltgensplaat nog veel reclame ge
maakt met strooibiljetten en aanplak-
afiches. Het leverde evenwel maar 8
stemmen op. Vermoedelijk zijn hierbij
nog 4 stemmen bij van de C.P.N, die nu
maar 4 stemmen behaalde en in 1958
8 en in 1956 ook 8 stemmen.
De rechtse partijen hebben zich ten
aanzien van voorheen kunnen handha
ven, maar het aantal meerdere mtge-
brachte stemmen is naar links gegaan.
Vier rapporten van de Commissie
Ziekenhuisvraagstukken.
De in 1954 ingestelde (ministeriële)
Commissie Ziekenhuisvraagstukken
heeft in de loop der jaren een viertal
rapporten samengesteld over:
de noodzaak van samenwerking tus
sen de ziekenh-uizen onderling, en de
terreinen waarop deze samenwerking
vruchtdragend kan zijn;
de vorm, welke deze samenwerking
zou kunnen aannemen;
de vorm en de noodzaak van de con
tactuele samenwerking tussen zieken
huizen en ziekenfondsen;
de factoren van de kostprijs van het
ziekenhuis, welke in deze contracten
betrokken moeten worden.
De drie eerstgenoemde rapporten
zijn reeds gepubliceerd in de vaktijd
schriften. Thans zijn de vier rapporten
gebundeld onder de titel „Samenwer
king van Ziekenhuizen, onderling en
met ziekenfondsen". Evenals dit het ge
val was met het in 1957 verschenen
rapport „Open en Gesloten ziekenhui
zen" heeft de publikatie de bedoeling
de aandacht op de behandelde proble
men te vestigen van allen, die bij het
ziekenhuiswezen in ruime zin zijn be
trokken.
„Samenwerking van Ziekenhuizen"
is verkrijgbaar bij het Staatsdrukkerij
en Uitgeverrijbedrijf en bij de boek
handel (35 pagina's, prijs 1.20).
Op de pluimveemarkt van vrijdag 13
maart 1959 werden aangevoerd 5000
kippen.
Kippen (witte) 1.80—1.90 per kg le
vend gewicht; kippen (gekleurd) f 1.75
1.85 per kg. levend gewicht; tamme
konijnen 4.10.per stuk.
Ruim aanbod van kippen met leven
dige handel en de prijzen als vorige
week.
entegen zeer goed merkbaar, dat ze te
gen de zestig liep. Haar vroeger donker
bruin haar was sterk met grijs gemengd
en haar gestalte zodanig in omvang toe
genomen, dat ze het raadzaam achtte
een streng dieet te houden en zoveel
mogelijk in beweging te blijven. Daar
om had ze er beslist op gestaan, alle
huiswerk zelf te verrichten.
„Wat is het hier toch heerlijk. Nel",
sprak juffrouw Dalmer, die er in haar
zwarte jopan met het hagelwitte kraag
je zo keurig uitzag.
„Wil je wel geloven," ging ze voort,
„dat het altijd mijn ideaal geweest is,
om op het platteland mijn leven te slij
ten, terwijl mijn man daarentegen reeds
heimwee naar de stad gevoelde, als hij
er één dag uit was.
De opmerkzaamheid van de huis
vrouw werd in dit ogenblik afgeleid.
Vóór het ijzeren poortje stond een als
heer geklede, krachtig gebouwde jonk
man, en met welgevallen nam hij het
aardige huisje met kennersblik op.
„Ik denk niet, dat hij hier moet zijn",
meende de weduwe Rijnberg, „er blij
ven wel eens meer vreemdelingen naar
ons huisje staan kijken."
Doch reeds ging het poortje open en
de jonge man kwam over het smalle
grintpad regelrecht op de deur aanstap-
pen.
Nu bemerkte hij de beide vrouwen
voor het open raam en achter de hagel-
jvitte gordijntjes. Hij nam de bruine
vilthoed van het kortgeknipte blonde
haar en vroeg:
„Ben ik hier bij de weduwe Rijnberg
terecht?"
„Jawel mijnheer," antwoordde deze,
„komt U binnen."
Een ogenblik later zat de vreemde
ling in de zogenaamde paskamer tegen
over juffrouw Rijnberg.
„Laat ik U eerst meedelen, wie ik
ben, juffrouw," zo begon hij. „Mijn
naam is Albert van Limmen en van be
roep ben ik bouwkundig opzichter.
„En nu het doel van mijn komst.
„Voor het aanleggen van een nieuwe
spoorlijn hier in de onmiddellijke om
geving van dit dorp, moet ik hier enige
tijd wonen en nu kwam ik vragen, of
U mij onderdak zou willen verschaf
fen".
Juffrouw Rijnberg had wel oren naar
het verzoek van de jonge man, doch ze
wilde het voorzichtig aanleggen.
„Mag ik U vragen, mijnheer," sprak
ze, „of U mogelijk familie of bekenden
hier op het dorp hebt, die U naar mij
hebben verwezen?"
„Neen juffrouw, ik ken hier niemand
en ben volkomen vreemd, doch ik volg
de de meest gemakkelijke weg om op
een dorp inlichtingen te bekomen, na
melijk door in de herberg op informa
tie uit te gaan. In De IJzeren Ruiter
viel het mij niet moeilijk. De waardin
bleek in een zeer praatlustige stem
ming."
Juffrouw Rijnberg knikte glimlachend
en sprak:
„Nu dan zult U over de bewoners van
het doodgravershuisje geen verdere op
heldering nodig hebben, veronderstel ik.
U weet natuurlijk in geuren en kleuren
wie de naaister wie de dikke Dalmer en
wie gekke Wulfert zijn.
„Maar terzake, ik heb een klein hoek-
kamertje beschikbaar, indien U daar
mede tevreden bentWil ik het U
even laten zien?"
Eenvoudig maar smaakvol was het
kamertje gemeubileerd, en nauwelijks
had Albert van Limmen er even inge
keken, of zijn besluit was genomen.
„Precies wat ik hebben moet," sprak
hij opgetogen, „een flinke kast voor
mijn tekeningen, een gemakkelijke tafel
om te werken en een heerlijk plekje om
in mijn vrije uren een boek te lezen en
een sigaar te roken. Laat mij maar ge
lijk een maand vooruit betalen, juf
frouw," voegde hij er in één adem bij.
„Hoeveel geld krijgt U van mij?"
De weduwe Rijnberg moest lachen om
de haast, waarmede de jonge man deze
zaak wilde afhandelen, doch hoe het zij,
spoedig was de zaak beklonken.
De heer van Limmen betaalde en met
een „Nu tot aanstaande maandag," wil
de hij vertrekken. Op aandringen van
de weduwe zou hij echter eerst nog
even mee thee drinken in de huiska
mer.
„Laat ik U even zeggen, mijnheer van
Limmen, dat mijn zoon spraakgebrek-
kig is, mogelijk zou U iets tot hem zeg
gen en hij U niet kunnen antwoorden.
Het best zal hij op zijn gemak zijn, als
U net doet, of hij er niet is; later mis
schien, als hij aan U gewend is, zal hij
wel trachten, zich verstaanbaar te ma
ken."
Thans duurder het niet lang meer, of
de opzichter zat gezellig te praten met
tante Dalmer en de weduwe.
Juist had de opzichter zijn geurige
kop thee met smaak gedronken en ver
telde hij van de verandering, die de
streek zou ondergaan, als straks de
nieuwe spoorlijn dwars door de velden
zou worden aangelegd, en het station
de- boeren in de omtrek in de gelegen
heid zou stellen, hun goederen en pro-
dukten veel gemakkelijker te verzen
den dan thans, toen weer het ijzeren
poortje in de heg langs de rijweg open
ging en vlugge, lichte voetstappen klon
ken op het harde grintpad.
„Ha" riep tante Dalmer, ,daar is Ma
rie Groskamp van Klavervier", en Al
bert van Limmen herkende in die slan
ke gestalte het meisje, dat hij een paar
uur geleden zag staan bij de poort van
de boerenhoeve in de polder, en dat hij
deed schrikken door het vervolg op
haar liedje te zingen.
„Juffrouw Dalmer, U zorgt wel, dat
mijnheer nog 'n kopje thee krijgt, niet
waar, ik moet even een mijner beste
klanten helpen." (Wordt vervolgd)