;en!
iiArfDEn-niEuws
len
en
'M. HET
m
19.75
88.''
Drielingen op ons eiland
nt
KLEUREN-PORTRETTEN
7.95 ■lïHET
larnis
<:o0i>
Goede nachtrust
J. ZANDSTRA
SOMMELSDIJK
Aardappeltermijnmarki
Foto's kijken in^hei^paleis ie Tokio
Snelheidslimiet van
80 km/uur in België
Bescherming
Bevolking
juist nu!
iisdill
Vrijdag 9 januari 1958
No. 2760
;en
enz.
ing
BBER
DUBBELE
JRS
door Zenuwrust
NVijnhardt's Zenuwtabletten
wt)
UIT DE KERKEN
P. VAN DEN OUDEN
Brandend ÜSaagzuur
{hoort bij U tot het verleden
blad
if f 4,—
fprijzen
f 25,—
Ive prijs
pnjs
I t
oms]
trek
Het
1)0
RDELIGI
lerk,
besliil
cm. hoos
d, stofvrij et
rtrokken rael
1 persooni,
vèr beneden
en, (B-keus)
weeffoutjes,
inde kleuren,
van 12.90
!ter HU
De Hannekemaaiers Zij kwamen
ook al uit Duitsland De arbei
der in de vorige eeuw De min
dere man.
iofschoon de winter nog in zijn begin
kan iemand bij de kachel wel zomer-
:erpeinzingen houden. De gedachten
__an nog sneller dan de telegraaf, zij
mnspannen in een ondeelbaar ogenblik
«1 de wereld. Nu, voor „heel de we-
,d" hadden wij altijd veel respect,
egerij was er nog niet en reizen en
ttekken was maar enkelen beschoren.
Het ging ook niet zo vlug als thans,
logstgedachten bij de k.achel. Er wa-
Hannekemaaiers gearriveerd. Het
,ren Duitsers, die kwamen maaien,
noemde hen „hannekemaaiers",
afkwam van „Hanneke (of Hansje)
de maaier". Deze mannen waren speci
alisten in het maaien. Zo zag ik hen
in 1908 nog op Zuid-Beveland in het
land van Goes bezig. Er was daar een
leg van 12 a 14 man, die in de schuur
'sden en naar ik meen, eigen potje
„jkten. Met de hand werd het koren
afgemaaid. Zij bedienden zich daarbij
•vm een „zicht", een kleine zeis met
■te steel. Op Walcheren deden de
iren het nog met de sikkel, waar-
het werk geheel bukkend gedaan
st worden. Toch hieven zij er wel
lied bij aan.
iet alleen in de landbouw waren
jger deze Duitse seizoenarbeiders
■kzaam, maar men trof ook veel
,tse arbeiders aan in de fabrieken,
rbij de weverijen het meest op de
.'grond traden. Bij de invoering van
immachines werden die in het begin
vaak door engelse en franse werk
ten bediend. Nederland was na de
.se overheersing door Napoleon wel
ingedut. Dat lag niet aan de arbei-
hij was gewillig genoeg. Maar de
delsmannen en de fabrikanten, de
oifternemers dus, ondernamen weinig,
ZÖ waren best tevreden met hun zaak
ol fabriek, streefden niet naar uitbrei
ding of verbetering van methode; zij
iSen de leiding maar al te veel aan
e^ vertrouwde meesterknecht over. De
patroon maakte in zijn vrije uren dan
gè&ichten.
Koning Willem I zag de dingen bre
der en stimuleerde handel en verkeer
zWeel hij kon, men denke aan de Ne-
|i#landsche Handelsmaatschappij. Hij
Èfi echter de geest van het volk niet
^■maar omzetten. De toestanden wa
ls^ tot circa 1850 heel treurig, ja het
dï^rde wel tot 1870 eer er wat schot in
fe^m. Het ontbreken van spoorwegen
(lr$ 1839 kwam de eerste lijn Amster-
dsfc-Haarlem tot stand) was hier ook
v^ debet aan.
Éen beschikte ook niet over bekwa-
arbeiders. Voor dezen werd niets
lan, bijna geen onderwijs, lage lo-
slechte voeding. En dan werkda-
van 16, 18, ja 20 uren, waarbij ook
vrouwen de sombere, natte, slecht
ichte werkplaatsen mede vulden om
iets te verdienen. Bovendien een
hemel schreiende kinderexploitatie;
^^dei-en van 5 en 6 jaar draaiden in
dKwerkplaatsen aan de wielen of leg-
'^p op de steenfabrieken met hun klei-
ftS handjes de stenen om. Soms, zoals,
in Moordrecht, begon de werkdag om
4 Üur in de morgen en eindigde 's
a^nds om 8 of 9 uur. Doordat vele
moeders in de werkplaatsen waren
kAden zij haar zuigeling niet zelf voe-
dsi. De kleinen werden al spoedig met
meel met boter en stroop er in gevoed.
Zij moesten ook gauw met de groten
mede eten. De kindersterfte was zeer
hopg. Tarwebrood was tot het midden
vorige eeuw duur door de heffing
op graan. De maaltijd van de arbeider
bestond vrijwel uitsluitend uit rogge
brood, aardappelen met azijn en mos
terd. Vlees was er voor nen niet te be
komen, zelfs vet was zelden op tafel.
De arbeidersstand werd gerekend tot de
armelieden te behoren. Lichamelijk en
geestelijk was een werkman minder
waardig, hij kon zich ook niet opwer
ken, kon niets leren omdat er geen vrije
tijd was anders dan om korte nachtrust
te genieten. Ook was hij lichamelijk
zwak.
De regering zag dit alles wel aan,
maar ieder is kind van zijn tijd, zo ook
de rijksregeerders. Twee a driemaal is
een staatscommissie ingesteld om over
de toestand der arbeidersklasse te rap
porteren. Maar het wachtte eenvoudig
op een voorstel van een Kamerlid, de
liberale mr. van Houten, die in 1874
gedaan kreeg dat althans de kinderar
beid beperkt werd.
Stonden de arbeiders niet op tegen
hun lot? Neen. U moet niet met 20e
eeuws ideeën in de 19e eeuw gaan
staan. De arbeider was onderworpen,
was vlijtig en was nog zeer aan de
kerk verbonden, die echter in haar ver
val na 1750 ook geen bevrijdend woord
meer sprak. Wel lenigden de diaconieën
veel nood. Er is mede door particuliere
verenigingen veel gedaan. Maar een
brede blik ontbrak, de lust tot verbe
tering werd stelselmatig gedoofd.
Dat men geen revolutie maakte is te
prijzen, maar dat alle lust tot verhef
fing van arbeid en persoonlijkheid ont
brak is toch wel jammer geweest. Het
was in heel Nederland een echte Jan-
Saliegeest die de toon aangaf. „De min
dere man" (die aanduiding kwam zelfs
in officiële stukken voor) moest zijn ge
mak houden. Hij wilde dat ook wel,
maar kreeg amper tijd om te slapen. Zo
was 't althans in de steden. Ten platte-
lande was de voeding uiteraard iets be
ter, maar overigens stak het daar ook
niet uit. Er waren hier en daar diaco
niescholen voor de kinderen uit de wer
kende klasse.
Het volgen van onderwijs was niet
verplicht en men had er meestal geen
tijd voor omdat er gewerkt moest wor
den om te kunnen leven. In het gun
stigste geval kregen op een weverij de
kinderen 4 maal per week een uur
schoolonderricht, zo van 12-1 uur. Zij
kwamen 's avonds circa 8 uur thuis en
sliepen dan tot 4 a 5 uur in de mor
gen.
Voor de landbouw maakte zomer en
winter natuurlijk verschil. Toen er nog
geen gas was, dit kwam pas in 1854,
werkte men in de fabrieken bij kaars
licht. Soms was dat niet voldoende en
ging men ook daar wat vroeger huis
waarts.
De oude Suze wist ons daarvan nog
veel te vertellen. En zij zeide ook dat
er „rangen en standen" moesten zijn.
Waarnemer.
Stellendam heeft zijn drieling en
Ouddorp maakte deze blijde gebeurte
nis mee in 1894. Ook te Oude Tonge
werd eens een drieling geboren.
Eén eigenschap hebben de Flakkeese
drielingen blijkbaar gemeen, n.l. dat zij
plegen te bestaan uit één meisje en
twee jongens. Dit was te Stellendam
en Ouddorp het geval, doch ook alhier.
De Oude Tongse drieling zag op 5
januari 1879 het levenslicht, dat is dus
op de kop af 80 jaar geleden.
Des morgens half twaalf werd Dirkje
geboren, des middags half één Bastiaan
en dan om één uur Johannes, als kin
deren van het echtpaar Wouter Kooij-
man en Gerritje van Erkel.
Voordien waren in dit gezin al 3 kin^
deren geboren en na de drieling nog----
11. Een gezin met 17 kinderen, hetgeen
echter nimmer een heel groot gezin is
geweest. Van dit zeventiental werd één
kind levenloos aangegeven, één doch
tertje stierf op 3-jarige leeftijd en niet
minder dan tien kinderen gedurende
het eerste levensjaar. Het kind dat het
langst van deze tien leefde werd slechts
3 maanden en 7 dagen.
Van de drieling hierboven genoemd
overleed Dirkje op 5 maart 1879, Bas
tiaan op 27 februari en Johannes op 28
februari van dat jaar.
In dit gezin werd op 13 maart 1886
nog een tweeling geboren, t.w. Frans
(overl. 26 maart 1886) en Jilles (overl.
27 april 1886).
De vijf overige kinderen was geluk
kig een langere levensduur beschoren.
Het waren allen meisjes, t.w.:
Anna Christina, in 1957 op 83 jarige
leeftijd overleden als weduwe Daniël
L, Luijendijk;
Christina, thans 81 jaar, wed. Leendert
Bouwens, wonende aan de Kerkring
alhier;
Pieternella, op 20 jarige leeftijd overle
den op 17 dec. 1900;
Johanna, op 72 jarige leeftijd te Rot
terdam overleden als weduwe Marinus
de Wachter;
Bastiaantje, thans 71 jaar, wed. Pieter
Staal, wonende te Hillegersberg.
Het gezin Kooijman woonde jaren
aan de Zuiddij k, eerst in het hele klei
ne huisje waar het laatst Lodewijk Jon
ker met zijn zuster woonachtig waren.
Nadien hebben de Kooijmans gewoond
Wfl maken vanaf heden ook
in onze studio. Dit zijn originele kleurenfoto's
opgenomen op kleurenfilms dus niet later ingekleurd
Zie onze etalage.
In extra
I gevulde
len, met
ATELIER- EN POTOHANDEL
in het wat grotere huis, laatstelijk be
woond door Joliannes Jonlter, eveneens
aan de Zuiddij k, en weer later in een
gedeelte van het pand Kaai 6, thans als
pakhuis in gebruik bij dhr. M. J. de
Waal. De huisvesting moet wel heel
slecht geweest zijn.
De kindersterfte was in de zeventiger
en tachtiger jaren van de vorige eeuw
nog ontstellend groot.
Ter vergelijking nog enkele cijfers
over het geboortejaar van de drieling
(1879 dus) en over het nu afgelopen
jaar 1958, welke cijfers wel voldoende
voor zichzelf spreken.
1879
1958
Zielental per 31 dec.
2711
2820
Geboorten
110
48
Overleden
80
15
Overledenen gesplits in
leeftijden:
Levenloos aangegeven
3
1
Gedurende Ie levensjaar 35
1
van 1 tot 5 jaar
10
van 5 tot 20 jaar
van 20 tot 30 jaar
2
van 30 tot 40 jaar
7
1
van 40 tot 50 jaar
4
1
van 50 tot 65 jaar
3
2
van 65 tot 80 jaar
8
6
van 80 en ouder
8
3
80
Oude Tonge, 5 januari 1959.
15
D. van den Tol
G. de Vries Zonen N.V. Amsterdam
Heden verstrekte de Amsterdamse
Liquidatiekas de volgende opgaven van
de oenstaande contracten, dat betekent
de opgaven van het aantal contracten
waarvan de kopers hun aankopen nog
niet hebben verkocht en waarvan de
verkopers hun verkopen nog niet heb
ben ingedekt.
CONSUMPTIE:
Eigenheimer 35/—: febr. 3 mrt. 88
(57).
Bintje 35/—: jan. 18 (25); febr. 55; mrt.
109 (106); april 351 (306);
Bintje 45/—: jan. 17 (19); febr. 44; mrt.
52; apr. 221 (209).
Alpha 45/— klei: jan. (3); mrt. 23
(17); apr. 5
Voran 35/znd. mrt. 54; apr. 58
Libertas 35/znd.: mrt. 48; apr. 25.
POOT:
Bintje A 35/45: mrt. 46 (34).
Bintje E 35/45: mrt. 67 (48).
Voran B 35/45 znd.: mrt. 10.
Bij de maanden, waarvan het aantal
openstaande contracten gewijzigd is ge
ven wij tussen haakjes de opgave van
de vorige week.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Streefkerk J. Wieman te
Oudewater; Zoetesnneer A. Klein Kra
nenburg te Hilversum; Ameide H. A.
van Slooten te Onstwedde; Oude Ton
ge A. Jonkers te Schalkwijk.
In 1958 zijn de volgende Herv. Geref.
predikanten overleden.
A. V. d. Kooy, em. predt. van Maarssen
in de leeftijd van 83 jaar on T. Lekker
kerker, em. predt. van Delft in de leef
tijd van 86 jaar.
Ds. J. Fokkema, lid van de Tweede
Kamer, heeft een hartaanval gehad en
wordt in 't ziekenhuis te Bennekom
verpleegd.
Ds. H. Hiensch, aanvaardde op 14 ja
nuari 1933 het predikambt. Zijn eerste
gemeente was Bleiswij k, welke hij
diende tot 1937. In dat jaar vertrok hij
naar Ooltgensplaat, waar hij tot 1942
stond. Kampen werd gediend van 1942-
1950 en sinds dat jaar staat ds. Hiensch
te Arnhem. Over deze heugelijke dag
valt wel een zeer zwarte schaduw,
doordat de oudste zoon van ds en mevr.
Hiensch enkele weken geleden, door
een motor-ongeval om het leven kwam.
's-Greveldiün-Capelle. Deze gemeen
te ontving een legaat van f 2000.
IJzendoorn: Nadat de onverkwikke
lijke zaak van de gemeente IJzendoorn
enige tijd stil heeft gelegen (men her
innert zich dat deze gemeente destijds
een predikant is opgedrongen, welke
qua modaliteit hier heel niet paste)
heeft de Prov. kerkvergadering ds.
Schokking thans los gemaakt van zijn
gemeente. Ds. Schokking is hiertegen
in beroep gegaan bij de synode.
De situatie is thans zó, dat de ge
meente in een gebouw .samenkomt en
de kerk meestal, buiten de dienstdoen
de ouderling en diaken, slechts door 2
tot 5 kerkgangers wordt bezocht. Het is
te hopen, dat deze zaak spoedig zijn
beslag moge krijgen, opdat het Herv.
Geref. IJzendoorn weer in eigen kerk
gebouw ter kerke gaan kan.
Te Veenendaal is door de voorzitter
van de Prov. kerkvergadering van
Utrecht ds. C. M. v. End te Utrecht, de
voorganger van de scheurgemeente ds
W. Goedhart kerkelijk bevestigd. Het
bestuur van deze Midden Orthodoxe
groep had de kerkeraad uitgenodigd op
deze „blijde" dag aanwezig te zijn. De
kerkeraad heeft zich in een waardig
schrijven tot deze groep gericht en hen
vermaand om terug te keren onder de
wettige kerkeraad, de wettige predi
king en de wettige bediening der sa
cramenten.
Imiddels gaat dit kwaad door, want
ook in Delft is thans toestemming ver
leend door de Prov. kerkvarg., zulk een
scheurgemeente te stichten. Deze is hier
van de vrijzinnige kant.
In een artikel van de hand van ds. H.
Goedhart te Rotterdam signaleert deze
een feit, dat zich dezer dagen afspeelde
in één der Herv. kerken te Amsterdam.
Het was daar bediening van de H. Doop
Toen de kinderen zouden worden bin
nengebracht, stonden de leden van het
jeugdkoor op en voegden zich twee aan
twee tot een lange rij. Een meisje naast
een jongetje.
Al huppelend zongen zij het volgen
de lied:
Toen Mozes was geboren
toen werd hij in het water gelegd.
Zo was het van te voren
allang voorzegd.
Want Noach had gevaren
gevaren op de vloed
met de dieren, die waren
wat de mensen niet waren
want de dieren waren goed.
Tussen de rij, die zich daarna opstelde
werden de dopelingen de kerk binnen
gedragen.
Ds. Goedhart merkt hierbij op, dat
men, evenals Luther en Calvijn, dit
van de Roomse communie zeiden, zou
kunnen spreken van een „apenspel", in-
plaats van een Doopsbediening.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Hoogeveen M. Bosscha
te Westerbork; Nieuwlande C. Bruning
te Siegerswoude.
Aang. naar Dwingeloo D. Bremmer te
Numansdorp; Schiedam J. Couvé te
Velp; Maasdijk J. Dondorp te Domburg.
Ds. J. Tazelaar t In de ouderdom van
70 jaar is te Rotterdam overleden de
bekende predikant ds. J. Tazelaar. Hij
was zoon van wijlen ds. J. Tazelaar
van Weesp en kleinzoon van docent C.
Steketee, de voortrekker der afschei
ding van 1834 in Zeeland. Vooral zijn
werk voor de N.C.R.V. waarvan hij
sinds 1925 bestuurslid was heeft hem
grote bekendheid gegeven.
In 1958 ontvielen deze kerken de vol
gende predikanten door de dood:
F. Boersma te Bozum, 95 jaar; M. Gra-
vendijk te Ter Apel 65 jaar; T. Sap te
Doornspijk 86 jaar; E. Beukema te
Nieuwdorp 73 jaar; D. Pol te Rijsoord
Kroonprins Akihito laat zijn a.s. verloofde Michiko Shoda het foto-album zien
in het paleis te Tokio.
DE bISTE en niet duur.Tube 95-70-45 ci
80 jaar; J. Douma te Arnhem 84 jaar;
D. Zwart te Andijk 57 jaar; M. Stadig
te Ezinge 76 jaar; A. Kok te Idskens-
huize 87 jaar; W. Bouman te Leiden 90
jaar; G. van Doornik te Nijmegen 44
jaar; J. Ezinga te Oegstgeest 63 jaar;
J. Tazelaar te Rotterdam 69 jaar.
Bij een samenspreking tussen Herv.
en Geref. ambtsdragers te Amsterdam
was ook uitgenodigd de vrijzinnige pre
dikant ds. de Nie. Hierbij wordt aan
getekend, dat de geloofsbelijdenis van
deze vrijzinnige voorganger diepe in
druk gemaakt heeft op de Gerefor
meerde broeders en hen er van heeft
overtuigd dat ook bij de vrijz. groep
een levend geloof in Jezus Christus aan
wezig is.
Prof. V. d. Schuit, Chr. Geref. Hoog
leraar, die één en ander bespreekt uit
zijn grote verbazing over dit oordeel
van de zijde der Geref. kerken over de
vrijzinnige prediking.
CHR. GEREF. KERKEN
Bedankt voor Bunschoten J. Brons te
Mijdrecht; Oud Beijerland R. Slofstra
te Harderwijk.
Ds. J. Rebel te Lutten is opgenomen
in 't ziekenhuis te Hardenberg. Hij heeft
een aanval van niersteen gehad en een
operatie is noodzakelijk.
Soestdyk. Zowel de afd. van de Geref.
Bond als de Chr. Geref. kerk maken
hier gebruik van 't zelfde kerkgebouw.
Dit brengt wel eens moeilijkheden mee,
vooral op bijzondere dagen.
Men vond hier tijdens de jaarwisse
ling de volgende oplossing: Op oude
jaarsavond ging ds. de Smit, de Chr.
Geref. pred. vóór en kerkten daar óók
de Geref. Bonden, terwijl nieuwjaars
morgen prof. dr. J. Severijn preekte
voor de Chr. Gereformeerden, die met
de Hervormden gezamenlijk opgingen.
In deze kerken overleed in 1958 ds.
A. Zwiep te St. Jansklooster in de leef
tijd van 65 jaar.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt voor Boskoop M. Blok te
Rijssen; voor IJsselmonde en Oostka-
pelle H. van Gilst te Dirksland.
Aangenomen naar Lisse H. van Gilst
te Dirksland.
BELASTINGCONSULENT
Voorstraat 18 Sommelsdijk
Telefoon 01870-2737
Geen verzekeringen
Op alle wegen in België behalve op
de autosnelwegen zal op zaterdagen
en zondagen, benevens op alle wette
lijke feestdagen en de daaraan vooraf
gaande dag, een algemene maximum
snelheid van 80 km gelden. Deze maxi-
mum-snelheidsbepaling is op deze da
gen van kracht van 's middags vijf uur
tot 's nachts één uur.
II.
De uitwerking van de atoombom
is verschrikkelijk.
Maar ook dit gevaar is begrensd.
Binnen die grens waagt zich de
B.B. ter vervulling van haar taak:
helpen en redden.
Valt er dan nog te helpen en te
redden? vraagt men.
Is het niet zo, dat een atoombom
heel Nederland vernietigen kan?
Wanneer de „Hirosjima-bom" (met
een hoog-explosieve lading gelijk aan
20 miljoen kg. TNT) tot explosie zou
komen, en we trekken rond dat explo-
siepunt een cirkel met een straal van
plm. 1200 meter; dan zal binnen die
cirkel de vernietiging vrijwel algemeen
zijn. Wie daar levend uitkomt, is als
door een wonder bewaard.
Maar trekken we daaromheen een
tweede cirkel (plm. 2400 meter) dan
zien we daar brand, vernieling, in he
vigheid afnemend naarmate verder van
het explosiepunt verwijderd. Dan zijn
daar vele doden en nog veel meer ge
wonden. Dat hangt mede af van de om
standigheden waaronder de explosie
plaats heeft: of er al of niet de moge
lijkheid geweest is tot waarschuwing
en/of alarm, of ze b.v. plaats heeft op
een tijdstip waarop zeer vele mensen
zich op straat bevinden (spitsuur) enz.
De uitwerking van de atoombom is
verschrikkelijk, inderdaad.
Maar zou er in zo'n geval geen or
ganisatie tot hulpverlening gereed
staan, dan werd de ramp nog tienmaal
erger!
De branden moeten geblust worden,
bedolvenen onder het puin vandaan
gehaald. De gewonden moeten worden
verbonden en naar de ziekenhuizen
vervoerd. De daklozen moeten worden
verzameld, gevoed, gekleed en onder
dak gebracht. De leidingen van gas,
water en elektriciteit dienen ten spoe
digste te worden hersteld, de voedsel-
en drinkwatervoorziening geregeld, epi
demieën moeten worden voorkomen of
bestreden.
Men mag, men kan deze maatregelen
niet wachten tot het zover is, en dan
maar op goed geluk gaan improviseren.
Zonder een parate organisatie voor
hulpverlening (en dat is de B.B.) krij
gen we het allerergste: de chaos.
Wanneer dan ook de vraag gesteld
wordt: heeft de B.B. ook bij een mo
gelijke atoomoorlog, nog reden van
bestaan? dan kan daarop slechts één
antwoord gegeven worden: Juist dan,
méér dan ooit!
bij de eerste Rennie die ge in de mond
steekt. Inderdaad, een of twee Rennies
herstellen het evenwicht en elimine
ren alle overtollig maagzuur vanaf het
moment dat de zuurdovende substantie,
simpelweg met uw eigen speeksel, in
de maag belandt, 'n Heerlijk middel die
Rennies, want behalve de heilzame
werking, hebt U ook nog het voordeel
weer alles te kunnen eten waarnaar
een grage maag vraagt.
tarantie
ty- SAARyfj^. -s)5i?*=
pe breuk met Evert is het dus niet,
haar min of meer haar evenwicht
|ft doen verliezen. Maar wat dan
1? Is het soms de vrees dat haar
am weken aaneen het onderwerp van
per gesprek vormt? Maar dat is toch
oeilijk aan te nemen, want ook daar-
heeft ze zich tijdig voldoende re-
^schap gegeven. Wie mocht denken,
ft Truida aan deze omstandigheid te
weinig aandacht had geschonken, heeft
net wel volkomen mis. Daarvoor was
z^; toch immers een kind van haar om-
,^ing en ieder die haar kent is er dan
van overtuigd, dat het haar alleen
grond hiervan uiterst zwaar geval-
leïi is zulk een ernstige stap te onder
nemen. Het Jieeft haar beslissing niet
vergemakkelijkt en is het wonder, dat
ze zich herhaaldelijk had afgevraagd of
het niet beter was Evert maar z'n zin
'^Seven? Maar als die gedachte dan
stiuer onweerstaanbaar bezit van haar
nam, dan had ze de handen voor de
ogen geslagen, zo was ze geschrokken
van de afgrond waarin ze dreigde te
tuimelen en telkens weer hadden ver
stand en hart slechts één woord ge
sproken: „Nooit". Daaraan heeft ze
zich dan ook vastgeklemd en niette
genstaande vele tegenwerpingen had
ze kort en goed alle sentiment de deur
gewezen.
Aan alles had Truida gemerkt, dat het
gevalletje veel stof had doen opwaaien.
Ook op de zangvereniging, die ze ge
woon was blijven bezoeken, hoewel ze
er eerst wel terdege tegenop had ge
zienBelten bleek achteraf op staan
de voet als lid bedankt te hebben
stokten af en toe de gesprekken als
Truida binnentrad en de abnormale
stilte, die dan betracht werd, was voor
haar duidelijke taal.
Veronderstel, dat ook nog eens be
kend wordt dat Beverink de hand in
het spel had op de bewuste avond.
Maar Evert zal wel zo wijs zijn hier
over te zwijgen, want hij werpt hier
door onherroepelijk zijn eigen glazen
in. Geloof maar nooit, dat Beverink er
geen werk van maakt als Evert zijn
mond niet houdt. Dat is hem ook niet
kwalijk te nemen, temeer als de ware
toedracht bekend raakt en het geen zin
meer heeft terwille van haar hierover
langer het stilzwijgen te bewaren. Dan
zal dus ook Beverinks naam genoemd
worden en wie weet welke veronder
stellingen men er aan zal vastknopen.
Had Evert haar indertijd zoiets niet
voor de voeten geworpen? Volkomen
misplaatst was deze beschuldiging en
met verontwaardiging heeft zij die dan
ook van de hand gewezen. Nog nim
mer had zij immers ook maar een ogen
blik aan Beverink gedacht anders dan
als aan een goede huisvriend, wel te
verstaan, als die van haar pleegouders,
want tussen hem en haar waren toch
zeker nog geen tien woorden gewisseld,
toen Evert met dit verwijt kwam. En
toch, nu alles met Evert achter de rug
is, betrapt ze zichzelf er op, dat ze in
haar gedachten vaker met Beverink be
zig is dan volgens haar eigen maatstaf
toelaatbaar moet worden geacht.
Dit is geen wonder, betoogt ze bij zich
zelf, die jongeman heeft mij uit
Evert grissende handen bevrijd en ill
mag hem mijn hele leven hiervoor wel
dankbaar blijven. Dat heeft ze Beve
rink dan ook wel laten merken, maar
aan iets anders heeft ze toen zeker niet
gedacht. Dat past haar ook niet en ver
re was het van haar, zich met zoiets
bezig te houden.
„Maar gistermiddag dan?" hoort ze
een stem.
Dat ligt toch voor de hand, sust ze
haar geweten. Wie zou niet ontstellen
als men hoort, dat een mensenleven op
het spel staat? En dan nog wel van
iemand, waaraan men veel neé, alles
te danken heeft? 't Is maar goed, dat
de anderen niets gemerkt hebben.
Wil dat zeggen, dat ze met andere
dan vriendschappelijke gevoelens aan
hem denkt? Geen sprake van! En toch,
nee, alle overleggingen bevredigen haar
niet. Was haar impulsieve uiting mis
schien een reactie op alles, wat ze de
laatste tijd heeft moeten doormaken?
Eerst moet alles tijd hebben te bezin
ken. Dan zal ze zichzelf ook niet langer
met alle muizenissen lastig vallen. En
in geen geval tegenover niemand
iets laten merken. Dat is beslist het
beste. Komt tijd, komt raad. Met een
zucht van verlichting neemt ze afscheid
van haar dwanggedachten en haast
zich naar het stookhok. Gunst, dat had
niet veel gescheeld, of door al dat ge-
filosofeer hadden de varkens het gelag
moeten betalen, want die gaan te keer,
of ze sinds gisteravond niets in de zomp
hebben gekregen. Vader en moeder
zouden wel vreemde ogen opgezet heb
ben, als ze tot de ontdekking waren
gekomen, dat hun dochter de hele mid
dag had verdroomd. Gelukkig dat ze
zich een beetje verlaat hebben; de klok
wees zo pas half zes, terwijl ze van
plan waren om vijf uur al weer thuis
te zijn.
XII.
Nadat de jachtheer weer naar Am
sterdam is vertrokken, wordt van Be
verink opnieuw alle aandacht gevraagd
voor de waarneming van zijn taak, die
yoor de buitenstaander zo eenzijdig lijkt
Daarmede heeft hij echter volkomen
vrede; de ingewijden weten wel beter.
Dat zijn jachtheer uitermate best te
spreken was, is hem meer waard dan
het oordeel van allen, die er per slot van
rekening niets mee hebben uit te staan.
Het is voor hem een aansporing in zijn
ijver niet te verflauwen, maar om van
dit revier te maken wat mogelijk is.
Vrouw Bruinink zegt wel, dat het
lijkt of hij in de bouw is, zo druk is hij
en het gebeurt wel, dat hij reeds ver
trokken is, als zij beneden komt. Nooit
had ze kunnen denken, dat een jacht-
opzichter zoveel te doen heeft, want dat
draaft maar van de vroege morgen tot
de late avond en rust schijnt hij niet te
kennen.
Natuurlijk heeft ook vrouw Bruinink
gehoord, dat de verloving tussen Truida
en Evert verbroken is en het ligt dus
voor de hand, dat ze zich in allerlei
gissingen verdiept heeft, wat hiervan
wel de oorzaak kan zijn. Beverink
wordt het vuur wel na aan de schenen
gelegd, als zij hem deelgenoot van haar
veronderstellingen maakt. Die deed
alsof hij er door verrast werd, toen zij
hem voor de eerste maal in vertrou
wen nam. Daar begreep ze letterlijk
niets van, want Beverink kwam toch
geregeld bij Loman over de vloer en zij
had stellig gedacht, dat de oude baas
hem dit niet had onthouden. Met een
gerust hart had hij kunnen verklaren,
dat Loman hem hiervan niet op de
hoogte had gesteld. Dat was Immers
volkomen in overeenstemming met de
waarheid. Dat het tegenovergestelde
eer juist was, kon vrouw Bruinink niet
bevroeden en het is maar goed ook,
want wie weet tot welke gevolgtrek
kingen dit aanleiding zou hebben ge
geven. Niet dat vrouw Bruinink uit
huis klapt, daarvan is tenminste nooit
iets gebleken, maar hoe licht zou zij
zich tegenover haar dochter iets kun
nen laten ontvallen. Nee, het is zo het
allerbeste.
Daags nadat de jachtheer weer af
gereisd is, heeft Beverink in de loop
van de namiddag nog even z'n hoofd
bij de Lomans om de deur gestoken.
Na die bewuste avond heeft hij zo goed
kunnen merken, dat hij voor de Lo
mans geen vreemde meer is en op alle
mogelijke manieren heeft men gepoogd
hem dit zo onopvallend mogelijk te la
ten merken. Veel praat men er wel niet
over dat ligt niet in de lijn van de
bevolking maar toch, ze weten nu
pas goed, wat ze aan elkander hebben.
Hij wordt in alles op de handen gedra
gen en ook moeder Loman put zich uit
in kleinigheidjes, waarmede ze ver
moedt hem een genoegen te bereiden.
(Wordt vervolgd)