;en! iiArfDEn-niEuws len en 'M. HET m 19.75 88.'' Drielingen op ons eiland nt KLEUREN-PORTRETTEN 7.95 ■lïHET larnis <:o0i> Goede nachtrust J. ZANDSTRA SOMMELSDIJK Aardappeltermijnmarki Foto's kijken in^hei^paleis ie Tokio Snelheidslimiet van 80 km/uur in België Bescherming Bevolking juist nu! iisdill Vrijdag 9 januari 1958 No. 2760 ;en enz. ing BBER DUBBELE JRS door Zenuwrust NVijnhardt's Zenuwtabletten wt) UIT DE KERKEN P. VAN DEN OUDEN Brandend ÜSaagzuur {hoort bij U tot het verleden blad if f 4,— fprijzen f 25,— Ive prijs pnjs I t oms] trek Het 1)0 RDELIGI lerk, besliil cm. hoos d, stofvrij et rtrokken rael 1 persooni, vèr beneden en, (B-keus) weeffoutjes, inde kleuren, van 12.90 !ter HU De Hannekemaaiers Zij kwamen ook al uit Duitsland De arbei der in de vorige eeuw De min dere man. iofschoon de winter nog in zijn begin kan iemand bij de kachel wel zomer- :erpeinzingen houden. De gedachten __an nog sneller dan de telegraaf, zij mnspannen in een ondeelbaar ogenblik «1 de wereld. Nu, voor „heel de we- ,d" hadden wij altijd veel respect, egerij was er nog niet en reizen en ttekken was maar enkelen beschoren. Het ging ook niet zo vlug als thans, logstgedachten bij de k.achel. Er wa- Hannekemaaiers gearriveerd. Het ,ren Duitsers, die kwamen maaien, noemde hen „hannekemaaiers", afkwam van „Hanneke (of Hansje) de maaier". Deze mannen waren speci alisten in het maaien. Zo zag ik hen in 1908 nog op Zuid-Beveland in het land van Goes bezig. Er was daar een leg van 12 a 14 man, die in de schuur 'sden en naar ik meen, eigen potje „jkten. Met de hand werd het koren afgemaaid. Zij bedienden zich daarbij •vm een „zicht", een kleine zeis met ■te steel. Op Walcheren deden de iren het nog met de sikkel, waar- het werk geheel bukkend gedaan st worden. Toch hieven zij er wel lied bij aan. iet alleen in de landbouw waren jger deze Duitse seizoenarbeiders ■kzaam, maar men trof ook veel ,tse arbeiders aan in de fabrieken, rbij de weverijen het meest op de .'grond traden. Bij de invoering van immachines werden die in het begin vaak door engelse en franse werk ten bediend. Nederland was na de .se overheersing door Napoleon wel ingedut. Dat lag niet aan de arbei- hij was gewillig genoeg. Maar de delsmannen en de fabrikanten, de oifternemers dus, ondernamen weinig, ZÖ waren best tevreden met hun zaak ol fabriek, streefden niet naar uitbrei ding of verbetering van methode; zij iSen de leiding maar al te veel aan e^ vertrouwde meesterknecht over. De patroon maakte in zijn vrije uren dan gè&ichten. Koning Willem I zag de dingen bre der en stimuleerde handel en verkeer zWeel hij kon, men denke aan de Ne- |i#landsche Handelsmaatschappij. Hij Èfi echter de geest van het volk niet ^■maar omzetten. De toestanden wa ls^ tot circa 1850 heel treurig, ja het dï^rde wel tot 1870 eer er wat schot in fe^m. Het ontbreken van spoorwegen (lr$ 1839 kwam de eerste lijn Amster- dsfc-Haarlem tot stand) was hier ook v^ debet aan. Éen beschikte ook niet over bekwa- arbeiders. Voor dezen werd niets lan, bijna geen onderwijs, lage lo- slechte voeding. En dan werkda- van 16, 18, ja 20 uren, waarbij ook vrouwen de sombere, natte, slecht ichte werkplaatsen mede vulden om iets te verdienen. Bovendien een hemel schreiende kinderexploitatie; ^^dei-en van 5 en 6 jaar draaiden in dKwerkplaatsen aan de wielen of leg- '^p op de steenfabrieken met hun klei- ftS handjes de stenen om. Soms, zoals, in Moordrecht, begon de werkdag om 4 Üur in de morgen en eindigde 's a^nds om 8 of 9 uur. Doordat vele moeders in de werkplaatsen waren kAden zij haar zuigeling niet zelf voe- dsi. De kleinen werden al spoedig met meel met boter en stroop er in gevoed. Zij moesten ook gauw met de groten mede eten. De kindersterfte was zeer hopg. Tarwebrood was tot het midden vorige eeuw duur door de heffing op graan. De maaltijd van de arbeider bestond vrijwel uitsluitend uit rogge brood, aardappelen met azijn en mos terd. Vlees was er voor nen niet te be komen, zelfs vet was zelden op tafel. De arbeidersstand werd gerekend tot de armelieden te behoren. Lichamelijk en geestelijk was een werkman minder waardig, hij kon zich ook niet opwer ken, kon niets leren omdat er geen vrije tijd was anders dan om korte nachtrust te genieten. Ook was hij lichamelijk zwak. De regering zag dit alles wel aan, maar ieder is kind van zijn tijd, zo ook de rijksregeerders. Twee a driemaal is een staatscommissie ingesteld om over de toestand der arbeidersklasse te rap porteren. Maar het wachtte eenvoudig op een voorstel van een Kamerlid, de liberale mr. van Houten, die in 1874 gedaan kreeg dat althans de kinderar beid beperkt werd. Stonden de arbeiders niet op tegen hun lot? Neen. U moet niet met 20e eeuws ideeën in de 19e eeuw gaan staan. De arbeider was onderworpen, was vlijtig en was nog zeer aan de kerk verbonden, die echter in haar ver val na 1750 ook geen bevrijdend woord meer sprak. Wel lenigden de diaconieën veel nood. Er is mede door particuliere verenigingen veel gedaan. Maar een brede blik ontbrak, de lust tot verbe tering werd stelselmatig gedoofd. Dat men geen revolutie maakte is te prijzen, maar dat alle lust tot verhef fing van arbeid en persoonlijkheid ont brak is toch wel jammer geweest. Het was in heel Nederland een echte Jan- Saliegeest die de toon aangaf. „De min dere man" (die aanduiding kwam zelfs in officiële stukken voor) moest zijn ge mak houden. Hij wilde dat ook wel, maar kreeg amper tijd om te slapen. Zo was 't althans in de steden. Ten platte- lande was de voeding uiteraard iets be ter, maar overigens stak het daar ook niet uit. Er waren hier en daar diaco niescholen voor de kinderen uit de wer kende klasse. Het volgen van onderwijs was niet verplicht en men had er meestal geen tijd voor omdat er gewerkt moest wor den om te kunnen leven. In het gun stigste geval kregen op een weverij de kinderen 4 maal per week een uur schoolonderricht, zo van 12-1 uur. Zij kwamen 's avonds circa 8 uur thuis en sliepen dan tot 4 a 5 uur in de mor gen. Voor de landbouw maakte zomer en winter natuurlijk verschil. Toen er nog geen gas was, dit kwam pas in 1854, werkte men in de fabrieken bij kaars licht. Soms was dat niet voldoende en ging men ook daar wat vroeger huis waarts. De oude Suze wist ons daarvan nog veel te vertellen. En zij zeide ook dat er „rangen en standen" moesten zijn. Waarnemer. Stellendam heeft zijn drieling en Ouddorp maakte deze blijde gebeurte nis mee in 1894. Ook te Oude Tonge werd eens een drieling geboren. Eén eigenschap hebben de Flakkeese drielingen blijkbaar gemeen, n.l. dat zij plegen te bestaan uit één meisje en twee jongens. Dit was te Stellendam en Ouddorp het geval, doch ook alhier. De Oude Tongse drieling zag op 5 januari 1879 het levenslicht, dat is dus op de kop af 80 jaar geleden. Des morgens half twaalf werd Dirkje geboren, des middags half één Bastiaan en dan om één uur Johannes, als kin deren van het echtpaar Wouter Kooij- man en Gerritje van Erkel. Voordien waren in dit gezin al 3 kin^ deren geboren en na de drieling nog---- 11. Een gezin met 17 kinderen, hetgeen echter nimmer een heel groot gezin is geweest. Van dit zeventiental werd één kind levenloos aangegeven, één doch tertje stierf op 3-jarige leeftijd en niet minder dan tien kinderen gedurende het eerste levensjaar. Het kind dat het langst van deze tien leefde werd slechts 3 maanden en 7 dagen. Van de drieling hierboven genoemd overleed Dirkje op 5 maart 1879, Bas tiaan op 27 februari en Johannes op 28 februari van dat jaar. In dit gezin werd op 13 maart 1886 nog een tweeling geboren, t.w. Frans (overl. 26 maart 1886) en Jilles (overl. 27 april 1886). De vijf overige kinderen was geluk kig een langere levensduur beschoren. Het waren allen meisjes, t.w.: Anna Christina, in 1957 op 83 jarige leeftijd overleden als weduwe Daniël L, Luijendijk; Christina, thans 81 jaar, wed. Leendert Bouwens, wonende aan de Kerkring alhier; Pieternella, op 20 jarige leeftijd overle den op 17 dec. 1900; Johanna, op 72 jarige leeftijd te Rot terdam overleden als weduwe Marinus de Wachter; Bastiaantje, thans 71 jaar, wed. Pieter Staal, wonende te Hillegersberg. Het gezin Kooijman woonde jaren aan de Zuiddij k, eerst in het hele klei ne huisje waar het laatst Lodewijk Jon ker met zijn zuster woonachtig waren. Nadien hebben de Kooijmans gewoond Wfl maken vanaf heden ook in onze studio. Dit zijn originele kleurenfoto's opgenomen op kleurenfilms dus niet later ingekleurd Zie onze etalage. In extra I gevulde len, met ATELIER- EN POTOHANDEL in het wat grotere huis, laatstelijk be woond door Joliannes Jonlter, eveneens aan de Zuiddij k, en weer later in een gedeelte van het pand Kaai 6, thans als pakhuis in gebruik bij dhr. M. J. de Waal. De huisvesting moet wel heel slecht geweest zijn. De kindersterfte was in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw nog ontstellend groot. Ter vergelijking nog enkele cijfers over het geboortejaar van de drieling (1879 dus) en over het nu afgelopen jaar 1958, welke cijfers wel voldoende voor zichzelf spreken. 1879 1958 Zielental per 31 dec. 2711 2820 Geboorten 110 48 Overleden 80 15 Overledenen gesplits in leeftijden: Levenloos aangegeven 3 1 Gedurende Ie levensjaar 35 1 van 1 tot 5 jaar 10 van 5 tot 20 jaar van 20 tot 30 jaar 2 van 30 tot 40 jaar 7 1 van 40 tot 50 jaar 4 1 van 50 tot 65 jaar 3 2 van 65 tot 80 jaar 8 6 van 80 en ouder 8 3 80 Oude Tonge, 5 januari 1959. 15 D. van den Tol G. de Vries Zonen N.V. Amsterdam Heden verstrekte de Amsterdamse Liquidatiekas de volgende opgaven van de oenstaande contracten, dat betekent de opgaven van het aantal contracten waarvan de kopers hun aankopen nog niet hebben verkocht en waarvan de verkopers hun verkopen nog niet heb ben ingedekt. CONSUMPTIE: Eigenheimer 35/—: febr. 3 mrt. 88 (57). Bintje 35/—: jan. 18 (25); febr. 55; mrt. 109 (106); april 351 (306); Bintje 45/—: jan. 17 (19); febr. 44; mrt. 52; apr. 221 (209). Alpha 45/— klei: jan. (3); mrt. 23 (17); apr. 5 Voran 35/znd. mrt. 54; apr. 58 Libertas 35/znd.: mrt. 48; apr. 25. POOT: Bintje A 35/45: mrt. 46 (34). Bintje E 35/45: mrt. 67 (48). Voran B 35/45 znd.: mrt. 10. Bij de maanden, waarvan het aantal openstaande contracten gewijzigd is ge ven wij tussen haakjes de opgave van de vorige week. NED. HERV. KERK Beroepen te Streefkerk J. Wieman te Oudewater; Zoetesnneer A. Klein Kra nenburg te Hilversum; Ameide H. A. van Slooten te Onstwedde; Oude Ton ge A. Jonkers te Schalkwijk. In 1958 zijn de volgende Herv. Geref. predikanten overleden. A. V. d. Kooy, em. predt. van Maarssen in de leeftijd van 83 jaar on T. Lekker kerker, em. predt. van Delft in de leef tijd van 86 jaar. Ds. J. Fokkema, lid van de Tweede Kamer, heeft een hartaanval gehad en wordt in 't ziekenhuis te Bennekom verpleegd. Ds. H. Hiensch, aanvaardde op 14 ja nuari 1933 het predikambt. Zijn eerste gemeente was Bleiswij k, welke hij diende tot 1937. In dat jaar vertrok hij naar Ooltgensplaat, waar hij tot 1942 stond. Kampen werd gediend van 1942- 1950 en sinds dat jaar staat ds. Hiensch te Arnhem. Over deze heugelijke dag valt wel een zeer zwarte schaduw, doordat de oudste zoon van ds en mevr. Hiensch enkele weken geleden, door een motor-ongeval om het leven kwam. 's-Greveldiün-Capelle. Deze gemeen te ontving een legaat van f 2000. IJzendoorn: Nadat de onverkwikke lijke zaak van de gemeente IJzendoorn enige tijd stil heeft gelegen (men her innert zich dat deze gemeente destijds een predikant is opgedrongen, welke qua modaliteit hier heel niet paste) heeft de Prov. kerkvergadering ds. Schokking thans los gemaakt van zijn gemeente. Ds. Schokking is hiertegen in beroep gegaan bij de synode. De situatie is thans zó, dat de ge meente in een gebouw .samenkomt en de kerk meestal, buiten de dienstdoen de ouderling en diaken, slechts door 2 tot 5 kerkgangers wordt bezocht. Het is te hopen, dat deze zaak spoedig zijn beslag moge krijgen, opdat het Herv. Geref. IJzendoorn weer in eigen kerk gebouw ter kerke gaan kan. Te Veenendaal is door de voorzitter van de Prov. kerkvergadering van Utrecht ds. C. M. v. End te Utrecht, de voorganger van de scheurgemeente ds W. Goedhart kerkelijk bevestigd. Het bestuur van deze Midden Orthodoxe groep had de kerkeraad uitgenodigd op deze „blijde" dag aanwezig te zijn. De kerkeraad heeft zich in een waardig schrijven tot deze groep gericht en hen vermaand om terug te keren onder de wettige kerkeraad, de wettige predi king en de wettige bediening der sa cramenten. Imiddels gaat dit kwaad door, want ook in Delft is thans toestemming ver leend door de Prov. kerkvarg., zulk een scheurgemeente te stichten. Deze is hier van de vrijzinnige kant. In een artikel van de hand van ds. H. Goedhart te Rotterdam signaleert deze een feit, dat zich dezer dagen afspeelde in één der Herv. kerken te Amsterdam. Het was daar bediening van de H. Doop Toen de kinderen zouden worden bin nengebracht, stonden de leden van het jeugdkoor op en voegden zich twee aan twee tot een lange rij. Een meisje naast een jongetje. Al huppelend zongen zij het volgen de lied: Toen Mozes was geboren toen werd hij in het water gelegd. Zo was het van te voren allang voorzegd. Want Noach had gevaren gevaren op de vloed met de dieren, die waren wat de mensen niet waren want de dieren waren goed. Tussen de rij, die zich daarna opstelde werden de dopelingen de kerk binnen gedragen. Ds. Goedhart merkt hierbij op, dat men, evenals Luther en Calvijn, dit van de Roomse communie zeiden, zou kunnen spreken van een „apenspel", in- plaats van een Doopsbediening. GEREF. KERKEN Beroepen te Hoogeveen M. Bosscha te Westerbork; Nieuwlande C. Bruning te Siegerswoude. Aang. naar Dwingeloo D. Bremmer te Numansdorp; Schiedam J. Couvé te Velp; Maasdijk J. Dondorp te Domburg. Ds. J. Tazelaar t In de ouderdom van 70 jaar is te Rotterdam overleden de bekende predikant ds. J. Tazelaar. Hij was zoon van wijlen ds. J. Tazelaar van Weesp en kleinzoon van docent C. Steketee, de voortrekker der afschei ding van 1834 in Zeeland. Vooral zijn werk voor de N.C.R.V. waarvan hij sinds 1925 bestuurslid was heeft hem grote bekendheid gegeven. In 1958 ontvielen deze kerken de vol gende predikanten door de dood: F. Boersma te Bozum, 95 jaar; M. Gra- vendijk te Ter Apel 65 jaar; T. Sap te Doornspijk 86 jaar; E. Beukema te Nieuwdorp 73 jaar; D. Pol te Rijsoord Kroonprins Akihito laat zijn a.s. verloofde Michiko Shoda het foto-album zien in het paleis te Tokio. DE bISTE en niet duur.Tube 95-70-45 ci 80 jaar; J. Douma te Arnhem 84 jaar; D. Zwart te Andijk 57 jaar; M. Stadig te Ezinge 76 jaar; A. Kok te Idskens- huize 87 jaar; W. Bouman te Leiden 90 jaar; G. van Doornik te Nijmegen 44 jaar; J. Ezinga te Oegstgeest 63 jaar; J. Tazelaar te Rotterdam 69 jaar. Bij een samenspreking tussen Herv. en Geref. ambtsdragers te Amsterdam was ook uitgenodigd de vrijzinnige pre dikant ds. de Nie. Hierbij wordt aan getekend, dat de geloofsbelijdenis van deze vrijzinnige voorganger diepe in druk gemaakt heeft op de Gerefor meerde broeders en hen er van heeft overtuigd dat ook bij de vrijz. groep een levend geloof in Jezus Christus aan wezig is. Prof. V. d. Schuit, Chr. Geref. Hoog leraar, die één en ander bespreekt uit zijn grote verbazing over dit oordeel van de zijde der Geref. kerken over de vrijzinnige prediking. CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Bunschoten J. Brons te Mijdrecht; Oud Beijerland R. Slofstra te Harderwijk. Ds. J. Rebel te Lutten is opgenomen in 't ziekenhuis te Hardenberg. Hij heeft een aanval van niersteen gehad en een operatie is noodzakelijk. Soestdyk. Zowel de afd. van de Geref. Bond als de Chr. Geref. kerk maken hier gebruik van 't zelfde kerkgebouw. Dit brengt wel eens moeilijkheden mee, vooral op bijzondere dagen. Men vond hier tijdens de jaarwisse ling de volgende oplossing: Op oude jaarsavond ging ds. de Smit, de Chr. Geref. pred. vóór en kerkten daar óók de Geref. Bonden, terwijl nieuwjaars morgen prof. dr. J. Severijn preekte voor de Chr. Gereformeerden, die met de Hervormden gezamenlijk opgingen. In deze kerken overleed in 1958 ds. A. Zwiep te St. Jansklooster in de leef tijd van 65 jaar. GEREF. GEMEENTEN Bedankt voor Boskoop M. Blok te Rijssen; voor IJsselmonde en Oostka- pelle H. van Gilst te Dirksland. Aangenomen naar Lisse H. van Gilst te Dirksland. BELASTINGCONSULENT Voorstraat 18 Sommelsdijk Telefoon 01870-2737 Geen verzekeringen Op alle wegen in België behalve op de autosnelwegen zal op zaterdagen en zondagen, benevens op alle wette lijke feestdagen en de daaraan vooraf gaande dag, een algemene maximum snelheid van 80 km gelden. Deze maxi- mum-snelheidsbepaling is op deze da gen van kracht van 's middags vijf uur tot 's nachts één uur. II. De uitwerking van de atoombom is verschrikkelijk. Maar ook dit gevaar is begrensd. Binnen die grens waagt zich de B.B. ter vervulling van haar taak: helpen en redden. Valt er dan nog te helpen en te redden? vraagt men. Is het niet zo, dat een atoombom heel Nederland vernietigen kan? Wanneer de „Hirosjima-bom" (met een hoog-explosieve lading gelijk aan 20 miljoen kg. TNT) tot explosie zou komen, en we trekken rond dat explo- siepunt een cirkel met een straal van plm. 1200 meter; dan zal binnen die cirkel de vernietiging vrijwel algemeen zijn. Wie daar levend uitkomt, is als door een wonder bewaard. Maar trekken we daaromheen een tweede cirkel (plm. 2400 meter) dan zien we daar brand, vernieling, in he vigheid afnemend naarmate verder van het explosiepunt verwijderd. Dan zijn daar vele doden en nog veel meer ge wonden. Dat hangt mede af van de om standigheden waaronder de explosie plaats heeft: of er al of niet de moge lijkheid geweest is tot waarschuwing en/of alarm, of ze b.v. plaats heeft op een tijdstip waarop zeer vele mensen zich op straat bevinden (spitsuur) enz. De uitwerking van de atoombom is verschrikkelijk, inderdaad. Maar zou er in zo'n geval geen or ganisatie tot hulpverlening gereed staan, dan werd de ramp nog tienmaal erger! De branden moeten geblust worden, bedolvenen onder het puin vandaan gehaald. De gewonden moeten worden verbonden en naar de ziekenhuizen vervoerd. De daklozen moeten worden verzameld, gevoed, gekleed en onder dak gebracht. De leidingen van gas, water en elektriciteit dienen ten spoe digste te worden hersteld, de voedsel- en drinkwatervoorziening geregeld, epi demieën moeten worden voorkomen of bestreden. Men mag, men kan deze maatregelen niet wachten tot het zover is, en dan maar op goed geluk gaan improviseren. Zonder een parate organisatie voor hulpverlening (en dat is de B.B.) krij gen we het allerergste: de chaos. Wanneer dan ook de vraag gesteld wordt: heeft de B.B. ook bij een mo gelijke atoomoorlog, nog reden van bestaan? dan kan daarop slechts één antwoord gegeven worden: Juist dan, méér dan ooit! bij de eerste Rennie die ge in de mond steekt. Inderdaad, een of twee Rennies herstellen het evenwicht en elimine ren alle overtollig maagzuur vanaf het moment dat de zuurdovende substantie, simpelweg met uw eigen speeksel, in de maag belandt, 'n Heerlijk middel die Rennies, want behalve de heilzame werking, hebt U ook nog het voordeel weer alles te kunnen eten waarnaar een grage maag vraagt. tarantie ty- SAARyfj^. -s)5i?*= pe breuk met Evert is het dus niet, haar min of meer haar evenwicht |ft doen verliezen. Maar wat dan 1? Is het soms de vrees dat haar am weken aaneen het onderwerp van per gesprek vormt? Maar dat is toch oeilijk aan te nemen, want ook daar- heeft ze zich tijdig voldoende re- ^schap gegeven. Wie mocht denken, ft Truida aan deze omstandigheid te weinig aandacht had geschonken, heeft net wel volkomen mis. Daarvoor was z^; toch immers een kind van haar om- ,^ing en ieder die haar kent is er dan van overtuigd, dat het haar alleen grond hiervan uiterst zwaar geval- leïi is zulk een ernstige stap te onder nemen. Het Jieeft haar beslissing niet vergemakkelijkt en is het wonder, dat ze zich herhaaldelijk had afgevraagd of het niet beter was Evert maar z'n zin '^Seven? Maar als die gedachte dan stiuer onweerstaanbaar bezit van haar nam, dan had ze de handen voor de ogen geslagen, zo was ze geschrokken van de afgrond waarin ze dreigde te tuimelen en telkens weer hadden ver stand en hart slechts één woord ge sproken: „Nooit". Daaraan heeft ze zich dan ook vastgeklemd en niette genstaande vele tegenwerpingen had ze kort en goed alle sentiment de deur gewezen. Aan alles had Truida gemerkt, dat het gevalletje veel stof had doen opwaaien. Ook op de zangvereniging, die ze ge woon was blijven bezoeken, hoewel ze er eerst wel terdege tegenop had ge zienBelten bleek achteraf op staan de voet als lid bedankt te hebben stokten af en toe de gesprekken als Truida binnentrad en de abnormale stilte, die dan betracht werd, was voor haar duidelijke taal. Veronderstel, dat ook nog eens be kend wordt dat Beverink de hand in het spel had op de bewuste avond. Maar Evert zal wel zo wijs zijn hier over te zwijgen, want hij werpt hier door onherroepelijk zijn eigen glazen in. Geloof maar nooit, dat Beverink er geen werk van maakt als Evert zijn mond niet houdt. Dat is hem ook niet kwalijk te nemen, temeer als de ware toedracht bekend raakt en het geen zin meer heeft terwille van haar hierover langer het stilzwijgen te bewaren. Dan zal dus ook Beverinks naam genoemd worden en wie weet welke veronder stellingen men er aan zal vastknopen. Had Evert haar indertijd zoiets niet voor de voeten geworpen? Volkomen misplaatst was deze beschuldiging en met verontwaardiging heeft zij die dan ook van de hand gewezen. Nog nim mer had zij immers ook maar een ogen blik aan Beverink gedacht anders dan als aan een goede huisvriend, wel te verstaan, als die van haar pleegouders, want tussen hem en haar waren toch zeker nog geen tien woorden gewisseld, toen Evert met dit verwijt kwam. En toch, nu alles met Evert achter de rug is, betrapt ze zichzelf er op, dat ze in haar gedachten vaker met Beverink be zig is dan volgens haar eigen maatstaf toelaatbaar moet worden geacht. Dit is geen wonder, betoogt ze bij zich zelf, die jongeman heeft mij uit Evert grissende handen bevrijd en ill mag hem mijn hele leven hiervoor wel dankbaar blijven. Dat heeft ze Beve rink dan ook wel laten merken, maar aan iets anders heeft ze toen zeker niet gedacht. Dat past haar ook niet en ver re was het van haar, zich met zoiets bezig te houden. „Maar gistermiddag dan?" hoort ze een stem. Dat ligt toch voor de hand, sust ze haar geweten. Wie zou niet ontstellen als men hoort, dat een mensenleven op het spel staat? En dan nog wel van iemand, waaraan men veel neé, alles te danken heeft? 't Is maar goed, dat de anderen niets gemerkt hebben. Wil dat zeggen, dat ze met andere dan vriendschappelijke gevoelens aan hem denkt? Geen sprake van! En toch, nee, alle overleggingen bevredigen haar niet. Was haar impulsieve uiting mis schien een reactie op alles, wat ze de laatste tijd heeft moeten doormaken? Eerst moet alles tijd hebben te bezin ken. Dan zal ze zichzelf ook niet langer met alle muizenissen lastig vallen. En in geen geval tegenover niemand iets laten merken. Dat is beslist het beste. Komt tijd, komt raad. Met een zucht van verlichting neemt ze afscheid van haar dwanggedachten en haast zich naar het stookhok. Gunst, dat had niet veel gescheeld, of door al dat ge- filosofeer hadden de varkens het gelag moeten betalen, want die gaan te keer, of ze sinds gisteravond niets in de zomp hebben gekregen. Vader en moeder zouden wel vreemde ogen opgezet heb ben, als ze tot de ontdekking waren gekomen, dat hun dochter de hele mid dag had verdroomd. Gelukkig dat ze zich een beetje verlaat hebben; de klok wees zo pas half zes, terwijl ze van plan waren om vijf uur al weer thuis te zijn. XII. Nadat de jachtheer weer naar Am sterdam is vertrokken, wordt van Be verink opnieuw alle aandacht gevraagd voor de waarneming van zijn taak, die yoor de buitenstaander zo eenzijdig lijkt Daarmede heeft hij echter volkomen vrede; de ingewijden weten wel beter. Dat zijn jachtheer uitermate best te spreken was, is hem meer waard dan het oordeel van allen, die er per slot van rekening niets mee hebben uit te staan. Het is voor hem een aansporing in zijn ijver niet te verflauwen, maar om van dit revier te maken wat mogelijk is. Vrouw Bruinink zegt wel, dat het lijkt of hij in de bouw is, zo druk is hij en het gebeurt wel, dat hij reeds ver trokken is, als zij beneden komt. Nooit had ze kunnen denken, dat een jacht- opzichter zoveel te doen heeft, want dat draaft maar van de vroege morgen tot de late avond en rust schijnt hij niet te kennen. Natuurlijk heeft ook vrouw Bruinink gehoord, dat de verloving tussen Truida en Evert verbroken is en het ligt dus voor de hand, dat ze zich in allerlei gissingen verdiept heeft, wat hiervan wel de oorzaak kan zijn. Beverink wordt het vuur wel na aan de schenen gelegd, als zij hem deelgenoot van haar veronderstellingen maakt. Die deed alsof hij er door verrast werd, toen zij hem voor de eerste maal in vertrou wen nam. Daar begreep ze letterlijk niets van, want Beverink kwam toch geregeld bij Loman over de vloer en zij had stellig gedacht, dat de oude baas hem dit niet had onthouden. Met een gerust hart had hij kunnen verklaren, dat Loman hem hiervan niet op de hoogte had gesteld. Dat was Immers volkomen in overeenstemming met de waarheid. Dat het tegenovergestelde eer juist was, kon vrouw Bruinink niet bevroeden en het is maar goed ook, want wie weet tot welke gevolgtrek kingen dit aanleiding zou hebben ge geven. Niet dat vrouw Bruinink uit huis klapt, daarvan is tenminste nooit iets gebleken, maar hoe licht zou zij zich tegenover haar dochter iets kun nen laten ontvallen. Nee, het is zo het allerbeste. Daags nadat de jachtheer weer af gereisd is, heeft Beverink in de loop van de namiddag nog even z'n hoofd bij de Lomans om de deur gestoken. Na die bewuste avond heeft hij zo goed kunnen merken, dat hij voor de Lo mans geen vreemde meer is en op alle mogelijke manieren heeft men gepoogd hem dit zo onopvallend mogelijk te la ten merken. Veel praat men er wel niet over dat ligt niet in de lijn van de bevolking maar toch, ze weten nu pas goed, wat ze aan elkander hebben. Hij wordt in alles op de handen gedra gen en ook moeder Loman put zich uit in kleinigheidjes, waarmede ze ver moedt hem een genoegen te bereiden. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1959 | | pagina 5