aar een conflict MEISJES- SWEATERS Buitenland EISENHOWER STEMT Fa. KAPTEIN j3e jaargang Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZÜID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN MEDITATIE „Is dat nu zo erg?" DE BABY'S UITZET COMPLEET MET HANDiGE ZWITSAL BABYSET Fa. C. van Wezel Zonen In ééh nacht Uw handéfti'^ J|aaf en zïiclït TEL 01870-2004-2704 V 'Wokkenl)alers bkdt Urn."f 5^K Vrijdag 7 november 1958 No. 2744 pjUNS HEiroBIKSTBAAT 14 - POSTBOX 8 - VOXiDKLBARmS gedsctie ea Advertentiea uitsluitend Telefoom K 1870—2629 {Tl t ma tvoade Telefoom K 1870—20X7 Ql;o 1S70IO Verschijnt tweenmal per loeek: dinsdag- en vrijdagavond ABONIfEMBNTSPBIJS l.SO PSB KWABTAA:^ AÖVEETENTIEPRIJS 12 cea» p«ï mm. Bg coatracl Epecieal t«7l«l Beschouwing over de huidige situatie in de Ned. Herv. Kerk. pe ontwikkeling van de toestanden ,j verhoudingen, die de Ned. Herv. Ijjtlt sedert de bevrijding en speciaal ja de invoering van de nieuwe Kerk je op 1 mei 1951 heeft doorgemaakt, eft thans aanleiding te over om er 1 diepgaande beschouwing aan te wij- n. Het schijnt namelijk, dat de con- iictsituatie, waarin de kerk al zo lang verkeert, zich nu dusdanig heeft ver werpt, dat rekening gehouden moet ïörden met een botsing tussen de Sy- tode en de Gereformeerden in de Herv. kerk. De kwestie, waarover het thans loopt, is het feit, dat in juni van dit jaar de Generale Synode met 27 tegen 24 stem men het besluit genomen heeft om de vrouw toe te laten tot de kerkelijke in bepaalde gevallen ook tot het predikambt. Deze beslissing heeft name in gereformeerde kringen 1 beroering, droefheid en veront waardiging, maar daarom ook tegen- verwekt. Het Hoofdbestuur van ie Geref. Bond heeft op 13 oktober j.l. in Utrecht een landelijlie vergadering van geestverwante predikanten, ouder lingen en diakenen belegd en daar is laianiem een resolutie aangenomen, die ter kennis van de Synode is gebracht, waarvan de iioofdinhoud deze was: 1, de beslissing jnzake de toelating van de vrouw tot de ambten is recht streeks in strijd met de duidelijke uit spraken van de Heilige Schrift. 2, de Synode heeft welbewust deze uitspraken genegeerd. 3, zij geeft de Ned. Herv. kerk over aan een chaos van meningen. i het besluit kan geen recht op eer biediging doen gelden, zodat de Synode niet op gehoorzaamheid kan rekenen. 5. de Synode wordt verzocht het be sluit in te trekken, daar de gerefor meerden niet in staat zijn tegelijk aan haar en aan Gods Woord te gehoorza- len. De Gereformeerde ambtsdragers la ten hier een zeer positief geluid ho ren. De kern van de resolutie is im mers, dat zij het besluit der Synode naast zich zullen neerleggen en dus weigeren aan de uitvoering ervan en medewerking er aan op enigerlei wijze bij te dragen. Ieder begrijpt, dat deze radicale weigering de kiem bevat voor eea zeer ernstig kerkelijk conflict. De in de Icerk aan de macht zijnde groe pen, die dit besluit hebben doorgedre ven, wisten, dat aanneming ervan door de gereformeerden hoog zou worden opgenomen, want dit was hun tevoren voldoende duidelijk gemaakt. Noch tans hebben zij doorgezet en aangezien liet besluit op wettige wijze in for mele zin is tot stand gekomen, zullen ze waarschijnlijk niet genegen zijn tot terwille van de tegenstan ders. Anderzijds hebben de gerefor meerden zich nu dusdanig positief vastgelegd, dat ze niet meer terug kun nen en dit trouwens ook niet zullen willen. Intussen heeft er reeds vóór boven genoemde vergadering een samenspre- lóng plaats gehad tussen een delegatie van het hoofdbestuur van de Geref. Bond en het Moderamen der Synode, jvaar de eerste de Synode aansprake lijk stelde voor de gevolgen van dit conflict en waar een commissie uit «ide instanties werd toegezegd, die inmiddels reeds is benoemd welke »1 pogen een uitweg uit de impasse te vinden. Het resultaat daarvan zullen "e moeten afwachten. Dat het inderdaad ernst is met de i>ouding van de gereformeerd Her- "ormden, blijkt uit wat de voorzitter van de Geref. Bond, prof. dr. J. Seve- njn, in de „Waarheidsvriend" schreef: «Wij zullen de strijd niet kunnen en "Het mogen ontlopen. Er is maar één ^^S'' n.l. dat wij elkander vinden in een temeenschappeiyk en vastberaden ver- Zo men ziet, is dus door de toelating Van de vrouw tot het ambt een zeer Precaire situatie geschapen voor -de *y. kerk in haar geheel, maar spe- tiaal voor de positie van de gerefor- ™erden. Deze positie is altijd bijzon- °w moeilijk geweest. Zij hebben steeds geleefd temidden van een zonderling wtitingencongiomeraat, in één kerke- Jis.verband met groepen, die in belij- "^s, zelfs van dogmatische hoofdza- 3 diametraal tegenover hen staan. Hun Positie moet doorlopend naar twee na "j ^°'^den afgebakend: enerzijds °»M de kant van de niet-gereformeerde r^Pen in de kerk en de door hen be- wrste Synode, anderzijds naar de niet U1?™^® Gereformeerden, die met rl °*oren tot de „gereformeerde ge- ^ffle Zo hebben zij al langer%an een uw m een dwangpositie gezeten, die jjj'^^an benijdenswaardig was. Zij in o S^^tisch-historisch beschouwd ■exclusieve zin de legitieme leden der .""Tmde Kerk, maar praktisch uit Positie verdrongen door allerlei teil 7°^^® richtingen. Niettemin ach- 1o principiële en praktische Ufn^^ ''iet verantwoord vrijwillig de lijk te verlaten. Het zal duide- liikrt daardoor in de moei- S^ positie verkeren van alle kerke- nen „fu^PS" in Nederland, hetzij bin- H„f .l^uiten de Herv. kerk. Wonrt °*oeft derhalve niemand te ver- onder?"' m het eerste conflict, dat ordp\,°^.werking van de nieuwe kerk- Bieerd uit te breken, de gerefor- v;en,„ "l in de voorste linie staan. Zij en ^,??^^kelijk te leven naar Schrift tek ?.°®nis. De regerende groep in de Qie sterk Barthiaans georiënteerd Daniël nu nam zich voor in zijn hart, dat hü zich niet verontrei nigen zou met de stukken van de spijs des honings, noch met de wijn zijn dranks. Daniël 1 8a Daniël en zijn vrienden, afkomstig uit de hoge kringen van Israël, behoren tot de eersten, die na de overwinning van Babels legerscharen, uit hun va derland worden overgebracht naar de vijandelijke hoofdstad. Ze zullen daar aan het hof van Nebukadnezar moeten verblijven. Hoogst waarschijnlijk is deze Daniël, dan een jongeling van 15 tot 17 jaar. Het ligt in de bedoeling van de koning om deze jongens aan zich te verbinden en hen op te voeden in de geest van Babel, opdat ze later willige werktuigen in Zijn hand zullen zijn. Nu bedient Babel zich niet altijd van geweld, maar ook wel van list. Dat laatste is dikwijls gevaarlijker dan het eerste. Weet U waarom? Omdat wij bij list, niet altijd de uiteindelijke doel stellingen kunnen onderkennen. Het lijkt soms allemaal zo onschul dig. Er worden aanvankelijk dingen ge daan en gevraagd, waarvan wij bij eerste oogopslag zeggen: „Zit daar nu zoveel kwaad in? Is dat nu zo erg?" Wat wordt hier van deze jongens gevraagd en wat wordt met hen ge daan? Ze worden onderwezen „in de spraak der Chaldeën." Hun namen worden veranderd en ze moeten eten en drinken van de spijs en drank des konings. Nu, als dat alles is^ loopt het nogal los, zijn wij geneigd om te denken. Het kon erger. Toch zit hier meer achter, dan op 't eerste gezicht lijkt. De eigen taal moit weg, de taal van Babel moet komen in de plaats van de tale Kanaans. De namen mogen niet langer herin- deren aan de God van Israël, maar nieuwe namen moeten heenwij zen naar de afgoden van Babel. De spijswetten van Jehova moeten buiten werking gezet worden. De maal tijd moet het karakter van een afgo disch sacrament krijgen. Achter dit alles zit dus als doelstel ling: een radicaal breken met God. Dit pogen ziet men door de loop der eeuwen heen zich herhalen. Ook van daag nog. In de landen achter het ijze ren gordijn heel bruut en hier in het westen in verfijnde vorm. De wereld met heel haar cultuur, sport, spel, zang en dans probeert onze jeugd met zoet gefluit in haar macht te krijgen. Zo zien wij haar meer en meer van de Vaderlijke inzettingen ver vreemden. Wereldse gewoonten burge ren in. Kennis der Schriften en der his torie slijt uit. Satan maakt zelfs van de rage van cursussen en diploma's ge bruik om de jeugd een gerede veront schuldiging in de hand te geven zich van catechisaties en verenigingen der kerk te onttrekken. Zo moet, als in de dagen der profeten geklaagd worden: „Mijn volk, gaat verloren omdat het geen kennis heeft." Maardan staan we telkens voor het wonder. Voor het wonder, dat de ware kerk onuitroeibaar blijkt te zijn. Dat God sterker is, dan alle machten der wereld en der afgrond. Dat er zelfs nu nog jonge mensen zijn, die de we reld niet in haar greep krijgt, maar het belijden willen: Ja, U (o Heere Jezus Christus) kiest mijn hart eeuwig tot haar Koning. Een volk, dat zich niet schikt naar Babels wensen. Dat zich niet veront reinigen wil met de stukken van de spijs des konings. Zie, aan zulke chris tenen der anti-these heeft de kerk be hoefte. Christenen, die van nieuws ge boren zijn. Die voor eigen hart en leven iets leerden proeven en smaken van de lief de Christi en uit dit beginsel leerden leven voor hun God. Babels spijs doodt, maar de spijs van Gods Woord maakt lovend. Dat wij die eerste spijs dan meer en meer wijden en als laatste zoeken mogen. Dat wij een leidend le ven piogen kennen, waarin het op klinkt: Leer mij naar Uw wil te hand'len 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len Dirksland C. J. Kesting is, heeft echter een heel andere opvat ting van het Schriftgezag, van de in houd en de functie der belijdenis dan de gereformeerden. De theologie van de z.g. midden-orthodoxie verschilt funda menteel van de reformatorische. Daar uit resulteert ook de controvers over de positie van de vrouw in de kerk. De ge reformeerden beschouwen de uitspra ken van Paulus, zijnde geïnspireerd, als normatief ook voor deze tijd, maar de heterodoxe groepen achten ze z.g. „t;jd- gebonden" en menen er dus vrij tegen over te kunnen staan. Vandaar, dat rij „de vrouw in het ambt" niet in strijd achten met de Schrift. De stemverhouding 27^24 in de Sy node geeft echter geen goed beeld van de richtings ver houdingen. Blijkbaar heeft een aantal synodeleden tegen ge stemd, die geen principiële bezwaren hadden, maar om taktische redenen van mening waren, deze zaak niet te moeten doordrijven. De echte „nieuwe koers-mannen", die de leiding van de kerk in handen hebben en die zeer dy namisch optreden, meenden echter, dat het tijd werd de kerk in deze zin te moderniseren, hetgeen hun, zij het met een zeer kleine meerderheid, is gelukt. Afgezien van de principiële kant van de zaak lijkt het ons niet erg bevorder lijk voor de integratie der richtingen, waarnaar men van die zijde zegt te streven. Integendeel deze kwestie leidt kennelijk tot een steeds verder gaande desintegratie der Hervormde Kerk. De vraag kan gesteld worden of het niet ietwat vreemd is, dat het hoofdbe stuur van de Geref. Bond juist aan deze kwestie zó vergaande consequenties verbindt, dat zij tot een conflict leiden kan, waar er in de Herv. kerk zoveel andere principiële dingen zijn, die bij de gereformeerden ernstig protest wek ken. Eerlijk gezegd heb ik mij daar over inderdaad verwonderd. Naar mijn mening waren er in het verleden en zijn er in het heden zoveel andere kwesties van veel groter importantie, waaromtrent nimmer op zo radicale wijze als hier het „non possumus" heeft geklonken, dat er toch wel van enige bevreemding sprake mag zijn. Wie de historie van de Herv. Kerk kent, die weet, dat sedert 1816, toen de beruchte Synodale Organisatie werd opgelegd, er permanent zulk een overvloedige hoeveelheid conflictstof is geweest, dat er periodiek conflicten uitbraken, waar van de Afscheiding van 1834 en de Do leantie van 1886 wel de voornaamste waren. Gedurende meer dan 130 jaar heeft de Syn. Organisatie haar tyran- nieke heerschappij gevoerd over de Kerk der Belijdenis, ondanks de aan vallen, die Molenaar, Da Costa, De Cock, Groen van Prinsterer, Kuyper, Hoedemaker en Visscher op haar richt ten. Zij kon dat doen, omdat de onge reformeerde richtingen steeds verre in de meerderheid waren. Honderd jaar geleden waren de modernen opper machtig en later waren 't de ethischen, die in bond met de vrijzinnigen, de la kens uitdeelden. En na de invoering van de nieuwe Kerkorde is de situatie er principieel niet op verbeterd, maar m.i. nog verslechterd. Thans heeft de mid den-orthodoxie het heft in handen en deze voert een kerkelijke politiek, die onder de Syn. Org. niet mogelijk was. Immers de S.O. werkte slechts formeel en bemoeide zich niet met belijdenis zaken. Zij bestuurde en administreer de. Maar de huidige organisatie met aan te top de Generale Synode is na 1945 direct begonnen de Kerk te doen „spreken". Zy geeft op haar manier principiële leiding. Maar het was te voorzien, dat er lOOVe kans was, dat dit spreken niet gereformeerd zou zqn. En het is dan ook zó geworden, dat thans de stem der kerk identiek is met de stem der middengroep. De gereformeerden in de Herv. kerk hebben na 1816 over de tijd daar vóór spreken we niet steeds in een minderheidspositie verkeepd. Thans be schikt de Geref. Bondsrichting over on geveer 300 van de ruim 2000 predi- kantsplaatsen, d.i. Ve of Vt deel. Dat was 40 jaar geleden ook al zo. Zij heeft dus tal van maatregelen moeten slikken, die zij principieel verwierp. Het is ook voorgekomen toen ds. van Grieken de leiding had van de Geref. Bond dat zij het Reglement op de Predikantstraktementen met de beruch te Raad van Beheer en de invoering van het actief vrouwenkiesrecht accep teerde! En toen na de bevrijding de nieuwe kerkorde moest worden inge voerd, stonden zeer veel geref. bonds predikanten er niet onsympathiek te genover. Zij zagen blijkbaar de conse quenties niet van de „nieuwe koers". Ik heb daar steeds tegen gewaarschuwd maar vond in eigen kring soms heftige bestrijding. Men behoefde destijds heus geen profeet te zijn om te kunnen voor spellen, dat de zeer dynamisch optre dende nieuwe kerkleiding allerlei maat regelen zou nemen en uitspraken zou doen, waardoor de gereformeerden in een principieel steeds moeilijker posi tie zouden komen. Dit is ook inder daad gebeurd. Er is een hele serie din gen op te noemen, die duidelijk in strijd zijn met Schrift, belijdenis of gerefor meerde opvatting, maar die kerkorde- lijk rechtsgeldig zijn of in elk geval worden doorgezet; het totaal ontbreken van enige leertucht, de vaagheid van art. X der Kerkorde, waardoor prak tisch de gereformeerde belijdenisge schriften op non-aktiviteit staan, de inschakeling der vrijzinnigen, de rela tivistische modaliteitenvisie, het mid den-orthodoxe ideaal der „Christus- belijdende volkskerk" met zijn open kerkbegrip, de prioriteit van het apos tolaat boven het „bewaren" der ge meente, de eenzijdige benoemingen met name van theologische professoren, het overspannen raden-systeem, de zeer eenzijdige synodale pers, de uitzendin gen van het I.K.O.R., de Herderlijke Schrijvers etc, die vrijwel steeds er gernis geven en verwarring stichten, de doorbraak-mentaliteit bij vele voor mannen, de schoolpolitiek der Synode (denk aan Hardegarijp) enz. Door mid del van al deze dingen wordt een ker kelijke politiek gevoerd, die de grond slagen der kerk verandert, de belijdenis verkracht, het chr. onderwijs onder mijnt en het kerkpubliek poogt te be ïnvloeden in socialistische zin. Stelt men de totaliteit van dit neo-hervormd systeem, dat beoogt de Herv. kerk te maken tot een speciaal zwak-dogma tisch christelijk volkskerktype naast de kwestie van „de vrouw in het ambt", dan kan het, dunkt mij, niet twijfel achtig zijn, dat de laatste slechts een klein onderdeel is van het huidige pro bleem der Ned. Herv. kerk, zoals dit zich aan de gereformeerden voordoet en m.i. zeker niet het belangrijkste. Het is slechts een symptoom van het alge mene streven der bovendrijvende par tij. Ik vind de permanente beïnvloe ding van het kerkelijk leven en van het kerkvolk in de geest, zoals dit van bo venaf geschiedt, waarbij niet alleen de theologie in het geding is, maar ook ge poogd wordt op voorzichtige wijze het christelijk organisatieleven in de poli tiek, de school, de radio, de vakbewe ging, de pers etc. dubieus te stellen en daardoor af te breken, veel gevaarlij ker. Mijn bedoeling kan ik misschien het best aldus concretiseren: onze ambts dragers kunnen in kerkelijk verband om des gewetens wil niet ambtelijk in enigerlei relatie treden tot een vrouw, die in een ambt gesteld is. Maar kun nen zij dit wel met vrijzinnige ambts dragers? Dit geschiedt toch in vele col leges. Zo is m.i. de kwestie principieel gesteld. En dan spreek ik als mijn me ning uit, dat de resolutie van de Geref. Bond inzake de vrouw een juiste en moedige daad is, maar ook, dat hij het zelfde „non posstmius" moet stellen tegenover het geheel der synodale po litiek. 's-Gr. v. E. De nieuwste NYLON VELOURETTE (Spun gold) met „finishing touch". MÏDDELHARNIS De Nobelprös De jaarlijkse uitreiking van de No belprijzen voor prestaties op weten schappelijk of cultureel terrein zou geen plaats krijgen in een buitenlands overzicht, ware het niet dat om een van die prijzen een politiek tumult was ont staan. De Nobelprijs voor letterkunde was dit jaar toegekend aan de Russische schrijver Boris Pasternak voor zijn boek „Dokter Zjiwago". Dit boek mocht indertijd niet in de Sowejet-Unie ver schijnen, omdat het anti-communis tische tendenzen had. De toekenning van de Nobelprijs, juist voor dit werk, werd dus door Rusland uitgelegd als een „vijandige daad" van het Westen. De Russische bond van letterkundigen, die vanzelfsprekend sterk onder invloed van het regiem staat, royeerde Pas ternak als lid, omdat hem de hoge on derscheiding ten deel was gevallen. Aanvankelijk had Pasternak de prijs aanvaard. Voor de uitreiking ervan zou hij zich echter naar Stolkholm moeten begeven (de Nobelprijzen wor den toegekend door de Zweedse Aca demie van wetenschappen) en het zag er niet naar uit, dat Pasternak een vi sum zou krijgen om de Sowjet-Unie te verlaten. Toen hij bemerkte dat hem een visum zou worden geweigerd en dat de publieke opinie zich tegen hem keerde, heeft hij besloten voor de on derscheiding te bedanken. Hij is dus bezweken voor de politieke druk, die het Sowjet- régime op hem uitoefende. Later heeft hij een soort smeekschrift tot Chroestjow gericht om hem toch het land niet uit te wijzen. Door het rumoer dat in Oost en West om deze zaak is ontstaan, zijn opnieuw vele ogen geopend voor de totaal andere verhoudingen, waaronder men achter het IJzeren Gordijn moet leven en wer ken. De Nobelprijs is een onderschei ding op het terrein van de wetenschap (in dit geval de kunst) en in het Wes ten is het het recht van de kunstenaar, zijn eigen gevoelens op de hem eigen wijze weer te geven. Maar in totalitaire staten dient de kunst aan de staatsbe langen onderworpen te zijn. De kunste naar heeft alleen maar de communis tische idee te verbreiden; doet hij dat niet, dan is hij „staatsgevaarlijk". In dat licht gezien verwondert het ons niet dat een opstand tegen dictatuur meestal begint bij journalisten en schrijvers (denk aan de opstand in Hongarije, nu juist twee jaar geleden). Een waar kun stenaar laat nu eenmaal zijn talent niet aan banden leggen door de regering of de staat! Pasternak heeft „vrijwillig" de on derscheiding afgewezen; dat betekent, dat hij het conflict met de Russische staat niet aandurft. (Hoewel hem na melijk later werd medegedeeld, dat hem niets in de weg zou worden ge- KOWNIIiEeN.v.AMiltKDAM Medicinale handcrème In de Verenigde Staten zijn dinsdag verkiezingen gehouden voor de Senaat en het huis van afgevaardigden. Deze foto laatz ien hoe President Eisenhouwer zijn stem uitbracht te Gettys burg, in aanwezigheid van de Republikein Earl Pitzer (links) legd, wanneer hij het land tijdelijk of voorgoed zou willen verlaten, heeft hij besloten in Rusland te blijven). Maar het geval zelf is een teken aan de wand. Ondanks de ontluistering van Stalin en de daarop gevolgde ontspanning, is er in de Sowj et-Unie nog weinig ver anderd. De voor ons vanzelfsprekende vrijheden zijn voor de volken achter het IJzeren Gordijn volkomen onbe kend. Het is een wereld, waarin zelfs denken en spreken van hogerhand wor den gecontroleerd en dus een wereld, waarin nóch de kunstenaar, nóch de gewone burger kan leven. De liritiek van Montgomery Hèt heeft er de schijn van dat de li teratuur in de hedendaagse politiek een woordje gaat meespreken, want een ander boek heeft in het Westen stof doen opwaaien. Het zijn de „Mémoires" van de Britse veldmaarschalk Montgo mery, dezer dagen verschenen. De ge neraal heeft kortgeleden de dienst ver laten als plaatsvervangend opperbevel hebber van de N.A.V.O. Naar het voor beeld van Churchill heeft hij nu zijn ervaringen van de tweede wereldoorlog schriftelijk vastgelegd. Het eerste deel van deze herinneringen is juist uitge komen. Bovendien heeft hij voor een gehoor van hoge militaire autoriteiten een lezing gehouden over de organisatie en de politiek van de N.A.V.O.' En ten slotte zal hij voor de Britse televisie een achttal lezingen houden over zijn campagne in de oorlog. Bij de beoordeling van Montgomery's werk moeten we voor ogen houden dat de ons zo bekende generaal een man is, die altijd en op alles kritiek heeft, iemand, die permanent in de oppositie is. Bovendien iemand van de oude gar de, die nog gelooft in de oude opvoe dingsmethode van strafwerk en een pak slaag! En wat de generaal het meest typeert hij is buitengewoon gevoelig voor persoonlijke roem en, zoals men dat zegt, hij heeft het nogal, met zich zelf getroffen! Zijn succesvolle carrière in de oorlog is daaraan natuurlijk niet vreemd. Doch afgezien van deze minder pret tige karaktertrekken menen we toch, dat hij, èn in zijn Memoires over de oorlog, èn in zijn kritiek op de N.A.V.O. niet helemaal ongelijk heeft. Wat de oorlog betreft, bij meningsverschillen over de strategie tussen hem en Eisen hower bleek later meestal, dat hij het bij het rechte eind had. En over de N.A.V.O. zegt hij dingen, die de moeite waard zijn, o.a. dat het een zwaar-be laste organisatie is met veel te veel stafpersoneel en commissies. Het is al les te uitvoerig om hier juist te wor den weergegeven, maar de grijze staats man Churchill geeft hem in vele din gen gelijk. Het spreekt vanzelf, dat een man met zo'n kijk op het verleden de blik ook op de toekomst richt. Montgomery is de mening toegedaan dat de strijd tegen het communisme zich voorlopig meer in Azië dan in Europa zal afspe len en dan niet op militair, maar op politiek en economisch terrein. Ook waarschuwt hij tegen overschatting van kernwapens en tegen ondersjhatting van de conventionele bewapening. Dat deze kritiek in het politieke vlak ligt, blijkt genoeg uit het feit, dat Montgomery niet alleen in Engeland, maar ook in andere landen de socialis ten tegen zich in het harnas heeft ge jaagd. Door zijn kritiek op Amerika, en met name op president Eisenhower, is er ook in de Verenigde Staten deining om deze zaak ontstaan. België De Belgische premier Eyskens heeft aan koning Boudewijn het ontslag van de regering aangeboden. Dit kabinet ANNO 1870 Alleenverkoop van de bekende GLORIA PORT en ds nieuwe ESMERALDO WIJNEN heeft slechts vier maanden geregeerd. Het was haast onmogelijk met dit ka binet te regeren, daar het op een zeer kleine meerderheid in het parlement steunde een samenwerking tussen de Chr. Volkspartij (R.K.) en de liberalen. De Roomsen waren bovendien onte vreden over het beleid van de premier, die naar hun mening de liberalen te veel macht geeft. De roomsen zijn doodsbang voor een liberale minister van onderwijs, omdat daardoor het schoolvraagstuk nog ingewikkelder zou worden dan het nu al is. De liberalen en de socialisten in België haten de monopolie-positie van de Roomse scho len en doen hun uiterste best om het Roomse onderwijs aan banden te leg gen. Waarschijnlijk zal België nu een re gering van 18 ministers krijgen inplaats van één van 16. Daardoor kan de Chr. V.P. op tweederde meerderheid in het parlement rekenen. Eyskens hoopt bin nen een week een nieuwe regering te vormen. Amerika In Amerika zijn dinsdag de verkie zingen gehouden voor de samenstelling van het Congres. De opkomst van de kiezers (er is in de Verenigde Staten geen stemplicht) ging alle verwachtin gen te boven. Er zijn in Amerika 76 miljoen stemgerechtigden, waarvan er ongeveer 50 miljoen aan de verkiezin gen hebben deelgenomen. De verkiezingen gingen om 33 se naatszetels, 432 zetels in het Huis van Afgevaardigden en 32 gouverneurspos ten. Uit de eerste uitslagen (de volledige uitslagen zijn op het ogenblik, dat we dit schrijven, nog niet bekend) blijkt dat de democraten een overwinning geboekt hebben. Het ziet er naar uit, dat de ster van de republikeinen bezig is te verbleken. Men schrijft dit toe aan ontevredenheid over de economische achteruitgang.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1958 | | pagina 1