aar een conflict
MEISJES-
SWEATERS
Buitenland
EISENHOWER STEMT
Fa. KAPTEIN
j3e jaargang
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZÜID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
MEDITATIE
„Is dat nu zo erg?"
DE
BABY'S UITZET COMPLEET MET
HANDiGE ZWITSAL BABYSET
Fa. C. van Wezel Zonen
In ééh nacht
Uw handéfti'^
J|aaf en zïiclït
TEL 01870-2004-2704
V
'Wokkenl)alers
bkdt Urn."f 5^K
Vrijdag 7 november 1958
No. 2744
pjUNS HEiroBIKSTBAAT 14 - POSTBOX 8 - VOXiDKLBARmS
gedsctie ea Advertentiea uitsluitend Telefoom K 1870—2629
{Tl t ma tvoade Telefoom K 1870—20X7 Ql;o 1S70IO
Verschijnt tweenmal per loeek: dinsdag- en vrijdagavond
ABONIfEMBNTSPBIJS l.SO PSB KWABTAA:^
AÖVEETENTIEPRIJS 12 cea» p«ï mm.
Bg coatracl Epecieal t«7l«l
Beschouwing over de huidige
situatie in de Ned. Herv. Kerk.
pe ontwikkeling van de toestanden
,j verhoudingen, die de Ned. Herv.
Ijjtlt sedert de bevrijding en speciaal
ja de invoering van de nieuwe Kerk
je op 1 mei 1951 heeft doorgemaakt,
eft thans aanleiding te over om er
1 diepgaande beschouwing aan te wij-
n. Het schijnt namelijk, dat de con-
iictsituatie, waarin de kerk al zo lang
verkeert, zich nu dusdanig heeft ver
werpt, dat rekening gehouden moet
ïörden met een botsing tussen de Sy-
tode en de Gereformeerden in de Herv.
kerk.
De kwestie, waarover het thans loopt,
is het feit, dat in juni van dit jaar de
Generale Synode met 27 tegen 24 stem
men het besluit genomen heeft om de
vrouw toe te laten tot de kerkelijke
in bepaalde gevallen ook tot
het predikambt. Deze beslissing heeft
name in gereformeerde kringen
1 beroering, droefheid en veront
waardiging, maar daarom ook tegen-
verwekt. Het Hoofdbestuur van
ie Geref. Bond heeft op 13 oktober j.l.
in Utrecht een landelijlie vergadering
van geestverwante predikanten, ouder
lingen en diakenen belegd en daar is
laianiem een resolutie aangenomen, die
ter kennis van de Synode is gebracht,
waarvan de iioofdinhoud deze was:
1, de beslissing jnzake de toelating
van de vrouw tot de ambten is recht
streeks in strijd met de duidelijke uit
spraken van de Heilige Schrift.
2, de Synode heeft welbewust deze
uitspraken genegeerd.
3, zij geeft de Ned. Herv. kerk over
aan een chaos van meningen.
i het besluit kan geen recht op eer
biediging doen gelden, zodat de Synode
niet op gehoorzaamheid kan rekenen.
5. de Synode wordt verzocht het be
sluit in te trekken, daar de gerefor
meerden niet in staat zijn tegelijk aan
haar en aan Gods Woord te gehoorza-
len.
De Gereformeerde ambtsdragers la
ten hier een zeer positief geluid ho
ren. De kern van de resolutie is im
mers, dat zij het besluit der Synode
naast zich zullen neerleggen en dus
weigeren aan de uitvoering ervan en
medewerking er aan op enigerlei wijze
bij te dragen. Ieder begrijpt, dat deze
radicale weigering de kiem bevat voor
eea zeer ernstig kerkelijk conflict. De
in de Icerk aan de macht zijnde groe
pen, die dit besluit hebben doorgedre
ven, wisten, dat aanneming ervan door
de gereformeerden hoog zou worden
opgenomen, want dit was hun tevoren
voldoende duidelijk gemaakt. Noch
tans hebben zij doorgezet en aangezien
liet besluit op wettige wijze in for
mele zin is tot stand gekomen, zullen
ze waarschijnlijk niet genegen zijn tot
terwille van de tegenstan
ders. Anderzijds hebben de gerefor
meerden zich nu dusdanig positief
vastgelegd, dat ze niet meer terug kun
nen en dit trouwens ook niet zullen
willen.
Intussen heeft er reeds vóór boven
genoemde vergadering een samenspre-
lóng plaats gehad tussen een delegatie
van het hoofdbestuur van de Geref.
Bond en het Moderamen der Synode,
jvaar de eerste de Synode aansprake
lijk stelde voor de gevolgen van dit
conflict en waar een commissie uit
«ide instanties werd toegezegd, die
inmiddels reeds is benoemd welke
»1 pogen een uitweg uit de impasse te
vinden. Het resultaat daarvan zullen
"e moeten afwachten.
Dat het inderdaad ernst is met de
i>ouding van de gereformeerd Her-
"ormden, blijkt uit wat de voorzitter
van de Geref. Bond, prof. dr. J. Seve-
njn, in de „Waarheidsvriend" schreef:
«Wij zullen de strijd niet kunnen en
"Het mogen ontlopen. Er is maar één
^^S'' n.l. dat wij elkander vinden in een
temeenschappeiyk en vastberaden ver-
Zo men ziet, is dus door de toelating
Van de vrouw tot het ambt een zeer
Precaire situatie geschapen voor -de
*y. kerk in haar geheel, maar spe-
tiaal voor de positie van de gerefor-
™erden. Deze positie is altijd bijzon-
°w moeilijk geweest. Zij hebben steeds
geleefd temidden van een zonderling
wtitingencongiomeraat, in één kerke-
Jis.verband met groepen, die in belij-
"^s, zelfs van dogmatische hoofdza-
3 diametraal tegenover hen staan.
Hun
Positie moet doorlopend naar twee
na "j ^°'^den afgebakend: enerzijds
°»M de kant van de niet-gereformeerde
r^Pen in de kerk en de door hen be-
wrste Synode, anderzijds naar de niet
U1?™^® Gereformeerden, die met
rl °*oren tot de „gereformeerde ge-
^ffle Zo hebben zij al langer%an een
uw m een dwangpositie gezeten, die
jjj'^^an benijdenswaardig was. Zij
in o S^^tisch-historisch beschouwd
■exclusieve zin de legitieme leden der
.""Tmde Kerk, maar praktisch uit
Positie verdrongen door allerlei
teil 7°^^® richtingen. Niettemin ach-
1o principiële en praktische
Ufn^^ ''iet verantwoord vrijwillig de
lijk te verlaten. Het zal duide-
liikrt daardoor in de moei-
S^ positie verkeren van alle kerke-
nen „fu^PS" in Nederland, hetzij bin-
H„f .l^uiten de Herv. kerk.
Wonrt °*oeft derhalve niemand te ver-
onder?"' m het eerste conflict, dat
ordp\,°^.werking van de nieuwe kerk-
Bieerd uit te breken, de gerefor-
v;en,„ "l in de voorste linie staan. Zij
en ^,??^^kelijk te leven naar Schrift
tek ?.°®nis. De regerende groep in de
Qie sterk Barthiaans georiënteerd
Daniël nu nam zich voor in zijn
hart, dat hü zich niet verontrei
nigen zou met de stukken van
de spijs des honings, noch met de
wijn zijn dranks.
Daniël 1 8a
Daniël en zijn vrienden, afkomstig
uit de hoge kringen van Israël, behoren
tot de eersten, die na de overwinning
van Babels legerscharen, uit hun va
derland worden overgebracht naar de
vijandelijke hoofdstad. Ze zullen daar
aan het hof van Nebukadnezar moeten
verblijven. Hoogst waarschijnlijk is
deze Daniël, dan een jongeling van 15
tot 17 jaar. Het ligt in de bedoeling
van de koning om deze jongens aan
zich te verbinden en hen op te voeden
in de geest van Babel, opdat ze later
willige werktuigen in Zijn hand zullen
zijn. Nu bedient Babel zich niet altijd
van geweld, maar ook wel van list. Dat
laatste is dikwijls gevaarlijker dan het
eerste. Weet U waarom? Omdat wij bij
list, niet altijd de uiteindelijke doel
stellingen kunnen onderkennen.
Het lijkt soms allemaal zo onschul
dig. Er worden aanvankelijk dingen ge
daan en gevraagd, waarvan wij bij
eerste oogopslag zeggen: „Zit daar nu
zoveel kwaad in? Is dat nu zo erg?"
Wat wordt hier van deze jongens
gevraagd en wat wordt met hen ge
daan?
Ze worden onderwezen „in de spraak
der Chaldeën."
Hun namen worden veranderd en ze
moeten eten en drinken van de spijs en
drank des konings.
Nu, als dat alles is^ loopt het nogal
los, zijn wij geneigd om te denken. Het
kon erger.
Toch zit hier meer achter, dan op 't
eerste gezicht lijkt. De eigen taal moit
weg, de taal van Babel moet komen
in de plaats van de tale Kanaans.
De namen mogen niet langer herin-
deren aan de God van Israël, maar
nieuwe namen moeten heenwij zen
naar de afgoden van Babel.
De spijswetten van Jehova moeten
buiten werking gezet worden. De maal
tijd moet het karakter van een afgo
disch sacrament krijgen.
Achter dit alles zit dus als doelstel
ling: een radicaal breken met God.
Dit pogen ziet men door de loop der
eeuwen heen zich herhalen. Ook van
daag nog. In de landen achter het ijze
ren gordijn heel bruut en hier in het
westen in verfijnde vorm.
De wereld met heel haar cultuur,
sport, spel, zang en dans probeert onze
jeugd met zoet gefluit in haar macht te
krijgen. Zo zien wij haar meer en meer
van de Vaderlijke inzettingen ver
vreemden. Wereldse gewoonten burge
ren in. Kennis der Schriften en der his
torie slijt uit. Satan maakt zelfs van de
rage van cursussen en diploma's ge
bruik om de jeugd een gerede veront
schuldiging in de hand te geven zich
van catechisaties en verenigingen der
kerk te onttrekken. Zo moet, als in de
dagen der profeten geklaagd worden:
„Mijn volk, gaat verloren omdat het
geen kennis heeft."
Maardan staan we telkens voor
het wonder. Voor het wonder, dat de
ware kerk onuitroeibaar blijkt te zijn.
Dat God sterker is, dan alle machten
der wereld en der afgrond. Dat er zelfs
nu nog jonge mensen zijn, die de we
reld niet in haar greep krijgt, maar
het belijden willen: Ja, U (o Heere
Jezus Christus) kiest mijn hart eeuwig
tot haar Koning.
Een volk, dat zich niet schikt naar
Babels wensen. Dat zich niet veront
reinigen wil met de stukken van de
spijs des konings. Zie, aan zulke chris
tenen der anti-these heeft de kerk be
hoefte. Christenen, die van nieuws ge
boren zijn.
Die voor eigen hart en leven iets
leerden proeven en smaken van de lief
de Christi en uit dit beginsel leerden
leven voor hun God. Babels spijs doodt,
maar de spijs van Gods Woord maakt
lovend. Dat wij die eerste spijs dan
meer en meer wijden en als laatste
zoeken mogen. Dat wij een leidend le
ven piogen kennen, waarin het op
klinkt:
Leer mij naar Uw wil te hand'len
'k Zal dan in Uw waarheid
wand'len
Dirksland
C. J. Kesting
is, heeft echter een heel andere opvat
ting van het Schriftgezag, van de in
houd en de functie der belijdenis dan
de gereformeerden. De theologie van de
z.g. midden-orthodoxie verschilt funda
menteel van de reformatorische. Daar
uit resulteert ook de controvers over de
positie van de vrouw in de kerk. De ge
reformeerden beschouwen de uitspra
ken van Paulus, zijnde geïnspireerd, als
normatief ook voor deze tijd, maar de
heterodoxe groepen achten ze z.g. „t;jd-
gebonden" en menen er dus vrij tegen
over te kunnen staan. Vandaar, dat rij
„de vrouw in het ambt" niet in strijd
achten met de Schrift.
De stemverhouding 27^24 in de Sy
node geeft echter geen goed beeld van
de richtings ver houdingen. Blijkbaar
heeft een aantal synodeleden tegen ge
stemd, die geen principiële bezwaren
hadden, maar om taktische redenen
van mening waren, deze zaak niet te
moeten doordrijven. De echte „nieuwe
koers-mannen", die de leiding van de
kerk in handen hebben en die zeer dy
namisch optreden, meenden echter, dat
het tijd werd de kerk in deze zin te
moderniseren, hetgeen hun, zij het met
een zeer kleine meerderheid, is gelukt.
Afgezien van de principiële kant van
de zaak lijkt het ons niet erg bevorder
lijk voor de integratie der richtingen,
waarnaar men van die zijde zegt te
streven. Integendeel deze kwestie leidt
kennelijk tot een steeds verder gaande
desintegratie der Hervormde Kerk.
De vraag kan gesteld worden of het
niet ietwat vreemd is, dat het hoofdbe
stuur van de Geref. Bond juist aan deze
kwestie zó vergaande consequenties
verbindt, dat zij tot een conflict leiden
kan, waar er in de Herv. kerk zoveel
andere principiële dingen zijn, die bij
de gereformeerden ernstig protest wek
ken. Eerlijk gezegd heb ik mij daar
over inderdaad verwonderd. Naar mijn
mening waren er in het verleden en
zijn er in het heden zoveel andere
kwesties van veel groter importantie,
waaromtrent nimmer op zo radicale
wijze als hier het „non possumus" heeft
geklonken, dat er toch wel van enige
bevreemding sprake mag zijn. Wie de
historie van de Herv. Kerk kent, die
weet, dat sedert 1816, toen de beruchte
Synodale Organisatie werd opgelegd,
er permanent zulk een overvloedige
hoeveelheid conflictstof is geweest, dat
er periodiek conflicten uitbraken, waar
van de Afscheiding van 1834 en de Do
leantie van 1886 wel de voornaamste
waren. Gedurende meer dan 130 jaar
heeft de Syn. Organisatie haar tyran-
nieke heerschappij gevoerd over de
Kerk der Belijdenis, ondanks de aan
vallen, die Molenaar, Da Costa, De
Cock, Groen van Prinsterer, Kuyper,
Hoedemaker en Visscher op haar richt
ten. Zij kon dat doen, omdat de onge
reformeerde richtingen steeds verre in
de meerderheid waren. Honderd jaar
geleden waren de modernen opper
machtig en later waren 't de ethischen,
die in bond met de vrijzinnigen, de la
kens uitdeelden. En na de invoering van
de nieuwe Kerkorde is de situatie er
principieel niet op verbeterd, maar m.i.
nog verslechterd. Thans heeft de mid
den-orthodoxie het heft in handen en
deze voert een kerkelijke politiek, die
onder de Syn. Org. niet mogelijk was.
Immers de S.O. werkte slechts formeel
en bemoeide zich niet met belijdenis
zaken. Zij bestuurde en administreer
de. Maar de huidige organisatie met
aan te top de Generale Synode is na
1945 direct begonnen de Kerk te doen
„spreken". Zy geeft op haar manier
principiële leiding. Maar het was te
voorzien, dat er lOOVe kans was, dat dit
spreken niet gereformeerd zou zqn. En
het is dan ook zó geworden, dat thans
de stem der kerk identiek is met de
stem der middengroep.
De gereformeerden in de Herv. kerk
hebben na 1816 over de tijd daar
vóór spreken we niet steeds in een
minderheidspositie verkeepd. Thans be
schikt de Geref. Bondsrichting over on
geveer 300 van de ruim 2000 predi-
kantsplaatsen, d.i. Ve of Vt deel. Dat
was 40 jaar geleden ook al zo. Zij
heeft dus tal van maatregelen moeten
slikken, die zij principieel verwierp.
Het is ook voorgekomen toen ds. van
Grieken de leiding had van de Geref.
Bond dat zij het Reglement op de
Predikantstraktementen met de beruch
te Raad van Beheer en de invoering
van het actief vrouwenkiesrecht accep
teerde! En toen na de bevrijding de
nieuwe kerkorde moest worden inge
voerd, stonden zeer veel geref. bonds
predikanten er niet onsympathiek te
genover. Zij zagen blijkbaar de conse
quenties niet van de „nieuwe koers".
Ik heb daar steeds tegen gewaarschuwd
maar vond in eigen kring soms heftige
bestrijding. Men behoefde destijds heus
geen profeet te zijn om te kunnen voor
spellen, dat de zeer dynamisch optre
dende nieuwe kerkleiding allerlei maat
regelen zou nemen en uitspraken zou
doen, waardoor de gereformeerden in
een principieel steeds moeilijker posi
tie zouden komen. Dit is ook inder
daad gebeurd. Er is een hele serie din
gen op te noemen, die duidelijk in strijd
zijn met Schrift, belijdenis of gerefor
meerde opvatting, maar die kerkorde-
lijk rechtsgeldig zijn of in elk geval
worden doorgezet; het totaal ontbreken
van enige leertucht, de vaagheid van
art. X der Kerkorde, waardoor prak
tisch de gereformeerde belijdenisge
schriften op non-aktiviteit staan, de
inschakeling der vrijzinnigen, de rela
tivistische modaliteitenvisie, het mid
den-orthodoxe ideaal der „Christus-
belijdende volkskerk" met zijn open
kerkbegrip, de prioriteit van het apos
tolaat boven het „bewaren" der ge
meente, de eenzijdige benoemingen met
name van theologische professoren, het
overspannen raden-systeem, de zeer
eenzijdige synodale pers, de uitzendin
gen van het I.K.O.R., de Herderlijke
Schrijvers etc, die vrijwel steeds er
gernis geven en verwarring stichten,
de doorbraak-mentaliteit bij vele voor
mannen, de schoolpolitiek der Synode
(denk aan Hardegarijp) enz. Door mid
del van al deze dingen wordt een ker
kelijke politiek gevoerd, die de grond
slagen der kerk verandert, de belijdenis
verkracht, het chr. onderwijs onder
mijnt en het kerkpubliek poogt te be
ïnvloeden in socialistische zin. Stelt
men de totaliteit van dit neo-hervormd
systeem, dat beoogt de Herv. kerk te
maken tot een speciaal zwak-dogma
tisch christelijk volkskerktype naast de
kwestie van „de vrouw in het ambt",
dan kan het, dunkt mij, niet twijfel
achtig zijn, dat de laatste slechts een
klein onderdeel is van het huidige pro
bleem der Ned. Herv. kerk, zoals dit
zich aan de gereformeerden voordoet
en m.i. zeker niet het belangrijkste. Het
is slechts een symptoom van het alge
mene streven der bovendrijvende par
tij. Ik vind de permanente beïnvloe
ding van het kerkelijk leven en van het
kerkvolk in de geest, zoals dit van bo
venaf geschiedt, waarbij niet alleen de
theologie in het geding is, maar ook ge
poogd wordt op voorzichtige wijze het
christelijk organisatieleven in de poli
tiek, de school, de radio, de vakbewe
ging, de pers etc. dubieus te stellen en
daardoor af te breken, veel gevaarlij
ker.
Mijn bedoeling kan ik misschien het
best aldus concretiseren: onze ambts
dragers kunnen in kerkelijk verband
om des gewetens wil niet ambtelijk in
enigerlei relatie treden tot een vrouw,
die in een ambt gesteld is. Maar kun
nen zij dit wel met vrijzinnige ambts
dragers? Dit geschiedt toch in vele col
leges. Zo is m.i. de kwestie principieel
gesteld. En dan spreek ik als mijn me
ning uit, dat de resolutie van de Geref.
Bond inzake de vrouw een juiste en
moedige daad is, maar ook, dat hij het
zelfde „non posstmius" moet stellen
tegenover het geheel der synodale po
litiek.
's-Gr. v. E.
De nieuwste
NYLON VELOURETTE
(Spun gold)
met „finishing touch".
MÏDDELHARNIS
De Nobelprös
De jaarlijkse uitreiking van de No
belprijzen voor prestaties op weten
schappelijk of cultureel terrein zou
geen plaats krijgen in een buitenlands
overzicht, ware het niet dat om een van
die prijzen een politiek tumult was ont
staan.
De Nobelprijs voor letterkunde was
dit jaar toegekend aan de Russische
schrijver Boris Pasternak voor zijn
boek „Dokter Zjiwago". Dit boek mocht
indertijd niet in de Sowejet-Unie ver
schijnen, omdat het anti-communis
tische tendenzen had. De toekenning
van de Nobelprijs, juist voor dit werk,
werd dus door Rusland uitgelegd als
een „vijandige daad" van het Westen.
De Russische bond van letterkundigen,
die vanzelfsprekend sterk onder invloed
van het regiem staat, royeerde Pas
ternak als lid, omdat hem de hoge on
derscheiding ten deel was gevallen.
Aanvankelijk had Pasternak de prijs
aanvaard. Voor de uitreiking ervan
zou hij zich echter naar Stolkholm
moeten begeven (de Nobelprijzen wor
den toegekend door de Zweedse Aca
demie van wetenschappen) en het zag
er niet naar uit, dat Pasternak een vi
sum zou krijgen om de Sowjet-Unie te
verlaten. Toen hij bemerkte dat hem
een visum zou worden geweigerd en
dat de publieke opinie zich tegen hem
keerde, heeft hij besloten voor de on
derscheiding te bedanken. Hij is dus
bezweken voor de politieke druk, die
het Sowjet- régime op hem uitoefende.
Later heeft hij een soort smeekschrift
tot Chroestjow gericht om hem toch
het land niet uit te wijzen.
Door het rumoer dat in Oost en West
om deze zaak is ontstaan, zijn opnieuw
vele ogen geopend voor de totaal andere
verhoudingen, waaronder men achter
het IJzeren Gordijn moet leven en wer
ken. De Nobelprijs is een onderschei
ding op het terrein van de wetenschap
(in dit geval de kunst) en in het Wes
ten is het het recht van de kunstenaar,
zijn eigen gevoelens op de hem eigen
wijze weer te geven. Maar in totalitaire
staten dient de kunst aan de staatsbe
langen onderworpen te zijn. De kunste
naar heeft alleen maar de communis
tische idee te verbreiden; doet hij dat
niet, dan is hij „staatsgevaarlijk". In
dat licht gezien verwondert het ons niet
dat een opstand tegen dictatuur meestal
begint bij journalisten en schrijvers
(denk aan de opstand in Hongarije, nu
juist twee jaar geleden). Een waar kun
stenaar laat nu eenmaal zijn talent niet
aan banden leggen door de regering of
de staat!
Pasternak heeft „vrijwillig" de on
derscheiding afgewezen; dat betekent,
dat hij het conflict met de Russische
staat niet aandurft. (Hoewel hem na
melijk later werd medegedeeld, dat
hem niets in de weg zou worden ge-
KOWNIIiEeN.v.AMiltKDAM
Medicinale handcrème
In de Verenigde Staten zijn dinsdag verkiezingen gehouden voor de Senaat
en het huis van afgevaardigden.
Deze foto laatz ien hoe President Eisenhouwer zijn stem uitbracht te Gettys
burg, in aanwezigheid van de Republikein Earl Pitzer (links)
legd, wanneer hij het land tijdelijk of
voorgoed zou willen verlaten, heeft hij
besloten in Rusland te blijven). Maar
het geval zelf is een teken aan de wand.
Ondanks de ontluistering van Stalin
en de daarop gevolgde ontspanning, is
er in de Sowj et-Unie nog weinig ver
anderd. De voor ons vanzelfsprekende
vrijheden zijn voor de volken achter
het IJzeren Gordijn volkomen onbe
kend. Het is een wereld, waarin zelfs
denken en spreken van hogerhand wor
den gecontroleerd en dus een wereld,
waarin nóch de kunstenaar, nóch de
gewone burger kan leven.
De liritiek van Montgomery
Hèt heeft er de schijn van dat de li
teratuur in de hedendaagse politiek een
woordje gaat meespreken, want een
ander boek heeft in het Westen stof
doen opwaaien. Het zijn de „Mémoires"
van de Britse veldmaarschalk Montgo
mery, dezer dagen verschenen. De ge
neraal heeft kortgeleden de dienst ver
laten als plaatsvervangend opperbevel
hebber van de N.A.V.O. Naar het voor
beeld van Churchill heeft hij nu zijn
ervaringen van de tweede wereldoorlog
schriftelijk vastgelegd. Het eerste deel
van deze herinneringen is juist uitge
komen. Bovendien heeft hij voor een
gehoor van hoge militaire autoriteiten
een lezing gehouden over de organisatie
en de politiek van de N.A.V.O.' En ten
slotte zal hij voor de Britse televisie
een achttal lezingen houden over zijn
campagne in de oorlog.
Bij de beoordeling van Montgomery's
werk moeten we voor ogen houden dat
de ons zo bekende generaal een man
is, die altijd en op alles kritiek heeft,
iemand, die permanent in de oppositie
is. Bovendien iemand van de oude gar
de, die nog gelooft in de oude opvoe
dingsmethode van strafwerk en een pak
slaag! En wat de generaal het meest
typeert hij is buitengewoon gevoelig
voor persoonlijke roem en, zoals men
dat zegt, hij heeft het nogal, met zich
zelf getroffen! Zijn succesvolle carrière
in de oorlog is daaraan natuurlijk niet
vreemd.
Doch afgezien van deze minder pret
tige karaktertrekken menen we toch,
dat hij, èn in zijn Memoires over de
oorlog, èn in zijn kritiek op de N.A.V.O.
niet helemaal ongelijk heeft. Wat de
oorlog betreft, bij meningsverschillen
over de strategie tussen hem en Eisen
hower bleek later meestal, dat hij het
bij het rechte eind had. En over de
N.A.V.O. zegt hij dingen, die de moeite
waard zijn, o.a. dat het een zwaar-be
laste organisatie is met veel te veel
stafpersoneel en commissies. Het is al
les te uitvoerig om hier juist te wor
den weergegeven, maar de grijze staats
man Churchill geeft hem in vele din
gen gelijk.
Het spreekt vanzelf, dat een man
met zo'n kijk op het verleden de blik
ook op de toekomst richt. Montgomery
is de mening toegedaan dat de strijd
tegen het communisme zich voorlopig
meer in Azië dan in Europa zal afspe
len en dan niet op militair, maar op
politiek en economisch terrein. Ook
waarschuwt hij tegen overschatting van
kernwapens en tegen ondersjhatting
van de conventionele bewapening.
Dat deze kritiek in het politieke vlak
ligt, blijkt genoeg uit het feit, dat
Montgomery niet alleen in Engeland,
maar ook in andere landen de socialis
ten tegen zich in het harnas heeft ge
jaagd. Door zijn kritiek op Amerika, en
met name op president Eisenhower, is
er ook in de Verenigde Staten deining
om deze zaak ontstaan.
België
De Belgische premier Eyskens heeft
aan koning Boudewijn het ontslag van
de regering aangeboden. Dit kabinet
ANNO 1870
Alleenverkoop van de bekende
GLORIA PORT en ds nieuwe
ESMERALDO WIJNEN
heeft slechts vier maanden geregeerd.
Het was haast onmogelijk met dit ka
binet te regeren, daar het op een zeer
kleine meerderheid in het parlement
steunde een samenwerking tussen de
Chr. Volkspartij (R.K.) en de liberalen.
De Roomsen waren bovendien onte
vreden over het beleid van de premier,
die naar hun mening de liberalen te
veel macht geeft. De roomsen zijn
doodsbang voor een liberale minister
van onderwijs, omdat daardoor het
schoolvraagstuk nog ingewikkelder zou
worden dan het nu al is. De liberalen
en de socialisten in België haten de
monopolie-positie van de Roomse scho
len en doen hun uiterste best om het
Roomse onderwijs aan banden te leg
gen.
Waarschijnlijk zal België nu een re
gering van 18 ministers krijgen inplaats
van één van 16. Daardoor kan de Chr.
V.P. op tweederde meerderheid in het
parlement rekenen. Eyskens hoopt bin
nen een week een nieuwe regering te
vormen.
Amerika
In Amerika zijn dinsdag de verkie
zingen gehouden voor de samenstelling
van het Congres. De opkomst van de
kiezers (er is in de Verenigde Staten
geen stemplicht) ging alle verwachtin
gen te boven. Er zijn in Amerika 76
miljoen stemgerechtigden, waarvan er
ongeveer 50 miljoen aan de verkiezin
gen hebben deelgenomen.
De verkiezingen gingen om 33 se
naatszetels, 432 zetels in het Huis van
Afgevaardigden en 32 gouverneurspos
ten.
Uit de eerste uitslagen (de volledige
uitslagen zijn op het ogenblik, dat we
dit schrijven, nog niet bekend) blijkt
dat de democraten een overwinning
geboekt hebben. Het ziet er naar uit,
dat de ster van de republikeinen bezig
is te verbleken. Men schrijft dit toe aan
ontevredenheid over de economische
achteruitgang.