X
De verhouding
A.R.-C.H.
Buitenland
Aanvaring tussen twee tankschepen
GROLSCH
Opening eerste 4 lokalen nieuwe Chr. School te Ouddorp
^on^&luil
31e jaargang
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Versch^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrij fgqoond
MEDITATIE
Gode rekenschap geven
f 2.50 gratis
Nutsspaarbank Voorstraat 36 Middelharnis Tei. 01870-2012
FOR EVER
Vrijdag 19 september 1958
No. 2730
PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
BedacUe en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629
Na uur 'i avondi Telefooa K 1870—2017 Giro 167080
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
BD contract ipeciaal tarlal
II.,
Tot juist begrip van de huidige ver
houding tussen de twee grootste Prot.
Chr Partijen is het nodig allereerst hun
geschiedenis te kennen. We beginnen
met die van de A.R. partij.
Dit is de oudste georganiseerde poli
tieke groepering in ons land. Als partij-
organisatie dateert zij uit 1878. Maar
als richting gaat ze nog veel verdef te
rug. De eerste leidsman was Groen van
Prinsterer, die leefde van 1801 tot 1876.
Hij bond in verschillende geschriften
en ook in de Staten Generaal de strijd
aan tegen het toen oppermachtig libe
ralisme. Daarin zag hij een geesteskind
van de revolutie-ideeën. Hij bedoelde
met het woord anti-revolutionair niet
één of andere revolutie als zodanig te
bestrijden, ook niet alleen „de omwen-
telingsstorm, die in 1789 in Frankrijk
heeft gewoed", maar, zoals hij schreef,
„de hele omkering van denkwijs en
gezindheid in de terzijdestelling en ver
achting van vroegere beginselen over de
gehele Christenheid openbaar. Met de
uitdrukking revolutiebegrippen heb ik
het oog op de grondstellingen van vrij
heid en gelijkheid, volkssouvereiniteit
en maatschappelijk verdrag, welke men
als hoekstenen van staatsrecht vereert".
In zijn bekende boek „Ongeloof en re
volutie" heeft hij dit principieel uitge
werkt. Hij stelde het nauwe verband
tussen christendom en staatsrecht, tus
sen Bijbel en staatkunde helder in het
licht. De politiek mag niet uitsluitend
gefundeerd zijn op de rede, maar op
Schrift en historie. In het bijzonder op
het gebied van het onderwijs en de
kerk heeft Groen strijd gevoerd tegen
liberalisme en modernisme.
Een eigenlijke partij heeft hij echter
niet gesticht. Dat is het werk geweest
van dr. A. Kuyper (1837—1920), die
door Groen tot zijn wettige opvolger
was bestemd. Hij was een geniaal ge
leerde, politicus, organisator, en publi
cist. In 1872 richtte hij het dagblad „De
Standaard" op, waarin hij vrijwel tot
zijn dood toe de hoofdartikelen ver
zorgde. Daardoor kon hij zijn geestver
wanten leiding geven. Hij bundelde de
verspreide kiesverenigingen en in 1878
tegelijk met het bekende Volkspetition-
nement kwam de partijorganisatie tot
stand. De eerste Deputatenvergadering
werd het jaar daarop gehouden. Bij de
Kamerverkiezingen van dat jaar wer
den 11 A.R. gekozen, welk getal in 1888
groeide tot 25. Daardoor kon in dat
jaar het eerste rechtse kabinet onder
leiding van de A.R. Baron Mackay op
treden.
Zo groeide de A.R. partij onder de
doelbewuste en krachtige leiding van
dr. Kuyper uit tot een sterké~l>rganisa-
tie. Was Groen de eigenlijke stichter
der A.R.-richting, dr. Kuyper was de
organisator der partij. Hij gaf haar ook
een program van beginselen met uit
voerige toelichting. Ongetwijfeld heeft
Kuyper in zeer sterke mate zijn stem
pel op de partij gedrukt. Hij was een
systematicus, theoloog van professie,
streng Calvinstisch georiënteerd, stich
ter van de Vrije Universiteit, man van
de Doleantie. Deze laatste heeft be
grijpelijkerwijze in 1886 en daarna af
breuk gedaan aan de invloed van de
partij: menig Hervormde, die kerkelijk
niet met Kuyper meeging, kon dit ook
politiek niet doen. Dit verhinderde in
tussen niet, dat de A.R.-partij steeds
een meer of minder groot aantal Her
vormden in haar gelederen had.
De organisatorische eenheid onder de
orthodoxe Protestanten bleef niet be
waard. In 1894 scheidden de zg. Vrij-
Anti-revolutionairen onder Lohman
zich af. Dit was het begin van de latere
C.H.-Unie. In 1918 organiseerde zich
een andere groep mensen in een aparte
partij, die voorheen A.R. stemden of
buiten de politiek stonden: de Staatk.
Gereformeerde Partij onder ds. Kersten
Een aantal jaren na de bevrijding gin
gen ook de Gereformeerden van art. 31
zich van de A.R. partij afscheiden en
zij stichtten het Gerei Politiek Ver
bond.
Na de dood van dr. Kuypef in 1920
werd al spoedig dr. H. Colijn de leider
der partij, die in de tijd tussen de twee
wereldoorlogen een voorname rol heeft
gespeeld in de Nederlandse politiek. De
A.R. partij stond toen op het toppunt
van haar invloed (1937: 16 Kamerleden
van de 100). Na de bevrijding trad dr.
J- Schouten als zodanig op. Thans is
er geen éénhoofdige leiding meer: Dr.
Berghout is voorzitter der partij en Dr.
Bruins Slot fractieleider in. de Tweede
Kamer.
Wat de Chr. Historische Unie betreft
moeten we terug tot 1894. Daar ligt
net begin. In dat jaar ontstond een con-
uict in de A.R. Tweede Kamerfractie
over uitbreiding van het kiesrecht. Dr.
K.uyper verklaarde zich daarvóór, mr.
J-ohman op grond van grondwettelijke
Dezwaren tegen. De DeputatAivergade-
"ng der partij stond achter Kuyper.
net werd een strijd tussen conservatie
ven en democraten. Gevolg was een
splitsing in de fractie en een definitief
uiteengaan van Kuyper en Lohman. Er
was een persoonlijke tegenstelling tus
sen beiden ontstaan, velen meenden dat
r"yper's optreden te straf was en dat
lemde tenslotte in 1898 tot de organi
satie van de Vra-A.R.-party, het oud-
ste smaldeel van de latere C.H. Unie.
laL f^ een eigen orgaan „De Neder-
«nüer. Erg veel- verschülen in princi-
in i °P^icht waren er overigens niet.
de strijd om de Chr. School trok
'"en een lijn; Lohman deed mee aan
"L'^°^™e-politiek en hij verdedigde
^•ius dr. Kuyper tijdens diens minister-
Zo dan, een iegelijk van ons zal
voor zichzelf Gode rekenschap
geven.
Romeinen 14 12
Paulus heeft de gemeente onderwe
zen in de gronden van de christelijke
waarheid. In het bijzonder in de brief
aan de gemeente van Rome heeft hij
die uiteengezet, opdat de gemeente de
ze tot haar bevestiging in de waarheid
kunnen geen verschillen geduld wor
den. De afwijkers er van worden als
goddeloze dwaalleraars aangeduid en de
gemeenten worden gewaarschuwd om
hun bedriegelijke leringen te verwer
pen.
Èr zijn echter ook verschillende aan^.
gelegenheden, die van minder gewicht
zijn. In die aangelegenheden dringt de
apostel op onderlinge verdraagzaamheid
aan. Er worden er in het hoofdstuk,
waarvan wij een gedeelte overdenken,
verschillende genoemd. Er zijn verschil
len van inzcht over het al of niet eten
van alle dingen in verband met de oude
Joodse spijswetten; er is verschil van
gedachte over feestdagen. De christenen
die uit de Joden waren, hielden zich
bij voorkeur aan de oude overgelever
de gewoonten van de Joden, en de
christenen, die uit de heidenen waren,
deden dit bij voorkeur niet. Daarom is
het zo verstaanbaar, dat over deze ver
schillen van inzicht allerlei spanningen
in de gemeente ontstaan. Daarom
schrijft de apostel daar ook over in
deze brief.
Met hoe grote wijsheid blijkt toch
deze apostel des Heeren begaafd te zijn.
Als het op de gronden der waarheid
aankomt, dan spreekt hij krachtig tot
veroordeling van hen, die het kruis van
Christus tegenstaan. Als het echter aan
komt op bepaalde gewoonten en gedra
gingen, dan is de apostel mild in zijn
oordeel en wil hij niet, dat degene, die
zwak is in het geloof, reden tot ergernis
gegeven wordt. Daarom dringt hij er op
aan, dat niet de één de ander veroor-
dele, noch verachte. En in dit verband
zegt hij: „Zo dan een iegelijk van ons
zal voor zichzelf Gode rekenschap ge
ven".
Deze vermaning moet aan ons leven
heilige ernst geven. Het is alsof de
apostel zeggen wil: Gedenk, dat gij niet
met mensen, maar met de Heere in re
kening staat en dat gij eenmaal van al
uw doen en laten voor Hem rekenschap
zult afleggen. Laat dat u dan ook aan
sporen tot een heilige levensernst. La
ten wij deze vermaning ter harte ne
men en daartoe dit woord in deze me
ditatie eens wat nader overdenken.
Reeds Salomo wijst er op, dat wij voor
het gericht Gods eenmaal rekenschap
zullen geven van alle dingen, die wij
gedaan en nagelaten hebben. De ge
hele Schrift spreekt daarover voortdu
rend»
Hoe dat gericht en dat rekenschap
geven plaats vinden zal, weten wij niet.
Het is ook niet nodig om dat te we
ten. De Schrift maakt niet allerlei din
gen aan ons bekend, die wij wel gaarne
eens zouden willen weten en die soms
voor deze of gene voorwerpen van be
spiegeling of discussie zijn. De Schrift
is ons niet gegeven om onze nieuws-
giertgheid te bevredigen, maar om ons
zoveel van God en onze eeuwige zalig
heid ons van node is te weten. Laat
het derhalve voor ons genoeg zijn, dat
er een ogenblik komen zal, waarop wij
voor de Rechter van hemel en aarde
zullen geplaatst zijn en waarop wij re
kenschap zullen moeten geven.
Wie' onzer zal in die onderzoeking
des Heeren kunnen bestaan? Zou het
dan niet van ons allen gelden: „Geteld,
geteld, gewogen en te licht bevonden?"
Als er in die ure voor ons geen Borg
is, dan zal het voor ons allen schrikke
lijk aflopen. De kerk des. Heeren mag
echter weten en wel door het geloof,
dat er Eén voor hen in het gericht
Gods gestaan heeft, waardoor zij in het
gericht zal vrijgesproken worden. Ge
lukkig zijn zij, die door dat geloof der
uitverkorenen Gods, in Slons eeuwige
Verlosser een vaste en eeuwige schuil
plaats gevonden hebben. Maar daarover
doet ons echter deze meditatie niet in
het bijzonder handelen. Het gaat er hier
over, dat wij in al onze gedragingen
ons moeten laten leiden door deze we
tenschap, eenmaal Gode er rekenschap
van te kunnen geven.
Hoe zou deze wetenschap aan ons
handelen niet immer een heilige ernst
moeten geven. Zoveel wordt om mensen
gedaan, of om mensen gelaten, zonder
dat wij beseffen, waarom wij iets wel
of niet doen. Het waren minder ge
wichtige punten, waarover het in deze
ging en die laat de apostel aan een
ieders consciëntie over.
Er staat in het vijfde vers van dit
hoofdstuk, dat een ieder in zijn eigen
gemoed ten yoUe verzekerd moet zijn.
Wij weten, dat velen een schromelijk
misbruik van deze woorden maken om
zich aan alle broederlijke vermaan te
onttrekken en zich op de eigen cons
ciëntie beroepen als de regel, waardoor
hun gedragingen geleid worden. De
consciëntie van sommigen blijkt ech
ter een bedriegelijke norm te zijn. De
consciëntie kan alleen in de vreze Gods
klaar en duidelijk reageren; een cons
ciëntie, die in de vreze Gods aan de
wet des Heeren verbonden is en spre
kend en aanklagend tegen ons optreedt
wanneer de wet des Heeren als de
wet der liefde verbroken wordt. Daar
om moet ook nadrukkelijk aan vers
vijf van dit hoofdstuk vers twaalf ver
bonden worden, zodat wel een iegelijk
in zijn eigen gemoed ten volle ver
zekerd zijn moet, maar ook in zijn eigen
gemoed het besef omdrage, dat wij
eenmaal Gode rekenschap geven moe
ten.
Ik ineen te mogen zeggen, dat wij,
wanneer wij deze twee zaken gedurig
bedenken, wij heel veel dingen niet zo
lichtvaardig zullen kunnen doen, als
deze nu maar al te dikwijls blijken ge
daan te kunnen worden. Daarom kun
nen wij nimmer genoeg beseffen, wat
het betekent, dat wij Gode rekenschap
geven is dan niet alleen pas aan de
andere zijde van het graf, maar wan
neer wij het besef daarvan gedurig om
dragen, dan zal dat gedurig plaats vin
den en zal het ons met levensernst be
zetten, die niet uit wettische dienst
baarheid voortvloeit, maar ui^de vreze
Gods.
Die vreze Gods veracht ook niet zon
der meer het gevoelen van de broeders,
die zwak zijn in het geloof, zoals de
apostel zegt. Want wij staan dan niet
lichtvaardig klaar met ons oordeel over
de ander, die anders doet, maar zullen
wel 'terdege met het gevoelen van die
rekening houden, omdat wij hem niet
enige aanstoot geven willen of ergernis
willen verwekken.
Wij moeten dit woord van de apostel
dus wel terdege ter harte nemen in ons
ganse leven en bedenken, ook in ons
leven met onze broeder, dat wij niet
moeten gereed staan met ons veroor
delend spreken over de broeder, die
God ons doet ontmoeten en die uit
zwakheid zich aan die dingen onthoudt,
die gij doet; maar laat het in uw hart
toch leven, dat gij van uw handelen de
Heere rekenschap zult geven. Is het zo,
dat gij zeggen moogt, dat ten aanzien
van die dingep, waarover het dan gaat,
gij dat kunt doen, niet omdat er ge
rechtigheden in u zijn, maar omdat ge
die met de regel van de wet der liefde
niet strijdig acht, dan nog behoort ge
'u af te vragen of het doen van die din
gen zo"gewichtig is, dat ge daarom uw
broeder zoudt moeten ergeren. We wil
len dit aan de hand van een voor
beeld duidelijk maken.
Paulus zegt, dat hij alle voedsel een
gave Gods acht. Alle spijs is goed, met
dankzegging genomen zijnde. Toch zal
hij, indien hij met de Joden samen is,
geen varkensvlees eten.
Is er in dat eten op zichzelf aange
merkt iets verkeerds? Neen, Paulus
weet, dat al die ceremoniële spijswet
ten slechts een voorbijgaande betekenis
hadden en met de komst van de Heere
Jezus Christus volbracht zijn. Toch weet
hij, dat hij zondigt door te eten en
daardoor zijn broeder een ergernis te
geven. Daarom zal hij gefen vlees eten
en met de Joden een Jood zijn. Niet
omdat in dat al of niet vlees eten waar
de was, maar omdat er wel waarde is
in het geen ergernis geven om het ge
weten van de broeder. Dat is de ge
dachte van de apostel. Deze geeft hij in
zijn apostolisch vermaan door tot on
derwijs van de gemeente Gods van alle
eeuwen.
Geve de Heere ons iets van die geest
der ootmoedigheid, waardoor wij in het
leven iets van deze gezindheid open
baren, want dan zal de liefdë'^tiloeien,
waarop de Heere Zijn zegen geeft.
Rotterdam.
Ds. A. Vergunst
schap tegen de aanvallen van de lin
kerzijde.
De tweede groep, waaruit de Unie
is ontstaan, was de in 1896 opgerichte
Chr. Hist. Kiezersbond, een specifiek
Hervormde organisatie, sterk anti-Kuy-
periaans en anti-Rooms. De leiders wa
ren dr. Bronsveld, die liever liberaal
dan A.R. stemde en dr. de Visser, die
meer rechts stond. Het waren meest
ethische predikanten met hun aanhang.
Het niet-calvinistisch karakter' van
deze groep kwam vooral uit in haar
program, waarin o.a. stond, dat de
Schrift geen stelsel van staatkunde
geeft, doch alleen enkele richtlijnen,
die van betekenis zijn voor het staat
kundig leven. Zij stond dus veel verder
van de A.R. partij af dan de groep-
Lohman. In 1897 bracht ze dr. J. Th. de
Visser in de Tweede Kamer. Deze ging
echter al spoedig de A.R. partij en de
coalitie steunen. In 1903 besloot deze
Chr. Hist. Kiezersbond een fusie aan
te gaan met de Vrij-A.R.-partij van
Lohman. De nieuwe partij kreeg de
naam van Chr. Historische partfl. In
haar program werd de handhaving van
het Protestants karakter van ons volk
sterk geaccentueerd.
De derde groep, waaruit tenslotte de
Unie geboren is, was die van de zg.
Fries-Chr. Historischen. Zoals de naam
al zegt, had deze haar bakermat in
Friesland, maar vond ook daarbuiten
aanhang. In 1898 werd ze georganiseerd
uit vele plaatselijke kiesverenigingen,
die na de Doleantie waren opgericht.
De leider was dr. J. Schokking, een
Hervormd predikant. Haar beginselen
waren hoofdzakelijk gebaseerd op de
ideeën van dr. Hoedemaker, die een
zeer radicale opvatting had van art. 36
der Ned. Geloofsbelijdenis. Deze groep
kwam ook sterk op voor het Prote
stants karakter der natie, voor de Her
vormde kerk als volkskerk en zij streef
de naar christianisering van de staats
instellingen, zodat ze als ideaal de chr.
staatsschool had. In 1901 kreeg ze één
zetel in de Tweede Kamer, ingenomen
door dr. Schokking, die evenals dr. de
Visser al spoedig de scherpe kanten van
zijn programma afvijlde en af en toe dr
Kuyper steunde. In de loop der jaren
groeiden de Chr. Hist. Partij en de Fries
C.H. naar elkaar toe en tenslotte kwam
het in 1908 tot een fusie. Lohman, De
Visser en Schokking waren met hun
aanhangers in één partij verenigd: de
Chr. Historische Unie, die deze zomer
dus 50 jaar bestond.
Anders dan bij de A.R. partij is de
C.H. Unie niet als een eenheid gebo
ren, maar het produkt van een ver
bond tussen drie groepen. Dit moet bij
een beoordeling van de C.H.U. niet ver
geten worden. Men vond en vindt er
uiteraard meer nuariceringen in als in
de A.R. partij. Na lohman kwam de
leiding achtereenvolgens in handen van
Schokking, De Geer en Tilanus. In hoe
verre de verschillen uit de beginperiode
nog een rol spelen, is moeilijk na te
gaan. In menig opzicht zijn ze met de
jaren verdwenen en vervangen door
andere. Een gevolg van het Unie-ka
rakter is intussen, dat er een grotere
vrijheid heerst, een minder straffe par
tij- en fractiediscipline en dat de leden
dus in menig geval nogal individueel
optreden. In de P.v.d.A., de K.V.P., de
A.R. partij en vooral bij de Communis
ten wprdt dit veelal uit den boze geacht
doch bij de C.H.Unie vindt men dit niet
zo heel erg, omdat het inhaerent is aan
de historie en de samenstelling van de
partij.
Het Liberaanse tankschip „Melika"
(20.551 ton) is in aanvaring geweest met
het Franse tajikschip „Fernand-Gila-
bert" (10.715 ion). De aanvaring vond
plaats bij de „ingang" van de Perzische
Golf. Volgens de Britse admiraliteit
heeft de „Melika", welke door de be
manning was verlaten, over een afstand
van ongeveer 25 mijl brandend in de
Golf van Oman gevaren, met de ma
chines op volle kracht.
Ook de „Ferdinand-Gilabert" was in
brand geraakt. De „Melika" werd ont
dekt door een vliegtuig van het Britse
vliegdekschip „Bulwark". Door een he
likopter en een fregat werden later
Britse militairen aan boord gebracht
om de brand te blussen. In totaal schij
nen er bij de ramp 22 doden en ver
misten, en 8 zwaargewonden te zijn.
Op de foto: Een Engelse helikopter
nadert de brandende „Melita".
Denkt U .er om Uw antwoordkaart voor de
JEUGDSPAARREGELING VOOR 1 OKTOBER
IN TE LEVEREN! U krijgt dan
Mocht U geen kaart hebben, meldt U dan per
soonlijk of telefonisch aan ons kantoor.
Amerika en China
Nog steeds houdt communistisch Chi
na de gehele wereld in spanning door
zijn actie tegen de nationalisten. Nog
belangrijker dan het militaire machts
vertoon van de rode Chinezen is echter
de politieke gezindheid van de Verenig
de Staten. Daarom hield de vrije we
reld als het ware de adem in, toen pre
sident Eisenhouwer vorige week een
rede voor de televisie hield, waarin hij
de Amerikaanse visie op de kwestie-
Formosa gaf.
De president verklaarde, dat er geen
sprake zal kunnen zijn van een politiek
van verzoening door concessies te doen
aan communistisch China. Frankrijk en
Engeland hebben een dergeKjke fout
gemaakt, toen ze in 1938 Hitler wat te
gemoet kwamen. Zo'n politiek kan niet
tot vrede, maar moet tot oorlog luiden.
Daarom: geert tweede München.
Eisenhower noemde de toestand in
de straat van Formosa ernstig, maar
niet hopeloos. Hij geloofde niet, dat er
oorlog zal komen. Maar Amerika is vast
besloten,' de vrede en de veiligheid in
het Verre Oosten te handhaven.
Heden vrijdagmiddag zal de opening
van de eerste vier lokalen van de nieu
we Chr. School te Ouddorp plaats heb
ben. Deze school is gebouwd aan de
Prinses-Margrietweg, onder architec
tuur van de heer Kloppers te Middel
harnis. Hoofdaannemers zijn de fa.
Blok en Tieleman te Melissant.
Architectonisch is de opzet van deze
bouw zo, dat er later, wanneer de
Rijksvergunning er voor af komt nog
12 lokalen worden bijgebouwd. In feite
is dit dus nog geen vierde deel, omdat
ook het hoofdgebouw ontbreekt.
De kosten voor deze vier lokalen be
dragen 100.000.exclusief de grond
en zonder het meubilair. Hiervoor is
destijds van gemeentewege een „bur
gerzinlening" uitgeschreven i^Wk, in
stukken van 500.Er was veel am
bitie voor, de lening was vlug volge
boekt.
De opening van deze nieuwe lokalen
geschiedt op zeer eenvoudige wijze
waar o.m. de consulent der Herv. Ge
meente, ds. J. den Besten te Dirksland
het woord zal voeren. Het bestuur
hoopt, dat binnen niet al te lange tijd
met de verdere opbouw zal kunnen
worden begonnen opdat later een meer
officiële opening op grotere schaal kan
plaats hebben.
BINNENVERINGBED
Hazet-Fabrieken^^ Zavanbargan
SCHUIMRUBBER,BED
maf ajdra vwibtfjfct*
oMitittmcihr
Het schijnt dat Amerika al zijn hoop
heeft gevestigd op de voorgestelde be
sprekingen tussen de Verenigde Staten
en Communistisch China. Bij de natio
nalisten is die hoop maar klein. Zij zijn
teleurgesteld over de rede van Eisen-
hovver en vragen zich af op welke ma
nier de Ver. Staten hulp zullen bieden.
De rede van Eisenhower is, hoewel
op sommige punten duidelijk, inderdaad
vaag, wat de positie van de Quemoy-
eilanden betreft. Er worden wat alge
meenheden gezegd, onder andere, dat
de Amerikaanse politiek niet wijken
moet voor agressie en dat dictatoren
niet bevredigd worden door concessies.
Maar er is geen sprake van een krach
tig buitenlands beleid. Wat Eisenhower
zegt, kan niet tegengesproken worden,
maar op sommige vragen blijft hij het
antwoord schuldig, bijvoorbeeld of de
Quemoy-eilanden waard zijn, het risico
van een wereldoorlog te nemen en of de
Ver. Staten iets van hun prestige zouden
verliezen door afstand te doen van deze
eilanden. Waarschijnlijk beantwoordt
Eisenhower beide vragen zelf ook ont
kennend, althans, hij heeft meer het oog
gevestigd op de op handen zijnde be
spreking met Tsjoe-Enlai.
Deze onderhandelingen hebben echter
nogal wat voeten in de aarde. Vorige
week reeds hebben Eisenhower en Dul
les een ernstige waarschuwing tot Chi
na gericht, dat het zich zou onthouden
van geweld om zijn aanspraken te ver
wezenlijken. Daarop stelde Tsjoe-En-
Lai voor, besprekingen te beginnen op
ambassadeursniveau. De Amerikaanse
regering nam dat aanbod met beide
handen aan. Het is echter nog de vraag
of de besprekingen suCces zullen heb
ben, daar ook de houding van Tsjang-
Kai-Sjek een rol Speelt. Amerika zou
misschien nog bereid zijn, bepaalde con
cessies te doen, maar als de nationalis
ten daarmee niet akkoord gaan, is men
nog even ver. Bij Tsjang bestaat de
vrees, dat Amerika hem in de steek
zal laten, althans, niet voldoende zal
helpen, dus hij slaat met argwaan en
wantrouwen de Amerikaanse politiek
gade.
(Vervolg pag. 2, Ie kolom)