X De verhouding A.R.-C.H. Buitenland Aanvaring tussen twee tankschepen GROLSCH Opening eerste 4 lokalen nieuwe Chr. School te Ouddorp ^on^&luil 31e jaargang Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Versch^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrij fgqoond MEDITATIE Gode rekenschap geven f 2.50 gratis Nutsspaarbank Voorstraat 36 Middelharnis Tei. 01870-2012 FOR EVER Vrijdag 19 september 1958 No. 2730 PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS BedacUe en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629 Na uur 'i avondi Telefooa K 1870—2017 Giro 167080 ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. BD contract ipeciaal tarlal II., Tot juist begrip van de huidige ver houding tussen de twee grootste Prot. Chr Partijen is het nodig allereerst hun geschiedenis te kennen. We beginnen met die van de A.R. partij. Dit is de oudste georganiseerde poli tieke groepering in ons land. Als partij- organisatie dateert zij uit 1878. Maar als richting gaat ze nog veel verdef te rug. De eerste leidsman was Groen van Prinsterer, die leefde van 1801 tot 1876. Hij bond in verschillende geschriften en ook in de Staten Generaal de strijd aan tegen het toen oppermachtig libe ralisme. Daarin zag hij een geesteskind van de revolutie-ideeën. Hij bedoelde met het woord anti-revolutionair niet één of andere revolutie als zodanig te bestrijden, ook niet alleen „de omwen- telingsstorm, die in 1789 in Frankrijk heeft gewoed", maar, zoals hij schreef, „de hele omkering van denkwijs en gezindheid in de terzijdestelling en ver achting van vroegere beginselen over de gehele Christenheid openbaar. Met de uitdrukking revolutiebegrippen heb ik het oog op de grondstellingen van vrij heid en gelijkheid, volkssouvereiniteit en maatschappelijk verdrag, welke men als hoekstenen van staatsrecht vereert". In zijn bekende boek „Ongeloof en re volutie" heeft hij dit principieel uitge werkt. Hij stelde het nauwe verband tussen christendom en staatsrecht, tus sen Bijbel en staatkunde helder in het licht. De politiek mag niet uitsluitend gefundeerd zijn op de rede, maar op Schrift en historie. In het bijzonder op het gebied van het onderwijs en de kerk heeft Groen strijd gevoerd tegen liberalisme en modernisme. Een eigenlijke partij heeft hij echter niet gesticht. Dat is het werk geweest van dr. A. Kuyper (1837—1920), die door Groen tot zijn wettige opvolger was bestemd. Hij was een geniaal ge leerde, politicus, organisator, en publi cist. In 1872 richtte hij het dagblad „De Standaard" op, waarin hij vrijwel tot zijn dood toe de hoofdartikelen ver zorgde. Daardoor kon hij zijn geestver wanten leiding geven. Hij bundelde de verspreide kiesverenigingen en in 1878 tegelijk met het bekende Volkspetition- nement kwam de partijorganisatie tot stand. De eerste Deputatenvergadering werd het jaar daarop gehouden. Bij de Kamerverkiezingen van dat jaar wer den 11 A.R. gekozen, welk getal in 1888 groeide tot 25. Daardoor kon in dat jaar het eerste rechtse kabinet onder leiding van de A.R. Baron Mackay op treden. Zo groeide de A.R. partij onder de doelbewuste en krachtige leiding van dr. Kuyper uit tot een sterké~l>rganisa- tie. Was Groen de eigenlijke stichter der A.R.-richting, dr. Kuyper was de organisator der partij. Hij gaf haar ook een program van beginselen met uit voerige toelichting. Ongetwijfeld heeft Kuyper in zeer sterke mate zijn stem pel op de partij gedrukt. Hij was een systematicus, theoloog van professie, streng Calvinstisch georiënteerd, stich ter van de Vrije Universiteit, man van de Doleantie. Deze laatste heeft be grijpelijkerwijze in 1886 en daarna af breuk gedaan aan de invloed van de partij: menig Hervormde, die kerkelijk niet met Kuyper meeging, kon dit ook politiek niet doen. Dit verhinderde in tussen niet, dat de A.R.-partij steeds een meer of minder groot aantal Her vormden in haar gelederen had. De organisatorische eenheid onder de orthodoxe Protestanten bleef niet be waard. In 1894 scheidden de zg. Vrij- Anti-revolutionairen onder Lohman zich af. Dit was het begin van de latere C.H.-Unie. In 1918 organiseerde zich een andere groep mensen in een aparte partij, die voorheen A.R. stemden of buiten de politiek stonden: de Staatk. Gereformeerde Partij onder ds. Kersten Een aantal jaren na de bevrijding gin gen ook de Gereformeerden van art. 31 zich van de A.R. partij afscheiden en zij stichtten het Gerei Politiek Ver bond. Na de dood van dr. Kuypef in 1920 werd al spoedig dr. H. Colijn de leider der partij, die in de tijd tussen de twee wereldoorlogen een voorname rol heeft gespeeld in de Nederlandse politiek. De A.R. partij stond toen op het toppunt van haar invloed (1937: 16 Kamerleden van de 100). Na de bevrijding trad dr. J- Schouten als zodanig op. Thans is er geen éénhoofdige leiding meer: Dr. Berghout is voorzitter der partij en Dr. Bruins Slot fractieleider in. de Tweede Kamer. Wat de Chr. Historische Unie betreft moeten we terug tot 1894. Daar ligt net begin. In dat jaar ontstond een con- uict in de A.R. Tweede Kamerfractie over uitbreiding van het kiesrecht. Dr. K.uyper verklaarde zich daarvóór, mr. J-ohman op grond van grondwettelijke Dezwaren tegen. De DeputatAivergade- "ng der partij stond achter Kuyper. net werd een strijd tussen conservatie ven en democraten. Gevolg was een splitsing in de fractie en een definitief uiteengaan van Kuyper en Lohman. Er was een persoonlijke tegenstelling tus sen beiden ontstaan, velen meenden dat r"yper's optreden te straf was en dat lemde tenslotte in 1898 tot de organi satie van de Vra-A.R.-party, het oud- ste smaldeel van de latere C.H. Unie. laL f^ een eigen orgaan „De Neder- «nüer. Erg veel- verschülen in princi- in i °P^icht waren er overigens niet. de strijd om de Chr. School trok '"en een lijn; Lohman deed mee aan "L'^°^™e-politiek en hij verdedigde ^•ius dr. Kuyper tijdens diens minister- Zo dan, een iegelijk van ons zal voor zichzelf Gode rekenschap geven. Romeinen 14 12 Paulus heeft de gemeente onderwe zen in de gronden van de christelijke waarheid. In het bijzonder in de brief aan de gemeente van Rome heeft hij die uiteengezet, opdat de gemeente de ze tot haar bevestiging in de waarheid kunnen geen verschillen geduld wor den. De afwijkers er van worden als goddeloze dwaalleraars aangeduid en de gemeenten worden gewaarschuwd om hun bedriegelijke leringen te verwer pen. Èr zijn echter ook verschillende aan^. gelegenheden, die van minder gewicht zijn. In die aangelegenheden dringt de apostel op onderlinge verdraagzaamheid aan. Er worden er in het hoofdstuk, waarvan wij een gedeelte overdenken, verschillende genoemd. Er zijn verschil len van inzcht over het al of niet eten van alle dingen in verband met de oude Joodse spijswetten; er is verschil van gedachte over feestdagen. De christenen die uit de Joden waren, hielden zich bij voorkeur aan de oude overgelever de gewoonten van de Joden, en de christenen, die uit de heidenen waren, deden dit bij voorkeur niet. Daarom is het zo verstaanbaar, dat over deze ver schillen van inzicht allerlei spanningen in de gemeente ontstaan. Daarom schrijft de apostel daar ook over in deze brief. Met hoe grote wijsheid blijkt toch deze apostel des Heeren begaafd te zijn. Als het op de gronden der waarheid aankomt, dan spreekt hij krachtig tot veroordeling van hen, die het kruis van Christus tegenstaan. Als het echter aan komt op bepaalde gewoonten en gedra gingen, dan is de apostel mild in zijn oordeel en wil hij niet, dat degene, die zwak is in het geloof, reden tot ergernis gegeven wordt. Daarom dringt hij er op aan, dat niet de één de ander veroor- dele, noch verachte. En in dit verband zegt hij: „Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelf Gode rekenschap ge ven". Deze vermaning moet aan ons leven heilige ernst geven. Het is alsof de apostel zeggen wil: Gedenk, dat gij niet met mensen, maar met de Heere in re kening staat en dat gij eenmaal van al uw doen en laten voor Hem rekenschap zult afleggen. Laat dat u dan ook aan sporen tot een heilige levensernst. La ten wij deze vermaning ter harte ne men en daartoe dit woord in deze me ditatie eens wat nader overdenken. Reeds Salomo wijst er op, dat wij voor het gericht Gods eenmaal rekenschap zullen geven van alle dingen, die wij gedaan en nagelaten hebben. De ge hele Schrift spreekt daarover voortdu rend» Hoe dat gericht en dat rekenschap geven plaats vinden zal, weten wij niet. Het is ook niet nodig om dat te we ten. De Schrift maakt niet allerlei din gen aan ons bekend, die wij wel gaarne eens zouden willen weten en die soms voor deze of gene voorwerpen van be spiegeling of discussie zijn. De Schrift is ons niet gegeven om onze nieuws- giertgheid te bevredigen, maar om ons zoveel van God en onze eeuwige zalig heid ons van node is te weten. Laat het derhalve voor ons genoeg zijn, dat er een ogenblik komen zal, waarop wij voor de Rechter van hemel en aarde zullen geplaatst zijn en waarop wij re kenschap zullen moeten geven. Wie' onzer zal in die onderzoeking des Heeren kunnen bestaan? Zou het dan niet van ons allen gelden: „Geteld, geteld, gewogen en te licht bevonden?" Als er in die ure voor ons geen Borg is, dan zal het voor ons allen schrikke lijk aflopen. De kerk des. Heeren mag echter weten en wel door het geloof, dat er Eén voor hen in het gericht Gods gestaan heeft, waardoor zij in het gericht zal vrijgesproken worden. Ge lukkig zijn zij, die door dat geloof der uitverkorenen Gods, in Slons eeuwige Verlosser een vaste en eeuwige schuil plaats gevonden hebben. Maar daarover doet ons echter deze meditatie niet in het bijzonder handelen. Het gaat er hier over, dat wij in al onze gedragingen ons moeten laten leiden door deze we tenschap, eenmaal Gode er rekenschap van te kunnen geven. Hoe zou deze wetenschap aan ons handelen niet immer een heilige ernst moeten geven. Zoveel wordt om mensen gedaan, of om mensen gelaten, zonder dat wij beseffen, waarom wij iets wel of niet doen. Het waren minder ge wichtige punten, waarover het in deze ging en die laat de apostel aan een ieders consciëntie over. Er staat in het vijfde vers van dit hoofdstuk, dat een ieder in zijn eigen gemoed ten yoUe verzekerd moet zijn. Wij weten, dat velen een schromelijk misbruik van deze woorden maken om zich aan alle broederlijke vermaan te onttrekken en zich op de eigen cons ciëntie beroepen als de regel, waardoor hun gedragingen geleid worden. De consciëntie van sommigen blijkt ech ter een bedriegelijke norm te zijn. De consciëntie kan alleen in de vreze Gods klaar en duidelijk reageren; een cons ciëntie, die in de vreze Gods aan de wet des Heeren verbonden is en spre kend en aanklagend tegen ons optreedt wanneer de wet des Heeren als de wet der liefde verbroken wordt. Daar om moet ook nadrukkelijk aan vers vijf van dit hoofdstuk vers twaalf ver bonden worden, zodat wel een iegelijk in zijn eigen gemoed ten volle ver zekerd zijn moet, maar ook in zijn eigen gemoed het besef omdrage, dat wij eenmaal Gode rekenschap geven moe ten. Ik ineen te mogen zeggen, dat wij, wanneer wij deze twee zaken gedurig bedenken, wij heel veel dingen niet zo lichtvaardig zullen kunnen doen, als deze nu maar al te dikwijls blijken ge daan te kunnen worden. Daarom kun nen wij nimmer genoeg beseffen, wat het betekent, dat wij Gode rekenschap geven is dan niet alleen pas aan de andere zijde van het graf, maar wan neer wij het besef daarvan gedurig om dragen, dan zal dat gedurig plaats vin den en zal het ons met levensernst be zetten, die niet uit wettische dienst baarheid voortvloeit, maar ui^de vreze Gods. Die vreze Gods veracht ook niet zon der meer het gevoelen van de broeders, die zwak zijn in het geloof, zoals de apostel zegt. Want wij staan dan niet lichtvaardig klaar met ons oordeel over de ander, die anders doet, maar zullen wel 'terdege met het gevoelen van die rekening houden, omdat wij hem niet enige aanstoot geven willen of ergernis willen verwekken. Wij moeten dit woord van de apostel dus wel terdege ter harte nemen in ons ganse leven en bedenken, ook in ons leven met onze broeder, dat wij niet moeten gereed staan met ons veroor delend spreken over de broeder, die God ons doet ontmoeten en die uit zwakheid zich aan die dingen onthoudt, die gij doet; maar laat het in uw hart toch leven, dat gij van uw handelen de Heere rekenschap zult geven. Is het zo, dat gij zeggen moogt, dat ten aanzien van die dingep, waarover het dan gaat, gij dat kunt doen, niet omdat er ge rechtigheden in u zijn, maar omdat ge die met de regel van de wet der liefde niet strijdig acht, dan nog behoort ge 'u af te vragen of het doen van die din gen zo"gewichtig is, dat ge daarom uw broeder zoudt moeten ergeren. We wil len dit aan de hand van een voor beeld duidelijk maken. Paulus zegt, dat hij alle voedsel een gave Gods acht. Alle spijs is goed, met dankzegging genomen zijnde. Toch zal hij, indien hij met de Joden samen is, geen varkensvlees eten. Is er in dat eten op zichzelf aange merkt iets verkeerds? Neen, Paulus weet, dat al die ceremoniële spijswet ten slechts een voorbijgaande betekenis hadden en met de komst van de Heere Jezus Christus volbracht zijn. Toch weet hij, dat hij zondigt door te eten en daardoor zijn broeder een ergernis te geven. Daarom zal hij gefen vlees eten en met de Joden een Jood zijn. Niet omdat in dat al of niet vlees eten waar de was, maar omdat er wel waarde is in het geen ergernis geven om het ge weten van de broeder. Dat is de ge dachte van de apostel. Deze geeft hij in zijn apostolisch vermaan door tot on derwijs van de gemeente Gods van alle eeuwen. Geve de Heere ons iets van die geest der ootmoedigheid, waardoor wij in het leven iets van deze gezindheid open baren, want dan zal de liefdë'^tiloeien, waarop de Heere Zijn zegen geeft. Rotterdam. Ds. A. Vergunst schap tegen de aanvallen van de lin kerzijde. De tweede groep, waaruit de Unie is ontstaan, was de in 1896 opgerichte Chr. Hist. Kiezersbond, een specifiek Hervormde organisatie, sterk anti-Kuy- periaans en anti-Rooms. De leiders wa ren dr. Bronsveld, die liever liberaal dan A.R. stemde en dr. de Visser, die meer rechts stond. Het waren meest ethische predikanten met hun aanhang. Het niet-calvinistisch karakter' van deze groep kwam vooral uit in haar program, waarin o.a. stond, dat de Schrift geen stelsel van staatkunde geeft, doch alleen enkele richtlijnen, die van betekenis zijn voor het staat kundig leven. Zij stond dus veel verder van de A.R. partij af dan de groep- Lohman. In 1897 bracht ze dr. J. Th. de Visser in de Tweede Kamer. Deze ging echter al spoedig de A.R. partij en de coalitie steunen. In 1903 besloot deze Chr. Hist. Kiezersbond een fusie aan te gaan met de Vrij-A.R.-partij van Lohman. De nieuwe partij kreeg de naam van Chr. Historische partfl. In haar program werd de handhaving van het Protestants karakter van ons volk sterk geaccentueerd. De derde groep, waaruit tenslotte de Unie geboren is, was die van de zg. Fries-Chr. Historischen. Zoals de naam al zegt, had deze haar bakermat in Friesland, maar vond ook daarbuiten aanhang. In 1898 werd ze georganiseerd uit vele plaatselijke kiesverenigingen, die na de Doleantie waren opgericht. De leider was dr. J. Schokking, een Hervormd predikant. Haar beginselen waren hoofdzakelijk gebaseerd op de ideeën van dr. Hoedemaker, die een zeer radicale opvatting had van art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis. Deze groep kwam ook sterk op voor het Prote stants karakter der natie, voor de Her vormde kerk als volkskerk en zij streef de naar christianisering van de staats instellingen, zodat ze als ideaal de chr. staatsschool had. In 1901 kreeg ze één zetel in de Tweede Kamer, ingenomen door dr. Schokking, die evenals dr. de Visser al spoedig de scherpe kanten van zijn programma afvijlde en af en toe dr Kuyper steunde. In de loop der jaren groeiden de Chr. Hist. Partij en de Fries C.H. naar elkaar toe en tenslotte kwam het in 1908 tot een fusie. Lohman, De Visser en Schokking waren met hun aanhangers in één partij verenigd: de Chr. Historische Unie, die deze zomer dus 50 jaar bestond. Anders dan bij de A.R. partij is de C.H. Unie niet als een eenheid gebo ren, maar het produkt van een ver bond tussen drie groepen. Dit moet bij een beoordeling van de C.H.U. niet ver geten worden. Men vond en vindt er uiteraard meer nuariceringen in als in de A.R. partij. Na lohman kwam de leiding achtereenvolgens in handen van Schokking, De Geer en Tilanus. In hoe verre de verschillen uit de beginperiode nog een rol spelen, is moeilijk na te gaan. In menig opzicht zijn ze met de jaren verdwenen en vervangen door andere. Een gevolg van het Unie-ka rakter is intussen, dat er een grotere vrijheid heerst, een minder straffe par tij- en fractiediscipline en dat de leden dus in menig geval nogal individueel optreden. In de P.v.d.A., de K.V.P., de A.R. partij en vooral bij de Communis ten wprdt dit veelal uit den boze geacht doch bij de C.H.Unie vindt men dit niet zo heel erg, omdat het inhaerent is aan de historie en de samenstelling van de partij. Het Liberaanse tankschip „Melika" (20.551 ton) is in aanvaring geweest met het Franse tajikschip „Fernand-Gila- bert" (10.715 ion). De aanvaring vond plaats bij de „ingang" van de Perzische Golf. Volgens de Britse admiraliteit heeft de „Melika", welke door de be manning was verlaten, over een afstand van ongeveer 25 mijl brandend in de Golf van Oman gevaren, met de ma chines op volle kracht. Ook de „Ferdinand-Gilabert" was in brand geraakt. De „Melika" werd ont dekt door een vliegtuig van het Britse vliegdekschip „Bulwark". Door een he likopter en een fregat werden later Britse militairen aan boord gebracht om de brand te blussen. In totaal schij nen er bij de ramp 22 doden en ver misten, en 8 zwaargewonden te zijn. Op de foto: Een Engelse helikopter nadert de brandende „Melita". Denkt U .er om Uw antwoordkaart voor de JEUGDSPAARREGELING VOOR 1 OKTOBER IN TE LEVEREN! U krijgt dan Mocht U geen kaart hebben, meldt U dan per soonlijk of telefonisch aan ons kantoor. Amerika en China Nog steeds houdt communistisch Chi na de gehele wereld in spanning door zijn actie tegen de nationalisten. Nog belangrijker dan het militaire machts vertoon van de rode Chinezen is echter de politieke gezindheid van de Verenig de Staten. Daarom hield de vrije we reld als het ware de adem in, toen pre sident Eisenhouwer vorige week een rede voor de televisie hield, waarin hij de Amerikaanse visie op de kwestie- Formosa gaf. De president verklaarde, dat er geen sprake zal kunnen zijn van een politiek van verzoening door concessies te doen aan communistisch China. Frankrijk en Engeland hebben een dergeKjke fout gemaakt, toen ze in 1938 Hitler wat te gemoet kwamen. Zo'n politiek kan niet tot vrede, maar moet tot oorlog luiden. Daarom: geert tweede München. Eisenhower noemde de toestand in de straat van Formosa ernstig, maar niet hopeloos. Hij geloofde niet, dat er oorlog zal komen. Maar Amerika is vast besloten,' de vrede en de veiligheid in het Verre Oosten te handhaven. Heden vrijdagmiddag zal de opening van de eerste vier lokalen van de nieu we Chr. School te Ouddorp plaats heb ben. Deze school is gebouwd aan de Prinses-Margrietweg, onder architec tuur van de heer Kloppers te Middel harnis. Hoofdaannemers zijn de fa. Blok en Tieleman te Melissant. Architectonisch is de opzet van deze bouw zo, dat er later, wanneer de Rijksvergunning er voor af komt nog 12 lokalen worden bijgebouwd. In feite is dit dus nog geen vierde deel, omdat ook het hoofdgebouw ontbreekt. De kosten voor deze vier lokalen be dragen 100.000.exclusief de grond en zonder het meubilair. Hiervoor is destijds van gemeentewege een „bur gerzinlening" uitgeschreven i^Wk, in stukken van 500.Er was veel am bitie voor, de lening was vlug volge boekt. De opening van deze nieuwe lokalen geschiedt op zeer eenvoudige wijze waar o.m. de consulent der Herv. Ge meente, ds. J. den Besten te Dirksland het woord zal voeren. Het bestuur hoopt, dat binnen niet al te lange tijd met de verdere opbouw zal kunnen worden begonnen opdat later een meer officiële opening op grotere schaal kan plaats hebben. BINNENVERINGBED Hazet-Fabrieken^^ Zavanbargan SCHUIMRUBBER,BED maf ajdra vwibtfjfct* oMitittmcihr Het schijnt dat Amerika al zijn hoop heeft gevestigd op de voorgestelde be sprekingen tussen de Verenigde Staten en Communistisch China. Bij de natio nalisten is die hoop maar klein. Zij zijn teleurgesteld over de rede van Eisen- hovver en vragen zich af op welke ma nier de Ver. Staten hulp zullen bieden. De rede van Eisenhower is, hoewel op sommige punten duidelijk, inderdaad vaag, wat de positie van de Quemoy- eilanden betreft. Er worden wat alge meenheden gezegd, onder andere, dat de Amerikaanse politiek niet wijken moet voor agressie en dat dictatoren niet bevredigd worden door concessies. Maar er is geen sprake van een krach tig buitenlands beleid. Wat Eisenhower zegt, kan niet tegengesproken worden, maar op sommige vragen blijft hij het antwoord schuldig, bijvoorbeeld of de Quemoy-eilanden waard zijn, het risico van een wereldoorlog te nemen en of de Ver. Staten iets van hun prestige zouden verliezen door afstand te doen van deze eilanden. Waarschijnlijk beantwoordt Eisenhower beide vragen zelf ook ont kennend, althans, hij heeft meer het oog gevestigd op de op handen zijnde be spreking met Tsjoe-Enlai. Deze onderhandelingen hebben echter nogal wat voeten in de aarde. Vorige week reeds hebben Eisenhower en Dul les een ernstige waarschuwing tot Chi na gericht, dat het zich zou onthouden van geweld om zijn aanspraken te ver wezenlijken. Daarop stelde Tsjoe-En- Lai voor, besprekingen te beginnen op ambassadeursniveau. De Amerikaanse regering nam dat aanbod met beide handen aan. Het is echter nog de vraag of de besprekingen suCces zullen heb ben, daar ook de houding van Tsjang- Kai-Sjek een rol Speelt. Amerika zou misschien nog bereid zijn, bepaalde con cessies te doen, maar als de nationalis ten daarmee niet akkoord gaan, is men nog even ver. Bij Tsjang bestaat de vrees, dat Amerika hem in de steek zal laten, althans, niet voldoende zal helpen, dus hij slaat met argwaan en wantrouwen de Amerikaanse politiek gade. (Vervolg pag. 2, Ie kolom)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1958 | | pagina 1