Landbouwkundige problemen rond Randstad en Delta Fa. KAPTEiN Officiële ingebruikname vernieuwd kerkgebouw Geref. Gemeente LandLouwgronden aienen gespaard SOe Jaargang Rede van de heer J. A. van Nieuwenhuyzen voor het college van Gedeputeerde Staten MEDITATIE iiiiiiiiiaiiiii O, waar dan heen? Tpt Hena alleen I MIDDELHARNIS Ds. H. van Gilst leidde deze dienst TEL 01870-2004-2205 Vrijdag 7 februari 1958 No. 2670 PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629 Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930 Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Vertchi^nt tweemaal per week: dinsdag- en vr^dasjavond ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. IN VERBAND MET DE BEHANDELING van het rapport Randstad en Delta door Provinciale Staten van Zuid-Holland, welke behandeling binnenkort te verwachten is, heeft het college van Gedeputeerde Staten een excursie 'ge maakt naar het eiland Rozenburg ter bestudering van hetgeen zich daar be zig is te ontwikkelen en welke ontwikkeling gezien kan worden als een voor proefje van wat het gehele Deltagebied te wachten staat. Het betrof dus een oriënterend bezoek en in verband met de landbouwkundige problemen, die de ontwikkeling met zich brengt, was door Gedep. Staten ok uitgenodigd om aan de excursie deel te nemen de heer J. A. van Nieuwenhuijzen te Ooltgensplaat Deze en de eveneens uitgenodigde directeur van het Econ. Technologisch Insti tuut te Rotterdam, Drs Van der Veen, kregen tijdens dit bezoek gelegenheid hun zienswijze weer te geven omtrent de Visie Lange en al wat er verder aan de toekomst van dit eilandengebied vast zit. Wij kregen inzage van het be toog van de heer Nieuwenhuijzen en het doet ons genoegen in de gelegenheid te zijn daaruit het een en ander in het onderstaande te kunnen publiceren. De georganiseerde landbouw heeft steeds met aandacht de toename van onze-bevolking in Nederland gevolgd, evenals de .ontwikkeling van de één wording van West-Europa, die een toe name van handel en industrie ten ge volge kan hebben, aldus de heer Van Nieuwenhuijzen. Wat het eerste punt betreft, hebben wij de mening, dat iedere overheid, het zij stedelijk, provinciaal of nationaal, die in zijn bestuursbeleid met deze zaak onvoldoende rekening houdt en niet al les doet om ook in de toekomst aan de ze mensen een plaats te verschaffen waar zij kunnen leven en werken, in zijn taak te kort schiet. Hetzelfde kan worden gezegd, wanneer wij niet door het scheppen van een goede uitrusting van ons gebied als het ware gereed staan, om de toename van scheepvaart, handel en industrie op te vangen. On tegenzeggelijk ligt het Deltagebied, waar verschillende waterwegen samen komen, daarvoor bijzonder gunstig. Wv hebben cms als agrariërs vaak afgevraagd, of er mogelijkheden be staan om meer mensen op te nemen in de land- of tuinbouw. Dit kan door zogenaamde intensivering, waarbij ik algemeen wil stellen, de omschakeling van landbouw naar tuinbouw (bollen- en bloementeelt, enz.), en streeksgewyze kan men de ze ontwikkeling ook constateren. Daartegenover staat echter, dat door mechanisatie in de landbouw weer mensen vrij komen en het totaal dat daarin werkt weinig zal veranderen Dit brengt dus mee dat ook wij van mening zijn, dat de uitbreiding van handel, verkeer en industrie de oplos sing voor het opvangen van onze be volkingstoename zal moeten brengen. Maar dan komen wij voor de grote vraag hoe en waar, en dit is voor de landbouw in dit Deltagebied een heel belangrijke zaak, omdat wij bij het gra ven van nieuwe havens of waterwegen en het aanleggen van industrieterrei nen in deze provincie, direct een aan val doen op landbouwgronden van uit stekende kwaliteit, bewerkt door een boerenstand met grote vakkennis en bekwaamheid. Deze gebieden, die aan de zee zijn ontworsteld, hebben al vele eeuwen een belangrijke bijdrage geleverd voor de voeding van ons volk en voor de ex port van land- en tuinbouwproducten. Hoe hoog de opbrengsten van deze gronden kunnen zijn, blijkt uit ver gelijking met de opbrengsten van gronden in andere gebiedeTi. Volgens mededeling van de afdeling Grond- en Pachtzaken van het Mi nisterie van Landbouw, was het netto overschot inclusief de pacht voor de eerste klas fcleigronden op de Zuid-Hollandse eilanden in de jaren '49—'50 t.m. '53—'54 gemiddeld f 670.per ha. Voor de zandgron den rondom Breda bedroeg dit f 160 per ha en voor de zandgronden in West- en Midden-Brabant was dit slechts f 61.per ha. In de gehele wereld wordt het bezit van waardevolle landbouwgronden zeer hoog aangeslagen, en grote sommen worden uitgegeven om gronden door droogmaking, bevloeüng, tot grotere vruchtbaarheid te brengen. En de gronden in ons gebied kunnen, door hun samenstelling en ligging in een mild zeeklimaat met voldoende re genval, gerekend worden tot de beste ter wereld. Geen twijfel mogeJijk... HAZETFAtRIKKEN TE ZEVENBERCEK Belangrijk voor de steden Welke bijzondere betekenis hebben deze gronden voor de bevolking van Zuid-Holland? Van algemene betekenis mag de aan wezigheid van grote landbouwgebieden in een provincie als Zuid-Holland met vele steden worden gezien voop de ste deling, die 's avonds na zijn werk of op een vrije dag, behoefte heeft aan een tocht in de vrije natuur en door de na bijheid van deze open landerijen, in kor te tijd de stad achter zich kan laten. Spr. geloofde, dat door het aanleggen van meer fietspaden door de landbouw- streken en door de mensen meer be kend te maken met het mooie dat vruchten dragende landbouwgronden bieden, de belangstelling hiervoor be langrijk kan doen toenemen, als aan vullende recreatiemogelijkheid. De aanwezigheid van deze bedrijven bij onze grote steden maakt voorts, dat de stedelijke bevolking goedkoop kan ■Worden voorzien van verse groenten en andere levensbehoeften. Het is bekend dat in andere landen, waar van verre moet worden aange voerd, de kwaliteit vaak lager, en door de hoge aanvoerkosten, de prijs vaak veel hoger is dan voor ons. Te vaak wordt vergeten, dat dit ook een groot belang is voor de gevestigde industrie. Voor het bepalen van de waarde van het loon speelt de prijs aan de eerste levensbehoeften een belang rijke rol. Vooral in tijden van schaar ste is dit direkt waar te nemen. In tij den van internationale moeilijkheden, waardoor het aanvoeren van buiten moeilijkheden kan opleveren, springt deze kwestie duidelijk naar voren. Het is niet zonder reden, dat in de landen om ons heen een goede land- en tuin- bouwproductie voor de voeding van het eigen volk wordt gezien als een strate gische kwestie, hetgeen de daar ge voerde landbouwpolitiek duidelijk de monstreert. Stelt U zich eens voor, dat door een te vol gebouwd Zuid-Holland met een miljoenen bevolking, door het ontbre ken van een flink land- en tuinbouw- areaal In nabije omgeving, de eerste le vensbehoeften voor een groot deel ver moesten worden aangevoerd, en deze aanvoer zou, door bijzondere omstan digheden op een moment worden ver stoord of zelfs vervallen. De moeilijk heden zouden niet te overzien zijn en 19401955 liggen nog te kort achter ons, om te denken, dat dit in deze tijd niet kan bestaan. Gronden sparen Men staat dus voor het probleem van uitbreiding van havens en industrie en landbouwgronden sparen. Hoe kan dat? Het antwoord van de zijde van land bouw hierop is, dat ook wij inzien, dat het gehéél sparen van onze goede land bouwgronden niet zal gaan, maar dat alles moet worden gedaan om het op offeren hiervan zoveel mogelijk te be perken. De ideeën hierover wilde spr. gaarne in grote lijnen ter overdenking mede delen. Rotterdam zal zijn diepe havens moe ten hebben om grote zeeschepen te kun nen ontvangen en deze zullen kort aan zee moeten liggen, met terreinen daar bij om het aangevoerde product te kun nen opslaan, overslaan voor verder ver voer en met plaats voor" het vestigen van fabrieken om deze producten te verwerken. Maar wij zouden dit be perkt willen zien tot die industrieën, die werkelijk aan diep vaarwater moe ten liggen of als nevenbedrijf bij deze industrie niet gemist kunnen worden. Wij begrijpen, dat in de visie Lange hiervoor de kop van Rozenburg is ge projecteerd. Maar als wij de eerste vi sie Lange vergelijken met de tweede dan zien wij, dat de heer Lange bij zijn tweede visie gebruik heeft gemaakt van de ideeën van Ir. van Veen en Dr. Mesu en zijn haventoegang naést de Ingang van de Waterweg ver in zee heeft ont worpen. Wij vragen ons af (als dit tóch mo gelijk is), waarom dan niet volledig gebruikt gemaakt van het plan „Van Veen-Mesu", waardoor op de droog- gemaakte Maasvlakte een groot ter rein ter beschikking zou komen voor het maken uan fiovens en industrie terreinen. Luchtverontreiniging Naar ons is medegedeeld, wordt de mogelijkheid van dit plan nog nader onderzocht en indien mocht blijken, dat dit uitvoerbaar is, dan menen wij (Zie vervolg pag, 3 Ie kolom) „Zo opende Jozef alles, waarin iets waa." (Gen. 41 56) Verschillende personen uit het Oude Testament zijn typen van de Heere Je zus Christus. Eén van de duidelijkste is wel Jozef. Onze tekst toont hem ons in de pe riode van zijn onderkoningschap in Egypte. Naar aanleiding van Farao's droom is hij verhoogd geworden. In de vette jaren heeft hij de schuren gevuld met koren en nu de hongersnood van zeven jaren is aangebroken, opent Jozef de éne schuur na de andere om het volk in 't leven te houden. M. L. laat ons in deze geschiedenis enkele dingen mogen opmerken, waar door de typering Jozef - Jezus ons dui delijk wordt. We lezen, dat men de Ko ning van Egypte alleen maar kan na deren via Jozef. Rechtstreeks was de Koning niet. te spreken te krijgen, al les liep over Jozef. Is dit geen sprekende typering van Christus, die van zich zelf getuigen kon; „Niemand komt tot de Vader, dan door Mij?" Alleen in en door de Heere Jezus Christus is er gemeenschap met de Heere mogelijk. We lezen ook, dat de Koning een gebod had doen uitgaan tot het ganse volk, dat zij Jozef in alles zouden heb ben te gehoorzamen. „Dat, wat hij u zegt", zo luidde het. Zo is het ook de wil des Vaders, dat de Zoon geëerd wordt. Johannes zegt in zijn Evangelie: „Opdat allen de Zoon eren, gelijk zij de Vader eren!" Daar was niemand in geheel Egyp- teland, die een voorraadschuur kon ope nen, dan alleen Jozef. De koning had hem alleen en hem volkomen, volmacht gegeven. Het getuigenis van Christus luidt: „De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle dingen in Zijn hand gegeven. Zo zien wij de nauwe relatie tussen de Koning en Jozef, als een afschadu wing van de relatie tussen de Vader en de Zoon. De Vader, doet niets bui ten de Zoon om. De Zoon doet niets buiten de wil en het bevel des Vaders. Vervolgens zien we, dat Jozef ook in derdaad de meest geschikte persoon was, om dit werk te verrichten. Wanneer hij tot het ambt van Onder koning geroepen wordt klinkt het uit 's konings mond: „Zouden wij wel een man vinden als deze?" Dit blijkt dan ook wel in de practijk. Practisch, zowel vindingrijk was Jozef, want wij lezen dat hij zeer veel koren bijeen bracht, als het zand der zee. Ja, hij verzamelde op grote schaal. Want, zo luidt het: „totdat men op hield te tellen, want daarvan was geen getal." Is zo de Heere Jezus niet de meest geschikte, de volkomen en volmaakte Middelaar, die men zich denken kan? Volkomen God en volkomen mens. Het is des Vaders welbehagen geweest dat in Hem al de volheid wonen zou en uit die volheid ontvangt Zijn kerk ge nade voor genade. Daar is geen man als deze. En de heerlijkheid van Hem is zo menigvul dig, dat het niet te meten of te tellen is. Ja, zulk een Hogepriester betaamt ons: heilig, onnozel, onbesmet, afge scheiden van de zondaren, hoger dan de hemelen geworden. Jozef heeft niet alleen het koren bij een gebracht, hij heeft het, toen 't no dig was, .ook uitgedeeld! Dat was immers het grote doel, waar toe Jozef die schatten verworven had. Het zou hem evenmin voordeel ge bracht hebben, wanneer hij de gevulde schuren altijd gesloten had gehouden. Daarom opende hij ze, toen de tijd was aangebroken dat gans het land honger de. En hij hield ze open, zolang als de hongersnood duurde en er was genoeg totdat de hongersnood voorbij was. Lezers, wat een voorrecht het te mo gen weten, dat Christus Zijn volheid van genade en heerlijkheid niet heeft om voor zichzelf te houden, maar dat het van Hem geldt: „Gij hebt gaven ge nomen om uit te delen onder de men sen, ja aan wederhorigen, opdat ze bij U zouden wonen, o Heere God! Tot Hem moogt ge gaan met al uw nood, met uw honger en uw dorst naar Zijn gerech tigheid. Hij Is gereed om U te ontvangen: Opent uwen mond, Eist van hem vrij moedig, op Zijn trouwverbond, al wat U ontbreekt. Hij schent 't, zo ge 't smeekt, mild en overvloedig. We lezen dat Jozef de voorraadschu- ren openden voor ieder, die tot Hem kwam. M. L. Zijt gij al tot de Heere gegaan? Dan zult ge moeten geloven dat Hij is en beloner Is dergenen die Hem zoeken. Dan zult ge honger moeten hebben en geloven dat Hij Degene is, die deze hon ger stillen kan. Dat Hij de gepaste en dierbare Zaligmaker is Dan zult ge ook moeten geloven, dat Hij de gewillige is. We kunnen soms vlak bij de graan- schuur wonen, maar wanneer we niet tot Jozef gaan, nog omkomen van de honger. We kunnen vlak bij en onder 't Woord leven, maar indien we dat waren, toe- vluchtnemende geloof niet hebben, ko men we er nog ledig mee om. Onder zoeken we ons nauw, of de uitgangen van ons hart naar de Heere Jezus zich heen strekken. O, we lezen niet, dat Jozef iemand heeft teruggestuurd. En de Heere Jezus Christus zegt het: Die tot mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Hij nodigt zelfs zonder geld en zon der prijs om te kopen wijn en melk: Hemels brood en levend water! We zien dat uiteindelijk, dan het eten van dit brood de Egyptenaren met al les wat zij hebben, het eigendom wor den van de Koning. Ja, dat is de voorwaarde. Ge zult de Heere moeten liefhebben en willen toe behoren met geheel uw lichaam, geheel uw ziel en al uw krachten. De oude natuur doden en in nieuw Godzalig le ven wandelen. Wilt ge dat? Het Is de noodzakelijke voorwaarde. Die zich zelf wil handhaven en zijn bezit behouden komt eeuwig om, maar die zich geheel in handen stelt van de meerdere Jozef zal leven. En dan. wordt juist dit de grote troost ons geheel en al het eigendom weten van Hem, die met zijn dierbaar bloed ons alle zonden volkomen betaald heeft. Zijn bloed Is waarlijk krank. Zijn vlees Is waarlijk spijs. Hij troost het hart, dat schreiend tot [Hem vlucht. Hij geeft de wens van allen, die Hem [vrezen Hun bede heeft Hij nimmer [afgewezen. DIrksland. C. J. Kesting. Woensdag 5 februari ïs het geheel gerestaureerde kerkgebouw van de Ger. Ge meente te Middelharnis officieel in gebruik genomen. Deze dienst werd geleid door de consulent ds. H. v. Gilst te Dirksland. Er zoaren met de gemeenteleden tal van genodigden aanwezig: afgevaardigden van alle plaatselijke kerken en van de kerken van de Geref. Gemeenten op het eiland; burgemeester en mevr. P. W. Hordijk en de wethouders uit belde gemeenten, architect Chr. de Heer en een deel van zijn staf en de bouwers. Vóór de eigenlijke dienst heeft de voorz. van de Bouwcommissie, de kerk symbolisch aan de kerkeraad overge dragen. Het liturgisch centrum in het kerkgebouw van de Ger. Gemeente te Middel harnis ziet er thans als boven uit. Heel simpel en eenvoudig. Predikstoel en katheder zijn nieuw. Het orgel is van dezelfde dispositie gebleven, alleen i» een superbaskoppel ingebracht, Voorheen stond het orgel op een galerij in de kerk, er is nu een aparte orgelkamer op de consistorie gebouwd. Het was reeds lang nodig dat dit kerkgebouw moest worden gerestau reerd, daar er vele gebreken aan kleef den. Bovendien was er een wachtlijst voor zitplaatsen, zodat men in 1956 be sloot niet alleen te restaureren maar te vens de kerk te verlengen. Men verkeer de In de gelukkige omstandigheid, dat er nog enige ruimte was op het voor plein en de kerk in de rooilijn kon wor den geplaatst. Daardoor kon men het gebouw 9 meter verlengen. De banken, die zeer nauw opeen stonden, kon men dan tevens rulmer plaatsen. In totaal zijn er door deze verbouwing plm. 100 zitplaatsen bijgekomen. De voorgevel heeft een geheel ander aanzien gekre gen; door het aanbrengen van geheel nieuwe ramen. Valt meer licht bin nen. Een nieuwe kansel en katheder is geplaatst, eenvoudig en passend in het geheel. De kerk Is licht, maar stemmig geschilderd. De hoofdkleuren zijn licht grijs en bruin. De galerij waarop het orgel stond is uitgebroken en op de consistorie een nieuwe orgelkamer gebouwd. Daardoor is meer ruimtewerking in de kerk ont staan. Het podium met de banken in de zg. tuin, die vrij hoog stonden zijn gelijk geplaatst met de andere ban ken. De „tuin" biedt daardoor meer ruimte voor H. Doop, H. Avondmaal e.a. kerkelijke plechtigheden. Het is uitge voerd onder architectuur van Chr. de Heer te Rotterdam, die meerdere ker ken en scholen op zijn naam heeft staan Ook zijn door hem enige grote koel huizen op ons eiland gebouwd. De dienst werd geopend door de voorz. van de kerkeraad dhr. N. H. Beversluis met het laten zingen van Psalm 27 3 en het lezen van een Schrlftged. Daar na heette hij de genodigden welkom en gaf het woord aan de voorz. van de bouwcommissie, de heer Th. de Waal, die eerst een uiteenzetting gaf over de voorbereidende werkzaamheden, de ka pitaalsvoorziening en de uitvoering van het werk. De commissie die voorts be staat uit de heren S. van Groningen, G. J. Nagtegaal, J. P. C. van Zielst en M. Vroeglndeweij, heeft in goede samen werking met de kerkeraad alle maatre gelen getroffen die voor de bouw nodig waren. De voorz. bracht dank aan de architect en zijn staf voor hetgeen men had weten te creëren. Een, kerk verbou wen is een moeilijker opgave dan een nieuwe kerk te bouwen. Spreker bracht ook dank aan de aanemers J. Ie Comte, metselwerk; Beversluis en van Heemst timmerwerk; A. Nieuwland Jr. elektri citeit en A. Nieuwland Sr. lood- en zink werk; Fa. I. V. d. NIeuwendIjk Co. te Sommelsdijk staalcinstructie; G. de Koning en L. van Brussel (N. Tonge) voor het schilderwerk en Fa. I. v. d. Nieuwendijk te Middelharnis voor het aanbrengen van waterleiding en sanitair Het orgel, indertijd gebouwd door fa. Koppejan te Ederveen is ook door deze fa. verplaatst. Ook hem werd dank ge bracht voor het geleverde werk. Spontane medewerking De aankleding van de kerk, gordij nen, lopers, vloerbedekking enz. werd aangeboden ais een geschenk van de gemeenteleden aan de kerkeraad. Hier voor Is 1400.ingezameld onder de le den, waarvoor de dames, die daarvoor met een lijst hadden gegaan, dank wer den gebracht. Daarbij werden ook be grepen de vrouwelijke gemeenteleden, die de kerk belangeloos hadden schoon gemaakt en de dames die de gordijnen Allesnverkoop van de bakenda GLORIA PORT «n de nieuwe WIJNEN ESMERALDO WIJ! Interieur van het geheel vernieuwde kerkgebouw. Er zijn geheel nieuwe ra men in geplaatst en het dak is gestut door stalen kolommen. De galerij is ook groter geworden. Totaal zijn er thans plm. 520 zitplaatsen. hadden genaaid en pasklaar gemaakt. De meisjes vereen, heeft zich ook Inge zet en deze zal in het vervolg ook da consistorie opknappen. Diaken v. Zielst, rustend timmerman, had belangeloos de katheder gemaakt (zie foto) een kniel bank. Psalmborden, rek voor collecte- zakken en een parapluibak. Deze attri buten die bij de openbare eredienst be horen, getuigden van goed' vakmanr schap en hij kreeg daairvoor een harte lijk woord van dank in ontvangst te ne men. Bij de overdracht drukte de Toorz. de v.rens uit, dat de liefde voor de dienst des Heeren onder de gemeenteleden zo mag blijven, de vacante gemeente «poe- dig een eigen herder en leraar moge krijgen en de Heere de bediening van Woord en Sacrament in dit vernieuw de gebouw rijkelijk moge zegenen. Ds. H. V. Gilst betrad daarna de kansel en onder het zingen van Ps. 119 69 opende hij de Bijbel, sprak daarna het votum en de zegen uit en ging voor in gebed. In zijn voorafspraak merkte ds. van Gilst op, dat de sporen van het oude gebouw waren uitgewist en het eigen lijk een geheel nieuwe kerk was gewor den. Hij wenste kerkeraad en gemeente toe dat de Heere er Zijn intrek in zou mogen nemen, want Zijn komst kan al leen het heil volmaken. Daalt de Hee re af, dan valt al het uitwendige weg; dan moest Jacob In het open veld zeg gen: Zie, dit is een huis Gods. Er is een volk dat heeft niet genoeg aan het uitwendige maar ziet uit naar Zijn komst in de bediening van Woord en Sacra ment. Spreker nam tot tekst Ps. 63 3: Voorwaar, ik. heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uwe sterkheid en Uwe eer. Het thema was: „God, in Zijn heiligdom aanschouwd" waarna stilge staan werd bij de 1. de persoon die het heil aanschouwd; 2. de plaats waar en 3. het heil zelf dat aanschouwd wordt. (Vervolg pag. 2 Ie kelom)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1958 | | pagina 1