EIIIVriDEn-IIIEUWS Het enige visserijbedrijf te Middelharnis De „Groenen" vissen nog steeds naar hartelust uiinci 2de blad Dinsdag; 31 december 1957 No. 2659 UIT DE KERKEN GEBEF. KERKEN N.V. Slavenburg's Bank Kinderhoek ie 1. xxxxxxxxx 1957 loopt ten einde De onrust en on^nst In de wereld Neder land midden in de perqlïelen Het jaar wenkt nu naar zijn einde. Behalve voor wie in luchthartigheid een opgeschroefde vrolijkheid de twaalf klokslagen afwacht, maakt de jaarwis seling toch wel op een ieder enige in druk. Al was het maar dat wij erkennen moeten dat wij het „hoe" er van niet verstaan. Wij staan aan de oever van de tijdstroom en zien hem daar voorbij vlieten, en wij weten dat die stroom des tijds al van den beginne voortgolft. Vóór ons hebben geslachten aan deze oever gestaan; zij hebben evenals wij ge peinsd over de tijd die zo gauw gaat en zij zijn voor ons heengegaan in de eeuwigheid. Eli van tijd èn van eeuwig heid kunnen wij ons maar geen begrip vormen, hier is ons verstand verduisterd hier is de adeldom onzer schepping ver loren. Het rechte besef van dit gemis, van cljze onkunde leidt de godvruchtige dicMcv tot de bede: „Leer ons alzo onze dageu tellen dat wij een wijs hart be komen". En dat is nu weer een wijs heid die de Heere voor de „wijzen en verstandigen" verbergt, maar aan Zijn kinderen openbaart. 1957 is een bewogen jaar geweest. In dit jaar is onder alle welvaart die in handel en verkeer genoten werd de wenic uitgegaan dat voorspoed een teder plantje is en dat de finantiële bronnen van ons volk niet onuitputtelijk zijn. Wij willen daar niet erg aan en proberen er nog onderuit te komen, maar de oo- sprong van de welvaart ligt niet in 's mensen hand, maar in Gods hand. En daar werken dan vele toestanden en allerlei verhoudingen toe mede. Zo heb ben dan uiteraard vrede of oorlog een machtige invloed op de economie der volkeren. Ook doet de oorlogsvrees reeds schade en deze vrees is dit jaar zeker niet veminderd. Het machtige Rusland met zijn goddeloze idiologieën houdt heel der wereld in spanning. Dit land, dat wat zijn hulpbronnen betreft niet voor Amerika behoeft onder te doen, is tot veel in staat. En juist de laatste weken van 1957 zijn geuige van de r.ieiüng der mogendheden, dat men isft Rusland toch eens op hoog plan praten moet... Dat men zich hier maar niet aan dro men overgeve! Die de vrede wil moet tot de oorlog bereid zijn. Onze vrijheid en onze zedelijke goederen moeten ver dedigd worden, zeker tegenover een machtig volk dat al veertig jaren bezig is alle godsdienst uit te roeien en het ïloof aan God tot hersenschim te ver klaren. Ons kleine land kan niet veel invloed in het machtige koor uitoefenen. De eeuwen wentelen en de macht van het Calvinistisch Holland is zeer gedaald ook wordt het belijden der reformato rische beginselen onder ons zwakker; men kan het verval rondom zich con stateren. Onze bede mag wel zijn met de psalmdichter: Keer weder, Heere, en het berouwe U over Uwe knechten! Zovoert het slot van dit jaar ons nog mede in internationale verwikkelingen, nu tevens Indonesië tegen ons opstaat om Nieuw Guinea te mogen bezitten. Dit wordt een gevaarvolle worsteling met een revolutionnair oosters volk. Het brengt in zich het verlies van mil joenen schats en veel teleurstelling voor allen die aan Indonesië nog hun krach ten en hun geld besteedden. Moge het öreigend verlies nog worden afgewend. En al deze dingen liggen niet buiten cle Raad Gods. Maar van die verheven Raad is ons veel geopenbaard, hij gaat en werkt niet buiten middelen om. En wat eist de Heere van U dan recht en gerechtigheid te doen, vraagt de profeet van het Oude Verbond. De wil des Heeren is onder ons niet onbekend; Nederland is bevoorrecht boven vele vol- teren met de kennis van het Woord Gods. Maar wie naar dit Woord hun Schreden niet richten zullen geen dage raad hebben. Dat geldt ook voor heel •■et volk. Mogen wij ons daarnaar per soonlijk, en als volk weder en meer fichten! Waarnemer NED. HERV. E£BK Beroepen te N. Lekkerland en Opheus- den G. van Dieren te Ede; Leerbroek en Kinderdijk J. Spelt te Dinteloord; Koc- kenge G. van Estrik te Nieuwland. Bedank voor Ouderkerk K. v. d. Pol te Veenendaal; Giessen-Nieuwkerk G. v. Estrik te Nieuwland; Boven Hardinx- veld J. Hovius te Dordrecht; Sliedrecht J. Noltes te Emst. Ede: Ds. J. v. d. Heuvel heeft dezer dagen de eerste steen gelegd voor de nieuwe „Sions-kerk" in Ede-West. Nederhemert: Ook deze gemeente, die onder de nieuwe bepalingen, niet meer in staat is een eigen predikant te beroe pen, heeft een pastoraal verband aan gegaan en wel met de gemeente Aalst. In de gemeente Woerden zijn kerke- raadsverkezingen geweest, waarbij alle kandidaten van de Geref. Bond zijn ge kozen met een meerderheid van 40 tot 80 stemmen op die der andere groepe ringen. Beroepen te 's Hertogenbosch Mr. C. Brouwer te Luttelgeest; Stadskanaal W. Stuursma te Grote Gast; Oude Pekela J. Snel te Reitsum; Vlaardingen M. Mulder te Heerden Aang. naar 's Gravenhage P. de Bruijn te Woerden; Gapinge kand. M. Boot te Woerden; Schoondijke H. van Botten- burg, kand. te Hilversum; 's Hertogen bosch M. C. Brouwer te Luttelgeest. Bedankt voor Hellendoorn E. Deurs- ma te Vorden; Workum M. Bosscha te Westerbork. Benschop: Nader bericht men over de moeilijkheden ter plaatse dat deze door de jongste kerkeraadsbesluiten groten deels zijn opgelost, nu aan de bezwaren is tegemoet gekomen, welke verschillen de gemeenteleden hadden i.z. de nieuwe vertaling en het zingen van gezangen. Castricnm. In deze gemeente zijn be zwaren gerezen, welke uiting vonden in brieVen aan de classis Haarlem en inge zonden door de plaatselijke predikant ds. A. A. Leenhouts, een viertal ambtsdra gers en een aantal gemeenteleden. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Opperdoes M. Drager te Drachten; Maassluis H. v. d. Ent te Westendam; Enschede Th. Rutters te Wildervank; Midwolda W. v. 't Spijker te Drogeham; 's Gravendeel H. W. Eer- land te Lisse. Ds M. C. Xanis hoopt 12 jan. afscheid te preken te Urk, om op 19 febr. intrede te doen in Middelharnis, na van te vo ren bevestigd te zijn door ds N. de Jong te Katwijk aan Zee. Ds M. V. d. Klis te Zierikzee is reeds sinds 24 nov. zeik en niet in staat enige ambtsbezigheden te verrichten. Ds W. F. Laman te Hamilton (Cana da), voorheen o.a. te Middelharnis, mocht gedenken, dat hij voor 25 jaar in 't ambt werd bevestigd. De herdenkings rede is per bandrecorder in de Chr. Geref. kerk te Middelharnis op Tweede Kerstdag weergegeven. Ds L. Beekaxnp, herdacht dat hij voor 55 jaar, als predikant van Delft, zijn ambtelijke loopbaan begon. Ds Beekamp is thans 85 jaar oud en geheel blind. Ds Taisma em. predt. te Zeist, be reikt 21 dec. eveneens de hoge leeftijd van 85 jaar. Ds. D. H. Biesma te Haarlem, zal D.V. op 15 januari de herinneringsdag hebben, dat hg voor 25 jaar als kandi daat te Drogeham intrede deed. Ds M. Holtrap nam afscheid van de gemeente Leeuwarden, sprekende over Deut. 33 27. GEREF. GEMEENTEN Bedankt voor H. I. Ambacht L. Kie- boom te Lisse. Uit het jaarboekje der Geref. Gem. blijkt, dat de Geref. Gem. thans 132 ge meenten tellen met "totaal 59937 doop- en belijdende leden (dit aantal is resp. 29776 en 29961). Deze gemeente wordt door 18 predikanten gediend, zodat er 114 vacatures zijn te vervullen. Er is. een Generale Synode, 3 Parti culiere Synodes (zuid- west en oost) en 10 classes. In de classes Middelburg, Tholen en Dordrecht is momenteel geen enkele predikant. KADE 5 MIDDELHARNIS TBLEF. 2138 Alle Bank- en Effectenzaken Reis- en Zaken-deviezen De classis Middelharnis, welke geheel Goeree-Overflakkee omvat, bestaat uit 8 gemeenten welke gediend worden door 1 predikant. Het aantal belijdende leden bestaat uit 1207 en 't aantal doopleden uit 1100, zodat er op ons eiland in to taal 2307 personen tot de Geref. Gem. behoren. Op 't eiland Tholen is de situatie als volgt: 9 gemeenten, geen predikanten; Bell. leden 1432; Doopleden 1150; in to taal 2582 personen. In het jaar dat is verstreken Hadden wij heel veel succes Met diepvries vis, het is gebleken Wij waren daarvoor het adres. De andere vis die wij verkochten Aangevoerd zo vers uit zee Was net wat de klanten zochten De prijs daarvan valt altijd mee Ook de stokvis was niet minder En de haring in het zuur Daarin van geen graten hinder Waren bij ons minder duur De allerbeste soort makrelen Goed gestoomd en moddervet Die verkochten wij er velen Want er werd op prijs gelet. We zullen ook alweer proberen In het jaar dat pas begint Met onze kaas te concurreren Die men bij ons het beste vindt. Geen concurrentie doet ons vrezen Ook niet met gebakken vis Voor kwaliteit dan moet je wezen Bij TAMBOER - Middelharnis. 1 januari 1958 p.f. Beste jongens en meisjes! Dit is de laatste keer in het jaar, dat straks van ons scheiden gaat. Jullie zullen het nog als de dag van gisteren weten, dat we het jaar begonnen. Ook bij kinderen gaat de tijd snel; dat weet ik. Velen schrijven daarover. En nu is het zó, dat de tijd, die voorbij is ge gaan, nooit meer terug keert. We kun nen de geschonken uren niet meer over doen, wat we wel eens zouden willen. Daarom zullen we de tijd ernstig moeten nemen en beschouwen als een grote ga ve van God, Die ons zoveel uren en dagen en maanden geeft. Onze tijd is een voorbereiding. We kunnen hier niet blijven en we zullen eenmaal reken schap moeten afleggen, hoe we de tijd hebben doorgebracht. Mocht de Heere ons maar leren om onze dagen te mogen tellen, opdat we een wijs hart mochten bekomen. Dat wijze hart is niet een hart met veel wetenschap en kennis, maar het is een hart, dat de Heere vreest. We zouden gelukkig zijn, als we in de wegen des Heeren wandelden. Daarom zullen we moeten leren bidden: „Heere! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij." Ik zal nu het laatste raadsel van dit jaar laten volgen. DECEMBER-RAADSEL 4 2. X 3. X 4. X 5. X 6. X 7. X 8. X 9. X 1. Tijd die we tegemoet gaan. 2. Aleer de bergen-----waren, vóór de heuvelen was Ik geboren (Spr. 8). 3. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik ben ----- en ellendig (Ps. 25). 4. Dat geen inbreuk, noch...., noch gekrijs zij op onze straten (Ps. 144). 5. KeerHee re! tot hoe lange? (Ps. 90). 6. Om uit te roepen het.van het welbehagen des Heeren (Jes. 61). 7. Zij zijn voorbijge- varen met jachtschepen; gelijk een arend naar hettoevliegt (Job 9). 8. Wantonze dagen gaan henen door Uw verbolgenheid (Ps. 90). 9. Letter. Op de kruisjeslijn naar beneden komt het zelfde woord te staan als gevraagd wordt bij 1, dus de tijd die we tegemoet gaan. CORRESPONDEN'nE Lenie den B., Herkingen. Wat heb jij veel gekregen voor je verjaardag, zeg! Jij staat bij familie en vriendinnetjes goed in de pas, geloof ik. Weet je wat ik mooi vind? Dat je de naailessen zo graag volgt. Dat is veel waard voor een meisje. Heb je nog geregeld correspon dentie met Trudie? Dat is leuk, maar het is jammer dat er een tolk bij te pas moet komen. Han van L., Nieuwe Tonge. Was er een grote opkomst bij ds. Z.? Uit dat j vragenboekje heb ik ook nog geleerd, i Misschien zou ik de antwoorden nog j wel weten, want die vergeet je niet zo Het enige visserijbedrijf dat Middelharnis nog bezit, is dat van schipper A. Groen. Deze vist op de rivier en het zeegat met een grote schokker op de kuilvisserij of met een kleinpre boot op de paling. Hij wordt daarbij geassisteerd door zijn neef Henk Groen Czn., die de traditie van zijn familie in ere houdt en evenals zijn oom een visser in hart en nieren is. Maar hoe lang zal deze visse rij op het Haringvliet nog stand houden De uitvoering van de Deltawerken zal misschien een streep door de rekening geven. Reeds nu is aan de visserij te be merken dat er op de rivier wat gaande is. Daarover verteld* de visser A. Groen ons een en ander. Middelharnis was in de vorige eeuw een belangrijke vissersplaats. Eerst be- visten de Menheersenaers de Noordzee met z.g. buizen oftewel, hoekers, later met de z.g. sloepen. Het was toen een levendig bedrijf aan het Vingerling, wanneer de vissers van de zeereis terug waren en thuis kwamen provianderen. Omtrent de eeuw-wisseling is de visserij valnuit Middelharnis gaan tanen en van lieverlede naar Vlaardingen, IJmuiden, Katwijk e.a. vissersplaatsen overge plaatst. De enige visserij die te Middelharnis is overgebleven is de riviervisserij van de familie Groen een visserij die eigenlijk gauw. Gaat het al een beetje om dat franse Kerstliedje goed uit te spreken? 't Moet heel anders dan het nederlands. hè? Mia V., Herkingen. Fijn, dat je nu met de bus gaat, want in de winter is het een hele toer, hè? Dat laatste ca deau, dat je nog moest krijgen, is den kelijk wel het mooiste. Staat hij goed? Je wordt al een heel dametje! Annie den B., Herkingen. Jij kan al lange brieven schrijven, hoor! En hoe het met het vriezen zou moeten, naar jouw zin tenminste, weet je ook best. Ik denk, dat je je zin nog wel zal krij gen. Stempels als op school geef ik niet, maar wel mooie prijzen, nietwaar? Ellie van D., Zoetermeer. Ben je nog lang ziek geweest, of was het maar van korte duur? Je hebt veel gekregen op je verjaardag hoor! Dat was een -leuke wekker, hè? Een echte wekker heb je niet nodig, denk ik. Je moeder zal wel maken dat je op tijd in school kan zijn. Jaop K., SommelsdijJc. Dat is gezel lig: bpt hele gezin zingen bii bot or gel! Wie kan er nog meer spelen dan vader? Later zal je met aangenaamheid terug denken aan die tijd, toen alles nog bij elkaar was. Dat hoop ik tenminste. Als de kinderen wat ouder gaan wor den, gaat dat niet meer. Langzamerhand gaat dan alles uiteen. Kon je de teksten goed opzeggen? Corrie N., Middelharnis. Als d^ze krant komt, zal jij dus niet thuis zijn. In R. lezen ze wellicht deze krant niet. Afijn, dan zie je het hopelijk later wel. Je zal wel veel te vertellen hebben in de komende brief! Sjaak van D., Zoetermeer. Die boe ren mogen toch de wegen niet vuil ma ken? Valt er nooit eens een bon voor deze of gene? Er zouden ongelukken kunnen gebeuren. Het is wel een leuke gedachte, zoals jullie op school doen. Iedereen heeft dan wat en zó duur wordt het niet. Klaas V. d. D., Nieuwe Tonge. Jam mer van dat derde raadsel. Niet goed opgeborgen, denk ik. Was het een diepe wonde in je hand? Met een beitel kun ie iezeif een lelijke „jaap" geven. Ik denk, dat het wel een groot litteken zal zijn. Bij Cor is er dus van uitstel af- st^" "eknmen. Kees N., Ameide. Had je dat boek op je verlanglijstje? Hoe is het mogelijk, dat je het dan als prijs kreeg, want hier was je lijstje toch niet bekend. Was de meester met het cadeautje achter die stippelt jes ook blij. Dat zal wel, want zo'n instrument kan je ook niet missen. Wim en Nellie M., Den Haag. Ik dacht al: waar blijven de kinderen uit Den Haag toch? Maar nu weet ik het wat de oorzaak was. Bedankt voor het raad sel, Nellie. Je hebt misschien wel be grepen, dat het niet meer geplaatst kon worden op de gezette tijd. Het geschre ven hoekje moet al behoorlijk vroeg op de drukkerij zijn. We plaatsen het dan later wel. Jochem G., Den Helder. Nou, nou, Jochem! Jij hebt even moeten pennen! Dat is een mooi opstel geworden. Ik merk, dat je goed vertellen kan. Het is net of je er bij bent. Doe je dat op school ook zo goed? Dan zal je voor taal wel een goed cijfer hebben. Ga zo maar voort! Allemaal. Tot mijn spijt kan ik al de brieven niet beantwoorden. Ik hoop, dat Leen, Jaap en nog een Jaap, Elly, Hannie, Liedy en Greetjo, niet boos op me zijn. Ik zal toch die brieven de vol gende week trachten te beantwoorden. De hartelijke groeten. Een prettige vakantie en een gelukkig Nieuwjaar. OOM KO. van vader op zoon is overgegaan. Enige jaren geleden heeft de visser A. Groen een grote en sterk gemotoriseerde ijze ren schokker gekocht om de kuilvisserij in het zeegat en op het Haringvliet uit te oefenen. Men vangt daarmee in hoofdzaak spiering, wat platvis, zoals scharren en bot, een enkele geep en puf. Het puf wordt iedere dag door een mo torbootje opgehaald (ook bij de vissers van de Moerdijk) aan de wal gebracht en voor eendevoer verkocht. De spiering visserij is op het ogenblik vrij goed en tamelijk lonend. De palingfvisserlj In de zomer vist men met kubben op de paling. Deze kubben worden eerst van aas voorzien en daarna bij tiental len aan een lange lijn over boord gezet om na afloop van het tij weer te worden gelicht. Op bijgaande foto ziet men de beide vissers bezig de kubben binnen boord te halen; men doet dit met een kleinere motorboot, om gemakkelijk te kunnen manoevreren. De paling wordt er uit geschud en in het bun geworpen, waarin ze levend blijft, ledere kubbe wordt direct van aas (kleine visjes) voorzien en direct weer over boord ge zet. Deze visserij gebeurt in de zomer; Schipper Groen vertelde ons dat het een redelijk lonend seizoen is geweest. In het najaar gaat men op de kuil visserij over, waarmee men als het niet vriest bezig blijft tot april. Van april tot half mei is het verboden om met de gesloten kuil te vissen. Dit, om de visserij niet dood te maken. Toekomst voor visserij niet rooskleurig. En wat denkt U van de toekomst? vroegen we aan schipper Groen. Dat valt moeilijk te zeggen, was het antwoord. De uitvoering van de Deltawerken in het Haringfvliet brengt ons nu al schade. Is dat nu al merkbaar? zo vroegen we. De stroomverdeling is anders op de rivier, aldus vertelde de heer Groen, We kunnen er niet zo meer op aan, het is alles meer warrelend. We vangen ook veel minder bolk en scharren in de kuil, De stroom aan weerszijden van de ring- dam waar de sluizen komen, is ook veel sterker geworden. En als het Haringvliet geheel zal zijn afgesloten wat denkt U dan van deze visserij? We maken ons ongerust dat er dan veel afvalstoffen van de boven rivieren in het afgesloten meer zullen komen. Reeds nu komt het voor, dat de vis die onder de Moerdijk wordt gevangen af gekeurd wordt wegens ondeugdelijkheid. De sluizen zullen waarschijnlijk alleen de bovendste laag afzuigen en dan zit ten wij misschien met de drab en de vuile rommel op het meer. Maar het is nog ver weg, het duurt nog wel jaren zei ons de heer Groen. We zullen hopen dat het meevalt. Zwaar vistuig dan niet meer nodig Zwaar vistuig zal dan niet meer no- dg zijn. Een visserijbedrijf zoals van de heer Groen loopt toch altijd nog over een kapitaal van twintig vijf en twin tig duizend gulden. Voor hem en voor de vissers van de Moerdijk brengt de af sluiting daarom een geweldige schade post. Men is er nu al bezig om voor deze schade die de afsluiting mee brengt, vergoeding te krijgen. Wat niet meer dan billijk is. Onder de vissers van Middelharnis is Groen de laatste der Mohikanen. We hopen voor hem en voor zijn neef dat er ook na de afsluiting van het Haring vliet met het vissen op paling nog wat te verdienen zal zijn. Op onderstaande foto zijn de vissers A. Groen en zijn neef Henk Groen bezig met het lichten van de paling- Jcubbem op het Haringvliet. ^Afj/i^eSf Rustig zegt de boer, dat iedere koop- Ji^n die hem goed geld biedt voor de ïalveren, die hij nog te missen heeft, 'sken met -hem kan doen. En zeker jongen van de weduwe Uitwellin- 5«ga. Sernardus gaat staan en steekt zijn "and over de tafel uit: Boer, met jou kan ik praten. Houd "P ie hand! En Bernardus bezegelt als op de P'fkt met een handslag dat zij beiden eens zijn. Och, och, zucht de vrouw. Zij ^*enkt nog eens koffie in. Maar Ber- jardus is met haar nog niet klaar, hij Kgt: De vrouw en ik zullen het ook eens '"">eten worden. Nooit! Dat duurt lang! Bij een vrouw van twaalf uur tot de middag... waagt een arbeider te in terrumperen. 't Is toch erg! roept de vrouw. En natuurlijk is dat de schuld van haar man: Dat jij je toch stil kunt houden, je laat je eigen vrouw beledigen waar iedereen bij zit! Daar bijt Bernardus in: Wij beledigen U niet. U hebt de arbeiders beledigd. Was dat soms no dig? Van vroeg tot laat zijn ze bezig om het werk voor de boeren op te knap pen en als de boer gaat rentenieren kan de arbeider in 't armhuis kruipen. En als er dan eens één is dit wat an ders probeert, dan beledigt U ze alle maal. Is dat nu eerlijk! En als ik dan uw beweringen niet ernstig neem en er een grap over heen gooi, dan is U bele digd! Waarom eigenlijk? Dezelfde arbeider, die zoeven een grap zei, geeft hem antwoord: Ben jij niet wat jong om zo tegen de vrouw te keer te gaan, Bernardus- je? Je mond is me wat te rijp. Je moet niet een ander napraten en vooral niet zo grote mens achtig gaan doen. Ik zeg dat in je eigen belang. Je denkt het met de stok te verdienen niks tegen, maar je bent, evengoed als wij, van de boe ren afhankelijk. Houd daar rekening mee. Goed zegt Bernardus. Maar mijn vader en moeder waren arbeidersmensen houd daar ook rekening mee! En die hoeft niemand over de hekel te halen of minderwaardig te behandelen. Dan staat de dochter op en zegt: Wij sluiten deze leerzame discus sie... Zij is op de ^leisjesverenlging en. daar vice-presidente. Jij bent tenminste verstandig, zegt haar vader. Hij slaat zijn dochter op de schouder. En daarna neemt de koffiezitting een einde. De vrouw doet of ze het niet hoort, als Bernardus haar een goede dag wenst. Ieder gaat aan zijn werk en Bernardus sjouwt met de boer het drassige natte land in om de kalveren te bekijken. Lang blijven ze niet buiten, 't is te nat. Brouwers besluit om althans het melkvee te stallen. En Bernardus heeft de prijs die hij wil bieden goed in zijn hoofd. Voor een raam waar de vrouwen het middageten koken, blijven ze staan. Ga mee in huis, zegt Brouwers. Ik wou hier maar tot een akkoord komen... Bernardus biedt niet te hoog, hjj ver wacht een grote aanvoer van vee op de markt en dat zal de prijzen drukken. Hij vertelt dat aan de boer. Die is dat wel met hem eens, maar Bernardus is hem toch te zuinig. Zij bewerken fel el kanders handen. De vrouw ziet dat. Zij blijft staan kijken en zegt dan tegen haar dochter: Misschien is het wel goed, dat de jongen iets anders probeert, want het is maar een min manneke; lang en schraal hij heeft geen vlees op z'n botten. Je weet nooit wat zo'n jongen onder de leden heeft. Och, antwoordt de dochter, als ze flink en vlezig zijn, is het ook niet goed. Dat was de knecht, die weg moest. De mannen praten nog eens over de graskalveren, die de een verkopen moet en de ander kopen wil en waarover ze het niet eens kunnen worden. De ar beiders gaan naar huis om te eten. De meid giet de aardappels af. Dan Brouwers en Bernardus delen het ver schil. De laatste klap is te horen. Bernardus moet ruim een uur door de regen lopen om de middagpot te vinden en hij loopt, want hij kan nu toch ner gens terecht. Maar een fiets koopt hij tenminste, als hij niet al te ongelukkig is met de kalvermarkt. En dat loopt misschien wel los. Een boerendochter kijkt hem na. VIERDE HOOFDSTUK Hoe vol is de veemarkt. De ruimten tussen de beesten staan volgepropt met mensen. Met botsen, stoten en wringen en op zij duwen scharrelt men vooruit Zoveel vee is er. En op deze drukke na- jaarsmarkt heeft Bernardus vijftien graskalveren, een tiental schapen en een paar vette varkens... en hij weet opeens dat hij zich zal moeten specialiseren in het een of het ander. Een koopman kan niet overal tegelijk zijn. Dan verkoop je te vlug. Soms moet je heel vroeg de spullen van de hand doen, een andere keer niet te haastig zijn omdat de markt gaat rijzen. Het is noodzakelijk om baas over je zelf te zijn en geen slaaf van een partijtje hier, enkele exemplaren daar en verderop een ander handeltje. Zeker, hij heeft daar al eens eerder over gedacht. Maar het is hem vandaag duidelijk geworden. Hij moet zoveel geld omhanden hebben, dat hij de risico durft nemen om koeien te kopen. Varkens is een kwestie van kilo's schapen ook... schapen, och ja, hij ziet wel graag een goed schaap, maar dat de schapenhandel hem nu juist ligt. kan hij toch niet waar maken. Boven de kippenmarkt is hij al lang uitgegroeid en hij lacht om een lamsvelletje. Dat is iets van vroeger... De koehandel lokt hem. En als hij even vrij is, dwaalt hij achter de koestaarten langs en let op alle kopen en verkopen. Hij bekijkt de dieren, tast met zijn handen en taxeert. En hij leert de kooplui en de koeien kennen. Zij hem. Maar het geld. Ja, het geld. Elke zaterdag brengt hij zijn moeder een vast bedrag. Dat gaat van de winst af. En er zijn weken, dat hij geen winst maakt. Dan gaat het van zijn spaar zaam gefokte kleine kapitaaltje af. Daar heeft hij ook al een fiets van be taald. En zo hard groeit het niet. Hij weet... als hij ongelukkig is, moet hij toch het gekochte betalen. Door lang met betalen te wachten verspeelt hij het zo langzamerhand verworven ver trouwen. En nog lang niet alle boeren willen hun beesten aan hem verkopen. Ze zijn bang, dat hij niet goed voor 't geld is. Was hij nu maar een boeren zoon, die een vader heeft met wat ach ter de hand, dan hadden ze geen be zwaar. Maar zo'n arme, kale boeren- daggeldersjongen als hij is, die boven dien zijn moeder moet helpen onderhou den, zo iemand de dieren in handen ge ven is een te groot avontuur. Ach, en dan zijn er nog zoveel boeren die eender denken als de vrouw van Brouwers. Nietwaar, wat bezielt toch zo'n arbei- dersjongen Waarom meldt hij zich niet bij een boer voor vaste knecht of los arbeider? Neen, alles past niet. Er zijn nu eenmaal grenzen gesteld en er be staan standen. Er zijn boeren en er zijn arbeiders. God heeft nu eenmaal niet alle mensen een boerderij of geld toe vertrouwd, en het is eigenlijk opstand tegen de gestelde regel, het gegeven ge bod, om daar tegen in te gaan en niet met zijn plaats en posiie tevreden te zijn. In de grond revolutie. En dat is niet best; daar mag men niet aan mee werken. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 3