EIIIVriDEn-IIIEUWS
Het enige visserijbedrijf te Middelharnis
De „Groenen" vissen nog steeds naar hartelust
uiinci
2de blad
Dinsdag; 31 december 1957
No. 2659
UIT DE KERKEN
GEBEF. KERKEN
N.V. Slavenburg's Bank
Kinderhoek ie
1. xxxxxxxxx
1957 loopt ten einde De onrust
en on^nst In de wereld Neder
land midden in de perqlïelen
Het jaar wenkt nu naar zijn einde.
Behalve voor wie in luchthartigheid een
opgeschroefde vrolijkheid de twaalf
klokslagen afwacht, maakt de jaarwis
seling toch wel op een ieder enige in
druk. Al was het maar dat wij erkennen
moeten dat wij het „hoe" er van niet
verstaan. Wij staan aan de oever van
de tijdstroom en zien hem daar voorbij
vlieten, en wij weten dat die stroom
des tijds al van den beginne voortgolft.
Vóór ons hebben geslachten aan deze
oever gestaan; zij hebben evenals wij ge
peinsd over de tijd die zo gauw gaat
en zij zijn voor ons heengegaan in de
eeuwigheid. Eli van tijd èn van eeuwig
heid kunnen wij ons maar geen begrip
vormen, hier is ons verstand verduisterd
hier is de adeldom onzer schepping ver
loren. Het rechte besef van dit gemis,
van cljze onkunde leidt de godvruchtige
dicMcv tot de bede: „Leer ons alzo onze
dageu tellen dat wij een wijs hart be
komen". En dat is nu weer een wijs
heid die de Heere voor de „wijzen en
verstandigen" verbergt, maar aan Zijn
kinderen openbaart.
1957 is een bewogen jaar geweest. In
dit jaar is onder alle welvaart die in
handel en verkeer genoten werd de
wenic uitgegaan dat voorspoed een teder
plantje is en dat de finantiële bronnen
van ons volk niet onuitputtelijk zijn. Wij
willen daar niet erg aan en proberen er
nog onderuit te komen, maar de oo-
sprong van de welvaart ligt niet in
's mensen hand, maar in Gods hand. En
daar werken dan vele toestanden en
allerlei verhoudingen toe mede. Zo heb
ben dan uiteraard vrede of oorlog een
machtige invloed op de economie der
volkeren. Ook doet de oorlogsvrees
reeds schade en deze vrees is dit jaar
zeker niet veminderd. Het machtige
Rusland met zijn goddeloze idiologieën
houdt heel der wereld in spanning. Dit
land, dat wat zijn hulpbronnen betreft
niet voor Amerika behoeft onder te
doen, is tot veel in staat. En juist de
laatste weken van 1957 zijn geuige van
de r.ieiüng der mogendheden, dat men
isft Rusland toch eens op hoog plan
praten moet...
Dat men zich hier maar niet aan dro
men overgeve! Die de vrede wil moet
tot de oorlog bereid zijn. Onze vrijheid
en onze zedelijke goederen moeten ver
dedigd worden, zeker tegenover een
machtig volk dat al veertig jaren bezig
is alle godsdienst uit te roeien en het
ïloof aan God tot hersenschim te ver
klaren. Ons kleine land kan niet veel
invloed in het machtige koor uitoefenen.
De eeuwen wentelen en de macht van
het Calvinistisch Holland is zeer gedaald
ook wordt het belijden der reformato
rische beginselen onder ons zwakker;
men kan het verval rondom zich con
stateren.
Onze bede mag wel zijn met de
psalmdichter: Keer weder, Heere, en
het berouwe U over Uwe knechten!
Zovoert het slot van dit jaar ons nog
mede in internationale verwikkelingen,
nu tevens Indonesië tegen ons opstaat
om Nieuw Guinea te mogen bezitten.
Dit wordt een gevaarvolle worsteling
met een revolutionnair oosters volk.
Het brengt in zich het verlies van mil
joenen schats en veel teleurstelling voor
allen die aan Indonesië nog hun krach
ten en hun geld besteedden. Moge het
öreigend verlies nog worden afgewend.
En al deze dingen liggen niet buiten
cle Raad Gods. Maar van die verheven
Raad is ons veel geopenbaard, hij gaat
en werkt niet buiten middelen om. En
wat eist de Heere van U dan recht en
gerechtigheid te doen, vraagt de profeet
van het Oude Verbond. De wil des
Heeren is onder ons niet onbekend;
Nederland is bevoorrecht boven vele vol-
teren met de kennis van het Woord
Gods. Maar wie naar dit Woord hun
Schreden niet richten zullen geen dage
raad hebben. Dat geldt ook voor heel
•■et volk. Mogen wij ons daarnaar per
soonlijk, en als volk weder en meer
fichten!
Waarnemer
NED. HERV. E£BK
Beroepen te N. Lekkerland en Opheus-
den G. van Dieren te Ede; Leerbroek en
Kinderdijk J. Spelt te Dinteloord; Koc-
kenge G. van Estrik te Nieuwland.
Bedank voor Ouderkerk K. v. d. Pol
te Veenendaal; Giessen-Nieuwkerk G. v.
Estrik te Nieuwland; Boven Hardinx-
veld J. Hovius te Dordrecht; Sliedrecht
J. Noltes te Emst.
Ede: Ds. J. v. d. Heuvel heeft dezer
dagen de eerste steen gelegd voor de
nieuwe „Sions-kerk" in Ede-West.
Nederhemert: Ook deze gemeente, die
onder de nieuwe bepalingen, niet meer
in staat is een eigen predikant te beroe
pen, heeft een pastoraal verband aan
gegaan en wel met de gemeente Aalst.
In de gemeente Woerden zijn kerke-
raadsverkezingen geweest, waarbij alle
kandidaten van de Geref. Bond zijn ge
kozen met een meerderheid van 40 tot
80 stemmen op die der andere groepe
ringen.
Beroepen te 's Hertogenbosch Mr. C.
Brouwer te Luttelgeest; Stadskanaal W.
Stuursma te Grote Gast; Oude Pekela
J. Snel te Reitsum; Vlaardingen M.
Mulder te Heerden
Aang. naar 's Gravenhage P. de Bruijn
te Woerden; Gapinge kand. M. Boot te
Woerden; Schoondijke H. van Botten-
burg, kand. te Hilversum; 's Hertogen
bosch M. C. Brouwer te Luttelgeest.
Bedankt voor Hellendoorn E. Deurs-
ma te Vorden; Workum M. Bosscha te
Westerbork.
Benschop: Nader bericht men over de
moeilijkheden ter plaatse dat deze door
de jongste kerkeraadsbesluiten groten
deels zijn opgelost, nu aan de bezwaren
is tegemoet gekomen, welke verschillen
de gemeenteleden hadden i.z. de nieuwe
vertaling en het zingen van gezangen.
Castricnm. In deze gemeente zijn be
zwaren gerezen, welke uiting vonden in
brieVen aan de classis Haarlem en inge
zonden door de plaatselijke predikant ds.
A. A. Leenhouts, een viertal ambtsdra
gers en een aantal gemeenteleden.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Opperdoes M. Drager te
Drachten; Maassluis H. v. d. Ent te
Westendam; Enschede Th. Rutters te
Wildervank; Midwolda W. v. 't Spijker
te Drogeham; 's Gravendeel H. W. Eer-
land te Lisse.
Ds M. C. Xanis hoopt 12 jan. afscheid
te preken te Urk, om op 19 febr. intrede
te doen in Middelharnis, na van te vo
ren bevestigd te zijn door ds N. de Jong
te Katwijk aan Zee.
Ds M. V. d. Klis te Zierikzee is reeds
sinds 24 nov. zeik en niet in staat enige
ambtsbezigheden te verrichten.
Ds W. F. Laman te Hamilton (Cana
da), voorheen o.a. te Middelharnis,
mocht gedenken, dat hij voor 25 jaar in
't ambt werd bevestigd. De herdenkings
rede is per bandrecorder in de Chr.
Geref. kerk te Middelharnis op Tweede
Kerstdag weergegeven.
Ds L. Beekaxnp, herdacht dat hij voor
55 jaar, als predikant van Delft, zijn
ambtelijke loopbaan begon. Ds Beekamp
is thans 85 jaar oud en geheel blind.
Ds Taisma em. predt. te Zeist, be
reikt 21 dec. eveneens de hoge leeftijd
van 85 jaar.
Ds. D. H. Biesma te Haarlem, zal
D.V. op 15 januari de herinneringsdag
hebben, dat hg voor 25 jaar als kandi
daat te Drogeham intrede deed.
Ds M. Holtrap nam afscheid van de
gemeente Leeuwarden, sprekende over
Deut. 33 27.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt voor H. I. Ambacht L. Kie-
boom te Lisse.
Uit het jaarboekje der Geref. Gem.
blijkt, dat de Geref. Gem. thans 132 ge
meenten tellen met "totaal 59937 doop-
en belijdende leden (dit aantal is resp.
29776 en 29961). Deze gemeente wordt
door 18 predikanten gediend, zodat er
114 vacatures zijn te vervullen.
Er is. een Generale Synode, 3 Parti
culiere Synodes (zuid- west en oost) en
10 classes. In de classes Middelburg,
Tholen en Dordrecht is momenteel geen
enkele predikant.
KADE 5
MIDDELHARNIS TBLEF. 2138
Alle Bank- en Effectenzaken
Reis- en Zaken-deviezen
De classis Middelharnis, welke geheel
Goeree-Overflakkee omvat, bestaat uit 8
gemeenten welke gediend worden door 1
predikant. Het aantal belijdende leden
bestaat uit 1207 en 't aantal doopleden
uit 1100, zodat er op ons eiland in to
taal 2307 personen tot de Geref. Gem.
behoren.
Op 't eiland Tholen is de situatie als
volgt: 9 gemeenten, geen predikanten;
Bell. leden 1432; Doopleden 1150; in to
taal 2582 personen.
In het jaar dat is verstreken
Hadden wij heel veel succes
Met diepvries vis, het is gebleken
Wij waren daarvoor het adres.
De andere vis die wij verkochten
Aangevoerd zo vers uit zee
Was net wat de klanten zochten
De prijs daarvan valt altijd mee
Ook de stokvis was niet minder
En de haring in het zuur
Daarin van geen graten hinder
Waren bij ons minder duur
De allerbeste soort makrelen
Goed gestoomd en moddervet
Die verkochten wij er velen
Want er werd op prijs gelet.
We zullen ook alweer proberen
In het jaar dat pas begint
Met onze kaas te concurreren
Die men bij ons het beste vindt.
Geen concurrentie doet ons vrezen
Ook niet met gebakken vis
Voor kwaliteit dan moet je wezen
Bij TAMBOER - Middelharnis.
1 januari 1958
p.f.
Beste jongens en meisjes!
Dit is de laatste keer in het jaar, dat
straks van ons scheiden gaat. Jullie
zullen het nog als de dag van gisteren
weten, dat we het jaar begonnen. Ook
bij kinderen gaat de tijd snel; dat weet
ik. Velen schrijven daarover. En nu is
het zó, dat de tijd, die voorbij is ge
gaan, nooit meer terug keert. We kun
nen de geschonken uren niet meer over
doen, wat we wel eens zouden willen.
Daarom zullen we de tijd ernstig moeten
nemen en beschouwen als een grote ga
ve van God, Die ons zoveel uren en
dagen en maanden geeft. Onze tijd is
een voorbereiding. We kunnen hier niet
blijven en we zullen eenmaal reken
schap moeten afleggen, hoe we de tijd
hebben doorgebracht.
Mocht de Heere ons maar leren om
onze dagen te mogen tellen, opdat we
een wijs hart mochten bekomen. Dat
wijze hart is niet een hart met veel
wetenschap en kennis, maar het is een
hart, dat de Heere vreest. We zouden
gelukkig zijn, als we in de wegen des
Heeren wandelden. Daarom zullen we
moeten leren bidden: „Heere! maak mij
Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.
Leid mij in Uw waarheid, en leer mij."
Ik zal nu het laatste raadsel van dit
jaar laten volgen.
DECEMBER-RAADSEL 4
2. X
3. X
4. X
5. X
6. X
7. X
8. X
9. X
1. Tijd die we tegemoet gaan. 2. Aleer
de bergen-----waren, vóór de heuvelen
was Ik geboren (Spr. 8). 3. Wend U tot
mij, en wees mij genadig, want ik ben
----- en ellendig (Ps. 25). 4. Dat geen
inbreuk, noch...., noch gekrijs zij op
onze straten (Ps. 144). 5. KeerHee
re! tot hoe lange? (Ps. 90). 6. Om uit te
roepen het.van het welbehagen des
Heeren (Jes. 61). 7. Zij zijn voorbijge-
varen met jachtschepen; gelijk een
arend naar hettoevliegt (Job 9). 8.
Wantonze dagen gaan henen door
Uw verbolgenheid (Ps. 90). 9. Letter. Op
de kruisjeslijn naar beneden komt het
zelfde woord te staan als gevraagd
wordt bij 1, dus de tijd die we tegemoet
gaan.
CORRESPONDEN'nE
Lenie den B., Herkingen. Wat heb jij
veel gekregen voor je verjaardag, zeg!
Jij staat bij familie en vriendinnetjes
goed in de pas, geloof ik. Weet je wat
ik mooi vind? Dat je de naailessen zo
graag volgt. Dat is veel waard voor een
meisje. Heb je nog geregeld correspon
dentie met Trudie? Dat is leuk, maar
het is jammer dat er een tolk bij te pas
moet komen.
Han van L., Nieuwe Tonge. Was er
een grote opkomst bij ds. Z.? Uit dat j
vragenboekje heb ik ook nog geleerd, i
Misschien zou ik de antwoorden nog j
wel weten, want die vergeet je niet zo
Het enige visserijbedrijf dat Middelharnis nog bezit, is dat van schipper A.
Groen. Deze vist op de rivier en het zeegat met een grote schokker op de
kuilvisserij of met een kleinpre boot op de paling. Hij wordt daarbij geassisteerd
door zijn neef Henk Groen Czn., die de traditie van zijn familie in ere houdt en
evenals zijn oom een visser in hart en nieren is. Maar hoe lang zal deze visse
rij op het Haringvliet nog stand houden De uitvoering van de Deltawerken zal
misschien een streep door de rekening geven. Reeds nu is aan de visserij te be
merken dat er op de rivier wat gaande is. Daarover verteld* de visser A.
Groen ons een en ander.
Middelharnis was in de vorige eeuw
een belangrijke vissersplaats. Eerst be-
visten de Menheersenaers de Noordzee
met z.g. buizen oftewel, hoekers, later
met de z.g. sloepen. Het was toen een
levendig bedrijf aan het Vingerling,
wanneer de vissers van de zeereis terug
waren en thuis kwamen provianderen.
Omtrent de eeuw-wisseling is de visserij
valnuit Middelharnis gaan tanen en van
lieverlede naar Vlaardingen, IJmuiden,
Katwijk e.a. vissersplaatsen overge
plaatst.
De enige visserij die te Middelharnis
is overgebleven is de riviervisserij van
de familie Groen een visserij die eigenlijk
gauw. Gaat het al een beetje om dat
franse Kerstliedje goed uit te spreken?
't Moet heel anders dan het nederlands.
hè?
Mia V., Herkingen. Fijn, dat je nu
met de bus gaat, want in de winter is
het een hele toer, hè? Dat laatste ca
deau, dat je nog moest krijgen, is den
kelijk wel het mooiste. Staat hij goed?
Je wordt al een heel dametje!
Annie den B., Herkingen. Jij kan al
lange brieven schrijven, hoor! En hoe
het met het vriezen zou moeten, naar
jouw zin tenminste, weet je ook best.
Ik denk, dat je je zin nog wel zal krij
gen. Stempels als op school geef ik
niet, maar wel mooie prijzen, nietwaar?
Ellie van D., Zoetermeer. Ben je nog
lang ziek geweest, of was het maar van
korte duur? Je hebt veel gekregen op je
verjaardag hoor! Dat was een -leuke
wekker, hè? Een echte wekker heb je
niet nodig, denk ik. Je moeder zal wel
maken dat je op tijd in school kan zijn.
Jaop K., SommelsdijJc. Dat is gezel
lig: bpt hele gezin zingen bii bot or
gel! Wie kan er nog meer spelen dan
vader? Later zal je met aangenaamheid
terug denken aan die tijd, toen alles nog
bij elkaar was. Dat hoop ik tenminste.
Als de kinderen wat ouder gaan wor
den, gaat dat niet meer. Langzamerhand
gaat dan alles uiteen. Kon je de teksten
goed opzeggen?
Corrie N., Middelharnis. Als d^ze
krant komt, zal jij dus niet thuis zijn.
In R. lezen ze wellicht deze krant niet.
Afijn, dan zie je het hopelijk later wel.
Je zal wel veel te vertellen hebben in
de komende brief!
Sjaak van D., Zoetermeer. Die boe
ren mogen toch de wegen niet vuil ma
ken? Valt er nooit eens een bon voor
deze of gene? Er zouden ongelukken
kunnen gebeuren. Het is wel een leuke
gedachte, zoals jullie op school doen.
Iedereen heeft dan wat en zó duur
wordt het niet.
Klaas V. d. D., Nieuwe Tonge. Jam
mer van dat derde raadsel. Niet goed
opgeborgen, denk ik. Was het een diepe
wonde in je hand? Met een beitel kun
ie iezeif een lelijke „jaap" geven. Ik
denk, dat het wel een groot litteken zal
zijn. Bij Cor is er dus van uitstel af-
st^" "eknmen.
Kees N., Ameide. Had je dat boek op
je verlanglijstje? Hoe is het mogelijk,
dat je het dan als prijs kreeg, want hier
was je lijstje toch niet bekend. Was de
meester met het cadeautje achter die
stippelt jes ook blij. Dat zal wel, want
zo'n instrument kan je ook niet missen.
Wim en Nellie M., Den Haag. Ik dacht
al: waar blijven de kinderen uit Den
Haag toch? Maar nu weet ik het wat
de oorzaak was. Bedankt voor het raad
sel, Nellie. Je hebt misschien wel be
grepen, dat het niet meer geplaatst kon
worden op de gezette tijd. Het geschre
ven hoekje moet al behoorlijk vroeg op
de drukkerij zijn. We plaatsen het dan
later wel.
Jochem G., Den Helder. Nou, nou,
Jochem! Jij hebt even moeten pennen!
Dat is een mooi opstel geworden. Ik
merk, dat je goed vertellen kan. Het is
net of je er bij bent. Doe je dat op
school ook zo goed? Dan zal je voor taal
wel een goed cijfer hebben. Ga zo maar
voort!
Allemaal. Tot mijn spijt kan ik al de
brieven niet beantwoorden. Ik hoop,
dat Leen, Jaap en nog een Jaap, Elly,
Hannie, Liedy en Greetjo, niet boos op
me zijn. Ik zal toch die brieven de vol
gende week trachten te beantwoorden.
De hartelijke groeten. Een prettige
vakantie en een gelukkig Nieuwjaar.
OOM KO.
van vader op zoon is overgegaan. Enige
jaren geleden heeft de visser A. Groen
een grote en sterk gemotoriseerde ijze
ren schokker gekocht om de kuilvisserij
in het zeegat en op het Haringvliet uit
te oefenen. Men vangt daarmee in
hoofdzaak spiering, wat platvis, zoals
scharren en bot, een enkele geep en puf.
Het puf wordt iedere dag door een mo
torbootje opgehaald (ook bij de vissers
van de Moerdijk) aan de wal gebracht
en voor eendevoer verkocht. De spiering
visserij is op het ogenblik vrij goed en
tamelijk lonend.
De palingfvisserlj
In de zomer vist men met kubben op
de paling. Deze kubben worden eerst
van aas voorzien en daarna bij tiental
len aan een lange lijn over boord gezet
om na afloop van het tij weer te worden
gelicht. Op bijgaande foto ziet men de
beide vissers bezig de kubben binnen
boord te halen; men doet dit met een
kleinere motorboot, om gemakkelijk te
kunnen manoevreren. De paling wordt
er uit geschud en in het bun geworpen,
waarin ze levend blijft, ledere kubbe
wordt direct van aas (kleine visjes)
voorzien en direct weer over boord ge
zet. Deze visserij gebeurt in de zomer;
Schipper Groen vertelde ons dat het een
redelijk lonend seizoen is geweest.
In het najaar gaat men op de kuil
visserij over, waarmee men als het
niet vriest bezig blijft tot april. Van
april tot half mei is het verboden om
met de gesloten kuil te vissen. Dit, om
de visserij niet dood te maken.
Toekomst voor visserij niet
rooskleurig.
En wat denkt U van de toekomst?
vroegen we aan schipper Groen.
Dat valt moeilijk te zeggen, was
het antwoord. De uitvoering van de
Deltawerken in het Haringfvliet brengt
ons nu al schade.
Is dat nu al merkbaar? zo vroegen
we.
De stroomverdeling is anders op
de rivier, aldus vertelde de heer Groen,
We kunnen er niet zo meer op aan, het
is alles meer warrelend. We vangen ook
veel minder bolk en scharren in de kuil,
De stroom aan weerszijden van de ring-
dam waar de sluizen komen, is ook veel
sterker geworden.
En als het Haringvliet geheel zal
zijn afgesloten wat denkt U dan van
deze visserij?
We maken ons ongerust dat er dan
veel afvalstoffen van de boven rivieren
in het afgesloten meer zullen komen.
Reeds nu komt het voor, dat de vis die
onder de Moerdijk wordt gevangen af
gekeurd wordt wegens ondeugdelijkheid.
De sluizen zullen waarschijnlijk alleen
de bovendste laag afzuigen en dan zit
ten wij misschien met de drab en de
vuile rommel op het meer. Maar het is
nog ver weg, het duurt nog wel jaren
zei ons de heer Groen. We zullen hopen
dat het meevalt.
Zwaar vistuig dan niet meer nodig
Zwaar vistuig zal dan niet meer no-
dg zijn. Een visserijbedrijf zoals van de
heer Groen loopt toch altijd nog over
een kapitaal van twintig vijf en twin
tig duizend gulden. Voor hem en voor de
vissers van de Moerdijk brengt de af
sluiting daarom een geweldige schade
post. Men is er nu al bezig om voor
deze schade die de afsluiting mee
brengt, vergoeding te krijgen. Wat niet
meer dan billijk is.
Onder de vissers van Middelharnis is
Groen de laatste der Mohikanen. We
hopen voor hem en voor zijn neef dat
er ook na de afsluiting van het Haring
vliet met het vissen op paling nog wat
te verdienen zal zijn.
Op onderstaande foto zijn de vissers
A. Groen en zijn neef Henk Groen
bezig met het lichten van de paling-
Jcubbem op het Haringvliet.
^Afj/i^eSf
Rustig zegt de boer, dat iedere koop-
Ji^n die hem goed geld biedt voor de
ïalveren, die hij nog te missen heeft,
'sken met -hem kan doen. En zeker
jongen van de weduwe Uitwellin-
5«ga.
Sernardus gaat staan en steekt zijn
"and over de tafel uit:
Boer, met jou kan ik praten. Houd
"P ie hand!
En Bernardus bezegelt als op de
P'fkt met een handslag dat zij beiden
eens zijn.
Och, och, zucht de vrouw. Zij
^*enkt nog eens koffie in. Maar Ber-
jardus is met haar nog niet klaar, hij
Kgt:
De vrouw en ik zullen het ook eens
'"">eten worden.
Nooit!
Dat duurt lang!
Bij een vrouw van twaalf uur tot
de middag... waagt een arbeider te in
terrumperen.
't Is toch erg! roept de vrouw. En
natuurlijk is dat de schuld van haar
man:
Dat jij je toch stil kunt houden, je
laat je eigen vrouw beledigen waar
iedereen bij zit!
Daar bijt Bernardus in:
Wij beledigen U niet. U hebt de
arbeiders beledigd. Was dat soms no
dig? Van vroeg tot laat zijn ze bezig
om het werk voor de boeren op te knap
pen en als de boer gaat rentenieren
kan de arbeider in 't armhuis kruipen.
En als er dan eens één is dit wat an
ders probeert, dan beledigt U ze alle
maal. Is dat nu eerlijk! En als ik dan
uw beweringen niet ernstig neem en er
een grap over heen gooi, dan is U bele
digd! Waarom eigenlijk?
Dezelfde arbeider, die zoeven een grap
zei, geeft hem antwoord:
Ben jij niet wat jong om zo tegen
de vrouw te keer te gaan, Bernardus-
je? Je mond is me wat te rijp. Je moet
niet een ander napraten en vooral niet
zo grote mens achtig gaan doen. Ik zeg
dat in je eigen belang. Je denkt het met
de stok te verdienen niks tegen, maar
je bent, evengoed als wij, van de boe
ren afhankelijk. Houd daar rekening
mee.
Goed zegt Bernardus. Maar mijn
vader en moeder waren arbeidersmensen
houd daar ook rekening mee! En die
hoeft niemand over de hekel te halen of
minderwaardig te behandelen.
Dan staat de dochter op en zegt:
Wij sluiten deze leerzame discus
sie...
Zij is op de ^leisjesverenlging en. daar
vice-presidente.
Jij bent tenminste verstandig, zegt
haar vader.
Hij slaat zijn dochter op de schouder.
En daarna neemt de koffiezitting een
einde. De vrouw doet of ze het niet
hoort, als Bernardus haar een goede
dag wenst. Ieder gaat aan zijn werk
en Bernardus sjouwt met de boer het
drassige natte land in om de kalveren
te bekijken. Lang blijven ze niet buiten,
't is te nat. Brouwers besluit om althans
het melkvee te stallen. En Bernardus
heeft de prijs die hij wil bieden goed in
zijn hoofd. Voor een raam waar de
vrouwen het middageten koken, blijven
ze staan.
Ga mee in huis, zegt Brouwers.
Ik wou hier maar tot een akkoord
komen...
Bernardus biedt niet te hoog, hjj ver
wacht een grote aanvoer van vee op de
markt en dat zal de prijzen drukken.
Hij vertelt dat aan de boer. Die is dat
wel met hem eens, maar Bernardus is
hem toch te zuinig. Zij bewerken fel el
kanders handen. De vrouw ziet dat. Zij
blijft staan kijken en zegt dan tegen
haar dochter:
Misschien is het wel goed, dat de
jongen iets anders probeert, want het is
maar een min manneke; lang en schraal
hij heeft geen vlees op z'n botten. Je
weet nooit wat zo'n jongen onder de
leden heeft.
Och, antwoordt de dochter, als ze
flink en vlezig zijn, is het ook niet
goed.
Dat was de knecht, die weg moest.
De mannen praten nog eens over de
graskalveren, die de een verkopen moet
en de ander kopen wil en waarover ze
het niet eens kunnen worden. De ar
beiders gaan naar huis om te eten. De
meid giet de aardappels af. Dan
Brouwers en Bernardus delen het ver
schil. De laatste klap is te horen.
Bernardus moet ruim een uur door de
regen lopen om de middagpot te vinden
en hij loopt, want hij kan nu toch ner
gens terecht. Maar een fiets koopt hij
tenminste, als hij niet al te ongelukkig
is met de kalvermarkt. En dat loopt
misschien wel los.
Een boerendochter kijkt hem na.
VIERDE HOOFDSTUK
Hoe vol is de veemarkt. De ruimten
tussen de beesten staan volgepropt met
mensen. Met botsen, stoten en wringen
en op zij duwen scharrelt men vooruit
Zoveel vee is er. En op deze drukke na-
jaarsmarkt heeft Bernardus vijftien
graskalveren, een tiental schapen en een
paar vette varkens... en hij weet opeens
dat hij zich zal moeten specialiseren in
het een of het ander. Een koopman kan
niet overal tegelijk zijn. Dan verkoop
je te vlug. Soms moet je heel vroeg de
spullen van de hand doen, een andere
keer niet te haastig zijn omdat de
markt gaat rijzen. Het is noodzakelijk
om baas over je zelf te zijn en geen
slaaf van een partijtje hier, enkele
exemplaren daar en verderop een ander
handeltje. Zeker, hij heeft daar al eens
eerder over gedacht. Maar het is hem
vandaag duidelijk geworden. Hij moet
zoveel geld omhanden hebben, dat hij de
risico durft nemen om koeien te kopen.
Varkens is een kwestie van kilo's
schapen ook... schapen, och ja, hij ziet
wel graag een goed schaap, maar dat
de schapenhandel hem nu juist ligt. kan
hij toch niet waar maken. Boven de
kippenmarkt is hij al lang uitgegroeid
en hij lacht om een lamsvelletje. Dat
is iets van vroeger... De koehandel lokt
hem. En als hij even vrij is, dwaalt hij
achter de koestaarten langs en let op
alle kopen en verkopen. Hij bekijkt de
dieren, tast met zijn handen en taxeert.
En hij leert de kooplui en de koeien
kennen. Zij hem.
Maar het geld. Ja, het geld. Elke
zaterdag brengt hij zijn moeder een
vast bedrag. Dat gaat van de winst af.
En er zijn weken, dat hij geen winst
maakt. Dan gaat het van zijn spaar
zaam gefokte kleine kapitaaltje af.
Daar heeft hij ook al een fiets van be
taald. En zo hard groeit het niet. Hij
weet... als hij ongelukkig is, moet hij
toch het gekochte betalen. Door lang
met betalen te wachten verspeelt hij
het zo langzamerhand verworven ver
trouwen. En nog lang niet alle boeren
willen hun beesten aan hem verkopen.
Ze zijn bang, dat hij niet goed voor
't geld is. Was hij nu maar een boeren
zoon, die een vader heeft met wat ach
ter de hand, dan hadden ze geen be
zwaar. Maar zo'n arme, kale boeren-
daggeldersjongen als hij is, die boven
dien zijn moeder moet helpen onderhou
den, zo iemand de dieren in handen ge
ven is een te groot avontuur. Ach, en
dan zijn er nog zoveel boeren die eender
denken als de vrouw van Brouwers.
Nietwaar, wat bezielt toch zo'n arbei-
dersjongen Waarom meldt hij zich niet
bij een boer voor vaste knecht of los
arbeider? Neen, alles past niet. Er zijn
nu eenmaal grenzen gesteld en er be
staan standen. Er zijn boeren en er zijn
arbeiders. God heeft nu eenmaal niet
alle mensen een boerderij of geld toe
vertrouwd, en het is eigenlijk opstand
tegen de gestelde regel, het gegeven ge
bod, om daar tegen in te gaan en niet
met zijn plaats en posiie tevreden te
zijn. In de grond revolutie. En dat is
niet best; daar mag men niet aan mee
werken.
(Wordt vervolgd)