Klachten in
het leger
Brug over het Haringvliet moet er komen
16,90
•f* Zandstra
Afscheid van dhr. P. G. J. v. Leeuwen
als hoofd der Geretormeerde School
groot gebaar
Centrale Veiling
Middelhamis
St. Nicolaas
kiest Zandstra
30e Jaargang Dinsdag 3 december 1957 No. 2652
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Vertchtfra tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
-
Rectificatie Meditatie
Kamer v. Koophandel te Dordt heeft schrijven
gezonden aan Tv/eede Kamer Staten Generaal
Boldoot Eau de Cologne
Parfum en Zeep
Installatie van het nieuwe hoofd dhr. B. Paschier
Vele cadeaus onderstreepten de woorden van dank
Danklied
aan Radda Barnen
Maak een
geeft een
„DENO" Non-Iron
OVERHEMD
in wit, grijs en crème
Non-IEON OVERHEMDEN
reeds vanaf f 10.90
Fa. Gebrs. Buijsse
„Haringvliet" ligi doelloos
in de haven
Mevr. Levinson, pres.
van Radda Barnen bij
onze Koningin
PBINS HENDRTKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHABMIS
Bcdactie en Advertentie* uitsluitend Telefoo» K 1870—2629
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PEB KWABTAAIi
ADVEBTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bi comtract ipeciaal tariat
Ne 8 uur 'f avonda Telefoo» K 1870—2017 Giro 167880
II.
Een groolx kwaad in het leger is nog
altijd het vloeken. Vloeken, zo'.is het
wel eens voorgesteld, kwam alleen voor
onder onbeschaafde mensen, onder het
ruwe volk. Beschaafde mensen, ook al
lieten ze het niet uit religieuze oorza
ken, deden het niet omdat het onfat
soenlijk en banaal is.
Als dat zo is wat moet men dan van
de „meerderen" denken in het leger,
die vloeken alsof het gedrukt staat. Dan
is het peil van hun beschaafdheid en
welopgevoed zijn toch wel heel laag.
Een ongodsdienstig, maar innerlijk be
schaafd mens vloekt nief, omdat het
ruw en'laag is en blijk geeft van een
ruw gemoed. Maar in het leger wordt
er maar op losgevloekt. Van laag tot
hoog. En de soldaten, wat, kunnen ze er
tegen doen? Ja het is officieel verbo
den. De soldaat kan zich op de regle
menten beroepen. Maar die hij moet
aanklagen is tevens de rechter. Hij
moet zign „meerdere" aanklagen, bij zijn
„meerdere". En daar kan in militaire
dienst een zware wijs op gaan. Van
hoon en spot, maar vooral van allerlei
vormen van weerwraak, die het leven
van de soldaat ondraaglijk maken kan.
De gelegenheden om zo'n fijne, die zich,
vermeten heeft zijn meerdere wegens
het vloeken aan te klagen, te krijgen
zijn legio. En de soldaten zelf? Het
voorbeeld hun van dag tot dag gegeven
wordt helaas maar al te vaak gedach
teloos nagevolgd. De navolging en het
slechte voorbeeld maken, vaak hen, die
in het burgerleven het nooit deden, tot
vloekers, zodat het hen later in de
maatschappij teruggekeerd wel moeite
kost het weer af te leren.
„Trouw" verhaalt van dé aankomst
van een groep adspirant-officieren bij
een school voor reserve-officieren. Daar
werden de jonge mannen ontvangen
met een toespraak, die geheel uit gods
lasteringen bestond. Vreselijk!
Vreselijk, dat zo iets mogelijk is en
getolereerd wordt in het leger. Welk
een indruk moeten zulke mensen van
zo'n superieur verkrijgen? Maar wat
erger is welk een vreselijke zonde wordt
daar ongestraft toegelaten. Een zonde,
waarvan Gods gebod zo nadrukkelijk
spreekt: „Gij zult de naam des Heeren
uws Gods niet ijdellijk gebruiken want
de Heere zal niet onschuldig houden die
Zijnen naam ijdellijk gebruikt" en waar
van de Catechismus in zijn uitbreiding
getuigt: „Dat wij niet alleen met vloe
ieen of met valsen eed, maar ook met
onnodig zweren den Naam Gods niet
lasteren noch misbruiken noch ons met
ons stilzwijgen en toezien schrikkelijke
zonden deelachtig maken."
Onbegrijpelijk, dat de Regering daar
tegen geen afdoende maatregelen neemt
Als van Regeringszijde met ernst dit
Iswaad bestreden werd en de vloekers
gestraft werden zou er wel een einde
aan komen. In Rusland waren er poli
tieke corhmissarissen, die optraden wan
neer de communistische dextrine in het
gedrang kwam. Daar ging het maar over
beginselen door mensen uitgedacht en
tot een stelsel verheven. Maar hier in
ons land gaat het om de geboden van
de God van hemel en aarde. Die laat
men straffeloos overtreden. Als het de
regering ernst was zou er aan het vloe
ken wel een einde komen. Waarom
treedt de regening niet op wanneer fei
ten aan het licht treden als boven ge
noemd. Waarom worden zulke comman
danten niet ter verantwoording geroe
pen, Er is toch een-vloekverbod in het
leger.
Wat kan men van een commandant
verwachten die de legerorders met voe
ten treedt. Als de regering ernst maak
te met de bestraffing van de vloekers
in hét leger, lagere en vooral hogere
superieuren, het zou met het vloeken
ras gedaan zijn. Daar is ook nog de
kwestie van het reizen, het gedwongen
reizen op zondag. In het verleden had
den we Christelijke regeringen. Hoe ge
makkelijk hadden zij aan het reizen op
zondag een eind kunnen maken voor de
verlofgangers. Zondag op zondag keren
duizenden soldaten terug van verlof en
moeten daarbij gebruik maken van de
openbare middelen van vervoer. In-
Plaats dat men gelegenheid geeft om 's
maandagsmorgens met de eerste gele
genheid terug te keren moet op zondag
avond gereisd worden. En telkens weer
Wordt deze ipaatregel verdedigd met
iide belangen van de dienst," laten het
niet toe. En dat terwijl in de dienst zo
vele uren en dagen niets wordt uitge
voerd. Met enige goede vsril kon men de
soldaten terug laten keren met dé eer
ste gelegenheid. De belangen van de
dienst zouden er zeker niet door ge
schaad worden als de Christen-soldaten
gewaar werden dat met hun geloof en
beginsel wel degelijk rekening werd ge
houden. Nu dat niet gebeurt en het af
gewezen wordt met het stereotiepe „de
belangen van de dienst laten het niet
toe," wekt dit afkeer en tegenzin. Te
Weer daar men dagelijks ervaart dat
het motief geen steek houdt en dat de
tijd ruimschoots aanwezig is om de sol-
feten in de gelegenheid te stellen met
^e eerste reisgelegenheid terug te laten
keren.
Onder de meditatie over Jesaja 57
15a, geplaatst ifi ons vorig nummer van
Wijdag 29 nov. j.l. stond als auteur abu
sievelijk vermeld Ds. E. F. Vergunst te
^'jssen.
De meditatie is echter van de hand van
Ds. T. Poot te Haaften.
Het spijt ons dat dit abuis is gemaakt.
Kodaktie.
De Kamer van Koophandel te Dord
recht heeft een schrijven gericht aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
inzake de temporisering van de bouw
van een brug over het Haringvliet.
Wij geven dit schrijven hieronder in
zijn geheel weer.
„Met geen probleem heeft onze Ka
mer zich in de loop der jaren zo veel
vuldig en intensief moeten bezighouden
als met de noden van het eiland Goe-
ree en Overflakkee. Noden, niet voort
spruitende uit gebrek aan welvaart,
maar uitsluitend uit een nog steeds
maar voortdurende en zeer nijpende
verkeersbehoefte.
Toen langzamerhand de ogen waren
opengegaan voor de realiteit van dit
euvel, stond eerst de oorlog een oplos
sing in de weg en toen aan het einde
van 1952 de bouw van een brug verze-
■kerd leek, al zou dan ook een tolheffing
worden toegepast, stak de ramp van 1
februari 1953 andermaal een spaak in
het wiel. Weer na enkele jaren konden
de eilandbewoners en speciaal het be
drijfsleven, enige troost putten uit het
feit, dat een nieuwe veerboot althans
enig tijdelijk soulaas zou gaan brengen.
Toen in september j.l. althans deze uit
komst Flakkee niet meer leek te kun
nen ontgaan, was het onmogelijke hier
toch weer mogelijk, het motorschip
„Haringvliet" bleek namelijk voor de
haveningangen van Hellevoetsluis en
Middelhamis totaal onbestuurbaar, zo
zelfs, dat het reeds voorkwam, dat het
de andere veerschepen in de laatst ge
noemde haven blokkeerde. Afgewacht
moet nu worden, of het schip de dienst,
waarvoor het bestemd was, nog eens zal
vervullen.
Nog leek weer nieuwe hoop te gloren,
toen op de begroting 1958 voor Verkeer
en Waterstaat onder artikel 203 sub 6
van de Buitengewone Dienst een post
van 5.millioen bleek uitgetrokken
voor de bedijking van het Zeeuwse
meer, waarbij de Memorie van Toelich
ting als doelsomschrijving van dit be
drag stelt „de aanleg van het eerste ge
deelte der bedijking, welke t.z.t. de af
scheiding zal moeten vormen tussen het
Zeeuwse meer en de Noordelijke wate
ren en waarin tevens een verkeersplein
zal worden opgenomen, waarop o.a. de
over het Haringvliet te bouwen brug zal
uitmonden." De domper ook op deze
hoop -liet niet lang op zich wachten,
immers in het verslag van het overleg
van de Commissie van. Voorbereiding
voor het Ontwerp-Deltawet uit Uw Ho
ge Vergadering met de Minister van
Verkeer en Waterstaat, nadat de Memo
rie van Antwoord verschenen was,
(stuk 4167 no. 6), verklaart Zijne Excel
lentie de bouw van de eigenlijljfe brug
over het Haringvliet bij voorbaat tot een
object van temporisering wegens de be-
zuinigsnoodzaak.
Ver)<,e&ré,e bezuiniging
Op deze weinig hoopvolle uitlating
van de Minister zou nu onze Kamer de
ernstige aandacht van Uw Hoge Ver-
gaderiiig willen vestigen. Onze Kamer
is van mening, dat juist dit object van
bezuiniging totaal verkeerd is gekozen.
Natuurlijk is het zo, dat ieder die een
spéciaal belang voorstaat, tracht aan te
tonen, dat 'dit belang met voorrang moet
behandeld worden. Slechts,'in zeker op
zicht geldt dit bezwaar ook voor het
hier gevoerde pleit. Zeker is het im
mers zo, dat het hier niet geldt de ont
sluiting van een ontwikkelingsgebied,
welke ontwikkeling dan inderdaad uit
gesteld of in haar tempo beperkt zou
kunnen worden.
In het geval Flakkee gaat het om een
zeer welvarende landbouwstreek, waar
de mechanisatie en industrialisatie van
de landbouw resulteert in een steeds en
Vraagt 'teens In
WED. KUBVINK's DROGISTERIJ
Hoe wreekt het zich nog, dat de
Christelijke regeringen in der tijd de
zondag niet veilig gesteld en niet naar
behoren opgekomen zijn voor de ge
hoorzaamheid aan het Goddelijk gebod.
En welke minister ook al aan het hoofd
van het departement staat, hij zij Chris
telijk of niet, men laat deze zeer on
gewenste toestand voortduren.
Het leger is een nationale instelling.
Het kan niet gemist worden. We heb
ben ons offers te getroosten om 's lands
vrijheden te verdedigen. Helaas kan niet
gezegd worden dat bij de opvoeding
van de soldaten men met zijn tijd is
meegegaan. Paedagogiek en psychologie
zijn wetenschappen waarvan men bij de
opvoeding ruimschoots gebruik maakt.
Maar in het leger worden ze nog wei
nig gewaardeerd.
Dat blijkt wel uit de vele klachten
die er over de instructie van de sol
daten geuit worden. Was dat niet het
geval er was geen plaats voor een bul
derende en vloekende overste. De re
gering dient hier op te treden en het
dergelijke lieden duidelijk te maken dat
bij de opleiding van onze jonge man
nen tot de verantwoordelijke taak om
het land te verdedigen geen plaatsIs
voor onoeschaafde, krachtermen gebrm-
kenda en vloekend* superieuren.
onevenredig stijgende verkeersbehoefte.
Alleen over het eerder genoemde veer
werden in 1956 ruim 107.000 auto's ver
voerd; over de beide andere, minder
belangrijke, diensten staan geen cij
fers ten dienste. Op het eiland zijn 538
vrachtauto's en 993 personenauto's gere
gistreerd, waarvan 80 resp. 60 "/o re
gelmatig van het veer gebruik jnaken.
Dan maar tol betalen
Aan veergelden werd in hetzelfde jaar
ƒ1.millioen betaald en het eiland is
bereid zich dit offer in de komende
jaren te blijven getroosten in de vorm
van te betalen tolgelden. De enorme
tijdsbesparingen ontnemen aan dit be
drag, hoe belangrijk op zichzelf ook,
haast het karakter van een offer. De
geldelijke verliezen aan de zeer lange
wachttijden verbonden, mogen immers
volgens een voorzichtige raining op 3-
millioen worden gesteld.
Ongetwijfeld zijn de tolgelden als vol
komen uit de tijd te beschouwen, maar
Flakkee, dat zo lang van elke verkeers-
ontwikkeling is verstoken gebleven,
wil zich aan deze elders overwonnen
fase alsnog gaarne onderwerpen. Het
Flakkeese bedrijfsleven, noch onze Ka
mer verlangt, dat de streek als bij, to
verslag in het moderne verkeer zou
worden ingeschakeld. Waar een enorme
achterstand moet worden ingehaald,
daar dient dit onvermijdelijk in etappes
te geschieden.
Bij de huidige rentestand betekent
een jaarlijkse opbrengst van 1.mil
lioen de mogelijkheid van investering
van 16.millioen, waardoor het pro
ject toch niet als al te bezwarend be
hoeft te worden beschouwd. De precep-
tiekosten zullen vrij gering blijken, ter
wijl een brugverbinding een zeer be
langrijke toeneming van het verkeer
met zich zal medebrengen. Met behoud
van het huidige veertarief als bruggeld
kan de opbrengst echter zeker op 2.
millioen worden gesteld.
Na de oorlog gehouden verkeerstellin
gen op de bruggen bij Spijkenisse en
Barendrecht gaven met betrekking tot
de twee volkomen gelijkwaardige en
vergelijkbare gebieden Hoekse Waard
en Flakkee verhoudingscijfers van de
verkeersintensiteit te zien van 10 1
voor vrachtauto's en 5 1 voor personen
auto's. Hoewel de resultaten van deze
tellingen in absolute zin thans hun be
tekenis hebben verloren, is er alle aan
leiding aan te nemen, dat de verhou
dingscijfers zich sindsdien nog zeer ten
ongunste van Flakkee zullen hebben
oiitwikkeld. Een verdubbeling van de
te ontvangen bruggelden ten opzichte
van de thans betaalde veergelden lijkt
dus wel een zeer bescheiden veronder
stelling, zodat in elk geval de rente van
een te investeren bedrag 32.millioen
per jaar verzekerd lijkt. Bovendien is
het apparaat voor de exploitatie van de
brug aanwezig in de vorm van de N.V.
Brugverbinding Goeree-Overflakkee en
Hoekse Waard, die in 1955 reeds aan
de Minister van Verkeer en Waterstaat
een aanvrage heeft gedaan voor een
concessie tot de bouw en de exploita
tie van de brug.
Deltawerk hinderpaal?
Niemand kan ontkennen, dat, zoals
de Minister stelt, de brug over het Ha
ringvliet niet essentieel is vopr de vei
ligheid, die de Deltawet in de eerste
plaats beoogt te dienen. Maar dan dient
hierbij tevens wel degelijk bedacht te
worden, dat deze verkeersverbinding
in tegenstelling tot vrijwel alle andere
in het Deltabekken niet zijn ontstaan
dankt aan de Deltawet, maar reeds lang
op het programma stond en een voor
keursbehandeling onder deze omstan
digheden niet kan worden afgewezen,
met het veiligheids^rgument. In deze
gedachtengang zou de Deltawet dan nog
weer een zoveelste hinderpaal voor de
totstandkoming van de vaste oeverver
binding worden.
Onze Kamer zou het op hoge prijs
stellen, indien Uw Hoge Vergadering
Zijne Excellentie zou willen en kunnen
bewegen op zijn gedane uitlating terug
te komen."
Juist op zijn 65ste verjaardag waren
bestuur, leden, ouders en oud-leerüngen
in gebouw „jeugdhaven" bijeengekomen
om afscheid te nemen van hun hoofd de
heer P. G. J. van Leetiwen welke het
onderwijs met pensioen gaat verlaten.
Mede 'aanwezig waren Inspecteur Mat-
thijsse, de hoofden van de bijzondere
scholen uit Middelhamis en Sommels-
dgk, burgemeester Hordijk met de wet
houders van Eek en Dijkers, dhr. N. van
der Brugge, burgemeester van Giessen-
burg en oud-wethouder van Middelhar-
nis, dhr. C P. Kijkuit, oud hoofd van de
Groen van Prinstererschool, thans hoofd
te Gouda, familieleden en vele anderen.
De leiding berustte bij de voorz. der
schoolvereniging dhr. J. C. la Fleur, die
in zijn openingswoord teruggreep naar 1
jan. 1932, de komst van dhr. van Leeu
wen. De school behoorde destijds nog
bij het Provinciaal Geref. Weeshuis,
maar al spoedig werd overgegaan tot
stichting van een Geref. schoolvereni
ging, waarbij de ouders dus konden be
palen, welke richting het onderwijs zou
uitgaan en hij is dankbaar, dat dit door
het hoofd gegeven werd zoals zij dit
wensten, n.l. in goed gereformeerde zin.
Twee principia.
Eerste spreker is Inspecteur Matthijs-
se die er prijs op stelt als vertegenwoor
diger van de minister de eerste beurt te
krijgen. Hij brengt het scheidende hoofd
dank voor hetgeen hij in die reeks van
jaren voor de jeugd heeft gedaan, in het
bijzonder voor de wijze waarop. Energie
en volharding waren voor hem geen
vreemde woorden. Hij schetst hem als
een man van de oude garde, die graag
resultaten zien op hun werk. 'Ook uw
sociale taak hebt U verstaan, want na
vieren hebt U nog veel voor de school
gedaan.
Het christelijk onderwijs berust, aldus
de Inspecteur, op twee principia, het
eerste is de kinderen te leren, dat God
op ons wacht en hét tweede is ze te doen
verstaan, dat het beste nog komt. Hij
hoopt dat God hem een rijke levens
avond zal schenken. Ten aanzien van
het nieuwe hoofd zegt hij dat het be
stuur een goede keus gedaan heeft en
het is met vertrouwen), dat hij de taak
van de heer van Leeuwen in zijn handen
legt.
Mutaties niet bevorderiyke voor
het onderwijs.
Burg. Hordijk, sprekend namens het
gemeentebestuur, zegt met enige wee
moed hier te staan. Vijf en veertig jaar
hebt U het onderwijs mogen dienen,
waarvan 26 in Middelhamis. Hij be
treurt het vertrek dan ook zeer, want
wanneer wij onze kinderen aan de
school toevertrouwen is het zo fijn, dat
het hoofd reeds lang in onze gemeen
schap tó. De vele mutaties acht hij dan
ook niet bevorderlijk voor het onderwijs.
Wij moeten de kinderen niet alleen de
nodige parate kennis geven, maar bo-
venali hoe kunnen zij als Christen later
hun taak vervuUen. Samen met uw
vrouw hebt U uw schouders onder dit
werk gezet, vn] wensen U thans 'n rus
tige levensavond toe.
Geen rivaliteit.
Namens de collega's en hoofden van
scholen brengt dhr. M. A. de Pockert
zijn hartelijke dank aan beiden over voor
de wijze van omgang. Hij waardeert het
dat dit op Flakkee zo is en er geen last
is van rivaliteit. lOok God komt dank
toe, zo zegt hij, omdat Hij U in ons
midden heeft doeni arbeiden. Nu officieel
het einde van de onderwijzersloopbaan
gekomen is wenst hij hem toe te mogen
genieten van het avondlicht en dat hij
ook hierin Gods vriendelijk aangezicht
mag zien. Hij heet eveneens het nieuwe
hoofd welkom en hoopt op een collegi
ale omgang.
Resultaat op het werk
De chr. scholenbond en de P.C.O.V.
hebben zich doen vertegenwoordigen bij
monde van dhr. M. Knape, thans onder
wijzer te Dirksland en oud-leerling der
school. Deze herinnert aan de woorden
van de inspecteur, welke het hoofd
kenschetste als iemand, die graag resul
taten op zijn werk ziet, welnu, zo zegt
hij hier heb U zo'n resultaat. Vervol
gens haalde hij enkele schoolherinnerin-
gen op en hoopt dat de P.C.O.V. het
scheidende hoofd nog als een trouw be
zoeker van haar vergaderingen) mag
blijven zien.
De geesteiyke taak voorop
Het oud-hoofd der Gr. van Prinsterer
school, dhr. C." P. Kijkuit te Gouda, had
niet graag weg willen blijven. Toen hij
destijds van de overkant kwam had hij
het prettig gevonden zulke vrienden aan
te treffen.
Hoewel hoofden van twee scholen in
welker geschiedenis wel eens wrijfpiui-
ten zijn geweest, was er toch een steeds
weer elkaar vinden op het vlak van
Gods Woord en de belijdenis. Hij herin
nert aan de oorlogstijd, naast elkaar één
tegenover de vijand. Voor het bestuur
vindt hij het een hele slag', daar niét
gemakkelijk iemand te vinden is, die de
heer van Leeuwen kan vervangen. Het
was iemand die op kleine dingen lette
en deze kunnen tot grote dingen in
staat zijn. Wanneer een tijdperk wordt
afgesloten is er dikwijls weemoed, maar
voor een Christen past slechts dank
baarheid, dat Hij ons heeft doen arbei-
den in dit deel van Zijn wijngaard. Hij
hoopt van harte dat er leerlingen zul
len zijn, die getuigen kunnen: God heeft
U gebruikt om mij binnen te brengen.
Aanbieding cadeaus
Vervolgens vond de aanbieding plaats
namens leden en oud-leerlingen van di
verse cadeaus door een achttal oud-
leerlingen. Elke aanbieding was keurig
op rijm gesteld. Zo werden dhr. en mevr,
van Leeuwen bedacht niet een gemak-
keljjka etoel, een kaartetui, een werp-
Het dank- en huidelied, dat de school
jeugd van Dirksland woensdagmiddag
heeft gezongen en dat gericht was tot
„Radda Barnen" werd gedicht door het
hoofd der openbare school, de heer M.
Brooshooft. De kinderen werden bege
leid in hun zang door het zacht spelen
de Amicitia. De heer M. de Bonte diri
geerde.
De tekst van het lied luidde als volgt:
Vriendschap, vrede, milde woorden
Klinken ons hier tegemoet,
't Is een volk uit 't barre Noorden
Dat die klanken horen doet.
Zweden, land van bos en meren,
Zweden, lieflijk, vruchtbaar land,
Nêerland wil U dankbaar eren.
Reikt van hier uit U de hand.
Toen in 't Rampjaar woeste golven.
Opgezweept door 't stormgeweld,
Ons verzwolgen en bedolven.
Huizen, wegen, bos en veld.
Achten wij ons schier verloren.
Velen vonden toen de dood
Maar uit leed werd liefd' geboren
Vrienden vonden w' in de nood.
Wie thans dit gebouw aanschouwen.
Als een lustslot voor het oog
Zegt: Hier ging de vriendschap bouwen.
Naastenliefde rijst hier hoog.
Jongens, meisjes van ons eiland
Van de Plaat tot aan de zee:
Radda Barnen, Zweedse bijstand.
Juichend groeten w' U van Flakkee!
Zweden knoopt hier
vriendschapsbanden
Radda Barnen schonk dit huis.
Waarin zachte zusterhanden
't Lijdend kind bereiden een thuis.
Moge Godes dierbre zegen
Rusten op dit mooie werk.
Aan Zijn zegen is gelegen
't Al. Staat dan in liefde sterk.
Middeiharnls
hengel, een elektr. bakoven, ontbijtser
vies, schemerlamp en een portefeuille.
Beiden waren zichtbaar geroerd door
zoveel spontaniteit.
De voorz. onderstreepte nadrukkelijk
dat dit alles niet was bedoeld om iets
goed te maken maar om te gedenken
aan het dankbare en dierbare werk, dat
hier verricht is. Namens het bestuur
werd aan mevr. van Leeuwen overhan
digd het boek over Peter Marshall „Mor
gen zie ik je weer" en aan dhr. van
Leeuwen het boek „Het nabije Oosten
in de branding" en een schaakspel.
Liefde tot het Chr. Onderwas
Onderwijzer Gratz zegt dat geen
mooie woorden gesproken behoeven te
worden om de mens te verheerlijken,
maar de dank kan oprecht zijn. Hoewel
in vele dingen verschillend, waren zij
toch ook weer in veel één, omdat de
liefde tot het Chr. onderwijs ons drong.
Dank dank, dank!!
Eindelijk is het de beurt aan het ver
trekkende hoofd om iets te zeggen. Dit
valt hem echer moeilijk omdat vele ge
dachten door zijn hoofd dwarrelen. De
spontane aanwezigheid heeft hem ver-,
kwikt en het zien van al die cadeaus
heeft hem klein gemaakt, daarom past
slechts één woord: Dank, dank en nog
eens dank. Toch is hij ervan overtuigd
niets anders gedaan te hebben dan zijn
schoolmeesterswerk. Zes en twintig jsiar
geleden kwam hij voor het eerst op
Flakkee en hij heeft er nooit geen spijt
van gehad. Hij herdacht met een kort
woord de vele overleden) bestuursleden.
Dank brengt hij aan de ouders, dat zij
.hun kinderen aan hem hebben willen
toevertrouwen. God bepaalt de tijden
van ons leven, zo zegt hij, nu is voor mij
de tijd van rust aangebroken. Dank
brengt hij aan de vele sprekers, zijn op
volger wenst,hij van harte toe dat deze
alles mag doen wat nodig is voor de
kinderen. God heeft jnij al die jaren de
kracht gegeven oni te arbeiden, Hem
daarvoor dank.
Installatie nieuwe hoofd
De voorz. installeert hierna het nieu
we hoofd dhr. Paschier. Na het woord
van de Inspecteur zegt hfl de leiding
thans met vertrouwen te kunnen over
dragen. Hij vertrouwt, dat de knieën zul
len worden gebogen om God te vragen
hem tot dit werk te bekwamen. Vervol
gens overhandigt hij hem de akte van
benoeming en de sleutels der school, ter-
wfll zijn vrouw bloemen worden aange
boden. Met een enkel woord richt het
nieuw* hoofd xich dan tot de ouders,
De nieuwe veerboot ,Haringvliet"' is
verleden week van de werf terug geko
men en ligt nu in de tramhaven van
Middelhamis. De mankementen opgelo
pen bij de havenjversperring van onlangs
zijn hersteld méér moet er naar wij
uit goede bron vernemen niet aan de
boot zijn gedaan. De roerconstructie is
nog steeds dezelfde gebleven.
Proefvaren doet men er niet mee, men
zal eerst de havens van Middelhamis en
Hellevoetsluis uitbaggeren.
Te Hellevoetsluis moet men er al naee
begonnen zijn. Als die havens op diepte
zijn gebracht zal nien het weer eens
met de boot proberen. Gaat het, dan
komt er een oplossing, gaat het niet,
dan... blijven we in de impasse. We ho
pen dus zeer dat dit experiment gelukt
en de volgende proefvaarten geen last
geven. Dan is er tenminste katts, dat de
ze grote en comfortabele autoboot in de
vaart komt.
Verleden week was het aan het veer
weer bijzonder druk. Zaterdagavond za
gen we te Hellevoetsluis nog een onaf
zienbare rij vrachtwagens staan, wach
tend op een beurt om te worden overge
zet. Wachten te Middelhamis, wachten t^'
Hellevoetsluis. ledere dag maar weer op
nieuw. En die fraai geschilderde grote
veerboot „HaringvUet" ligt aan het
plankier aan de overzijde van de wacht-
plaats te Middelhamis de chauffeurs
maar aan te grijnzen. Hoe lang'nog?
Donderdag daags na de opening
van het kinderziekenhuis te Dirksland
heeft H.M. de Koningin mevr. Levin
son en mevr. Höjer, resp. presidente en
vice-presidente van Radda Barnen uit
Zweden, op het paleis te Soestdijk ont
vangen.
De Koningin heeft zich aangenaam
met de beide dames onderhouden en
dank gebracht voor alles wat Radda
Barnen na de ramp in het getroffen ge
bied heeft geschonken en voor het ze
genrijke werk dat door deze instelling
op internationaal gebied wordt verricht.
UienveUing van dinsdag 3 dec. 1957
Grove 11.73; middel 15.10—15.30;
drielingen 21.60; picklers 31.40.
Aanvoer 85.000 kg.
Het is hem wee om het hart geworden
bö de gedachte zo'n hoofd te moeten op
volgen. Dit geeft verplichting, welke in
eigen kracht nooit kunnen worden nage
komen. Onderwijzer zijn is een grootse
taak, want wij moeten onze kinderen
niet alleen leren lezen, maar hem ook
geestelijke bagage meegeven.
De bijeenkomst wordt gesloten met het
zingen van de Avondzang en dankgebed
van ds Muntingh.
Het geheel was onderbroken door twee
pauzes, v/aarin verversingen werden
rondgediend, terwijl ook enkele leerlin
gen der school een vijftal stukjes had
den ingestudeerd en deze op vlotte wijze
voor het voetlicht brachteji.
voor een geschenk dat in alle sei
zoenen zijn waarde behoudt.
CAMERA'S in alle prflzen vanaf
15.50 uitsluitend de goede mer
ken.
FLITSAPPABATEN v.a. 14.10
oompl. met tas.
STATIEVEN met en zonder
draaikop.
DIAPROJECTOBEN en KIN-
DEBPBOJECTOBEN met FHM-
STBIPS.
Alle Dia-artikelen zoals plastic
raampjes, klapmaskers, dekglaas-
jes, plakpers etc.
VEBGROTINGSAPPABATEN
kleinbeeld en 6 x 6.
8 mm CAMERA'S, PROJECTO
REN en alle GINê-toebehoren.
Verder zonnekappen, filters, com
bi-tassen, draadontspanners, ont
wikkelaars, papieren, schalen,
tangen, thermometers.
Enorme sortering FOTO-ALBUMS
en FOTO-LIJSTEN
VAKKUNDIGE VOORMCHTING
EN... DE BEKENDE ZANDSTRA
SERVICE
Atelier en fotobandel
W. Krakeelstraat 8
Sommelsdyk Tel. 01870—2067