Opening Kinderziekenhuis
te Dirkslana
r
Fa. KAPTEIN
Klachten in
het leger
Eilandgemeenscliap vertolkte dank-
baarkeid aan het Zweedse volkl
Dank- en wijdingsdienst in
Hervormde kerk
30e Jaargang
Vertchi^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
MEDITATIE
In dit nummer beginnen
we met het nieuwe
vervolgverKaal ,Geluk'
Overbociig
en bemoeizuchtig
TEL 01870-2004-2205
V
Vrijdag 29 november IGSf"
No. 2651
PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en Advertentlea uitsluitend TelefooK K 1870—2629
N« 8 uur avonds Telefooa K 1870—2017 Giro 167080
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
ABONNKMT-NTSPHIJS 1.90 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
B)j contract ipcclaal turlal
I.
„Ons bereikeji voortdurend klachten
over ons leger," zo schreef het Dag
blad Trouw dezer dagen in een hoofd
artikel. Volgens „Trouw" waren die
klachten van velerlei aard; vervolgens
geeft het orgaan een opsomming van
die klachten, waarbij het noemt het
„niets doen" van de soldaat, de slechte
voorlichting die de soldaat krijgt, ook al
door slechte instructiefilms, waarbij het
blad klaagt over de ruwe en „gewild
ferme taal", die daarbij gebruikt wordt
maar inzonderheid ook over het vloe
ken in het leger.
Men mag en kan „Trouw" er aller
minst van verdenken, dat het onbillij
ke kritiek op het leger zal uitroepen,
derhalve kunnen we uit dien hoofde de
klachten gerust geloofwaardig noemen
Trouwens, wat we er van te horen krij
gen, ook uit andere bron stemt daar
wel mee overeen en doet een Christen
belijder met grote schroom zijn jon
gens aan de weermacht afstaan.
Het is verscheidene tientallen var-
jaren geleden, dat we zelf de wapen
rok droegen, maar afgaande op wal
„Trouw" aan klachten heeft ontvanger,
moeten wij wel vaststellen, dat in die
tientallen van jaren er al zeer weinif
in het leger is verbeterd ten opzichte
van de geest, die er heerst. Dat is erf
jammer. Onze zonen worden gedwonger
deel van het leger uit te maken er
dan dient de Overheid er voor te zor
gen, dat het zedelijke leven van hen
geen geweld wordt aangedaan. De
klacht over het verbeuzelen van de tijc
door niets te doen is oud: Ook gedu
rende de tijd voor eerste oefening be
stemd kwamen en komen naar hei
schijnt er maar al te veel dagen vooi
dat er niets uitgevoerd wordt.
Inzonderheid de tijd voor herhalings
oefeningen bestemd is berucht door zijr
vaak werkloze dagen. Dagen en weken
dat er niets uitgevoerd wordt. Dat de
hoofdwerkzaamheid bestaat in het „zie?
gedekt houden," zoals de soldaat dal
wel noemt. Gebrek aan behoorlijke be
zigheid is een der voornaamste oorza
ken dat de geest in het leger onder
mijnd wordt. Vooral bij de herhalings
oefeningen is het een voortdurende
klacht dat er geen behoorlijke bezig
heid is. Met luieren en nietsdoen wor
den vaak de dagen doorgebracht. Ver
veling en ledigheid bederven de geest
Ledigheid is een voortdurende bedrei
ging van de goede geest. En dan vaal
te weten, dat men thuis zo brodnodij
is. Dat men eigenlijk geheel niet gemisi
kan worden. Dat het bedrijf thuis dooi
de opkomst voor herhalingsoefeninger
met de grootste moeilijkheid kampt. De
hele dag niets uitvoeren, dan wat lui
eren en de tijd met van alles doden
terwijl er thuis zo'n behoefte is aan de
werkkracht, dat bederft de stemming
De nodige oefening voor de soldaten is
in betrekkelijk korte tijd verkregen er
dan moet de tijd gevuld worden, eer,
tijd van lange maanden. En die tijds
vulling daar ontbreekt nogal wat aan
Afgeëxerceerd en dan naar huis, neen
dat kan nu eenmaal niet. Het leger
moet paraat zijn. En om dat te berei
ken moet de soldaat aanwezig zijn. Maai
dat aanwezig moeten zijn terwille van
de paraatheid van het leger duurt maan
den en maanden, die niet gevuld wor
den met behoorlijke bezigheid en dar
komt de verveling de sfeer bederven
Ook wat de voorlichting aangaat, daai
schijnt nog veel aan te mankeren er
vooral ook de manieren waarop het ge
beurt. Het dagblad „Trouw" geeft ei
een voorbeeld van, dat we hier over
nemen. Het gaat over een aantal der
instructiefilms. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van Amerikaanse en Engelse
films, waarbij het commentaar in het
Nederlands gesproken wordt. Het is een
instructiefilm over de gevaren van de
atoomboom. De Nederlandse stem zei
onder meer: En dat is dan een mooie
stad om er eens een eitje op te gooien
een atoomeitje nog wel. „Ja en als je
dan dicht bij het mikpunt van de bom
ligt, dan ben je de sigaar. En een bran
dende sigaar nog wel. En als je deze
instructies niet opvolgt, dan -krijg je
een titel voor je naam. De titel wijlen
En dat is niet zo mooi." En Verdei
schrijft Trouw „De filrns wekken de
indruk, dat alleen maar de sufferds
sneuvelen. Als je alles volgens het
boekje doet, kan je niet gauw iets ge
beuren. Deze indruk wordt bewust ge
wekt. Bij een van de films wordt ge
zegd „Maar de stommelingen leven nie',
lang, die verdwijnen van zelf."
Trouw wraakt deze zogenaamd flin
ke manier van zeggen en concludeert
dat deze manier van praten iedere nor
male soldaat zal doen walgen of me1
angst vervullen voor zijn superieuren
die dus kennelijk zo over de dood den
ken. Inderdaad zulke taal is walgenc'
en zal de jonge mannen met afkeer ver
vullen voor dergelijke superieuren. Die
Geen twijfel
mogelijk
HAZiTFABRIEKEN TE ZEVENBERCEK
Alzo zegt de Hoge en Verhevene,
die in eeuwigheid woont en wiens
Naam heilig is: Ik woon in de hoog
te en in het heilige en bij dien die
van een verbrijzelde en nederige
geest is.
(Jesaja 57 15a)
Onze tekst is een woord van troost voor
mensen die verbrijzeld zijn van hart en
nederig van geest.
In Jesaja's dagen waren dat mensen
die gebogen gingen onder de oordelen
Gods tegen de zonden des volks en on
der de haat en de smaad van hun me
demensen. Gods oordelen waren opge
wekt door de gruwelijke afgoderij die
in 't midden van het volk Gods be
dreven werd. Israël bedreef geestelijke
hoererij en daarom was de Heere, Is
raels wettige man, jaloers en verbol
gen.
Helaas, de meerderheid van 't volk
trok zich van de toorn des Heeren niets
aan. Erger: ze merkten het niet eens
op dat de Heere zweeg in zijn misnoe
gen dat Hij zijn gunst aan zijn volk
onttrok; dat Hij niet meer bij hen woon
de. Ze gingen voort om hun hulp en
heil bij de stomme afgoden te zoeken.
(Een geschiedenis die zich in onze da
gen herhaalt!!)
Er was echter „een overblijfsel" dat
het wel opmerkte. Zij leden onder het
Gods gemis, zij kwijnden weg omdat de
Heere, inplaats van zijn genaderijke te
genwoordigheid, zijn heilig misnoegen,
openbaarde in de verberging van zijn
vriendelijk aangezicht.
Maar zie! de Heere hoorde hun ge
bed.
Hij gaf aan zijn knecht Jesaja op
dracht om te zeggen tot de treurigen
Sions dat Hij wil wonen bij dien die
van een verbrijzelde en nederige geest
is!
Welk een nederbuigende goedheid is
dat, lezers, dat de Heere zich verwaar
digt te wonen bij de mensen, door zijn
Heilige Geest!
Om dat goed te doen uitkomen en dat
met verwondering te doen beseffen door
de treurigen Sions laat de Heere eerst
door de profeet zeggen wie hij is: de
Hoge en Verhevene die in eeuwigheid
woont en wiens naam heilig is: de God
die woont in de hoogte en in het hei
lige.
Jesaja heeft in een roepingsvisioen,
die God zien zitten in zijn heilige tem
pel met de serafs rondom hem (Jesaja
6). De machtige indruk die dit gericht
op hem gemaakt heeft, echoot door heel
zijn profetie heen. Welnu, die hoge, hei
lige God verklaart hier, dat hij niet al
leen woont in de hoogte en in het heili
ge maar ook.bij de treurigen Sions!
Hoe ziet dat mensenhart er dan wel
uit waarin de heilige God wil wonen
door zijn Geest? Dat zal dan toch wel
een woning zijn, rijk gestoffeerd met
de bezem der wet? Om zo'n hoge gast
te ontvangen mag er toch wel niets aan
's harten woning mankeren!
Ach ja, zo denkt en streeft de mens
die Gods doen niet verstaat. Maar Gods
doen is verrassend. Hij woont bij dien
die van een verbrijzelde en nederige
geest is. Hij woont in het hart waar al
le deugden en hoogheden hopeloos stuk
geslagen, verbrijzeld en weggevaagd
zijn.
Het wonder van Pinksteren is een ge
nade wonder.
En de mens die er iets van in heeft
geraakt er door in ver-wondering! Je
saja kende iets van die verwondering.
Als hij de heilige God mag aanschou
wen roept hij uit: „wee mij, want ik
verga, dewijl ik een man van onreine
lippen ben en woon in het midden eens
volks dat onrein van lippen is; want
mijn ogen hebben de koning, de Heere
der heerscharen gezien."
Jesaja besefte dat de afstand tussen
God en mens de afstand is tussen de
Heilige en de zondaar. En daarom klinkt
er in onze tekst een diepe verwonde
ring door: verwondering hierover dat de
hoge heilige God gemeenschap wil oefe
nen met de zondaar;; ja, dat de Heere
woont in de hoogte en in het heilige
EN bij dien die van een verbrijzelde
en nederige geest is.
Waar komt dat EN vandaan lezers?
Laat ik het eenvoudig zeggen: dat EN
komt bij het kruis vandaan. Zonder het
kruis van Golgotha, zonder het offer
der verzoening is er geen gemeenschap
mogelijk tussen God en mens. Zonder
het kruis kan het komen Gods tot de
mensen slechts oordeel en verdoemenis
betekenen. Want God is te rein van
ogen dan dat Hij het kwade zou aan
schouwen. Zijn heiligheid sciiroeit en
verteert alles weg waar Hij zonde vindt.
Zie, daarvan beseffen Jesaja en de
treurigen Sion iets. Dat was juist de
oorzaak van hun verbrijzeld hart en
hun nederige geest: het gevoel van de
toom Gods tegen de zonde. Zij bogen
zich neer onder Zijn rechtmatige be
straffing.
En nu zegt de Heere: juist bij de
mensen woon IK!
Lezers: is Gods doen niet verrassend?
,Om Christus v/il biedt Hij zijn vriend
schap aan mensen die die vriendschap,
ziende op zichzelf niet verwachten dur
ver;. Want op Golgotha heeft Christus
de schroeiende vlam, het verterend vuur
van Guds heilig toornen tegen de zon
de opgevangen en Hij is er door ver
teerd geworden als het offer op de al
taren Gods, Zijn dood is de verzoening
dpr verbrijzelden en nederigen met
God!
Lezers, hoe ziet uv/ hartewoning er
uit?
Woont de zonde daarin?
Zit uw eigen ik daar op de troon.
Dan kan de Heere er niet wonen.
Neen, zegt er een, ik heb mijn hart
gezuiverd en mijn handen in onschuld
gewassen. Bij mij is de kamer net-jes
opgeruimd.
Ik verwacht zeker dat God bij mij
wonen zal.
Ik moet U teleurstellen. God woont
niet in tempelen door mensenhanden
gemaakt. Ongebroken harten en hoge
geesten zijn zijn woning niet.
Weet u, bij wie God woont?
Bij de tollenaar, die uitriep: „o God,
wees mij zondaar genadig."
Hij had een verbrijzeld hart.
Bij de vrouw die een weduwe was en
die staande achter aan Jezus' voeten,
wenende, zijn voeten besproeide met
haar tranen, en ze afdroogde met de ha
ren van haar hoofd.
Zij had een nederige, geest.
Bij zulken o, wonder van genade!
woont God.
Zulke haren maakt hij tot zijn tem
pel.
Zulke harten zijnwoonsteden
Gods in de Geest!
Rijssen.
Ds. E. F. Vergunst.
zogenaamde „flinke taal", is een kan
ker in het militaire leven. Hoeveel
„meerderen," hebben er behoefte aan
om ze te gebruiken bij hun instructies!
Hoe velen zijn er die geen instructie
kunnen geven zonder gebruik te maken
van krachttermen of ruwe zegswijzen!
Ze menen dat ze dan pas goed instructie
kunnen geven en ze beseffen niet dat
ze daardoor niets anders bereiken, dan
dat de soldaten met afkeer voor hen
vervuld worden. Dat ze het gemoed en
de consciëntie van hun ondergeschik
ten, die aan hun zorgen zijn toever
trouwd nodeloos kwetsen en pijn doen.
Over een film „Eerste hulp aan het
front", schrijft Trouw: Elke recruut
krijgt deze na een paar weken al te
zien. En heel wat vallen bij die verto
ning flauw. Er zijn officieren die zeg
gen: „Je moet die kerels nou eenmaal
harden," maar waarom worden de sol
daten op dit zien van al dit vreselijke
niet op een menselijke manier voorlje-
reid. Ze zijn er immers zelf zo bij be
trokken. En ze zijn toch eigenlijk de
kinderschoenen nog maar nauwelijks
ontwassen. Dat zakelijke en zgn. flink
praten over sneuvelen een kwestie
van pech hebben" verknoeit het mo
reel van de soldaat.
Van opvoedkunde daar hebben ze in
het leger al bitter weinig begrip. Dat
was enige tientallen jaren geleden naar
onze ervaring al zo en daarin schijnt
naar wat „Trouw" er van meedeelt nog
weinig ten goede.in veranderd te zijn.
En dat grieft de soldaat meer- dan hij
zeggen kan. Dat ruwe, brutale, schofti-
ge optreden ergert de jonge mannen en
doet hen een afkeer krijgen van de mi
litaire dienst. En dan het vloeken in
het leger, dat is ook iets zo minder
waardigs, waardoor de soldaat vervuld
wordt met minachting voor degenen,
die het doen en van de gehele mili
taire instelling waarin het verboden is,
maar waarin het nog maar al te veel
gebeurt. Doch daarover nog in een slot
artikel.
De regering voert de strijd tegen het
duurder worden, behalve dan op haar
eigen terrein (posttarieven-spoortarie-
ven e.d.)
En ziet daar komt een grote firma
met een nieuw merk margarine op de
markt. Dat nieuwe merk margarine is
beduidend duurder dan de bestaande
merken. „Dat kon de lijn om de zaak
niet duurder te laten worden wel eens
doorbreken," hebben zeker een tweetal
kamerleden gedacht.
Ijlings stellen ze er vragen over aan
de minister. Of deze de zaak wil laten
onderzoeken of het nieuwe merk marga
rine niet te hoog in prijs op de markt
wordt gebracht. En de minister op on
derzoek uit. Natuurlijk door zijn amb
tenaar ten koste van tijd en geld. En dit
alles weer ten koste van de belasting
betalers. Een eigenaardig geval van be
moeizucht van de desbetreffende ka
merleden en op hun advies van de mi
nister.
Tevens een geval van bedreiging van
de vrijheid. Van de vrijheid om zijn za
ken te drijven naar zijn eigen inzicht.
De firma in kwestie heeft haar mar-
garinemerken in de handel. Deze wor
den niet in prijs verhogd, maar het
komt de firma uit zakelijk inzicht goed
voor om naast die goedkope merken een
duurder merk in de handel te brengen.
Mogelijk om weer andere, meer koop
krachtige gebruikers te gerieven en zie
daar stimuleren een tweetal kamerleden
de minister om een onderzoek in te
stellen. Waren de bestaande merken
zonder aanwijsbare redenen in prijs
verhoogd dan kon er aanleiding zijn.
Maar nu een nieuw, een duurder merk
in de handel wordt gebracht lijkt ons de
bemoeüng van kamerleden en minister
geheel overbodig. Iedereen is toch vrij
om te kopen wat hij wil. Hetzij de
goedkope of de duurdere soorten. Zulk
een inmenging lijkt ons veel te ver te
gaan en schadelijk te zijn voor het be
drijfsleven.
Het moment van de opening: de presidente van Rddda Barnen, mevr. Margrit
Levinson ontvangt de sleutel van de kleuter Ina-v. d. Velde. Daarnaast-zus
ter van Wijk, hoofd van de kinderafdeling, en burgemeester D. van Heyst, op
de achtergrond.
Woensdag is onder zeer grote belangstelling van honderden gasten uit ons
eiland en uit binnen- en buitenland, het Kinderziekenhuis te Dirksland,
geschenk van Riidda Barnen uit Zweden geopend. Hiertoe was uit Zweden
overgekomen de presidente van Rddda Barnen, mevr. Magrit Levinson, om
deze plechtigheid te verrichten, vergezeld van m.evr. Höjer uit Stockholm. Ver
der waren als hoge gasten aanwezig de Zweedse ambassadeur mr. Dahlman
en echtgenote; de Commissaris der Koningin Mr. Klaasesz en echtgenote; mr.
H. J. M. Besier, pl.v. dir. generaal van de Volksgezondheid; dr. H. A. Slette-
naar, alg. Insp. en dr. A. in 't Veld, Insp. van de Volksgezondheid; mr. T. A. v.
Dyken en mevr. de Ruiter de Zeeuw als leden van Ged. Staten; dhr.H. v. Ros-
sum, lid van de Prov. Staten Z. Holland; mr. C. H. M. de Jong, Europees
voorz. United -Nation Children Welfare; dr. van Leeuwen, vert. Generale Sy
node Ned. Herv. Kerken; burgemeesters en doktoren van van het eiland; dr.
Dekker, secr. van de Koninkl. Ned. Mij. ter bevordering van de geneeskunst
en talrijke vertegenwoordigers van diverse organisaties uit de streek. Eerst
is een dank- en wijdingsdienst m de Herv. Kerk gehouden, de kinderen heb
ben de hoge gasten een zanghulde ge-bracht begeleid door de muziekvereen.
Amicitia en vervolgens zijn tal van toespraken gehouden, die alle de dank
baarheid vertolkten voor de vorstelijke gift van het Zweedse volk aan onze
eiland bewoners geschonken ten bate van het zieke en zwakke kind. Het was
een feestelijke en zeer blijde dag waarvan de organisatie aan aÜe kanten af
was.
ANNO 1870
r^
Alleenverkoop van de bekende
GLORIA PORT en de nieuwe
ESMERALDO WÜNEN
De vele gasten zijn woensdagmorgen
half elf in de Ned. Herv. Kerk ontvan
gen. Om eerst een dank- en wijdings
dienst bij te wonen, die geleid werd
door de pastor loei ds. J. den Besten,
die tevens voorz. is van het Bethesda
Ziekenhuis. De kerk was geheel gevuld
met belangstellenden, ook was vrijwel
de gehele zusterschaar aanwezig. Ds.
den Besten hield een korte predikatie
over Lucas 5 8 en 9a: „En Simon Pe
trus dat ziende, viel neder aan de
knieën van Jezus, zeggende: Heere, ga
uit van mij, want ik ben een zondig
mens. Want verbaasdheid had hem ver
vangen."
Ds. den Besten schilderde zijn gehoor
de geschiedenis van de wonderbare vis
vangst waarbij Simon Petrus midden op
de dag werd geboden naar de diepte
af te steken en de netten uit te zetten,
waarbij zoveel vissen werden gevan
gen, dat ze niet in het scheepje kon
den worden geladen. De eerbied van
Petrus voor Christus ging hij dit won
der over in verbazing, dat hij uitriep:
Heere, ga uit van mij, want ik ben een
zondig mens! Mogelijk zal men vragen,
aldus spr., waarom zong Petrus geen lof
lied deze belijdenis was echter aan
genaam in Christus' oren, omdat hij
zijn onwaardigheid, zijn zonde van te
genspreken erkende, t.o. de grote wel
daden hem bewezen. Spreker bracht dit
over op deze dankdienst wij zijn ook
verbaasd en stil van de zegening door
het vorstelijke geschenk van Eadda
Barnen uit Zweden, maar ook diep door
drongen dat we dat vanwege, onze af
makingen niet waardig zijn. Vervuld
van dankbaarheid aan Radda Barnen
voor dit mooie Kinderziekenhuis, bo
venal aan God, gaan wij staan naast die
eenvoudige visser en zeggen „Heere,
wij hebben het ons niet waardig ge
maakt, maar U zijt groot en heerlijk,
dat Ge het nochtans hebt gedaan."
Bij de eerste steenlegging had spr.
gesproken over Eben Haëzer, de steen
der hulpe; nu het gebouw gereed was
wilde hij op diezelfde Steen zien en
de Heere danken voor de verkregen
weldaden.
Bij de nieuwe taak die de medische
en geestelijke verpleging van de zieken
te wachten stond, alsmede de admini
stratie en de besturen bad hij Gods ze
gen toe en hoopte dat 's Heeren oog
dag en nacht open zou zijn over dit
nieuwe kinderziekenhuis.
Zanghulde van de kinderen
Het gezelschap begaf zich daarna
naar de ontvangruimte, die speciaal in
de tuin van het Ziekenhuis was ge
bouwd, waar de lunch werd gebruikt.
Als diensters waren tal van Roode
Kruis-zusters ingeschakeld. Intussen
hadden zich in de tuin de schoolkinde
ren opgesteld, de muziekvereniging
„Amicitia", en groepen van padvinders
en padvindsters benevens tal van be
langstellenden uit de gemeente Dirks
land. Vanaf het bordes namen de
Zweedse gasten, de besturen, de Com
missaris van de Koningin e.a. autoritei
ten de zanghulde van de kinderen in
ontvangst, begeleid door de muziekver
eniging „Amicitia." Het was een dank
lied speciaal voor deze gelegenheid ge
dicht en op muziek gebracht. Amicitia
speelde het Zweedse en Nederlandse
volkslied e.a. nationale liederen. Onder
het spelen hesen de padvinders(sters)
langzaam de. Zweedse en Nederlandse
vlag. De Zweedse ambassadeur dankte
de kinderen namens mevr. Levinson
omdat deze geen Hollands spreekt.
Mevr. Levinson dankte de muziekver
eniging met een handdruk aan de diri
gent en onderhield zich daarna met de
padvinders en padvindsters, waarbij de
l^urgemeester als tolk optrad. De pa
tiënten in het ziekenhuis leefden met
de gehele ceremonie m^ee: voor zover
het kon hadden ze zich voor de ramen
geplaatst. Het gesprokene kon ook in
het ziekenhuis worden beluisterd, alsook
in de hallen van de Victoriafabriek,
zodat men onder het werk door van
de feestelijkheid kon genieten.
Dank aan Radda Barnen
Burgemeester van Heijst hield daar
na in de ontvangstruimte een rede na
mens het gecombineerde bestuur van
het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis,
waarin hij zich het eerste richtte tot
hen, die tot de bouw van deze nieuwe
afdeling op zulk een imposante wijze
hebben bijgedragen, t.w. tot mevr. Ma
grit Levinson en mevr. Höjer, resp. pre
sidente en vice-presidente van ïe
Zweedse organisatie Radda Barnen
(Redt het kind). Hij deed dit in het En
gels. Spreker sprak zijn diepe bewon
dering uit voor deze Zweedse instelling,
die waar ook ter wereld, het zieke en
in nood verkerende kind tracht te hel
pen. Diep getroffen en dankbaar ont
roerd was men door het aanbod om op
ons door de ramp zwaar getroffen
eiland een kinderziekenhuis te stichten.
Dankbaar uitte spr, zich voor het pret
tige overleg, dat na het bekend wor
den van de gift met het Radda Barnen
en het bestuur is gevoerd. Dankbaar
was spr. ook, dat in hetzelfde gebouw
poliklinieken en wacht- en administra
tieruimten konden worden aangebracht.
Dankbaar voor de prachtige inventaris
die er bij is geschonken, méér dan het
bestuur heeft durven verwachten. Wij
(Vervolg pag. 2 Ie kolom)
Aan het hoofd van het kinderziekenhuis staat de kinderarts dr. van Loo.
Hij heeft zich direct bemind weten te maken onder de eerste patientjes, die
het ziekenhuis bevolken. Op de foto ziet men de dokter bij de kleuters, met
daarnaast de besturende zuster van het ziekenhuis, Zuster Korver.