Opening Kinderziekenhuis te Dirkslana r Fa. KAPTEIN Klachten in het leger Eilandgemeenscliap vertolkte dank- baarkeid aan het Zweedse volkl Dank- en wijdingsdienst in Hervormde kerk 30e Jaargang Vertchi^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond MEDITATIE In dit nummer beginnen we met het nieuwe vervolgverKaal ,Geluk' Overbociig en bemoeizuchtig TEL 01870-2004-2205 V Vrijdag 29 november IGSf" No. 2651 PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en Advertentlea uitsluitend TelefooK K 1870—2629 N« 8 uur avonds Telefooa K 1870—2017 Giro 167080 Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN ABONNKMT-NTSPHIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. B)j contract ipcclaal turlal I. „Ons bereikeji voortdurend klachten over ons leger," zo schreef het Dag blad Trouw dezer dagen in een hoofd artikel. Volgens „Trouw" waren die klachten van velerlei aard; vervolgens geeft het orgaan een opsomming van die klachten, waarbij het noemt het „niets doen" van de soldaat, de slechte voorlichting die de soldaat krijgt, ook al door slechte instructiefilms, waarbij het blad klaagt over de ruwe en „gewild ferme taal", die daarbij gebruikt wordt maar inzonderheid ook over het vloe ken in het leger. Men mag en kan „Trouw" er aller minst van verdenken, dat het onbillij ke kritiek op het leger zal uitroepen, derhalve kunnen we uit dien hoofde de klachten gerust geloofwaardig noemen Trouwens, wat we er van te horen krij gen, ook uit andere bron stemt daar wel mee overeen en doet een Christen belijder met grote schroom zijn jon gens aan de weermacht afstaan. Het is verscheidene tientallen var- jaren geleden, dat we zelf de wapen rok droegen, maar afgaande op wal „Trouw" aan klachten heeft ontvanger, moeten wij wel vaststellen, dat in die tientallen van jaren er al zeer weinif in het leger is verbeterd ten opzichte van de geest, die er heerst. Dat is erf jammer. Onze zonen worden gedwonger deel van het leger uit te maken er dan dient de Overheid er voor te zor gen, dat het zedelijke leven van hen geen geweld wordt aangedaan. De klacht over het verbeuzelen van de tijc door niets te doen is oud: Ook gedu rende de tijd voor eerste oefening be stemd kwamen en komen naar hei schijnt er maar al te veel dagen vooi dat er niets uitgevoerd wordt. Inzonderheid de tijd voor herhalings oefeningen bestemd is berucht door zijr vaak werkloze dagen. Dagen en weken dat er niets uitgevoerd wordt. Dat de hoofdwerkzaamheid bestaat in het „zie? gedekt houden," zoals de soldaat dal wel noemt. Gebrek aan behoorlijke be zigheid is een der voornaamste oorza ken dat de geest in het leger onder mijnd wordt. Vooral bij de herhalings oefeningen is het een voortdurende klacht dat er geen behoorlijke bezig heid is. Met luieren en nietsdoen wor den vaak de dagen doorgebracht. Ver veling en ledigheid bederven de geest Ledigheid is een voortdurende bedrei ging van de goede geest. En dan vaal te weten, dat men thuis zo brodnodij is. Dat men eigenlijk geheel niet gemisi kan worden. Dat het bedrijf thuis dooi de opkomst voor herhalingsoefeninger met de grootste moeilijkheid kampt. De hele dag niets uitvoeren, dan wat lui eren en de tijd met van alles doden terwijl er thuis zo'n behoefte is aan de werkkracht, dat bederft de stemming De nodige oefening voor de soldaten is in betrekkelijk korte tijd verkregen er dan moet de tijd gevuld worden, eer, tijd van lange maanden. En die tijds vulling daar ontbreekt nogal wat aan Afgeëxerceerd en dan naar huis, neen dat kan nu eenmaal niet. Het leger moet paraat zijn. En om dat te berei ken moet de soldaat aanwezig zijn. Maai dat aanwezig moeten zijn terwille van de paraatheid van het leger duurt maan den en maanden, die niet gevuld wor den met behoorlijke bezigheid en dar komt de verveling de sfeer bederven Ook wat de voorlichting aangaat, daai schijnt nog veel aan te mankeren er vooral ook de manieren waarop het ge beurt. Het dagblad „Trouw" geeft ei een voorbeeld van, dat we hier over nemen. Het gaat over een aantal der instructiefilms. Daarbij wordt gebruik gemaakt van Amerikaanse en Engelse films, waarbij het commentaar in het Nederlands gesproken wordt. Het is een instructiefilm over de gevaren van de atoomboom. De Nederlandse stem zei onder meer: En dat is dan een mooie stad om er eens een eitje op te gooien een atoomeitje nog wel. „Ja en als je dan dicht bij het mikpunt van de bom ligt, dan ben je de sigaar. En een bran dende sigaar nog wel. En als je deze instructies niet opvolgt, dan -krijg je een titel voor je naam. De titel wijlen En dat is niet zo mooi." En Verdei schrijft Trouw „De filrns wekken de indruk, dat alleen maar de sufferds sneuvelen. Als je alles volgens het boekje doet, kan je niet gauw iets ge beuren. Deze indruk wordt bewust ge wekt. Bij een van de films wordt ge zegd „Maar de stommelingen leven nie', lang, die verdwijnen van zelf." Trouw wraakt deze zogenaamd flin ke manier van zeggen en concludeert dat deze manier van praten iedere nor male soldaat zal doen walgen of me1 angst vervullen voor zijn superieuren die dus kennelijk zo over de dood den ken. Inderdaad zulke taal is walgenc' en zal de jonge mannen met afkeer ver vullen voor dergelijke superieuren. Die Geen twijfel mogelijk HAZiTFABRIEKEN TE ZEVENBERCEK Alzo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid woont en wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoog te en in het heilige en bij dien die van een verbrijzelde en nederige geest is. (Jesaja 57 15a) Onze tekst is een woord van troost voor mensen die verbrijzeld zijn van hart en nederig van geest. In Jesaja's dagen waren dat mensen die gebogen gingen onder de oordelen Gods tegen de zonden des volks en on der de haat en de smaad van hun me demensen. Gods oordelen waren opge wekt door de gruwelijke afgoderij die in 't midden van het volk Gods be dreven werd. Israël bedreef geestelijke hoererij en daarom was de Heere, Is raels wettige man, jaloers en verbol gen. Helaas, de meerderheid van 't volk trok zich van de toorn des Heeren niets aan. Erger: ze merkten het niet eens op dat de Heere zweeg in zijn misnoe gen dat Hij zijn gunst aan zijn volk onttrok; dat Hij niet meer bij hen woon de. Ze gingen voort om hun hulp en heil bij de stomme afgoden te zoeken. (Een geschiedenis die zich in onze da gen herhaalt!!) Er was echter „een overblijfsel" dat het wel opmerkte. Zij leden onder het Gods gemis, zij kwijnden weg omdat de Heere, inplaats van zijn genaderijke te genwoordigheid, zijn heilig misnoegen, openbaarde in de verberging van zijn vriendelijk aangezicht. Maar zie! de Heere hoorde hun ge bed. Hij gaf aan zijn knecht Jesaja op dracht om te zeggen tot de treurigen Sions dat Hij wil wonen bij dien die van een verbrijzelde en nederige geest is! Welk een nederbuigende goedheid is dat, lezers, dat de Heere zich verwaar digt te wonen bij de mensen, door zijn Heilige Geest! Om dat goed te doen uitkomen en dat met verwondering te doen beseffen door de treurigen Sions laat de Heere eerst door de profeet zeggen wie hij is: de Hoge en Verhevene die in eeuwigheid woont en wiens naam heilig is: de God die woont in de hoogte en in het hei lige. Jesaja heeft in een roepingsvisioen, die God zien zitten in zijn heilige tem pel met de serafs rondom hem (Jesaja 6). De machtige indruk die dit gericht op hem gemaakt heeft, echoot door heel zijn profetie heen. Welnu, die hoge, hei lige God verklaart hier, dat hij niet al leen woont in de hoogte en in het heili ge maar ook.bij de treurigen Sions! Hoe ziet dat mensenhart er dan wel uit waarin de heilige God wil wonen door zijn Geest? Dat zal dan toch wel een woning zijn, rijk gestoffeerd met de bezem der wet? Om zo'n hoge gast te ontvangen mag er toch wel niets aan 's harten woning mankeren! Ach ja, zo denkt en streeft de mens die Gods doen niet verstaat. Maar Gods doen is verrassend. Hij woont bij dien die van een verbrijzelde en nederige geest is. Hij woont in het hart waar al le deugden en hoogheden hopeloos stuk geslagen, verbrijzeld en weggevaagd zijn. Het wonder van Pinksteren is een ge nade wonder. En de mens die er iets van in heeft geraakt er door in ver-wondering! Je saja kende iets van die verwondering. Als hij de heilige God mag aanschou wen roept hij uit: „wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben en woon in het midden eens volks dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben de koning, de Heere der heerscharen gezien." Jesaja besefte dat de afstand tussen God en mens de afstand is tussen de Heilige en de zondaar. En daarom klinkt er in onze tekst een diepe verwonde ring door: verwondering hierover dat de hoge heilige God gemeenschap wil oefe nen met de zondaar;; ja, dat de Heere woont in de hoogte en in het heilige EN bij dien die van een verbrijzelde en nederige geest is. Waar komt dat EN vandaan lezers? Laat ik het eenvoudig zeggen: dat EN komt bij het kruis vandaan. Zonder het kruis van Golgotha, zonder het offer der verzoening is er geen gemeenschap mogelijk tussen God en mens. Zonder het kruis kan het komen Gods tot de mensen slechts oordeel en verdoemenis betekenen. Want God is te rein van ogen dan dat Hij het kwade zou aan schouwen. Zijn heiligheid sciiroeit en verteert alles weg waar Hij zonde vindt. Zie, daarvan beseffen Jesaja en de treurigen Sion iets. Dat was juist de oorzaak van hun verbrijzeld hart en hun nederige geest: het gevoel van de toom Gods tegen de zonde. Zij bogen zich neer onder Zijn rechtmatige be straffing. En nu zegt de Heere: juist bij de mensen woon IK! Lezers: is Gods doen niet verrassend? ,Om Christus v/il biedt Hij zijn vriend schap aan mensen die die vriendschap, ziende op zichzelf niet verwachten dur ver;. Want op Golgotha heeft Christus de schroeiende vlam, het verterend vuur van Guds heilig toornen tegen de zon de opgevangen en Hij is er door ver teerd geworden als het offer op de al taren Gods, Zijn dood is de verzoening dpr verbrijzelden en nederigen met God! Lezers, hoe ziet uv/ hartewoning er uit? Woont de zonde daarin? Zit uw eigen ik daar op de troon. Dan kan de Heere er niet wonen. Neen, zegt er een, ik heb mijn hart gezuiverd en mijn handen in onschuld gewassen. Bij mij is de kamer net-jes opgeruimd. Ik verwacht zeker dat God bij mij wonen zal. Ik moet U teleurstellen. God woont niet in tempelen door mensenhanden gemaakt. Ongebroken harten en hoge geesten zijn zijn woning niet. Weet u, bij wie God woont? Bij de tollenaar, die uitriep: „o God, wees mij zondaar genadig." Hij had een verbrijzeld hart. Bij de vrouw die een weduwe was en die staande achter aan Jezus' voeten, wenende, zijn voeten besproeide met haar tranen, en ze afdroogde met de ha ren van haar hoofd. Zij had een nederige, geest. Bij zulken o, wonder van genade! woont God. Zulke haren maakt hij tot zijn tem pel. Zulke harten zijnwoonsteden Gods in de Geest! Rijssen. Ds. E. F. Vergunst. zogenaamde „flinke taal", is een kan ker in het militaire leven. Hoeveel „meerderen," hebben er behoefte aan om ze te gebruiken bij hun instructies! Hoe velen zijn er die geen instructie kunnen geven zonder gebruik te maken van krachttermen of ruwe zegswijzen! Ze menen dat ze dan pas goed instructie kunnen geven en ze beseffen niet dat ze daardoor niets anders bereiken, dan dat de soldaten met afkeer voor hen vervuld worden. Dat ze het gemoed en de consciëntie van hun ondergeschik ten, die aan hun zorgen zijn toever trouwd nodeloos kwetsen en pijn doen. Over een film „Eerste hulp aan het front", schrijft Trouw: Elke recruut krijgt deze na een paar weken al te zien. En heel wat vallen bij die verto ning flauw. Er zijn officieren die zeg gen: „Je moet die kerels nou eenmaal harden," maar waarom worden de sol daten op dit zien van al dit vreselijke niet op een menselijke manier voorlje- reid. Ze zijn er immers zelf zo bij be trokken. En ze zijn toch eigenlijk de kinderschoenen nog maar nauwelijks ontwassen. Dat zakelijke en zgn. flink praten over sneuvelen een kwestie van pech hebben" verknoeit het mo reel van de soldaat. Van opvoedkunde daar hebben ze in het leger al bitter weinig begrip. Dat was enige tientallen jaren geleden naar onze ervaring al zo en daarin schijnt naar wat „Trouw" er van meedeelt nog weinig ten goede.in veranderd te zijn. En dat grieft de soldaat meer- dan hij zeggen kan. Dat ruwe, brutale, schofti- ge optreden ergert de jonge mannen en doet hen een afkeer krijgen van de mi litaire dienst. En dan het vloeken in het leger, dat is ook iets zo minder waardigs, waardoor de soldaat vervuld wordt met minachting voor degenen, die het doen en van de gehele mili taire instelling waarin het verboden is, maar waarin het nog maar al te veel gebeurt. Doch daarover nog in een slot artikel. De regering voert de strijd tegen het duurder worden, behalve dan op haar eigen terrein (posttarieven-spoortarie- ven e.d.) En ziet daar komt een grote firma met een nieuw merk margarine op de markt. Dat nieuwe merk margarine is beduidend duurder dan de bestaande merken. „Dat kon de lijn om de zaak niet duurder te laten worden wel eens doorbreken," hebben zeker een tweetal kamerleden gedacht. Ijlings stellen ze er vragen over aan de minister. Of deze de zaak wil laten onderzoeken of het nieuwe merk marga rine niet te hoog in prijs op de markt wordt gebracht. En de minister op on derzoek uit. Natuurlijk door zijn amb tenaar ten koste van tijd en geld. En dit alles weer ten koste van de belasting betalers. Een eigenaardig geval van be moeizucht van de desbetreffende ka merleden en op hun advies van de mi nister. Tevens een geval van bedreiging van de vrijheid. Van de vrijheid om zijn za ken te drijven naar zijn eigen inzicht. De firma in kwestie heeft haar mar- garinemerken in de handel. Deze wor den niet in prijs verhogd, maar het komt de firma uit zakelijk inzicht goed voor om naast die goedkope merken een duurder merk in de handel te brengen. Mogelijk om weer andere, meer koop krachtige gebruikers te gerieven en zie daar stimuleren een tweetal kamerleden de minister om een onderzoek in te stellen. Waren de bestaande merken zonder aanwijsbare redenen in prijs verhoogd dan kon er aanleiding zijn. Maar nu een nieuw, een duurder merk in de handel wordt gebracht lijkt ons de bemoeüng van kamerleden en minister geheel overbodig. Iedereen is toch vrij om te kopen wat hij wil. Hetzij de goedkope of de duurdere soorten. Zulk een inmenging lijkt ons veel te ver te gaan en schadelijk te zijn voor het be drijfsleven. Het moment van de opening: de presidente van Rddda Barnen, mevr. Margrit Levinson ontvangt de sleutel van de kleuter Ina-v. d. Velde. Daarnaast-zus ter van Wijk, hoofd van de kinderafdeling, en burgemeester D. van Heyst, op de achtergrond. Woensdag is onder zeer grote belangstelling van honderden gasten uit ons eiland en uit binnen- en buitenland, het Kinderziekenhuis te Dirksland, geschenk van Riidda Barnen uit Zweden geopend. Hiertoe was uit Zweden overgekomen de presidente van Rddda Barnen, mevr. Magrit Levinson, om deze plechtigheid te verrichten, vergezeld van m.evr. Höjer uit Stockholm. Ver der waren als hoge gasten aanwezig de Zweedse ambassadeur mr. Dahlman en echtgenote; de Commissaris der Koningin Mr. Klaasesz en echtgenote; mr. H. J. M. Besier, pl.v. dir. generaal van de Volksgezondheid; dr. H. A. Slette- naar, alg. Insp. en dr. A. in 't Veld, Insp. van de Volksgezondheid; mr. T. A. v. Dyken en mevr. de Ruiter de Zeeuw als leden van Ged. Staten; dhr.H. v. Ros- sum, lid van de Prov. Staten Z. Holland; mr. C. H. M. de Jong, Europees voorz. United -Nation Children Welfare; dr. van Leeuwen, vert. Generale Sy node Ned. Herv. Kerken; burgemeesters en doktoren van van het eiland; dr. Dekker, secr. van de Koninkl. Ned. Mij. ter bevordering van de geneeskunst en talrijke vertegenwoordigers van diverse organisaties uit de streek. Eerst is een dank- en wijdingsdienst m de Herv. Kerk gehouden, de kinderen heb ben de hoge gasten een zanghulde ge-bracht begeleid door de muziekvereen. Amicitia en vervolgens zijn tal van toespraken gehouden, die alle de dank baarheid vertolkten voor de vorstelijke gift van het Zweedse volk aan onze eiland bewoners geschonken ten bate van het zieke en zwakke kind. Het was een feestelijke en zeer blijde dag waarvan de organisatie aan aÜe kanten af was. ANNO 1870 r^ Alleenverkoop van de bekende GLORIA PORT en de nieuwe ESMERALDO WÜNEN De vele gasten zijn woensdagmorgen half elf in de Ned. Herv. Kerk ontvan gen. Om eerst een dank- en wijdings dienst bij te wonen, die geleid werd door de pastor loei ds. J. den Besten, die tevens voorz. is van het Bethesda Ziekenhuis. De kerk was geheel gevuld met belangstellenden, ook was vrijwel de gehele zusterschaar aanwezig. Ds. den Besten hield een korte predikatie over Lucas 5 8 en 9a: „En Simon Pe trus dat ziende, viel neder aan de knieën van Jezus, zeggende: Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens. Want verbaasdheid had hem ver vangen." Ds. den Besten schilderde zijn gehoor de geschiedenis van de wonderbare vis vangst waarbij Simon Petrus midden op de dag werd geboden naar de diepte af te steken en de netten uit te zetten, waarbij zoveel vissen werden gevan gen, dat ze niet in het scheepje kon den worden geladen. De eerbied van Petrus voor Christus ging hij dit won der over in verbazing, dat hij uitriep: Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens! Mogelijk zal men vragen, aldus spr., waarom zong Petrus geen lof lied deze belijdenis was echter aan genaam in Christus' oren, omdat hij zijn onwaardigheid, zijn zonde van te genspreken erkende, t.o. de grote wel daden hem bewezen. Spreker bracht dit over op deze dankdienst wij zijn ook verbaasd en stil van de zegening door het vorstelijke geschenk van Eadda Barnen uit Zweden, maar ook diep door drongen dat we dat vanwege, onze af makingen niet waardig zijn. Vervuld van dankbaarheid aan Radda Barnen voor dit mooie Kinderziekenhuis, bo venal aan God, gaan wij staan naast die eenvoudige visser en zeggen „Heere, wij hebben het ons niet waardig ge maakt, maar U zijt groot en heerlijk, dat Ge het nochtans hebt gedaan." Bij de eerste steenlegging had spr. gesproken over Eben Haëzer, de steen der hulpe; nu het gebouw gereed was wilde hij op diezelfde Steen zien en de Heere danken voor de verkregen weldaden. Bij de nieuwe taak die de medische en geestelijke verpleging van de zieken te wachten stond, alsmede de admini stratie en de besturen bad hij Gods ze gen toe en hoopte dat 's Heeren oog dag en nacht open zou zijn over dit nieuwe kinderziekenhuis. Zanghulde van de kinderen Het gezelschap begaf zich daarna naar de ontvangruimte, die speciaal in de tuin van het Ziekenhuis was ge bouwd, waar de lunch werd gebruikt. Als diensters waren tal van Roode Kruis-zusters ingeschakeld. Intussen hadden zich in de tuin de schoolkinde ren opgesteld, de muziekvereniging „Amicitia", en groepen van padvinders en padvindsters benevens tal van be langstellenden uit de gemeente Dirks land. Vanaf het bordes namen de Zweedse gasten, de besturen, de Com missaris van de Koningin e.a. autoritei ten de zanghulde van de kinderen in ontvangst, begeleid door de muziekver eniging „Amicitia." Het was een dank lied speciaal voor deze gelegenheid ge dicht en op muziek gebracht. Amicitia speelde het Zweedse en Nederlandse volkslied e.a. nationale liederen. Onder het spelen hesen de padvinders(sters) langzaam de. Zweedse en Nederlandse vlag. De Zweedse ambassadeur dankte de kinderen namens mevr. Levinson omdat deze geen Hollands spreekt. Mevr. Levinson dankte de muziekver eniging met een handdruk aan de diri gent en onderhield zich daarna met de padvinders en padvindsters, waarbij de l^urgemeester als tolk optrad. De pa tiënten in het ziekenhuis leefden met de gehele ceremonie m^ee: voor zover het kon hadden ze zich voor de ramen geplaatst. Het gesprokene kon ook in het ziekenhuis worden beluisterd, alsook in de hallen van de Victoriafabriek, zodat men onder het werk door van de feestelijkheid kon genieten. Dank aan Radda Barnen Burgemeester van Heijst hield daar na in de ontvangstruimte een rede na mens het gecombineerde bestuur van het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, waarin hij zich het eerste richtte tot hen, die tot de bouw van deze nieuwe afdeling op zulk een imposante wijze hebben bijgedragen, t.w. tot mevr. Ma grit Levinson en mevr. Höjer, resp. pre sidente en vice-presidente van ïe Zweedse organisatie Radda Barnen (Redt het kind). Hij deed dit in het En gels. Spreker sprak zijn diepe bewon dering uit voor deze Zweedse instelling, die waar ook ter wereld, het zieke en in nood verkerende kind tracht te hel pen. Diep getroffen en dankbaar ont roerd was men door het aanbod om op ons door de ramp zwaar getroffen eiland een kinderziekenhuis te stichten. Dankbaar uitte spr, zich voor het pret tige overleg, dat na het bekend wor den van de gift met het Radda Barnen en het bestuur is gevoerd. Dankbaar was spr. ook, dat in hetzelfde gebouw poliklinieken en wacht- en administra tieruimten konden worden aangebracht. Dankbaar voor de prachtige inventaris die er bij is geschonken, méér dan het bestuur heeft durven verwachten. Wij (Vervolg pag. 2 Ie kolom) Aan het hoofd van het kinderziekenhuis staat de kinderarts dr. van Loo. Hij heeft zich direct bemind weten te maken onder de eerste patientjes, die het ziekenhuis bevolken. Op de foto ziet men de dokter bij de kleuters, met daarnaast de besturende zuster van het ziekenhuis, Zuster Korver.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 1