Jamais en vain
Bij het overlijden van Prof. G. Wisse
De Deltawet in de
Tweede Kamer
Wij verhuren
Buitenland
School-
verkeersexamen
1958
Pracht handen
30e Jaargaüg
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
V(»OR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEI«
MEDITATIE
Zwanenzang
van Prof. G. Wisse
iiiiiiiiiiiiiiiiiii
N.V. WED. C. KOLFF 8, Zn.
Wat al te royaal
Vrijdag 22 november 1957
No. 2649
PHINS HKNDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHAHNIS
Bedactie en Advertentlei uitsluitend Telefoon K 1870—282»
Nt 8 uur 'i avond» Telefoon K 18702017 Giro 167980
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAI.
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
RD coBtract ipeclaal taiial
Vergchi^nt tiveemofü per week: dinaaag- en cr^dagovond
De Stellendamse visserij
2.
Na het verslag, dat we gaven van de
discussies in de Tweede Kamer over het
Delta-wetsontwerp, voorzover dit van
betelcenis is voor de visserij van Stel-
lendam, kunnen we kort zijn, daar het
vervolg van de besprekingen, die we in
ons eerste artikel niet meer konden
opnemen, niet zo heel veel meer heeft
opgeleverd, ofschoon er toch nog en
kele kwestieuze punten naar voren kwa
men.
In de repliek van Minister Algera
Minister Mansholt was toen afwezig
kwam deze terug op de kwestie van de
schadevergoeding. Hij sprak aldus:
„De heer Kodde heeft erop aange
drongen, dat de taxatie der bedrijven
op een vroeg tijdstip zal plaatsvinden.
Hij heeft daaraan de vraag verbonden:
Wil men door uitstel de schadevergoe
ding verminderen? Ik geloof, dat dit
een veronderstelling is, waarvoor geen
plaats is. Dit zou betekenen, dat de Re
gering opzettelijk maatregelen wil ne
men om gedupeerden in een mindere
positie te brengen. Natuurlijk is daar
van geen sprake. Op welk moment ta
xatie moet plaatsvinden, is iets, dat
door de desbetreffende commissie moet
worden onderzocht. De normen daar
voor zullen in de afzonderlijke wet, die
in uitzicht is gesteld, moteen worden
vermeld. De Kamer zal gelegenheid krij
gen, daarover te zijner tijd te spreken.
Ook de heer Van der Zaal heeft nog
gevraagd naar een directe taxatie en
heeft daaraan toegevoegd de vraag, of
het niet wenselijk zou zijn een afkoop
som te geven, omdat dit veel narigheid
zou voorkomen in de komende jaren,
zoals is gebleken bij de Zuiderzeesteun-
wet. Ik antwoord daarop, dat dit een
zaak is, die bij een toekomstige wet aan
de orde kan worden gesteld. Ik voeg
hieraan toe, dat de gedachten van de
Regering in deze richting gaan, dat het
niet is uitgesloten, dat men tot afkoop
sommen zal overgaan."
Tot zover de Minister. Bij de behan
deling van de afzonderlijke artikelen
van het wetsontwerp het zijn er
slechts 10 werd door de communisti
sche fractie een amendement ingediend
op art. 8, waarin werd vastgelegdj^ dat
er een integrale {voïiedigey vergoeding
zal worden gegeven. De Minister wees
dit af. Hij zei:
„Ik heb in mijn rede van donderdag
toegezegd, dat Ik de opmerkingen van
de Kamerleden zou voorleggen aan de
commissie, die het ontwerp van de af
zonderlijke wet moet voorbereiden. Ik
meen, dat dit amendement in strijd is
met deze toezegging, omdat bij aanvaar
ding daarvan nu reeds in de wet wordl
vastgelegd was nog voorwerp van on
derzoek is. Ik geloof, dat wij daarbij op
dat onderzoek vooruitlopen. Dit zal wel
de bedoeling van de geachte afgevaar
digde zijn, maar dit is bepaald niet de
bedoeling van de Regering. Ik geloof
niet, dat het juist is nu reeds een uit
spraak te doen over wat in de toekom
stige wet op dit punt moet staan. Ik wil
dus namens de Regering de aanneming
van dit amendement ontraden."
In verband met dit art. 8, dat in prin
cipe het recht op schadevergoeding er
kent, zei de Minister nog, dat hij aan
de commissie alles zal voorleggen wat
in de Kamer naar voren was gebracht
en dat daarmee de mogelijkheid is ge
schapen, dat de Regering in de afzon
derlijke wet verder gaat dan volgens
de huidige omschrijving van art. 8 mo
gelijk is, indien daarvoor aanleiding
aanwezig blijkt te zijn.
Natuurlijk was de communist Gort
zak niet tevreden. Hij repliceerde: „Voor
ons staat vast, dat hij, die door de na
tionale zaak, die Deltawet heet, schade
lijdt, daarvoor een integrale vergoeding
dient te krijgen. Wij zijn van oordeel,
dat het onjuist zou zijn om de schade,
die het gevolg kan zijn van deze uiter
mate belangrijke werken, op een deel
en dan nog een betrekkelijk klein
deel van de natie geheel of gedeel
telijk af te wentelen. Ik geloof, dat de
Kamer het in haar hart hiermee eens is,
maar zij vindt het nu eenmaal uiter-
niate moeilijk om, als er onzerzijds
amendementen worden voorgesteld,
daarmede in te stemmen."
Bij de stemming werd het amende
ment verworpen. Dit betekent echter
helemaal niet, dat een integrale scha
devergoeding definitief van de baan is.
Daarover is bij dit wetsontwerp niets
beslist. De kwestie zal door de commis
sie voor de schadevergoedingswet over
wogen worden en ingeval deze een vol
ledige vergoeding er niet*in opneemt,
kan er bij de behandeling van die wet
in de Tweede Kamer die nog wel
6nige tijd op zich zal laten wachten
sltijd nog een amendement in die rich
ting worden ingediend en aangenomen.
Geen twijfel
mogelijk...
Prof. G. Wisse, die dinsdagmiddag j.l.
het tijdige met het eeuwige heeft ver
wisseld, heeft in zijn leven vele boe
ken geschreven. In 1952 voltooide hij
zijn „Memoires", waarin onvergetelij
ke bladzijden uit zijn levensboek zijn
opgenomen.*).
Aan het slot van dit boek beschrijft
hij Davids' Zwanenzang, naar aanlei
ding van 2 Sam. 23 5, die hij aan het
slot van de beschrijving van zijn levens
geschiedenis tot de zijne maakt. Het is
nu voor hem waar geworden wat hij
toen schreef: de kroon te werpen voor
de voeten van het Lam en 's Heeren
Naam eeuwig te mogen grootmaken.
Wij meenden goed te doen dit stukje
ter overdenking door te geven.
„Aan het einde zijns levens gekomen
heeft David een „zwanenzang" gezon
gen, waarin tenslotte al Gods kinderen
de vertolking van hun zielestemming
zullen beluisteren als de loopbaan ten
einde spoedt, ons opgetekend in 2 Sa
muel 23 5: „Alhoewel mijn huis al zo
niet is bij God, nochtans heeft Hij mij
een eeuwig verbond gesteld, dat in al
les wél geordineerd en bewaard is; voor
zeker is daarin al mijn heil en alle
lust...."
Hoewel mijn einde op heden nog niet
daar is (1952) is het onverminderd mijn
diepste zielsbegeerte dat de laatste
grond mijner diepste hoop niet anders
zij dan deze woorden Davids. Ik zou
ook waarlijk niet weten waar in anders
te roemen. Oorsprong aller getrouwe
godsleidingen en bemoeienissen ook in
mijn leven ligt hier in dit trouwverbond
van Gods eeuwig genadig welbehagen.
Met David moet in de diepste veroot
moediging belijdenis worden gedaan,
van zonde en bederf bij „mij en mijn
huis"; en waartegenover alleen Gods
trouwverbond bestand was; maar dan
ook volkomen. Ik ben niets en ik heb
niets voor Gods aangezicht in mezelf,
maar het is ook niet nodig. Er is in God
zelf reden en grond genoeg en in de al-
lerdierbaarste Borg dezes Verbonds is
overvloedige waarde genoeg om al onze
onwaarde voor God volkomen te be
dekken en te vervangen. Zo blijft er
dan te roemen over, ja ontzaglijk te
roemen, eeuwig te roemen, maar alleen
en volkomen in Gods trouwverbond. O,
zoete wonderdiepte en wondere zalig
heid: de Heere was en is het niet ver
plicht aan ons; maar wat oneindig meer
zegt, naar dit Zijn Verbond, is Hij het
wel verplicht aan zichzelf. En nu zou
de zaligheid geen zaligheid zijn, als
daarin nu niet al onze roem lag. Zo
is dit ook een waarborg voor de toe
komst, voor sterven, oordeel en eeuwig
heid. Wie voor rekening van God-drie-
ënig ligt, ligt met alles en voor eeuwig
voor Diens rekening.
Wat zal het dan een eeuwig zalige
bezigheid zijn, om eenmaal in de heer
lijkheid Zijn Naam eeuwig te mogen
groot maken.
Een kroon te mogen ontvangen uit
Zijn hand, noem dat eerst een onder
scheiding; maar ten hoogste zal de blijd
schap stijgen, ais we die kroon dan mo
gen neerwerpen aan de voeten van het
Lam; noem dat een zalige bevinding,
welke we hier nog nooit hebben ge
smaakt; althans niet zoals dit daar zal
zijn.
Het naar aardse maatstaf gemeten-
eenvoudigste, geringste kind van God
en de rijkst iDedeelden, om strijd zullen
ze, om hun zaligheid godzalig aan te
voelen en uit te leven, de laagste plaats
verkiezen. En als we daar ook mogen
ontmoeten degenen die door onze ar
beid als middel, tot den Heere zijn toe
gebracht, wel wat anders zal dan van
onze lippen vloeien dan: „Komt, maakt
God met my groot."
„Memoires" van Prof. G. Wisse.
Uitgave W. M. den Hertog te
Utrecht. De oplage van dit hoek
is uitverkocht.
ONIEPEIKtE GAIANtlI
beste bed
ö'ooif
gemaakt i
OP Dl vitiHC
«AZETFABRIEKEN Tt ZEVENBERGEN
Communisten spreken alleen maar voor
de tribune. Hun voorstel had dus geen
goede ontvangst.
Nu de behandeling in de Tweede Ka
mer achter de rug is de Eerste Ka
mer zal de Deltawet zonder twijfel on
gewijzigd eveneens aanvaarden kun
nen we de balans opmaken en' nagaan,
wat er met name voor de visserij ge
daan zal worden en op welke punten
de organisaties nog diligent zullen moe
ten zijn.
Allereerst kan worden vastgesteld,
dat de samenstelling van het bekende
Rapport-Stellendam geen vergeefse
moeite is geweest. Zowel door de Ka
merleden als door de Ministers is er
kennis van genomen en verschillende
wensen, die erin geuit zijn, kwamen ter
sprake. Dat de visserij ernstig zal wor
den gedupeerd werd algemeen aange
nomen. Zéér belangrijk was de verkla
ring van Minister Mansholt, dat hij zal
nagaan, in hoeverre de financiële rege
lingen van de Visserijnota inzake de
sanering aangepast kunnen worden aan
de veranderingen, die optreden tenge
volge van de Deltawerken. Dit punt is
ook in het Rapport-Stellendam naar vo
ren gebracht. Er schijnt hier een goede
kans te zijn, dat gamalenvissers, die on
danks de moeilijkheden toch visser wil
len blijven, via de Herstelbank volgens
•ïen speciale regeling geholpen kunnen
worden aan een bedrijf, dat geëigend
is voor de nieuwe situatie. Vanwege de
visserij organisaties zal erop aangedron
gen moeten worden, dat deze regeling
ten spoedigste in wérking treedt, omdat
het nu reeds nodig blijkt om te scha
kelen op de nieuwe toestand.
In het Rapport-Stellendam is ook
aangedrongen op spoedige taxatie der
bedrijven. Dit zal dus wellicht opgeno
men worden in de aparte schadevergoe
dingswet. Het is niet bekend, hoelang
het nog duurt alvorens deze klaar is,
door de Staten-Generaal is behandeld
en in werking treedt. Men moet daar
omtrent maar niet te optimistisch zijn.
De procedure van de Delta-wet (met 10
artikelen!) heeft 4 jaar geduurd. Als de
ingewikkelde schadevergoedingsregelin
gen in de commissie en op de Departe
menten ook zoveel tijd vergen, zal er
voor Stellendam niet veel meer te ta
xeren zijn. Men zal daarom ook hier
moeten aandringen op spoed.
Eveneens werd in het Stellendamse
rapport gewezen op de billijkheid van
een volledige vergoeding.Hierover is
ook in den brede gesproken. De motie-
Gortzak is wel verworpen, maar alge
meen waren de partijen er in principe
vóór. Hoewel onze verwachtingen niet
zo heel zo heel hoog gespannen zijn, ge
loven we toch wel, dat er in ieder geval
zoal niet een integrale vergoeding, dan
toch een behoorlijke tegemoetkoming
uit de bus zal komen. Het gaat hierbij
nu eenmaal niet alleen om Stellendam,
maar ook b.v. om de oestercultuur,
waarin miljoenen zijn geïnvesteerd.
Van belang is ook, dat Minister Al
gera degedachte van een afkoopsom
ineens niet afwees, maar de mogelijk
heid ervan zeer beslist open liet. Dit
zou van grote betekenis zijn voorde
oudere vissers, die geen opvolger heb
ben en niet meer omgeschoold kunnen
worden. Voorlopig gebeurt er echter
niets. Eerst zullen de Deltawerken hun
nadelige gevolgen voor de visserij moe
ten demonstreren en zal de regeling
klaar moeten zijn. Het is dus voor de
gamalenvissers zaak het in elk geval
zolang vol te houden tot aangetoond kan
worden, dat ze de dupe zijn van de af-
dammirig.
8 mm PROJECTOREN en FILMS
FOTOHANDEL J. ZANDSTKA
SOMMELSDIJK
Frankrijk en de N.A.V.O.
In de Noord-Atlantische Verdrags
Organisatie is een ernstig konflikt ont
staan doordat Amerika in Engeland aan
het herhaaldelijk door Tunesië gedane
verzoek om wapens gehoor hebben ge
geven. Frankrijk neemt deze wapen-
leveranties zo hoog op, dat de Franse
afgevaardigden eind vorige week de
vergadering van de raad der parlemen
tariërs hebben verlaten uit protest te
gen deze daad.
De regeringen van Amerika en En
geland hebben lang geaarzeld om Bour-
guiba van wapens te voorzien. Kenne
lijk hebben ze een dergelijke Franse re-
aktie gevreesd. Maar uiteindelijk zijn
ze tot de wapenleveranties overgegaan,
omdat ze bang waren dat, indien ze
bleven weigeren, de Sowj et-Unie Tune
sië aan wapens zou helpen. In septem
ber reeds had Egypte aan Tunesië wa
pens aangeboden, welk aanbod door
Bourguiba werd aanvaard.
Het voornaamste bezwaar dat de
Fransen tegen de genoemde wapenle
veranties aanvoeren, is, dat er verband
bestaat tussen de Tunesische beweging
en de Algerijnse opstand. De Fransen
zijn bang, dat de wapens aan de Al
gerijnse opstandelingen in handen zul
len worden gespeeld. Dit argument is
echter niet steekhoudend, want de Al
gerijnse opstandelingen hebben geen
behoefte aan wapens; ze zijn veel beter
uitgerust dan de Tunesiërs. Iets anders
is dat de president van Tunesië, Bour
guiba, méér op het oog heeft dan het
nationalisme in zijn land te bevorde
ren. Hij zocht, zij het dan indirekt, zijn
invloedssfeer uit te breiden in geheel
Noord-Afrika. Weliswaar is Tunesië
reeds een vrije, souvereine staat, maar
de Fransen hebben geen belang bij een
uitbreiding van het Tunesische gebied.
De Amerikanen en de Engelsen heb
ben met hun wapenleveranties zich in
de Algerijnse kwestie gemengd, dat zien
de Fransen zéér goed. Ook al, omdat
de wapenleveranties zo gering zijn, dat
ze als symbool kunnen worden be
schouwd. Het gaat echter niet om de
hoeveelheid, maar om het principe.
Engeland streeft met deze symboli
sche wapenleveranties een tweeledig
doel na (en Amerika staat daar volle
dig achter). Vooreerst wil men voorko
men dat Tunesië straks dezelfde weg
opgaat als Egypte en Syrië. Ten tweede
wU de Britse regering op deze wijze de
weg openen voor Frankrijk om de wa
pens voor Tunesië zelf te leveren. Niet
genoemd wordt een derde aspect van
de zaak, maar dat is doorzichtig genoeg;
Amerika en Engeland keuren de Fran
se politiek in Noord-Afrika ten stellig
ste af.
Het is begrijpelijk dat Frankrijk zich
bedrogen voelt door zijn Atlantische
bondgenoten. In de N.A.V.O. trekken
Amerika, Engeland en Frankrijk geza
menlijk op met hetzelfde doel, in Tune
sië zijn ze bezig, elkaar dwars te zit
ten.
Maar Frankrijk treft het verwijt dat
het, koste dat het kost, z'n zin moet
hebben en dat het verwacht, dat Ame
rika en Engeland eerst zijn belangen
Hoewel hij de leeftijd der zeer sterken
reeds ruim overschreden had, is 't voor
tallozen in den lande toch wel een hele
schok geweest, toen dinsdag de mare
ging: Prof. Wisse is niet meer. Nauwe
lijks een week geleden sprak de oude
Hoogleraar nog in de stampvolle Ko-
ninginnekerk te Rotterdam zijn laatste
tijdrede uit, welke tot titel droeg: „De
kunstmaan bezien door een religieuze
kijker."
Prof. Wisse was prediker bij de gra
tie Gods! Reeds als knaap wist hij zich
van God geroepen, doch 't scheen aan
vankelijk, dat hij zijn leven zou moeten
slijten achter de toonbank van zijn va
ders kleine kruidenierswinkel te Mid
delburg. Op een wonderlijke manier be
woog God het hart van een rijke dame
op Walcheren om de jonge Wisse de
middelen te verschaffen te gaan stude
ren. Deze studie werd voltooid aan de
ti.dmper Tneoiogische school en de in
1873 geboren student, zag tal van be
roepen op zich uitgebracht. Dat naar
Gouda werd aangenomen. Dat was een
bijzonder geval, zoals altijd alles bij
Wisse bijzonder is geweest.
De kerkeraad van Gouda had des
tijds juist een tweetal gesteld, toen de
jonge Wisse een zondag kwam preken.
De volgende avond was er gemeente
vergadering. Met algemene stemmen
werd het tweetal teruggenomen en can-
didaat Wisse beroepen.
Hierna leidde de weg naar Amster
dam, Overtoom, Leiden, Driebergen,
Kampen en voor de tweede maal naar
Driebergen.
In deze levensperiode treedt Wisse
op als apologeet en debater. Nihilisme
en Socialisme werden heftig door hem
bestreden, o.m. ook zijn vroegere leer
meester aan de Leidse Universiteit prof.
Bolland. Flitsend en vlijmscherp waren
zijn reacties.
Dit alles leidde bij hem zelf tot een
ernstige geestelijke crisis, welke zul
ke spanningen gaf, dat hijzelf er later
van verklaarde: God moest ingrijpen of
ik zou krankzinnig zijn geworden.
Gelouterd kwam hij uit de strijd.
Daarop volgde in 1921 zijn overgang
naar de Christelijke Gereformeerde
Kerken.
Daar werd hij eerst predikant te Am-
hem en vervolgens te Utrecht.
In 1926 volgde zijn benoeming als
lector aan de Theol. Hogeschool te
Apeldoorn en in 1928 zijn benoeming
tot Hoogleraar.
Deze funktie heeft hij bijna 8 jaar
bekleed.
Vanuit deze tijd dateert ook zijn veel
vuldig optreden als Tijdredenaar. By de
ouderen onder ons zijn vele titels nog
wel bekend; „Eén nacht in 't logement
van de duivel"; „Is de zaak van God
Uen nimmer
ruw of schraal
nllItH A---- Tub. 93 et.
Het is de Hamamelis die het 'm doet
zullen behartigen en pas daarna hun
eigen belang.
Zoiets kan men van een bondgenoot
niet eisen. Het merkwaardige geval doet
zich voor, dat thans Amerika en Enge
land tegenover Frankrijk staan, terwijl
ingeveer een jaar geleden Engeland en
Frankrijk samen tegenover Amerika
stonden. Een bewijs voor het feit, dat,
■>ii elke groep om eenheid, landsbelang
nog steeds gaat boven Europese belang.
Minister Pineau is op het ogenblik
in Amerika, waar hij met Eisenhower
en Dulles besprekingen voert over de
wapenleveranties aan Tunesië en over
iet herstel van de breuk, die daardoor
in de N.A.V.O. is ontstaan. Maar het
hoofddoel van zijn reis is, de leiding op
zich te nemen van de Franse delegatie
bij de Verenigde Naties, bij de behan
deling van de Algerijnse kwestie.
Toch is het, meer dan ooit, zaak dat
het Westen de eenheid spoedig herstelt.
De N.A.V.O. is een bondgenootschap,
dat ontstaan is uit d^ dreiging van het
communisme en dat zich zeker thans,
nu er twee Russische kunstmanen om
de aarde cirkelen, de weelde van on
derlinge verdeeldheid niet kan en mag
veroorloven. Frankrijk weet zelf ook
wel, dat het zal moeten inbinden, wil
het zichzelf in het Westen niet in ge
vaar brengen.
Amerika en Nw. Guinea
De Verenigde Staten hebben bekend
gemaakt, dat ze hun standpunt van neu
traliteit in de kwestie van Nederlands
Nieuw-Guinea niet willen wijzigen.
Verklaarbaar is deze houding alleen
uit het feit, dat de Amerikanen zelf
een paar eeuwen geleden zich hebben
vrijgevochten van het kolonialisme.
Goed te keuren is deze houding echter
■n geen geval, niet alleen van Neder-
'ands standpunt bezien maar ook Ame
rika zelf beseft blijkbaar niet ten vol
le, dat een dergelijke slappe politiek
fatale gevolgen moet hebben. Niet al-
'een vervreemdt het op die wijze Ne
derland van zich, maar ook Indonesië
voelt zich niet gebaat bij zulk een half
slachtigheid, terwijl Australië, dat ge
heel aan onze kant staat en dat toch
ook van grote betekenis is voor Ame
rika, evenmin belang heeft bij deze
neutraliteit.
De Aziatisch-Afrikaanse groep in de
Verenigde Naties zullen een resolutie
indienen betreffende Nieuw-Guinea,
waarin het verzoek wordt gedaan dat
Nederland en Indonesië hun besprekin
gen over het omstreden gebied zullen
hervatten.
bankroet"; „De dienstmaagd uitgewor
pen" enz.
De jongeren onder ons hebben hem
nog wel gehoord of gelezen in zijn: „De
atoombom en de komende wereldbrSlnd"
„De Via Dolorosa" en „De kunstmaan
bezien door een religieuze kijker." Bij
zulke tijdredes was Wisse in z'n ele
ment. Ademloos konden de duizenden
naar hem luisteren; hy presteerde het
als 70, 75 en ruim 80-jarige om zijn
gehoor twee uur lang in de ban te hou
den.
Na zijn professoraat, diende hij nog
als predikant de gemeenten Amster
dam-Oost en Middelburg, zijn geboorte
plaats. Op 1 mei '46 ging hij met eme
ritaat. Maar niet om te rusten.
Het getal meer dan 10.000 spreek
beurten werd vol gemaakt.
Talrijke kleinere en grotere geschrif
ten zagen van hem het licht, in totaal
meer dan honderd werken van apolo
getische aard.
De Spaanse Zendingsactie vond in
hem de promotor. Zijn belangstelling op
politiek gebied ging uit naar de S.G.P.,
op wier laatste jaarvergadering hij nog
aanwezig was.
Prof. Wisse boeide oud en jong, rijk
en arm. Zijn preken waren altijd nieuw
en altijd fris. Ze bevatten gedachten, die
zowel voor de theoloog als voor de
werkvrouw van waarde waren. Hij had
ook fouten. Natuurlijk, want hij was een
zondig mens.
Zoals een meisje van zichzelf kan
weten dat ze „knap" is, zo wist Wisse
dat ook wel eens.
Maar Wisse kon ook klein zijn. Klein
voor God! Dat was hij b.v. na zijn eer
ste hartaanval nu plm. 10 jaar geleden.
Schrijver dezes had het genoegen hem
de eerste keer na zijn ziekte te beluis
teren. Wij horen het hem nog zeggen:
.Toen Wi<5se voor de poorten des doods
lag, lag daar niet Professor Wisse, en
Ook niet dominee Wisse en zelfs niet de
oude Wisse, maar lag daar de oude zon
daar Wisse, maarGode zij dank
voor zijn onuitsprekelijke gave ge
wassen in 't dierbaar bloed des Lams.
Hij heeft gewerkt zolang het dag was.
Vorige zondag 17 november heeft hij
nog gepreekt en voorbereiding voor het
H. Avondmaal te Driebergen gehouden
uit Jesaja 6 6. Het lag in de bedoeling
dat hij a.s. zondag in dezelfde plaats
het H. Avondmaal zou bedienen. Hij
is dus wel in het harnas gestorven en
mag nu zijn Koning eeuwig groot ma
ken, zonder vlek en zonder rimpel.
Gods Kerk in Nederland, of deze nu
■^*-
Hervórmd, Gereformeerd, Chr. Gerefor
meerd of Geref. Gemeente heet, heeft
een gevoelig verlies geleden.
Een profeet is heengegaan.
Gode zij dank voor alles wat Hij ons
in hem gaf,
Gode zij dank, dat de grote Profeet
der Kerk blijft, die tevens als de Grote
Priester Zijn Kerk blijft verlossen en
als de eeuwige Koning haar bij de ver
kregen verlossing bewaart.
Die ook nu nog, ja tot de jongste
morgen, zijn H. Geest uitzendt, opdat
door de rijen der geslachten heen ge
predikt, geprofeteerd zal worden.
Dat is de troost voor de Kerk, als
haar groten heengaan De Grootste
blijft!
Uiteindelijk moet de vriend des brui
degoms wijken voor de Bruidegom zelf.
En dat is steeds de diepste en groot
ste vreugde van Prof. Wisse geweest.
Naschrift. Prof.'Wisse was officier in
de orde van Oranje Nassau en lid van
het Zeeuws Genootschap der Weten
schappen. Ook was hij drager van het
mobilisatiekruis.
De begrafenis-zal zaterdagmiddag a.s.
te Doorn plaats hebben en geleid wor
den door prof. J. J. v. d. Schuyt, em.
hoogleraar te Utrecht.
Van zaterdag 23 november v.m. 12 uur
t.m. maandag 25 november v.m. 9 uur
Middelharnis-Sommelsdijk:
Afwezig de artsen Dogterom, Bakker
en Arends. Voor spoedgevallen Wierin-
ga, arts, tel. 2090, Middelharnis.
Dirksland-Herkingen-Melissant:
Afwezig de artsen Boot en Elvé. Voor
spoedgevallen. Huisman, arts, tel. 01877-
412, Melissant.
Oost-FlaJckee;
Afwezig de artsen Kramers, Buth en
de Man. Voor spoedgevallen Voogd, arts
tel. 01874—259, Oude Tonge en Bon
man arts, tel. 01871—269, Stad aan 't
Haringvliet.
ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN
Afwezig Wagner. Dienst heeft Ter-
louw, tel. 2357, Middelharnis.
Dinsdag 11 maart 1958 schriftelijk
gedeelte.
Het Bestuur van het Verbond voor
Veilig Verkeer heeft zich verenigd met
het voorstel van dë „Commissie Eenheid
in de Verkeersexamens'', om het schrif
telijk gedeelte van het schoolverkeers-
examen 1958 voor het gehele land te
doen plaats vinden op dinsdag 11 maart
1958.
De afdelingen en consuls van het Ver
bond, alsmede de verkeersonderwijcom-
missies zullen zich, zoals gebruikelijk,
tijdig met de scholen in verbinding stel
len.
Scholen in plaatsen, waar deze instan
ties ontbreken, kunnen schriftelijke op
gaven enz. bij het Verbond aanvragen
door bemiddeling van gemeentebestuur
of politie.
In 1957 hebben ruim 190.000 scholieren
aan het theoretisch en praktisch ver-
keerSexamen deelgenomen, met volledige
medewerking van de plaatselijke auto
riteiten.
Wijnl<ooperij sedert 1 768
Telefo-n 2012 Voorstraat 36
MIDDELHARNIS
In de jaren, die achter ons liggen nam
men het niet zo nauw met het uitgeven
van geld. Het scheen wel vaak, dat het
gezegde: „Geld speelt geen rol", opgeld
deed. Tot zelfs in de vergaderingen van
de Kamers werd wel gezegd, dat er met
geld gesmeten werd. Iets van die menta
liteit schijnt in 1956 gevaren te zijn in
sommige heren van het Verbond voor
Veilig Verkeer. Blijkens het jaarverslag
moest voor 30.000.aan reclamema
teriaal, dat het bedrijfsleven was opge
drongen, teruggenomen worden. Een
strop van betekenis. Wat erger is, is het
volgende: „Er waren twee propagandis
ten, die in één jaar tijd voor 61.000
aan onkosten declareerden. Niet min
der dan 16.000 aan autokosten. Die
verreden dus in een jaar maar eventjes
de kostprijs van een paar auto's. Niet
erg zuinig! Maar de verblijfkosten, die
ze declareerden, dat liep al helemaal de
spuigaten uit.
In een jaar tljds 30.000 aan verblijf
kosten. Toch even de vraag, waaraan
konden ze dat opmaken. Hoe konden ze
dat opmaken? Een zaak voor het Ver
bond voor Veilig Verkeer? Ja, maar
niet geheel de belastingpenningen zijn
er ook bij betrokken. Want in dat be
treffende jaar, 1956, verkregen ze een
extra subsidie uit de schatkist van
30.000. De belastingbetaler heeft er
dus ook wel wat mee te maken. Het
Verbond voor Veilig Verkeer doet goed
en nuttig werk, daar zouden we niet
graag kritiek op uitoefenen, maar men
mag ook daar wel rekening houden met
de zuinigheid, vooral wanneer men toe-
schikt over gelden van de overheid.