Ringdijk in 'iHaringvliei
gesloien
Fa. KAPTEIN
Buitenland
De Deltawet in de
Tweede Kamer
INDUS imMi
30e Jaargang
Vrijdag 15 november 1957
No. 2647-
De Stellendamse visserij
IIIIIIIIIIIIIIIIIII
MEDITATIE
Voor onze
ouden van dagen
TEL. 01870-12004-2205
V
V
Opening nieuw Kinderziekenhuis
ie Dirksland op 27 november
niEuws
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Bedactie en Advertputiea uitsluitend Telefoo» K 18702629
Nb 8 uur 'i avonds Telefoon K 18702017 - Giro 167980
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Ht) coBtract ipeclaal tarlal
Vertchi^nt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
Gedurende vier dagen heeft de Twee^
de Kamer gediscussieerd over het wets
ontwerp tot afsluiting van de zeearmen
tussen de Weserschelde en de Rotter
damse Waterweg, zoals de Deltawet of
ficieel eigenlijk heet. Een groot aantal
sprekers heeft daarbij het woord ge
voerd en uiteroord zijn beschouwingen
gegeven over allerlei problemen, die er
mee verband houden: staatsrechtelijke,
waterstaatkundige, economische-sooiale
en culturele, terwijl ook werd gespro
ken over wegen, bruggen en tunnels in
het Deltagebied en vooral de visserij
niet vergeten werd. De dagbladen heb
ben tamelijk uitvoerig verslagen ge
bracht van de besprekingen, maar ze
konden onmogelijk daarin alles tot zijn
recht laten komen. Er is veel meer be
sproken dan de bladen konden opne
men. Zo hebben b.v. de Stellendammers
erover geklaagd, dat er over de visserij
ter plaatse niets was gezegd, maar dit
is beslist onjuist.
Wij hebben de stenografisch opgeno
men Handelingen der Staten Generaal
nu tot onze beschikking en daaruit
blijkt, dat Stellendam noch door de Ka
merleden, noch door de Ministers verge
ten is. Daar het ons vanwege de plaats
ruimte ten enenmale onmogelijk is al
lerlei andere citaten uit de HandeUngen
te geven, moeten we ons zeer beperken.
Er is heel veel gesproken over de
Zeeuwse problemen: oesters en mosselen
Yerseke en Bruinisse en Veere hebben
niet te klagen gehad. Dat werd vooral
veroorzaakt door het feit, dat een aan
tal sprekers zelf uit Zeeland afkomstig
is. Plakkee heeft dat voorrecht nu een
maal niet. Maar toch hebben enkelen
zich de moeilijkheden van de Stellen
damse visserij aangetrokken en wat zij
gezegd hebben, zullen we dus hieronder
onverkort weergeven.
De eerste spreker, die deze kwestie
ter sprake bracht was de heer Wester-
hout. Nadat deze een pleidooi gehouden
had voor de Zeeuwse oester- en mossel-
cultuur sprak hij als volgt:
„Een veel minder spectaculaire vorm
van visserij in dit gebied is de garna
lenvisserij, die in de eerste plaats haar
zwaartepunt vindt in Stellendam, an
derzijds in Veere. De vraagstukken van
deze bedrijfstak zijn bij het Deltaplan
van enigsiSins andere aard dan die, wel
ke ik zoëv.en heb genoemd met betrek
king tot de schelpdierencultuur. Dooi
een afsluiting van de zeegaten zullen
weliswaar de visgronden van de garna-
lenvissers niet rechtstreeks worden aan
getast, maar door een afsluiting van
de havens zullen er direct al ernstige
moeilijkheden kunnen ontstaan, moeilijk
heden, die zich al op zeer korte termijn
zullen manifesteren, omdat deze garna-
lenvissers en deze havens juist zijn ge
concentreerd in gebiederi, waar op dit
ogenblik al wordt gewerkt aan de at-
sluitingswerkzaamheden. Ik denk met
name aan Goeree en aan de garnalen-
vissers in Veere. In de eerste plaats zul
len dus de garnalenvissers van Stellen
dam moeilijkheden gaan ondervinden.
Hierover is door de plaatselijke vissers
vereniging een rapport opgesteld, waar
in wordt aangegeven, welke voorzienin
gen zullen moeten worden getroffen om
althans een voorlopige voortzetting van
de garnalenvisserij in deze streek te
waarborgen. Ik zou gaarne van de Re
gering vernemen ,of ten aanzien van
de belangen van deze garnalenvissers al
nadere maatregelen zijn genomen.
Juist voor deze tak van visserij zijn
in het kader van het Deltaplan maat
regelen op langere termijn nodig, naast
tijdelijke voorzieningen, zoals het ver
plaatsen van vssers naar een andere
haven. In het rapport van de Stellen
damse commissie is erop gewezen, dat
door een afsluiting van de zeegaten de
garnalentoestand langs de Zuidholland
se en Zeeuwse kust nadelig zal kunnen
worden beïnvloed. Hoewel hierover op
het ogenblik natuurlijk nog niets met
zekerheid kan worden gezegd, geloof ik
toch, dat Wfl bij het treffen van maat-
tegelen met deze mogelijkheid ernstig
rekening zullen moeten houden. Dit zou
dUs betekenen, dat zowel de Zeeuwse als
de Goereese garnalenvisserij op langere
termijn gewenst, waarbij materikalver-
betering, scholing, en de sociaal zo on
gewenste toestand van het garnalenpel-
fen worden genoemd. Ik zou daarom de
Minister van Landbouw, Vissserij en
Voedselvoorziening gaarne de vraag
willen stellen, of hij op dit ogenblik al
een overzicht kan geven van de maat
regelen, die naar zijn oordeel nodig zijn
om ook op langere termijn de garnalen
visserij te saneren en in te passen in
Ejjn totale visserijbeleid".
Ook de heer Van der Zaal voerde het
pleit voor Stellendam. Hij zei: „Stellen
dam is de plaats, waar de meeste gar-
ON»£»ïtKtt G*«*"t«
OP Dl VltlHC
beste bed
op'*'
gemaakt
HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN
„Daiarom ook, terwijl de ouder
dom en grijsheid daar is, verlaat
mfl niet o God', totdat ik dezen
geslachte verkondige Uwen arm,
allen nakomelingen uw macht!"
Ps. 71 18
De dichter van deze Psalm kende God
van zijn jeugd aan daarom vrist hij:
„al ga ik ook in een dal der schaduwen
des doods, ik zal geen kwaad vrezen,
want Gij zijt met mij; uw stok en uw
staf die vertroosten mij".
„Gij zijt met mij".
Van dit zijn geloofsvertrouwen spreekt
de dichter in dit lied meer dan eens: gij
zijt mijrj steenrots en mijn burg (vers
3); Gij zijt mijn verwachting, mijn ver
trouwen (vers 5); Gij z^jt mijn sterke
toevlucht (vers 7)
Dit is duidelijke geloofstaal. Het waar
achtige geloof heeft immers zijn ver
trouwen niet in wat de mens is voor
God, maar in wat God uit genade is
voor een arm en ellendig mens. Het op
rechte geloof gedraagt zich als de klim-
opplant langs onze huizen. Het ont
leent zijn kracht zijn staan-blijven aan
het voorwerp waarop het rust. Zodra
dan ook het voorwerp des geloofs uit
het gezicht verdwijnt door zonde, die
scheiding maakt tussen de Heere en de
mens; door verachtering in de genade
gaat de gelovige wankelen. We zien
dat zo heel duidelijk bij Petrus als 'hij
wandelt op het meer van Galilea.
Iets dergelijks merken wij ook op bij
onze grijze dichter. Hij bidt immers:
„verlaat mij niet o God.
Verwondert zich daar iemand over dit
belijden en bidden in één en hetzelfde
lied? Hij moet dan wel vreemd zijn aan
de gangen en wegen van het oprechte
geloof. Ik ken een mens bij wie dit be
lijden en bidden in één adem geschiedde:
„Heere ik geloof, kom mijn ongelovig
heid te hulp". Wie van degenen die de
Heere vrezen is daar vreemd aan; aan
dat geslingerd worden tussen kalme
rust als het oog op de overste Leids
man is, en wankelmoedigheid, als we
rondtobben in de mist.
Zo ook onze dchter. Hij is omringd
door vijanden (vers 10). Ze loeren op
zijn leven. Ze zeggen: God heeft hem
verlaten. Des dichters betrouwen wordt
heftig geschud. En nu bidt hij: „o God,
verlaat mij niet". Betoon, o God, dat Gij
in mijn ouderdom dezelfde zijt als van
ouds. Laat mijn vijanden geen gelijk
krijgen. „Verwerp mij niet in de tijd
des ouderdoms, Verlaat mij niet, terwfll
mijn kracht vergaat".
Verlaat mjj niet, O God!
Het leven van een oude van dagen is
in menig opzicht een eenzaam leven er
is immers zoveel wat wegvalt rondom
hen heen: man óf vrouw, vrienden en
geburen, kinderen soms, het werk, oude
gebruiken of omstandigheden. Ook al
zijn ze nog zo goed verzorgd, menige
bejaarde voelt zich op eenzame hoogte
staan. Is 't nu ook uw gebed: Verlaat
mij niet, o God? Is dit uw hoogste be
geren dat de avond van uw leven licht
zal zijn door het schijnsel van Gods
vriendelijk aangezicht
Kunt gij U, met de psalmist, niets
ergers voorstellen dan dat God U zou
verlaten? Zegt ge in uw hart: och
Heere, bij al wat wegvalt om mg heen,
blijft Gij mij nabij?
Och, ik vrees dat menige bejaarde
aan dit gebed niet toekomt, omdat de
Heere niet gekend wordt als het aller
hoogst en eeuwig goed. Dan is er ook
geen vrees om Hem te moeten missen.
Want: onbekend maakt onbemind.
Het beklemt mij vaak, als ik met on
ze ouden spreek, dat ze zo rustig voort
leven zonder God, de dood tegemoet.
Het ogenblik waarop ze voor de heilige
en rechtvaardige Rechter moeten ver
schijnen is vlakbij en dan... géén Borg
om voor hen tussen te treden! Er is
treurnis over veel tijdelijke dingen die
hen ontvallen zijn maar geen droefheid
over het Godsgenjis! Geen bede: verlaat
mij niet, o God!
Beste lezer (es), als het niet met u zo
gesteld is, als ge de grote reis gaat ma
ken zonder d£(!t U weet dat de overtocht
voor U betaald is door Jezus Christus,
buig dan toch uw knieën eens voor de
Heere en smeek Hem met alle aan
drang des harten om bekerende genade.
Mensenziel, doorzie toch uw lot! Hoe
zult ge rechtvaardig verschijnen voor
God?
Verlaat mij niet, o God!
Ach, de Heere heeft zoveel redenen
om mensen, jonge en oude mensen, te
verlaten. Wat bent U die 20, 40, 60, 80
jaar van uw leven voor Hem, uw Schep
per geweest? Zijn zegeningen over U
zijn ontelbaar. En wat stond daar van
uw kant tegenover? Schuld met schuld
vermeerderd! Ziet U dat? Erkent U
dat? Is daar uw hart verdroten en uw
geest verslagen over, gedurig weer?
Dat U een leven lang, gezondigd hebt
tegen een goeddoend God! Als daar,
door de ontdekkende genade van de
Heilige Geest, iets van gezien wordt
dan zingen we: „zo gij in 't recht wilt
treden, O Heere, en gadeslaan onze on
gerechtigheden, ach! wie zal dan be
staan
Maar ja, nu ook verder ,als is het
met aarzelende stem maar neen,
daar is vergeving altijd bij U geweest!
Ziet U die kruispaal op Golgotha?
Ziet U dat Lam, dat bloedt?
Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij
mg verlaten Daar hebt U de grond, de
verdienende oorzaak van Gods vergeving
Hij werd door Zijn Vader verlaten op
dat allen die in Hem geloven tot God
genomen en nimmerweer van Hem ver
laten zouden worden.
Nimmer meer! Ook niet in de oude
dag: ook niet als de stonde slaat en uw
lichaam sterven gaat.
Gij, die de Heere vreest, wat kunt en
moogt U rustig leven in uw oude dag.
Voor uw gevoel moge de Heere U van
tijd tot tijd verlaten, in de beleving mo
gen er tijden zijn van duisternis en ge
mis zodat U roept naar omhoog: o God,
verlaat mij niet werkelijk verlaten
zal de eeuwige God U nimmer meer om
Christus' wil „Ik heb U in de beide hand
palmen gegraveerd, uw muren zijn
steeds voor mij" zo betuigt de Getrou
we aan zqn Sion".
Verlaat mij niet o God!
Neen, dat zal de Heere zeker niet
doen.
Alleen die U verwachten zullen niet
beschaamd worden. Maar degenen die
de Heere niet kenden in dit leven. Hem
nooit leerden missen om Hem in Chris
tus te vinden, die zullen beschaamd en
verlaten worden in eeuwigheid. ,',Mijn
ziel sterve de dood des oprechten en
mijn uiterste zij gelijk het zijne", zei
Bileam. Ja, maar wüt U met de oprech
te leven en in de wegen van Gods kin
deren gaan?
(Deze meditatie is geschreven door de
Ned. Herv. predt. ds. T. Poot te Haat
ten, die zoals bekend het beroep naar
Middelharnis heeft aangenomen en daar
in januari a.s. zijn intrede hoopt te doen.
Overgenomen uit Kerkblad classis Bom
mel).
nalen werden aangevoerd. "Tengevolge
van de uitvoering van het Deltaplan zal
het zijn haven verliezen en daarmee zal
zijn visserij bijna geheel ten onder gaan.
Dit schijnt wel te somber voorgesteld.
Immers, er komt benevens de dam ook
een groot complex van een uitwate-
ringssluis en een schutsluis voor de
schepen. Tegen de dam aan komt ook
nog een buiten- en een binnenhaven.
Echter wordt het Haringvliet af gedamd.
Daarin zal voortaan geen zout water
meer zijn, doch zoet. De garnalen zul
len dus uit het Haringvliet verdwijnen.
Dan zou men buitengaats moeten trek
ken. Dit zullen de meeste garnalenvis
sers echter niet kunnen, omdat de mo
toren van hun schepen te licht zijn. Dit
zou te verhelpen zijn door ze van zwaar
dere motoren te voorzien.Dooh nu komt
de biologische vraag naar voren: zal er
dan nog wel een garnalenvangst van be
tekenis overblijven? Er komt een meer
rechte kustlijn. Bekend is. dat de gar
naal die niet begeert. Reeds daarom
blijft er weinig hoop op een goede
vangst over. Doch nog erger schijnt
het te zijn, dat na afsluiting van de
Ooster-Schelde er waarschijnlijk niet
veel garnalen meer zullen zijn. Want
deze* zeearm schijnt het paaigebied van
de garnaal te zijn. Het gaat er dus
wel donker voor Stellendam uitzien.
De bevolking is bij de visserij en de ver
wante bedrijven opgegroeid. Voor indus
trialisatie is er geen levensvatbaarheid.
Middelharns en Sommelsdijk op Goeree
en Overflakkee zijn een aantrekkelijker
centrum daarvoor. De Kamer van Koop
handel van Dordrecht en omstreken
heeft over het bestaan van Stellendam
aan de Kamer een adres gezonden waar
in zij haaj>ongerustheid uitspreekt over
de bestaansmogelijkheden van deze ge-
meent. Volgens haar zullen 22 vissers
schepen moeten worden opgelegd als
eerste gevolg van de afdamming. Hoe
denkt de Regering deze gemeente te
hulp te komen?"
Er is uiteraard door meer sprekers
over de visserij gesproken, maar Zee
land stond in het brandpunt der belang
stelling. De garnalenvisserij is nu een
maal de minst spectaculaire onder de
verschillende takken van dit bedrijf. Het
ligt er ook niet aan, dat vanuit Stel
lendam net genoeg de aandacht geves
tigd is op de plaatselijke problemen.
Maar ze zgn dan toch in elk geval ter
sprake gebracht.
Een zeer belangrijk punt betrof ook
de schadevergoedingsregeling. In art. 8
van het Deltawetsontwerp staat, dat de
slachtoffers een tegemoetkoming zullen
ontvangen,, die bij aparte wet zal wor
den geregeld. Over dit artikel is heel
veel gesproken. Wij citeren weer alleen,
wat voor Stellendam van belang is.
Dhr. Zegering Hadders: „Velen in de
getroffen gebieden houden zich bezig
met de vraag: hoe zal de schade die een
particulier lijdt, worden geregeld en
vergoed? Geen wonder, want er zullen
door velen offers moeten worden ge
bracht. De Regering staat blijkbaar op
het standpunt, gezien het feit, dat art.
8 ziet als een principiële uitspraak, dat
iedereen, die schade lijdt door de Delta
werken, recht heeft op schadevergoe
ding. Kan de Minister reeds mededelen,
of een wetsontwerp, dat de schadever-
HOOGSTRAAT 164 TEL. 11543,2.
LCT OP D£ IMGAMGi „OE OCUa
M£r 0£ 2 GüLUKSPfMèHf
BEIJERLANDSELAAN176TEI. 70360
ROrrERDAM
goeding regelt, spoedig kan worden
verwacht
Dhr. van der Peyl: „Voor de garna
len- en ansjovisvissers, alsmede voor de
eigenaren van oesters- en mosselcultures
dient toch wel integrale (volledige) ver
goeding voor geleden schade te worden
gegeven hoewel de Regering dit begrip
momenteel liever niet hanteert. De in
vloed van de uitvoering der plannen
dóet zich nu J^'eeds gevoelen, aangezien
er verlies van goodwill der bedrijven is
te bespeuren. Het zou gewenst zijn,
reeds thans de juiste waarde der bedrij
ven vast te stellen nu zij nog in hun vol
le fleur zijn.
Dhr. Westerhout: „Hoewel begrijpelijk
in verband met de daaraan verbonden
bezwaren betreur ik het wel, dat een
schadevergoedingsregeling niet al op dit
ogenblik gelijktijdig met (Je Deltawet
kan worden behandeld. Het ontbreken
van een regeling zal er al te gemakke
lijk toe leiden, dat de toestand van on
zekerheid, waarin de betrokkenen ko
men te verkeren, hun economische ac
tiviteit gaat verlammen en op die ma
nier een gehele bedrijfstak nadelig zal
ibeïnvloeden. Men weet niet welke maat
regelen, ook compenserende, in de toe
komst zullen worden getroffen en men
aarzelt dus om de bedrijven op een zo
efficiënt mogelijke wijze te voeren. Wij
moeten naar mijn smaak beslist voor
komen een treurspel, zoals wij dat heb
ben gekend met de Zuiderzeesteunrege-
Ung".
Dhr. van der IZaal: „Nu is dit het
droevige,dat de Regering zeker over
tuigd is, dat bij de uitvoering van deze
werken velen zwaar zullen worden ge
dupeerd. Er is op het ogenblik geen en
kel bewijs, dat de waardevolle oester-
cultuur kan worden verplaatst, geen
enkel bewijs, dat er een geschikte ver-
wateringsplaats voor de mosselen kan
worden gevonden; wij moeten maar ho
pen, dat er nog garnalen in voldoende
hoeveelheden blijven, zeker is het niet.
Stellendam en Veere en andere gemeen
ten, die getroffen worden, weten niet,
waar ze aan toe zijn. Noodzakelijk had
tegelijk met dit wetsontwerp een scha
devergoedingswetsontwerp moeten zijn
ingediend. Dit behoefde niet eens volle
dig te zijn uitgewerkt. Indien in een
enkel artikel was aangegeyen, dat er
een integrale schadevergoeding zou
plaats vinden en dat deze zou geschie
den op de doelmatigste wijze, dan zou
den wij weten, waaraan wij in hoofdzaak
toe waren. Er wordt in art. 8 niet ge
zegd, dat de schade vergoed zal wor
den maar: er zal een tegemoetkoming
zijn. Deze kan bestaan zowel in een ver
goeding van 100% als van 10%. Alleen
is de eerste een juiste en de tweede een
onbetamelijke vergoeding. Maar beide
zijn tegemoetkomingen. De toelichting
op art. 8 bevalt mij heel slecht. Men
ziet hier vader Staat optreden. Hij zal
wel eens even uitmaken met behulp
van zijn ambtenaren, wat de gedupeerde
nadat zij van hun broodwinning zijn be
roofd, nu verder in hun leven moeten
worden en doen. Dit zal een bron van
narigheid zijn. Bovendien heeft vader
Staat in het verleden wél bewezen, hoe
hij zich in de grond van de zaak maai
weinig aan zijn door hemzelf gecreëerde
kinderen gelegen laat liggen. Hoe en
waar wil de Minister de garnalenvissers
helpen? Toch niet op een of andere
werkverschaffing? Het gevaar is groot,
dat weer dezelfde fout gemaakt zal
worden als bij de afsluiting van de Zui
derzee. Had men toen de gedupeerden
een integrale schadevergoeding gegeven
in geld, dan hadden zij voor het grootste
deel zelf een weg q. de maatschappij ge
vonden. M.i. moet' er op zulk een wijze
schadevergoeding gegeven worden, dat
men in éénmaal behoorlijk van deze
mensen af is. Oók geloof ik, dat het no
dig zal zijn, zo spoedig mogelijk van de
bedrijven, die in de toekomst getroffen
zullen worden, de eigenlijke waarde te
bepalen. Naarmate het tijdstip der af
sluiting dichterbij komt, zullen de be
drijven in waarde verminderen. Indien
de waarde dan zou bepaald worden, 2!ou
men onrechtvaardig handelen".
Het antwoord op deze beschouvringen
in eerste termijn werd gegeven door de
Minister Algera (Waterstaat) en Mans-
holt (Visserij). We beginnen met de
laatste.
Minister Mansholt: „Door verschillen
de afgevaardigden is gevraagd, wat nu
eigenlijk in de schadevergoedingswet zal
worden geregeld. Er is b.v. aangedron
gen op een integrale schadevergoeding.
Ik meen, dat dit prematuur (voorbarig)
is. Ik zal hierop op dit ogenblik geen
antwoord geven, omdat ik meen, dat
deze vraagstukken bij de behandeling
van deze afzonderlijke wet uitvoerig
aan de orde kunnen komen. Daar komt
bovendien bij, dat het op het ogenbUk
nog moeilijk is te overzien, wat precies
de gevolgen voor de visserij zullen zijn.
(Vervolg pag. 2)
Indonesië
Hoewel het ons altijd enigszins tegen
de borst stuit om Indonesië tot hetbui
tenland" te moeten rekenen, daar ons
eigen land dikwijls nauw betrokken is
bij de gebeurtenissen die zich daar af
spelen, toch kunnen we niet ontkennen
dat de republiek Indonesië een belang
rijke rol speelt in het grote wereldge
beuren.
De gespannen verhouding tussen In
donesië en het voormalige moederland
blijkt dezer dagen weer duidelijk, nu
de Indonesische regering propaganda-
akties voert voor de Inlijving van Nieuw
Guinea.
Sinds de souvereiniteisoverdracht is
de Indonesische regering bezig om te
De ringdijk om de boutvput in het
Haringvliet, waarin het slnizencomplex
zal worden gemaakt, is dinsdagmiddag
gesloten. De sirenes van de aanwezige
drijvende bokken en van de schepen
maakten een oorverdovend lawaai toen
de laatste klei- en zandhopen in het
open gat werden geworpen en geduwd.
De ringdijk wordt, zoals eerder ge
meld, gebouwd door de N.V. Haring
vliet, een combinatie van vier aanne
mingsmaatschappijen. Door het slechte
weer was men deze zomer op het werk
schema achter, maar de laatste tijd
heeft men weer veel ingehaald. Dinsdag
was het zover, dat nog slechts een gat
van 25 a 30 meter open was. Het water
stroomde er met een snelheid van 2 m.
per seconde door. Vóór de kentering
van het tij is men al met de nodige
werkzaamheden begonnen, om dit gat af
te sluiten. Het was zeer gunstig weer,
waardoor de afsluiting om circa half
twaalf uuF-een feit werd. Grote grijpers
wierpen de laatste vette happen klei en
bulldozers duwden van weerszijden van
de dijk hopen zand in het gat, 2oda,t een
en ander vrij vlug in z'n werk ging.
Direct daarop is men met verdere op
hoging en versterking begonnen, opdat
trachten de aandacht van de hele wereld
te vestigen op het gedeelte van Nieuw-
Guinea, dat nog onder Nederlands be
wind staat. Veel succes heeft Indonesië
daarbij nog niet geboekt. De communis
tisch geregeerde landen mogen aan z'n
kant staen, maer de vrije wereld houdt
zich neutrael of stelt Nederland in het
gelijk.
Indonesië schijnt geen middel onbe
proefd te willen laten nu z'n doel te be
reiken. Veertien dagen geleden begon
het eerste deel van een propaganda-
canlpagne, die bestond in het houden
van grote protestvergaderingen en op
tochten, waarbij leuzen werden meege
voerd of op gevels geschilderd en waar
bij ook enkele ongeregeldheden voorvie
len.
Nederlandse hooglelaren en zakenlie
den die in Indonesië werkzaam zijn,
hebben aan de regering in Djakarta hun
bezorgdheid uitgesproken over déze
gang van zaken. Van Indonesische zijde
is daarop weinig kommentaar geleverd.
Brallende redevoeringen van Soekarno
en de zijnen moesten aantonen, dat het
Indonesië bittere ernst is. „Indonesië
zal in de kwestie Neuw-Guinea wegen
inslaan, die tevoren niet bewandeld
zijn" en „Indonesië's optreden tegen de
Nederlandse kolonisten zal de wereld
verbaasd doen staan" en .desnoods zal
van geweld gebruik gemaakt worden",
enz. enz.
Inmiddels is het tweede deel van de
campagne begoimen, en fot-nog-toe
heeft deze een rustiger verloop gehad.
Er is door fanatiekelingen aangedron
gen op verbreking van de handelsbe
trekkingen met Nederland, op boycot
van de Nederlandse bedrijven en maat
regelen tegen Nederlanders in Indonesië
maar het schijnt bij bedreigingen te zul
len blijven.
Van groot belang is het feit dat Ne
derland en Australië vorige week een
gemeenschappelijke verklaring over
Nieuw-Guinea hebben gepubliceerd.
Australië, dat ook groot belang heeft
bij de toekomst van Nieuw-Guinea,
heeft altijd aan onze kant gestaan en
heeft dat standpunt in deze gemeen
schappelijke verklaring voor het eerst
officieel toegelicht.
Onmiddellijk daarna heeft de Indone
sische minister van buitenlandse zaken,
Subandrio, voorgesteld een conferentie
te houden tussen Australië en Indonesië
over de toekomst van Nieuw-Guinea.
Door het lawaai dat ze om Nieuw-
Guinea maken, trachten de Indonesiërs
het rumoer in eigen kring te overstem
men. De regering wordt van alle kan
ten bekritiseerd, niet het minst door de
Masjum, de grote Islamitische partij. De
verhouding tussen de grote leiders, Soe
karno en Hatta is er niet beter op ge
worden, beide hebben ze hun aanhan
gers onder het volk. Maar die machts
strijd wordt gecamoufleerd door een re
volutionaire en anarchistische houding
tegenover Nederland.
N.A.V.O.
In december zullen de regeringslei
ders van de Noord Atlantische Ver-
drags Organisatie te Parijs bijeenkomen.
Maar als een soort voorproef van deze
bijeenkomst vergaderen dezer dagen de
parlementariërs van deze raad om zich
op de officiële conferentie voor te be
reiden. Deze vóórvergadering is vooral
gewijd aan het bespreken van rappor
ten, merendeels kritische rapporten, die
door de verschillende deelnemers zijn
opgesteld. Het gaat daarbij voornamelijk
om het vraagstuk van de verdediging
van West-Europa, dat bij een eventuele
Russische aanval onvoldoende be
schermd zou zijn. Ook over de manier
van bewapening heerst geen tevreden
heid. Hoe langer hoe meer dringt het
besef door dat de vergeldingswapens
niet uitsluitend het verdedigingsmiddel
kunnen zijn. De grote waarde van con
ventionele wapens mag niet uit het oog
worden verloren, vooral niet, wanneer
b.v. een plaatselijk conflict zou ont
staan.
storm en water er geen vat aan kunnen
krijgen. De gehele dijk wordt nu verder
op de gewenste hoogte gebracht, waarna
men met leegpompen van de bouwput
begint. Dan wordt aangevangen met het
maken van de sluizen waarvan echter
de aanbesteding nog moet plaats heb
ben. De bouw van deze sluizen zal 5 S
6 jaar in beslag nemen.
ANNO 1870
Alleenverkoop van de bekende
GLORIA PORT en de nieuwe
ESMERALDO WIJNEN
De officiële opening van de aan het
Van Weel-Bethesda ziekenhuis te Dirks
land aangebouwde kinderafdeling za]
plaats hebben op woensdag 27 novem
ber a.s.
De plechtigheid zal worden verricht
door mevr. Margit Devinson, presidente
van Radda Barnens Riksförbund te
Stockholm, welke organisatie na de wa
tersnoodramp van 1 febr. 1953 de bouw
mogelijk maakte. Ter gelegenheid van
de officiële ingebruikname van de nieu
we vleugel zal des morgens half elf in
de Herv. kerk te Dirksland een dank- en
wijdingsdienst worden gehouden, waarin
zal voorgaan de pastor loei ds. J. den
Besten, voorz. van de Ned. Herv. Diaco
nale ziekénhuisverenigng „Bethesda".
De plïiatsen in de kerk worden voor
de genodigden vooraf bepaald.
Des middags 13.45 uur zal de school
jeugd op het ziekenhuis terrein een
zanghulde brengen aan de hoge gasten,
waarna te 14.15 uur toespraken in de
ontvangruimte zullen volgen. Te 4 uur
nam. zal mevr. Margit LeVinson het
gebouw openen, waarna de gasten gele
genheid wordt gegeven tot bezichtigfing
van deze fraaie nieuwbouw.
Van zaterdag 16 november v.m. 12 uur
t.m. maandag 18 november v.m. 9 mir.
Middelharnis-Sommelsdijk:
Afwezig de artsen Dogterom, Arends
en Wieringa. Voor spoedgevallen Bak
ker, arts, telef. 2710, Sommelsdijk.
Dirksland-Herkingen-Melissant
Afwezig de artsen Elvé en Huisman,
Voor spoedgevallen Boot, arts, telef,
01877—227, Dirksland.
Oost-Flakkee:
Afwezig de artsen Kramers, Voogd en
Bouman. Voor spoedgevallen Buth, arts
telef. 01871—306, Den Bommel en de
Man, arts, telef. 01875301, Nieuwe
Tonge.
ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN
Afwezig Terlouw. Dienst heeft Wag
ner, telef. 01877^281, Dirksland.
Op het ogenblik zijn de atoomwapens
in Europa opgeslagen, dat ze ter be
schikking van Amerikaanse eenheden
staan. Dat is over het algemeen niet
naar de zin van de N.A.V.O.-landen.
Maar anderzijds is het niet mogelijk, elk
land individueel deze wapens in handen
te geven, die daarmee weleens avon
tuurlijke spelletjes konden gaan spelen.
De sfeer van de conferentie wordt ge
kenmerkt door de bezorgdheid om de
achterstand van het Westen, waarbij de
kalmerende woorden van Generaal Nor
stad, dat het Westen zijn eigen kracht
niet mag onderschatten, de deelnemende
landen toch niet helemaal op hun ge
mak konden stellen. Het feit dat er
twee kunstmanen om de aarde cirkelen
mag niet worden verdoezeld.