r
een lastige kostganger
WM 5
INGEZONDEN
Raad van Middelhamis behandelt
hedenmiddag begroting 1958
Tekort bijna f 80.000.-— wat uit saldi-
reserve zal moeten gedekt
Spanje
TECHNISCH
ONDERWIJS
mWED.KÜRVIKR(DiïOÈ^^^
Gunstige wijziging finantiële verhouding Rijk en
gemeenten kan alleen gezonde situatie brengen.
KORT VERHAAL
door ANNIE SANDERS
KALENDERS
VERLOVINGSRINGEN
Bladz. 2
„BIIiANDBN-NIBUWS"
Dinsdag 12 november 1957
BOEK, KRANT EN TIJDSCHRIFT,
DE GESCHIKSTE MIDDELEN OM
KENNIS TE VERGAREN
De moderne mens kan op zeer uiteen
lopende wijze contact nemen met zijn
wijdere omgeving. De gedacliten, die
daar leven, en de werliwijzen, die daar
gangbaar zijn, Itan hij tot de zijne ma^
ken door b.v. een excursie te onderne-
nien naar die wijdere omgeving. Maar
men kan niet voortdurend op excursie
gaan, want dit is voor de gemiddelde
man beslist onverantwoord in verband
met zijn werk. Daarom is men, wil men
zijn buitenwereld beter leren kennen, in
betekenende mate aangewezen op ken
nisname van de wereld rondom in de
eigen woning. Men kan mensen ontvan
gen en naar hen luisteren, men kan een
briefwisseling onderhouden men kan
zijn radio aanzetten en tegenwoordig
zelfs naar het televisiescherm kijken
zonder de eigen woning te verlaten. Op
het corresponderen na hebben al deze
contatcmiddelen het grote bezwaar, dat
de opgedane ervaringen vervluchtigen.
Wat het corresponderen aangaat het le
vert doorgaans slechts in zeer beperkte
mate nieuwe kennis op.
Zo moeten we vaststellen, dat het
middel om zich op uitgebreide schaal
nieuwe blijvende kennis te vergaren,
het lezen van boek, krant en tijdschrift
is. Het gedrukte woord is immers op
handige wijze verduurzaamd en het kan
dus te allen tijde opnieuw worden ge
raadpleegd. Boek, krant en tijdschrift
bieden daarbij een keur van onderwer
pen, behandeld door dikwijls uitermate
deskundge schrijvers.
De mens, die streeft naar kennisver
rijking staat in onze moderne maat
schappij daartoe een vrij groot aantal
mogelijkheden open, maar daaronder is
de hoogst te waarderen mogenlijkheid
het lezen van het gedrukte woord. Daar
in zijn menselijke verlangens, overtui
gingen, ervaringen en strevingen In de
grootst mogelijke verschedenheid ge
conserveerd om te kunnen dienen tot
lering van tijdgenoot en nageslacht.
Leest men op het platteland voldoen
de? Aangezien men kan stellen, dat
men nooit voldoende leest, kan men
aannemen, dat de plattelander onvol
doende leest.
De oorzaak van deze tekortkoming
verschilt van geval tot geval. Soms zou
men meer willen leren, maar vindt men
er de tijd niet toe. Soms is er voldoende
tijd, maar ontbreekt de belangstelling.
Dan weer is er noch tijd, noch interesse.
Het lezen betekent voor ons persoon
lijk bijzonder veel en het zou naar onze
mening van grote betekenis zijn, wan
neer op het platteland meer kennis
werd genomen vaii het gedrukte woord.
Wat de boer aangaat, zou het zo bun
nen, worden geformuleerd: hij zal, wil
hfl volwaardig boer en burger zijn, zo
veel moeten lezen, dat zijn bedrijfsvoe
ring kan voldoen aan de hoogste econo
mische eisen en dat zijn levenswijze
wortelt in een eigen zedelijke overtui
ging, die stand kan houden in «en ver
anderende maatschappij.
Er zijn grote verschillen in het lezen
van boer tot boer. De boeren, wier be
drijfsvoering boven het gemiddelde is,
lezen meer dan hun collega's, bij wie
tan deze bedrijfsvoering wel een en an
der mankeert.
(Door de afd. voor sociologie en socio
grafie van de Landbouwhogeschool is
een steekproef genomen bij boeren in 22
gemeenten, gelegen in verschillende de
len van ons land.
Het bleek, dat de z.g.n. grote dagbla
den door de boeren in kwestie weinig
werden gelezen, maar dat de streek-
bladen een zeer groot aantal lezers
vonden. Gemiddeld las slechts een vier
de deel van de boeren bladen alg de
Nieuwe Rotterdamse Courant, Het Pa
rool, Trouw e.d. Een groot of klein
streekblad las daarentegen bijna ieder
een. De georganiseerde boeren waren
vanzelfsprekend geabonneerd op het
blad van hun standsorganisatie. Een
deel hunner kreeg bovendien nog een
>rr<'KERkSTR. 160 dUtJOORP
(2 Cor. 8 9)
Nu men alweer begint steun te vra
gen voor het Sinterklaas kinderfeest, is
het mij een behoefte om weer bij ver-
nieuv/ing uw liefde-offers te vragen voor
de vele zeer arme kinderen en ouderen
onzer Spaanse protestantse geloofsge
noten, die Rome vaarwel hebben mogen
zeggen. Dezer dagen heb ik bezoek ge
had van een gelovige vriend in Neder
land, die een onderzoek-bezoek aan
Spanje had gebracht. Er heerst daar
schrikkelijke armoede en ellende, zowel
stoffelijk als geestelijk. Velen onzer ge
loofsgenoten hebben haast geen eten in,
en geen kleren aan het lijf- Sommigen
wonen(?) in holen. Daarom, vrienden,
denkt nu ditmaal eens niet alleen aan
de kinderen in Holland, die van staats
wege toch al behoorlijk verzorgd wor
den; maar laat uw arme geloofsgenoten
en hun kinderen in Spanje niet omlio-
men. Ook onze evangelisten lijden hon
ger en gebrek. En houden toch in ge-
loofsmoed vol. De verdrukking is groot;
maar de Heere triomfeert in menig hart.
Stelt ons in staat niet met Sinterklaas
maar met Kerstdag, in Spanje een be
ker lafenis uit Holland te overhandigen
God zegene U.
G. WISSE
Doorn, 6 november 1957.
Parklaan 3 Giro 577526
P.S'. Net ontving ik bericht uit Valen
cia, dat ook onze mensen in diepe el
lende zitten door de watersnood.
ander landbouwblad. De belangstelling
voor boeken was onder de ongeveer
3000 boeren vrij gering.
Enkele uit de steekproef blijkende
vondsten zijn deze:
1. in sommige plaatsen wordt aanmer
kelijk meer gelezen dan in de andere;
2. grotere boeren neigen er niet zel
den toe meer te lezen dan kleinere;
3. een betere schoolse ontwikkeling
gaat dikwijls samen met meer lezen;
4. onder jongere boeren wordt veelal
meer gelezen dan onder oudere, hetgeen
echter vermoedelijk verband houdt met
het meerdere onderwijs, dat de jongere
boeren hebben genoten.
De eind-indruk uit deze steekproef is,
dat zeer vele Nederlandse boeren meer
zouden moeten lezen, om te kunnen vol
doen aan de eisen, die de moderne eco
nomie en de moderne maatschappelijke
verhoudingen aan hen stellen.
Aangenomen mag worden, dat de be
langstelling voor het vakblad groeiende
is, maar het valt te betwijfelen, of men
zich mettertijd meer is gaan wenden tot
de zaken, die men in het vakblad niet
aantreft.
Het heeft ons enigszins ontgoocheld
van heel veel boeren te moeten verne
men, dat ze wel eens een boek lazen,
maar onmogelijk konden zeggen, wie de
schrijver was en hoe de titel luidde van
het laatste boek, dat ze hadden gelezen.
De Nederlandse plattelanders in het
algemeen en de Nedei'landse boeren in
het bijzonder vertonen nog al te dikwijls
een groot gebrek aan interesse voor het
betere gedrukte woord. Toch is het juist
dit betere gedrukte woord, dat zo nood
zakelijk is voor een stevige maatschap
pelijke positie van plattelander en boer.
De plattelandsvrouwen organisaties, die
zulk een verheugende en verfrissende
activiteit ontplooien, geven blijk dit te
beseffen. Menigmaal worden in hun
kring boekbesprekingen gehouden.
Wordt de waarde van het gedrukte
woord ook voldoende beseft door de
standsorganisaties? Of zijn voor hen
alleen landbouwtechniek, lonen ea prij
zen belangrijk?
DXRKSLAND
Burgeriyke stand over oktober 1957.
Geboren: Jacob Cornells Hugo, z. v.
J. van Seters en A. B. Korsten; Sebas-
tiana Adriana Maria d. v. J. B. Ane-
maat en A. M. Gootjes; Cornells Mari-
nus z. v. M. P. Pipping en C. Osse-
weyer; Dirkje d. v. P. Wolfert en K.
Groenendijk; Lena Johanna d. v. C. v,
d. Velde en G. Westland
Getrouwd: D. van Keulen 25 en H. C.
Hagens 20 jaar.
Overleden: J. Doorn 74 j wedn. van
E. Noordijk; G. Jongejan 15 j d. v. G.
Jonge jan en J. Volwerk; J. Buth 83 j,
wed. van A. Stolk; J. van der Meide 57
jaar man van A. Mastenbroek; Theodo
ra van de Klundert 89 jaar wed. van J.
Moerenhout.
OUDDORP
Burij. stand over de maand okt. '57.
Geboren: Cornells, zoon van J. Grin-
wis en L. van Splunder; Teuntje Jan
netje, dochter van A. de Reus en N.
Tanis; Jan, zoon van B. A. v. Lenten en
G. Kleijn; Aclara Pieternella, dochter
van Joh. van Assen en A. Th. E. A. Ba-
kelaar; Cornells, zoon van P. Sperling
en K. Both; Maarten Dirk, zoon van
Kl. Vroegindeweij en Jac. Bosland.
Gehuwd: Joh. Koese, oud 43 jaar en
B. C. Tanis, oud 34 jaar; D. van der Bok
oud 26 jaar en A. Mierop, oud 22 jaar;
W. Kleijn, oud 22 jaar en M. Hameete-
man, oud 17 jaar; W. Aleman, oud 23
jaar en B. Tanis, oud 29 jaar; A. Kas-
teleijn, oud 30 jaar en C. de Jong, oud
26 jaar; M. Tanis, oud 40 jaar en C.
Roffel, oud 34 jaar.
Overleden: Johanna Vink, oud 74 jaar
wed. van Abraham Padmos; Jacomijn-
tje van Loon, oud 69 jaar, dochter van
Jacob van Loon en Maartje Voogd; Cor
nells Venneman, oud 67 jaar, echtg. van
Tacoba Oosterling; Huibert Hoek, oud
70 jaar, echtg. van Maaijke Breen; Cor
nells Tanis, oud 5 jaar, zoon van Jo
hannes Willem Tanis en Jannetje Mas
tenbroek.
OUDE TONGE
Burg. Stand. Geboren: Baaltje, doch
ter van Ph. Vijf huize en A. J. Kantors;
Jannetje, dochter van Jac. Koole en S.
Braber; Lijgje, dochter van J. de Boed
en M. de Bonte; Hendricus A., zoon van
A". Brands en J. H. van Hooff.
Huwelijken: L. A. van Vugt 26 jaar
en Joh. van Eijkeren 26 jaar; Corn. A.
van Tilborgh 24 jaar en B. Kievit 24 j.
Overlijden: Cornells van Otzel 50 j.,
echtgn. van J. F. van Wezel.
Ingekomen: C. P. M. Polleman van
Gouda; H. A. Kreeft van Den Bommel;
L. Jacobs en gezin van Den Bommel;
A. Kerkhof van Herkingen; M. P. Log-
mans van Herkingen; J. N. van Es en
gezin van Nieuwe Tonge; A. A. H. M.
Overhous van Den Haag; B. M. de Blok
van den Haag; A. J. D. v. d. Welle van
Den Bommel.
Vertrokken: H. J. Snitjer naar Som-
melsdijk; N. J. van Es en gezin naar
Middelhamis; E. de Vin naar Leiden;
M. Oomens naar Klundert; C. Kamp
naar Ede; P. M. Fluit naar Sommels-
dijk; J. van Eijkeren naar Ooltgens-
plaat; J. P. Tomasini naar Zwammer-
dam; P. de Groot naar Zwammerdam.
De collecte die zaterdagmiddag hier
werd gehouden ten bate van het An
jerfonds heeft een bedrag van 66.
opgebracht.
OOLTGENSPLAAT
Burg, stand over de maand okt. '57.
Geboren: Johannes Antonius, zoon
van P. M. V. Reijen en M. C. v. Vugt;
Zacharias Marinus, zoon van J. C. Koe
ne en T. Huibrechtse; Martinus Johan-
nis, zoon van C. Korteweg en A. J. van
Veen.
Overleden: Pieter v. d. Veer, 72 jaar,
echtgenoot van L. Duim; Theodora v.
d. Klundert, 90 jaar, weduwe van J.
Moerenhout.
Ingekomen: C. Hartman van Fijnaart;
J. V. Eijkeren van Oude Tonge; H. Don
kersloot van Ridderkerk; J. A. Ber-
kers van Wamel.
Vertrokken: D. Kornet naar Naald
wijk; J. Kagchelland naar Naaldwijk;
B. Westdijk en kinderen naar Geleen
(L.); M. Breeman naar Den Haag; C.
V. d. Bos naar Sommelsdijk; L. A. C.
Jacobs naar Schiedam; J. M. Vermue
naar Heiloo.
De raad van de gemeente Middelhamis is heden dinsdagmiddag in openbare
raadsvergadering bijeen, ter afhandeling van de gemeentebegroting 1958. De
commissie tot het nazien hiervan bestaande uit de heren P. A. van den Berg
J. H. Koppelaar en L. van der Waal, heeft b en w met betrekking tot deze
begroting de volgende opmerking en vraag voorgelegd.
1. De commissie is van oordeel dat
de beloning van de ambtenaar van bouw
en woningtoezicht niet naar gelang van
het aantal inwoners over de beide ge
meenten behoort te worden verdeeld,
aangezien naar haar mening betrokke-
ne meer werk voor Sommelsdijk ver
richt dan voor Middelhamis.
2. De commissie kan er zich mee ver
enigen, dat voor 1958 voor het sluitend
maken van de begroting gebruik wordt
gemaakt van de saldi-reserve, doch zij
zou gaarne van b en w vernemen welke
perspectieven bestaan voor het ogen
blik waarop deze reserve zal zijn opge
teerd".
Deze vragen beantwoorden b en w als
volgt:
1. De betreffende ambtenaar is in
dienst van de commissie Technische
Dienst Middelharnis-Sommelsdijk.
Overeenkomstig de bepalingen van de
betreffende gemeenschappelijke rege
ling worden de kosten van deze Techn.
Dienst (dus inclusief de wedden van het
personeel) in verhouding tot het inwo
ner-aantal over beide gemeenten omge
slagen.
Sedert het ontslag van een tijdelijk
technisch ambtenaar per 1 juli 1957
wordt, met ons medeweten het dagelijks
toezicht op de bouw van een complex
woningwetwoningen in Sommelsdijk uit
geoefend door de in vraag 1 bedoelde
ambtenaar van bouw- en woningtoezicht
Dit dagelijks toezicht oefent hij uit
naast zijn werkzaamheden als ambte
naar van bouw- en woningtoezicht, ter
wijl hij bovendien is belast met het toe
zicht op de bouw van een kleuterschool
in Middelhamis. Daar de bouw van de
woningwetwoningen in Sommelsdijk niet
door de gemeente maar door de Bouw
vereniging aldaar geschiedt, wordt een
deel van ztjn wedde bij die Bouwvereni
ging in rekening gebracht. Het reste
rende deel van de wedde wordt in ver
houding tot het inwoner-aantal over bei-,
de gemeenten omgeslagen. Daar het
hier echter een tijdelijke situatie be
treft, is in de begroting 1958 alleen
met de normale toestand rekening ge
houden.
Het college merkt verder op, dat ook,
toen het toezicht oi> de bouw van da
woningen door een tijdelijk technisch
ambtenaar werd uitgeoefend, het be
treffende deel van diens wedde bij de
bouwvereniging „Sommelsdijk" werd ge
declareerd.
2. Bij schrijven van 17 oktober j.l.
(aanvullende aanbiedingsbrief begro
ting 1958) is de raad medegedeeld, dat
het geraamde tekort voor 1958 was te
ruggebracht tot 89.151.63.
Inmiddels zijn van de Inspecteur der
Belastingen herziene ramingen van de
opbrengst Personele Belasting ontvan
gen, welke ramingen belangrijk hoger
waren dan de eerst ontvangen ramingen
In de eerste wijziging van de begroting
1958 zgn deze nieuwe ramingen ver
werkt. Tengevolge hiervan is het nade-
Ug saldo voor 1958 verminderd tot
79.848.31.
De saldi-reserve zal naar verwachting
per 1 jan. 1958 nog ongeveer 100.000
bedragen. Ook dus in het geval dat voor
1958 geen verhoogde uitkering uit het
gemeentefonds zou worden ontvangen,
zou naar de thans bekende bedragen de
begroting 1958 sluitend kunnen worden
gemaakt door te beschikken over een
gedeelte van de saldi-reserve.
In de aanbiedingsbrief van 10 oktober
j.l. reeds uiteengezet, dat een gemeente
als de onze voor verhoging van haar in
komsten vrijwel geheel afhankelijk is
van de uitkeringen uit het gemeente
fonds. En daar ten aanzien van de fi
nanciële verhouding tussen rijk en ge
meenten voor de toekomst en zelfs voor
1958, geen definitieve gegevens bekend
zqn, kunnen ten aanzien van verhoging
van de inkomsten voor 1958 en latere
jaren geen voorspellingen worden ge
daan.
Het college heeft zijn uiterste best ge
daan het tekort voor 1958 zoveel als
,,Zó gaat het niet langer!" ver
klaart ouwe Berend, en hij klopt zijn
pijp zo nadrukkelijk uit, alsof hij
daardoor zijn woorden kracht bij wil
zetten.
„Wat bedoel je, vader?" vraagt
zijn vrouw, die bezig is een kopje
koffie voor hem in te schenken.
,Wat gaat niet langer?"
,,Och, ik zit over Jaap te denken.
Nou is 't alweer over tienen en nóg
is die kerel niet thuis. Ik heb geen
zin om daar avond aan avond voor
op te blijven, 'k Heb hem nou toch
zeker al een keer of zes gewaar
schuwd, en als het nou nog eenmaal
v,?eer gebeurt, dan moet het maar es
uit wezen!"
Het vrouwtje zet de kom met kof
fie bij hem op tafel neer.
„Wat wou je doen als 't nog es
gebeurt?" vraagt ze een beetje on
zeker.
„Wat ik dan doen wil? Dien knul
d'r uit zetten, wat dacht jij dan?"
Daar geeft de oude vrouw niet da
delijk antwoord op. Ze begint klaar
blijkelijk in gedachten verdiept, ook
haar eigen kopje te vullen. Ongelijk
kan ze Berend niet geven, 't Is een
getob met Jaap. Maar d'r uit zet
ten is toch wel een èrg krasse maat
regel.
Jaap Salmon is de man van hun
oudste dochter, die ze twee jaar ge
leden na een korte maar ernstige
ziekte verloren hebben. Er waren
geen kinderen, zodat ze na haar ster
ven met de schoonzoon feitelijk niets
meer hadden uit te staan. Daar hij
echter het land aan huishoudsters
had en er evenmin voor voelde om
zijn eigen potje te koken, deed hij in
overleg met de oude lui zijn boeltje
van de hand en ging bij hen in de
kost. Maar o wat betreurde ouwe
Berend het spoedig, dat hij hem die
raad had gegeven. Want Jaap, vóór
zijn trouwen algemeen bekend als
iemand die lang niet afkerig was
van een slokje, heeft zich indertijd
wel tamelijk gewillig door zijn vrouw
op 't goede pad laten houden, maar
denkt er geen ogenblik aan om zich
nu even gemakkelijk naar de wensen
van zijn schoonouders te voegen. De
eerste weken ging het nog zo'n beet
je doch hoe meer hij zich huisgenoot
begon te voelen, des te moeilijker
werd het voor de twee oudjes om
„goed'' met hem te blijven.
Dat hfl geen avond binnen is, kan
Berend weinig schelen. Een jonge
kerel hoeft niet als een kanarievogel
in een kooi opgesloten te zitten.
Maar dat hij geen avond op tijd bin
nen is, dat is erger. En dat hij, als
hij dan eindelijk komt, bijna nooit
fatsoenlijk op z'n benen kan staan,
dat is nog erger. Herhaaldelijk heeft
zijn schoonvader al gedreigd dat hij
hem buiten de deur zetten zal als
hij zich niet betert, 't Helpt even
weinig, als wanneer hij hem had
aangeraden de jeneverfles maar mee
naar huis te brengen. Jaap stoort
zich nergens aan, ook niet aan de
meer zachtmoedige vermaningen van
Berends vrouWj die hem, om der wil
le van haar gestorven dochter, graag
als een eigen zoon behandelen wil.
Ook nu, nadat het een paar minu
ten stil is geweest, beantwoordt zij
de laatste woorden van haar man
met een enigszins weifelend:
„We mogen hem niet aan z'n lot
overlaten, vader. Om... Om Gees
niet!"
Ouwe Berend kijkt z'n vrouw aan
de trilling om haar ingevallen mond
verzacht hem. Toch geeft hij zich niet
aanstonds gewonnen.
,,Aan z'n lot overlaten... 't Is maar
aangetrouwd, hoor. We zijn niks ver
plicht!"
,Maar Gees was toch ons eigen
kind!"
,Ja Gees..."
Zijn tegenstand breekt voor de zo
veelste maal, door 't schrijnen van
de wond die maar niet wil genezen.
,,Nou goed, d'r uit zetten zal ik
hem dan nog niet direct. Maar als
t-le morgenavond weer zo laat thuis
komt...."
't Gesprek wordt hier afgebroken
door het opengaan van de buiten
deur. Iemand trekt in 't achterhuis
met veel overbodig gestommel zijn
klompen uit. Een ogenblik later
piept ook de kamerdeur en de
schoonzoon verschijnt op de drempel,
tamelijk „gewoon" voor zijn doen.
„g'ndag!" groet hy kort, schuift
meteen op een stoel en grijpt naar
een krant die op tafel ligt.
De oude mensen groeten terug,
maar Berend is niet van plan het
daarbij te laten.
„Hoor es Jaap'' valt hij met de
deur in huis „voordat je met die
krant begint, wil ik je even zeggen
dat het nou beslist de laatste keer is
geweest, dat moeder en ik voor jouw
pleizier laat naar bed gaan. Morgen
avond gaat om tien uur de deur op
slot of je er bent of niet. Dan moet
je maar kloppen als je d'r in wilt.
Ziezo, ga nou voor mijn part maar
lezen!"
Jaap trekt z'n schouders op en
bromt in zichzelf iets van „geen
kleine jongen meer" maar Berend
verstaat dat niet of hij houdt zich
maar zo. Hij is opgestaan, wenst op
z'n oude gemoedelijke toon „welte
rusten" en trekt zich terug in zijn
slaapkamer. Zijn vrouw schenkt nog
een bakje koffie in voor haar schoon
zoon. Dan, na een waarschuwend
,laat de lamp niet al te lang bran
den" begeeft ook zij zich ter ruste.
Jaap Salmon had op de vermaning
van vader Berend wel heel wat terug
willen zeggen want hij voelt zich in
stilte danig gekrenkt door diens
woorden. De zaak is echter dat hij,
grote forsgehouwde kerel die hij is
in zijn hart niet zo'n beetje respect
heeft voor het kleine grijze manne
tje, dat zich niet spoedig laat gaan,
maar dat, als 't er op aan komt in
zijn zestigjarige armen meer spier
kracht heeft dan je zo op 't eerste
gezicht zou vermoeden.
Toch, al zegt hij dan niet veel, ge
hoorzamen ligt geenszins in Jaaps
bedoeling.
Als hij de volgende avond, op weg
naar het dorpscafé, een kennis te
gen 't lijf loopt begint hij er met
hem over.
,,Zeg Piet, ik moet van m'n schoon
vader om tien uur thuis wezen, wat
zeg je daarvan?"
Piet Wiedema, klein mager kerel
tje met een uilebril en 'n hangsnor,
kijkt de reus naast hem scherp in 't
gezicht.
„Wat ik daarvan zeg? Dat het net
goed voor je is, man. 't Is toch ook
al te gek, dat die ouwe mensen altijd
maar moeten opblijven en naar bed
gaan als 't jou uitkomt. Bovendien:
welk fatsoenlijk mens loopt er hier
in 't dorp tot half in de nacht bij de
weg te zwieren"'
Jaap aanstonds beledigd, heeft al
een korzelig antwoord gereed, maar
Wiedeman laat hem daarvoor geen
tijd.
„'k Had al veel eerder eens met je
willen praten!" begint hij weer. ,,Ik
weet wel, dat ik geen dominee ben en
ook geen ouderling. Maar zoals jij er
op los leeft. Jaap, dat kan ik toch
niet goed zien zonder er wat van te
zeggen. Want al zeg je nou misschien
tegen jezelf dat het mij niks aangaat
wat jij doet of niet doet, en al heb
je daar dan honderdmaal gelijk in
vergeet niet dat het de Heere in de
hemel wèl aangaat, en dat die je
vroeg of laat rekenschap vraagt van
je hele leven!"
,,Vent schei uit met dat vrome ge-
bazel!" valt Salmen hem gemelijk in
de rede. „Je bent nog erger dan m'n
schoonvader en m'n schoonmoeder
samen! Die leuteren me tenminste
niet met zulke praat aan m'n oren,
al kunnen ze bij tijden knap verve
lend zijn!''
„Jammer genoeg van zulke brave
mensen, dat ze aan geen God of ge
bod geloven!" meende Wiedema.
„Jammer? Nee gelukkig, anders
zouden ze me dé,é,r ook nog zeeziek
maken. Maar doe me nou een groot
plezier, en bewaar je kletspraatjes
voor je Christelijke mannenvereni-
ging!"
Met die woorden keert hij zich om
en verdwijnt in 't café, terwijl de
ander hem hoofdschuddend nakijkt.
Ze kennen elkaar al lang, de twee
mannen, al van de schoolbanken af.
Jaap behoorde vroeger tot dezelfde
kerk als Wiedema. Zijn ouders heb
ben hem streng, misschien te wet
tisch, opgevoed, 't Is echter geble
ken dat ze daarmee juist het tegen
overgestelde bereikten van wat ze
beoogd hadden, want bij 't ouder
worden maakte hij zich niet alleen
van vader en moeder, maar ook van
de kerk en de godsdienst los. Piet
Wiedema heeft hem sindsdien niet
vaak meer gesproken en daarom wil
hij nu de gelegenheid aangrijpen om
hem op het onbehoorlijke van zijn te
genwoordige gedrag opmerkzaam te
maken. Maar Jaap blijkt van zo'n te-
rechtwijziging allesbehalve gediend te
zijn en de vroegere schoolmakker
slaat in gedachten verzonken de weg
naar zijn woning in.
In de rokerige gelagkamer van de
dorpskroeg probeert Jaap zijn erger
nis er onder te drinken. Met de an
dere mannen, die er zitten, praat hij
op schampere toon over de ouwelui
die menen dat ze een zoet bewaar
schooljongetje voor hebben, en over
dien fijnen Piet Wiedema, die hem
maar liefst bekeren wil. En de ka
meraden, ruwe onverschillige klan
ten als hijzelf sporen hem onder 't
genot van een extra rondje herhaal
delijk aan, om zich vooral niet „op
z'n kop te laten zitten".
Wanneer die avond de Friese
staartklok in de huiskamer van ouwe
Berend tien slagen laat horen, is
Jaap als altijd niet komen opdagen.
„Wat doen we nou, vader?" vraagt
Berends vrouw, terwijl ze de pas-ge-
stopte sok van haar schoonzoon
langzaam uit handen legt.
„Wat we doen? We sluiten de boel
en we gaan naar bed!" is het korte
antwoord.
,Ja maar hoe moet het dan met
Jaap? Hij zal toch wel een keer
thuiskomen!"
„Dan klopt-ie maar, dat heb ik
hem toch gisteravond al gezegd. Hij
moet maar es weten dat ik me op
m'n ouwe dag niet voor de gek laat
houden!"
(Wordt vervolgd)
mogelijk is te beperken, door alleen de
beslist noodzakelijke en onvermijdelijke
uitgaven te ramen.
Nieuwe taken of objecten zijn niet in de
begroting 1958 verwerkt. Alle geraam
de uitgaven vloeien voort uit of staan
in Verband met de toestand waarin de
gemeente heden ten dage verkeert. Of
met andere woorden, de geraamde uit
gaven zijn nodig om het peil van van
daag te handhaven. B en w is er vol
ledig van overtuigd dat dit peil niet te
hoog ligt.
Het college kan dus slechts £ds zijn me
ning kenbaar maken, dat aan een wfl-
ziging in de finantiële verhouding ten
gunste van de gemeenten niet ontko
men zal kunnen worden en dat dat voor
Middelhamis voorlopig de enige moge
lijkheid zal kunnen zijn om tot een slui
tende begroting en daarmede tot een
gezonde financiële situatie te komen.
IV -
Avondopleiding voor het brood-,
banket- en koksbedrijf
Gedurende vele jaren worden aan de
Technische School te Middelhamis
avond-cursussen gegeven. Bij dit on
derwijs wordt rekening gehouden met
het feit dat de cursisten overdag reeds
in het volle bedrijf werkzaam zijn.
De opleiding is geheel gericht op de
vakdiploma's zoals deze in de praktijk
voor de verschillende functies vereist
zgn in het kleinbedrijf (bakkerijen en
de grootindustrie (fabrieken voor koek,
beschuit en suikerwerken enz.) Een niet
minder belangrijke rol spelen hierbij de
bescheiden die overlegd moeten worden
om als patroon een eigen zaak te be
ginnen of bedrijf over te nemen.
De 2-jarige E-cursus leidt in hoofd
zaak op voor het diploma gezel brood-
of banketbakken, terwijl de 3-jarige C-
cursus voorbereidt tot de patroonsdiplo
ma's. Voor een gedetailleerd overzicht
van de leerplannen kan in principe ver
wezen worden naar de 3 voorgaande ar
tikelen van de dagcursussen. Vanzelf
sprekend worden, wat betreft kwaliteit
en tempo, in de avondopleiding veel ho
gere eisen gesteld, terwijl veel dieper op
de stof wordt ingegaan. Dit geldt niet
alleen voor de praktische vakken, maar
ook voor de theorie. Bij het vak boek
houden komen o.a. aan de orde: bijhou
den van kas-, debiteuren- crediteuren-
boek, balans- en winstberekeningen.
Meer aandacht wordt besteed aan
wetskennis, belastingwetgeving, perso
neelsbeleid, kennis van collectieve ar
beidsovereenkomst en publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie. Grondig wordt de
cursist onderwezen in de warenwet,
brood- en meelbesluit e.d. Aan het zelf
samenstellen en procentueel berekenen
van recepten wordt in het lesprogram
ma een voorname plaats ingeruimd, ter
wijl hetzelfde gezegd kan worden over
fermentwerkingen en scheikundige om
zettingen bij maal-, bak- en rijsproces-
sen alsmede het leren zelfstandig instel
len-, gebruiken en onderhouden van ma
chines en ovens.
In het verleden werden candidaten uit
het bedrijfsleven tot de B-cursug toege
laten indien ze niet meer leerplichtig
waren en voldoende lager schoolonder-
wijs hadden genoten. Na het starten van
de dagcursus (september 1957) is hierin
verandering gekomen. Dit geschiedt niet
alleen als gevolg van de aan te houden
departementale richtlijnen! Aanslui
tend op de dagcursus bestaat nu de mo»
gelijkheid de B-cursus (en dus ook de
latere C-cursus) nog effectiever dan
voorheen te doen zijn.
De soepelheid bij de toelating tot de
B-cursus voor het schooljaar 1957
1958 zal het volgende jaar verminderd
worden en daarna in het geheel niet
meer worden toegepast.
In de toekomst zal dus een vlotte vak
opleiding tot aan de vermelde examens
op Goeree en Overflakkee alleen goed
mogelijk zijn via een dagcursus aan de
Technische school. Dat hierdoor uitein
delijk een gedegen vakopleiding in deze
branche beter en meer gewaarborgd is,
behoeft geen betoog!
Tot besluit wordt (op verzoek) een
grove weeksalarisschaal vermeld, zoals
deze begin mei in deze rubriek reeds
werd gepubliceerd. Hierbij dient te wor
den opgemerkt dat deze gegevens zijn
verstrekt door het Gewestelijk Arbeids
bureau a.d. hand van landelijke gemid
delden, terwijl bijslag- en compensatie
berekeningen e.d. achterwege zijn gela
ten.
Bezitter diploma gezel brood en/of ban
ketbakken plm. 6075;
Bezitter diploma patroon broodbakken
plm. 75— 85
Bezitter diploma patroon banketbakken
plm. 80—100
Chef-bakker (afhankelijk grootte be
drijf) plm. 95—120
Bedrijfsleider (afhankelijk grootte be
drijf) plm. 160—180
Steward plm. 175
Hofmeester ptai. 250
Calligrafische KaJenider 1958.
Uitgave W. ten Have N.V. Amsterdam
Zo zachtjes aan komen de nieuwe ka
lenders 1958 van de persen af daar de
oude al dun wordt.
De mooie calligrafische kalender van
ten Have is er ook, die drie goede eigen
schappen heeft: allereerst dat het een
christelijke kalender is. Op ieder blad
van de zesbladige kalender komt een
treffende tekst voor uit de H. Schrift
of een uitspraak van een kerkvader
Augustinus e.d. woorden die voor ons
geestelijk leven nut hebben en waarover
we kunnen nadenken. Het tweede is, dat
het zo'n fijn kalendertje is. Het past in
iedere kamer, In ieder milieu.
En dan: dat het goedkoop is, het ka
lendertje kost 1.50 per stuk. Bij aan
koop van meerdere exemplaren voor
evangelisatie-doeleinden is de prtjs sterk
gereduceerd,
Verkrijgbaar bij:
JAC. KEUVELAAR
Zandpad Middelharnis