1
óe hoRlogekettinq
I
r'fffi'^
Kemgescmedenis
van Den Bommel
10-jarig besiaan Gerei Vrouwenbond
ie Bruinisse
M
Bieteniijd, sluitstuk van
de oogst
Nieuw belastinggebouw
fe Brielle in gebruik
genomen
KORT VERHAAL
óooR Annie sanóeRs
Thooise kanttekeningen
•plmGEERFkLÊN -
Van AKEN
■^•TEGÉN Verstopping
iflto
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 5 november 1957
Pinsdag
1:
!ii
r
■U
De voorlopige verwachtingen voor de
suikerbietenoogst zijn niet ongunstig.
In West-Brabant lieeft men goede oog
sten geliad al zijn er ook moeilijkheden
geweest. iOverigens is de taietenoogst
voor de boeren in de akkerbouwgebie-^
den altijd een bijzonder moment. Het is
bet laatste gewas, dat het veld ruimt
en vormt alg het ware het sluitstuk van
een heel jaar, aldus ir. Kupers, Rijks-
landbouwconsulent voor West-Noord-
Brabant onlangs voor de radio. In het
2uid-Westen van Nederland zijn de sui
kerbieten het belangrijkste gewas. Niet
alleen in oppervlakte ^20% van het
bouwland-areaal maar vooral in be
stede tijd en geld. Hoewel bieten een
duur gewas zijn, is het nogal oogstze-
ker, en dit is zeer belangrijk, nu de aard
appels een strop dreigen te worden. En
kele jaren geleden was het de vraag of
de suikerbieten niet in betekenis zou
den achteruit gaan. Voor de boeren
dreigde het onmogelijk te worden door
gebrek aan goede arbeiders en de ex
treem hoge lonen, om voldoende suiker
bieten te telen. Daarom ig het gelukkig,
dat er bij de oogst een nieuv^e ontv/ik-
keling heeft plaats gehad. Vroeger wer
den de bieten m.et de hand en de bie
tenspa geoogst, een zwaar werk, dat
veel vakmanschap vereist als men tot
redelijke prestaties wil komen. De laat
ste jaren kwamen hoe langer hoe meer
bietenlichters en komplete bieteni^ooi-
machines in gebruik.
De bietenlichter is een simpel werk
tuig, dat achter de paarden of de trek
ker wordt gebruikt. De bieten worden
daarmee van de grond losgescheurd,
maar blijven met hun wortel in het gat
staan. Na 8 10 dagen worden ze met
de hand, zonder veel inspanning, ge
rooid, twee tegelijk, afgeklopt en gela
den op de wagen. De voordelen zijn ve
le. Het zware inspannende werk wordt
voorkomen en de prestaties van de ar
beiders liggen dus hoger. Bieten, die op
deze manier zijn gelicht, hebben vaak
een hoger suikergehalte, wanneer ze
nog een dag of tien blijven staan, ter
wijl dan meestal het percentage tarra
de aan de bieten klevende grond
ook een stuk minder is. Het belangrijk
ste voordeel is wel, dat de boer met zijn
vaste arbeiders de bietenoogst aan kan,
terwijl de investeringskosten slechts
enkele honderden guldens bedragen. De
bietenrooiers daarentegen kosten dui
zenden guldens. Zij zijn kwetsbaarder
voor slecht weer en eigenlijk alleen ren
dabel te gebruiken om grote oppervlak
ten te rooien, b.v. 2025 hectaren per
jaar, Zelfs onder grotere bedrijven zijn
meestal niet zo groot, dat dergelijke op
pervlakten bieten kunnen worden ge
teeld. De bietenrooier hoort dus thuis
bij loonwerkers, werktuigcoöperaties of
combinates van boeren, m.et de bekende
moeilijkheden van dien.
Het suikergehalte van de bieten is
nog niet best. De jaargang speelt hier
een rol in, maar ook andere invloeden
zoals de rassenkeuze en te ruime stik
stofbemestingen. Het is te hopen, dat
het droge weer van de laatste tijd nog
even aanhoudt. Niet alleen een gunsti
ge invloed op het suikergehalte van de
bleten verwachten wij daarvan, maar
ook een belangrijke verlaging van de
kosten van de suikerbietenoogst. In dit
toch al niet rooskleuringe jaar, kunnen
de boeren dit niet best gebruiken.
s^ VRAAGT EEUS IN
QtOWED.KURVINKt DROGISTER'J
Woensdag 30 oktober j.l. mocht de
dienst der Rijksbelastingen te Brielle
een nieuw gebouw feestelijk inwijden.
Na vele jaren zeer slecht te zijn gehuis
vest aan het Slagveld, is men nu ver
huisd naar de Clarissenstraat. De dienst
is nu gevestigd in de voormalige Am-
bachtsschool, die voor dit doel geheel
werd verbouwd en nu aan de dienst een
praktische en royale huisvesting ver
leend.
Ter gelegenheid van de opening wa
ren de genodigden en het voltallige pei'-
soneel verzameld in de grote personeèls-
zaal. Onder de genodigden bevonden
zich het college van b en w van Brielle,
de directeur van 's Rijksbelastingen te
Rotterdam, de architect en de aanne
mers. Vele bloemstukken sierden de
zaal, die er feestelijk uitzag.
De hoofdinspecteur, de heer De Rid
der, heette alle aanwezigen hartelijk
welkom en stelde voor eerst de in de
hal ingemetselde steen te onthullen en
verzocht de burgemeester tot de ont
hulling over te willen gaan. Op de steen
staat in korte trekken de geschiedenis
van het gebouw weergegeven. In zijn
toespraak werd door de burgemeester
de geschiedenis verhaald van het ge
bouw, dat in 1482 werd gesticht en als
klooster werd ingericht. Het was het
Clarissenklooster. Vervolgens deed het
gebouw onder andere dienst als ver
pleeghuis voor leprozenlijders, kazerne,
ambachtsschool en nu als onderkomen
voor de belastingdienst. Na deze inlei
ding ging de burgemeester tot. onthul
ling over.
Na in de zaal te zijn teruggekeerd,
nam de directeur van 's Rijksbelastin
gen het woord. Deze feliciteerde de
heer De Ridder en zijn staf met het
mooie gebouw dat ter zijner beschikking
werd gesteld. Ook deze spreker wees op
de slechte huisvesting in het oude ge
bouw. Hij hoopte dat dit nieuwe pand,
wat eerst diende voor de dienst der lief
st rfwtm
RESTAURATIE
(39)
Na verloop van circa 130 jaren be
gon het dik van de kerk in slechte
staat te verkeren en ook de geschilder
de ramen van 1647 waren vergaan. De
kerkeraad zag zich voor een kolossale
restauratie geplaatst.
In 1778 werd dan het gehele dak ge
sloopt, de oude pannen verwijderd, 3000
nieuwe blauwe pannen er op gelegd en
de rekening betaald met 1400.
Maar hiermee was men nog niet
Jilaar. Het portaal begaf het ook en ge
lijk de gedenksteen meldt, vond de ver
nieuwing plaats in 1779. Wegens nog al
eens voorkomende rujzie zijn er bladen
uit het notulenboek gescheurd, zodat wij
van de werkzaamheden niets meer kun
nen navertellen. Er is echter 800.i
mee heengegaan.
Voor het Avondmaalsservies werden
er twee tinnen bierkannen aangeschaft
en voor de bediening van de H. Doop
een nieuwe koperen standaard. Uit de
gezworensbank werden wegens boedel
scheiding twee plaatsen vrijgekocht, zo
dat deze langzaamerhand geheel vrij
kwam. Oude banken werden verkocht
en nieuwe geplaatst. Het aantal stoelen
werd op 112 gebracht en op de kansel
kwam een nieuwe zandloper tot beteu
geling van de langwijdigheld van de pre
dikant.
Diakonie-goederen
De inkomsten stegen gedurig door
milde collecten en andere schenkingen.
Derhalve kocht de diakonie een stuk
tuin, gelegen aan het einde van de
Voorstraat.
Hiervan is een oud kaartje van 1758
waarop de tegenwoordige pastorietuin
geheel is afgebakend. Een huis stond er
nog niet. Het einde van de Voorstraat
was een sloot.
Er waren drie tuintjes, twee van 35%
roe en een van 24 roe. Op dit laatste
stond over de sloot aan de westzijde op
de rooilijn van de straat een kleine stee.
De vijver in de pastorietuin zal dus een
put geweest zijn, die men bij alle oude
hofsteden vindt. Een der drie tuintjes
werd aangekocht, n.l. dat van 35% roe
voor 222.voortaan 'aan de predi
kant verhuurd voor 7.Hier ligt dus
het begin van de pastorietuin.
In 1784 kocht de dokter P. van der
Herp, de inboedel van Jannetje Ligten-
dag, die dit aan de diakonie vermaakt
had, belopende met later binnengeko
men schuldvorderingen een bedrag van
595.Vervolgens kochten wij voor de
toenmaals dure prijs in de Molenpolder
8 gemeten land voor 2089.van P.
Havart, terwijl de voormalige ouderling
Jan Willemse Hotting in 1788 aan de
diakonie 400.legateerde.
Zo was de uitwendige vooruitgang
tastbaar, maar het inwendig' godsdien-
stig-zedelijk leven ging er niet op voor
uit, hetgeen het notulenboek ons leren
zal.
Kerkvisitatie
In deze tijd werd er trouw kerkvi
sitatie gehouden door twee leden van de
classis, welk onderzoek een ducaat
(3.50) kostte. Bij deze gelegenheid stel
den wij de heren nog steeds een gave
ter hand voor de noodlijdende kerken
der Waldenzen.
De kerkvisitatie ging als volgt in
haar werk:
1 De gedeputeerdens des classis van
Voorn en Putten spreken over de ver
gaderde personen een zegenwehsch uit.
2 geven reden waerom dat sij in haere
kerckelijke vergadering verschenen zijn.
3 den predikant wert versogt buiten
te staan, de oudste gedeputeerde vraagt
aan den kerkeraad:
a of den predikant het woort Gods
suiver predikt;
b of hij godtvrugtig is van leven;
c of hij ook ijverig is in zijn dienst.
Als er van de kerkeraad wert geant
woord ja, de gedeputeerde segt daerop
nadat den predikant is binnen geroepen;
Eerw. heer, wij hebben nu U.E. persoon,
leven en dienst vernomen, wij hebben
een seer goede getuygenisse van U.E.
gehoord, wij verblijden ons hierover, en
wenschen dat God die het goede werck
in U.E. begonnen heeft het ook voleyn-
digen sal, niet twijfelende of Hij sal ten
laetsten dage eens tot U seggen: gij ge
trouwe dienstknecht, over weynige heb-
be ick U gestelt, over veele sijt gij ge
trouw geweest, gaad in de vreugde des
Heeren.
Segt de deputatus: Eerwaarde kerke
raad, gelijk Uw predikant ons vrijheid
heeft gegeven, opdat wij eens na hem
souden vernemen, soo versoeken wij nu
ook dat gijlieden eens buiten staad;
werd gevraagd aan den predikant of de
broeders kerkeraad sijn gesond in de
Leere der waarheid en onbesproken
van leven en offer niet is tot haar be-
lastinge; als nu de predikant een goede
getuigenisse hier op geeft van voorn,
kerkeraad wert daerop binnen geroe
pen en van de gedeputeerde aangespro
ken, dat hij bijsonder vergenoegt sijn
over het aanhoren van sodanigen goe
den getuigenissen en wert een verderen
segen over haar gewenst.
Vragen verder de gedeputeerden of
fer onder de magistraetspersonen geen
paapse regenten sijn of die de paapse
godsdienst zijn toegedaan.
Of de Synodale resolution als de vre-
desarticulen tegen de roepende sonden,
paapsche stoutigheden alle jaar wel
eens de kerkenraad werden voorgelesen.
Of er ook wel behoorlijke aanteke-
ninge werd gehouden van de menschen
die Ledematen werden gemaakt en van
de kinderen die gedoopt sijn.
Of ook in de schoole geen ontstigte-
lijke hoeken werden geleert.
- Of de Reekeninge van de diakonie alle
Jaar wel werden gedaen, gesloten en
het slot gesuivert.
Of de kerkenraad genegen is ook te
contribueeren aan de noodlijdende ker
ken.
En voorts of er nog èyts is waarin de
kerkenraad de dienst van de gedepu
teerden mogt van nooden hebben.
De gedeputeerden nemen eindelijk
haar afscheyd van de kerkenraad met
een hertelijken zegenwensch.
Bovenstaande vindt zijn grond in een
ouder visitatie-reglement opgesteld
door de Z.H. Synode van Delft 1721,
herzien en bekrachtigd te Leiden 1772,
Gouda 1723 en eindelijk, gearresteerd
Rotterdam 1724.
Hierin komen allerlei bepalingen
voor als b.v. het getrouw bezoek der
classicale vergaderingen, het handha
ven der drie formulieren van enigheid,
middagpredikatie van de Heid. Catechis
mus, waarover dan des avonds in de
derde beurt vragen gesteld worden, de
zgn. avondcatechisatie. Of er stichte
lijk gepreekt wordt en niet filosofisch,
of duidelijk de grond van de H. Doop
en het H. Avondmaal wordt geleerd; of
de formulieren ongewijzigd worden ge
lezen; of de tucht gehandhaafd wordt;
of de predikant zich ook bemoeit met
politieke zaken; of de predikant ook
een handwerk verricht buiten zijn ambt;
of de verkiezing van de kerkeraad zui
ver is en of allen goed zijn in geloof en
leven, enz.
Ds G. van der Zee
Maarssen.
(Wordt vervolgd)
Op 1 november zijn er wel wat bonnetjes gevallen, want het was de eerste
dag, dat men in de bebouwde kom niet harder mag rijden dan 50 km per uur.
Foto: Op de Haarlemmei-vveg had een patrouille van de R.A.D. postgevat om
eventuele overtreders te kunnen verbaliseren.
de daarna voor verdediging en opvoe
ding, nu zou dienen voor de dienst der
gerechtigheid. Hiermede verklaarde hij
het gebouw voor geopend.
Nadat de burgemeester, architect Van
Driel, de heer v. d. Bok van de Rijksge
bouwendienst en de aannemer Polder
vaart nog enkele woorden hadden ge
sproken, werd het slotwoord gevoerd
door hoofdinspecteur De Ridder. Deze
dankte b en w voor het beschikbaar-
stellen van dit pand, waarin nu ook de
ontvanger een afdeling heeft gekregen.
Deze was eerst gehuisvest aan de No-
bélstraat. Hij wees er op, dat helaas
nog niet mogelijk was een nieuwe in
ventaris te tonen, maar hoopte dat hier
in binnenkort verandering zal komen.
Ook hierin spreekt de bestedingsbeper
king een woordje mee.
Hierna was er nog gelegenheid het
gebouw te bezichtigen, waarvan door
velen gebruik werd gemaakt.
STAAL- DQUBLÉ-GÖÜb
HOOGSTRAAT 1M- TEL. 11543i
L£TOPDE'IMGAftCsy,bE.DE'UH-
'.-:■.■ y.. .MET.de 2 CELUKSRINGEM'r
:BEIJERLANDSELAAN a TEL 70360
;-■;,-:< ROTTERDAM --■:
(Vervolg en slot)
In haar pas-uitgewassen verpleeg
stertenue en met verschillende werk
tuigen bij zich, die voor eventueel
gebruik altijd klaar liggen, bereikt
Jeanne een goed kwartier later het
huisje van de weduwe Donkermans,
in 't dorp bekend onder de bijnaam
„,de stadsjuffer" en door haar buren
algemeen voor half onnozel versle
ten.
In de woonkamer, die tegelijk keu
ken is, zit bij 't raam een vrouw
van omstreeks zestig jaar de naas
te buurvrouw te knikkebollen.
Vrouw Rigge, die het bericht van
To's ziekte gebracht heeft, schijnt
nu bij haar te wezen in 't aangren
zende slaapvertrek, want door de
half-cpen deur hoort Jeanne 't geluid
van een lepel, die tegen een glas
tikt.
„Dag vrouw Stegeler!' groet zij de
oudere vrouw, die bij 't opengaan
van de kamerdeur met een ruk het
hoofd oplicht.
„O, ben Jij daar al Jaantje? Ja
kind, 't is niet leuk voor je, zo mid
den in je vacantie. iVlaar de ziel had
het daarstraks zo te kwaad, daarom
heb ik Trijntje maar gauw naar je
toe gestuurd!"
„Hoe is ze op 't ogenblik?"
„Tamelijk kalm, vergeleken met
een half uur terug, 'k Zat net een
beetje te dommelen, 'k ben zowat de
hele nacht, in touw geweest moet je
denken!"
Ze is al pratend opgestaan en drib
belt, alsof ze zich over haar slape
righeid schaamt, bedrijvig vooruit
naar 't andere kamertje, waarheen
Jeanne haar volgt.
Trijntje Rigge staat voor 't bed met
het raedicijnglas nog in de hand,
maar gaat bereidwillig opzij als de
zuster verschijnt. Deze buigt zich
over het ledikant en begint de pa
tiënte, die met onrustige ogen van
de één naar de ander kijkt, de pols
te voelen.
„Is hier een thermometer?" vraagt
ze zacht aan de buurvrouwen.
Trijntje haalfrer één uit het woon
vertrek en reikt hein gedienstig aan.
„We hebben al vaker opgenomen,
dokter zei gisteravond al dat we een
meter moesten lenen. Hier hebt u 't
lijstje!"
De temperatuur valt mee. Veel
koorts heeft de zieke niet, ze schijnt
lichamelijk nogal sterk te zijn.
„Is ze wel eens meer niet goed?"
Trijntje haalt de schouders op, ze
heeft weinig omgang 'met To. Vrouw
Stegeler schudt ontkennend haar
hoofd.
„We zijn al twintig jaar buren, dat
weet Je wel, en in al die tijd heeft ze
nooit één dag op bed gelegen!"
Op dat ogenblik krijgt de zieke
een aanval van benauwdheid. Ze
richt zich hijgend overeind, rukt met
zenuwachtige handen aan haar
nachtpon en ziet wanhopig op naar
de drie vrouwen. De buurtjes schie
ten hulpvaardig toe en steunen haar
elk aan een kant, terwijl Jeanne be
daard en handig haar kleren los
maakt. Als de benauwdheid minder
wordt, leggen ze haar voorzichtig
weer neer.
„We zullen haar nu maar rustig
laten liggen," beslist de verpleeg-
ster," en eerst eens horen wat de
dokter»zegt!"
Die laat gelukkig niet lang op zich
wachten. Het is een goedmoedige
man, die Jeanne vanaf haar school
jaren kent en even glimlacht, als hij
haar met de buurvrouwen in de zie
kenkamer aantreft.
„Zo, zuster Adriana, hebben ze je
weer eens bij moeders pappot van
daan gehaald? Een tegenvaller, hé,
juist nu je een rustige tijd dacht te
hebben!"
„O, dat is niet erg dokter!" ant
woordt ze vlug en ze meent het, want
nu ze voor de zoveelste maal aan
■een ziekbed staat, is ineteen ook de
oude liefde voor het werk weer bo-
vengekomen.
Gespannen volgt ze de bewegingen
van de geneesheer, terwijl hij de
patient onderzoekt.
„Is er doorlopende verpleging no
dig?" vraagt ze na afloop.
Hij wacht even niet zijn antwoord.
„Alleen mag ze natuurlijk niet
zijn!" zegt hij dan, op de hem eigen
bedachtzame manier.
„Is 't een ernstig geval?"
„Niet zo ernstig als het zich
in 't begin liet aanzien. Het hart en
de longen zijn goed, de benauwd
heid komt ergens anders uit voort!"
„Ik wil wel dag en nacht hier blij
ven als 't moet, ik ben er nu toch!"
biedt Jeanne aan.
„Nee, verpleegster in hart en nie
ren, dat moet nu eens niet. Ik denk
dat één van de buurvrouwtjes wel
zo vriendelijk wil zijn om overdag
de taak van zuster te vervullen.
Voor 's nachts zal ik ook hulp zien
te krijgen, dan kun Je de zieke twee
maal daags wassen en temperatuur
opnemen en verder Je welverdiende
rust genieten!"
Zo blijft het besloten, en in stilte
is Jeanne er toch wel blij om, dat
dokter haar niet met de hele verple
ging belast. Ze heeft het de laatste
maanden erg druk gehad in 't zieken
huis, een paar weken rust is daarom
heus geen overbodige weelde.
Voortaan helpt ze Tó enkel 's mor
gens en 's avonds. Vrouw Stegeler
heeft op zich genomen haar overdag
te verzorgen, zodat buurvrouv/ Trijn
tje, die twee kleine kindertjes heeft,
daar vrij van is. 's Nachts kornt er
een vrouw uit het dorp, die alleen
woont en dus wel van huis kan.
To is geen moeilijke patient. Ze is
altijd een stil in zichzelf gekeerd
vrouwtje geweest, dat zich nooit op
de voorgrond stelde, geen buurpraat
jes maakte en daardoor langzamer
hand de kans kreeg van er een stuk
of wat op de loop te hebben. Als Je
anne haar op de vastgestelde uren
komt helpen, laat ze dat gewillig
en zonder klagen toe, ofschoon het
duidelijk te merken is dat vooral het
wassen Van haar rug en borst haar
pijnlijke ogenblikken bezorgt. Praten
met de zuster doet ze weinig, even
min als met de vrouwen die haar
verplegen. Ze neemt alles wat haar
gegeven wordt met dezelfde kalme
gelatenheid aan.
Op een morgen, als buurvrouw
Stegeler even naar huis is gegaan
om de bakker te helpen en Jeanne
juist op dat ogenblik binnenkomt,
vindt zij de zieke in aandachtige be
schouwing van iets dat ze in haar
handen houdt. Zodra ze echter merkt
dat er iemand in de kamer gekomen
is, stopt ze 't haastig weg onder haar
kussen. De zuster doet of ze niets
heeft gezien, zegt opgewekt „goeden-
mergen" en begint met haar dage
lijkse behandeling.
Het valt haar op dat To vandaag
wel bijzonder weinig spraakzaam is,
en wanneer ze zich na het wassen
bukt om haar dek goed te leggen,
ziet ze plotseling tranen in de ogen
van haar patient.
„iVIaar, Juffrouw Donkermans, wat
is dat nu?" vraagt ze deelnemend.
„Och, niets zuster Is buur
vrouw al terug?"
„Ja, ze is achter 't huis geloof ik.
Moet u haar hebben?"
„Nee, maar zuster, doe de kamer
deur eens goed dicht, dan zal ik u
wat vertellen!"
Als de verpleegster, na aan haar
verzoek te hebben voldaan, bij haar
terugkomt, begint ze fluisterend, als
of ze toch nog bang is dat iemand
het horen zal:
„Hebt u niet gezien waar ik zo
pas naar lag te kijken, toen u bin
nenkwam?"
En op 't ontkennend hoofdschud
den haalt ze van onder het kussen
een zilveren horlogeketting te voor
schijn, die ze aan Jeanne laat zien.
„IMooi!" bewondert die, hoewel ze
er niets bijzonders aan ziet. „Zeker
van uw man geweest?'
„Nee!" antwoordt To en haar
mondhoeken trillen. „Niet van mijn
man, maar van de jongen die mijn
man had moeten worden!"
Een ogenblik zwijgt ze, om dan
met een zucht te vervolgen:
„U weet misschien dat ik vroeger
in de stad heb gewoond. Mijn vader
was daar onderwijzer en ik had nooit
gedacht dat ik nog eens in een een
voudig dorpshuisje terecht zou ko
men. Maar daar gaat het nou
niet om. In de stad was een jongen
v/aar ik heel veel van hield. Om geen
mens heb ik ooit zoveel gegeven als
om hém. Maar ik mocht hem niet
hebben, omdat„Zé slikt even..."
omdat hij een ziekte had, waar hij
niet van genezen kon. Hij is ook
gestorven later, in een sanatorium.
Toen ik. het afmaken moest voor
vader, heb ik Dolf gevraagd me iets
van hemzelf te geven, en dat was
deze ketting. Jarenlang heb ik van
geen man willen weten.Tot ik
met Donkermans trouwde en hier in
't dorp kwam te wonen. Och, hij was
een beste man en ik heb het ook
wel goed met hem gehad. Maar, zus
ter, hij was Dolf niet. Dat verlies
was niet goed te maken, door hem
niet en door niemand. Vannacht heb
ik er weer zo van gedroomd, en daar
om had ik de ketting uit m'n matras
gehaald om hem nog eens te bekij
ken!"
Vrouw Stegeler komt het vertrek
binnen, de zieke bergt haar schat
weer zorgvuldig weg en zuster Je
anne neemt met een extra-hartelijke
groet afscheid. Haar gedachten zijn
op weg naar huis gedurig bij To, het
eenzame vrouwtje met haar groot
verdriet, dat ze als een kruis met
zich omdraagt.
„Wat zijn Gods wegen wonderlijk,"
denkt ze verbaasd, „dat Hif een
mensenleven zo leidt!"
Het 10 jarig bestaan van de Geref.
Vrouwenvereniging ,,Tot Arbeid geroe
pen" te Bruinisse deze week in het Ned.
Herv, verenigingsgebouw met grote op-
ge-Wektheid gevierd, is een feestavond
geworden waarop de vereniging nog
lange tijd met dankbaarheid zal terug
zien.
Na gezamenlijk zingen en gebed, las
de presidente mevr. Quaak-Sieling Ps.
103 aan welke Psalm zij haar openings
woord ontleende.
Het dilemma een herdenking in beslo
ten kring of een herdenking op feeste
lijke wijze, was lange tijd een onderwerp
van gesprek geweest in de bestuursver
gaderingen, maar waar het 10 jarig be
staan toch iets feestelijks betekende be
sloot men ook tot een feestelijke viering
waarbij zij in het bijzonder het welkom
toeriep aan ds en mevrouw Bremmer,
die indertijd zulke stuwende krachten
waren geweest bij het oprichten en die
nu van Numansdorp waren overgeko
men om het feest mee te maken.
Het propagandastuk „Kom »ga met
ons", bleek geheel eigenwerk te zijn van
mevrouw Wiebrens-Beekman, ook een
door mevrouw IJzelenberg-JOlree voor
gedragen verslag over het 10 jarig be
staan, op rijm en een A.B.C, vers vor
mend was werk van mevr. Wiebrens,
terwijl ook mevr. IJzelenberg-Olree zelf
later met een eigen werkstuk voor het
voetlicht kwam.
Beide dames geven elkaar op het ma
ken van eigen werk weinig toe en een'
eigenwerkstuk slaat natuurlijk op een
feestavond als deze altijd in, maar het
propaganda stuk was dan ook een stuk
dat er zijn mocht, dat in drie bedrijven,
theevisite, verenigingsavond en 't re
sultaat, op goede wijze uitbeeldde, hoe
men voor het werk van de vrouwenver
eniging gewonnen kon worden.
iDe inleiding van mej. Jo Haeck „Hoe
worden we oud", die de volle aandacht
had en deze aandacht eveneens verdien
de, lokte vele reacties uit in de vorm
van vragen, zowel van de leden der ver
eniging als Uit de zaal.
Bij de felicitaties bleken zelfs uit
Tholen vertegenwoordigsters van ande
re verenigingen aanwezig, hierbij kwa
men ook ds en mevr. Bremmer nog aan
het woord om oude herinneringen op te
halen uit de tijd van de oprichting en
van de eerste jaren.
De leden van de Geref. kerk waren in
groten getale aanwezig en de mannen
werden getracteerd op sigaren en siga
retten. In het tweede gedeelte was het
vooral het eigen gedicht van mevrouw
IJzelenberg-Olree, dat de bewondering
opwekte en dat op het programma ver
meld stond als „Het leven", maar dat
evengoed „Van de wieg tot het graf"
had kunnen heten. Natuurlijk werd dit
programma gelardeerd, door de nodige
zangstukjes, gereciteerde gedichten en
stukjes proza waarbij niet vergeten mag
worden de waardevolle medewerking
van de Meisjesvereniging op G.G. Sur-
sum Corda. De blokfluit bespeeld door
leden van die M.V. was eveneens een
goede muzikale afwisseling, de zang
van Lena Muller (solozang) was bij
zonder goed en een nummertje hersen-
gymnastiek wil er ook altijd in.
De plaatselijke predikant ds Wielema-
ker hoopte, dat de „10 jarige dochter"
zou mogen opwassen en toenemen in de
genade, zoals vroeger de lantaarnopste
ker rond ging zo kunnen ook de leden
van de vrouwenvereniging overal het
licht opsteken, dat de duisternis ver
drijft. De vrouwen zijn mede geroepen
„De Fakkels brandende te houden".
Na dit ernstige slotwoord werd met
gebed, door ds. Wielemaker geëindigd.
Nogmaals: de schoolstrfld
Onze Kanttekening van 15 oktober
over de schoolstrijd op het eiland Tholen
heeft nogal wat pennen in beweging ge
bracht. De C.B.T.B. had van de raacf
Van St. Annaland een z.g.n. noodzake
lijkheidsverklaring gekregen om in die
gemeente een Chr. Landtaouwhuishoud-
school te stichten, de Z.L.M, wist dat
zelfde gedaan te krijgen in St. Maar
tensdijk. Wij vonden dat een enigszins
vreemde figuur: een vereniging, die op
sommige plaatsen neutrale, op andere
plaatsen Christelijke scholen exploiteert
en we merkten op, dat dit naar ons we-
ten, nog nergens gebeurd was. We heb
ben ons daarin vergist, want de Z.L.M
heeft te Haamstede, te OostkapeUe en
te Middelburg wel degelijk officieel er
kende Chr. Landbouwscholen in exploi
tatie. Zowel voorstanders van de C.B.T.
B. als van de Z.L.M, hebben ons daar
opmerkzaam op gemaakt en we willen
gaarne deze onjuistheid corrigeren.
Dit doet echter niets af aan het feit
dat de Z.L.M, niet de aangewezen or
ganisatie is om Chr. landbouwscholen
te stichten en het is een bewijs te meer
voor het feit dat de Z.L.M, een vereni
ging is waarin de liberalen de toon aan
geven. Niet het oude liberalisme, dat
onverdraagzaam was, maar het meer
gematigde en verdraagzame liberalisme,
dat „voor elck wat wils" heeft: In stre
ken met een minder sterke godsdiensti
ge overtuiging een neutrale school, in
andere, uitgesproken Christelijke ge
bieden een Christelijke school. Dat de
Z.L.M., volgens haar program, de be
ginselen van het Christendom aanvaardt
lijkt ons voor velerlei uitleg vatbaar en
het is nog niet gebleken, wat ze daar
precies onder verstaat.
In elk geval wil een organisatie zon
der confessionele gebondenheid een Clw.
school stichten. Hoe dat mogelijk is, is
ons een raadsel.
Het heeft de schijn dat de Z.L.M
haar monopolie in Zeeland niet wil ver
liezen en dat ze daarom al het moge
lijke doet om aan de macht te blijven.
Het is wel tekenend, dat alle kerkera
den, Chr. schoolbesturen en Chr. Vereni
gingen op het eiland achter de C.B.T.B,
staan en de pogingen van de Z.L.M,
niet steunen! Het is onbegrijpelijk dat
óók de drie rechtse raadsleden van St.
Maartensdijk hun stem aan de nodig-
verklaring van de Z.L.M, hebben gege
ven. Dat werkt de verdeeldheid in de
hand.
We spreken nogmaals de hoop uit, dat
„Den Haag" gunstig zal beschikken over
het verzoek van de C.B.T.B. Dat lig'
meer in de lijn van het eiland Tholen.
Het is
en dikwijl
Soms is d
voordelig',
b.v. niet. i
pa (met
voor. De
dat er te