HAAR WOORD GETROUW Modeshows Fa. Nipius trokken weer veel belangstelling Kerkgeschiedenis van Den Bommel Burgerlijke Stand uitreiking diploma's aardappelselecteurs Maximum snelheid voor sommige motorrijtuigen lager dan 50 km Veel exclusieve modellen En nieuwe siijl Opening bazar Speeltuin vereniging te Middelharnis Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" Dinsdag 15 oktober 1957 Maandagmorgen j.l. waren reeds om half tien een groot aantal jonge agra riërs, zowel boerenzoons als arbeiders in hotel Spee te Sommelsdijk aanwezig, op uitnodiging van het lagelijks bestuur van de keuringsdienst Zuid-Holland, in verband met het feit, dat hun in een bijeenkomst met het dagelijks bestuur het diploma aardappelselecteur zou wor den uitgereikt. Ondanks het prachtige herfstweer waarnaar lange tijd reikhal zend was uitgezien, in verband met de drukke werkzaamheden op de akker, waren ze van heinde en ver, zelfs van Voorne en Putten en Rozenburg samen gekomen, om hun zowel praktische als theorethische studie van de laatste twee jaar bekroond te zien door het ontvan gen van het zo begeerde diploma. Jam mer, dat door de mist de heren van de oiverkant, pas om half elf aanwezig kon den zijn. Achter de bestuurstafel had den toen plaats genomen de heren W, Vogelaar uit Stad aan 't Haringvliet, voorzitter van de K.Z.H.; ir. Goetsch, directeur van de K.Z.H.; ir. Bruts, di recteur van de N.A.K., voor deze gele genheid uit Wageningen overgekomen en de heer Jansen uit Zoetermeer, lid van het D.B. In zijn openingswoord wees de voorz, op de grote betekenis van deze bijeen komst in de eerste plaats voor de ge slaagden zelf, maar zeker ook voor de keuringsdienst en voor de telers van aardappelen pootgoed. Hoewel het telen van dit pootgoed. niet ieder jaar even succesvol verloopt, blijkt toch uit de export van 270.000 ton pootgoed in het minder gunstige jaar 1956, van hoe grote betekenis de pootaardappelteelt voor ons land is. De selectie van het aardappelgewas is bij deze teelt zeer be langrijk en wanneer deze selectie ge schiedt door deskundige gelecteurs, mag verwacht worden, dat het resultaat daarvan tot uiting komt in een hogere klasse, bij de keuring, dus in beter pootgoed. De voorz. verwachtte, dat de geslaagden zich met toewijding aan het selectiewerk zullen geven en meende dat succes dan zeker niet kon uitblij ven. Na uitreiking der diploma's kreeg de heer ir. Brust het woord. Hij feliciteer de de geslaagden met het behalen van de bepaalde trap van ontwikkeling, die uitreiking van het diploma rechtvaar digde maar een goede selecteur is men pas, als men zorgt bij te blijven. Uit de oude rassenlijsten blijkt duide lijk de grote wisseling in de geteelde rassen van vele gewassen, vooral bij tarwe. Doch ook bij de aardappelen zijn' vele oude rassen verdwenen en door nieuwe vervangen. De eigenheimer heeft zich lang staande kunnen houden, doch is vooral in 't laatste jaar sterk terug- Op 1 november a.s. wordt de maxi- mum-snelheid in de bebouwde kom inge voerd. Volgens deze maatregel zullen motorrijtuigen binnen de bebouwde kom niet sneller dan 50 km per uur mogen rijden, tenzij door borden een toegelaten snelheid van 70 km per uur is aange geven. De Algemene Verladers- en Eigenver voerders Organisatie (E.V.O.) wijst er echter op, dat voor bepaalde categoriën motorvoertuigen de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom zowel als daar buiten lager dan 50 of tussen 70 en 50 km per uur kan hggen. Een vrachtauto waarvan de wieldruk hoger is dan 2400 kg mag nooit sneller rijden dan 60 km per uur. De maximale snelheid voor een vrachtwagen met aan hangwagen mag, als de wieldruk meer dan 375 kg bedraagt niet sneller rijden dan 50 km per uur. Van voertuigen met een lange naar achter uitstekende la ding (2/3 wielbasis met een maximum van 5 meter) mag de snelheid in geen enkel geval de 40 km per uur te boven gaan. Bestuurders van de hierboven genoem de categoriën voertuigen doen er dus goed aan niet alleen rekening te hou.- den met de algemene snelheidsbeperking binnen de bebouwde kom, maar ook met de voor hun voertuigen geldende maxi- gelopen. Welke vervangers komen daar voor in aanmerking? De N.A.K. is geen instelling, die in dezen advies mag ge ven, doch wel raadt ir Brust aan veel aandacht te besteden aan de rassen- proefvelden en aan de rassen die op deze proefvelden naar voren komen. De aard- appelteelt in Z.-H. bepaalt zich tot en kele rassen; de eigenheimer, bintje, alpha en furore, in N.-H. daarentegen is een veel grotere rassenspreiding, mede in verband met de grotere binnenlandse afzet in deze provincie. Een wat breder basis acht ir Brust ook voor Z.H. wen selijk. Bij de pootgoedteelt wordt door de keuringsdiensten getracht meer ver antwoordelijkheid te leggen op de teler door bij het vaststellen van de rooidata meer uitloop te geven. Een grotere ver antwoordelijkheid voor de teler brengt ook een grotere verantwoordelijkheid voor de selecteur. Ir. Goetsch hoopt als directeur van de KZH de resultaten van het bezit van het diploma te kunnen constateren in de uitslagen van de keuringen in de toekomst. Het DB heeft gemeend aan de best geslaagde cursist een boek aan te bied enen wel: „25 jaar N.A.K. met als ondertitel „Van Ras tot gewas". Piet Biemond uit Stellendarn mocht dit mooie boekwerk uit handen van de voorz. in ontvangst nemen. Alle andere geslaagden ontvingen: 50 jaar KZH ge schreven door de oud directeur G. A. van der Waal. Ook ir. Goetsch wees op de grote be tekenis van de I.V.R.O. observatieproef velden waarvan er helaas in Z.H. maar twee bestaan, n.l. één bij het gebouw van de KZH in Barendrecht en één bij de proefboerderij te Westmaas. Dit aan tal is te weinig. Een dergelijk proefveld zou zeker ook nodig zijn op Flakkee, ir. Goetsch hoopte in dezen op medewer king van de geslaagde selecteurs, en van de voorlichtingsdienst. Door zo'n ob servatieproefveld zouden de aardappel telers op ons eiland beter worden geïn formeerd omtrent de betekenis van de opkomende nieuwe rassen als plaatsver vangers voor de oude De heer Goetsch wees op de mogelijk heid ook de goedgekeurde aardappelen in een hogere klasse te laten uitgroeien terwijl ze dan toch in de klassen E en A kunnen worden gehandhaafd, indien althans de Igel. Lange test aantoont, dat een dergelijke hadhaving gemoti veerd is. Dit geldt o.a. voor de rassen bintje, meerlander en alpha, echter niet voor de eigenheimers aangezien hierin te veel mozaïk of A virus kan voorkomen. Enkele jaren terug werden veel eigenheimer B geëxporteerd naar Brazilië, doch dit land heeft zijn belang stelling voor dit pootgoed verloren. Dit is waarschijnlijk een van de rede nen dat de eigenheimer teelt aan het teruglopen is. Als consumptieaardappel is de eigenheimer echter nog steeds ge vraagd. In de rassenlijst 1957 staat als nieuw ras vermeld Kwinta, een kruising tus sen eigenheimer en record, waarvan staat aangegeven, dat de consumptie kwaliteit op kleigrond goed is. Een der geslaagden, Theo Jacobs uit Den Bommel sprak een woord van dank voor de aangename en interessante les sen en bood namens de ex-cursisten aan de leraren van de cursus en aan keur meester de Geus voor de gegeven les sen op 't veld een kistje sigaren aan, welk geschenk in dank werd aanvaard. Intussen kunnen nog steeds leerlingen voor een nieuw te beginnen selectie cursus worden opgegeven, die bij vol doende deelname in november op de landbouwschool een aanvang zal nemen De hieronder vermeldde diploma-bezit ters zullen gaarne alle gewenste inlich tingen over de cursus verschaffen. Henk Ardon; Dick Grootenboer; Jacob Grootenboer; Nico Mijnders te Dirksland Piet Biemond te Stellendarn; Lies van Putten, MeKssant; Fr. Both, Theo Ja cobs; Klaas VroegindeweijArnold van Vugt; Corn. v. Mourik Dingeman Wit- tekoek te Middelharnis; Ko van Strien te Battenoord; Theo Jacobs; Dick Pee- man te Den Bommel; André van Reijen; Jan van Oorschot te Achthuizen; Wim van Dam te Ooltgensplaat; Arie Arens- man en Bas Visser te Stad aan 't Ha ringvliet. Ook op deze plaats wensen we de ge slaagden van harte geluk met het be haalde succes. Dior, die ons, vrouwen, de rokken tot op de enkels heeft laten dragen, heeft het voor dit jaar weer anders verordineerd. Dit jaar wil hij, dat de rok tot even onder de knie komt. En al zouden wij dit modevoorschrift liever niet op volgen, wij zullen het wel gehoorzaam zijn, omdat wij altijd met de mode mee doen. Datzelfde geldt voor de japon in hemdmodel. De bolle rug en het nauw sluitende om de knieën doen vreemd aan, maar ook daarin zullen wij de mo dekoning wel volgen. Die hemdjapon vormt zelfs het beslissende element in de nieuwe mode, mede omdat de ontwerpers er hun grote idee van dit sei zoen in hebben neergelegd. We gaan er dus aan meedoen, vooral nu dit ontwerp ook op ons eiland geïntroduceerd is tijdens de modeshows, die fa. J. J. Nipius donderdagmiddag en avond heeft gegeven in de grote zaal van hotel Meijer te Middelharnis. Vele japonnen, die daar getoond zijn, waren geïnspireerd op het hemdmodel. Dat hebben de vele dames, misschien tot hun verbazing kunnen constateren. Hiermede hebben wij tevens aangegeven, dat de shows als altijd trouwens veel belangstelling trokken niettegenstaande de griep momenteel ons eiland sterk treft. Mantels nu veelal met bont. Jersy blinkt uit door eenvoud De plooien in die japonnen vallen van boven, in plaats van onder. Maar een enkel ceintuurtje is al in staat om zo'n japon bijzonder aantrekkelijk te maken. De tijd verandert de mode steeds. De ruime rug is daar ook een voorbeeld van. Het zal misschien geleidelijk gaan, maar volgend jaar beslist en waarschijn lijk dit najaar en winter al zullen wij dat bijzondere model dragen, zo verzekerde de explicatrice bij deze shows, mevrouw van Sierenberg. Ook op andere dan vo- renvermelde gronden durfde zij dat be weren. De eerste mensen hebben zich primitief gekleed, met berenhuid of len dendoek, maar al gauw ging men dra peren en eigenhandig' gemaakte siera den aanbrengen. Van oude beelden en schilderingen kan men de Griekse kle derdracht nagaan, aldug mevr. van Sierenberg en op hetzelfde moment dat Bij dit vertelde, betrad een mannequin de zaal, gekleed in een gewaad zoals de Griekse vrouwen gedragen moeten heb ben. In Egypte groeide de lendendoek uit tot een kledingstuk in kokermodel of beruchte? Cleopatra er hebben uitgezien. Ook een welg'estelde dame uit Kreta, eens het centrum van de be schaving, kwam haar fraaie kleding laten bewonderen; plechtstatig, met een kruik op het hoofd, schreed de volgende mannequin over de lopers door de zaal Waarmede aangetoond werd, dat ook in oude tijden al de mode steeds wisselde. Aannemelijker, voor degenen, die aan het nieuwe moeten gewennen, waren de modellen, die in het verdere van deze shows van fa, Nipius naar voren wer den gebracht. B.v. in jersey, de dracht bij uitnemendheid voor de winter. We zagen zelfs een kledingstuk, waarin aparte klokken verwerkt waren, zeer bijzonder afkledend, ook voor de grotere maten. Een mannequin droeg een diago naal gestreepte beige blouse, met bruine plissee rok. De jersey blonk uit door zijn eenvoud, ook en vooral toen fraaie japonnen getoond werden in deze stof met louter een ceintuurtje als gar nering. Die deden het wonderlijk goed jn deze shows en zonder dat men het besefte moest men het hemdmodel be wonderen, want verschillende japonnen werden getoond met blousende ruggen. Bewondering trokken ook de deux- pieces, de meeste met effen rok en jaquard geweven blouse of jasje, Stof fen japonnen ontbraken natuurlijk niet, van kamgaren, met petita ruitjes, schotse ruiten van schots tweed. Mantelcostuums met bontgarnering zijn ook in de mode. Hier schots tweed, dat prettig draagt. Bont zagen wij ook op de mantels, zelfs op de meeste, die de mannequins kwamen demonstreren. Bij de een is de garnering al kunstiger gevonden dan bij de ander en zo bewon derden wij ook een licht beige mantel met op de grote kraag dito gekleurd seal Een andere mantel, in de grote maat, van floush mohair, had zelfs twee soor ten bont op de kraag en de revers, n.l. nerz en persianer. De mannequin oogst te er groot applaus mee. Pa. Nipius, dat bleek ook nu, brengt steeds meer korte en lange bontmantels. Heel chique waren er bij en we konden het verstaan, dat de pianist van de zil vervloot ging spelen toen een manne quin in een schitterend mooie mantel van zeehond ten tonele verscheen. Tal loze smalle reepjes waren er voor aan elkaar gezet om dat Idedingstuk te ver werkelijken. En zo werden er nog vela getoond o.a. een lange bontjas van persianer pattes die lokten tot kij ken en bezitten. Na de pauze kwam de meer feestelij ke kledij aan de beurt. Al nemen wij node afscheid van de zomerkledij, de cocktail- en avondtoilletjes maken dat weer goed. Men wil zich voor een avondje immers eens extra mooi kle den. Dat daar gelegenheid voor is be wezen deze shows mede. Een der avond- toiletjes kwam in het middelpunt der belangstelling te staan. De demonstre rende mannequin zag er wel bijzonder chique in uit, in die zwaar zijden lange japon, die aan zijde een mouw had, terwijl aan de andere kant de stola over dekt werd door een grote lila strik. De oudere der mannequins droeg o.a. een beige kanten japon met tule over- rok, terwijl, de jongste trots door de zaal schreed met haar baljapon van zil- verbrocaat. Aan het slot van de shows kwamen de andere mannequins in bruidstoiletten de zaal in en dan maakten zij alle vijf te gelijk voor de laatste maal hun ronde ten afscheid, met een bouquet anjers, hen aangeboden door de heer Nipius Jr., in de arm. Wederom een prachtig slot van zeer interessante modeshows. Het damescomité van de Speeltuin vereniging alhier, heeft zoals bekend, een bazar georganiseerd die donderdag 17 oktober, des nam. 4 uur door burge meester F. W. Hordijk geopend zal wor den. De bazar wordt gehouden in de voormalige Openbare U.L.O. school. De drie zoons van EDSEL Ford, naar wie het nieuwste pnodukt van de Ford Motor Company is genoemd, gezeten in een Edsel Citation Convertible. Van links naar rechts ziet TJ; William Clay Ford, Benson Ford en Henry Foi-d II, de President van het Ford concern. Hun vader, Edsel Ford, de .zoon van de stichter van de Ford organisatie, was President van de maatschappij van 1919 tot aan zvjn dood in 1943. 36 VABIA Door het overlijden van ouderling van Dijke zag de kerkeraad zich voor een moeilijkheid geplaatst. Het was n.l. niet de gewoonte om midden in het jaar de gemeente op te roepen om te komen stemmen. Dan de vacature maar aan houden? Neen, dat mocht ook niet. Het onderzoek in de classicale besluiten wees uit, dat de laatstafgetreden ouder ling, die ook werkelijk was heengegaan, nu weer zijn oude plaats moest innemen. In datzelfde jaar 1771 besloot men tot Vergroting van het kerkhof. De laatste tijd waren er nog al wat vreemdelingen ter aarde besteld. Nog werden de inge zeten burgers van goede stand steeds In de kerk begraven. Dat zou echter niet zo lang meer duren. De eigenaar van de naast liggende grond die destijds ook grond verkocht had voor de consistoriekamer, was er voor te vinden, dat wij het kerkhof met 16 roeden gingen vergroten. Meteen wa ren wij er nu ook af om telkens voor twee jaar verlenging te vragen. Een nieuwe schoolmeester Een enorm breedvoerig uitgeschre ven kwestie met de Ambachtsheer deed zich voor in 1767, toen de schoolmeester Johs. van Weel zijn ambt neerlegde. Hiermede was tevens de betrekking van koster, doodgraver, voorzanger, en uur werksteller vacant gekomen. De vader bedacht op erfopvolging op deze troon, had reeds achteraf gesolliciteerd bij de Ambachtsheer voor zijn zoon. Dit was hem gelukt en zo werd Anth. van Weel per 18 augustus 1767 aangesteld, waar van akte. Toen hij zich bij de kerkeraad kwam aandienen als zodanig, was de kerke kamer te klein. Ds Bonte liet zich zo maar niet de wet voorlezen en stelde voor, de schoolmeester niet dan voorlo pig en onder protest te erkennen. Hierin bewilligde de kerkeraad met een opmer king van een enkele om zich direct maar te schikken in het onvermijdelijke. Maar ds. Bonte ging de zaak uitzoeken bij een advocaat. De rechtsgeleerde oordeelde, dat het ambt van schoolmeester koster en doodgraver van burgerlijke aard was, terwijl dat van voorzanger kerkelijk bleek te zijn. Het kosterschap stond dus op een lijn met gerechtsbode, waaruit de eenheid 1 van kerk en staat blijkt. Toch was er een zeldzame verwarring of misschien beter gezegd Ineenstrengeling. De hier genoemde burgerlijke werkzaamheden werden betaald uit de kerkekas en wat kerkelijk genoemd werd als voorzanger werd betaald uit geraenelandsgoederen, De meester ontving zijn tractement uit j de kerkekas en wie het betalen kon, be. taalde ook nog voor zijn kinderen, ter. wijl het leren der arme kinderen uit de diakoniekas werd vergoed. De winter, avondschool kostte per kind 4 duiten 1 per week (na 1820 zeggen wij vierduit- stuk is 2% cent, dat nu ook al weer van de baan is) plus een stuiver voer de kaars. Die gevorderd waren tot liet schrijven betaalden 6 duiten per week. Ds Bonte wilde het nu eens grondig uitzoeken waar de Ambachtsheer zijn recht van aanstelling op grondde van een schoolmeester, die door de kerke, raad werd bezoldigd. Dit voelde de Ambachtsheer ook wel aan en toen de kerkeraad zich niet ontzag, dit gereclr. telijk te onderzoeken, heeft de Am. bachtsheer wel voor deze keer zijn keuze gehandhaafd, doch te kennen ge- geven, dat hij er zich voortaan niet meer mee zou inlaten. Onnodig hierop verder in te gaan. Alles is uit den treure breedvoerig be schreven. Maar de erfopvolging was een feit geworden en hiermee was voor de derde maal er een schoolmeester van Weel. De kerkeraad schikte zich in zijn lot en heeft zich met de heer van Weel verzoend door hem te erkennen. Van zijn kant heeft hij zich een waardig schoolmeester betoond. Herdenking Dortse Synode Het jaar 1768 brak aan en de domi. nee zijn gedachten gingen uit naar 1618-1619. Dat was het jaar van de be kende Dortse Synode, waar de kerk op. nieuw haar grondslag kreeg en het be sluit viel tot de vertaling des bijbels, De predikant besloot een predikatie uit te geven. Kortom, dit feit werd kerke lijk herdacht op 28 mei 1769 toen het precies anderhalve eeuw geleden was, dat de synode werd gesloten. Met aller lei classicale wetten ig zij ingebonden in een lederen band. Dit werd nu aan de kerkeraad aangeboden en is trouw in het archief bewaard. Daarbij de wens, dat men dit historisch stuk een goede plaats zal geven voor het nage slacht. En dat niet alleen, maar ook de vermaning bij de oude beproefde leer te blijven. De preek was gedrukt te Leiden bij Adrianus Bonte, zeker familie van onze predikant. De tekst was uit Judas vera 3. Voor de uitgave had hij toestemming nodig van de classis, welke hij dan col! verkregen had. Ds Bonte waarschuwt tegen verlei ders en maakt dit duidelijk met een voorbeeld uit de oudheid, toen de schaapherders vrede wilden maken met de wolven, maar de wolven bedongen dat de onrustige honden gedood moes ten worden. Dit geschiedde en toen ver slonden de wolven de schaapjes. De voorrede, opdracht en preek is samen een lijvig boekwerk. De herdenking zal zeker wel vier uren geduurd hebben. Hij vraagt excuus voor zijn uitvoerigheid. Ook komt er nog in voor de honderd jarige herdenking anno 1719. Hoe het zij, de herdenking is hier plechtig gevierd. Maars8«rL. Ds G. van der Zee (Wordt vervolgd) MIDDELHARNIS Burgerlijke stand over sept. 1957. Ingekomen: A. van Kassei van Moor drecht; A. A. Th. Bervoets van War mond; H. Welleweerd en gezin van S'milde; J. Aleman en echtg'. van Oud- dorp; J. Schuurman van Sommelsdijk; H. J. Spelt van Dinteloord; J. L. Zaaijer en gezin van Sommelsdijk; J. Zaaijer van Sommelsdijk; J. M. Nieuwland-Kic- vit van Sommelsdijk; C .Nieuwland en gezin van 's-Gravenhage; B.. F. Glas- Purell van Hilversum; A. Kerdel van Dirksland; H. Klandermans van Dirks land; IJ. Geene-de Joode van Rotterdam L. Geene van Rotterdam; A. de Groote van Terneuzen; A. M. van der Havo Van Baarle-Nassau; H. L. Oosterloo van Rotterdam. Vertrokken personen: B. H. M. Pa- bert naar Oudenbosch; C. A. Paarde- koper naar Delft; K. van der Sluijs naar Hilversum; J. W. Hempenius naaï 's-Gravenhage; C. L. J. Jansen naar Vlissingen; P. E. Hendriksz naar Gouda A. van der Waal-Blok naar Vlaardin^ gen; H. ten Have naar Driebergen; C. J. Tissink naar Nieuwer-Amstel; H, Westinga en gezin naar Naarden; M. v. Urk naar Culemborg; E. Driesse naat Eist; P. Geluk naar Den Helder; J, Farkas naar Dordrecht; A. Driesse naar Voorburg; C. M. A. de Ronde en doch ter naar Vlissingen; J. Koppenaal en gezin naar Ten Boer; H. M. Bakelaar naar Ridderkerk; W. Hoekzema en ge- zirr naar Arnhem; S. de Vos naat 's-Gravenhage; J. Götz van der Vet en gezin naar 's-Gravenhage; L. SiereveW naar Borne. Huwelijksaangiften: D. W. Kievit 22 jaar en I. Verwers 22 jaar. Gehuwd: A. Mierop 23 jaar en J Schellevis 24 jaar. Geboren: Pietertje Magtelina d. v. G, K. Horseling en A. Huizer; Pieter Hen drik z. V. J. Troost en A. M. van Driel; Mariena d. v. H. van Eesteren en J, van Nierop; Gertruda d. v. H. v. Bladfl en C. Verbeucken; Pietemella d. v. J. Vroegindeweij en A. N. Volwerk; Pleuii z. V. J. Troost en J. Bogert; Abrahais Johannes z. v. A. J. Broekhuijsen en l C. Kaptein. Overleden: L. A. M. Polder 42 jaar echtg. van W. Krijgsman; H. Koote 75 jaar echtg. van A. Driesse; M. E. de Waard 83 jaar wed. van P. L. Koster VERVOLGVERHAAi. öoor H. KINGMANS (43) 't Is geen opwekkend nieuws, gesteld dat zij op andere wijze niet iets te we ten zijn gekomen. Wat weet hij per sal do van Gebhard? Met een stom gebaar en ogen vol wanhoop nam Gebhard in Tunis, toen die moor hem gekocht had afscheid van hem: Leeft hij nog? Is hij dood? Welk een helleleven heeft Geb hard te doorstaan gehad? Enfin, iets kan hij dan toch vertellen, als de men sen nog niet op de hoogte zijn. Je kunt tenslotte niet weten: Gebhard was van een klein geruchtje niet vervaard. Hij kon gevlucht zijn en naar Duitsland te» ruggekeerd zijn. In Bunzlau komt hij in elk geval wel iets te weten. En dan naar Liegnitz! Het hef tig verlangen in zijn hart is de laatste dagen toegenomen, 't Zal nog wel erger worden, hoe dichter hij het dorp na dert... Hij kijkt weer uit het raam van zijn kleine kamer, waarin een bed een tafel een stoel, welk raam een wijd uit- aicht verleend op de rivier. Heel in de verte bespeurt hij iets, dat zijn aan dacht in hoge mate trekt. Er is geen twijfel aan. Hoe vaak heeft hij dat in vroeger jaren al niet gezien! 't Is, of er niets veranderd is. Daar nadert van ho- ger-op een houtvlot, dat langzaam maar zeker naar beneden glijdt. Als poppe tjes zijn de mannen, die heen en weer lopen met lange stokken, om het vlot van de oever af te houden. Wat zei de waard? Hij verwacht elke dag de vlotjagers van Liegnitz. Maar dan kan hij straks bekenden ont moeten. Het is volstrekt niet onmogelijk dat Hermann er bij is! In elk geval komt hij een en ander van het dorp en de zijnen te weten. Sneller dan hij naar boven is gegaan, duikt hij naar beneden en roept de waard in de gelagkamer toe: ,,er nadert een vlot. Kunnen dat er van Liegnitz zijn?" „Natuurlijk. Van andere plaatsen ko men hier geen vlotten. Maar het is de vraag, of ze nu hier aanleggen, want het is nog lang geen avond". De waard loopt, gevolgd door Jochem naar het plankier. Maar een kronkel in de rivier onttrekt het vlot aan zijn oog. „Zijn ze dichtbij? Wacht, ik zal bo ven kijken". Wanneer hij terugkeert: „Je moet nog wel een uurtje geduld hebben. Mijn res pect voor je scherpe ogen. Ik kan de lui nauwelijks zien". Een uur is een lange tijd, als je wacht Maar een eind komt er aan. Jochem staat naast de waard op het plankier. als de kop van het vlot recht op hem af schijnt te komen. Geschreeuw weer klinkt. Doch één stem is gezaghebbend, 't Is die van de leider, die zijn bevelen geeft. De herbergier heeft al lang bemerkt, dat ondanks het vrij vroege uur toch zal worden aangelegd. Dan is het ook wel zeker, dat de lui pas morgenvroeg verder gaan. Dat bevalt hem. Vanavond een man of tien, twaalf in de gelag kamer. Bovendien komen de dorpelin gen dan ook opzetten, wijl de vlotjagers nieuwtjes brengen... 't wordt een druk ke avond voor zijn vrouw, zijn dochter en hem! Jochem tuurt strak naar de bewege lijke mannen, wie gelaatstrekken steeds duidelijker worden. Over het algemeen zijn het jonge mannen. Hij meent gezichten te her kennen, maar heeft geen zekerheid. Alleen ja zeker, die ouwe daar, bij de hut, dat is zonder twijfel Landman. Enne, enne... die forse, brede gestalte daar op het tweede vlot, wel natuurlijk dat is de houding van Herman. Als hij nu het gezicht eens zag. „Weishaupt!" Een flinke schreeuw is de enige ma nier ,om zijn doelwit te bereiken. De aangeroepene wendt zich om en kijkt naar het plankier, waar de roep van daan kwam. En dan weet Jochem: daar staat zijn broer Hermann, ouder en for ser geworden, maar met de vertrouwde gelaatstrekken. Jochem loopt tot hel: uiterste eind van de aanlegplaats. „Wie roept mij daar?" schreeuwt Hermann. „Ik. Jij bent toch Hermann Weishaupt uit Liegnitz?" „Die ben ik. Wat mot je van mij?" „Straks even met je praten". ,,In orde. Even geduld'". Het heen en weer roepen heeft de an deren opmerkzaam gemaakt. Maar als de vreemdeling in de herberg verdwijnt. Wordt zijn aanwezigheid vergeten en gaat de mering van het lange vlot voort Zo'n karwei wordt niet één, twee, drie Verricht, maar eindelijk dan toch con stateert Landman, de leider, dat de zaak voor elkaar is. Dan springt Hermann, die in werke lijkheid nieuwsgieriger is dan hij zich voordoet, op het plankier en loopt naar de gelagkamer waar Jochem hem wacht niet vrij van zenuwaohtigheid en ontem baar verlangen: nu komt hij alles te weten. „Goeiendag. Je wou mij spreken?" vraagt Hermann. De tegenstelling tussen beide broers is wel heel schril: Hermann fors en zwaar gebouwd; en daarnevens de broodmagere Jochem die in het niet verzinkt bij de houtvlotjager. „Ken je mij niet meer?" Onderzoekend kijkt Hermann hem aan. „'k Heb je nooit gezien bij mijn we- tw". Tóch komt het Jochem voor, dat deze woorden er niet zo overtuigend uitko men. Hij weet niet, hoe Hermann in derdaad aan het twijfelen is. Die denkt aan Jochem, al heeft hij geen zekerheid. De man, die hier vóór hem staat ver schilt wel ontzaglijk veel met die Jo chem, die tien jaar geleden Liegnitz verliet, maar het zou toch kunnen dat hö het was en dan... Een warreling van gedachten vliegt door Hermann's brein: aJs dat mager scharminkel inderdaad Jochem is, dan is alle kans om Lize te wimien, totaal verkeken. En hij begeert haar zo fel. Telkens, als hij haar onmoet, laait het vuur der liefde heviger op. En nu zou... Hij ziet in het lachend gelaat van de vreemdeling. „Mij nooit gezien? Dat denk je maar" zegt die. „Ik ben je eigen broer Jochem" Het volle gelaat van Hermann wordt beurtelings bleek en rood. Dus toch. Hij herkent Jochem niet, maar 't is moge lijk, dat h(j het werkelijk is. „Je bent gek", zegt hij botweg zich omkerend om weg te lopen. Maar in eens beseft hij: dat is struis vogelpolitiek. Als die vent Jochem is, moet hij Jiem anders aanpakken om van hem af te komen, Dus wendt hij zich weer om. „Ik kan mij'» voorstellen, dat je me niet herkent, J. fmann. Niemand van mijn kennissenddeift mij tot dusverre herkend, 'k Het een ontzettend le ven gehad, negen jaar lang. Dat vertel ik je wel. Zeg mij gauw: hoe is het thuis? Wie leven er nog? Vader, moe der? De jongens? De meisjes?" Terwijl zijn broer praat twijfel is nu wel uitgesloten flitst een duivels denkbeeld door Hermann's hoofd: Mi kan Jochem van alles wijs maken, want die weet totaal niets, naar duide lijk blijkt. Hij drukt dan de hand die Jochem uitsteekt. „Ik moet je' wel geloven", zegt W) schor, „maar..." ,Vraag mij uit onze jeugd Hermannr Dan merk je het vanzelf wel. Maar zeg nu eerst hoe het thuis is". „Je behoeft niet naar Liegnitz te gaan" een plotseling invallende gedachte doet Hermann dit zeggen „wat zo» je er doen?" „Je wil toch niet beweren?" „Van de familie leeft niemand meer Ik alleen!" „Maar, maar dat is verschrikkelp"' Jochem heeft zijn broer ontzet bij de arm gegrepen. Die haalt onverschüUê de schouders op. Intussen heeft hij nu al spijt van zijn optreden, 't Is immers krankzinnig! Jochem komt, indien lii dat wil, zo achter de waarheid. Maat Hermann meent, dat hy niet meer te rug kan. En dan Lize zit er tussêS' Hij jnoet haar winnen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 2