HAAR WOORD
GETROUW
Modeshows Fa. Nipius trokken
weer veel belangstelling
Kerkgeschiedenis
van Den Bommel
Burgerlijke Stand
uitreiking diploma's
aardappelselecteurs
Maximum snelheid voor
sommige motorrijtuigen lager
dan 50 km
Veel exclusieve modellen En nieuwe siijl
Opening bazar Speeltuin
vereniging te Middelharnis
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 15 oktober 1957
Maandagmorgen j.l. waren reeds om
half tien een groot aantal jonge agra
riërs, zowel boerenzoons als arbeiders
in hotel Spee te Sommelsdijk aanwezig,
op uitnodiging van het lagelijks bestuur
van de keuringsdienst Zuid-Holland, in
verband met het feit, dat hun in een
bijeenkomst met het dagelijks bestuur
het diploma aardappelselecteur zou wor
den uitgereikt. Ondanks het prachtige
herfstweer waarnaar lange tijd reikhal
zend was uitgezien, in verband met de
drukke werkzaamheden op de akker,
waren ze van heinde en ver, zelfs van
Voorne en Putten en Rozenburg samen
gekomen, om hun zowel praktische als
theorethische studie van de laatste twee
jaar bekroond te zien door het ontvan
gen van het zo begeerde diploma. Jam
mer, dat door de mist de heren van de
oiverkant, pas om half elf aanwezig kon
den zijn. Achter de bestuurstafel had
den toen plaats genomen de heren W,
Vogelaar uit Stad aan 't Haringvliet,
voorzitter van de K.Z.H.; ir. Goetsch,
directeur van de K.Z.H.; ir. Bruts, di
recteur van de N.A.K., voor deze gele
genheid uit Wageningen overgekomen
en de heer Jansen uit Zoetermeer, lid
van het D.B.
In zijn openingswoord wees de voorz,
op de grote betekenis van deze bijeen
komst in de eerste plaats voor de ge
slaagden zelf, maar zeker ook voor de
keuringsdienst en voor de telers van
aardappelen pootgoed. Hoewel het telen
van dit pootgoed. niet ieder jaar even
succesvol verloopt, blijkt toch uit de
export van 270.000 ton pootgoed in het
minder gunstige jaar 1956, van hoe
grote betekenis de pootaardappelteelt
voor ons land is. De selectie van het
aardappelgewas is bij deze teelt zeer be
langrijk en wanneer deze selectie ge
schiedt door deskundige gelecteurs, mag
verwacht worden, dat het resultaat
daarvan tot uiting komt in een hogere
klasse, bij de keuring, dus in beter
pootgoed. De voorz. verwachtte, dat de
geslaagden zich met toewijding aan het
selectiewerk zullen geven en meende
dat succes dan zeker niet kon uitblij
ven.
Na uitreiking der diploma's kreeg de
heer ir. Brust het woord. Hij feliciteer
de de geslaagden met het behalen van
de bepaalde trap van ontwikkeling, die
uitreiking van het diploma rechtvaar
digde maar een goede selecteur is men
pas, als men zorgt bij te blijven.
Uit de oude rassenlijsten blijkt duide
lijk de grote wisseling in de geteelde
rassen van vele gewassen, vooral bij
tarwe. Doch ook bij de aardappelen zijn'
vele oude rassen verdwenen en door
nieuwe vervangen. De eigenheimer heeft
zich lang staande kunnen houden, doch
is vooral in 't laatste jaar sterk terug-
Op 1 november a.s. wordt de maxi-
mum-snelheid in de bebouwde kom inge
voerd. Volgens deze maatregel zullen
motorrijtuigen binnen de bebouwde kom
niet sneller dan 50 km per uur mogen
rijden, tenzij door borden een toegelaten
snelheid van 70 km per uur is aange
geven.
De Algemene Verladers- en Eigenver
voerders Organisatie (E.V.O.) wijst er
echter op, dat voor bepaalde categoriën
motorvoertuigen de toegestane snelheid
binnen de bebouwde kom zowel als daar
buiten lager dan 50 of tussen 70 en 50
km per uur kan hggen.
Een vrachtauto waarvan de wieldruk
hoger is dan 2400 kg mag nooit sneller
rijden dan 60 km per uur. De maximale
snelheid voor een vrachtwagen met aan
hangwagen mag, als de wieldruk meer
dan 375 kg bedraagt niet sneller rijden
dan 50 km per uur. Van voertuigen met
een lange naar achter uitstekende la
ding (2/3 wielbasis met een maximum
van 5 meter) mag de snelheid in geen
enkel geval de 40 km per uur te boven
gaan.
Bestuurders van de hierboven genoem
de categoriën voertuigen doen er dus
goed aan niet alleen rekening te hou.-
den met de algemene snelheidsbeperking
binnen de bebouwde kom, maar ook met
de voor hun voertuigen geldende maxi-
gelopen. Welke vervangers komen daar
voor in aanmerking? De N.A.K. is geen
instelling, die in dezen advies mag ge
ven, doch wel raadt ir Brust aan veel
aandacht te besteden aan de rassen-
proefvelden en aan de rassen die op deze
proefvelden naar voren komen. De aard-
appelteelt in Z.-H. bepaalt zich tot en
kele rassen; de eigenheimer, bintje,
alpha en furore, in N.-H. daarentegen is
een veel grotere rassenspreiding, mede
in verband met de grotere binnenlandse
afzet in deze provincie. Een wat breder
basis acht ir Brust ook voor Z.H. wen
selijk. Bij de pootgoedteelt wordt door
de keuringsdiensten getracht meer ver
antwoordelijkheid te leggen op de teler
door bij het vaststellen van de rooidata
meer uitloop te geven. Een grotere ver
antwoordelijkheid voor de teler brengt
ook een grotere verantwoordelijkheid
voor de selecteur.
Ir. Goetsch hoopt als directeur van de
KZH de resultaten van het bezit van
het diploma te kunnen constateren in
de uitslagen van de keuringen in de
toekomst. Het DB heeft gemeend aan
de best geslaagde cursist een boek aan
te bied enen wel: „25 jaar N.A.K. met
als ondertitel „Van Ras tot gewas".
Piet Biemond uit Stellendarn mocht
dit mooie boekwerk uit handen van de
voorz. in ontvangst nemen. Alle andere
geslaagden ontvingen: 50 jaar KZH ge
schreven door de oud directeur G. A.
van der Waal.
Ook ir. Goetsch wees op de grote be
tekenis van de I.V.R.O. observatieproef
velden waarvan er helaas in Z.H. maar
twee bestaan, n.l. één bij het gebouw
van de KZH in Barendrecht en één bij
de proefboerderij te Westmaas. Dit aan
tal is te weinig. Een dergelijk proefveld
zou zeker ook nodig zijn op Flakkee, ir.
Goetsch hoopte in dezen op medewer
king van de geslaagde selecteurs, en van
de voorlichtingsdienst. Door zo'n ob
servatieproefveld zouden de aardappel
telers op ons eiland beter worden geïn
formeerd omtrent de betekenis van de
opkomende nieuwe rassen als plaatsver
vangers voor de oude
De heer Goetsch wees op de mogelijk
heid ook de goedgekeurde aardappelen
in een hogere klasse te laten uitgroeien
terwijl ze dan toch in de klassen E en
A kunnen worden gehandhaafd, indien
althans de Igel. Lange test aantoont,
dat een dergelijke hadhaving gemoti
veerd is. Dit geldt o.a. voor de rassen
bintje, meerlander en alpha, echter
niet voor de eigenheimers aangezien
hierin te veel mozaïk of A virus kan
voorkomen. Enkele jaren terug werden
veel eigenheimer B geëxporteerd naar
Brazilië, doch dit land heeft zijn belang
stelling voor dit pootgoed verloren.
Dit is waarschijnlijk een van de rede
nen dat de eigenheimer teelt aan het
teruglopen is. Als consumptieaardappel
is de eigenheimer echter nog steeds ge
vraagd.
In de rassenlijst 1957 staat als nieuw
ras vermeld Kwinta, een kruising tus
sen eigenheimer en record, waarvan
staat aangegeven, dat de consumptie
kwaliteit op kleigrond goed is.
Een der geslaagden, Theo Jacobs uit
Den Bommel sprak een woord van dank
voor de aangename en interessante les
sen en bood namens de ex-cursisten aan
de leraren van de cursus en aan keur
meester de Geus voor de gegeven les
sen op 't veld een kistje sigaren aan,
welk geschenk in dank werd aanvaard.
Intussen kunnen nog steeds leerlingen
voor een nieuw te beginnen selectie
cursus worden opgegeven, die bij vol
doende deelname in november op de
landbouwschool een aanvang zal nemen
De hieronder vermeldde diploma-bezit
ters zullen gaarne alle gewenste inlich
tingen over de cursus verschaffen.
Henk Ardon; Dick Grootenboer; Jacob
Grootenboer; Nico Mijnders te Dirksland
Piet Biemond te Stellendarn; Lies van
Putten, MeKssant; Fr. Both, Theo Ja
cobs; Klaas VroegindeweijArnold van
Vugt; Corn. v. Mourik Dingeman Wit-
tekoek te Middelharnis; Ko van Strien
te Battenoord; Theo Jacobs; Dick Pee-
man te Den Bommel; André van Reijen;
Jan van Oorschot te Achthuizen; Wim
van Dam te Ooltgensplaat; Arie Arens-
man en Bas Visser te Stad aan 't Ha
ringvliet.
Ook op deze plaats wensen we de ge
slaagden van harte geluk met het be
haalde succes.
Dior, die ons, vrouwen, de rokken tot op de enkels heeft laten dragen, heeft
het voor dit jaar weer anders verordineerd. Dit jaar wil hij, dat de rok tot
even onder de knie komt. En al zouden wij dit modevoorschrift liever niet op
volgen, wij zullen het wel gehoorzaam zijn, omdat wij altijd met de mode mee
doen. Datzelfde geldt voor de japon in hemdmodel. De bolle rug en het nauw
sluitende om de knieën doen vreemd aan, maar ook daarin zullen wij de mo
dekoning wel volgen. Die hemdjapon vormt zelfs het beslissende element in
de nieuwe mode, mede omdat de ontwerpers er hun grote idee van dit sei
zoen in hebben neergelegd. We gaan er dus aan meedoen, vooral nu dit ontwerp
ook op ons eiland geïntroduceerd is tijdens de modeshows, die fa. J. J. Nipius
donderdagmiddag en avond heeft gegeven in de grote zaal van hotel Meijer te
Middelharnis. Vele japonnen, die daar getoond zijn, waren geïnspireerd op het
hemdmodel. Dat hebben de vele dames, misschien tot hun verbazing kunnen
constateren. Hiermede hebben wij tevens aangegeven, dat de shows als altijd
trouwens veel belangstelling trokken niettegenstaande de griep momenteel
ons eiland sterk treft.
Mantels nu veelal met bont.
Jersy blinkt uit door eenvoud
De plooien in die japonnen vallen van
boven, in plaats van onder. Maar een
enkel ceintuurtje is al in staat om zo'n
japon bijzonder aantrekkelijk te maken.
De tijd verandert de mode steeds. De
ruime rug is daar ook een voorbeeld
van. Het zal misschien geleidelijk gaan,
maar volgend jaar beslist en waarschijn
lijk dit najaar en winter al zullen wij dat
bijzondere model dragen, zo verzekerde
de explicatrice bij deze shows, mevrouw
van Sierenberg. Ook op andere dan vo-
renvermelde gronden durfde zij dat be
weren. De eerste mensen hebben zich
primitief gekleed, met berenhuid of len
dendoek, maar al gauw ging men dra
peren en eigenhandig' gemaakte siera
den aanbrengen. Van oude beelden en
schilderingen kan men de Griekse kle
derdracht nagaan, aldug mevr. van
Sierenberg en op hetzelfde moment dat
Bij dit vertelde, betrad een mannequin
de zaal, gekleed in een gewaad zoals de
Griekse vrouwen gedragen moeten heb
ben. In Egypte groeide de lendendoek
uit tot een kledingstuk in kokermodel
of beruchte? Cleopatra er hebben
uitgezien. Ook een welg'estelde dame uit
Kreta, eens het centrum van de be
schaving, kwam haar fraaie kleding
laten bewonderen; plechtstatig, met een
kruik op het hoofd, schreed de volgende
mannequin over de lopers door de zaal
Waarmede aangetoond werd, dat ook in
oude tijden al de mode steeds wisselde.
Aannemelijker, voor degenen, die aan
het nieuwe moeten gewennen, waren de
modellen, die in het verdere van deze
shows van fa, Nipius naar voren wer
den gebracht. B.v. in jersey, de dracht
bij uitnemendheid voor de winter. We
zagen zelfs een kledingstuk, waarin
aparte klokken verwerkt waren, zeer
bijzonder afkledend, ook voor de grotere
maten. Een mannequin droeg een diago
naal gestreepte beige blouse, met bruine
plissee rok. De jersey blonk uit door
zijn eenvoud, ook en vooral toen
fraaie japonnen getoond werden in deze
stof met louter een ceintuurtje als gar
nering. Die deden het wonderlijk goed
jn deze shows en zonder dat men het
besefte moest men het hemdmodel be
wonderen, want verschillende japonnen
werden getoond met blousende ruggen.
Bewondering trokken ook de deux-
pieces, de meeste met effen rok en
jaquard geweven blouse of jasje, Stof
fen japonnen ontbraken natuurlijk niet,
van kamgaren, met petita ruitjes,
schotse ruiten van schots tweed.
Mantelcostuums met bontgarnering
zijn ook in de mode. Hier schots tweed,
dat prettig draagt. Bont zagen wij ook
op de mantels, zelfs op de meeste, die
de mannequins kwamen demonstreren.
Bij de een is de garnering al kunstiger
gevonden dan bij de ander en zo bewon
derden wij ook een licht beige mantel
met op de grote kraag dito gekleurd seal
Een andere mantel, in de grote maat,
van floush mohair, had zelfs twee soor
ten bont op de kraag en de revers, n.l.
nerz en persianer. De mannequin oogst
te er groot applaus mee.
Pa. Nipius, dat bleek ook nu, brengt
steeds meer korte en lange bontmantels.
Heel chique waren er bij en we konden
het verstaan, dat de pianist van de zil
vervloot ging spelen toen een manne
quin in een schitterend mooie mantel
van zeehond ten tonele verscheen. Tal
loze smalle reepjes waren er voor aan
elkaar gezet om dat Idedingstuk te ver
werkelijken. En zo werden er nog vela
getoond o.a. een lange bontjas van
persianer pattes die lokten tot kij
ken en bezitten.
Na de pauze kwam de meer feestelij
ke kledij aan de beurt. Al nemen wij
node afscheid van de zomerkledij, de
cocktail- en avondtoilletjes maken dat
weer goed. Men wil zich voor een
avondje immers eens extra mooi kle
den. Dat daar gelegenheid voor is be
wezen deze shows mede. Een der avond-
toiletjes kwam in het middelpunt der
belangstelling te staan. De demonstre
rende mannequin zag er wel bijzonder
chique in uit, in die zwaar zijden lange
japon, die aan zijde een mouw had,
terwijl aan de andere kant de stola over
dekt werd door een grote lila strik.
De oudere der mannequins droeg o.a.
een beige kanten japon met tule over-
rok, terwijl, de jongste trots door de
zaal schreed met haar baljapon van zil-
verbrocaat.
Aan het slot van de shows kwamen de
andere mannequins in bruidstoiletten de
zaal in en dan maakten zij alle vijf te
gelijk voor de laatste maal hun ronde
ten afscheid, met een bouquet anjers,
hen aangeboden door de heer Nipius Jr.,
in de arm. Wederom een prachtig slot
van zeer interessante modeshows.
Het damescomité van de Speeltuin
vereniging alhier, heeft zoals bekend,
een bazar georganiseerd die donderdag
17 oktober, des nam. 4 uur door burge
meester F. W. Hordijk geopend zal wor
den. De bazar wordt gehouden in de
voormalige Openbare U.L.O. school.
De drie zoons van EDSEL Ford, naar wie het nieuwste pnodukt van de Ford
Motor Company is genoemd, gezeten in een Edsel Citation Convertible. Van
links naar rechts ziet TJ; William Clay Ford, Benson Ford en Henry Foi-d II,
de President van het Ford concern.
Hun vader, Edsel Ford, de .zoon van de stichter van de Ford organisatie, was
President van de maatschappij van 1919 tot aan zvjn dood in 1943.
36
VABIA
Door het overlijden van ouderling van
Dijke zag de kerkeraad zich voor een
moeilijkheid geplaatst. Het was n.l. niet
de gewoonte om midden in het jaar de
gemeente op te roepen om te komen
stemmen. Dan de vacature maar aan
houden? Neen, dat mocht ook niet. Het
onderzoek in de classicale besluiten
wees uit, dat de laatstafgetreden ouder
ling, die ook werkelijk was heengegaan,
nu weer zijn oude plaats moest innemen.
In datzelfde jaar 1771 besloot men tot
Vergroting van het kerkhof. De laatste
tijd waren er nog al wat vreemdelingen
ter aarde besteld. Nog werden de inge
zeten burgers van goede stand steeds
In de kerk begraven. Dat zou echter niet
zo lang meer duren.
De eigenaar van de naast liggende
grond die destijds ook grond verkocht
had voor de consistoriekamer, was er
voor te vinden, dat wij het kerkhof met
16 roeden gingen vergroten. Meteen wa
ren wij er nu ook af om telkens voor
twee jaar verlenging te vragen.
Een nieuwe schoolmeester
Een enorm breedvoerig uitgeschre
ven kwestie met de Ambachtsheer deed
zich voor in 1767, toen de schoolmeester
Johs. van Weel zijn ambt neerlegde.
Hiermede was tevens de betrekking van
koster, doodgraver, voorzanger, en uur
werksteller vacant gekomen. De vader
bedacht op erfopvolging op deze troon,
had reeds achteraf gesolliciteerd bij de
Ambachtsheer voor zijn zoon. Dit was
hem gelukt en zo werd Anth. van Weel
per 18 augustus 1767 aangesteld, waar
van akte.
Toen hij zich bij de kerkeraad kwam
aandienen als zodanig, was de kerke
kamer te klein. Ds Bonte liet zich zo
maar niet de wet voorlezen en stelde
voor, de schoolmeester niet dan voorlo
pig en onder protest te erkennen. Hierin
bewilligde de kerkeraad met een opmer
king van een enkele om zich direct
maar te schikken in het onvermijdelijke.
Maar ds. Bonte ging de zaak uitzoeken
bij een advocaat.
De rechtsgeleerde oordeelde, dat het
ambt van schoolmeester koster en
doodgraver van burgerlijke aard was,
terwijl dat van voorzanger kerkelijk
bleek te zijn.
Het kosterschap stond dus op een lijn
met gerechtsbode, waaruit de eenheid 1
van kerk en staat blijkt. Toch was er
een zeldzame verwarring of misschien
beter gezegd Ineenstrengeling. De hier
genoemde burgerlijke werkzaamheden
werden betaald uit de kerkekas en wat
kerkelijk genoemd werd als voorzanger
werd betaald uit geraenelandsgoederen,
De meester ontving zijn tractement uit j
de kerkekas en wie het betalen kon, be.
taalde ook nog voor zijn kinderen, ter.
wijl het leren der arme kinderen uit de
diakoniekas werd vergoed. De winter,
avondschool kostte per kind 4 duiten 1
per week (na 1820 zeggen wij vierduit-
stuk is 2% cent, dat nu ook al weer
van de baan is) plus een stuiver voer
de kaars. Die gevorderd waren tot liet
schrijven betaalden 6 duiten per week.
Ds Bonte wilde het nu eens grondig
uitzoeken waar de Ambachtsheer zijn
recht van aanstelling op grondde van
een schoolmeester, die door de kerke,
raad werd bezoldigd. Dit voelde de
Ambachtsheer ook wel aan en toen de
kerkeraad zich niet ontzag, dit gereclr.
telijk te onderzoeken, heeft de Am.
bachtsheer wel voor deze keer zijn
keuze gehandhaafd, doch te kennen ge-
geven, dat hij er zich voortaan niet
meer mee zou inlaten.
Onnodig hierop verder in te gaan.
Alles is uit den treure breedvoerig be
schreven. Maar de erfopvolging was een
feit geworden en hiermee was voor de
derde maal er een schoolmeester van
Weel.
De kerkeraad schikte zich in zijn lot
en heeft zich met de heer van Weel
verzoend door hem te erkennen. Van
zijn kant heeft hij zich een waardig
schoolmeester betoond.
Herdenking Dortse Synode
Het jaar 1768 brak aan en de domi.
nee zijn gedachten gingen uit naar
1618-1619. Dat was het jaar van de be
kende Dortse Synode, waar de kerk op.
nieuw haar grondslag kreeg en het be
sluit viel tot de vertaling des bijbels,
De predikant besloot een predikatie uit
te geven. Kortom, dit feit werd kerke
lijk herdacht op 28 mei 1769 toen het
precies anderhalve eeuw geleden was,
dat de synode werd gesloten. Met aller
lei classicale wetten ig zij ingebonden
in een lederen band. Dit werd nu aan
de kerkeraad aangeboden en is trouw
in het archief bewaard. Daarbij de
wens, dat men dit historisch stuk een
goede plaats zal geven voor het nage
slacht. En dat niet alleen, maar ook de
vermaning bij de oude beproefde leer te
blijven.
De preek was gedrukt te Leiden bij
Adrianus Bonte, zeker familie van onze
predikant. De tekst was uit Judas vera
3. Voor de uitgave had hij toestemming
nodig van de classis, welke hij dan col!
verkregen had.
Ds Bonte waarschuwt tegen verlei
ders en maakt dit duidelijk met een
voorbeeld uit de oudheid, toen de
schaapherders vrede wilden maken met
de wolven, maar de wolven bedongen
dat de onrustige honden gedood moes
ten worden. Dit geschiedde en toen ver
slonden de wolven de schaapjes. De
voorrede, opdracht en preek is samen
een lijvig boekwerk. De herdenking zal
zeker wel vier uren geduurd hebben. Hij
vraagt excuus voor zijn uitvoerigheid.
Ook komt er nog in voor de honderd
jarige herdenking anno 1719.
Hoe het zij, de herdenking is hier
plechtig gevierd.
Maars8«rL.
Ds G. van der Zee
(Wordt vervolgd)
MIDDELHARNIS
Burgerlijke stand over sept. 1957.
Ingekomen: A. van Kassei van Moor
drecht; A. A. Th. Bervoets van War
mond; H. Welleweerd en gezin van
S'milde; J. Aleman en echtg'. van Oud-
dorp; J. Schuurman van Sommelsdijk;
H. J. Spelt van Dinteloord; J. L. Zaaijer
en gezin van Sommelsdijk; J. Zaaijer
van Sommelsdijk; J. M. Nieuwland-Kic-
vit van Sommelsdijk; C .Nieuwland en
gezin van 's-Gravenhage; B.. F. Glas-
Purell van Hilversum; A. Kerdel van
Dirksland; H. Klandermans van Dirks
land; IJ. Geene-de Joode van Rotterdam
L. Geene van Rotterdam; A. de Groote
van Terneuzen; A. M. van der Havo
Van Baarle-Nassau; H. L. Oosterloo van
Rotterdam.
Vertrokken personen: B. H. M. Pa-
bert naar Oudenbosch; C. A. Paarde-
koper naar Delft; K. van der Sluijs naar
Hilversum; J. W. Hempenius naaï
's-Gravenhage; C. L. J. Jansen naar
Vlissingen; P. E. Hendriksz naar Gouda
A. van der Waal-Blok naar Vlaardin^
gen; H. ten Have naar Driebergen; C.
J. Tissink naar Nieuwer-Amstel; H,
Westinga en gezin naar Naarden; M. v.
Urk naar Culemborg; E. Driesse naat
Eist; P. Geluk naar Den Helder; J,
Farkas naar Dordrecht; A. Driesse naar
Voorburg; C. M. A. de Ronde en doch
ter naar Vlissingen; J. Koppenaal en
gezin naar Ten Boer; H. M. Bakelaar
naar Ridderkerk; W. Hoekzema en ge-
zirr naar Arnhem; S. de Vos naat
's-Gravenhage; J. Götz van der Vet en
gezin naar 's-Gravenhage; L. SiereveW
naar Borne.
Huwelijksaangiften: D. W. Kievit 22
jaar en I. Verwers 22 jaar.
Gehuwd: A. Mierop 23 jaar en J
Schellevis 24 jaar.
Geboren: Pietertje Magtelina d. v. G,
K. Horseling en A. Huizer; Pieter Hen
drik z. V. J. Troost en A. M. van Driel;
Mariena d. v. H. van Eesteren en J,
van Nierop; Gertruda d. v. H. v. Bladfl
en C. Verbeucken; Pietemella d. v. J.
Vroegindeweij en A. N. Volwerk; Pleuii
z. V. J. Troost en J. Bogert; Abrahais
Johannes z. v. A. J. Broekhuijsen en l
C. Kaptein.
Overleden: L. A. M. Polder 42 jaar
echtg. van W. Krijgsman; H. Koote 75
jaar echtg. van A. Driesse; M. E. de
Waard 83 jaar wed. van P. L. Koster
VERVOLGVERHAAi.
öoor H. KINGMANS
(43)
't Is geen opwekkend nieuws, gesteld
dat zij op andere wijze niet iets te we
ten zijn gekomen. Wat weet hij per sal
do van Gebhard? Met een stom gebaar
en ogen vol wanhoop nam Gebhard in
Tunis, toen die moor hem gekocht had
afscheid van hem: Leeft hij nog? Is hij
dood? Welk een helleleven heeft Geb
hard te doorstaan gehad? Enfin, iets
kan hij dan toch vertellen, als de men
sen nog niet op de hoogte zijn. Je kunt
tenslotte niet weten: Gebhard was van
een klein geruchtje niet vervaard. Hij
kon gevlucht zijn en naar Duitsland te»
ruggekeerd zijn. In Bunzlau komt hij in
elk geval wel iets te weten.
En dan naar Liegnitz! Het hef
tig verlangen in zijn hart is de laatste
dagen toegenomen, 't Zal nog wel erger
worden, hoe dichter hij het dorp na
dert... Hij kijkt weer uit het raam van
zijn kleine kamer, waarin een bed een
tafel een stoel, welk raam een wijd uit-
aicht verleend op de rivier. Heel in de
verte bespeurt hij iets, dat zijn aan
dacht in hoge mate trekt. Er is geen
twijfel aan. Hoe vaak heeft hij dat in
vroeger jaren al niet gezien! 't Is, of er
niets veranderd is. Daar nadert van ho-
ger-op een houtvlot, dat langzaam maar
zeker naar beneden glijdt. Als poppe
tjes zijn de mannen, die heen en weer
lopen met lange stokken, om het vlot
van de oever af te houden.
Wat zei de waard? Hij verwacht elke
dag de vlotjagers van Liegnitz. Maar
dan kan hij straks bekenden ont
moeten. Het is volstrekt niet onmogelijk
dat Hermann er bij is! In elk geval
komt hij een en ander van het dorp en
de zijnen te weten.
Sneller dan hij naar boven is gegaan,
duikt hij naar beneden en roept de
waard in de gelagkamer toe: ,,er nadert
een vlot. Kunnen dat er van Liegnitz
zijn?"
„Natuurlijk. Van andere plaatsen ko
men hier geen vlotten. Maar het is de
vraag, of ze nu hier aanleggen, want
het is nog lang geen avond".
De waard loopt, gevolgd door Jochem
naar het plankier. Maar een kronkel in
de rivier onttrekt het vlot aan zijn oog.
„Zijn ze dichtbij? Wacht, ik zal bo
ven kijken".
Wanneer hij terugkeert: „Je moet nog
wel een uurtje geduld hebben. Mijn res
pect voor je scherpe ogen. Ik kan de
lui nauwelijks zien".
Een uur is een lange tijd, als je wacht
Maar een eind komt er aan. Jochem
staat naast de waard op het plankier.
als de kop van het vlot recht op hem
af schijnt te komen. Geschreeuw weer
klinkt. Doch één stem is gezaghebbend,
't Is die van de leider, die zijn bevelen
geeft.
De herbergier heeft al lang bemerkt,
dat ondanks het vrij vroege uur toch
zal worden aangelegd. Dan is het ook
wel zeker, dat de lui pas morgenvroeg
verder gaan. Dat bevalt hem. Vanavond
een man of tien, twaalf in de gelag
kamer. Bovendien komen de dorpelin
gen dan ook opzetten, wijl de vlotjagers
nieuwtjes brengen... 't wordt een druk
ke avond voor zijn vrouw, zijn dochter
en hem!
Jochem tuurt strak naar de bewege
lijke mannen, wie gelaatstrekken steeds
duidelijker worden.
Over het algemeen zijn het jonge
mannen. Hij meent gezichten te her
kennen, maar heeft geen zekerheid.
Alleen ja zeker, die ouwe daar, bij
de hut, dat is zonder twijfel Landman.
Enne, enne... die forse, brede gestalte
daar op het tweede vlot, wel natuurlijk
dat is de houding van Herman. Als hij
nu het gezicht eens zag.
„Weishaupt!"
Een flinke schreeuw is de enige ma
nier ,om zijn doelwit te bereiken. De
aangeroepene wendt zich om en kijkt
naar het plankier, waar de roep van
daan kwam. En dan weet Jochem: daar
staat zijn broer Hermann, ouder en for
ser geworden, maar met de vertrouwde
gelaatstrekken. Jochem loopt tot hel:
uiterste eind van de aanlegplaats.
„Wie roept mij daar?" schreeuwt
Hermann.
„Ik. Jij bent toch Hermann Weishaupt
uit Liegnitz?"
„Die ben ik. Wat mot je van mij?"
„Straks even met je praten".
,,In orde. Even geduld'".
Het heen en weer roepen heeft de an
deren opmerkzaam gemaakt. Maar als
de vreemdeling in de herberg verdwijnt.
Wordt zijn aanwezigheid vergeten en
gaat de mering van het lange vlot voort
Zo'n karwei wordt niet één, twee, drie
Verricht, maar eindelijk dan toch con
stateert Landman, de leider, dat de zaak
voor elkaar is.
Dan springt Hermann, die in werke
lijkheid nieuwsgieriger is dan hij zich
voordoet, op het plankier en loopt naar
de gelagkamer waar Jochem hem wacht
niet vrij van zenuwaohtigheid en ontem
baar verlangen: nu komt hij alles te
weten.
„Goeiendag. Je wou mij spreken?"
vraagt Hermann.
De tegenstelling tussen beide broers
is wel heel schril: Hermann fors en
zwaar gebouwd; en daarnevens de
broodmagere Jochem die in het niet
verzinkt bij de houtvlotjager.
„Ken je mij niet meer?"
Onderzoekend kijkt Hermann hem aan.
„'k Heb je nooit gezien bij mijn we-
tw".
Tóch komt het Jochem voor, dat deze
woorden er niet zo overtuigend uitko
men. Hij weet niet, hoe Hermann in
derdaad aan het twijfelen is. Die denkt
aan Jochem, al heeft hij geen zekerheid.
De man, die hier vóór hem staat ver
schilt wel ontzaglijk veel met die Jo
chem, die tien jaar geleden Liegnitz
verliet, maar het zou toch kunnen dat
hö het was en dan...
Een warreling van gedachten vliegt
door Hermann's brein: aJs dat mager
scharminkel inderdaad Jochem is, dan
is alle kans om Lize te wimien, totaal
verkeken. En hij begeert haar zo fel.
Telkens, als hij haar onmoet, laait het
vuur der liefde heviger op. En nu zou...
Hij ziet in het lachend gelaat van de
vreemdeling.
„Mij nooit gezien? Dat denk je maar"
zegt die. „Ik ben je eigen broer Jochem"
Het volle gelaat van Hermann wordt
beurtelings bleek en rood. Dus toch. Hij
herkent Jochem niet, maar 't is moge
lijk, dat h(j het werkelijk is.
„Je bent gek", zegt hij botweg zich
omkerend om weg te lopen.
Maar in eens beseft hij: dat is struis
vogelpolitiek. Als die vent Jochem is,
moet hij Jiem anders aanpakken om van
hem af te komen, Dus wendt hij zich
weer om.
„Ik kan mij'» voorstellen, dat je me
niet herkent, J. fmann. Niemand van
mijn kennissenddeift mij tot dusverre
herkend, 'k Het een ontzettend le
ven gehad, negen jaar lang. Dat vertel
ik je wel. Zeg mij gauw: hoe is het
thuis? Wie leven er nog? Vader, moe
der? De jongens? De meisjes?"
Terwijl zijn broer praat twijfel is
nu wel uitgesloten flitst een duivels
denkbeeld door Hermann's hoofd: Mi
kan Jochem van alles wijs maken,
want die weet totaal niets, naar duide
lijk blijkt.
Hij drukt dan de hand die Jochem
uitsteekt.
„Ik moet je' wel geloven", zegt W)
schor, „maar..."
,Vraag mij uit onze jeugd Hermannr
Dan merk je het vanzelf wel. Maar zeg
nu eerst hoe het thuis is".
„Je behoeft niet naar Liegnitz te gaan"
een plotseling invallende gedachte
doet Hermann dit zeggen „wat zo»
je er doen?"
„Je wil toch niet beweren?"
„Van de familie leeft niemand meer
Ik alleen!"
„Maar, maar dat is verschrikkelp"'
Jochem heeft zijn broer ontzet bij de
arm gegrepen. Die haalt onverschüUê
de schouders op. Intussen heeft hij nu al
spijt van zijn optreden, 't Is immers
krankzinnig! Jochem komt, indien lii
dat wil, zo achter de waarheid. Maat
Hermann meent, dat hy niet meer te
rug kan. En dan Lize zit er tussêS'
Hij jnoet haar winnen.
(Wordt vervolgd)