Gemeenteraad Ooifgeosplaat
moTmMA.
HAAR WOORD
GETROUW
Ambachtsheren hadden soms grote
invloed op kerkelijk leven
Ford Anglia iourisi-vlooi siariie vorige
ie Amsierdam
TECHNISCH
ONDERWIJS
Zo zijn de manieren in de
Amerikaanse kerken
woensdagochiend van hei museumplein
Zijn diploma's nuttig
en nodig?
VOOR HET BETERE FOTOWERK
-^ Discussie over het werk van de vereniging
„Gemeenschapsbelang"
Het Weespad krijgt zijn schuilgelegenheid
voor bugreizigers
Grenscorrecties zullen opnieuw aan de
orde komen
mmêmmm^^
Raa<
BladE.8
„SILANDBN-NÏSUWS"
Dinsdag 6 augustus 1957
1
Waar in de afgelopen tijd allerwege
diploma's zijn uitgereikt, rijst bij velen
de bekende vraag weer naar voren: „is
de jacht naar en het eisen van diploma's
wel }uist?"
De overwegingen waaruit deze vraag
voortkomt, kan met betrekking tot de
techniek als volgt worden samengevat:
„Het in practisch alle beroepsinrich
tingen instellen van diploma's wordt zo
ver gedreven, dat zelfs voor elke rang
van vakbekwaamheid examens moeten
worden afgelegd. Achtereenvolgens
moet een vakman gehele reeksen, bar
rières nemen, bijvoorbeeld:
adspirantmonteur, hulpmonteur, mon
teur, Ie rnonteur, chefmönteur (installa
teur.)
leerling (halfwas)-gezel-meester (pa
troon),
technicus A, technicus B, techniucs C
technicus Ie klas enz.
Het bereiken van een hogere salaris
groep wordt hiervan volledig afhanke
lijk gesteld.
In vroegere jaren waren er toch ze
ker niet minder goede vaklui, die nim
mer van examens of diploma's gehoord
hadden?
Hoe vaak komt het niet voor dat een
technicus zonder ook maar één diplo
ma te bezitten sneller en beter werk
aflevert!
Veel ongediplomeerde patroons heb
ben gediplomeerd personeel in dienst!
Hoeveel onnodige vakken moeten niet
worden geleerd voor een vakdiploma.
Is dit geen tijd- en energieverspil
ling?
Hoe onbillijk is het eisen van papie
ren ten aanzien van hen die behoren
tot de groep mensen, die wel hun vak
beheersen maar door zenuwen „geen
examen kunnen doen"! Is het geen on
recht dat hierdoor menig patroon zijn
zaak niet kan overgeven aan zijn zoon
als opvolgers i.v.m. vereiste vestigings
diploma's?
Is het momenteel niet zo, dat het nut
en de noodzakelijkheid van diploma's
meer wordt bepaald door de omstan
digheid dat men ze eist, dan de waar
borg van goed vakmanschap?''
Ongetwijfeld zal voor vele in het vak
vergrijsde technici de bovenstaande kri
tiek op de diploma-rage van de moder
ne tijd uit het hart gegrepen zijn en
zij zullen U daarbij graag aantonen dat
hun jongere gediplomeerde vakcollega's
nog lang niet hun routine en vakman
schap bezitten.
Toch kan in menig opzicht boven
staande beschouwing ook weer worden
weerlegd.
Met het oog op de voor deze rubriek
gereserveerde plaatsruimte zal de ande
re kant van deze zaak in een volgend
artikel worden bekeken.
In „De Meerklok" schreef „een jonge
re", Ada de Graaf, van haar belevenis
sen in Amerika. Over de gang van za
ken in de kerkdiensten van de Christian
Reformed Church lazen wij daarin; „De
ouderlingen en diakenen kwamen wel
apart binnen, maar zochten hun eigen
plaatsen tussen de gemeente op. De do
minee draagt geen toga of zwart pak,
maar gewoon wat uitkomt, bij voorbeeld
met warm weer in overhemd, zonder
das of iets dergelijks".
En even verder onder meer over de
collecte en het avondmaal lazen we:
,,Een open schaal ging rond in plaats
van een donker gat, maar niemand ziet
wat je er in stopt. Elk lid van de ge
meente krijgt tegen nieuwjaar een doos
je thuisgestuurd dat aan de wand kan
worden gehanden het zit vol met kleine
envelopjes waar een nummer op staat.
De bedoeling is dat je elke gave in zo'n
zakje doet. Je buurman ziet dus niet
wat je geeft, maar de kerkeraad weet
heel goed wat voor nummer rflke Jan
sen heeft, reken maar.
Daarna volgde de preek. Onder het
Het jaar 1922 was voor de vanouds
bestaande gemeenten der Ned. Herv
kerk van grote betekenis. In dat jaar
maakte namelijk een grondwetswijziging
een eind aan de „rechten van derden"
bij het beroepingswerk. Hiermee werden
eeuwenoude rechten afgeschaft. Op tal
van plaatsen voelde men het als een
bevrijding, in andere gemeenten betreur
de men de nieuwe toestand; maar dat
kwam zelden voor, want in de meeste
gevallen hadden de „rechten van derden"
allerlei last veroorzaakt, al was het al
leen maar op administratief gebied.
Er waren in hoofdzaak drie rechten,
waarom het bij de grondwetswijziging
van 1922 ging: de agreatie, de collatie
en de electie. Bij de agreatie had de
ambachtsheer van het dorp uitsluitend
het recht om een beroep al dan niet
goed te keuren. Er kon geen beroep uit
gebracht worden zonder dat de am
bachtsheer zijn agreatie, approbatie of
goedkeuring er aan gaf. Natuurlijk was
hij daardoor in staat een gemeente te
dwarsbomen, namelijk door geruime tijd
zijn goedkeuring te weigeren, net zo
lang tot men degene beriep, die hij de
gemeente had toegedacht. Maar het ach
terwege laten van een goedkeuring, de
„improbatie", mocht dan menigmaal
voorkomen (de kerkhistorie van Goeree
en 'Overflakkee bewijst het), meestal le
verde dit voor de gemeente geen blij
vend bezwaar op, hoogstens gaf het
vertraging in het beroepingswerk.
Ditzelfde was het geval bij de electie.
Electie is het recht om een keuze te
doen. De gemeente moest bij vacature
een tweetal vormen en daaruit deed de
ambachtsheer een keus. Positieve in
vloed bezat de ambachtsheer dus heel
weinig, want meestal zorgde men voor
een zodanig tweetal, dat de keus goed
uitviel, hetzg de ene hetzij de andere
predikant gekozen werd.
Bij de collatie hadden kerkeraad er.
gemeente zelf niets in te brengen: dar
berustte het recht van benoeming of
beroeping geheel bij de ambachtsheer.
Deze kon kiezen wie hij wenste. Mis
schien had hij in zijn familie een mis
lukte dominee of een proponent, die a
jaren op een beroep wachtte. In dat gr
val kon hij deze beroepen.
Dit recht stamde uiteraard uit de
middeleeuwen, toen edellieden dikwijls
optraden als stichters van een kerk,
waarbij de collatie vanzelfsprekend bij
hen berustte. Dit patroonsrecht had
nog enige zin, siolang de stichter der
kerk zelf leefde. Want hij zou het beste
met de parochie voor hebben. Maar zo
dra hij was gestorven, verloor het recht
van collatie meestal haar geestelijke bc
tekenis, althans wanneer het in handen
kwam van een minder serieus en welwil
lend nageslacht.
Nog vreemder werd het na de refor
matietijd, toen de rechten voortdurend
(door verkoop van ambachtsheerlijkhe-
den) in andere handen overgingen. De
oorspronkelijke, enigermate aanvaardba
re toestand, waarbij de kasteelheer zelf
lid der parochie was, veranderde op
zulk een wijze, dat de ambachtsheer
niet meer in „zijn" dorp woonde, maar
heel ergens anders. Meermalen was hij
niet eens lid van de Ned. Herv. kerk
of mogelijk wel, maar dan van gans
andere richting. En deze mensen, die
geen enkele persoonlijke band met de
gemeente hadden, doch alleen maar een
juridische band, waren gerechtigd om
een beroep goed te keuren, een keuze
zingen „Dat 's Heeren zegen op U daal"
begeeft de dominee zich naar de deur
om een ieder bij het uitgaan de hand te
drukken. Dit zijn natuurlijk maar een
paar dingen die, voor de eerste keer dat
je ze meemaakt, wel indruk op je ma
ken.
Verder het heilig avondmaal. Het
beeld dat wij zo graag willen behouden:
een tafel met de gemeente er omheen
geschaard, is in Amerika vervallen. De
ouderlingen komen rond met grote
schalen brood, die dan worden doorge
geven. Nog nooit had ik zó het gemis
gevoeld dat ik net mocht meevieren,
omdat ik toen nog geen belijdend lid der
kerk was, terwijl ik er op dat ogenblik
toch sterk naar verlangde. Als je de
schaal met brood in je handen hebt en
je moet hem dan doorgeven, krijg je het
gevoel alsof je Christus veracht, alsof
je zeggen wil: „Jezus ik wacht nog
even eerst nog even de kat uit de boom
kijken". De wijn wordt in kleine glaas
jes op grote schalen rondgediend.
Ieder neemt een glaasje er af, dat dan
door de gemeente gelijk wordt leegge-
dronken. Daarna worden de glaasjes
voor de bank geplaatst, waarvoor spe
ciaal gaatjes zjjn gemaakt".
te doen, of zelf een benoeming uit te
brengen.
Geen wonder dat hiertegen steeds
meer verzet rees. Meermalen heeft de
a.r. staatsman Groen van Prinsterer in
de Tweede Kamer aangedrongen op het
vervallen verklaren der rechten van
derden.
Lijst met ambachtsheren
Pas in 1922 kwam het zover. Wie wa
ren het, die in dat jaar nog rechten in
zake het beroepnigswerk hadden? Voor
GrOeree en Overflakkee kunnen wij dit
lijstje maken:
Den Bonunel. Agreatie uitgeoefend
door de ambachtsvrouwe van St. Adolfs-
land, mevrouw J. de Jongli, weduwe van
mr A. E. H. Goekoop te 's-Gravenliage.
Dirksland. Agreatie uitgeoefend door
L. D. baron van der Goes van Dirksland
te Amsterdam.
Herkingen. Agreatie uitgeoefend door
douairière J. W. E. Roosmale Nepven,
geboren baronesse Sloet van ,Tannen-
burg te 's Gravenhage
Middelharnis Electie. De heer G. J.
H. van den Broek, rentmeester voor ze
ventien ambachtsheer, waarvan er
ook in België woonden, koos uit een
tweetal. De gemeente is echter nooit
verhinderd in het uitbrengen van een
beroep.
Nieuwe Toage. Electie uitgeoefend
door de ambachtsheren van Grijsoord,
waarvan de voornaamste vertegenwoor
diger in 1922 de heer C. A. N. Cuijpers
was, die in de heerlijkheid 25 van de 33
delen bezat. Soms liet de heer Cuijpers
de gemeente vijf a zes weken wachten
aleer hij uit het tweetal koos, want hij
was roums-katholiek en had niets voor
de kerk over.
Ooltgensplaat. Agreatie, evenals bij
Den Bomnael uitgeoefend door de am
bachtsvrouwe van St. Adolfsland, me
vrouw J. de Jongh, weduwe van mr. A.
E; H. Goekoop te 's-Gravenhage.
Ouddorp. Agreatie uitgeoefend door
de ambachtsvrouwe mevrouw A. F. C.
M. de Boer-Gallas te Antwerpen.
Oude Tonge. Electie, evenals te Nieu
we Tonge, met hetzelfde bezwaar.
Sommelsdyk. Electie uitgeoefend door
de familie Van Weel te 's-Gravenhage,
voor wie als gemachtigde optrad nota
ris Van der Sluys te Dirksland. De ge
meente is nooit gehinderd bij het uit
brengen van een beroep.
Stad aan 't Haringvliet. Collatie uit
geoefend door baronesse Van Brienne,
wonende in Ierland. Bij de laatste vaca
ture deed de barones afstand van haar
beroepingsrecht voor de duur van die
vacature. De kerkeraad was toen dus
vrij om te handelen.
Soms gevreesd, soms betreurd
Uit deze lijst blijkt al, dat de verhou
ding tussen ambachtsheren en gemeen
ten niet altijd gunstig was. Sommige
heren waren met recht gevreesd, omdat
zij al geschiedde dit alleen reeds door
lang wachten steeds een spaak in het
wiel staken. Anderen daarentegen waren
geliefd, daar zij niet alleen van hun
recht gebruik maakten, maar ook, zon
der dat dit verplicht was, de materiëïr
lasten van de gemeente, waarover zij
„heer" waren, hielpen verlichten.
Uit het lijstje kan men tevens aflei
den, dat diverse gemeenten geen am
bachtsheer bezaten. Er waren er, die
hun rechten al lang hadden overgedra
gen aan de kerkeraad. Maar ook was
het recht van agreatie en electie soms
verbonden aan het bezit van onroerend
goed. Woonde de ambachtsheer tei'
plaatse in zijn kasteel, dan mocht hij
zijn rechten laten gelden. Was het kas
teel verdwenen en had hij zich elders ge
vestigd, dan had de amibachtsheer tege
lijkertijd zijn rechten verloren. „Waar
niets is verliest de keizer zijn recht",
zegt het spreekwoord, dat ook hier geldt
H. de J
De gemeenteraad van Ooltgensplaat kwam vrijdagavond in het openbaar
bijeen. Afwezig was de heer J. Buscop De heer P. Bom fungeerde als wnd. se
cretaris. De raadsleden werden voor het afwerken van de agenda verrast
met een souvenir uit de stad Toulouse waar de burgemeester een tegenbezoeVL
gebracht heeft. Het werd een lange zitting, want er waren meerdere plinten
die een brede bespreking vereisten. Dat was zo het geval met de aanvraag om
subsidie van de vereniging „Gemeenschapsbelang Ooltgensplaat". Het nut van
deze vereniging werd door drie voorstanders bepleit; het college van b en
w daarentegen bleek er niet veel verwachting van te hebben. Subsidie werd
niet verleend, zodat deze vereniging op eigen middelen zal moeten draven.
Voor de busreizigers komt een schuilgelegenheid aan het Weespad, waarin
de gemeente de helft moet betalen. De oprit naar de nieuwe garage van de
R.T.M. zal verbeterd worden. Aan het slot van de zitting werd gesproken
over mogelijke grenscorrecties, waarvan te voren een ernstige studie dient te
worden gemaakt.
De voorz. burg. W. M. v. d. Harst
opende met gebed. Daarna deelde hij
naede dat hij met zijn echtgenote een
bezoek had gebracht aan Toulouse, de
franse stad waarmee in de loop van
de tijd een band is ontstaan. In gezel
schap van de heer L. Bazerque zijn de
meest treffende punten van de stad en
vele mooie gebouwen bezichtigd en be
zocht. De heer Bazerque zei zeer ver
eerd te zijn met zijn benoeming tot of
ficier in de orde van Oranje Nassau
en verzocht mede namens zijn vrouw
de dank over te brengen voor de har
telijke ontvangst te Ooltgensplaat ten
deel gevallen. Als herinnering aan die
dag had de heer Bazerque voor het col
lege enige souvenirs meegegeven; voor
spreker een presse papier waarop de
beeltenis van de voornaamste gebou
wen van Toulouse en voor de raadsle
den een fraaie sleutelring. Voor de
wethouders had spr. bovendien een
penning, waarmee ook de stadhuisbode
Raap werd vereerd. Dit geschenk werd
dankbaar aanvaard.
De ingekomen stukken werden voor
kennisgeving aangenomen. De voor
schotten verstrekt aan de woningbouw
vereniging inzake de Oostenrijkse ge
schenkwoningen, werden met de defini
tieve stichtingskosten in overeenstem
ming gebracht. De grond en bouwkos
ten zijn door het rijk vastgesteld op
resp. 7938.20 en 57951.83.
Vuilnisstortplaats
De algem. Politieverordening diende
een wijziging te ondergaan inzake be
palingen vuilnis stortplaats
De laatste jaren is door landbouwers
commissionnairs enz. voor de berging
van de van hun bedrijf afkomstige af-
valprodukten veel gebruik gemaakt van
de z.g. „Tweede Put" aan de Langeweg
Mede als gevolg van het feit, dat deze
put vrijwel de enige vuilnisstortplaats
op het grondgebied van de gemeente is
heeft het gebruik hiervan een zodanige
omvang genomen, dat de afvoer van het
huisafval dat van gemeentewege wordt
opgehaald bij herhaling wordt belem
merd. B en w achten het daarom nood
zakelijk, dat maatregelen worden ge
troffen waardoor het storten van be
doelde afvalstoffen beter in de hand
kan worden gehouden. De algem. Po
litieverordening dient daarom zo gewij
zigd, dat het in het algemeen verbo
den wordt afvalprodukten in de Tweede
Put te deponeren. Op verzoek van be
langhebbenden dienen 'b en w dan van
deze verbodsbepaling ontheffing te
kunnen verlenen, aan welke ontheffing
dan zodanige voorwaarden verbonden
kunnen worden, dat een zo economisch
mogelijk gebruik van bedoelde stort
plaats in de tekomst verzekerd wordt.
De nieuwe aanwinst van Ford's Zilve
ren Vloot, de Ford Anglia Tourist v/erd
woensdagochtend feestelijk aan Neder
land gepresenteerd op het in weldadig
zonlicht overgoten Museumplein te Ara
sterdam.
Dank zij de voortreffelijke zorj,' van
de Amsterdamse Politie reden in één
grote file bijna 70 ivoorkleurige Tcu-
rist-proefritwagens het Museumplein
op.
Daar werd deze file in 4 groepen ge
splitst, waarvan bijgaande foto-een zeer
goed beeld van geeft en vertrokken de
wagens in de richting van de 4 wind
streken door Nederland om hun taak als
proefritwagens te gaan vervullen.
De Ford Angla Tourist is een vol-
waainaVgifrepresentatieve automobiel
met werkelijiV rmime zitplaatsen. De
voorin geplaatste 4 cyl. 36 pk zijklepmo
tor (cy inhoud 1172 cc) zorgt voor een
goede kruissnelheid en een pittige acce
leratie, een korte draaicirkel maakt de
Tourist uiterst manoevreerbaar.
Het prijsverschil tussen beide typen
de Angiia de Luxe van 5490.en de
Anglia Tourist van 4875.heeft be
trekking op de bij de Anglia Tourist
ontbrekende kachel, tweede zonneklep,
een vereenvoudigd instrumenten panel,
geen chroomranden op body en rondom
de ramen, een enkelvoudige claxon.
Ford meent dat de grote gedachte
van Henry Ford I „een auto voor ieder
een" met deze laagst geprijsde wagen
in de Ford personenwagen-serie weer
een stap dichter bij haar realisatie is
gekomen.
Het college stelt zich de toegang tot
dit terrein af te sluiten en in de even
tueel te verlenen vergunningen o.m. als
voorwaarden op te nemen, dat het
storten slechts op bepaalde aangewe
zen uren kan geschieden, waarbij de
door een daartoe door ons aangewezen
persoon ter plaatse te geven aanwijzin
gen in acht genomen dienen te worden.
De heren Tiggelman en ook Leydens
hadden wel ent^^ 'oezw'aren dat het
maar een "paar uren per dag werd open
gesteld.
De heer v. d.Vliet vond dat men het
vuil in een paar uur wel kwijt kon.
Dhr. K. V. Oostende stelde voor dat
de mensen die er vuil storten ook iets
voor zouden betalen. Tegen het open
stellen van enige uren had hij geen be
zwaar.
„Belanghebbden moeten zich maar
regelen naar de uren van openstelling"
meende de heer Korteweg.
De voorz. antwoordde dat het ge
meentebestuur rekening wilde houden
met de praktijk en de uren van open
stelling daarnaar bepalen. Het is in het
algemeen verboden op de vuilnisplaats
te storten. Dit kan alleen bij vergun
ning van b en w; het moet een con
troleerbaar geval worden zei spr., dus
niet weer zo'n bende te krijgen als
vroeger. Of er een betaling voor zal
worden geheven, daarover heeft b en w
nog geen beslissing genomen.
De heer Tiggelman wilde de open
stelling op de werkuren houden.
„Er behoeft toch niet aldoor een ge
meentewerkman aanwezig te zijn" ver
onderstelde de heer v. Vugt.
„Het zal wel afgeheind moeten wor
den" dacht dhr. v. Oostende. Dat
brengt kosten mee, waarom het billijk
is dat de belanghebbenden ook iets be
talen.
De voorz. merkte op, dat dit punt de
aandacht heeft.
De heer Leydens vond het wel be
zwaarlijk dat men telkens om een ver
gunning moest komen op secretarie.
Weth. Hokke zei hierop dat deze ver
gunningen tot doel hadden te kunnen
controleren wie er stort en hoe het
verloopt.
Het voorstel werd z.h.s. aangenomen.
Goedgevonden werd een wijziging
ambtenarenreglement, een herziening
kindertoelageverordening en een wijzi
ging salarisverordening gemeente-per
soneel.
V&ï"ï^'2j59:ens besloot men medewer
king te verièir^eji krachtens artikel 50
der kleuteronderwii»f,';,-ï'^u»an het be
stuur der bijzonftT'-'- y^o*^
het aanschaffen -c^'^tp-ó-*' j
lizar.iDhp.- J
.Kerkrage«iii>ak wordt brandput
De kpjiKVoogdij der N.H. kerk alhier
heefic zich, op verzoek van b en w be
reid verklaard om de bij deze kerk be
horende regenbak aan de gemeente in
bruikleen te geven voor brandv/esr-
doeleinden tegen een jaarlijkse recog
nitie van 0.25 en hierby uiteraard als
voorwaarde gesteld dat bij een eventu
ele brand in dit gebouw het water in
de eerste plaats zal worden gebruikt
ter bestrijding van die brand.
Waar deze regenbak, na het aan
brengen van een putdeksel, als brand
put is te benutten, werd goedgevonden
onder bovenvermelde voorwaarden, tot
de ingebruikneming hiervan te beslui
ten.
Subsidie-aanvraag „Gemeen
schapsbelang Ooltgensplaat"
Het prae-advies van b en w luidde
hierop
In deze gemeente is opgericht een
vereniging ,,Gemeenschapsfoelang Oolt
gensplaat", die zich, blijkens een van
deze vereniging ontvangen schrijven
o.m. ten doel stelt bij de ingezetenen
meer belangstelling te wekken voor de
mogelijke gevolgen voor deze gemeente
van de uitvoering van de Delta-werken
Teneinde dit doel te bereiken is men
voornemens vergaderingen te beleggen
en daarbij verschillende sprekers uit te
nodigen om de bevolking van voorlich
ting te dienen. Voorts wenst deze ver
eniging zich te beraden over zaken aan
gaande het arbeidsoverschot op het
eiland, industrievestiging enz. Teneinde
de uit een en ander voortvloeiende uit
gaven te kunnen fnancieren verzoekt
gemelde vereniging haar een subsidie
te verlenen om als startkapitaal te die
nen. Naar aanleiding van dit verzoek
en na ingewonnen advies van de raads
commissie voor financiën en economi
sche zaken delen wij U het navolgende
mede. Vele van de belangen die ge
noemde vereniging wenst te behartigen
liggen ons inziens op het terrein van
de Middenstand; een terrein waarop de
(Vervolg pag. 2)
VERVOLGVERHAAL
door H. KINGMANS
(2S)
De lui, die hem gevangen genomen
hebben, vinden blijkbaar geen emplooi in
Timis of omgeving voor hen, die onver
kocht bleven, Er verlopen nog enkele
dagen. TStn. dan wordt hen meegedeeld,
dat zij zich gereed hebben te maken. Er
is geen markt, dat staat vast. Zodat
Cornelisz de opmerking maakt en het
vermoeden uitspreekt, dat zij naar el
ders zullen worden vervoerd.
En dat vermoeden is juist. Een klein
schip in de haven neemt hen op en. iets
later varen zij in O.-richting. Hun
behandeling is nu weer, als op de rover-
schepen, die „De Arend" overvielen. In
ongemakkelijke houding liggen zü tegen
de scheepswand, aan elkaar en aan rin
gen gekluisterd. De tocht duurt ettelijke
dagen. Cornelisz vraagt zich vol verba
zing af, waar zij nu terecht zullen ko
men. Soms denkt hij aan de Levant,
maar voorzover hem bekend zijn daar
geen slavenmarkten. Worden z^j mis
schien naar Egypte gevoerd?
-Het gaat er inderdaad op lijken, als
zij naar het Zuid-Oosten stevenen. Een
maal komt aan de tocht een eind. Jo-
chem heeft hem al eens gepolst. Neen,
die haven kent Cornelisz niet. Maar een
dag later zijn ze naar Cairo gebracht.
Is daar een slavenmarkt? Ja, dat
staat vast. Hij weet er van. De slaven
worden er evenwel niet rechtstreeks
gekocht door de slavenhouders. Er zijn
tussenpersonen, meest Joden, die de ge
kochte waar naar elders voeren en daar
weer verkopen. De opbrengst voor de
Tunische piraten is daardoor minder.
Vandaar, dat zij eerst trachten in Tunis
en omgeving te verkopen.
Br zijn meer haaien op de kust, naar
de volgende morgen blijkt. De twintig
Hollanders van „De Arend" vormen
slechts een klein contingent VEin het aan
tal, dat aan de palen gebonden is.
De tentoonstelling, de aanprijzing, de
verkoop is precies als in T\uiis. Met dit
verschil, dat de handel hier levendiger
is, omdat de kopers, vrijwel alle Joden,
levendiger van aard zijn. Ze zijn gerou
tineerde handelaren, dat is duidelijk. Ze
laten de verkopers eenvoudig praten en
kiezen de waar, die zij kunnen gebrui
ken.
De opvarenden van „De Arend" wor
den gevoerd naar een bepaalde hoek,
waar nu reeds verschillende blanken een
plaats hebben gevonden. Jochem hoort
zijn moedertaal. Er zijn dus meer Duit
sers onder. Hq ziet jongere en oudere
menaen, blijkbaar alle zeevaarders.
Eén van hen trekt bijzonder zijn aan
dacht. Htj is een jonge man, die op zijn
gelaat een stille berusting manifesteert.
Jochem vraagt zich af waar hij dat ge
zicht wel eens gezien heeft. Het komt
hem zo bekend voor. Maar dan wendt
hij zich af. Het is verbeelding.
In groot en aantal aangevoerde ge
vangenen doet deze markt niet voor die
van Tunis onder. Het duurt slechts en
kele momenten en dan staat Jochem
weer aan een paal gebonden. Nevens
hem Cornelisz Gelaten wachten zij hun
lot af. Je hebt niets te wensen en moet
de omstandigheden nemen, zoals ze zijn.
Al vrij spoedig weten zij, althans
voorlopig, wat hun nabije toekomst is.
Er nadert iemand met een grote baard,
onmiskenbaar een Jood. De koop is
spoedig besloten. De Moren behoeven
niet te vragen. De Jood deelt eenvoudig
mee, als hij Jochem en Cornelisz. heeft
bekeken, lang niet zo nauwkeurig als in
Tunis gebeurde welk bedrag hij voor
hen beiden over heeft. Is het te weinig
dan moeten ze hun mannetjes houden
Er is keus genoeg. De Moren marchan
deren niet. Zij accepteren het aanbod,
pmdat ze niet terug willen gaan met
deze lui. Dus zfln Jochem en de Vlaar-
dinger eigendom van deze Jood.
Voorlopig blijven zij aan de paal ge
bonden staan. De Jood heeft nog meer
koopjes op het oog. Hij loopt langs de
groep Duitsers, waarby de jonge man
zich bevindt, die de belangstelling van
Jochem heeft opgewekt. Omtrent een
uur later heeft ht| een twintig man ge
kocht, in leeftijd variërend, waarbij ook
de jeugdige Duitser.
Als de nieuwe eigenaar gereed is met
zijn inkopen wordt de groep geformeerd
en door de straten van Cairo, die, on
danks zijn precaire positie, de belang
stelling van Jochem opwekken, naar een
verblijf gevoerd, dat niet te vergelijken
is met het pakhuis in Tunis. Het is er
ongewoon smerig en het krioelt er van
ongedierte. Het eten, dat hen toegewor
pen wordt, laat ook veel te wensen
over.
Als Jochem eens informeert naar de
gedachtengang van de Vlaardinger, ver
neemt hiJ, dat deze vermoedt met een
opkoper te doen te hebben. Deze Jood
zet hen niet ergens aan het werk. Hij
brengt hen elders, om weer te verko
pen. Dit werk is het bestaan van de man
die zich in geen enkel opzicht met hen
bemoeit. Hij heeft zijn knechten, die
toezicht houden op de slaven. Deze
kunnen zich overigens nauwelijks roe
ren of bewegen, zo heeft men hen vast
gebonden aan ringen, die op bepaalde
afstanden in de wanden van de walge
lijke ruimte zijn aangebracht, speciaal
voor dit doel, naar wel duidelijk is.
Het is een verademing, dat zij er
slechts één nacht doorbrengen. De vol
gende morgen worden zij in een onver
staanbare taal gemaand om zich gereed
te houden. En dan trekt weldra een ka
ravaan de stad uit. Vier kamelen bevin
den er zich bij. Een er van wordt bere
den door de Jood, die hen heeft gekocht
de andere drie zijn beladen met zakken
en kisten, die, naar later blijkt, levens
middelen bevat.
Met elkaar zijn er dertig man. Het
wordt een tocht van dagen en dagen
lang, dwars door de Arabische woestijn.
,,Je krijgt er nu een idee van, wat een
tocht de Israëlieten hebben gehad, die
veertig jaar in de woestijn zwierven",
zegt Cornelisz.
Jochem heeft daaraan niet gedacht. Hij
mort tegen ziJn lot. Elke stap overweegt
hij brengt hem verder van een eventuele
verlossing. Waar komt hij terecht? Ont
snapping is onmogelijk, want twee aan
twee zijn ze aan elkaar gebonden. Bo
vendien: waarheen zouden zij moeten
gaan? In deze woestijn van zand en
hete lucht weten ziJ weg noch steg. In
een ommezien zouden zij de dood heb
ben gevonden.
Op van vermoeidheid strekken zij
zich elke avond neer op de kale grond.
Inderhaast is een tent opgeslagen,
waarin de Jood met enkele anderen
verblijf houdt. Op gezette tijden lossen
de bewakers elkaar af. De slaven in het
zand. Waar zij zich neerwerpen, blijven
ze liggen. Met geen stok zijn ze wakker
te krijgen, als ze eenmaal in slaap zijn.
Die slaap is voor Jochem een verkwik
king. Hij brengt vergetelheid. Alleen...
's morgens is het ontwaken des te vre
selijker. Dan ligt daar weer voor hem
een lange, grauwe dag van al maar
marcheren door het mulle zand, naaf
het onbekende doel...
Eens wordt door gebaren te verstaan
gegeven, dat zij moeten graven. Mee
gevoerde schoppen worden hen in de
handen geduwd. De hemel boven hen is
inktzwart. Al spoedig begrijpt Corne
lisz, die reeds van alles heeft meege
maakt in zijn zwervend leven, wat er
aan de hand is; er is een zandstorm op
komst. Vermoedelijk wordt die gauw
verwacht, want koortsachtig moeten zj
werken; de bewakers graven zelve ook.
De kamelen zijn onrustig en verbergen
hun koppen in het zand.
Het graafwerk is nauwelijks afgelo
pen, als de storm komt opzetten. Twee
dagen en nachten woedt de orkaan, die
hen alle uitzicht beneemt en hen nau
welijks in staat stelt eten te nuttigen.
Het fijne zand dringt hen diep in hun
oren en ogen.
(Wordt vervolgd)
plaatselijke
uit een onla
houden bes'
competent
overige gen.^
die zo al
dan toch
moeten wo)
gen kunnen
de voorwaa
a,d.z. wonin
ken die
aan de act
zijn onttro
college zelf
ger niveau
ting beschi;
begrotingsp
stadium da
doen voor
subsidie be.
Dhr. Dan
lijk niet vei
den toegest
dat b en 1
van de ver.
onderschatt,
dat haar p|
wordt geslf
gemeenteral
deelde mee f
lagen van
wel politie|
keiijk. De
problemen
ken en de
bevorderen.
boekt blijki
tro Smit of
contact is
dat voor d
plaats is
doet zich w
dustrievpsti
irmtJi* aa
Een
„.acen V
en ingenie-
om op de
elimineren,
dergelijke
Willemstad
1000.-
ces is daa
werkhaven
gekregen!
van deze v
diende spr.
sidie van
met de con
ning van
en bij ont
meente ko
Dit VOO
dhr. Leyd-
Dhr. Le
eniging in
stantie is
gemeenteb
Maar daa
chen dat
se bestaat
die op het
noemde d
tiging enz
bil het bel
Met doelt
te bereik
op steun
lemstad is
de z.i. nie
hun bevoe
len kómen
normen z'
sloot spr.
De voor
voerde
punt raak
samenspre
genleurs
wen zijn.
Wil men
zullen dr
komen, er
dig orde
men zulk
gen en m
op uit stü
profs aan
stuur mo"
famen, in
lindresult
voorz. He
langstell"
woorden
langs op
nis, waar
handeld
In Uw ei
ging telt
standers,
langen zo
eerste da
is een be
de vereni
ze waard
waarschu-
wachting
alleen pr
we bang
de voorz.,
den nage
dustrie e.
commissi
zaken ui
w ook ha
siasme, z
die te ve
Dhr. K
zienswijz-
baar vooi
gemeeste-
nUssie ze
men in
maar wa
lenen
Dhr. V.
Kortewe
Dhr. V.
laatste s