HAAR WOORD
GETROUW
„Stad en Landschap" zorgt voor een
harmonische ontwikkeling en aan
trekkelijk uiterlijk in onze provincie
Marktberichten
Juli
Plaatselijk Mieuws
m
aand
normaal warmste
van het jaar
TECHNISCH
ONDERWIJS
Kerkgescoiedenis
van Deo Bommel
Ook de stedebouwkundige problemen op Flakkee
worden bekeken.
VOOR HET BETERE FOTOWERK
WEERPRAATJE
De eerste schreden in
het bedrijfsleven
Blx. 2
„EILANDEN-NIEUWS'
Dinsdag 2 juli 1957
Het jaarverslag van het Instituut „Stad en Landschap van Zuid-Holland" 1956
is verschenen. Het ziet er weer keurig verzorgd uit en het nuttige en omvang
rijke werk dat „Stad en Land" verricht m het belang i;an een harmonische
ontwikkeling en een aantrekkelijk uiterlijk van onze provincie springt er uit
naar voren. Ook wat ons eiland Goeree Overjlakkee betreft, laten de proble
men die er zijn op stedebouwkundig gebied, hen niet onberoerd. Wat er over
Flakkee in voorkomt hebben wij er uitgelicht en geven wij hieronder onze le
zers door.
Restauratie
Den Bommel
Ned. Herv. Kerk
Bij het geestige Ned. Herv. Kerkje
(1648), op zo leuke wijze bekroond met
een dakruitertje, zijn de plannen voor
het herstel nog niet tot daden gekomen.
De opmetingen zijn verricht en het res
tauratieplan wordt thans gemaakt, zo
dat het nog wel even zal aanlopen voor
hier de steigers rond het gebouwtje
staan. Allerlei ongerechtigheden moeten
dan ongedaan worden gemaakt: zo heeft
men b.v. inwendig voor het gemak
maar gemetselde hoekpijlers weggehakt
om meer ruimte te krijgen. Construc
tief gesproken dus een toestand die op
de lange duur gevaarlijk is. Ook het
dak en de ruiter zijn in vrij slechte
staat.
De eigenaar van de ronde stenen
grondkorenmolen (1735) heelt het plan
opgevat deze wederom in goede staat
terug te brengen.
Hervormde Kerk te Dirksland
De plannen voor restauratie van de
Ned. Herv. Kerk (plm. 1480), zo karak
teristiek gelegen op een „kerkeiland",
zijn thans bij de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg ter goedkeuring. Het
is zeer te hopen, dat de benodigde gel
den bijeen gebracht worden, zodat de
restauratie spoedig een aanvang kan ne
men. Dat een en ander een enorme
winst zal betekenen voor het centrum
van deze gemeente, behoeft wel geen
betoog'.
De toren te Goedereede
Nog steeds is het wachten op het her
stel van het huisje Haven 143, staande
naast de sluis, en dat met het aardige
smederij tj e zo'n goede afsluiting vormt
van de Haven met aanliggende bebou
wing. Wat is dit uitstel toch jammer,
temeer dat het er niet goedkoper op
wordt!
Voor het smederijtje en het ernaast
gelegen hogere huis, dat eveneens in de
plorabele toestand verkeert, is altijd nog
geen passende oplossing gevonden. Hier
dient toch werkelijk eens iets te geschie
den vóór het niet meer nodig is
Ook aan de imposante toren, in 1466
1512 gebouwd, geschiedt de laatste ja
ren praktisch niets. Deze heeft vele ja
ren als vuurtoren dienst gedaan en is
sedert 1912 Rijksmonument. We kunnen
slechts de wens uiten dat dit stadje
de belangstelling, ook van de Overheid,
krijgt waar het, gezien zijn historische
en artistieke waarden, recht op heeft.
De kerk en de
Herkingen
molen te
Buiten de ronde stenen grondkoren
molen „De Dankbaarheid" (anno 1842),
die nodig eens onderhanden moet wil
men hier niet op een gegeven ogenblik
voor enorme kosten komen, heeft deze
gemeente nog een tweede monumentje:
ETTENSE VEEMARKT
Op de veemarkt van woensdag 26 ju
ni 1957 werden aangevoerd 93 stuks,
waarvan 43 runderen, 1 paard en 49
biggen.
De runderen werden bij matige aan
voer traag verhandeld, met stijgende
prijzen. In biggen gering aanbod met
willige handel en de prijzen vrijwel on
veranderd. Het slachtvee v/erd vlug ver
handeld. De belangstelling was groot.
Prijzen: kalfkoeien 725.—1075, kalf-
vaarzen 800900; guste koeien 575-
825; pinken 350500; graskalveren
250—450; paarden 700—900; biggen
4050; lopers 60—80; vette koeien
2.80—3.20 per kilo geslacht.
de Visbank. Deze verkeerde in vrij
slechte staat. Gelukkig echter is het hier
tot een herstel gekomen, zodat dit 17e
eeuwse gebouwtje voor de toekomst be
waard blijft.
Van de JVed. Herv. Kerk, een eenvou
dig zaalkerkje uit 1788 met later aan
gebouwd dwarspand, heeft het dak de
hoognodige voorziening gekregen. Wij
zouden dit kerkgebouw geen monument
v/illen noemen, doch van belang zijn
verschillende zaken die deel uitmaken
van het interieur, zoals preekstoel, ko-
perwerk en wetsborden, alles uit laat
18e eeuw daterend.
Te Middelharnis
laatste molen
verdwijnt de
De ronde stenen stellingkorenmólen
„De Dankbaarheid" (1849) is wel als
verloren te beschouwen. Deze is aange
kocht door een naastgelegen bedrijf om
te worden gesloopt, waarna de vrijge
komen grond moet dienen voor uitbrei
ding.
Alles is geprobeerd de molen te be
houden, helaas zonder resultaat. We
derom een molen minder.
Achthuizen wil zijn molen behouden
De enig nog in deze gemeente overge
bleven stellingkorenmólen (1852) staat
in Achthuizen buiten bedrijf en worcjj;
niet onderhouden. Daar het behoud er
van landschappelijk zeer zou zijn toe te
juichen moet hier wat geschieden. De
eerste stappen in die richting zijn reeds
ondernomen.
De toren te Ouddorp
In deze aantrekkelijke, in de kop van
Goeree gelegen gemeente, vraagt vooral
de in 1508 gebouwde toren weer onze
aandacht. Deze heeft n.l. zo langza
merhand een restauratie nodig, vooral
in de bovenste geleding, waar scheuren
en bij vorige reparaties gebruikte ver
keerde soorten steen dienen te verdwij
nen. Tevens zouden wij gaarne de brand
weerauto een andere plaats zien toege-
gewezen, ten genoegen van de toren en
ongetwijfeld ook van de chauffeur van
deze wagen daar in- en uitrijden een
kwestie van centimeters is...
In 1857 is de spits vervangen door
het ook wel karakteristieke, thans nog
bestaande kapje. Wat zou het toe te
juichen zijn indien het hier eens tot een
restauratie kon komen.
Gelukkig zijn er in deze gemeente nog
vele oude bouwwerken. Denken we eerst
aan de twee prachtige in vol bedrijf zijn
de korenmolens ,,De Hoop" (1845) en
de „Zwaan" (1846), of aan verschillen
de huizen, staande aan de ring rondom
de kerk, tof aan enige boerderijen, zo
hier en daar verspreid.
Ook bijzonder aardig zijn de bakhuis-
jes, waarvan men er nog een enkele
vindt op een boerderij-erf. Wij hopen
zeer dat een en ander, door onze voor
ouders meestal met zoveel liefde en
vaak onbewust gevoel voor schoonheid
en harmonie gebouwd, behouden mogen
blijven.
De Herv. kerk te Oude Tonge
Van de Herv. kerk resteert het koor
met sacristie nog van de oorspronke
lijke bouw in 1499. Het tweebeukige
schip dateert van later tijd (16e eeuw),
evenals de toren.
De toren vooral moet ook binnen af
zienbare tijd eens onder het mes, daar
deze in niet te beste staat vei-keert. Te
vens kunnen dan verschillende vroegere
reparaties", waarbij gebruik is ge
maakt van verkeerde, niet bijpassende
soort steen, ongedaan worden gemaakt.
Wat jammer is toch de aanwezigheid
van de enorme schuur, staande naast
de vorige jaa:r gerestaureerde boerderij
,,Bouwlust" (anno 1746).
Lof voor het streekmuseum te
Soimnelsdijk
Ma inrichting werd het streekmuseum
op 18 juli 1956 geopend. Zoals bekend
is dit gevestigd In twee huisjes met
trapgevel, die voor dit doel werden ge
restaureerd, in de Kerkstraat. Zelden
zagen we zulk een leuk museum, vooral
ook wat de levendige inrichting betreft,
Met grote voldoening kan het enthousi
aste bestuur op dit resultaat terugzien
en het is te hopen, dat hun werk moge
worden bekroond door een restauratie
van de resterende drie huisjes, waarvan
de interieurs dan zullen worden ge
voegd bij de bestaande expositieruimte.
luni
met tropische warmte en zware nachtvorst
(Van onze weerkundige medewerker)
De hooimaand juli is gemiddeld de
warmste van het gehele jaar al betekent
dit niet, dat dit ook dit jaar het geval
zal zijn.
Normaal levert juli te De Bilt zeven
officiële zomerse dagen op maar na '49
toen er tien werden waargenomen is dit
cijfer nog' niet weer boven normaal ge
weest.
De Enkhuizer Almanak geeft ons niet
veel hoop, want zij verwacht een be
langrijk te koude juli met alleen om
streeks de 6de en tegen het einde van
de maand enkele warme zomerdagen.
En... toch houden wij het dit jaar op
een gunstige uitslag van deze zomer
waaraan ook juli zal meewerken.
Juni heeft al enkele goede voorbeel
den gegeven door omstreeks het midden
van de maand met tropische tempera
turen van 30 tot 32 c voor de dag te
komen, hetgeen ons na de zomer van
1953 niet meer was overkomen. Ruim
veertien dagen lang viel er in een groot
deel van ons land geen regen van bete
kenis, hetgeen de veehouders, die nog
midden in de hooioogst zitten, zeer wel-
gevailig was.
Daarentegen kreeg het vliegveld Soes-
terberg tijdens een onweersbui 56 mm
waaruit nog eens weer blijkt hoe groot
de verschillen op korte afstand kunnen
zijn, vooral tijdens een buiig weertype.
Deze week is voor velen in Drente en
de Veenkoloniën zeer ongunstig begon
nen. In de nacht van zondag op maan
dag j.l. daalde de temperatuur in dit
deel van ons land dicht bij de grond
zelfs tot 3 4 graden onder het vries
punt. Flinke percelen met aardappelen
en bonen stond maandagochtend zwart
bevroren op het veld. Hierbij kan wor
den aangetekend, dat na de langste dag
maar zelden dergelijke zware nachtvor
sten voorkomen. Zo zien wij, dat juni
(althans tot het midden van deze week)
niet bepaald slecht is geweest, vrij veel
zon en een veertien dagen zomers weer,
zodat wij er reeds nu al heel Vi^at beter
voor staan dan de gehele zomer van
1956 het geval is geweest.
Bijzonder veel regen viel er in deze
maand aan de zuidzijde van de Alpen en
Noord-Italië, waar enorme overstromin
gen dan ook niet uitbleven. Zo kreeg
de plaats Docarno van 3 tot 6 juni al
bijna 160 mm regen en tijdens het afge
lopen weekeinde viel daar opnieuw 135
mm water.
Keren wij weer naar ons land terug,
dan zouden wij van de julimaand, die
maandag op de kalender verschijnt, nog
kunnen zeggen, dat zij met een gemid
delde maximum-temperatuur in De Bilt
van 22.6 C gemiddeld de warmste van
het jaar is en de bekend zijnde warmste
dag voor De Bilt is 28 juli 1911 met
35.6 C.
De Bilt registreert normaal in juli 206
uren zon maar verleden jaar bleef het
bij slechts 127 uren zonneschijn. De
meeste regen valt gewoonlijk in juli in
het Oosten van het land (80 mm) tegen
ruim 60 mm langs de kust; dit als ge
volg van regen- en onweersbuien welke
zich tijdens een periode van onbestendig
weer in de zomer bij voorkeur boven het
binnenland ontv/ikkelen, waarbij het aan
de kust vaak zonnig blijft, zodat men
daar ook in juli gemiddeld nog het
meest van de zon kan profiteren.
(NADRUK VERBODEN)
Nazorg door de school
Dat een Technische Dagschool zich
ook bezig houdt met de keus van de
leerlingen die de school gaan verlaten
wat betreft hun a.s. werkgever, is te
genwoordig in ons land een goed ge
bruik geworden. Deze tak van de school-
huishouding is zeker niet de minst be
langrijkste. Hoe groot is niet de invloed
van de eerste schreden in het bedrijfs
leven op de latere levensloop en be-
roepscarriere van de jonge a.s. techni
cus. De eerste ondervindingen en in
drukken die de mens nog (verkerend in
de leeftijdsfase jeugd-volwassenheid)
dan opdoet, kan beslissend zijn voor zijn
verdere instelling in de maatschappij.
Zal hij door hardvochtige behandeling
zich alleen bepalen op geld liefst grof!)
verdien(en en het verrichten van werk
enkel bezien als een noodzakelijk kwaad
om dit mogelijk te maken? Of zal hij
naast het streven een goed salaris te
verdienen ook ambitie, liefhebberij in
zijn beroep behouden?
Alleen in het laatste geval zal een
tevreden gelukkig mens kunnen groeien
die evenwichtig door het leven gaat
met de juiste verdeling van zijn aan
dacht voor zowel het geestelijke-, maat
schappelijke- als het gezinsleven. Door
het leggen van regelmatige kontakten
met de bedrijven e.d. is ook op Goeree
en Overflakkee met deze dringende
vorm van nazorg een aanvang gemaakt.
Hierbij wordt ten nauwste samenge
werkt met het Gewestelijk Arbeidsbu
reau. Dit geschiedt niet alleen om_ bij
het plaatsen van de afgestudeerde leer
lingen een neutrale lijn te trekkej, t.a.v.
de bedrijven! Van groter nut is dat alle
gegevens en kontakten van dit bureau
ten volle benut kunnen worden in het
be!ang van de a.s. jonge werknemers.
Mocht aan de naam Gew. Arbeidsbu
reau voor de ouderen de bittere herin
neringen kleven van werkeloosheid
(stempelen!) uit de jaren van voor 1940
en daarna de gedwongen tewerkstellin
gen in opdracht van de bezetters, de
bemoeiingen zijn nu van geheel andere
aard! Juiste beroepskeuze overeenko
mend met de aanleg, hulp bij het bepa
len van een werkgever waar een ver
dere opleiding in het gekozen vak ge-
v/aarborgd is, enz. Hierdoor wordt be
reikt dat de jongeman tijdig zijn vak
diploma's (gezel, Ie monteur, meester,
patroon, ten behoeve van vestigings
eisen, enz.) in de toekomst kan beha
len.
Ongetvi^ijfeld zal dit nog in wording
zijnde driehoekscontact „Leerling
(Ouders) School en Arbeidsbureau
Bedrijven" voor de jongelui, die binnen
enkele weken de Technische School te
Middelharnis gaan verlaten, reeds dit
jaar gunstige resultaten geven.
ABONNEERT V
OP EELANDEN-NIEUWS
MIDDELHARNIS
Nieuwe opzichter bij de „Gront Mjü".
Om redenen van interne organisatie
heeft een mutatie plaats bij de perso
neelsbezetting van de Gront Mij. (kan
toor Oostdijk 3, Middelharnis). De
hoofduitvoerder de heer C. van Gelder
wordt overgeplaatst naar het rayon
„eiland van Dordrecht en Alblasser-
waard" en wordt opgevolgd door de op
zichter dhr. H. J. van Lummel.
Speeltuinvereniging
Woensdagavond vergaderde in hotel
Zaayer te Middelharnis het bestuur van
de speeltuinvereniging met een aantal
speciaal voor deze bijeenkomst uitgeno
digde, dames van leden. De opkomst was
matig en dat stelde het bestuur wel iets
teleur, maar het enthousiasme dat de
aanwezigen voor het speeltuinwerk ble
ken te bezitten maakte alles goed.
Voorz. Kamerbeek gaf een uiteenzet
ting omtrent de huidige stand van za
ken in vereniging en tuin en kon o.a.
aankondigen, dat er diverse verbeterin
gen aan de entree, afrastering enz. van
wege de gemeente zullen worden aange
bracht; er komt b.v. een tegelpad naar
de ingang. Bovendien is er de mogelijk
heid, dat de tuin vergroot zal worden.
Hoofddoel van de vergadering was het
vormen van een taazarcomité. Hiervoor
gaf een aantal dames zich spontaan op.
In dit comité kregen zitting mevr. But-
Kentie, presidente mevr. Vroegindeweij-
Groen; penningmeesteresse en voorts de
dames Por, Jongejan en Verhoek.
Deze dames zullen medewerking zoe
ken onder de andere leden en daarna op
(26).
Ds. de Haan
Met het droevig vertrek wegens ze
nuwzwakte van Ds. Van Vianen was de
gemeente weer vacant en wist de ker-
keraad wat hem te doen stond. Na de
ontmoeting met de grimmige Ambachts
heer in de zaak Van Weel, waren de
stukken op het kerkelijk schaakbord
weer anders, want de heer was opge
volgd door Baronesse Douarriére Van
Aarssen van Wernhout. De kerkeraad
keek de stukken na hoe het formele ge
deelte van beroeping moest verlopen,
want hij vond het een „wigtige sake".
Leden van de kerkeraad gingen naar
Amsterdam om de proponent Henricus
de Haan te raadplegen, ondervroegen
hem naar zijn richting, kwamen na vijf
dagen terug met goede informaties en
nodigden hem uit om te prediken, het
geen alles naar genoegen uitviel.
Daarna gingen zij naar de Ambachts
vrouwe in Den Haag, die ook in de
keuze bewilligde. Voor het eerst lezen
wij, dat enige kerkeraadsleden een ver
goeding kregen voor verzuim in hun
werk, daar zij onvermogende lieden wa
ren.
Vroeger hebben wij de gehele beroeps-
brief afgeschreven, hetgeen thans over
bodig is, daar het dezelfde tekst als te
voren, welke de lezer in het voorgaande
kan vinden. De proponent deed zijn clas-
sicaal examen en werd 1 januari 1747
bevestigd door T. Gordon van Oude
Tonge met een predikatie uit 1 Petr. 5
vers 24, terwijl hij intrede deed met
Nehemia 1 vers 11.
Zo was dan de gemeente weer voor
zien en kwam niet meer vergeefs ter
kerk, zoals dit in de vacature tweemaal
was voorgevallen. De predikanten die
om welke reden dan ook verstek hadden
laten gaan, werden beboet met ƒ3.per
keer ten bate van de diakonie.
Het schijnt een bekwame proponent
geweest te zijn, want de toeloop was
groot, te zien uit de collecten, die 40%
stegen. Maar die begaafdheid had ook
een schaduwzijde, daar hij nog datzelfde
jaar op 8 october zijn afscheid predikte
wegens vertrek naar Sloten.
Dit had tot gevolg, dat hij de kosten
moest betalen van het volgende beroe-
pingswerk. Als aandenken kreeg hij van
ons mee een tinnen schotel, v/aartegen
over hij een gelijkwaardige gift gaf aan
de diakonie.
Deze omgeving in die tijd de opbrengst
van de boedel van Pieter Laurense Stel
lenaar, groot 173-4-14, plus zijn huisje,
doch werd niet weinig verrast door de
fiscus, die de belasting kwam halen van
zegge en schrijve 46 jaren.
Veel proponenten, weinig kans
Het moeizame, tijdrovende, omslach
tige en kostbare beroepingswerk stond
weer voor de deur. Het verhaal wordt
eentonig en daarom zullen wij de lezer
dit besparen. Had de gemeente zijn goe
de naam verloren? Wij weten het niet,
maar wij kregen het ene bedankje over
het andere. Dit was anders dan voor
heen. Het wil ons voorkomen, dat een
roeping tot kerkeraadslid en een beroe
ping van een predikant gevoeld werd als
een stem des Heeren. Nu speelden daar
andere motieven doorheen. De kerkeraad
deed zeven maal moeite om een predi
kant te krijgen, maar de proponenten
schreven het allen af. Toch liet de ker
keraad zich niet ontmoedigen en bracht
14 juni 1748 een beroep uit op een der
meest vooraanstaande predikanten dier
dagen, n.l. op Alexander Comrie van
Woubrugge. Dat was wel hoog gemikt,
maar een belangstellende lezer uit Delft
schijft mij dd. 19 januari 1957, dat Com
rie in 1748 zelf schrijft in zijn „Opdracht
aan mijne zeer geliefde en waarde Ge
meenten van Woubrugge", dat hij naar
Den Bommel denkt te zullen gaan. Twee
dagen na dien brachten de broeders zelf
de brief naar Woubrugge, maar op 19
juni bedankte hij voor dit beroep.
Na nog een sollicitant te hebben afge
wezen, kwam hier de proponent Arnol-
dus van der Palm uit 's-Hertogenbosch,
school en bracht de beroepsbrief over.
De schoolmeester sloot enige dagen de
De nieuwe predikant werd op 24 novem
ber 1748 bevestigd door ds Gaveel
van Nieuwe Tonge.
Censuur en H. Avondmaal
Tussen 1740 en 1750 stonden nog al
enigen onder censuur wegens allerlei
afdwalingen. Het dorp was klein en de
kerkeraad was nog het middelpunt van
de samenleving. Er waren, die den cen
suur maar lastig en bedroevend vonden.
Zij deden schuldbelijdenis en werden
weer tot des Heeren Tafel toegelaten.
Maar zekere Frans van Dalen nam toch
deel aan het H. Avondmaal, hoewel de
toegang hem was ontzegd. Juist was de
predikant ziek.
In deze tijd treden er verschuivingen
op, die pijnlijk aandoen. De gevolgen zijn
nog op vele plaatsen te constateren. De
gemeente wordt aangesproken met
„mijne hoorders", alsof het kerkgebouw
een gehoorzaal is. En bij de twaalf ar
tikelen heet hetU wordt voorgelezen de
twaalf artikelen des geloofs. Dit moet
zijn: doen wij belijdenis van ons alge
meen christelijk geloof. Paulus en Jo
hannes bv. spreken de gemeente aan
met gelief den" of gemeente van Jezus
Christus. Dan gaat ook op vele plaatsen
de verkondiging van het kruis van Chris
tus schuil onder eigen bevindingen,
waardoor meer de vrome christen dan
de rijke Christus op stoel komt.
Dingen om over na te denken. - Toch
leefde men nog als gemeente nog wel
bij het H. Avondmaal. Een gemeente is
dan ook geen samengeraapte massa,
doch door de H. Doop aan Christus en
aan elkaar verbonden. En dan nog velen
door belijdenis.
legaten en boeten.
Het geloof komt ook uit in de werken.
Dit zagen wij ook al eerder. In 1747
kregen wij een kostelijk legaat van Me
juffrouw Johanna Zeedijk, de meerder
jarige dochter van Pieter van der Eist,
haar tweede vader. Beiden kwamen spoe
dig te overlijden. De dochter vermaakte
al haar goederen aan de dialconie. Deze
bestonden uit 8 gemeten land plus 50
roeden in de Molenpolder. De vorderin
gen waren 207-10-4 en de schulden
125.Het land kwam in pacht bij de
Wed. van der Eist voor 147.de hoop.
Het zilveren hoofdijzer met de gouden
stukken" werd door de diakonie te gelde
gemaakt.
Verder bracht de verkochte boedel
van Reinira van den Berg 137.05 op.
Maarten Verdonk zijn vaartuig werd
voor 40.verkocht ten bate van de
diakonie.
Zekere Pieter Winkels werd bekeurd
wegens verkoop van boekweitemeel en
beboet met 200.waarvan een zesde
deel verviel aan de diakonie. Lammert
Boom weigerde zijn quotisatie-biljet en
werd beboet ten bate van de diakonie
met 3-3-0. Kerk en Staat waren wel
nauw aan elkaar verbonden.
iln deze dagen maakte de diakonie het
goed, daar de collecten tweemaal zo
hoog waren als die der kerk en zij me
nigmaal werd bedacht.
Maarssen.
Ds. G. van der Zee
(Wordt vervolgd)
huisbezoek gaan bij leden en sympathi-
serenden teneinde in het a.s. najaar een
bazar te kunnen opzetten. Zij zullen te
vens de verkoop van loten ten behoeve
van de speeltuin ter hand nemen.
Behalve de bazar besprak men ook
algemene zaken van de speeltuin; er
bleken nog wel enige verlangens onder
de moeders te leven maar over het ge
heel genomen bleken zij zeer tevreden
met het bezit van de tuin en de goede
speelgelegenheid, die deze aan hun kin
deren verschaft.
DIRKSLAND
Jan Zwart herdenking. In verband
met de Jan Zwart herdenking zal don
derdag 4 juli een orgelbespeling plaats
hebben in de Ned .Herv. kerk te Dirks
land door de zoon van Jan Zwart, de
heer Dirk Jans Zwart. Aanvang 8 uur.
Ieder is welkom.
HERKINGEN
Toelatingsexamen. De jongeheer H.
Visser slaagde dezer dagen voor het
toelatingsexamen R.H.B.S.
Dat viel mee. De smid A. K. reed
met zijn auto bij Oude Tonge van de
dijk in de sloot. Hij had te kiezen of te
gen een tractor of in de sloot en koos
het laatste. K. en auto kwamen er best
af.
(Vervolg pag. 3)
VERVOLGVERHAAL
door H. KINGMANS
(15)
Jochem kijkt landwaarts. Er staat een
vrij stevige bries, maar de najaarszon
beschijnt de St. Jacobstoren van Vlis-
singen en de daken der huizen, die in
een gulden gloed liggen. Hij heeft een
ontzettend heimwee en zou in staat zijn,
in zee te springen.Gekheid natuur
lijk. Allereerst kan hij niet zwemmen
en bovendien. dan is hij deserteur.
Gevlucht uit de Compagniesdienst, dat
betekent de kogel of de strop, dat heeft
hij wel begrepen uit de voorgelezen
Scheepsartikelen
Hij moet berusten, er zit niet anders
op. En van zijn leven maken, wat er van
te maken is, hoe zwaar het ook zal zijn.
Dit laatste wordt hij die dag nog ge
waar. Als de samenkomst op het vóór-
dek ontbonden is, 'begint het werk. Ze
worden niet gespaard. De soldaten, al
thans zij, die er voor opgeleid worden,
hebben te marcheren en oefeningen te
maken onder leiding van onderofficie
ren of hoe die lui ook mogen heten. En
de nieuwelingen onder de matrozen
hebben touwen te knopen. Ze moeten
dat tenminste leren. Het onderwijs gaat
gepaard met de „nodige" vloeken en
stompen.
Uit Vlissingen nadert een klein
scheepje. Ze weten niet, dat nu de doos
met papieren wordt gebracht van de
Middelbui'gse Kamer van de Compag
nie. Dit is de laatste handeling. De com
mandant ontvangt zijn aanstelling, die
niet dan een formaliteit is, en zijn or
ders. Deze laatsten zijn ook bekend. Hij
heeft met bekwame spoed via de Kaap
naar Oost-Indië te varen, om vervol
gens al of niet in retourvloot, maar het
liefst mét andere schepen, naar het
Moederland terug te keren. „De Arend"
heeft vertraging gehad, anders zou het
fregat tegelijk met andere schepen ver
trokken zijn. Ze moeten elkaar tot steun
zijn in voorkomende gevallen. Stormen
kunnen woeden. De sterfte aan boord
kan heel erg zijn. Op zeerovers moet
gelet worden. Maar enfin, „De Arend"
met Heurnius als commandant, moet al
leen buitengaats. Er zit niet anders op,
nu het zo lang geduurd heeft eer een be
hoorlijke bemanning was gemonsterd.
't Is niet meer de tijd van Jan Pietersz.
Coen en Van Riebeeck en al die andere
pioniers. De klad is er wat ingekomen.
Als het hulkje weggevaren is, klinken
luide fluitsignalen. De ankers worden
gelicht.
„In de ra's!" beveelt de bootsman.
Meteen kijkt hij Jochem aan en ook
Gebhard. Wat moeten ze doen? Zien de
ezels hun werk dan niet? De zeilen
moeten omhoog. Vooruit, naar boven!
De man stoort er zich niet aan, of ze er
iets van terecht brengen. Ze hebben te
leren. Voor zijn part vallen ze over
boord.
Een goed lesje voor het vervolg.
Maar dan kijkt hij toch met be
wondering naar die twee nieuwelingen.
Die klimmen als ratten omhoog.
„Hebben jullie méér gevaren?" vraagt
hij iets later met argwaan in de stem.
Neen, dat hebben ze niet. Nog nooit op
zee geweest. Hoe kunnen ze dan zo
klimmen. Ha, ha, schoorsteenvegers van
beroep. Zo, zo. Ja, die kunnen klimmen,
hij begrijpt het. Nu, hij zal hen in de
gaten houden. Dat kan te pas komen.
Bootsman Jeroen Jansz. is waarlijk
vriendelijker en spraakzamer dan zij
hebben gedacht. Hij laat de beide Duit
sers een groot deel van het nu varend
fregat zien. Vlissingen is aan de horizon
verdwenen. Ze bevinden zich thans op
de Noordzee, de steven Zuidwaarts ge
wend.
„De Arend" is een goed gebouwd
schip, nog niet eens oud. Het is bewa
pend met tien kanonnen van vrij groot
kaliber en enkele kleinere. Ze komen
te weten, dat het fregat een van de
grootste van de Compagnie is. Er zijn
slechts enkele groter. Van achthonderd
ton. Deze is ongeveer zevenhonderd. Ja,
ze kunnen heel wat meenemen op de
terugreis.
Zo praat de bootsman, die niet infor
meert naar hun verleden. Dat heeft af
gedaan, hoe het ook is geweest, goed
of slecht. Van de meeste opvarenden
niet al te best. Verschillenden hebben
een appeltje met de een of andere
Schout te schillen en zijn voor alle ze
kerheid verdwenen. Anderen zijn zwer
vers, die zich hebben laten ronselen.
Slechts enkelen bevaren de zee, omdat
zij graag wilden. Die zijn al van jongsaf,
tien, elf jaar, op het zilte nat. Bootsman
Jansz. was nauwelijks tien, toen hij het
wijde zeegat uitvoer. Dat komen Jochem
en Gebhard zo tussen de bedrijven door
te weten. Wat zij hebben gedaan en
waar zij vandaan komen? Het laat de
bootsman koud. Ze zijn nu een nummer
op „De Arend", als de anderen. En met
volle zeilen stevent 't fregat Zuidwaart.
HOOFDSTUK VIII.
Goffe, de Vlaming, is onverstandig.
Hij mort niet alleen tegen het lot, dat
hem beschoren is, dat zou reeds een on
vruchtbare handeling zijn, maar hij ver
zet er zich tegen, is onverschillig, heeft
al enkele malen een flinke schrobbering
opgelopen en bedreigingen gehoord, die
voor tweeërlei uitleg niet vatbaar zijn.
„Loop nou niet met je kop tegen de
muur," waarschuwt Jochem, „Dat helpt
immers niks."
Met een stevige vloek beweert Goffe,
dat het hem niets schelen kan. Voor
zijn part kunnen ze hem kielhalen. De
dwaas weet niet, wat hij zegt.
De kruik gaat zolang te water tot zij
barst. Goffe heeft het voorbeeld van
anderen voor ogen, want het minste
vergrijp wordt met slagen gestraft. Hij
ziet vaak genoeg, hoe de strafoefening
voltrokken wordt. Op die wijze wordt
orde en tucht in de inderdaad bandeloze
bende te voorschijn getoverd. Men ge
hoorzaamt voortaan,' zij het mokkend.
Een enkele maal heeft Goffe al kennis
gemaakt met de stok, omdat hij niet
vlug genoeg een order opvolgde of die
verkeerd uitvoerde. Hij blijft de on
verstandige.
En dan barst de kruik. „De Arend"
vaart langs de kust van Frankrijk. Duin
kerken is reeds gepasseerd. Van een
der oudste zeerobben verneemt Jochem,
dat die stad vroeger een broeinest van
kapers was. Al menig gevecht is er ge
leverd; met afwisselend geluk. Een paar
Hollandse admiraals, de naam Tromp
wordt genoemd, hebben toen de Duin
kerkers een ongenadige afstraffing toe
gediend, die heilzaam heeft gewerkt.
Geleidelijk is de kaperij afgenomen.
Thans heeft men geen last meer van die
zeeschuimers. Alleen aan de kust van
Afrika daar opereren de rovers van
Tunis en zo.
Op een morgen ontmoet een officier,
een van de bruutsten, naar bekend is,
Goffe, die niet gauw genoeg uitwijkt.
Hij brengt ook niet de voorgeschreven
eerbewijzen en als hij in verband daar
mee een opmerking te incasseren krijgt,
geeft de sufferd een brutaal antwoord.
Dan is Leiden in last. Een enkel woord
en Goffe wordt in de boeien geslagen,
terwijl zijn zaak onmiddellijk voor de
kleine Scheepsraad komt, die de Pro
voost gelast, de arrestant zulk een be
hoorlijk aantal slagen te doen toedie
nen, dat hij genoeg heeft van zijn re
calcitrante houding; die al enige tijd in
de gaten gelopen is.
Dit is een strafoefening, die met enig
ceremonieel gepaard gaat. Een groot
deel van de bemanning wordt verzameld,
om er getuige van te zijn, hoe er een
afschrikwekkend voorbeeld gesteld
wordt. Jochem ziet kans het toneel te
ontgaan. Hij begrijpt, dat zijn vriend
een afstraffing zal ondergaan, die niet
mals is en hem wat hij hoopt zal
genezen.
Het wordt een vreselijke straf. Aan
vankelijk uit Goffe, die de tanden op
elkaar klemt, geen enkele kreet, maar
dat is niet vol te houden. Al spoedig
weerklinkt zijn gegil, maar de uitvoer
ders van de straf gaan dóór. Zij moeten.
Het gegil houdt op. Je kunt niet meer
gillen, als je ongeveer bewusteloos bent;
alleen nog steunen. Stukken vlees heb
ben de slager» van Goffes' lichaam ge
scheurd.
(Wordt vervolgd)