HAAR WOORD GETROUW „Stad en Landschap" zorgt voor een harmonische ontwikkeling en aan trekkelijk uiterlijk in onze provincie Marktberichten Juli Plaatselijk Mieuws m aand normaal warmste van het jaar TECHNISCH ONDERWIJS Kerkgescoiedenis van Deo Bommel Ook de stedebouwkundige problemen op Flakkee worden bekeken. VOOR HET BETERE FOTOWERK WEERPRAATJE De eerste schreden in het bedrijfsleven Blx. 2 „EILANDEN-NIEUWS' Dinsdag 2 juli 1957 Het jaarverslag van het Instituut „Stad en Landschap van Zuid-Holland" 1956 is verschenen. Het ziet er weer keurig verzorgd uit en het nuttige en omvang rijke werk dat „Stad en Land" verricht m het belang i;an een harmonische ontwikkeling en een aantrekkelijk uiterlijk van onze provincie springt er uit naar voren. Ook wat ons eiland Goeree Overjlakkee betreft, laten de proble men die er zijn op stedebouwkundig gebied, hen niet onberoerd. Wat er over Flakkee in voorkomt hebben wij er uitgelicht en geven wij hieronder onze le zers door. Restauratie Den Bommel Ned. Herv. Kerk Bij het geestige Ned. Herv. Kerkje (1648), op zo leuke wijze bekroond met een dakruitertje, zijn de plannen voor het herstel nog niet tot daden gekomen. De opmetingen zijn verricht en het res tauratieplan wordt thans gemaakt, zo dat het nog wel even zal aanlopen voor hier de steigers rond het gebouwtje staan. Allerlei ongerechtigheden moeten dan ongedaan worden gemaakt: zo heeft men b.v. inwendig voor het gemak maar gemetselde hoekpijlers weggehakt om meer ruimte te krijgen. Construc tief gesproken dus een toestand die op de lange duur gevaarlijk is. Ook het dak en de ruiter zijn in vrij slechte staat. De eigenaar van de ronde stenen grondkorenmolen (1735) heelt het plan opgevat deze wederom in goede staat terug te brengen. Hervormde Kerk te Dirksland De plannen voor restauratie van de Ned. Herv. Kerk (plm. 1480), zo karak teristiek gelegen op een „kerkeiland", zijn thans bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg ter goedkeuring. Het is zeer te hopen, dat de benodigde gel den bijeen gebracht worden, zodat de restauratie spoedig een aanvang kan ne men. Dat een en ander een enorme winst zal betekenen voor het centrum van deze gemeente, behoeft wel geen betoog'. De toren te Goedereede Nog steeds is het wachten op het her stel van het huisje Haven 143, staande naast de sluis, en dat met het aardige smederij tj e zo'n goede afsluiting vormt van de Haven met aanliggende bebou wing. Wat is dit uitstel toch jammer, temeer dat het er niet goedkoper op wordt! Voor het smederijtje en het ernaast gelegen hogere huis, dat eveneens in de plorabele toestand verkeert, is altijd nog geen passende oplossing gevonden. Hier dient toch werkelijk eens iets te geschie den vóór het niet meer nodig is Ook aan de imposante toren, in 1466 1512 gebouwd, geschiedt de laatste ja ren praktisch niets. Deze heeft vele ja ren als vuurtoren dienst gedaan en is sedert 1912 Rijksmonument. We kunnen slechts de wens uiten dat dit stadje de belangstelling, ook van de Overheid, krijgt waar het, gezien zijn historische en artistieke waarden, recht op heeft. De kerk en de Herkingen molen te Buiten de ronde stenen grondkoren molen „De Dankbaarheid" (anno 1842), die nodig eens onderhanden moet wil men hier niet op een gegeven ogenblik voor enorme kosten komen, heeft deze gemeente nog een tweede monumentje: ETTENSE VEEMARKT Op de veemarkt van woensdag 26 ju ni 1957 werden aangevoerd 93 stuks, waarvan 43 runderen, 1 paard en 49 biggen. De runderen werden bij matige aan voer traag verhandeld, met stijgende prijzen. In biggen gering aanbod met willige handel en de prijzen vrijwel on veranderd. Het slachtvee v/erd vlug ver handeld. De belangstelling was groot. Prijzen: kalfkoeien 725.—1075, kalf- vaarzen 800900; guste koeien 575- 825; pinken 350500; graskalveren 250—450; paarden 700—900; biggen 4050; lopers 60—80; vette koeien 2.80—3.20 per kilo geslacht. de Visbank. Deze verkeerde in vrij slechte staat. Gelukkig echter is het hier tot een herstel gekomen, zodat dit 17e eeuwse gebouwtje voor de toekomst be waard blijft. Van de JVed. Herv. Kerk, een eenvou dig zaalkerkje uit 1788 met later aan gebouwd dwarspand, heeft het dak de hoognodige voorziening gekregen. Wij zouden dit kerkgebouw geen monument v/illen noemen, doch van belang zijn verschillende zaken die deel uitmaken van het interieur, zoals preekstoel, ko- perwerk en wetsborden, alles uit laat 18e eeuw daterend. Te Middelharnis laatste molen verdwijnt de De ronde stenen stellingkorenmólen „De Dankbaarheid" (1849) is wel als verloren te beschouwen. Deze is aange kocht door een naastgelegen bedrijf om te worden gesloopt, waarna de vrijge komen grond moet dienen voor uitbrei ding. Alles is geprobeerd de molen te be houden, helaas zonder resultaat. We derom een molen minder. Achthuizen wil zijn molen behouden De enig nog in deze gemeente overge bleven stellingkorenmólen (1852) staat in Achthuizen buiten bedrijf en worcjj; niet onderhouden. Daar het behoud er van landschappelijk zeer zou zijn toe te juichen moet hier wat geschieden. De eerste stappen in die richting zijn reeds ondernomen. De toren te Ouddorp In deze aantrekkelijke, in de kop van Goeree gelegen gemeente, vraagt vooral de in 1508 gebouwde toren weer onze aandacht. Deze heeft n.l. zo langza merhand een restauratie nodig, vooral in de bovenste geleding, waar scheuren en bij vorige reparaties gebruikte ver keerde soorten steen dienen te verdwij nen. Tevens zouden wij gaarne de brand weerauto een andere plaats zien toege- gewezen, ten genoegen van de toren en ongetwijfeld ook van de chauffeur van deze wagen daar in- en uitrijden een kwestie van centimeters is... In 1857 is de spits vervangen door het ook wel karakteristieke, thans nog bestaande kapje. Wat zou het toe te juichen zijn indien het hier eens tot een restauratie kon komen. Gelukkig zijn er in deze gemeente nog vele oude bouwwerken. Denken we eerst aan de twee prachtige in vol bedrijf zijn de korenmolens ,,De Hoop" (1845) en de „Zwaan" (1846), of aan verschillen de huizen, staande aan de ring rondom de kerk, tof aan enige boerderijen, zo hier en daar verspreid. Ook bijzonder aardig zijn de bakhuis- jes, waarvan men er nog een enkele vindt op een boerderij-erf. Wij hopen zeer dat een en ander, door onze voor ouders meestal met zoveel liefde en vaak onbewust gevoel voor schoonheid en harmonie gebouwd, behouden mogen blijven. De Herv. kerk te Oude Tonge Van de Herv. kerk resteert het koor met sacristie nog van de oorspronke lijke bouw in 1499. Het tweebeukige schip dateert van later tijd (16e eeuw), evenals de toren. De toren vooral moet ook binnen af zienbare tijd eens onder het mes, daar deze in niet te beste staat vei-keert. Te vens kunnen dan verschillende vroegere reparaties", waarbij gebruik is ge maakt van verkeerde, niet bijpassende soort steen, ongedaan worden gemaakt. Wat jammer is toch de aanwezigheid van de enorme schuur, staande naast de vorige jaa:r gerestaureerde boerderij ,,Bouwlust" (anno 1746). Lof voor het streekmuseum te Soimnelsdijk Ma inrichting werd het streekmuseum op 18 juli 1956 geopend. Zoals bekend is dit gevestigd In twee huisjes met trapgevel, die voor dit doel werden ge restaureerd, in de Kerkstraat. Zelden zagen we zulk een leuk museum, vooral ook wat de levendige inrichting betreft, Met grote voldoening kan het enthousi aste bestuur op dit resultaat terugzien en het is te hopen, dat hun werk moge worden bekroond door een restauratie van de resterende drie huisjes, waarvan de interieurs dan zullen worden ge voegd bij de bestaande expositieruimte. luni met tropische warmte en zware nachtvorst (Van onze weerkundige medewerker) De hooimaand juli is gemiddeld de warmste van het gehele jaar al betekent dit niet, dat dit ook dit jaar het geval zal zijn. Normaal levert juli te De Bilt zeven officiële zomerse dagen op maar na '49 toen er tien werden waargenomen is dit cijfer nog' niet weer boven normaal ge weest. De Enkhuizer Almanak geeft ons niet veel hoop, want zij verwacht een be langrijk te koude juli met alleen om streeks de 6de en tegen het einde van de maand enkele warme zomerdagen. En... toch houden wij het dit jaar op een gunstige uitslag van deze zomer waaraan ook juli zal meewerken. Juni heeft al enkele goede voorbeel den gegeven door omstreeks het midden van de maand met tropische tempera turen van 30 tot 32 c voor de dag te komen, hetgeen ons na de zomer van 1953 niet meer was overkomen. Ruim veertien dagen lang viel er in een groot deel van ons land geen regen van bete kenis, hetgeen de veehouders, die nog midden in de hooioogst zitten, zeer wel- gevailig was. Daarentegen kreeg het vliegveld Soes- terberg tijdens een onweersbui 56 mm waaruit nog eens weer blijkt hoe groot de verschillen op korte afstand kunnen zijn, vooral tijdens een buiig weertype. Deze week is voor velen in Drente en de Veenkoloniën zeer ongunstig begon nen. In de nacht van zondag op maan dag j.l. daalde de temperatuur in dit deel van ons land dicht bij de grond zelfs tot 3 4 graden onder het vries punt. Flinke percelen met aardappelen en bonen stond maandagochtend zwart bevroren op het veld. Hierbij kan wor den aangetekend, dat na de langste dag maar zelden dergelijke zware nachtvor sten voorkomen. Zo zien wij, dat juni (althans tot het midden van deze week) niet bepaald slecht is geweest, vrij veel zon en een veertien dagen zomers weer, zodat wij er reeds nu al heel Vi^at beter voor staan dan de gehele zomer van 1956 het geval is geweest. Bijzonder veel regen viel er in deze maand aan de zuidzijde van de Alpen en Noord-Italië, waar enorme overstromin gen dan ook niet uitbleven. Zo kreeg de plaats Docarno van 3 tot 6 juni al bijna 160 mm regen en tijdens het afge lopen weekeinde viel daar opnieuw 135 mm water. Keren wij weer naar ons land terug, dan zouden wij van de julimaand, die maandag op de kalender verschijnt, nog kunnen zeggen, dat zij met een gemid delde maximum-temperatuur in De Bilt van 22.6 C gemiddeld de warmste van het jaar is en de bekend zijnde warmste dag voor De Bilt is 28 juli 1911 met 35.6 C. De Bilt registreert normaal in juli 206 uren zon maar verleden jaar bleef het bij slechts 127 uren zonneschijn. De meeste regen valt gewoonlijk in juli in het Oosten van het land (80 mm) tegen ruim 60 mm langs de kust; dit als ge volg van regen- en onweersbuien welke zich tijdens een periode van onbestendig weer in de zomer bij voorkeur boven het binnenland ontv/ikkelen, waarbij het aan de kust vaak zonnig blijft, zodat men daar ook in juli gemiddeld nog het meest van de zon kan profiteren. (NADRUK VERBODEN) Nazorg door de school Dat een Technische Dagschool zich ook bezig houdt met de keus van de leerlingen die de school gaan verlaten wat betreft hun a.s. werkgever, is te genwoordig in ons land een goed ge bruik geworden. Deze tak van de school- huishouding is zeker niet de minst be langrijkste. Hoe groot is niet de invloed van de eerste schreden in het bedrijfs leven op de latere levensloop en be- roepscarriere van de jonge a.s. techni cus. De eerste ondervindingen en in drukken die de mens nog (verkerend in de leeftijdsfase jeugd-volwassenheid) dan opdoet, kan beslissend zijn voor zijn verdere instelling in de maatschappij. Zal hij door hardvochtige behandeling zich alleen bepalen op geld liefst grof!) verdien(en en het verrichten van werk enkel bezien als een noodzakelijk kwaad om dit mogelijk te maken? Of zal hij naast het streven een goed salaris te verdienen ook ambitie, liefhebberij in zijn beroep behouden? Alleen in het laatste geval zal een tevreden gelukkig mens kunnen groeien die evenwichtig door het leven gaat met de juiste verdeling van zijn aan dacht voor zowel het geestelijke-, maat schappelijke- als het gezinsleven. Door het leggen van regelmatige kontakten met de bedrijven e.d. is ook op Goeree en Overflakkee met deze dringende vorm van nazorg een aanvang gemaakt. Hierbij wordt ten nauwste samenge werkt met het Gewestelijk Arbeidsbu reau. Dit geschiedt niet alleen om_ bij het plaatsen van de afgestudeerde leer lingen een neutrale lijn te trekkej, t.a.v. de bedrijven! Van groter nut is dat alle gegevens en kontakten van dit bureau ten volle benut kunnen worden in het be!ang van de a.s. jonge werknemers. Mocht aan de naam Gew. Arbeidsbu reau voor de ouderen de bittere herin neringen kleven van werkeloosheid (stempelen!) uit de jaren van voor 1940 en daarna de gedwongen tewerkstellin gen in opdracht van de bezetters, de bemoeiingen zijn nu van geheel andere aard! Juiste beroepskeuze overeenko mend met de aanleg, hulp bij het bepa len van een werkgever waar een ver dere opleiding in het gekozen vak ge- v/aarborgd is, enz. Hierdoor wordt be reikt dat de jongeman tijdig zijn vak diploma's (gezel, Ie monteur, meester, patroon, ten behoeve van vestigings eisen, enz.) in de toekomst kan beha len. Ongetvi^ijfeld zal dit nog in wording zijnde driehoekscontact „Leerling (Ouders) School en Arbeidsbureau Bedrijven" voor de jongelui, die binnen enkele weken de Technische School te Middelharnis gaan verlaten, reeds dit jaar gunstige resultaten geven. ABONNEERT V OP EELANDEN-NIEUWS MIDDELHARNIS Nieuwe opzichter bij de „Gront Mjü". Om redenen van interne organisatie heeft een mutatie plaats bij de perso neelsbezetting van de Gront Mij. (kan toor Oostdijk 3, Middelharnis). De hoofduitvoerder de heer C. van Gelder wordt overgeplaatst naar het rayon „eiland van Dordrecht en Alblasser- waard" en wordt opgevolgd door de op zichter dhr. H. J. van Lummel. Speeltuinvereniging Woensdagavond vergaderde in hotel Zaayer te Middelharnis het bestuur van de speeltuinvereniging met een aantal speciaal voor deze bijeenkomst uitgeno digde, dames van leden. De opkomst was matig en dat stelde het bestuur wel iets teleur, maar het enthousiasme dat de aanwezigen voor het speeltuinwerk ble ken te bezitten maakte alles goed. Voorz. Kamerbeek gaf een uiteenzet ting omtrent de huidige stand van za ken in vereniging en tuin en kon o.a. aankondigen, dat er diverse verbeterin gen aan de entree, afrastering enz. van wege de gemeente zullen worden aange bracht; er komt b.v. een tegelpad naar de ingang. Bovendien is er de mogelijk heid, dat de tuin vergroot zal worden. Hoofddoel van de vergadering was het vormen van een taazarcomité. Hiervoor gaf een aantal dames zich spontaan op. In dit comité kregen zitting mevr. But- Kentie, presidente mevr. Vroegindeweij- Groen; penningmeesteresse en voorts de dames Por, Jongejan en Verhoek. Deze dames zullen medewerking zoe ken onder de andere leden en daarna op (26). Ds. de Haan Met het droevig vertrek wegens ze nuwzwakte van Ds. Van Vianen was de gemeente weer vacant en wist de ker- keraad wat hem te doen stond. Na de ontmoeting met de grimmige Ambachts heer in de zaak Van Weel, waren de stukken op het kerkelijk schaakbord weer anders, want de heer was opge volgd door Baronesse Douarriére Van Aarssen van Wernhout. De kerkeraad keek de stukken na hoe het formele ge deelte van beroeping moest verlopen, want hij vond het een „wigtige sake". Leden van de kerkeraad gingen naar Amsterdam om de proponent Henricus de Haan te raadplegen, ondervroegen hem naar zijn richting, kwamen na vijf dagen terug met goede informaties en nodigden hem uit om te prediken, het geen alles naar genoegen uitviel. Daarna gingen zij naar de Ambachts vrouwe in Den Haag, die ook in de keuze bewilligde. Voor het eerst lezen wij, dat enige kerkeraadsleden een ver goeding kregen voor verzuim in hun werk, daar zij onvermogende lieden wa ren. Vroeger hebben wij de gehele beroeps- brief afgeschreven, hetgeen thans over bodig is, daar het dezelfde tekst als te voren, welke de lezer in het voorgaande kan vinden. De proponent deed zijn clas- sicaal examen en werd 1 januari 1747 bevestigd door T. Gordon van Oude Tonge met een predikatie uit 1 Petr. 5 vers 24, terwijl hij intrede deed met Nehemia 1 vers 11. Zo was dan de gemeente weer voor zien en kwam niet meer vergeefs ter kerk, zoals dit in de vacature tweemaal was voorgevallen. De predikanten die om welke reden dan ook verstek hadden laten gaan, werden beboet met ƒ3.per keer ten bate van de diakonie. Het schijnt een bekwame proponent geweest te zijn, want de toeloop was groot, te zien uit de collecten, die 40% stegen. Maar die begaafdheid had ook een schaduwzijde, daar hij nog datzelfde jaar op 8 october zijn afscheid predikte wegens vertrek naar Sloten. Dit had tot gevolg, dat hij de kosten moest betalen van het volgende beroe- pingswerk. Als aandenken kreeg hij van ons mee een tinnen schotel, v/aartegen over hij een gelijkwaardige gift gaf aan de diakonie. Deze omgeving in die tijd de opbrengst van de boedel van Pieter Laurense Stel lenaar, groot 173-4-14, plus zijn huisje, doch werd niet weinig verrast door de fiscus, die de belasting kwam halen van zegge en schrijve 46 jaren. Veel proponenten, weinig kans Het moeizame, tijdrovende, omslach tige en kostbare beroepingswerk stond weer voor de deur. Het verhaal wordt eentonig en daarom zullen wij de lezer dit besparen. Had de gemeente zijn goe de naam verloren? Wij weten het niet, maar wij kregen het ene bedankje over het andere. Dit was anders dan voor heen. Het wil ons voorkomen, dat een roeping tot kerkeraadslid en een beroe ping van een predikant gevoeld werd als een stem des Heeren. Nu speelden daar andere motieven doorheen. De kerkeraad deed zeven maal moeite om een predi kant te krijgen, maar de proponenten schreven het allen af. Toch liet de ker keraad zich niet ontmoedigen en bracht 14 juni 1748 een beroep uit op een der meest vooraanstaande predikanten dier dagen, n.l. op Alexander Comrie van Woubrugge. Dat was wel hoog gemikt, maar een belangstellende lezer uit Delft schijft mij dd. 19 januari 1957, dat Com rie in 1748 zelf schrijft in zijn „Opdracht aan mijne zeer geliefde en waarde Ge meenten van Woubrugge", dat hij naar Den Bommel denkt te zullen gaan. Twee dagen na dien brachten de broeders zelf de brief naar Woubrugge, maar op 19 juni bedankte hij voor dit beroep. Na nog een sollicitant te hebben afge wezen, kwam hier de proponent Arnol- dus van der Palm uit 's-Hertogenbosch, school en bracht de beroepsbrief over. De schoolmeester sloot enige dagen de De nieuwe predikant werd op 24 novem ber 1748 bevestigd door ds Gaveel van Nieuwe Tonge. Censuur en H. Avondmaal Tussen 1740 en 1750 stonden nog al enigen onder censuur wegens allerlei afdwalingen. Het dorp was klein en de kerkeraad was nog het middelpunt van de samenleving. Er waren, die den cen suur maar lastig en bedroevend vonden. Zij deden schuldbelijdenis en werden weer tot des Heeren Tafel toegelaten. Maar zekere Frans van Dalen nam toch deel aan het H. Avondmaal, hoewel de toegang hem was ontzegd. Juist was de predikant ziek. In deze tijd treden er verschuivingen op, die pijnlijk aandoen. De gevolgen zijn nog op vele plaatsen te constateren. De gemeente wordt aangesproken met „mijne hoorders", alsof het kerkgebouw een gehoorzaal is. En bij de twaalf ar tikelen heet hetU wordt voorgelezen de twaalf artikelen des geloofs. Dit moet zijn: doen wij belijdenis van ons alge meen christelijk geloof. Paulus en Jo hannes bv. spreken de gemeente aan met gelief den" of gemeente van Jezus Christus. Dan gaat ook op vele plaatsen de verkondiging van het kruis van Chris tus schuil onder eigen bevindingen, waardoor meer de vrome christen dan de rijke Christus op stoel komt. Dingen om over na te denken. - Toch leefde men nog als gemeente nog wel bij het H. Avondmaal. Een gemeente is dan ook geen samengeraapte massa, doch door de H. Doop aan Christus en aan elkaar verbonden. En dan nog velen door belijdenis. legaten en boeten. Het geloof komt ook uit in de werken. Dit zagen wij ook al eerder. In 1747 kregen wij een kostelijk legaat van Me juffrouw Johanna Zeedijk, de meerder jarige dochter van Pieter van der Eist, haar tweede vader. Beiden kwamen spoe dig te overlijden. De dochter vermaakte al haar goederen aan de dialconie. Deze bestonden uit 8 gemeten land plus 50 roeden in de Molenpolder. De vorderin gen waren 207-10-4 en de schulden 125.Het land kwam in pacht bij de Wed. van der Eist voor 147.de hoop. Het zilveren hoofdijzer met de gouden stukken" werd door de diakonie te gelde gemaakt. Verder bracht de verkochte boedel van Reinira van den Berg 137.05 op. Maarten Verdonk zijn vaartuig werd voor 40.verkocht ten bate van de diakonie. Zekere Pieter Winkels werd bekeurd wegens verkoop van boekweitemeel en beboet met 200.waarvan een zesde deel verviel aan de diakonie. Lammert Boom weigerde zijn quotisatie-biljet en werd beboet ten bate van de diakonie met 3-3-0. Kerk en Staat waren wel nauw aan elkaar verbonden. iln deze dagen maakte de diakonie het goed, daar de collecten tweemaal zo hoog waren als die der kerk en zij me nigmaal werd bedacht. Maarssen. Ds. G. van der Zee (Wordt vervolgd) huisbezoek gaan bij leden en sympathi- serenden teneinde in het a.s. najaar een bazar te kunnen opzetten. Zij zullen te vens de verkoop van loten ten behoeve van de speeltuin ter hand nemen. Behalve de bazar besprak men ook algemene zaken van de speeltuin; er bleken nog wel enige verlangens onder de moeders te leven maar over het ge heel genomen bleken zij zeer tevreden met het bezit van de tuin en de goede speelgelegenheid, die deze aan hun kin deren verschaft. DIRKSLAND Jan Zwart herdenking. In verband met de Jan Zwart herdenking zal don derdag 4 juli een orgelbespeling plaats hebben in de Ned .Herv. kerk te Dirks land door de zoon van Jan Zwart, de heer Dirk Jans Zwart. Aanvang 8 uur. Ieder is welkom. HERKINGEN Toelatingsexamen. De jongeheer H. Visser slaagde dezer dagen voor het toelatingsexamen R.H.B.S. Dat viel mee. De smid A. K. reed met zijn auto bij Oude Tonge van de dijk in de sloot. Hij had te kiezen of te gen een tractor of in de sloot en koos het laatste. K. en auto kwamen er best af. (Vervolg pag. 3) VERVOLGVERHAAL door H. KINGMANS (15) Jochem kijkt landwaarts. Er staat een vrij stevige bries, maar de najaarszon beschijnt de St. Jacobstoren van Vlis- singen en de daken der huizen, die in een gulden gloed liggen. Hij heeft een ontzettend heimwee en zou in staat zijn, in zee te springen.Gekheid natuur lijk. Allereerst kan hij niet zwemmen en bovendien. dan is hij deserteur. Gevlucht uit de Compagniesdienst, dat betekent de kogel of de strop, dat heeft hij wel begrepen uit de voorgelezen Scheepsartikelen Hij moet berusten, er zit niet anders op. En van zijn leven maken, wat er van te maken is, hoe zwaar het ook zal zijn. Dit laatste wordt hij die dag nog ge waar. Als de samenkomst op het vóór- dek ontbonden is, 'begint het werk. Ze worden niet gespaard. De soldaten, al thans zij, die er voor opgeleid worden, hebben te marcheren en oefeningen te maken onder leiding van onderofficie ren of hoe die lui ook mogen heten. En de nieuwelingen onder de matrozen hebben touwen te knopen. Ze moeten dat tenminste leren. Het onderwijs gaat gepaard met de „nodige" vloeken en stompen. Uit Vlissingen nadert een klein scheepje. Ze weten niet, dat nu de doos met papieren wordt gebracht van de Middelbui'gse Kamer van de Compag nie. Dit is de laatste handeling. De com mandant ontvangt zijn aanstelling, die niet dan een formaliteit is, en zijn or ders. Deze laatsten zijn ook bekend. Hij heeft met bekwame spoed via de Kaap naar Oost-Indië te varen, om vervol gens al of niet in retourvloot, maar het liefst mét andere schepen, naar het Moederland terug te keren. „De Arend" heeft vertraging gehad, anders zou het fregat tegelijk met andere schepen ver trokken zijn. Ze moeten elkaar tot steun zijn in voorkomende gevallen. Stormen kunnen woeden. De sterfte aan boord kan heel erg zijn. Op zeerovers moet gelet worden. Maar enfin, „De Arend" met Heurnius als commandant, moet al leen buitengaats. Er zit niet anders op, nu het zo lang geduurd heeft eer een be hoorlijke bemanning was gemonsterd. 't Is niet meer de tijd van Jan Pietersz. Coen en Van Riebeeck en al die andere pioniers. De klad is er wat ingekomen. Als het hulkje weggevaren is, klinken luide fluitsignalen. De ankers worden gelicht. „In de ra's!" beveelt de bootsman. Meteen kijkt hij Jochem aan en ook Gebhard. Wat moeten ze doen? Zien de ezels hun werk dan niet? De zeilen moeten omhoog. Vooruit, naar boven! De man stoort er zich niet aan, of ze er iets van terecht brengen. Ze hebben te leren. Voor zijn part vallen ze over boord. Een goed lesje voor het vervolg. Maar dan kijkt hij toch met be wondering naar die twee nieuwelingen. Die klimmen als ratten omhoog. „Hebben jullie méér gevaren?" vraagt hij iets later met argwaan in de stem. Neen, dat hebben ze niet. Nog nooit op zee geweest. Hoe kunnen ze dan zo klimmen. Ha, ha, schoorsteenvegers van beroep. Zo, zo. Ja, die kunnen klimmen, hij begrijpt het. Nu, hij zal hen in de gaten houden. Dat kan te pas komen. Bootsman Jeroen Jansz. is waarlijk vriendelijker en spraakzamer dan zij hebben gedacht. Hij laat de beide Duit sers een groot deel van het nu varend fregat zien. Vlissingen is aan de horizon verdwenen. Ze bevinden zich thans op de Noordzee, de steven Zuidwaarts ge wend. „De Arend" is een goed gebouwd schip, nog niet eens oud. Het is bewa pend met tien kanonnen van vrij groot kaliber en enkele kleinere. Ze komen te weten, dat het fregat een van de grootste van de Compagnie is. Er zijn slechts enkele groter. Van achthonderd ton. Deze is ongeveer zevenhonderd. Ja, ze kunnen heel wat meenemen op de terugreis. Zo praat de bootsman, die niet infor meert naar hun verleden. Dat heeft af gedaan, hoe het ook is geweest, goed of slecht. Van de meeste opvarenden niet al te best. Verschillenden hebben een appeltje met de een of andere Schout te schillen en zijn voor alle ze kerheid verdwenen. Anderen zijn zwer vers, die zich hebben laten ronselen. Slechts enkelen bevaren de zee, omdat zij graag wilden. Die zijn al van jongsaf, tien, elf jaar, op het zilte nat. Bootsman Jansz. was nauwelijks tien, toen hij het wijde zeegat uitvoer. Dat komen Jochem en Gebhard zo tussen de bedrijven door te weten. Wat zij hebben gedaan en waar zij vandaan komen? Het laat de bootsman koud. Ze zijn nu een nummer op „De Arend", als de anderen. En met volle zeilen stevent 't fregat Zuidwaart. HOOFDSTUK VIII. Goffe, de Vlaming, is onverstandig. Hij mort niet alleen tegen het lot, dat hem beschoren is, dat zou reeds een on vruchtbare handeling zijn, maar hij ver zet er zich tegen, is onverschillig, heeft al enkele malen een flinke schrobbering opgelopen en bedreigingen gehoord, die voor tweeërlei uitleg niet vatbaar zijn. „Loop nou niet met je kop tegen de muur," waarschuwt Jochem, „Dat helpt immers niks." Met een stevige vloek beweert Goffe, dat het hem niets schelen kan. Voor zijn part kunnen ze hem kielhalen. De dwaas weet niet, wat hij zegt. De kruik gaat zolang te water tot zij barst. Goffe heeft het voorbeeld van anderen voor ogen, want het minste vergrijp wordt met slagen gestraft. Hij ziet vaak genoeg, hoe de strafoefening voltrokken wordt. Op die wijze wordt orde en tucht in de inderdaad bandeloze bende te voorschijn getoverd. Men ge hoorzaamt voortaan,' zij het mokkend. Een enkele maal heeft Goffe al kennis gemaakt met de stok, omdat hij niet vlug genoeg een order opvolgde of die verkeerd uitvoerde. Hij blijft de on verstandige. En dan barst de kruik. „De Arend" vaart langs de kust van Frankrijk. Duin kerken is reeds gepasseerd. Van een der oudste zeerobben verneemt Jochem, dat die stad vroeger een broeinest van kapers was. Al menig gevecht is er ge leverd; met afwisselend geluk. Een paar Hollandse admiraals, de naam Tromp wordt genoemd, hebben toen de Duin kerkers een ongenadige afstraffing toe gediend, die heilzaam heeft gewerkt. Geleidelijk is de kaperij afgenomen. Thans heeft men geen last meer van die zeeschuimers. Alleen aan de kust van Afrika daar opereren de rovers van Tunis en zo. Op een morgen ontmoet een officier, een van de bruutsten, naar bekend is, Goffe, die niet gauw genoeg uitwijkt. Hij brengt ook niet de voorgeschreven eerbewijzen en als hij in verband daar mee een opmerking te incasseren krijgt, geeft de sufferd een brutaal antwoord. Dan is Leiden in last. Een enkel woord en Goffe wordt in de boeien geslagen, terwijl zijn zaak onmiddellijk voor de kleine Scheepsraad komt, die de Pro voost gelast, de arrestant zulk een be hoorlijk aantal slagen te doen toedie nen, dat hij genoeg heeft van zijn re calcitrante houding; die al enige tijd in de gaten gelopen is. Dit is een strafoefening, die met enig ceremonieel gepaard gaat. Een groot deel van de bemanning wordt verzameld, om er getuige van te zijn, hoe er een afschrikwekkend voorbeeld gesteld wordt. Jochem ziet kans het toneel te ontgaan. Hij begrijpt, dat zijn vriend een afstraffing zal ondergaan, die niet mals is en hem wat hij hoopt zal genezen. Het wordt een vreselijke straf. Aan vankelijk uit Goffe, die de tanden op elkaar klemt, geen enkele kreet, maar dat is niet vol te houden. Al spoedig weerklinkt zijn gegil, maar de uitvoer ders van de straf gaan dóór. Zij moeten. Het gegil houdt op. Je kunt niet meer gillen, als je ongeveer bewusteloos bent; alleen nog steunen. Stukken vlees heb ben de slager» van Goffes' lichaam ge scheurd. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 2