Buitenland
Marktberichten
Het processieverbod
in Nederland
30e Jaargang
PEINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Bedactio en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629
Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930
Chr. STREEKBLAD OP G;EREF0RMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDE]«
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
Bij contract speciaal tariel
MEDITATIE
Wandelen op de rechte weg
IHIIBIIIIIIIIIIII
Geen spuit meer nodig
Openlijke geweldpleging
-&-
Vrijdag 24 mei 1957
No. 2600
Dezer dagen werd in de Tweede Kamer
behandeld een wetsontwerp tot goedkeu
ring van 'n vriendschapsverdrag tussen'
Nederland en Amerika. Alle partijen,
behalve de communisten natuurlijk,
waren daarvoor. Het merkwaardige feit
(leed zich daarbij voor, dat deze gelegen
heid door de K.V.P. werd aangegrepen
om de kwestie van de processievrijheid
aan de orde te stellen. Dit kon uiteraard
niet in directe zin, omdat daarvoor
grondwetwtjziging nodig is, maar wel
meende de R.K. afgevaardigde mr.
Blaisse erop te moeten wijzen, dat de
Rooms-Katholieken nog altijd een inte
grale processievrijheid verlangen.
Men k£in de vraag stellen, wat dit
Vriendschapsverdrag met de V.S. te ma
ken heeft met de processievrijheid. Het
antwoord hierop luidt, dat in artikel H,
lid 3 van dit verdrag de bepaling voor-
Itomt, dat het aan onderdanen van de
éne partij binnen het grondgebied van
de andere partij geoorloofd is, zowel be
sloten als openbare godsdienstoefenin
gen te houden. De R.K. fractie meende
op grond hiervan, dat de regering ten
opzichte van hier te lande wonende
Amerikanen een ander standpunt in
neemt dan tegenover eigen burgers en
dat derhalve aan de Amerikanen is toe
gestaan, wat aan roomse Nederlanders
verboden is. Zij sprak daarbij de wens
uit, dat de regering nog eens zover zou
gaan om ook nationaal de processies
overal toe te laten.
Hiermee werd een punt ter sprake
gebracht, dat de K.V.P. thans beter had
kunnen laten rusten. Maar de kwestie
der processies zit haar blijkbaar nogal
hoog en ze beschouwt dit debat als een
welkome gelegenheid wat propaganda te
maken. Mr. Blaisse had zelfs de moed
het volgende te zeggen: „Voelt de rege
ring nu hierin geen prikkel om voort te
gaan op de door haar thans ingeslagen
weg en zo spoedig mogelijk een initiatief
te nemen tot een werkelijke vi^jheid van
godsdienst in ons land, die wij in het
midden van de 20ste eeuw, nog steeds
niet kennen?"
Men moet maar durven! De Roomsen
eisen voor zichzelf volledige godsdienst
vrijheid, maar in de landen waar ze
zelf de macht in handen hebben men
denke aan Spanje en Columia is er
zelfs van godsdienstoefeningen in be
sloten gebouwen door Protestanten vrij
wel geen sprake en heerst er een ter
reur „in het midden van de 20Bte eeuw",
die in vele opzichten lijkt op die uit de
16de! Het is mede daarom, dat het
Amerikaanse State-Department boven
genoemde clausule heeft ingelast in de
verdragen, die het al met 15 landen ge
sloten heeft, opdat met name haar pro
testantse burgers in roomse landen een
behoorlijke godsdienstvrijheid zouden
hebben.
Nu deze kwestie van roomse zijde aan
de orde is gesteld, willen we eens in het
kort nagaan, wat het processieverbod
eigenlijk betekent. Zoals men weet, hou
den de roomsen nu en dan'bij feestelijke
gelegenheden en die hebben zij er
vele een z.g. processie. Dit woord is
uit het Latijn afkomstig en betekent op
tocht. Een processie is een plechtige
omgang, rondgang of optocht van de
geestelijkheid en de leken door de kerk,
in een besloten ruimte, maar ook over
de straat met beelden, bloemen en mu
ziek en waarbij het voornaamste ele
ment is, dat de priester, lopende onder
een gedragen baldakijn de geconsecreer
de hostie (waarover straks) meedraagt.
Biddend en zingend trekt men rond als
uiting van dankbaarheid, vreugde of
boetedoening. Bij ons in Brabant en
Limburg en vooral in de roomse landen
worden deze processies ook wel ver
mengd met folkloristische elementen en
dan worden ze voor ons protestants ge
voel meer werelds dan religieus van ka
rakter, ofschoon voor de R.K. het Heilig
Sacrament van de Eucharistie natuur
lek de hoofdzaak blflft. Meestal gaan de
mannen voorop, dan volgt de clerus
(geestelijkheid), terwijl de stoet geslo
ten wordt door de vrouwen en kinderen.
Dat we in onze streken nimmer een
processie zien, wordt veroorzaakt door
de Nederlandse Grondwet in het groot
ste deel van ons land verboden zijn. In
het feit, dat ze volgens artikel 184 van
het Achtste hoofdstuk, art. 184 daarvan
staat sedert 1848 het volgende:
„Alle openbare (d.i. voor ieder toegan
kelijke. Red.) godsdienstoefening bin
nen gebouwen en besloten plaatsen
Wordt toegelaten, behoudens de nodige
maatregelen ter verzekering van open
bare orde en rust.
Onder dezelfde bepaling blijft de open
bare godsdienstoefening buiten de ge
bouwen en besloten plaatsen geoorloofd.
Waar zij thans naar de wetten en regle
menten is toegestaan".
In dit Grondwetsartikel het tweede
lid ligt nu het processieverbod vast
gelegd. Volgens de jurisprudentie van de
Hoge Raad betekent het woord „thans"
het jaar 1848. Dit houdt dus in, dat er
alleen in die plaatsen processies mogen
Worden gehouden, waar ze in dat jaar
reeds gebruikelijk waren. Dit is in
hoofdzaak Nederland .beneden de Moer
dijk" en ook in het Gooise dorp Laren.
Overal elders zijn ze dus verboden.
Het ligt voor de hand dat van rooms-
katholieke zijde herhaaldelijk is ge
poogd, deze verbodsbepaling uit de
grondwet te elimineren. In de Grondwet
van 1815 kwam zij niet voor, gezien de
Vereniging met het roomse België Bij
de zeer belangrijke wijziging van 1848
Werd aanvankelijk door de staatscom-
niissie-Thorbecke bestendiging van de
Vrijheid voorgesteld en deze alleen be
perkt i.v.m. de publieke orde en rust.
Hiertegen kwam een storm van protest
„Welgelukzalig zijn zij, die Mijne
wegen bewaren." (Spr. 8 32)
Het leven des mensen wordt in Gods
Woord menigmaal voorgesteld als het
bewandelen van een weg. Twee hoofd
wegen met verscheidene splitsingen
stelt dat Woord ons voor. Wij kunnen
van de hoofdweg afwijken en op zijpa
den en dwaalwegen komen. Maar als
wij op de rechte hoofdweg wandelen,
wacht ons er de grote rijkdom, die in
God is.
Ik denk inzonderheid aan de twee
wegen, die ons worden beschreven in
Ps. 50, waar de dichter de grote schei
ding trekt. Aan de ene zijde ziet hij hoe
er mensen wandelen op een weg, welks
einde het verderf is en aan de andere
zijde ziet hij wandelen op een weg, die
met de zegen en gunst Godsbekroond
zal worden.
De Heere toont ons sterk het onder
scheid, en zegt: „Gij goddeloze, wat
hebt gij Mijn inzettingen te vertellen;,
en neemt Mijn verbond in Uwen mond?
Ik zal U straffen, en zal het U ordente
lijk voor ogen stellen."
Maar dan de grote tegenstelling dat
de Heere roept: „Wie zijn weg wel
aanstelt, die zal Ik Gods heil doen zien."
Wat een voorrecht en rijkdom om hier
bij aanvang te mogen wandelen in de
wegen des Heeren. Dan hebben wij een
toekomst voor ons. Dan zullen wij reeds
hier iets verkrijgen van hetgeen God
aan Zijn kerk belooft, om straks de
kroon en volle zaligheid in eeuwigheid
van Hem te ontvangen.
Dat onderscheid zien wij dikwijls in
ons leven, dat spreekt in onze jonkheid,
dat spreekt als wij op verdere leeftijd
gekomen zijn, dat spreekt in ons belij
denis doen, en dat spreekt in ons hu
welijk.
In Spreuken 8 32 lezen we: „Welge
lukzalig zijn zij, die Mijne wegen bewa
ren." Daarin vinden we, dat het be
wandelen van Gods weg gezocht, gevon
den en bewaard wordt.
In dit hoofdstuk, dat profetisch is,
valt Koning Salomo weg, maar de meer
dere Salomo komt aan het woord, en
zegt: „Ik doe wandelen op de weg der
gerechtigheid, in het midden van de pa
den des rechts."
Dan gaat Christus terug om Zijn on
verantwoordelijkheid te tonen, en roept
uit: „Ik ben van eeuwigheid af gezalfd
geweest; van de aanvang, van de oud
heden der aarde aan.
Ik was geboren, als de afgronden nog
niet waren, als nog geen fonteinen wa
ren zwaar van water. Aleer de bergen
ingevest waren, vóór de heuvelen was
Ik geboren."
O, de eeuwigheid aangetoond van die
grote Koning, Die op Zijn kleed en dijen
geschreven heeft: „HEERE der Heeren
en KONING der koningen. Niet Salomo,
maar de eeuwige Middelaar spreekt
hier.
Er wordt gesproken van wijsheid: „Ik
wijsheid woon bij de kloekzinnigheid."
Die wijsheid hebben wij nodig om de
weg des Heeren te kunnen bewandelen.
Een weg is een verbinding tussen
twee plaatsen. In het Oosten vooral in
Palestina, waren de wegen zeer onder
scheiden. Er liepen paden door de vel
den waar geen gevaar te duchten was,
andere wegen leiden door de onherberg
zame woestijn, waar des nachts het
roofgedierte loert, weer andere paden
kronkelen zich tussen de steile rotsen,
waar men haast kruipen moet en aller
lei gevaren de mensen'omringen. Zo is
het ook in ons leven, soms mogen wij
zingende onze weg bewandelen, maar
dan weer zijn het wegen, die wij als 't
ware op onze knieën moeten afleggen,
ja, dat wij geen doorgang zien kunnen.
Het grootste is echter, dat wij de wegen
waarop wij geleid worden, zien mogen
als de wegen des Heeren, ook in moei
lijkheden en tegenslag. Want dan roept
de Heere ons toe: „Zijn Mijne wegen
niet recht, maar zijn niet Uw wegen on
recht?"
Het mocht ons hoogste doel zijn ver
enigd te worden met Gods weg, zowel
in het geestelijke als in het natuurlijke
leven.
In Gods Woord worden ons twee
hoofdwegen met verscheidene splitsin
gen getekend. Op de ene weg treft men
niet anders aan dan wereldzin, zonde en
wellust, op de andere wordt Gods gunst
en vrede gesmaakt.
De zonde heeft doornen op onze weg
gebracht, zij steken en verwonden ons.
Maar de Heere zal aan Zijn volk ver-
vuUenl: „Ik doe wandelen op de weg der
gerechtigheid, in het midden van de pa
den des rechts."
Die Leidsman kent alle gevaren en al
de vijanden die het er op toeleggen de
weg tot Hem toe te muren. Hij leidt
ons veilig en zeker. Die Leidsman wen
sen wij ieder toe. Wij hopen, dat ge
die weg moogt volgen, dan zult ge tot
de zonde zeggen: heden uit, wat heb ik
meer met de afgoden te doen. God ver
waardige ons om niet eigen wegen maar
des Heeren wegen te bewandelen. Dan
zullen wij ervaren blijdschap, sterkte en
vertroosting en genade om uit te roe
pen: De zaligheid is in geen ander.
Christus is de weg, de waarheid en het
leven. Hem te leren kennen mocht U
uit genade geschonken worden. Die God
in waarheid zoekt, zal Hem ook in
waarheid vinden. En dan zal vervuld
worden:
Hier wordt de rust geschonken;
Hier 't vette van Uw huis
[gesmaakt;
Een volle heek van wellust maakt
Hier elk in liefde dronken.
Er staat: „Welgelukzalig zijn zij, die
Mijne wegen bewaren." Er is niets, dat
zoveel zorg vereist als het bewaren van
dat grote goed. Al onze aandacht moch
ten we aan het kostelijk Goed beste
den. Het is beter dan goud, ja, dan het
fijnste goud en zoeter dan honing en
honingzeem. Dat Goed overtreft alle
dingen van het stof.
Dat we mochten getuigen:
'k Zal U al mijn liefde waardig
[schatten,
Wijl Gij mijfi rechterhand woudt
[vatten.
Gy zult mij leiden naar Uw raad,
O God, mijn heil, mijn toeverlaat.
Het mocht ons hoogste levensdoel zijn
Hem te volgen, waar Hij ook henengaat,
hetzij bezaaid of onbezaaid land. Als wij
dat Goed zullen zoeken, zullen wij het
ook vinden en bewaren. Wat een voor
recht dat te betrachten. Mogen wij dat
Goed bezitten, dan moge het donker
worden en de tegenslagen zich verme
nigvuldigen, toch zal Gods raad in het
eind gekroond worden. Dan mag Gods
volk de harpen wel eens van de wilgen
nemen. Al gaat hun pad ook wel eens
door de zee, hun zullen als op Mozes
beê, geen golven overstromen.
Wat geeft het vinden van de weg des
Heeren rijke vruchten te kennen. De
oprechte van wandel brengt vruchten
voort in de vreze des Heeren.
Er staat: „Welgelukzalig zijn zij, die
Mijne wegen bewaren," Niet alleen per
soonlijk maar met al Gods volk. Het
is niet alleen zalig worden, maar het is
ook een zalig zijn. Niet alleen in de toe
komst, maar ook in de dadelijkheid.
Het bewaren van Gods weg gaat ge
paard met gebed. O dat gelovig op God
verlaten, temidden van strijd en druk.
Dat geloof is zo sterk, dat de draag
kracht daarvan niet is uit te drukken;
het heeft een veerkracht zo sterk dat de
Kerk uitroept:
Het werk Uwer handen zult Gij
Volvoeren vrij,
O Heer genadig.
Dan mag een arm volk zingen van de
weldaden des Heeren, een bestreden
volk van de verlossingen Jacobs. De on
veranderlijkheid van de getrouwe Ver-
bonds-God zal steeds blijken.
Daarom wensen wij allen toe Gods
weg te zoeken, te vinden en te bewan
delen. Dat kan ons door genade ver
leend worden. Och, of wij al onze wegen
mochten prijsgeven, de dwaalwegen
verlaten, om Gods wegen te kiezen en
te bewandelen, want die alleen zullen
uitlopen tot eer en tot heerlijkheid van
die grote Koning.
„Welgelukzalig zijn zij, die Mijne
wegen bewaren." Niet alleen worden,
maar zij zijn zalig. Zij zijn gelukkig,
worden gelukkig en blijven gelukkig.
Al wie er buiten staat is ongelukkig en
als God het niet verhoed blijft
ongelukkig.
Al hadden wij al het goed dezer we
reld, alleen het hemels Goed zal stand
houden. Daarom mochten wij wel in
dubbele zin uitroepen: „Welgelukzalig
zijn zij, die Uwe wegen bewaren." Zij
hebben alles voor tijd en eeuwigheid.
Dat de Heere ons geve de begeerte
om in Zijn weg te wandelen. Daar is
blijdschap, weldadigheid en gunst te er
varen, veel meer dan de wereld ooit
geven kan. In Zijn gemeenschap ligt
uitkomst, sterkte en vertroosting. God
geve ons dat te ervaren.
Zo wij wandelen op die weg, dan heb
ben wij lief wat God liefheeft en ha
ten, wat God haat. Dan gaan wij uit
met een honger en een dorst om die
weldaden te ontvangen. Dan ligt het
geluk niet in U, maar in Hem, die zegt:
„Ik doe wandelen in de weg der ge-
gerechtigheid, in het midden van de
paden des rechts." En de ganse Kerk
zal eenmaal getuigen: „Gij zijt het
waardig te ontvangen alle lof, eer, en
alle dankzegging tot in alle eeuwigheid.
Wijlen ds. F. J. Dieleman
Géén twijfel
iijagelijk...
ONBEPERKTE GABANTIE
OP Dt VEIINC
HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN
en tenslotte kwam het artikel erin zoals
het nu na meer dan honderd jaar nog
steeds luidt. Merkwaardig is, dat het
hele hoofdstuk over de godsdienst toen
met overgrote meerderheid, ook door
de Roomse Kamerleden, is aanvaard en
dat onder de voorstemmers namen voor
kwamen als Romme en Rijckevorsel!
Ook in 1883 en in 1922 zijn voorstel
len tot wijziging gedaan. In 1922 kwam
er van Protestantse zijde veel protest.
Men vreesde moeilijkheden van twee
kanten: roomsen zouden andersdenken
den die bij een ontmoeting met een pro
cessie niet de nodige eerbied betuigen,
wel eens kunnen molesteren, terwijl pro
testanten, die tegen hun wil op straat
getuige moesten zijn van een roomse
godsdienstoefening en daaraan uiter
aard aanstoot zouden nemen, wel eens
tot radicaal optreden konden overgaan.
Men kan wel allerlei hoogdravende be
schouwingen houden over burgerlijke
verdraagzaamheid, zoals van vrijzinnige
zijde veel geschiedt, maar daaraan is
tenslotte een grens en men moet ze niet
op een al te zware proef stellen. Intus
sen is toen het regeringsvoorstel terug
genomen en bleef de oude toestand ge
handhaafd.
De Grondwetscommissie Van
Schaick probeerde het in 1954 weer. De
meerderheid was ervóór op grond van
het recht op volledige vrijheid van
godsdienstoefening. Maar een minder
heid voelde er weinig voor. Zoals de één
aanspraak maakt op gebruik van de
straat voor zijn godsdienst', zo wenst de
ander dat gebruik niet gehinderd te
worden en zeker niet als hij daar ge
confronteerd wordt met een godsdien
stige demonstratie, die hem in zijn diep
ste gevoelens treft. Men heeft toen nog
de idee geopperd processies toe te staan
in plaatsen met tenminste tweederde
rooms-katholieken, maar tenslotte zijn
ook deze voorstellen weer van de baan
gegaan. En zo handhaaft de Grondwet
nog steeds de status quo van 1848.
Men zal uit één en ander wel begre
pen hebben, dat wij besliste tegenstan
ders zijn van processievrijheid en wij
achten het gelukkig, dat deze alleen tot
stand kan komen via een Grondwets
wijziging, die tweederde van het aantal
stemmen in de Tweede en Eerste Kamer
behoeft. Nu is het zó dat de R.K. en de
V.V.D. (de laatste uit specifiek vrijzin
nig oogpunt) ervóór zijn en dat het dus
afhangt van de P.v.d.A. in de toekomst
Onder de A.R. zijn er velen, die er niet
principieel tegen zijn, maar we kunnen
deze partij wel de verzekering geven,
dat ze bij een eventueel vóórstemmen
daarvan bij een verkiezing zeer kwaUjk
gevolgen zou ondervinden. Van de C.H.U
en de S.G.P. weten we, dat ze tegen
zijn.
Welke bezwaren moeten er nu onzer
zijds tegen een volledige processievrij
heid worden aangevoerd?
Het hoofdbezwaar is, dat het middel
punt van de processie gevormd wordt
door de heilige hostie. Dit is een duime
ronde schijf van gebakken tarwemeel,
die in de R.K. eredienst bij de mis ge
bruikt wordt zoals bij ons het brood bij
het H. Avondmaal. In de Roomse kerk
is niet de prediking des Woords, maar
het „sacrament des altaars" het voor
naamste. Daarom beheerst niet de
preekstoel, maar het altaar er de kerk
ruimte. De R.K. kerk heeft bij dit sacra
ment ook brood en wijn, maar de ge
meente ontvangt alleen het brood. Men
is n.l. bang, dat er iets van de wijn
verloren zal gaan. Dit zou heel erg zijn,
omdat de Roomse kerk aanneemt, dat
bij het uitspreken door de priester van
de instellingswoorden ,,dit is mijn
lichaam" er een wonder gebeurt, n.l. dat
op dit moment brood en wijn inderdaad
veranderen in het lichaam en bloed van
Christus. Dit noemt men de transsub-
tantiatie (wezensverandering). Dan is
dus Christus zelf op het altaar, in de
kerk en bij een processie ook op straat
aanwezig. Bg elke heilige mis wordt
Christus derhalve opnieuw geofferd.
Ieder knielt dan neer. En dit alles moe
ten de Protestanten dulden op de open
bare weg, terwijl ze toch in dit alles
een gruwelijke dwaling zien of om met
antwoord 80 van de Heid. Catechismus
te spreken: een vervloekte afgoderij.
Ken processie kan dus beschouwd
Frankrijk
Dinsdagavond heeft de Franse Assem
blee het kabinet-MoUet met 250 tegen
21 stemmen ten val gebracht. De pre
mier had 's zaterdags tevoren de ver
trouwenskwestie gesteld, gekoppeld aan
een gewijzigd belastingvoorstel.
De toestand van de Franse schatkist
is zorgwekkend, om niet te zeggen wan
hopig. Naar berichten van de beurs en
van grote Parijse banken te oordelen,
is sinds de bevrijding een staatsbank-
roet nimmer zo dichtbij geweest. Over
de middelen tot verbetering nu verschilt
MoUet van inzicht met de minister van
Financiën, Ramadier, Pogingen om die
twee met elkaar te verzoenen, hebben
gefaald. Er bleef voor Mollet geen an
dere weg open, dan de vertrouwens
kwestie te stellen. Een laatste beroep
van de regeringsleider, alsook van oud-
premier Pinay, om zich achter de rege
ring te stellen, mocht niet meer baten.
Het was het 33ste vertrouwensvotum
dat Mollet stelde tijdens zijn voor
Frankrijk lange ambtsperiode van
16 maanden en ditmaal werd het nood
lottig voor zijn regering.
worden als een soort Roomse kerkdienst
op straat, waarmee men tegen zijn wil
in aanraking komt. Behalve dat zij een
uitdaging aan het Protestantisme is
en zeker in een protestants land
vormt ze ook een manifestatie van het
Rooms-Katholicisme. Zij is geen gewone
straatevangelisatie en staat ook niet op
één lijn met een politieke optocht. Hier
wordt de straat tot Roomse kerk en
legt het Roomse geloof zich absolutis
tisch op aan alle burgers. Dit nu kan
niet getolereerd worden. Wanneer Rome
in naam der vrijheid processies opeist,
is dit in wezen aantasting van de vrij
heid der andersdenkenden En daarom
heeft de Overheid ervoor te waken, dat
deze straatvrijheid niet teloor gaat af
gezien zelfs nog van de principiële kwes
tie, of zij niet geroepen is de romanise
rende tendenzen op het publieke erf te
gen te gaan. Het gaat hier niet om een
neutrale kwestie. Dit is wezenlijk een
zaak van principiële betekenis. De pro
cessie is de voorloopster van wat Neder
land te wachten staat, als het R.K. ab
solutisme heel het publieke leven voor
zich opeist. Mede daarom moet op de
roep om processievrijheid geantwoord
worden met een kategorisch: neen!
Bezoek van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard aan Zweden van 21 t.m.
23 mei.
Foto: Aankomst van het Koninklijk Paar in Karlskrona.
Misschieni 20,u de situatie nog te red
den zijn geweest, als er in de Assem
blee eenstemmigheid had bestaan over
de Algerijnse politiek, maar degenen
die zich achter de belastingvoorstellen
hadden geschaard, zijn tegenstanders
van de Algerijnse politiek en de voor
standers van deze politiek kanten zich
tegen de belastingvoorstellen. Een ver
zoening tussen de partijen was dus bij
voorbaat uitgesloten.
Voor de internationale positie van
Frankrijk én voor Algerije in het bij
zonder kunnen de gevolgen van deze
crisis zeer ernstig zijn. Immers, over
enkele dagen lopen de volmachten, die
Mollet voor zijn Algerijnse bewind had
gekregen, af en een eventuele nieuwe
premier zal die volmachten opnieuw
moeten aanvragen. Dat betekent, dat hij
bij het aanvaarden van zijn taak on
middellijk voor een debet over Alge
rije wordt geplaatst. De oplossing van
de crisis wordt hierdoor niet gemakke
lijker.
Premier Mollet heeft terstond na het
bekend worden van de uitslag, het ont
slag van zijn regering aangeboden aan
president Coty, doch op dit ogenblik
heeft de president het ontslag nog niet
aanvaard, omdat hij eerst overleg met
de fractieleiders wil plegen.
Hij is tot deze weigering gerechtigd,
aangezien Mollet niet de constitutionele
meerderheid (van 298 stemmen) tegen
zich had.
Veiligheidsraad
De Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties is maandag op ^verzoek van
Frankrijk bijeengekomen om de kwestie
van het Suezkanaal te bespreken. Dat
het initiatief van Frankrijk is uitge
gaan, lijkt vreemder dan het is. Ame
rika, Engeland, Nederland en andere
landen maken weer gebruik van het ka
naal; Frankrijk blijft dat weigeren. Pre
mier Mollet heeft zelf vorige week het
ontslag van zijn regering aangeboden
uit protest tegen de gang van zaken,
maar dit werd hem door president Coty
geweigerd. De houding van Frankrijk
is niets anders dan het willen verber
gen van z'n innerlijke zwakte, de aan
dacht afleiden van de ellendige binnen
landse toestand en voor het oog van
de wereld een onbuigzame buitenland
se politiek voeren. Dat Frankrijk door
deze houding waardering geniet bij Is
raël, behoeft nauwelijks te worden ge
zegd. Israël liet zelfs zijn besluit varen
om een „proefschip" door het kanaal te
zenden, zoals de Israëlische regering
aanvankelijk van plan was. Als Egypte
dat schip zou tegenhouden, zou Israël
dit als een vijandige daad hebben be
schouwd. Het heeft er de schijn van,
dat Israël de gewapende actie van no
vember vorig jaar nog wel eens over
zou willen doen, vooral als het Frank
rijk achter zich heeft.
Maar nu heeft dan de Veiligheids
raad het Suezprobleem weer besproken.
De Franse minister Pineau drong aan
op onderhandelingen tussen de kanaal
gebruikers en Egypte, met inachtneming
van de zes beginselen van de Veilig
heidsraad. Het voornaamste van deze
beginselen is, dat het kanaal wordt vrij
gehouden van elke binnenlandse poli
tiek.
De Engelse afgevaardigde was het in
grote lijnen met Pineau eens. Australië
liet een soortgelijk geluid horen. Deze
la"nden moeten niets Ijebben van de
Egyptische machtspositie ten aanzien
van het Suezkanaal, temeer daar Nas
ser zich weinig of niets aantrekt van de
besluiten der Verenigde Naties en geen
enkele degelijke garantie voor de vrije
doorvaart wil geven.
Amerika daarentegen verwacht wel
niet veel heil van het Egyptische be
heer, maar wil toch Egypte een kans
geven om zijn goede wil te tonen.
De Veiligheidsraad is dinsdag weer
uiteengegaan zonder definitieve beslis
singen te hebben genomen. Zij laat het
aan Egypte over, maatregelen te over
wegen die de twijfel aan het Egyptische
beleid kunnen wegnemen.
ETTENSE VEEMARKT
Op de veemarkt van woensdag 22 mei
19517 werden aangevoerd 120 stuks,
waarvan 59 rundeten 1 paard en 60 big
gen.
De runderen werden bij ruime aan
voer traag verhandeld, met dalende prij
zen. In biggen rulmer aanbod met wil
lige handel en de prijzen vrijwel onver
anderd. Het slachtvee werd vlug verhan
deld. De belangstelling was zeer groot.
Prijzen: kalfkoeien 7251000; kalf vaar
zen 700950; guste koeien 575700;
pinken 450600; graskalveren 250350
paarden 700900; biggen 4050; lopers
60—80; vette koeien 2.70—3.20 per per
kg. geslacht
Geen lekken, geen druppels. Neem een
spuitbusje. (Aerosol) tegen vliegen,
muggen enz. Giftvry.
Ook speciale vullingen tegen motten,
mieren enz.
Drog. HisschemöUer, Xelef. 018702441
RECHTZAKEN
Wegens openlijke geweldpleging had
den zich voor de rechtbank te verant
woorden de 64 jarige landbouwer M. v.
d. M. te Sommelsdijk, alsmede zijn drie
zoons, de 42 jarige chauffeur H. v. d.
M., de 40 jarige landarbeider M. v. d. M.
en de 28 jarige landarbeider J. v. d. M.
Op 6 augustus van het vorig jaar be
gaven vader en zoons zich naar een za
kenrelatie, een zekere W. te Rockanje.
Van der M. had van deze W. een bedrag
aan geld te vorderen en hij gaf hem te
kennen niet het huis te verlaten alvorens
hij het geld had ontvangen. Zijn zoons
posteerden zich bij de deuren, opdat
geen lid van de fam. W. naar buiten
kon komen. W. trachtte de politie te
bellen, maar de telefoon werd hem uit
de handen geslagen. Zijn zoon zag kans
naar buiten te snappen, stapte in de
auto van de familie om langs deze weg
de politie te bereiken. De zoons van der
M. zouden hem echter hebben gemoles
teerd en er zou een algehele vecht
partij zijn ontstaan. De vrouw van W.
zou zodanig zijn geslagen, evenals de
zoon. De fam. v. d. M. ontkende en bloc
iedere schuld. De officier van justitie
achtte de geweldpleging op grond van
de getuigenverklaring echter bewezen
en eiste tegen ieder een maand onvoor
waardelijke gevangenisstraf.
De uitspraak is bepaald op 4 juni.
(N.R.Crt.)
ABONNEERT TJ
OP EaXANDEN-NIEUWS