WM 5
4-
HAAR WOORD
GETROUW
De bestrijding van bladrolvirus bij de
pootaardappelteelt door gebruik
making van Systox
Nieuws uit Zeeland
Marktberichten
Kerkgeschiedeois
van Den Bommel
UIT DE KERKEN
NED. HERV. KERK
GEREF. KERKEN
VOOR HET BETERE FOTOWERK
Samenspel tussen
school en gezin
De pluixnpot krijgt een
dam van enkalon (nylon)
VERLOVINGSRINGEN
wa h
cal
Biz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 21 mei 1957,
Beroepen te Eist E. Pannekoek te
Ociiten; Wijk H. Stolk te Scheveningen;
Putten L. Kievit te Woerden; Oplieus-
den G. v. Kooten te Genemuiden; Hedei
A. J. Wijnmalen te Maartensdijk
Benoemd als voorganger der Ned.
Hei'V. Evangelisatie te Vriezenveen (2e
maal) de Eerw. heer J. v. Woerden te
Stolv/ijk
Katwijk: Het is nu al weer ruim een
half jaar geleden dat ds P. J. J. Monster
uit Katwijk naar Gouda vertrok. Nog
steeds is in zijn vacature geen enkele
beroep uitgebracht. Thans is door be
middeling der visitatoren-g-eneraal, de
Wijkkerkeraad bereid gevonden een Herv
Geref. predt. te beroepen. Wanneer nu
ook de centrale kerkeraad haar toestem
ming geeft, is er kans dat deze gemeen
te, waarvan ruim 40% tot de Geref.
Bond behoort, één van de zes predikan
ten krijgt toegewezen, behorende tot
dese modaliteit.
Beroepen te Wijhe M. v. Heesen te
Oosthem; Oudewater B. Wentsel te
Pingjum; Enschede A. v. d. Sluys te
Harlingen
Ds A. V. d. Berg te Hellevoetsluis,
moet wegens overspanning enkele maan
den rust nemen.
Ds B. Rietveld te 's-Gravenhage, pro
moveerde aan de V.U. tot doctor in de
Godgeleerdheid op een proefschrift over
„saecularisatie als probleem der theolo
gische ethiek".
CHR. GEREF. KERKEN
Bedankt voor Aalsmeer, Bunschoten,
en BotteiTlam M. Vlietstra te Eemdijk.
Hilversum: Er bestaan plannen voor
het bouwen van een derde kerk. Het ge
meentebestuur heeft in principe subsidie
toegezegd en een terrein aan de Die-
pendaalse laan beschikbaar gesteld.
Mijdrecht: De kleine gemeente Mij
drecht, welke onlangs in de jeugdige
predikant ds J. Brons, haar eerste voor
ganger ontving, bracht in één week de
som van 16000.bijeen, als eerste
bijdrage in de noodzakelijke verbouv/ing
van het kerkgebouw.
Ds M. Baan van Dordrecht zal D.V.
2 juli per vliegtuig naar de Verenigde
Staten vertrekken orn enkele maanden
de vacante gemeente Artesia te dienen.
Ds H. C. Binu, em. predt. te Baam
hoopt 26 mei de dag te herdenken, dat
hij voor 50 jaar bevestigd werd als pre
dikant De jubilaris, die thans 84 jaar is
begon zijn loopbaan in Zaandam, van
waar hij in 1912 naar Groningen vertrok
In 1917 werd een beroep naar Murmer-
woude aangenomen en in 1927 werd we
derom intrede gedaan te Zaandam, wel
ke gemeente 1943 wegens bekomen eme
ritaat werd verlaten.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt voor Zeist H. Rijksen te
Vlaardtngen.
Norwich (Canada) Vrijdag 15 maart
werd ds G. Zwerus, gekomen van Sunny
Side (Californië) bevestigd door ds. W.
C. Lamain van Grand Raplds met een
prediking over 1 Tim. 6 13-14.
De intrede-tekst had ds Zwerus geko
zen uit 2 Tim. 2 15, welke handelde
over „De opdracht des Heeren" inhou
dende Ie boven alls getrouw; 2e krach
tens dienen verantv/oordelijk; 3e krach
tens opdracht uitdelen. O.m. was aan
wezig ds J. Hamstra predt. bij de Old
Chr. Ref. Church. De nieuwe gemeente
van Ds Zwerus bestaat uit 300 zielen en
werd 18 oktober 1948 geïnstitueerd
PLUIMVEEMARKT
Op de pluimveemarkt van vrijdag 17
mei j.l. werden aangevoerd 4000 stuks.
De prijzen lagen als volgt:
Kippen (witte) 1,70-1,80 per kg le
vend gewicht; kippen (gekleurd) 1,65
-1,75 per kg levend gewicht; oude hanen
2,75-3,75 per stuk.
Ruim aanbod van kippen met zeer le
vendige handel en de prijzen hoger.
Matige aanvoer van oude hanen met
willege handel en de prijzen vrijwel on
veranderd.
In verband met de advertenties over
Systox, voorkomende in dit nummer
van ons blad, schrijft men ons van de
N.V, Agro Chemie het volgende:
Systox is een systematisch insekticide
met volledige kontaktwerking.
Na uitvoerige proeven, genomen door
officiële instellingen en personen en
eigen praktijkbespuitingen, is nu het
„Bayer"-preparaat Systox ook vrijge
geven voor proefsgewijs gebruik in de
pootaardappelteelt tot 10 juni, mede op
grond van proeven, genomen door de
P.D. en het Instituut voor de Volksge
zondheid, waarbij de residuwerking
werd nagegaan.
Vooral voor dit jaar kunnen wij het
van het allergrootste belang achten, dat
voor dit doel een middel beschikbaar is
met voldoende werking om met succes
verbreiding van het bladrolvirus door
bladluizen in het veld tegen te gaan.
Reeds in 1951 werden de eerste proe
ven met Systox genomen door de heren
D. Hille Ris Lambers, entomoloog, blad-
luisonderzoek T.N.O., Bennekom en Ir.
A. J. Reestman en A. Schepers, Centraal
Instituut voor Landbouwkundig Onder
zoek (CILO), Wageningen, allen specia
listen op het gebied van bladluisonder-
zoek en aardappelteelt, zodat het on
derzoek naar de bestrijding van deze
ernstige virusziekte in de poterteelt di-
rekt intensief kon worden aangepakt.
Verder zijn verschillende jaren proe
ven genomen door Ir. J. P. M. v. de
Wolf te Hulst, waarover een korte sa
menvatting te vinden is in het Verslag
1956 van de Rijkslandbouwvoorllch-
tingsdienst voor Zeeuws-Vlaanderen te
Axel.
Wat kan men na al de proeven
van Systox in de praktijk
verwachten?
Bij vroegtijdige bespuiting wordt de
bladrolverspreiding in het veld van se
cundair zieke planten naar gezonde
planten vrijwel volkomen verhinderd.
Dit is zeer belangrijk, daar hierdoor
het verwijderen van bladrollers veel
rustiger uitgevoerd kan worden; er be
hoeft hierbij niet op bladrol geselec
teerd te worden, voordat secundaire
ziektesymptomen volstrekt zeker her
kenbaar worden.
Tevens heeft men het voordeel, dat
bij de selectie het optreden van de z.g.
nestvorming van bladrolziekte wordt te
gengegaan. Vroeg primair, dat meestal
uitgaat van secundair zieke planten,
wordt sterk gereduceerd; bij het selec
teren worden geen besmette luizen uit
gezaaid.
In de proeven op velden, welke waren
aangegeven voor de keuring, kon in ver
schillende gevallen gekonstateerd wor
den, dat na dergelijke bespuitingen het
percentage bladrol beneden de toelaat
bare grens bleef, terwijl de onbehan
delde kontrólevelden een hoger percen
tage bladrol vertoonden en daardoor
afgekeurd moesten worden. Dit kwam
tot uiting bij nateeltproeven.
Hoe dienen de hespuitingen te
worden uitgevoerd?
De eerste bespuiting met Systox dient
te worden toegepast, wanneer de plan
ten opkomen en wel op het moment,
dat de planten op de rijen duidelijk
zichtbaar zijn.
Er moet dan worden gespoten met 1
liter Systox op 800—1000 liter water
per ha. Daarbij moet de sproeiboom zo
dicht mogelijk boven het gewas wor
den gebracht, zodat een enge sproeike-
gel verkregen wordt, hetgeen tot ge
volg heeft, dat de jonge plantjes zo
veel, mogelijk van deze bespuiting pro
fiteren en de hoogst mogelijke hoeveel
heid Systox opnemen. Hierdoor worden
de planten gedurende ca. 16 dagen be
schermd.
De tweede bespuiting wordt uitge
voerd na 1416 dagen. Deze bespuiting
kan v-forden uitgevoerd met 500 cc Sys
tox op 8001000 liter water per' ha,
daar de planten inmiddels gegroeid zijn
en het vermogen hebben veel meer
Systox op te nemenj.
Mochten hierna nog luisaantastingen
voorkomen, dan kan men deze nog be
perken door herhaalde bespuitingen met
1 liter Folidol-E 605 geconc. per ha uit
te voeren, waarbij wij er echter op wil
len wijzen, dat deze bespuitingen niet
veel langer volledige bescherming ge
ven dan ca. 23 dagen. Dit middel moet
zeer intensief worden gespoten, zodat
alles wordt geraakt.
In de meeste gevallen zullen echter,
mits tijdig wordt gerooid (rooidatum
N.A.K.), de beide Systoxbespuitingen
voldoende zijn om een gezond gewas te
verkrijgen.
Het toepassen van Systoxbespuitin
gen achten wij van het grootste belang
voor alle gebieden met vroege luisaan-
tasting, waar poterteelt bedreven wordt
en afkeuring van gewas in verband met
optreden van bladrol voorkomt.
Hoewel het gebruik van Systox tot
10 juni is toegestaan, raden wij het ge
bruik af voor aardappelen, welke even
tueel voor vroege konsumptie vóór 10
juli gerooid kunnen worden, waarbij
wij speciaal de rassen Eersteling en Do-
ré in het gebied „de Streek" en „de
Langendijk" in Noord-Holland op het
oog hebben.
Hierbij komt nog, dat in deze gebieden,
afkeuring of klasseveriaging weinig
voorkomen en bespuitingen hier geen
enkel financieel voordeel brengen.
Aanwending van Systox op konsump-
tie-aardappelen is verboden en heeft
ook totaal geen zin, daar luisaantastin
gen hier eventueel voordeliger door een
bespuiting met Folidol-E 605 geconc.
bestreden kunnen worden.
Resumerende kunnen' wij zeggen:
Spuit Systox de eerste maal vroegtij
dig in een hoeveelheid van 1 liter per
ha na de opkomst van de aardappelen.
Spuit een tweede maal 1416 dagen
later met 500 cc Systox per ha. Spuit
bij voorkeur 's avonds of 's morgens
vroeg (hogere luhtvochtigheid).
Regenval een half uur tot een uur na
de bespuiting heeft geen invloed meer
op de werking van Systox.
Zojuist wordt ons medegedeeld, dat
oolï Metasystox, het minst giftige syste-
mische insekticide, voor de pootaardap
pelteelt is vrijgegeven. Van dit pro-
dukt moet de eerste maal met 2 liter per
ha worden gespoten, de 2e maal met 1
liter per ha op een hoeveelheid water
van 800—1000 liter.
De maanden, die ons nog scheiden
van de „grote" vakantie, zijn voor alle
scholen en voor alle leerlingen van de
ze scholen van zeer grote betekenis.
Immers in deze maanden vallen de eind
examens voor de middelbare scholen en
de scholen voor u.l.o., de verhogingen
der leerlingen naar een volgende klas,
de keuze van de ouders der leerlingen
die de lagere school moeten verlaten
en het onderwijs zullen moeten voort
zetten op een andere school. Welke
school zal dat zijn? en in vérband hier
mee de toelatingsexamens voor deze
„nieuwe" scholen.
Kort geleden is er een boek versche
nen van de hand van Prof. dr. J. Wate-
rink getiteld: „De schooljaren onzer
kinderen." Hierin worden op buiten
gewoon boeiende wijze verschillende as
pecten besproken, waarin een samenspel
kan worden gevormd tussen school en
gezin. Van de 21 behandelde onderwer
pen noemen we in verband naet boven
staande: „Blijven zitten of overgaan",
„Vordering" op school, „Bijlessen",
„Rapporten", „Vorming" en school.
Ouders, die hieromtrent voorlichting
wensen, raden we sterk aan, van de in
houd van bovengenoemd boek kennis
te nemen.
Het thema van dit boek is: „Wat
kunnen de ouders doen om het „school
gaan" van hun kinderen zo vruchtbaar
mogelijk te doen zijn? En wat kan de
school doen in betrekking tot de ouders
om de eigen taak gemakelijker en juis
ter en met meer inzicht te kunnen ver
vullen?
Dit boek hoort thuis in elk gezin met
schoolgaande kinderen en in de stu
deerkamer van ieder, die bij het onder
wijs is betrokken.
Wij hebben er de laatste weken me
nig uurtje mee doorgebracht en dit zijn
naar ons gevoelen geen verloren uurtjes
geweest.
We willen op deze plaats enkele aan
halingen uit het boek overnemen.
In het hoofdstuk „Vorming" en school
lezen we o.m. De ouders moeten leren,
dat niet elke uil een valk is. Eén van
de afschuwelijke problemen van de
school van vandaag is, dat met allerlei
kunst en vliegwerk allerlei jonge men
sen, die veel gelukkiger zouden zijn,
wanneer ze een ambacht leerden en
daarvoor misschien ook zeer geschikt
zouden wezen, nu persé eindexamen
h.b.s. moeten doen. Net alsof een am
bacht „minder" is. Ieder niet. Het is an
ders. Wat dit betreft kunnen wij van
Amerika wel wat leren. Daar laat de
professor, evengoed als de arbeider, de
dominé evengoed als de postbode zijn
zoon rustig monteur worden, als het
blijkt, dat hij geen aanleg heeft voor
studie. Maar wij dreigen in onze maat
schappij zover te komen, dat gewone
baantjes als postbode, kruidenier, tim
merman of monteur alleen nog maar ge
kozen worden door mislukte h.b.s.-ers.
Dwaze oudertrots heeft al zo veel na
meloos leed in het kinderleven ge
bracht."
„De kwestie van het al of niet over
gaan is een zaak, waarover nog al
eens spanning is tussen school en gezin;
het gezin van de jongen, die dient te
zakken, heeft altijd de neiging om aan
te dringen op „toch overgaan." Het be
lang van het kind schijnt naar het oor
deel van bijna elke ouder mee te bren
gen, dat het overgaat. Het belang van
de school daarentegen zal dikwijls mee
brengen, dat men niet al te gemakkelijk
is met die overgang.
Het belang' van de school is, dat zij
zorgt dat leerlingen, die een rem bete
kenen voor het onderwijs in de volgende
klas, tot die klas niet worden toegelaten
en het blijven zitten is ook voor die
leerlingen in deze gevallen profijtelijk.
Het vraagstuk van blijven zitten of
overgaan is voor het besef van vele
ouders veel te sterk toegespitst op een
andere vraag, n.l. op die van de intel
ligentie van hun kinderen. Men ziet
maar één kant van het blijven zitten.
Men zegt: een kind, dat zakt, is óf te
dom, óf te lui. óf te speels. (Dit dan af-
gedacht van de enkele gevallen, waarin
de ouders weten, dat ziekte of iets der
gelijks de oorzaak is).
Maar zo staat de zaak werkelijk niet.
In zeer veel gevallen, waarin het wer
kelijk nuttig is, dat een kind blijft zit
ten, hebben we niet te doen met een
dom kind. Een kind dat te dom is om
de school te volgen moet van school af.
Bij zo'n kind helpt zakken niets. Want
in een volgende klas herhaalt zich het
het euvel met dubbele kracht.
Een kind dat werkelijk te lui is om
over te gaan wordt door zakken niet
geholpen. De school noemt het kind wel
eens lui maar bedoelt dan feitelijk dat
het kind allerlei andere dingen doet dan
het voor school moet doen. In zulke ge
vallen ontbreekt er dikwijls iets aan de
opvoeding die het kind in het gezin
krijgt. En indien dan de opvoedingssitu
atie niet wordt gewijzigd helpt zakken
toch niets. Want dan loopt het twee of
drie jaar later toch weer spaak. Waarbij
ook altijd weer het onaangename feit
komt dat deze kinderen als ze een
tweede keer in dezelfde klas zitten toch
altijd aan het begin van die klas een
beetje minder hard hoeven te werken
dan de rest zodat ze vaak beginnen met
behoorlijke cijfers maar tegen het eind
van het jaar weer stevig naar beneden
duikelen.
„Speelsheid van een kind" als oorzaak
van zakken valt ten dele reeds onder de
vorige groep. De school noemt vaak
,,lui", wat de ouders „speels" noemen.
Maar deze speelsheid kan ook zijn een
bewijs van nog niet voldoende persoon
lijkheid. In dergelijke gevallen kan zak
ken zinvol zijn.
Ouders, die voor hun zoon plaatsing
zoeken op de lagere landbouwschool,
dienen hun jongen zo spoedig mogelijk
aan te geven, hetzij mondeling, hetzij
schriftelijk, hetzij telefonisch. Om deel
te Jsunnen nemen aan het toelatingsex
amen, moeten de jongens o.m. zeven op
eenvolgende leerjai-en der lagere school
met succes hetoben doorlopen.
----------O----------
Naar wij vernemen zal deze zomer bij
de afsluiting van de Pluimpot op het
eiland Tholen een nieuwe methode wor
den toegepast, waarbij gebruik wordt
gemaakt van moderne materialen, voor
namelijk van een soort nylon, dat in de
handel wordt gebracht als enkalon.
Van dit materiaal heeft men grote
zakken vervaardigd, die gevuld zullen
worden met zand. Zij hebben een inhoud
van 1 2 m3 en zijn dan 50 tot 100 maal
zo groot als jutezakken, die men ge
woonlijk bij dijkwerken gebruikt. Deze
zakken zullen worden gebruikt om in
de monding van de Pluimpot 'n afsluit-
dam te bouwen. Daardoor zal de kost
bare aanvoer van normale materialen,
zoals stortsteen en dure kleisoorten als
keileem, grotendeels overbodig worden.
(Dit project zal worden uitgevoerd in
i«.
Tijd van ds. W. den Appel
Op 30 december 1691 werd hier ds,
Wilhelmus den Appel bevestigd. Reeds
hebben wij enige dingen in ander ver
band uit zijn 3 jarige periode verhaald.
Ben proponent (candidaat) moest in de
classis waar hij zich ging vestigen, ge
ëxamineerd worden door de classis. Dit
verliep vlot en hij kreeg de 30.exa
men kosten vergoed.
Er waren geen bijzondere kosten aan
de pastorie, dat nu dus wel meeviel,
maar zijn enigste wens was een bel aan
de deur te mogen hebben. Nu, dat werd
natuurlijk toegestaan.
Het dak van de kerk kreeg 1200 pond
nieuw lood. Achter in de kerk was een
bergplaatsje voor zand om de vloer ta
bestrooien. Dat ging ook al goedkoop,
want een „cordewagen" kostte 2 stui
vers. Daar het begraven in de kerk nog
al kosten met zich meebracht, werden
velen op het kerkhof begraven.
De financiën bleven in rust. De op
brengst der 4 Avondmaalsoollecten be
liep in 1694 61.30 en de helft van het
ingestelde tweede zakje 76.65. Toch
kwam de kerk tekort, maar zij leende
dan van de diaconie. Maar hierdoor ont
stond geregeld schuld. Maar dat kwam
ook doordat de enigste pachter der kerk
vier jaren pacht ten achter was. Nu
werd hij gedreigd met beslaglegging op
de produkten van het vijfde jaar. Dit
hielp, want in 1695 haalde hij twee jaren
pacht in.
Toen er een duifje in kas was, werd
de kerk schoongemaakt. De schoolmees
ter Jacobus Blieck verrichte dit aan
genomen werk met de kerk te schilderen
Dit v/as de goede oude tijd.
Begin 1694 kreeg de predikant een
beroep naar Oudewater, hetwelk hij
aanvaardde en daarmee was de plaats
weer vakant.
Kwestie wiet de Ambachtsheer.
Dit was een vervelende zaak voor
onze arme kerkeraad. Er waren ook wel
andere kwesties, zoals het onderhoud
van het kerkepad naar de Molendijk,
maar dat kwam door aanstelling van
werklieden gauw in orde. Maar de moei
lijkheden met de Ambachtsheer of ook
Ambachtsvrouw waren toch dikwijls bij
beroeping een doorn in het oog. De ker
keraad moest telkens maar weer moed
grijpen om er op uit te gaan. Het lijkt
mij een verschrikkelijk gezanik.
Wat er eigenlijk aan haperde is niet
duidelijk, maar de verhouding was ge
spannen. Men reisde en trok, diende ver
zoeken in, maar alle zonder resultaat,
er werden hoge kosten gemaakt om
toch maar te kunnen beroepen. Men
zocht proponenten aan en informeerde
naar hun leer en leven. De keuze viel op
Wilh. Vonck, die beroepen en geëxami-
neerd werd. Maar de Ambachtsheer wei-
gerde zijn goedkeuring. De Ambachts-
vrouwe was zojuist gestorven. In öe
boedelscheiding was grote moeilijkheid,
zodat er geen aandacht werd geschon
ken aan kerkelijke zaken. Nu deed de
kerkeraad een onbillijk verzoek aan can
didaat Vonck door van hem de gemaak-
te kosten terug te eisen. Daar kwam
natuurlijk niets van. Daarop beriep men
een candidaat Du Bois, maar om dezelf.
de reden kon daarvan ook niets komen.
Zo tobde de kerkeraad drie jaren voort.
Inmiddels was er een nieuwe Am
bachtsheer gekomen, die echter ook zo
maar niet te genaken was. Toen was de
kerkeraad 't zat en ging procederen Men
nam een advocaat en ging naar het Hof
van Holland. Maar dat bracht ook weer
vele moeilijkheden met zich mee, want
de kerkeraad kon wel een abonnement
nemen op de schepen naar Den Briel,
om daar de vele stukken uit het archief
te lichten en te doen overschrijven. Wat
een ontzaggelijke moeite. De kerke
raadsleden hadden veel hulp nodig, daar
velen in die dagen niet konden schrijven
en vooral niet dergelijke belangrijke
stukken in orde wisten te maken. Maar
hun tijd offerden zij op. Zware reisge-
legenheid vooral des winters trotseerden
zij. Honderden guldens ging er mee ge
paard. Dat bleek wel bij de jaarrekening
die men deed in de ledige pastorie. De
rlngpredikanten logeerden bij een dia
ken, die hen op kosten der kerk logies
gaven en dat opluisterde met bier, wijn,
brandewijn en tabak.
Eindelijk kwam er dan toch een wen
ding ten goede. De Ambachtsheer bleek
verzoend en approbeerde de keuze des
kerkeraads, gevallen op de proponent
Cornells Vreeswater. Een ouderling en
een diaken haalden hem per schip van
Simonshaven. De bevestiging vond
plaats op 28 juli 1697 door ds Petrus
van den Burg van Nieuwe Tonge. Ds
Vreeswater deed zijn intrede met een
predikatie over 2 Cor. 3 6. Deze pre
dikant heeft hier 37 jaar gestaan en
overleed 23 februari 1735. In 1698 kre
gen wij nog een legaat van Willem
Kromdijk groot 150.^
Diakonie 1689-1718.
Sedert enige jaren droeg de diakonie
niet meer bij in de kosten van de kerk.
Men was van een vriendelijke bedelaar
verlost. Toch was de kas niet gespekt.
De inkomsten waren vrijwel alleen uit
collecten. Elke maand zo ongeveer
25.Daar Goeree noodlijdend was,
droegen wij in 1700 een bedrag van
20,95 bij. Geregeld gedacht men de
diakonie bij overlijden, zoals in 11704 met
50.nader aangeduid met de woorden
van de moeder van Benjamin. Als er
geld was, dan verstrekte men een hy-
potheekje of als men de kans kreeg
kocht men een perceel land. De secreta
ris van Ooltgensplaat maakte dan de
custingbrief of zouden vnj zeggen de
hypotheekacte in orde.
De stroom van zwervers is vermin
derd. Wel bracht de predikant jaarlijks
het bedrag in rekening van losse gaven,
maar lang niet zo als veertig jaar terug.
Ook werd er nog steeds gecollecteerd
voor de verdrukte geloofsgenoten in
Gullk en Paltz.
De behoeftigen der gemeente kregen
1.1.50 per week. Voorts liet men
kleren vervaardigen door een naaister.
De schipper Dirk Leeflang zorgde voor
turf. Ook was er een armhuis, maar het
blijkt niet hoe men daaraan gekomen is.
De kerkeraad telde wekelijks de collecte
en wierp de kwade duiten in een lade.
Er was weinig vergadering, want de lo
pende zaken besprak men des zondags.
Op de eerste Kerstdag werd er ge
stemd. Zo gingen de tijden heen.
Maarssen.
Ds. G. van der Zee
(Wiordt vervolgd)
nauwe samenwerking tussen de Delta
dienst-Zuid, het bureau Bijzondere wer
ken van de Zeeuwse provinciale water
staat en de betrokken polderbesturen.
Bij proefnemingen is gebleken, dat en
kalon bijzonder sterk en duurzaam is,
zodat het mogelijk is er zakken van te
vervaardigen, die een abnormaal grote
afmeting hebben. Bovendien is het niet
uitgesloten deze zakken meer dan eens
te gebruiken. Zoals ook bij de bouw van
een gewone dijk gebeurt, zal deze nieu
we enkalondam worden gelegd op een
stevige bezinking.
Verkrggbaar bQ:
JTAC. KBUVKLAAB
Zandpcid Müddelluinila
THOLEN
Kesei've politie. De heren D. Pollie,
J. Blaas, L. Soomers en L Goedegebuure
alhier slaagden dezer dagen als „bui
tengewoon geoefend man" bij de reserve
rijkspolitie
MUitaire dienstplicht. Voor de lich
ting 1958 waren er alhier 28 mannen
ingeschreven, waarvan er 26 werden
goedgekeurd.
Keuring maten en gewichten. In het
verenigingsgebouw alhier zullen 27 en
28 mei de maten gewichten en meet-
werktuigen van winkelieren en hande
laren worden gekeurd.
Kerknieuws. Bij de Chr. Geref. kerk
alhier is beroepen ds Blom te Meerkerk
de «o!
die zich
geen b
delen I
De Par
de me'
lutiona
ooit ge
vult zi
(binnen
dend
vaD ca
werkin
blijft s
vlekkel
door in
oppervl
triomf
in de
fijnde u
Prijzen
en hoge
Kom de
pen zie
Boe"
Zandp
„PARV
lende 1
Onded
verleded
de cafél
door bul
se offic|
De
Zijpe
zeer ou
beeldin^
dat
veerdan
lende
aanlegd|
Veel
meeste
1944-
afgebro
Na
JumeletI
houten
gemeenl
huizing!
loop den
diverse
zijn
geen dd
Na df
eindelijl
veerpon—
was de
nieuw
gevondi
Burg.
nerde
verse
str^d w
bouwd
de veer
verkeer
De o
café Ju
de wed
ken doe
enkele
Het I
Than-
bouw cl
plaats
de loop
uitsteki_
goede
wenste
toekon
Dhr.
denstar"
de opei
geheel
taü tert
tegelflk
verdwe<
VERVOLGVERHAAL
door H. KINGMANS
(4)
Twee jaar later nu heeft ook Lies-
beth een dienstje en voor de tienjarige
Friedrich wordt werk gezocht; die zou
graag willen varen op zee, maar Weis-
haupt zegt, dat hij daarvoor nog veel te
jong is is Jochem al knechtje, leer
ling af. Hij is ingeschreven als gezel,
verdient ook het gezellenloon en kan
het werk even goed als Dreckmeyer zelf
Het is al voorgekomen, iets ongehoords,
dat Jochem alleen op karwei ging, ver
gezeld van een intussen aangenomen
knechtje van een jaar of tien.
In de drie afgelopen jaren is Jochem
stevig gegroeid. Hij overtreft zijn vader
in lengte en het ziet er naar uit, dat hij
binnenkort ook diens stoere schouders
zal hebben. Hij wordt maimelijker, niet
alleen uiterlijk, maar ook innerlijk. De
puberteitsjaren beginnen bij hem vroeg,
misschien, omdat hij al heel vroeg het
leven is ingegaan en op zijn zwerftoch
ten veel hoort en ziet.
Hij heeft een sterke aandrang, om het
gezelschap van Lize Hackmann te zoe
ken. Dat kost hem weinig moeite, want
de vroegrijpe Lize geniet van het zijne.
Dus zoekt Jochem haar in zijn weinige
vrije tijd op bij de ganzen in de berg-
weide. En, als hij thuis is, dwalen zij
door de bossen in de omgeving. Het is
nog volmaakt kinderspel, maar met
een diepere grond. Die twee groeien
naar elkaar boe en hard ook, moeder
Liesbeth ziet het met eigen ogen en het
ontgaat zelfs Weishaupt niet. Die lacht
er alleen om: een jongen van veertien
jaar!
Weishaupt is nooit een preker of ze
demeester geweest. Een enkel woord
moet voldoende zijn. En verder, vinden
Liesbeth en hij, dat hun voorbeeld het
moet doen: godvruchtig leven, elk het
zijne geven, eerlijk door het leven gaan,
geen uitspattingen en dat alles onder
inroeping van Gods genade. Maar als
hij eens met Jochem alleen is en het ge
sprek, onopzettelijk, op Lize komt, zegt
Weishaupt, dat hij God moet bidden om
een reine ziel, ook ten aanzien van
meisjes.
,,Je moet later je vader en moeder
en je vrouw eerlijk in de ogen kunnen
zien, jongen. Hou je niet op met vuilig
heid en gemeenheid. Je zult er wel eens
van horen, want je komt op plaatsen,
waar je vader niet eens komt, maar
laat ze kletsen en houd losse meiden van
je af".
„Is Lize een losse meid?" vraagt hij
verbaasd.
,,Ben je mal, jongen. Wie zegt dat nou
Lize is juist 'n lief meisje".
Dan toont Jochem zich volkomen te
vreden en voldaan: van Lize, zijn vrien
dinnetje, mag niemand kwaad zeggen,
ook zijn vader en moeder niet.
Het gebeurde in die tijd, dat Jochem
in de stad kennis maakt met een colle
ga, die een jaar ouder is dan hij. Zij
worden dikke vrienden. Jochem is nu
's zondags ook wel eens in de stad. En
dan komt hij niet in de kerk. Want
Gebhard Waldmont spruit uit een on
godsdienstig gezin. En hij heeft invloed
op Jochem, zodat die zich laat meesle
pen.
Hij ziet er nu niet het minste bezwaar
meer in, des zondags in een kroeg een
pint bier te drinken, tenminste, wanneer
hij in de stad is bij Gebhard. Op het dorp
zou het niet in zijn hersens opkomen.
Vader en moeder Weishaupt weten er
dan ook niets van. Als die vriendschap
zo wat een jaar tiert, komt, waarvoor
Liesbeth zo zeer gevreesd heeft, toen
er sprake van was, dat Jochem knechtje
bij Dreckmeyer zou worden: schoor
steenvegers kunnen tochten maken die
maanden duren. Tot nu is daarvan geen
sprake geweest. Slechts éénmaal is Jo
chem vier weken achtereen met Dreck
meyer op stap geweest, overigens twee
en één week.
Maar nu hebben die twee, Gebhard
Waldmont en Jochem, „de kolder in de
kop" gekregen: zo jong als ze zijn wil
len ze allebei hun patroon verlaten en
op eigen gelegenheid gaan werken. Zij
beweren, dat zij dan veel meer kunnen
verdienen en dat is niet onmogelijk.
Maar dat wordt dan een zwervend leven
van maanden en maanden, vol van ge
varen.
En wie is die Gebhard eigenlijk?
Jochem praat genoeg over hem
Lize zou er hele stukken van weten te
vertellen, want haar vertrouwd; Jochem
alles toe maar zij hebben hem nog
niet ontmoet.
Nu, dat kan gauw verholpen worden:
Gebhard komt, als hij vrij heeft eens
naar Leignitz. Het is niet op een zondag
doch op een dag in de week.
Moeder Liesbeth moet dan ervaren,
dat Gebhard een ordentelijke jongen is,
voorzover dat althans is na te gaan in
zulk een korte tijd. Maar zijn ongods
dienstigheid acht zij een groot bezwaar.
Staat Jochem wel stevig genoeg in zijn
schoenen
't Wordt een punt van ernstige over
weging voor vader en moeder Weis
haupt, waarvan het resultaat is, dat zij
Jochem geen toestemming willen geven
tezamen met Gebhard op stap te gaan,
de wijde wereld in. Hij moge dan hoog
of laag springen, hij wordt nog te jong
bevonden.
„Ik doe het toch", zegt hij tot Lize,
wie hij zijn nood klaagt.
Maar die zegt: „Als je dat doet, kijk
ik je nooit weer aan. Wil jij een ontaar
de zoon worden?"
Van die woorden schrikt Jochem toch
terug: de warme genegenheid van Lize
wil hij niet missen...
Het ziet er dus op het eind van 1773
naar uit, dat hij in het voorjaar weer
met Dreckmeyer op stap zal gaan, in
het dorp, in de omgeving, bij het vaste
klanten.
Edoch het rechte kunnen ze niet
te weten komen, het verluidt, dat Dreck
meyer voor zijn doen grote verliezen
heeft geleden door toedoen van een fa
milielid Jochem ontvangt de medede
ling, dat hij ontslagen wordt. Dreck
meyer zal het weer met een knechtje
doen. Heel veel kunnen ze er niet van
zeggen, want Dreckmeyer heeft Jochem
feitelijk langer gehouden dan zij hebben
verwacht. Er zijn heel weinig schoor
steenvegers in Selizië die ettelijke jaren
een gezel houden. Die komt hen te duur.
Jochem vat Dreckmeyers mededeling
niet spijtig op. Nu zullen vader en moe
der wel toestemming moeten geven voor
zijn groot plan! Wat zal hij anders?
Dat begrijpen vader en moeder Weis
haupt. Het is nu zeker, dat Jochem in
het voorjaar de wijde wereld zal intrek
ken. God zij hem genadig!
„Ik zal je erg missen", zegt Lize
zij is sinds de laatste twee jaren geen
ganzenhoedster meer, maar dienstbode
op een boerderij als zij voor het laatst
voor zijn vertrek bij elkaar zijn.
„Maar ik kom terug, Lize", verzekert
Jochem. „En wil je dan mijn vrouw
worden? Zul je op mij wachten?"
Dit is de eerste maal, dat Jochem
haar kust.
„Ik zal wachten", zegt zij eenvoudig
„En verlies God niet uit het oog,
jochem".
Hoofdstuk ni.
,,Meen je het heus?" vraagt Jochem.
„Het zal wel moeten, als je hier niet
blijven wil", antwoordt Gebhard.
Al ruim anderhalfjaar hebben zr| ge
zworven door een groot deel van Polen
en Duitsland. Steeds verder zijn ze daar
na naar het Westen getrokken. Ze heb
ben heel goede en heel slechte weken
gemaakt, maar over het algemeen zijn
ze niet ontevreden. Als er geen schoor
stenen te vegen waren, hebben zij zich
verhuurd als metselaarsknechts, soms
voor een week, hoogstens voor een
maand. Dan trokken zij weer verder.
Hun eigenlijk beroep is schoorsteenve
ger. Dat andere doen zij in geval van
nood. Want een bepaald inkomen dienen
ze toch te hebben per week. Wel bren
gen zij de nachten door in volkslogemen
ten, die ook heel goedkope maaltijden
verstrekken, maar alles met elkaar
wordt het toch een heel bedrag.
Heel kameraadschappelijk gaan ze
met elkaar om. Betekenend verschil van
mening hebben zij nog niet gehad. „Ge
zworen kameraden", hebben verschil
lende kostbazen hen lachend genoemd.
(Wordt vervolgd)