WM 5 4- HAAR WOORD GETROUW De bestrijding van bladrolvirus bij de pootaardappelteelt door gebruik making van Systox Nieuws uit Zeeland Marktberichten Kerkgeschiedeois van Den Bommel UIT DE KERKEN NED. HERV. KERK GEREF. KERKEN VOOR HET BETERE FOTOWERK Samenspel tussen school en gezin De pluixnpot krijgt een dam van enkalon (nylon) VERLOVINGSRINGEN wa h cal Biz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" Dinsdag 21 mei 1957, Beroepen te Eist E. Pannekoek te Ociiten; Wijk H. Stolk te Scheveningen; Putten L. Kievit te Woerden; Oplieus- den G. v. Kooten te Genemuiden; Hedei A. J. Wijnmalen te Maartensdijk Benoemd als voorganger der Ned. Hei'V. Evangelisatie te Vriezenveen (2e maal) de Eerw. heer J. v. Woerden te Stolv/ijk Katwijk: Het is nu al weer ruim een half jaar geleden dat ds P. J. J. Monster uit Katwijk naar Gouda vertrok. Nog steeds is in zijn vacature geen enkele beroep uitgebracht. Thans is door be middeling der visitatoren-g-eneraal, de Wijkkerkeraad bereid gevonden een Herv Geref. predt. te beroepen. Wanneer nu ook de centrale kerkeraad haar toestem ming geeft, is er kans dat deze gemeen te, waarvan ruim 40% tot de Geref. Bond behoort, één van de zes predikan ten krijgt toegewezen, behorende tot dese modaliteit. Beroepen te Wijhe M. v. Heesen te Oosthem; Oudewater B. Wentsel te Pingjum; Enschede A. v. d. Sluys te Harlingen Ds A. V. d. Berg te Hellevoetsluis, moet wegens overspanning enkele maan den rust nemen. Ds B. Rietveld te 's-Gravenhage, pro moveerde aan de V.U. tot doctor in de Godgeleerdheid op een proefschrift over „saecularisatie als probleem der theolo gische ethiek". CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Aalsmeer, Bunschoten, en BotteiTlam M. Vlietstra te Eemdijk. Hilversum: Er bestaan plannen voor het bouwen van een derde kerk. Het ge meentebestuur heeft in principe subsidie toegezegd en een terrein aan de Die- pendaalse laan beschikbaar gesteld. Mijdrecht: De kleine gemeente Mij drecht, welke onlangs in de jeugdige predikant ds J. Brons, haar eerste voor ganger ontving, bracht in één week de som van 16000.bijeen, als eerste bijdrage in de noodzakelijke verbouv/ing van het kerkgebouw. Ds M. Baan van Dordrecht zal D.V. 2 juli per vliegtuig naar de Verenigde Staten vertrekken orn enkele maanden de vacante gemeente Artesia te dienen. Ds H. C. Binu, em. predt. te Baam hoopt 26 mei de dag te herdenken, dat hij voor 50 jaar bevestigd werd als pre dikant De jubilaris, die thans 84 jaar is begon zijn loopbaan in Zaandam, van waar hij in 1912 naar Groningen vertrok In 1917 werd een beroep naar Murmer- woude aangenomen en in 1927 werd we derom intrede gedaan te Zaandam, wel ke gemeente 1943 wegens bekomen eme ritaat werd verlaten. GEREF. GEMEENTEN Bedankt voor Zeist H. Rijksen te Vlaardtngen. Norwich (Canada) Vrijdag 15 maart werd ds G. Zwerus, gekomen van Sunny Side (Californië) bevestigd door ds. W. C. Lamain van Grand Raplds met een prediking over 1 Tim. 6 13-14. De intrede-tekst had ds Zwerus geko zen uit 2 Tim. 2 15, welke handelde over „De opdracht des Heeren" inhou dende Ie boven alls getrouw; 2e krach tens dienen verantv/oordelijk; 3e krach tens opdracht uitdelen. O.m. was aan wezig ds J. Hamstra predt. bij de Old Chr. Ref. Church. De nieuwe gemeente van Ds Zwerus bestaat uit 300 zielen en werd 18 oktober 1948 geïnstitueerd PLUIMVEEMARKT Op de pluimveemarkt van vrijdag 17 mei j.l. werden aangevoerd 4000 stuks. De prijzen lagen als volgt: Kippen (witte) 1,70-1,80 per kg le vend gewicht; kippen (gekleurd) 1,65 -1,75 per kg levend gewicht; oude hanen 2,75-3,75 per stuk. Ruim aanbod van kippen met zeer le vendige handel en de prijzen hoger. Matige aanvoer van oude hanen met willege handel en de prijzen vrijwel on veranderd. In verband met de advertenties over Systox, voorkomende in dit nummer van ons blad, schrijft men ons van de N.V, Agro Chemie het volgende: Systox is een systematisch insekticide met volledige kontaktwerking. Na uitvoerige proeven, genomen door officiële instellingen en personen en eigen praktijkbespuitingen, is nu het „Bayer"-preparaat Systox ook vrijge geven voor proefsgewijs gebruik in de pootaardappelteelt tot 10 juni, mede op grond van proeven, genomen door de P.D. en het Instituut voor de Volksge zondheid, waarbij de residuwerking werd nagegaan. Vooral voor dit jaar kunnen wij het van het allergrootste belang achten, dat voor dit doel een middel beschikbaar is met voldoende werking om met succes verbreiding van het bladrolvirus door bladluizen in het veld tegen te gaan. Reeds in 1951 werden de eerste proe ven met Systox genomen door de heren D. Hille Ris Lambers, entomoloog, blad- luisonderzoek T.N.O., Bennekom en Ir. A. J. Reestman en A. Schepers, Centraal Instituut voor Landbouwkundig Onder zoek (CILO), Wageningen, allen specia listen op het gebied van bladluisonder- zoek en aardappelteelt, zodat het on derzoek naar de bestrijding van deze ernstige virusziekte in de poterteelt di- rekt intensief kon worden aangepakt. Verder zijn verschillende jaren proe ven genomen door Ir. J. P. M. v. de Wolf te Hulst, waarover een korte sa menvatting te vinden is in het Verslag 1956 van de Rijkslandbouwvoorllch- tingsdienst voor Zeeuws-Vlaanderen te Axel. Wat kan men na al de proeven van Systox in de praktijk verwachten? Bij vroegtijdige bespuiting wordt de bladrolverspreiding in het veld van se cundair zieke planten naar gezonde planten vrijwel volkomen verhinderd. Dit is zeer belangrijk, daar hierdoor het verwijderen van bladrollers veel rustiger uitgevoerd kan worden; er be hoeft hierbij niet op bladrol geselec teerd te worden, voordat secundaire ziektesymptomen volstrekt zeker her kenbaar worden. Tevens heeft men het voordeel, dat bij de selectie het optreden van de z.g. nestvorming van bladrolziekte wordt te gengegaan. Vroeg primair, dat meestal uitgaat van secundair zieke planten, wordt sterk gereduceerd; bij het selec teren worden geen besmette luizen uit gezaaid. In de proeven op velden, welke waren aangegeven voor de keuring, kon in ver schillende gevallen gekonstateerd wor den, dat na dergelijke bespuitingen het percentage bladrol beneden de toelaat bare grens bleef, terwijl de onbehan delde kontrólevelden een hoger percen tage bladrol vertoonden en daardoor afgekeurd moesten worden. Dit kwam tot uiting bij nateeltproeven. Hoe dienen de hespuitingen te worden uitgevoerd? De eerste bespuiting met Systox dient te worden toegepast, wanneer de plan ten opkomen en wel op het moment, dat de planten op de rijen duidelijk zichtbaar zijn. Er moet dan worden gespoten met 1 liter Systox op 800—1000 liter water per ha. Daarbij moet de sproeiboom zo dicht mogelijk boven het gewas wor den gebracht, zodat een enge sproeike- gel verkregen wordt, hetgeen tot ge volg heeft, dat de jonge plantjes zo veel, mogelijk van deze bespuiting pro fiteren en de hoogst mogelijke hoeveel heid Systox opnemen. Hierdoor worden de planten gedurende ca. 16 dagen be schermd. De tweede bespuiting wordt uitge voerd na 1416 dagen. Deze bespuiting kan v-forden uitgevoerd met 500 cc Sys tox op 8001000 liter water per' ha, daar de planten inmiddels gegroeid zijn en het vermogen hebben veel meer Systox op te nemenj. Mochten hierna nog luisaantastingen voorkomen, dan kan men deze nog be perken door herhaalde bespuitingen met 1 liter Folidol-E 605 geconc. per ha uit te voeren, waarbij wij er echter op wil len wijzen, dat deze bespuitingen niet veel langer volledige bescherming ge ven dan ca. 23 dagen. Dit middel moet zeer intensief worden gespoten, zodat alles wordt geraakt. In de meeste gevallen zullen echter, mits tijdig wordt gerooid (rooidatum N.A.K.), de beide Systoxbespuitingen voldoende zijn om een gezond gewas te verkrijgen. Het toepassen van Systoxbespuitin gen achten wij van het grootste belang voor alle gebieden met vroege luisaan- tasting, waar poterteelt bedreven wordt en afkeuring van gewas in verband met optreden van bladrol voorkomt. Hoewel het gebruik van Systox tot 10 juni is toegestaan, raden wij het ge bruik af voor aardappelen, welke even tueel voor vroege konsumptie vóór 10 juli gerooid kunnen worden, waarbij wij speciaal de rassen Eersteling en Do- ré in het gebied „de Streek" en „de Langendijk" in Noord-Holland op het oog hebben. Hierbij komt nog, dat in deze gebieden, afkeuring of klasseveriaging weinig voorkomen en bespuitingen hier geen enkel financieel voordeel brengen. Aanwending van Systox op konsump- tie-aardappelen is verboden en heeft ook totaal geen zin, daar luisaantastin gen hier eventueel voordeliger door een bespuiting met Folidol-E 605 geconc. bestreden kunnen worden. Resumerende kunnen' wij zeggen: Spuit Systox de eerste maal vroegtij dig in een hoeveelheid van 1 liter per ha na de opkomst van de aardappelen. Spuit een tweede maal 1416 dagen later met 500 cc Systox per ha. Spuit bij voorkeur 's avonds of 's morgens vroeg (hogere luhtvochtigheid). Regenval een half uur tot een uur na de bespuiting heeft geen invloed meer op de werking van Systox. Zojuist wordt ons medegedeeld, dat oolï Metasystox, het minst giftige syste- mische insekticide, voor de pootaardap pelteelt is vrijgegeven. Van dit pro- dukt moet de eerste maal met 2 liter per ha worden gespoten, de 2e maal met 1 liter per ha op een hoeveelheid water van 800—1000 liter. De maanden, die ons nog scheiden van de „grote" vakantie, zijn voor alle scholen en voor alle leerlingen van de ze scholen van zeer grote betekenis. Immers in deze maanden vallen de eind examens voor de middelbare scholen en de scholen voor u.l.o., de verhogingen der leerlingen naar een volgende klas, de keuze van de ouders der leerlingen die de lagere school moeten verlaten en het onderwijs zullen moeten voort zetten op een andere school. Welke school zal dat zijn? en in vérband hier mee de toelatingsexamens voor deze „nieuwe" scholen. Kort geleden is er een boek versche nen van de hand van Prof. dr. J. Wate- rink getiteld: „De schooljaren onzer kinderen." Hierin worden op buiten gewoon boeiende wijze verschillende as pecten besproken, waarin een samenspel kan worden gevormd tussen school en gezin. Van de 21 behandelde onderwer pen noemen we in verband naet boven staande: „Blijven zitten of overgaan", „Vordering" op school, „Bijlessen", „Rapporten", „Vorming" en school. Ouders, die hieromtrent voorlichting wensen, raden we sterk aan, van de in houd van bovengenoemd boek kennis te nemen. Het thema van dit boek is: „Wat kunnen de ouders doen om het „school gaan" van hun kinderen zo vruchtbaar mogelijk te doen zijn? En wat kan de school doen in betrekking tot de ouders om de eigen taak gemakelijker en juis ter en met meer inzicht te kunnen ver vullen? Dit boek hoort thuis in elk gezin met schoolgaande kinderen en in de stu deerkamer van ieder, die bij het onder wijs is betrokken. Wij hebben er de laatste weken me nig uurtje mee doorgebracht en dit zijn naar ons gevoelen geen verloren uurtjes geweest. We willen op deze plaats enkele aan halingen uit het boek overnemen. In het hoofdstuk „Vorming" en school lezen we o.m. De ouders moeten leren, dat niet elke uil een valk is. Eén van de afschuwelijke problemen van de school van vandaag is, dat met allerlei kunst en vliegwerk allerlei jonge men sen, die veel gelukkiger zouden zijn, wanneer ze een ambacht leerden en daarvoor misschien ook zeer geschikt zouden wezen, nu persé eindexamen h.b.s. moeten doen. Net alsof een am bacht „minder" is. Ieder niet. Het is an ders. Wat dit betreft kunnen wij van Amerika wel wat leren. Daar laat de professor, evengoed als de arbeider, de dominé evengoed als de postbode zijn zoon rustig monteur worden, als het blijkt, dat hij geen aanleg heeft voor studie. Maar wij dreigen in onze maat schappij zover te komen, dat gewone baantjes als postbode, kruidenier, tim merman of monteur alleen nog maar ge kozen worden door mislukte h.b.s.-ers. Dwaze oudertrots heeft al zo veel na meloos leed in het kinderleven ge bracht." „De kwestie van het al of niet over gaan is een zaak, waarover nog al eens spanning is tussen school en gezin; het gezin van de jongen, die dient te zakken, heeft altijd de neiging om aan te dringen op „toch overgaan." Het be lang van het kind schijnt naar het oor deel van bijna elke ouder mee te bren gen, dat het overgaat. Het belang van de school daarentegen zal dikwijls mee brengen, dat men niet al te gemakkelijk is met die overgang. Het belang' van de school is, dat zij zorgt dat leerlingen, die een rem bete kenen voor het onderwijs in de volgende klas, tot die klas niet worden toegelaten en het blijven zitten is ook voor die leerlingen in deze gevallen profijtelijk. Het vraagstuk van blijven zitten of overgaan is voor het besef van vele ouders veel te sterk toegespitst op een andere vraag, n.l. op die van de intel ligentie van hun kinderen. Men ziet maar één kant van het blijven zitten. Men zegt: een kind, dat zakt, is óf te dom, óf te lui. óf te speels. (Dit dan af- gedacht van de enkele gevallen, waarin de ouders weten, dat ziekte of iets der gelijks de oorzaak is). Maar zo staat de zaak werkelijk niet. In zeer veel gevallen, waarin het wer kelijk nuttig is, dat een kind blijft zit ten, hebben we niet te doen met een dom kind. Een kind dat te dom is om de school te volgen moet van school af. Bij zo'n kind helpt zakken niets. Want in een volgende klas herhaalt zich het het euvel met dubbele kracht. Een kind dat werkelijk te lui is om over te gaan wordt door zakken niet geholpen. De school noemt het kind wel eens lui maar bedoelt dan feitelijk dat het kind allerlei andere dingen doet dan het voor school moet doen. In zulke ge vallen ontbreekt er dikwijls iets aan de opvoeding die het kind in het gezin krijgt. En indien dan de opvoedingssitu atie niet wordt gewijzigd helpt zakken toch niets. Want dan loopt het twee of drie jaar later toch weer spaak. Waarbij ook altijd weer het onaangename feit komt dat deze kinderen als ze een tweede keer in dezelfde klas zitten toch altijd aan het begin van die klas een beetje minder hard hoeven te werken dan de rest zodat ze vaak beginnen met behoorlijke cijfers maar tegen het eind van het jaar weer stevig naar beneden duikelen. „Speelsheid van een kind" als oorzaak van zakken valt ten dele reeds onder de vorige groep. De school noemt vaak ,,lui", wat de ouders „speels" noemen. Maar deze speelsheid kan ook zijn een bewijs van nog niet voldoende persoon lijkheid. In dergelijke gevallen kan zak ken zinvol zijn. Ouders, die voor hun zoon plaatsing zoeken op de lagere landbouwschool, dienen hun jongen zo spoedig mogelijk aan te geven, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, hetzij telefonisch. Om deel te Jsunnen nemen aan het toelatingsex amen, moeten de jongens o.m. zeven op eenvolgende leerjai-en der lagere school met succes hetoben doorlopen. ----------O---------- Naar wij vernemen zal deze zomer bij de afsluiting van de Pluimpot op het eiland Tholen een nieuwe methode wor den toegepast, waarbij gebruik wordt gemaakt van moderne materialen, voor namelijk van een soort nylon, dat in de handel wordt gebracht als enkalon. Van dit materiaal heeft men grote zakken vervaardigd, die gevuld zullen worden met zand. Zij hebben een inhoud van 1 2 m3 en zijn dan 50 tot 100 maal zo groot als jutezakken, die men ge woonlijk bij dijkwerken gebruikt. Deze zakken zullen worden gebruikt om in de monding van de Pluimpot 'n afsluit- dam te bouwen. Daardoor zal de kost bare aanvoer van normale materialen, zoals stortsteen en dure kleisoorten als keileem, grotendeels overbodig worden. (Dit project zal worden uitgevoerd in i«. Tijd van ds. W. den Appel Op 30 december 1691 werd hier ds, Wilhelmus den Appel bevestigd. Reeds hebben wij enige dingen in ander ver band uit zijn 3 jarige periode verhaald. Ben proponent (candidaat) moest in de classis waar hij zich ging vestigen, ge ëxamineerd worden door de classis. Dit verliep vlot en hij kreeg de 30.exa men kosten vergoed. Er waren geen bijzondere kosten aan de pastorie, dat nu dus wel meeviel, maar zijn enigste wens was een bel aan de deur te mogen hebben. Nu, dat werd natuurlijk toegestaan. Het dak van de kerk kreeg 1200 pond nieuw lood. Achter in de kerk was een bergplaatsje voor zand om de vloer ta bestrooien. Dat ging ook al goedkoop, want een „cordewagen" kostte 2 stui vers. Daar het begraven in de kerk nog al kosten met zich meebracht, werden velen op het kerkhof begraven. De financiën bleven in rust. De op brengst der 4 Avondmaalsoollecten be liep in 1694 61.30 en de helft van het ingestelde tweede zakje 76.65. Toch kwam de kerk tekort, maar zij leende dan van de diaconie. Maar hierdoor ont stond geregeld schuld. Maar dat kwam ook doordat de enigste pachter der kerk vier jaren pacht ten achter was. Nu werd hij gedreigd met beslaglegging op de produkten van het vijfde jaar. Dit hielp, want in 1695 haalde hij twee jaren pacht in. Toen er een duifje in kas was, werd de kerk schoongemaakt. De schoolmees ter Jacobus Blieck verrichte dit aan genomen werk met de kerk te schilderen Dit v/as de goede oude tijd. Begin 1694 kreeg de predikant een beroep naar Oudewater, hetwelk hij aanvaardde en daarmee was de plaats weer vakant. Kwestie wiet de Ambachtsheer. Dit was een vervelende zaak voor onze arme kerkeraad. Er waren ook wel andere kwesties, zoals het onderhoud van het kerkepad naar de Molendijk, maar dat kwam door aanstelling van werklieden gauw in orde. Maar de moei lijkheden met de Ambachtsheer of ook Ambachtsvrouw waren toch dikwijls bij beroeping een doorn in het oog. De ker keraad moest telkens maar weer moed grijpen om er op uit te gaan. Het lijkt mij een verschrikkelijk gezanik. Wat er eigenlijk aan haperde is niet duidelijk, maar de verhouding was ge spannen. Men reisde en trok, diende ver zoeken in, maar alle zonder resultaat, er werden hoge kosten gemaakt om toch maar te kunnen beroepen. Men zocht proponenten aan en informeerde naar hun leer en leven. De keuze viel op Wilh. Vonck, die beroepen en geëxami- neerd werd. Maar de Ambachtsheer wei- gerde zijn goedkeuring. De Ambachts- vrouwe was zojuist gestorven. In öe boedelscheiding was grote moeilijkheid, zodat er geen aandacht werd geschon ken aan kerkelijke zaken. Nu deed de kerkeraad een onbillijk verzoek aan can didaat Vonck door van hem de gemaak- te kosten terug te eisen. Daar kwam natuurlijk niets van. Daarop beriep men een candidaat Du Bois, maar om dezelf. de reden kon daarvan ook niets komen. Zo tobde de kerkeraad drie jaren voort. Inmiddels was er een nieuwe Am bachtsheer gekomen, die echter ook zo maar niet te genaken was. Toen was de kerkeraad 't zat en ging procederen Men nam een advocaat en ging naar het Hof van Holland. Maar dat bracht ook weer vele moeilijkheden met zich mee, want de kerkeraad kon wel een abonnement nemen op de schepen naar Den Briel, om daar de vele stukken uit het archief te lichten en te doen overschrijven. Wat een ontzaggelijke moeite. De kerke raadsleden hadden veel hulp nodig, daar velen in die dagen niet konden schrijven en vooral niet dergelijke belangrijke stukken in orde wisten te maken. Maar hun tijd offerden zij op. Zware reisge- legenheid vooral des winters trotseerden zij. Honderden guldens ging er mee ge paard. Dat bleek wel bij de jaarrekening die men deed in de ledige pastorie. De rlngpredikanten logeerden bij een dia ken, die hen op kosten der kerk logies gaven en dat opluisterde met bier, wijn, brandewijn en tabak. Eindelijk kwam er dan toch een wen ding ten goede. De Ambachtsheer bleek verzoend en approbeerde de keuze des kerkeraads, gevallen op de proponent Cornells Vreeswater. Een ouderling en een diaken haalden hem per schip van Simonshaven. De bevestiging vond plaats op 28 juli 1697 door ds Petrus van den Burg van Nieuwe Tonge. Ds Vreeswater deed zijn intrede met een predikatie over 2 Cor. 3 6. Deze pre dikant heeft hier 37 jaar gestaan en overleed 23 februari 1735. In 1698 kre gen wij nog een legaat van Willem Kromdijk groot 150.^ Diakonie 1689-1718. Sedert enige jaren droeg de diakonie niet meer bij in de kosten van de kerk. Men was van een vriendelijke bedelaar verlost. Toch was de kas niet gespekt. De inkomsten waren vrijwel alleen uit collecten. Elke maand zo ongeveer 25.Daar Goeree noodlijdend was, droegen wij in 1700 een bedrag van 20,95 bij. Geregeld gedacht men de diakonie bij overlijden, zoals in 11704 met 50.nader aangeduid met de woorden van de moeder van Benjamin. Als er geld was, dan verstrekte men een hy- potheekje of als men de kans kreeg kocht men een perceel land. De secreta ris van Ooltgensplaat maakte dan de custingbrief of zouden vnj zeggen de hypotheekacte in orde. De stroom van zwervers is vermin derd. Wel bracht de predikant jaarlijks het bedrag in rekening van losse gaven, maar lang niet zo als veertig jaar terug. Ook werd er nog steeds gecollecteerd voor de verdrukte geloofsgenoten in Gullk en Paltz. De behoeftigen der gemeente kregen 1.1.50 per week. Voorts liet men kleren vervaardigen door een naaister. De schipper Dirk Leeflang zorgde voor turf. Ook was er een armhuis, maar het blijkt niet hoe men daaraan gekomen is. De kerkeraad telde wekelijks de collecte en wierp de kwade duiten in een lade. Er was weinig vergadering, want de lo pende zaken besprak men des zondags. Op de eerste Kerstdag werd er ge stemd. Zo gingen de tijden heen. Maarssen. Ds. G. van der Zee (Wiordt vervolgd) nauwe samenwerking tussen de Delta dienst-Zuid, het bureau Bijzondere wer ken van de Zeeuwse provinciale water staat en de betrokken polderbesturen. Bij proefnemingen is gebleken, dat en kalon bijzonder sterk en duurzaam is, zodat het mogelijk is er zakken van te vervaardigen, die een abnormaal grote afmeting hebben. Bovendien is het niet uitgesloten deze zakken meer dan eens te gebruiken. Zoals ook bij de bouw van een gewone dijk gebeurt, zal deze nieu we enkalondam worden gelegd op een stevige bezinking. Verkrggbaar bQ: JTAC. KBUVKLAAB Zandpcid Müddelluinila THOLEN Kesei've politie. De heren D. Pollie, J. Blaas, L. Soomers en L Goedegebuure alhier slaagden dezer dagen als „bui tengewoon geoefend man" bij de reserve rijkspolitie MUitaire dienstplicht. Voor de lich ting 1958 waren er alhier 28 mannen ingeschreven, waarvan er 26 werden goedgekeurd. Keuring maten en gewichten. In het verenigingsgebouw alhier zullen 27 en 28 mei de maten gewichten en meet- werktuigen van winkelieren en hande laren worden gekeurd. Kerknieuws. Bij de Chr. Geref. kerk alhier is beroepen ds Blom te Meerkerk de «o! die zich geen b delen I De Par de me' lutiona ooit ge vult zi (binnen dend vaD ca werkin blijft s vlekkel door in oppervl triomf in de fijnde u Prijzen en hoge Kom de pen zie Boe" Zandp „PARV lende 1 Onded verleded de cafél door bul se offic| De Zijpe zeer ou beeldin^ dat veerdan lende aanlegd| Veel meeste 1944- afgebro Na JumeletI houten gemeenl huizing! loop den diverse zijn geen dd Na df eindelijl veerpon— was de nieuw gevondi Burg. nerde verse str^d w bouwd de veer verkeer De o café Ju de wed ken doe enkele Het I Than- bouw cl plaats de loop uitsteki_ goede wenste toekon Dhr. denstar" de opei geheel taü tert tegelflk verdwe< VERVOLGVERHAAL door H. KINGMANS (4) Twee jaar later nu heeft ook Lies- beth een dienstje en voor de tienjarige Friedrich wordt werk gezocht; die zou graag willen varen op zee, maar Weis- haupt zegt, dat hij daarvoor nog veel te jong is is Jochem al knechtje, leer ling af. Hij is ingeschreven als gezel, verdient ook het gezellenloon en kan het werk even goed als Dreckmeyer zelf Het is al voorgekomen, iets ongehoords, dat Jochem alleen op karwei ging, ver gezeld van een intussen aangenomen knechtje van een jaar of tien. In de drie afgelopen jaren is Jochem stevig gegroeid. Hij overtreft zijn vader in lengte en het ziet er naar uit, dat hij binnenkort ook diens stoere schouders zal hebben. Hij wordt maimelijker, niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk. De puberteitsjaren beginnen bij hem vroeg, misschien, omdat hij al heel vroeg het leven is ingegaan en op zijn zwerftoch ten veel hoort en ziet. Hij heeft een sterke aandrang, om het gezelschap van Lize Hackmann te zoe ken. Dat kost hem weinig moeite, want de vroegrijpe Lize geniet van het zijne. Dus zoekt Jochem haar in zijn weinige vrije tijd op bij de ganzen in de berg- weide. En, als hij thuis is, dwalen zij door de bossen in de omgeving. Het is nog volmaakt kinderspel, maar met een diepere grond. Die twee groeien naar elkaar boe en hard ook, moeder Liesbeth ziet het met eigen ogen en het ontgaat zelfs Weishaupt niet. Die lacht er alleen om: een jongen van veertien jaar! Weishaupt is nooit een preker of ze demeester geweest. Een enkel woord moet voldoende zijn. En verder, vinden Liesbeth en hij, dat hun voorbeeld het moet doen: godvruchtig leven, elk het zijne geven, eerlijk door het leven gaan, geen uitspattingen en dat alles onder inroeping van Gods genade. Maar als hij eens met Jochem alleen is en het ge sprek, onopzettelijk, op Lize komt, zegt Weishaupt, dat hij God moet bidden om een reine ziel, ook ten aanzien van meisjes. ,,Je moet later je vader en moeder en je vrouw eerlijk in de ogen kunnen zien, jongen. Hou je niet op met vuilig heid en gemeenheid. Je zult er wel eens van horen, want je komt op plaatsen, waar je vader niet eens komt, maar laat ze kletsen en houd losse meiden van je af". „Is Lize een losse meid?" vraagt hij verbaasd. ,,Ben je mal, jongen. Wie zegt dat nou Lize is juist 'n lief meisje". Dan toont Jochem zich volkomen te vreden en voldaan: van Lize, zijn vrien dinnetje, mag niemand kwaad zeggen, ook zijn vader en moeder niet. Het gebeurde in die tijd, dat Jochem in de stad kennis maakt met een colle ga, die een jaar ouder is dan hij. Zij worden dikke vrienden. Jochem is nu 's zondags ook wel eens in de stad. En dan komt hij niet in de kerk. Want Gebhard Waldmont spruit uit een on godsdienstig gezin. En hij heeft invloed op Jochem, zodat die zich laat meesle pen. Hij ziet er nu niet het minste bezwaar meer in, des zondags in een kroeg een pint bier te drinken, tenminste, wanneer hij in de stad is bij Gebhard. Op het dorp zou het niet in zijn hersens opkomen. Vader en moeder Weishaupt weten er dan ook niets van. Als die vriendschap zo wat een jaar tiert, komt, waarvoor Liesbeth zo zeer gevreesd heeft, toen er sprake van was, dat Jochem knechtje bij Dreckmeyer zou worden: schoor steenvegers kunnen tochten maken die maanden duren. Tot nu is daarvan geen sprake geweest. Slechts éénmaal is Jo chem vier weken achtereen met Dreck meyer op stap geweest, overigens twee en één week. Maar nu hebben die twee, Gebhard Waldmont en Jochem, „de kolder in de kop" gekregen: zo jong als ze zijn wil len ze allebei hun patroon verlaten en op eigen gelegenheid gaan werken. Zij beweren, dat zij dan veel meer kunnen verdienen en dat is niet onmogelijk. Maar dat wordt dan een zwervend leven van maanden en maanden, vol van ge varen. En wie is die Gebhard eigenlijk? Jochem praat genoeg over hem Lize zou er hele stukken van weten te vertellen, want haar vertrouwd; Jochem alles toe maar zij hebben hem nog niet ontmoet. Nu, dat kan gauw verholpen worden: Gebhard komt, als hij vrij heeft eens naar Leignitz. Het is niet op een zondag doch op een dag in de week. Moeder Liesbeth moet dan ervaren, dat Gebhard een ordentelijke jongen is, voorzover dat althans is na te gaan in zulk een korte tijd. Maar zijn ongods dienstigheid acht zij een groot bezwaar. Staat Jochem wel stevig genoeg in zijn schoenen 't Wordt een punt van ernstige over weging voor vader en moeder Weis haupt, waarvan het resultaat is, dat zij Jochem geen toestemming willen geven tezamen met Gebhard op stap te gaan, de wijde wereld in. Hij moge dan hoog of laag springen, hij wordt nog te jong bevonden. „Ik doe het toch", zegt hij tot Lize, wie hij zijn nood klaagt. Maar die zegt: „Als je dat doet, kijk ik je nooit weer aan. Wil jij een ontaar de zoon worden?" Van die woorden schrikt Jochem toch terug: de warme genegenheid van Lize wil hij niet missen... Het ziet er dus op het eind van 1773 naar uit, dat hij in het voorjaar weer met Dreckmeyer op stap zal gaan, in het dorp, in de omgeving, bij het vaste klanten. Edoch het rechte kunnen ze niet te weten komen, het verluidt, dat Dreck meyer voor zijn doen grote verliezen heeft geleden door toedoen van een fa milielid Jochem ontvangt de medede ling, dat hij ontslagen wordt. Dreck meyer zal het weer met een knechtje doen. Heel veel kunnen ze er niet van zeggen, want Dreckmeyer heeft Jochem feitelijk langer gehouden dan zij hebben verwacht. Er zijn heel weinig schoor steenvegers in Selizië die ettelijke jaren een gezel houden. Die komt hen te duur. Jochem vat Dreckmeyers mededeling niet spijtig op. Nu zullen vader en moe der wel toestemming moeten geven voor zijn groot plan! Wat zal hij anders? Dat begrijpen vader en moeder Weis haupt. Het is nu zeker, dat Jochem in het voorjaar de wijde wereld zal intrek ken. God zij hem genadig! „Ik zal je erg missen", zegt Lize zij is sinds de laatste twee jaren geen ganzenhoedster meer, maar dienstbode op een boerderij als zij voor het laatst voor zijn vertrek bij elkaar zijn. „Maar ik kom terug, Lize", verzekert Jochem. „En wil je dan mijn vrouw worden? Zul je op mij wachten?" Dit is de eerste maal, dat Jochem haar kust. „Ik zal wachten", zegt zij eenvoudig „En verlies God niet uit het oog, jochem". Hoofdstuk ni. ,,Meen je het heus?" vraagt Jochem. „Het zal wel moeten, als je hier niet blijven wil", antwoordt Gebhard. Al ruim anderhalfjaar hebben zr| ge zworven door een groot deel van Polen en Duitsland. Steeds verder zijn ze daar na naar het Westen getrokken. Ze heb ben heel goede en heel slechte weken gemaakt, maar over het algemeen zijn ze niet ontevreden. Als er geen schoor stenen te vegen waren, hebben zij zich verhuurd als metselaarsknechts, soms voor een week, hoogstens voor een maand. Dan trokken zij weer verder. Hun eigenlijk beroep is schoorsteenve ger. Dat andere doen zij in geval van nood. Want een bepaald inkomen dienen ze toch te hebben per week. Wel bren gen zij de nachten door in volkslogemen ten, die ook heel goedkope maaltijden verstrekken, maar alles met elkaar wordt het toch een heel bedrag. Heel kameraadschappelijk gaan ze met elkaar om. Betekenend verschil van mening hebben zij nog niet gehad. „Ge zworen kameraden", hebben verschil lende kostbazen hen lachend genoemd. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 2