De Regering en onze visserij Buitenland Marktberichten Anii-Rev. Kiesvereniging Middelharnis bezon zich over hei rechi en de noodzaak van de Chr. Poliiieke Pariij 30e Jaargang Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEF Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond MEDITATIE Het stervend tarwegraan Zondagdiensten artsen Oude Tongse bank wordt weer in cultuur gebracht voor oesterteelt Beginselen regeren de wereld, ook in onze tijd Vrijdag 29 maart 1957 No. 2585 PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629 Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. Bij de behandeling van de begroting van Minister Mansholt in de Tweede Kamer de laatste van alle begrotin gen kwam helemaal achteraan de beraadslaging over de afdeling Visse rijen. Ofschoon dit niet zo opzettelijk bedoeld was, kunnen we er toch een symbool in zien, n.l. dat de visserij het stiefkind van de Regering is en dat er weinig belangstelling voor bestaat. Het is, zoals door verschillende Kamerle den werd uitgesproken, dat de Minis ter zich inspant om het agrarisch be drijf zo goed mogelijk te maken, maar dat van een dergelijke inspanning niets blijkt in verband met het visserijbedrijf. Als men de vraag stelt, hoe dit komt, dan moet allereerst worden geantwoord, dat de visserij tenslotte maar een heel kleine sector meer uitmaakt in ons eco nomische leven. Er is een tijd geweest, dat landbouw en visserij in ons land beide tot de hoofdmiddelen van bestaan behoorden. Maar deze tijd is lang voor bij. Het gros van de Nederlanders weet het niet, maar ook in onze eeuw is de achteruitgang van de visserij schrikba rend. In het begin van deze eeuw wa ren er in de visserij nog 24.000 arbeids krachten werkzaam en nu halen we de 10.000 al niet eens meer. Men kon een hele rij van plaatsen in Nederland op noemen, die in de loop van de laatste halve eeuw hun visserij verloren heb ben, We behoeven niet eens ver uit de buurt te gaan: Middelharnis, Abben- broek, Femis en Maassluis. En dat pro ces zet zich regelmatig voort. Het is nu vooral aan de gang rondom het IJssel- meer in verband met de voortgaande inpolderingen en straks begint het in het Deltagebied van zuidwest-Neder land. Gaat men dan over 25 jaar, als de deltawerken klaar zijn en de finan ciën het toelaten, beginnen aan de ver- bindingsdijken tussen de Waddeneilan den, dan komt de visserij van de Wad denzee aan de beurt en zijn Den Oever, Harlingen, Zoutkamp etc. aan de beurt, zodat er tenslotte alleen nog de Noord zeevisserij overschiet, die althans ten dele, ook al met moeilijkheden te kam pen heeft. Het staat er dus met de visserij niet zo rooskleurig bij. Men zou daarom ver wachten, dat de Minister, die deze be drijfstak moet behartigen, dit zorgen kind dubbele aandacht schenkt. Maar de indruk van allen, die direkt of indi- rekt met de visserij te maken hebben, is deze, dat er niet de gewenste be langstelling voor bestaat. Dit wordt ver moedelijk ook wel hierdoor veroorzaakt dat de visserij op het Departement niet behartigd wordt door mensen uit het vak, maar door landbouwspecialisten, zoals de Minister zelf er b.v. één is. Er is naar' onze mening dus ambtshalve én te weinig deskundigheid en te ge ringe belangstelling aanwezig voor de ze bedrijfstak. Het gevolg is, dat er overal in visse rijkringen ontevredenheid heerst over het visserijbeleid en dit kwam dan ook sterk tot uiting in de beraadslagingen bij de visserij-begroting in de Tweede Kamer. De heer Van der Zaal open de de discussie en wees op de zeer tra ge gang van zaken in visserij aangele genheden. Nu weten we zo langzamer hand wel, dat het tempo in Den Haag in het algemeen niet zo bijster hoog is, maar in deze sector is het wel heel bedroevend. Om een voorbeeld te noe men: na herhaalde aandrang van het bedrijfsleven werd in september 1950 de commissie-Tinbergen ingesteld. Zij bracht reeds in mei 1952 definitief rap port uit. Ongeveer twee jaar later, op 1 april 1954, diende Minister Mansholt zijn Saneringsnota bij de Tweede Ka mer in. Deze werd ruim een jaar later pas behandeld. Om te adviseren omtrent financieringsaanvragen werd weer een jaar later een commissie geïnstalleerd. En nu is er bijna weer een jaar voorbij en blijkt, dat deze nog slechts een zeer gering aantal gevallen behandeld heeft, zodat er in feite van de met groot tam tam aangekondigde vlootsanering prak tisch niets terecht gekomen is, waarbij dan tevens nog de opmerking moet vvorden gemaakt, dat de financiering gebonden is aan zulke voorwaarden via de Herstelbank dat de meeste vissers er niet eens op willen ingaan. De loggervisserij tobt met verouderde schepen, een onbevredigend loonsys teem en slechte accommodatie. In de garnalenvisserij is het eerste eveneens het geval. Maar de normen voor de fi nanciering blijken zodanig, dat er van vlootverbetering geen sprake is. Een ander actueel punt is de IJssel- meervisserij. Door de steeds voorgaan de verkleining van het IJsselmeer moet daar ongeveer de helft van de vissers afvloeien. Eeni commissie, door de Mi nister benoemd, heeft daarover een zeer gedegen rapport uitgebracht, waarover een jaar lang een departementale amb- tenarencommissie, benoemd uit zeven verschillende ministeries gestudeerd heeft en deze heeft nu pas een rapport aan de ministers uitgebracht, dat uiter aard geheim is. Maar wat is nu het merkwaardige? Doordat dit weer zo lang duurde, zijn er nu, zoals de heer Van der Zaal, die voorzitter van de IJsselmeercommissie was, meedeelde, al meer vissers door de honger afge dreven dan de commissie in deze pe riode had voorgesteld! Intussen zitten ''ve in de bezuiniging en komt deze jikoude" sanering" de Regering dus wel zeer gelegen. Vele knechts hebben een andere werkkring gezocht en de schip pers kwamen derhalve met hun vaar dig aan de kant. Hun schepen liggen in de havens en hun netwerk verteert. En de schadevergoedings- en uitke- „Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, in dien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het al leen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort." (Joh. 12 24) Het was op de dag van ^ezus in tocht in Jeruzalem, dat door de Heere Jezus de woorden van de tekst hierbo ven, gesproken zijn. Als antwoord op de begeerte van eni ge Grieken, dat zij Jezus mochten zien, vergelijkt in deze tekst de Heiland zich- zelve bij het tarwegraan, waarmede Hij te kennen wil geven, dat de weg der verlossing loopt door de vallei des doods. „Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, in dien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen." Zoals zo menigmaal In Zijn gelijke nissen, zo ontkende Hij ook hier een beeld aan wat we in de natuur opmer ken. Het tarwegraan moet in de aarde vallen en sterven, anders blijft het al leen. AI hebt gij de beste korrel, ze blijft onvruchtbaar, als ze boven de grond blijft op de graanzolder. Daarom gaat de landman uit met het zaaizaad, om het aan de schoot der aarde toe te vertrouwen. Hij spaart zijn beste tarwe niet, integendeel, hij werpt juist zijn edelste koren in de grond, opdat het dan sterve. Dan komt uit de verrot tende, stervende korrel een levende spruit, die vrucht voortbrengt. Aan eenzelfde wet nu was ook Chris tus onderworpen. Wat met het tarwe graan gebeurt, moet ook met de Heere Jezus gebeuren. Hij moet de dood in gaan. Hij moet sterven, omdat Hij Borg en Middelaar is. Als Hij niet sterft, dan blijft Hij alleen, dan zou Hij de grote doorbreker niet zijn, de hemel ontslui tend voor een arm zondaarsvolk. Dan verkrijgt Hij Zich geen gemeente, geen volk, geen bruid, geen koninkrijk. Heel de verlossing van zondaren hangt aan Zijn kruisdood. En waarom? „Daarom dat vanwege de gerechtigheid en waarheid Gods niet anders voor onze zonden kon betaald worden, dan door de dood des Zoons Gods." Op Hem, als de Borg der zijnen, kwam Gods toorn, daalde de eeuwige vloek neer, dien wij ons waardig hadden gemaakt. Zo verzonk die gezegende Borg en Middelaar in de allerdiepste ■versmaadheid en angst der hel. Ja, het tarwegraan viel in de aarde en het stierf. O, dat was een smartelijke noodza- lijkheid, waaraan wij in de lijdenswe ken weer opnieuw worden herinnerd. En aan die smartelijke noodzakelijkheid van het sterven van de Heere Jezus Christus moeten wij persoonlijk ken nis krijgen, zal het wel zijn op weg en reis naar de eeuwigheid. En weet ge hoe dit geschied? In de weg der ontdekking door Gods Woord en Geest. Hoe meer ge uzelf leert ken nen als een diep schuldig schepsel te genover een heilig en rechtvaardig God, des te meer zult ge ervaren, dat alleen in de weg van dat borgtochtelijk lijden en sterven er verzoening met een heilig God mogelijk is, door het geloof in die beminnelijke Heere Jezus Chris tus. Ja, Hij leed voor zulke snoden, Helse smart in Zijn gemoed. En Hij redt uit al hun noden Adams kind'ren door Zijn bloed. Dat is een geweldige les om te leren op de school der genade, dat het alleen buiten mij ligt in het werk der gerech tigheid van dien Borg. Wij trachten zo vaak een eigengerechtigheid op te rich ten. Maar in ons eigen bestaan moet het ook alzo: het tarwegraan moet ster ven om te leven. Wij moeten met al het onze de dood in. Sterven moeten wij aan de zonde, aan de wereld, aan de wet, aan ons zelf. Wie zijn leven zal verliezen, die zal het behouden! Weet, dat vermag genade alleen! Als nu het tarwegraan sterft, zo brengt het veel vrucht voort. Vooral in het welig Kanaan droeg het zaaizaad een rijke oogst: dertig-, zestig-, ja honderd- voud. Dat is een beeld van het rijke zaad, dat Christus heeft voortgebracht. „Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien." Immers door Zijn lijden en sterven heeft Hij een ontelbare schare gekocht uit alle geslacht, en taal, eni volk, en natie. Reeds is er een" grote oogst bin nen gebracht in het nieuwe Jeruzalem en de toebrenging van zondaren gaat nog steeds voort. Het zal een schare worden die niemand tellen kan. Het stervende tarwegraan brengt dus veel vrucht voort, en die vruchten zijn al die zielen, die door en in de Heere Jezus Christus worden overgebracht uit de dood tot het leven. Ja, tot die heerlijke vruchten, voort gebracht door het stervende tarwe graan, behoort in elk kind des Heeren afzonderlijk ook, de innige begeerte, el ke ware zucht, het oprechte gebed, ^lle geloof, alle hoop, en alle liefde. Ja, de vrede des harten, de blijdschap der ziel, de begeerte om der zonde en der we reld af te sterven en voor de Heere te mogen leven, het is alles heerlijke, rij ke vrucht van het stervend tarwegraan. Zo maakt de Heere van alles los en gaan zij straks sterven om het leven te verkrijgen uit alle smaad en ellende en verdrukkingen. De Heere zal Zijn volk opheffen en alle tranen van hunne ogen afwissen. Dan gaan zij sterven om te leven! Lezer, heeft dat stervende tarwegraan ook reeds vrucht in uw leven gedra gen? Katwijk aan Zee. Ds. N. de Jong ringsregelingen zijn er nog steeds niet, terwijl het zich laat aanzien, dat deze in de verste verte niet zullen voldoen aan de verwachtingen. Eenzelfde slakkengang vertoont de Delta-wetgeving. Men behoeft hier geen Amerikaans tempo te eisen dat kan men in Den Haag met zijn perfectiohis- nae nu eenmaal niet opbrengen maar het is toch onbegrijpelijk, dat men niet vlugger werken kan. Het ontwerp-Del- tawet verscheen 16 november 1955. Het Voorlopig Verslag van de Tweede Ka mer (het antwoord daarop) kwam 3 mei 1956 uit. Maar de Memorie van Antwoord laat nog steeds op zich wach ten! Men heeft blijkbaar een jaar no dig om zo'n regeringsstuk in elkaar te zetten. En intussen kunnen en willen de Waterstaatsingenieurs niet wachten, zodat met ondershandse instemming van de betreffende Kamercommissie reeds germme tijd werkzaamheden aan de af dammingen begonnen zijn! De werkhaven bij Hellevoetsluis is al lang in bedrijf, er zijn al tientallen zinkstuk- ken gelegd voor de dijk om de bouw put ten noorden van Stellendam, men is die dijk al aan het opspuiten en oo"k zijn de werkzaamheden voor het Drie- eilandenplan in Zeeland al begonnen, terwijl er eigenlijk nog geen cent offi cieel door de Staten-Generaal is gevo- teerd! Als zoiets bij particuliere bedrij ven gebeurde, zou men eens wat horen. Maar het is toch eigenlijk een bespot ting. Zo komt men bij alles achteraan. En de visserij wordt de dupe, want de vissers weten niet, waaraan ze toe zijn. Straks raakt een deel tengevolge van de afdamming, reeds lang vóèr deze klaar Is, in moeilijkheden, maar de raamwet is nog steeds niet aangenomen en der halve kunnen ook nog geen regelingen voor schadeloosstelling etc, die geba seerd moeten worden op artikel 8 van deze Deltawet, worden opgesteld. Alles bij elkaar vinden we dit een zeer onbevredigende manier van rege ren. Het eind van alles zal zijn, dat de visserij het loodje legt en dat de vis sers, evenals dit bij de afsluiting van de Zuiderzee geschiedde, met wat so ciale steun warden afgescheept. Ir. Le- ly zei in 1918, dat hij hoopte, dat aan de Zuiderzeewerken geen smet zou kle ven (hij doelde hierbij op de slachtof fers onder de vissers), maar de smet was zeer groot. Zal dit ook het geval zijn bij de Delta-werken? We hopen van niet, maar vrezen zeer. Van zaterdag 30 maart v.m. 12 uur t.m. maandag I april v.m. 9 uur Middelharnis-Sommelsdyk: Afwezig de artsen Dogterom, Bak ker en Arends. Voor spoedgevallen Wieringa, arts. Tel. 2090, Middelharnis. Dirksland-Herkingen-Melissant: Afwezig de artsen Elvé en Boot. Voor spoedgevallen Huisman, arts. Tel. 01877- 412, Melissant. Oost-Flakfcee; Afwezig de artsen de Man, Kramers en BoLunan. Voor spoedgevallen Buth, arts. Tel. 01871306, Den Bommel en Voogd, arts. Tel. 01874—259, Oude Ton- ge. ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN Van zaterdagmiddag 30 maart t.m. maandag 1 april v.m. 8 uur Afwezig Wagner. Dienst meer Ter- louw, Tel. 2357, Middelharnis. Bermuda President Eisenhouwer eni premier Mac Millan hebben na afloop van hun besprekingen op de Bermuda-eilanden, die slechts drie dagen hebben geduurd, een communiqué gepubliceerd, waarin een samenvatting van de voornaamste resultaten van dit overleg wordt gege ven. Amerika is in principe bereid, lid te worden van het pact van Bagdad. Voor Engeland is dit een grote geruststel ling, het kan het Amerikaanse besluit beschouwen als een goedkeuring op de buitenlandse politiek van de laatste ja ren. Bij het pact van Bagdad zijn reeds aangesloten Engeland, Turkije, Irak, Perzië en Pakistan. De Verenigde Staten echter, wensen zich alleen te binden in geval van communistische agressie te gen een van de landen van het pact en nemen geen verplichtingen op zich, wanneer een der Arabische landen een van de leden van het pact van aanval len. Er is op de Bermuda-conferentie ook uitvoerig gesproken over de proeven met atoom- en waterstofbommen. Men was van oordeel dat deze proeven door gang moeten vinden en men heeft zich beijverd om de wereld duidelijk te ma ken, dat er geen andere mogelijkheid is. Maar om blijk te geven van z'n goede wil, heeft men zich bereid ver klaard, beperkte internationale waar neming toe te laten, op voorwaarde dat ook de Sowj et-Unie daarmee in stemt. Amerika is ook bereid, bepaalde ge leide projektielen ter beschikking van Engeland te stellen. Deze zullen worden uitgerust met atoomladingen. Amerika behoudt krachtens de wet de controle op deze wapens, maar in geval van oor log of oorlogsdreiging kunnen ze op kor te termijn aan Engeland worden gele verd. Uit de verslagers van de conferentie blijkt dat het vertrouwen en de samen werking tussen Amerika en Engeland, die zozeer hadden geleden door het kon- flikt in het Midden-Oosten, zijn her steld. Dat is belangrijk voor Engeland, maar niet minder voor Amerika. Dat is ook een zekere geruststelling voor de vrije wereld, die zich tegenover de drei ging uit het Oosten de weelde van on derlinge verdeeldheid niet kan permit teren. In het Midden-Oosten zijn de berich ten over de Bermuda conferentie met weinig instemming ontvangen. Met na me de Arabische landen voelen zich bedreigd nu Amerika toch zijn oude bondgenoot niet in de steek laat. Midden-Oosten De secretaris-generaal van de V.N., Hammarskjöld, voert in Kairo bespre kingen met de Egyptische regering over de toekomstige status van het Suezka- naal. Onofficiële berichten melden dat het probleem een oplossing nadert. Vast staat wel dat Egypte alle ka- naalgelden wenst te incasseren en niet toestemt in een regeling, waarbij ook Frankrijk en Engeland de beschikking over een gedeelte van de gelden zou den krijgen. Hammarskjöld zou bereid zijn daarin toe te stemmen, maar met name Israël verzet zich tegen zulk een regeling. Men moet zich wel bewonderen over de positie van Nasser. In juli 1956 na tionaliseerde hij de kanaalmaatschappij en haalde zich daarmee het ongenoe gen van het Westen op de hals. In ok tober leed hij een gevoelige nederlaag door de aktie van Israël, Engeland en Frankrijk. Maar inplaats van genoegen te ne- •men met een billijke regeling, blijft Nasser de eisende en voorwaarden-stel- lende partij, die niet alleen Boelganin, Chroetsjew en Nehroe voor zijn karre tje vi/ist te spannen, maar nu ook Ham marskjöld voor zijn ideeën heeft weten ten winnen. Wat heeft het nog voor betekenis, verliezer te zijn in een ge wapend konflikt? De scheepvaart door het Suezkanaal is weer mogelijk geworden voor sche pen tot 4000 ton. Maar een ander probleem is de vrije vaart door de Golf van Akaba en de Straat van Tiran. .Bij wijze van proef is vorige week een Israëlisch schip on der Costaricaanse vlag door deze wa teren gevaren. Egypte heeft zich daar tegen niet verzet, maar het is nog he lemaal niet zeker of het dat in de toe komst niet zal doen als de geschuts- opstellingen zijn hersteld. Vooral nu de Egyptenaren weer hun rol spelen in het gebied van Gaza is dat gevaar gro ter en Egypte beschouwt zich volgens de V.N. ten onrechte nog altijd als in staat van oorlog met Israël. De Oude Tongse Bank, de schorren, slikken en platen in de Grevelingen, die de in het water liggende oever vormen van een gedeelte van het eiland Goe- ree Overflakkee behoren tot de Am- bachtsheerlijkheid van Grijsoord en Klinkerland en zijn als zodanig eigen dom van Gravin de Samblure te Hoo- gerheijde. De vorige renttneester van genoemde Ambachtsvrouwe, wijlen de heer A. J. van den Berg, wiens familie enige ge slachten lang deze bank had gepacht en die dus deze bank kende als geen an der begon enige jaren geleden een ge deelte van de bank te gebruiken voor oestercultuur. Ook vroeger had deze grond daarvoor gediend, maar in de jaren 19301950 was aan de oestercultuur op de Greve lingen blijkbaar niet de aandacht be steed, door de toenmalige pachters, die zij verdiende. De opzet van de heer van den Berg slaagde, bovendien vielen op een ge deelte van de bank oesters in de vrije natuur en dit alles heeft er toe mee gewerkt, dat voor het noordwestelijk deel van deze gronden thans in oester kwekers kringen uit Yerseke en Tholen weer grote belangstelling bestaat. Steeds meer percelen die verschillende jaren in gebruik waren voor de mossel- cultuur worden thans weer in cultuur gebracht voor de oesterteelt. Geëh twijfel tnogelijk... HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN Volmaukli^ discipline heerste er bij de grote parade,welke maandag in Den Helder door de Koninklijke Marine werd gehouden ter gelegenheid van de De Ruyter herdenking. Foto; Keurig afstand houdend ging „Blacky", de hond van het '■Koninklijk Instituut van de Marine, aan het hoofd van de twee compagnieën Adelborsten, die het défilé openden. (Foto Johan Noske) Op uitnodiging van de Anti-Rev. Kiesvereen. sprak ds. P. A. A. Klüsener, Ned. Herv. predikant te Delft in gebouw „Jeugdhaven" bij de Ger. Kerk over het onderwerp: „Het recht en de noodzaak van de Chr. Politieke Partij". Me dewerking werd verleend door het Geref. Evangelisatiekoor o.l.v. dhr. C. v. d. Heuvel en mevr. Kommers met declamatie. De avond stond onder leiding van de voorzitter der Kiesvereen., dhr. J. J. C. la Fleur, welke na een kort ope ningswoord, gelegenheid gaf aan ds. Klüsener tot het houden van zijn rede. Deze begon met een citaat van prof. Slotemaker de Bruine, hetwelk hem uit zijn college-tijd was blijgebleven. Een Frans Christen had eens tegen deze pro fessor gezegd: „Jullie vechten in Neder land of je gezangen mag zingen, ja of nee, maar bij ons in Frankrijk gaat het om de vraag, of er een God is, ja of nee." Deze uitdrukking wees er op, dat wij iets bezitten wat zij misten. Wij konden ons druk maken over bijzaken. Dit gold destijds ook in het politieke leven, maar thans moeten ook wij hier in weer terugvallen op de kernvraag en daarom is het zulk een uitnemende gedachte om ons te bezinnen op het recht en de noodzaak van de Chr. Po litieke Partij. Dit zegt wel wat. Velen zeggen, dat je uit de tijd bent, wanneer je dat gelooft, dat hebben wij na de oor log immers anders leren inzien. He laas hebben wij bij de laatste verkie zingen moeten constateren, welk een diepe ondergrond de geest van de tijd heeft. Velen zijn door de doorbraak bekoord. Die verschuiving is er ook onder ons kerkelijk meelevend volk, omdat er lauwheid is en men niet meer wil nadenken over de grote levensvra gen. Dit is bedenkelijk, omdat dit een vermateraliseren is van ons volk. Men werpt ons toe, dat onze tijd solidariteit nodig heeft, een Christen moet zich im mers in de wereld begeven. In de P.v. d.A. is er dan ook ruimte voor ieder een. Uitvoerig staat spreker stil bij de redenen, welke men aan voert om te bewijzen, dat de antithese-gedachte heeft afgedaan en hoe men het euvel van de verzuiling aan de kaak tracht te stellen. Het is een periode, waarin men zoekt naar eenheid- de synthese, daarom heeft ook de P.v.d.A. de klasse- strijd uit haar beginselprogram ge schrapt. Het streven van het nationalis me wordt een streven naar een interna tionale rechtsorde. Christen-zijn is een andere manier van zijn, het hebben van eeni Heer. Daarop wijst ook het herder lijk schrijven van de Herv. Synode over het Christen-zijn in de moderne samen leving. Het verwerpt de Chr. Organisa tie niet, maar de neutrale heeft veel voor, zo zegt men. Achter deze beschou wingswijze van de doorbraak zit de uni- versaliteits-tendenz van de moderne mens, het niet ernstig nemen van het ongeloof. Het is daarom een reden van vreugde, dat de Overheid de Kerk al tijd nog ziet als een bijzonder lichaam, niet alleen burgerlijk, maar ook gees telijk. Spr. behandelt hierna enkele facetten van de Barthiaanse verkiezingsleer en zet hier tegenover de scherpe belichting van de antithese door het boek der Openbaringen. Wanneer er verband is tussen belijden en beleven, is er ook verband tussen niet-belijden en bele ven, en dan komt de botsing. Inderdaad is de situatie in de wereld veranderd, maar de vaste lijnen zijn gebleven, want het gebod Gods is niet voor een ogen blik. Als wij niet mee willen doen aan de devaluatie van het menselijk den ken, is er juist nu reden om ons te be zinnen op liet recht en de noodzaak van de Chr. Politieke Partij. Beginselen regeren de wereld, ook in onze tijd. De sociale gerechtigheid is niet los te denken van het Evangelie, maar er juist in geworteld. Niet alleen de privé-Christen moet leven uit zijn geloof, maar ook gezamenlijk. De Chr. Partij is hiertoe de plaats, waar wij ons samen bezinnen op deze vraagstukken om zo de wereld in te gaan en dan so lidair te zijn. Ons Christen-zijn pogen uit te dragen. Groen van Prinsterer sprak het reeds uit: „Onpartijdig kan alleen die zijn, die partij gekozen heeft" In de wereld staan is niet ongevaar lijk, men moet hiertoe sterk in de schoenen staan, want wij zijn niet im- muum voor de invloed van onze tijd. Het is het recht van de Christen om zich Christelijk te organiseren, opdat wij ook de politieke vraagstukken in het licht van Gods Woord zullen zien. Wij moeten ons bezinnen om iets van de oude geestdrift terug te krijgen. Uit het geloof moeten wij onze levenshouding vinden om te staan in de schaduw van Hem, die onze Zaligmaker wil zijn. Ook op politiek terrein is het vóór of te gen Hem. Na het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus wordt deze leerza me avond door ds. Klüsener met dank gebed gesloten. VAN ONZE ADVERTEERDERS Een der oudste en meest bekende fir ma's op confectiegebied op ons eiland, n.l. fa. Buijsse te Middelharnis, organi seert op donderdag 4 april a.s. een voor ieder toegankelijke voorjaars-raode-show in Hotel Meijer te Middelharnis. Deze eerste mode-show, die door deze firma gebracht wordt, zal U aantonen dat goed en modern gekleed gaan, niet altijd duur behoeft te zijn. Getoond zullen worden o.a. de nieuwe modellen: Mantelcostuums, Swaggers, Regenmantels, Japonnen, Mantels, Rok ken, Blouses enz. alles in de nieuwste stoffen. Eekend Is dat, wat deze firma brengt, steeds van prima kwaliteit en Ie klas pasvorm is. Wij raden U een bezoek aan deze mo de-show ten zeerste aan. Zie voor nadere mededelingen de ad vertentie elders in dit blad. ETXENSE VEEMARKT Op de veemarkt van woensdag 27 maart 1957 werden aangevoerd 315 stuks, waarvan 248 runderen en 66 big gen. De runderen werden bij zeer ruime aanvoer vlug verhandeld, de prijzen hoog In biggen ruimer aanbod, levendige handel en de prijzen vrijwel onveranderd Het slachtvee werd vlugger verhandeld. De belangstelling was 2eer groot. kalf koeien 725—1050; kalf vaarzen 700 950; guste koeien 575825; pinken 450550; graskalveren 230350; paar den 700—900; biggen 40—50; lopers 55 80; vette koeien 2.503.per kg ge slacht.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 1