De Regering
en onze visserij
Buitenland
Marktberichten
Anii-Rev. Kiesvereniging Middelharnis
bezon zich over hei rechi en de
noodzaak van de Chr. Poliiieke Pariij
30e Jaargang
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEF
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
MEDITATIE
Het stervend tarwegraan
Zondagdiensten artsen
Oude Tongse bank wordt
weer in cultuur gebracht
voor oesterteelt
Beginselen regeren de wereld, ook in onze tijd
Vrijdag 29 maart 1957
No. 2585
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en Advertenties uitsluitend Telefoon K 1870—2629
Na 6 uur 's avonds Telefoon K 1870—2017 Giro 167930
ABONNEMENTSPRIJS 1.90 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
Bij de behandeling van de begroting
van Minister Mansholt in de Tweede
Kamer de laatste van alle begrotin
gen kwam helemaal achteraan de
beraadslaging over de afdeling Visse
rijen. Ofschoon dit niet zo opzettelijk
bedoeld was, kunnen we er toch een
symbool in zien, n.l. dat de visserij het
stiefkind van de Regering is en dat er
weinig belangstelling voor bestaat. Het
is, zoals door verschillende Kamerle
den werd uitgesproken, dat de Minis
ter zich inspant om het agrarisch be
drijf zo goed mogelijk te maken, maar
dat van een dergelijke inspanning niets
blijkt in verband met het visserijbedrijf.
Als men de vraag stelt, hoe dit komt,
dan moet allereerst worden geantwoord,
dat de visserij tenslotte maar een heel
kleine sector meer uitmaakt in ons eco
nomische leven. Er is een tijd geweest,
dat landbouw en visserij in ons land
beide tot de hoofdmiddelen van bestaan
behoorden. Maar deze tijd is lang voor
bij. Het gros van de Nederlanders weet
het niet, maar ook in onze eeuw is de
achteruitgang van de visserij schrikba
rend. In het begin van deze eeuw wa
ren er in de visserij nog 24.000 arbeids
krachten werkzaam en nu halen we de
10.000 al niet eens meer. Men kon een
hele rij van plaatsen in Nederland op
noemen, die in de loop van de laatste
halve eeuw hun visserij verloren heb
ben, We behoeven niet eens ver uit de
buurt te gaan: Middelharnis, Abben-
broek, Femis en Maassluis. En dat pro
ces zet zich regelmatig voort. Het is nu
vooral aan de gang rondom het IJssel-
meer in verband met de voortgaande
inpolderingen en straks begint het in
het Deltagebied van zuidwest-Neder
land. Gaat men dan over 25 jaar, als
de deltawerken klaar zijn en de finan
ciën het toelaten, beginnen aan de ver-
bindingsdijken tussen de Waddeneilan
den, dan komt de visserij van de Wad
denzee aan de beurt en zijn Den Oever,
Harlingen, Zoutkamp etc. aan de beurt,
zodat er tenslotte alleen nog de Noord
zeevisserij overschiet, die althans ten
dele, ook al met moeilijkheden te kam
pen heeft.
Het staat er dus met de visserij niet
zo rooskleurig bij. Men zou daarom ver
wachten, dat de Minister, die deze be
drijfstak moet behartigen, dit zorgen
kind dubbele aandacht schenkt. Maar
de indruk van allen, die direkt of indi-
rekt met de visserij te maken hebben,
is deze, dat er niet de gewenste be
langstelling voor bestaat. Dit wordt ver
moedelijk ook wel hierdoor veroorzaakt
dat de visserij op het Departement niet
behartigd wordt door mensen uit het
vak, maar door landbouwspecialisten,
zoals de Minister zelf er b.v. één is.
Er is naar' onze mening dus ambtshalve
én te weinig deskundigheid en te ge
ringe belangstelling aanwezig voor de
ze bedrijfstak.
Het gevolg is, dat er overal in visse
rijkringen ontevredenheid heerst over
het visserijbeleid en dit kwam dan ook
sterk tot uiting in de beraadslagingen
bij de visserij-begroting in de Tweede
Kamer. De heer Van der Zaal open
de de discussie en wees op de zeer tra
ge gang van zaken in visserij aangele
genheden. Nu weten we zo langzamer
hand wel, dat het tempo in Den Haag
in het algemeen niet zo bijster hoog is,
maar in deze sector is het wel heel
bedroevend. Om een voorbeeld te noe
men: na herhaalde aandrang van het
bedrijfsleven werd in september 1950
de commissie-Tinbergen ingesteld. Zij
bracht reeds in mei 1952 definitief rap
port uit. Ongeveer twee jaar later, op
1 april 1954, diende Minister Mansholt
zijn Saneringsnota bij de Tweede Ka
mer in. Deze werd ruim een jaar later
pas behandeld. Om te adviseren omtrent
financieringsaanvragen werd weer een
jaar later een commissie geïnstalleerd.
En nu is er bijna weer een jaar voorbij
en blijkt, dat deze nog slechts een zeer
gering aantal gevallen behandeld heeft,
zodat er in feite van de met groot tam
tam aangekondigde vlootsanering prak
tisch niets terecht gekomen is, waarbij
dan tevens nog de opmerking moet
vvorden gemaakt, dat de financiering
gebonden is aan zulke voorwaarden
via de Herstelbank dat de meeste
vissers er niet eens op willen ingaan.
De loggervisserij tobt met verouderde
schepen, een onbevredigend loonsys
teem en slechte accommodatie. In de
garnalenvisserij is het eerste eveneens
het geval. Maar de normen voor de fi
nanciering blijken zodanig, dat er van
vlootverbetering geen sprake is.
Een ander actueel punt is de IJssel-
meervisserij. Door de steeds voorgaan
de verkleining van het IJsselmeer moet
daar ongeveer de helft van de vissers
afvloeien. Eeni commissie, door de Mi
nister benoemd, heeft daarover een zeer
gedegen rapport uitgebracht, waarover
een jaar lang een departementale amb-
tenarencommissie, benoemd uit zeven
verschillende ministeries gestudeerd
heeft en deze heeft nu pas een rapport
aan de ministers uitgebracht, dat uiter
aard geheim is. Maar wat is nu het
merkwaardige? Doordat dit weer zo
lang duurde, zijn er nu, zoals de heer
Van der Zaal, die voorzitter van de
IJsselmeercommissie was, meedeelde,
al meer vissers door de honger afge
dreven dan de commissie in deze pe
riode had voorgesteld! Intussen zitten
''ve in de bezuiniging en komt deze
jikoude" sanering" de Regering dus wel
zeer gelegen. Vele knechts hebben een
andere werkkring gezocht en de schip
pers kwamen derhalve met hun vaar
dig aan de kant. Hun schepen liggen
in de havens en hun netwerk verteert.
En de schadevergoedings- en uitke-
„Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, in
dien het tarwegraan in de aarde
niet valt en sterft, zo blijft het al
leen; maar indien het sterft, zo
brengt het veel vrucht voort."
(Joh. 12 24)
Het was op de dag van ^ezus in
tocht in Jeruzalem, dat door de Heere
Jezus de woorden van de tekst hierbo
ven, gesproken zijn.
Als antwoord op de begeerte van eni
ge Grieken, dat zij Jezus mochten zien,
vergelijkt in deze tekst de Heiland zich-
zelve bij het tarwegraan, waarmede Hij
te kennen wil geven, dat de weg der
verlossing loopt door de vallei des
doods.
„Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, in
dien het tarwegraan in de aarde niet
valt en sterft, zo blijft het alleen."
Zoals zo menigmaal In Zijn gelijke
nissen, zo ontkende Hij ook hier een
beeld aan wat we in de natuur opmer
ken. Het tarwegraan moet in de aarde
vallen en sterven, anders blijft het al
leen. AI hebt gij de beste korrel, ze
blijft onvruchtbaar, als ze boven de
grond blijft op de graanzolder. Daarom
gaat de landman uit met het zaaizaad,
om het aan de schoot der aarde toe te
vertrouwen. Hij spaart zijn beste tarwe
niet, integendeel, hij werpt juist zijn
edelste koren in de grond, opdat het
dan sterve. Dan komt uit de verrot
tende, stervende korrel een levende
spruit, die vrucht voortbrengt.
Aan eenzelfde wet nu was ook Chris
tus onderworpen. Wat met het tarwe
graan gebeurt, moet ook met de Heere
Jezus gebeuren. Hij moet de dood in
gaan. Hij moet sterven, omdat Hij Borg
en Middelaar is. Als Hij niet sterft, dan
blijft Hij alleen, dan zou Hij de grote
doorbreker niet zijn, de hemel ontslui
tend voor een arm zondaarsvolk. Dan
verkrijgt Hij Zich geen gemeente, geen
volk, geen bruid, geen koninkrijk. Heel
de verlossing van zondaren hangt aan
Zijn kruisdood.
En waarom? „Daarom dat vanwege
de gerechtigheid en waarheid Gods niet
anders voor onze zonden kon betaald
worden, dan door de dood des Zoons
Gods."
Op Hem, als de Borg der zijnen,
kwam Gods toorn, daalde de eeuwige
vloek neer, dien wij ons waardig hadden
gemaakt. Zo verzonk die gezegende
Borg en Middelaar in de allerdiepste
■versmaadheid en angst der hel.
Ja, het tarwegraan viel in de aarde
en het stierf.
O, dat was een smartelijke noodza-
lijkheid, waaraan wij in de lijdenswe
ken weer opnieuw worden herinnerd.
En aan die smartelijke noodzakelijkheid
van het sterven van de Heere Jezus
Christus moeten wij persoonlijk ken
nis krijgen, zal het wel zijn op weg en
reis naar de eeuwigheid.
En weet ge hoe dit geschied? In de
weg der ontdekking door Gods Woord
en Geest. Hoe meer ge uzelf leert ken
nen als een diep schuldig schepsel te
genover een heilig en rechtvaardig
God, des te meer zult ge ervaren, dat
alleen in de weg van dat borgtochtelijk
lijden en sterven er verzoening met een
heilig God mogelijk is, door het geloof
in die beminnelijke Heere Jezus Chris
tus.
Ja, Hij leed voor zulke snoden,
Helse smart in Zijn gemoed.
En Hij redt uit al hun noden
Adams kind'ren door Zijn bloed.
Dat is een geweldige les om te leren
op de school der genade, dat het alleen
buiten mij ligt in het werk der gerech
tigheid van dien Borg. Wij trachten zo
vaak een eigengerechtigheid op te rich
ten. Maar in ons eigen bestaan moet
het ook alzo: het tarwegraan moet ster
ven om te leven. Wij moeten met al het
onze de dood in. Sterven moeten wij
aan de zonde, aan de wereld, aan de
wet, aan ons zelf.
Wie zijn leven zal verliezen, die zal
het behouden!
Weet, dat vermag genade alleen!
Als nu het tarwegraan sterft, zo brengt
het veel vrucht voort. Vooral in het
welig Kanaan droeg het zaaizaad een
rijke oogst: dertig-, zestig-, ja honderd-
voud. Dat is een beeld van het rijke
zaad, dat Christus heeft voortgebracht.
„Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer
gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad
zien."
Immers door Zijn lijden en sterven
heeft Hij een ontelbare schare gekocht
uit alle geslacht, en taal, eni volk, en
natie. Reeds is er een" grote oogst bin
nen gebracht in het nieuwe Jeruzalem
en de toebrenging van zondaren gaat
nog steeds voort. Het zal een schare
worden die niemand tellen kan.
Het stervende tarwegraan brengt dus
veel vrucht voort, en die vruchten zijn
al die zielen, die door en in de Heere
Jezus Christus worden overgebracht uit
de dood tot het leven.
Ja, tot die heerlijke vruchten, voort
gebracht door het stervende tarwe
graan, behoort in elk kind des Heeren
afzonderlijk ook, de innige begeerte, el
ke ware zucht, het oprechte gebed, ^lle
geloof, alle hoop, en alle liefde. Ja, de
vrede des harten, de blijdschap der ziel,
de begeerte om der zonde en der we
reld af te sterven en voor de Heere te
mogen leven, het is alles heerlijke, rij
ke vrucht van het stervend tarwegraan.
Zo maakt de Heere van alles los en
gaan zij straks sterven om het leven te
verkrijgen uit alle smaad en ellende en
verdrukkingen. De Heere zal Zijn volk
opheffen en alle tranen van hunne ogen
afwissen.
Dan gaan zij sterven om te leven!
Lezer, heeft dat stervende tarwegraan
ook reeds vrucht in uw leven gedra
gen?
Katwijk aan Zee.
Ds. N. de Jong
ringsregelingen zijn er nog steeds niet,
terwijl het zich laat aanzien, dat deze
in de verste verte niet zullen voldoen
aan de verwachtingen.
Eenzelfde slakkengang vertoont de
Delta-wetgeving. Men behoeft hier geen
Amerikaans tempo te eisen dat kan
men in Den Haag met zijn perfectiohis-
nae nu eenmaal niet opbrengen maar
het is toch onbegrijpelijk, dat men niet
vlugger werken kan. Het ontwerp-Del-
tawet verscheen 16 november 1955. Het
Voorlopig Verslag van de Tweede Ka
mer (het antwoord daarop) kwam 3
mei 1956 uit. Maar de Memorie van
Antwoord laat nog steeds op zich wach
ten! Men heeft blijkbaar een jaar no
dig om zo'n regeringsstuk in elkaar te
zetten. En intussen kunnen en willen
de Waterstaatsingenieurs niet wachten,
zodat met ondershandse instemming
van de betreffende Kamercommissie
reeds germme tijd werkzaamheden aan
de af dammingen begonnen zijn! De
werkhaven bij Hellevoetsluis is al lang
in bedrijf, er zijn al tientallen zinkstuk-
ken gelegd voor de dijk om de bouw
put ten noorden van Stellendam, men
is die dijk al aan het opspuiten en oo"k
zijn de werkzaamheden voor het Drie-
eilandenplan in Zeeland al begonnen,
terwijl er eigenlijk nog geen cent offi
cieel door de Staten-Generaal is gevo-
teerd! Als zoiets bij particuliere bedrij
ven gebeurde, zou men eens wat horen.
Maar het is toch eigenlijk een bespot
ting. Zo komt men bij alles achteraan.
En de visserij wordt de dupe, want de
vissers weten niet, waaraan ze toe zijn.
Straks raakt een deel tengevolge van de
afdamming, reeds lang vóèr deze klaar
Is, in moeilijkheden, maar de raamwet
is nog steeds niet aangenomen en der
halve kunnen ook nog geen regelingen
voor schadeloosstelling etc, die geba
seerd moeten worden op artikel 8 van
deze Deltawet, worden opgesteld.
Alles bij elkaar vinden we dit een
zeer onbevredigende manier van rege
ren. Het eind van alles zal zijn, dat de
visserij het loodje legt en dat de vis
sers, evenals dit bij de afsluiting van
de Zuiderzee geschiedde, met wat so
ciale steun warden afgescheept. Ir. Le-
ly zei in 1918, dat hij hoopte, dat aan
de Zuiderzeewerken geen smet zou kle
ven (hij doelde hierbij op de slachtof
fers onder de vissers), maar de smet
was zeer groot. Zal dit ook het geval
zijn bij de Delta-werken? We hopen van
niet, maar vrezen zeer.
Van zaterdag 30 maart v.m. 12 uur t.m.
maandag I april v.m. 9 uur
Middelharnis-Sommelsdyk:
Afwezig de artsen Dogterom, Bak
ker en Arends. Voor spoedgevallen
Wieringa, arts. Tel. 2090, Middelharnis.
Dirksland-Herkingen-Melissant:
Afwezig de artsen Elvé en Boot. Voor
spoedgevallen Huisman, arts. Tel. 01877-
412, Melissant.
Oost-Flakfcee;
Afwezig de artsen de Man, Kramers
en BoLunan. Voor spoedgevallen Buth,
arts. Tel. 01871306, Den Bommel en
Voogd, arts. Tel. 01874—259, Oude Ton-
ge.
ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN
Van zaterdagmiddag 30 maart t.m.
maandag 1 april v.m. 8 uur
Afwezig Wagner. Dienst meer Ter-
louw, Tel. 2357, Middelharnis.
Bermuda
President Eisenhouwer eni premier
Mac Millan hebben na afloop van hun
besprekingen op de Bermuda-eilanden,
die slechts drie dagen hebben geduurd,
een communiqué gepubliceerd, waarin
een samenvatting van de voornaamste
resultaten van dit overleg wordt gege
ven.
Amerika is in principe bereid, lid te
worden van het pact van Bagdad. Voor
Engeland is dit een grote geruststel
ling, het kan het Amerikaanse besluit
beschouwen als een goedkeuring op de
buitenlandse politiek van de laatste ja
ren. Bij het pact van Bagdad zijn reeds
aangesloten Engeland, Turkije, Irak,
Perzië en Pakistan. De Verenigde Staten
echter, wensen zich alleen te binden in
geval van communistische agressie te
gen een van de landen van het pact en
nemen geen verplichtingen op zich,
wanneer een der Arabische landen een
van de leden van het pact van aanval
len.
Er is op de Bermuda-conferentie ook
uitvoerig gesproken over de proeven
met atoom- en waterstofbommen. Men
was van oordeel dat deze proeven door
gang moeten vinden en men heeft zich
beijverd om de wereld duidelijk te ma
ken, dat er geen andere mogelijkheid
is. Maar om blijk te geven van z'n
goede wil, heeft men zich bereid ver
klaard, beperkte internationale waar
neming toe te laten, op voorwaarde
dat ook de Sowj et-Unie daarmee in
stemt.
Amerika is ook bereid, bepaalde ge
leide projektielen ter beschikking van
Engeland te stellen. Deze zullen worden
uitgerust met atoomladingen. Amerika
behoudt krachtens de wet de controle
op deze wapens, maar in geval van oor
log of oorlogsdreiging kunnen ze op kor
te termijn aan Engeland worden gele
verd.
Uit de verslagers van de conferentie
blijkt dat het vertrouwen en de samen
werking tussen Amerika en Engeland,
die zozeer hadden geleden door het kon-
flikt in het Midden-Oosten, zijn her
steld. Dat is belangrijk voor Engeland,
maar niet minder voor Amerika. Dat is
ook een zekere geruststelling voor de
vrije wereld, die zich tegenover de drei
ging uit het Oosten de weelde van on
derlinge verdeeldheid niet kan permit
teren.
In het Midden-Oosten zijn de berich
ten over de Bermuda conferentie met
weinig instemming ontvangen. Met na
me de Arabische landen voelen zich
bedreigd nu Amerika toch zijn oude
bondgenoot niet in de steek laat.
Midden-Oosten
De secretaris-generaal van de V.N.,
Hammarskjöld, voert in Kairo bespre
kingen met de Egyptische regering over
de toekomstige status van het Suezka-
naal. Onofficiële berichten melden dat
het probleem een oplossing nadert.
Vast staat wel dat Egypte alle ka-
naalgelden wenst te incasseren en niet
toestemt in een regeling, waarbij ook
Frankrijk en Engeland de beschikking
over een gedeelte van de gelden zou
den krijgen. Hammarskjöld zou bereid
zijn daarin toe te stemmen, maar met
name Israël verzet zich tegen zulk een
regeling.
Men moet zich wel bewonderen over
de positie van Nasser. In juli 1956 na
tionaliseerde hij de kanaalmaatschappij
en haalde zich daarmee het ongenoe
gen van het Westen op de hals. In ok
tober leed hij een gevoelige nederlaag
door de aktie van Israël, Engeland en
Frankrijk.
Maar inplaats van genoegen te ne-
•men met een billijke regeling, blijft
Nasser de eisende en voorwaarden-stel-
lende partij, die niet alleen Boelganin,
Chroetsjew en Nehroe voor zijn karre
tje vi/ist te spannen, maar nu ook Ham
marskjöld voor zijn ideeën heeft weten
ten winnen. Wat heeft het nog voor
betekenis, verliezer te zijn in een ge
wapend konflikt?
De scheepvaart door het Suezkanaal
is weer mogelijk geworden voor sche
pen tot 4000 ton.
Maar een ander probleem is de vrije
vaart door de Golf van Akaba en de
Straat van Tiran. .Bij wijze van proef
is vorige week een Israëlisch schip on
der Costaricaanse vlag door deze wa
teren gevaren. Egypte heeft zich daar
tegen niet verzet, maar het is nog he
lemaal niet zeker of het dat in de toe
komst niet zal doen als de geschuts-
opstellingen zijn hersteld. Vooral nu de
Egyptenaren weer hun rol spelen in
het gebied van Gaza is dat gevaar gro
ter en Egypte beschouwt zich volgens
de V.N. ten onrechte nog altijd als
in staat van oorlog met Israël.
De Oude Tongse Bank, de schorren,
slikken en platen in de Grevelingen, die
de in het water liggende oever vormen
van een gedeelte van het eiland Goe-
ree Overflakkee behoren tot de Am-
bachtsheerlijkheid van Grijsoord en
Klinkerland en zijn als zodanig eigen
dom van Gravin de Samblure te Hoo-
gerheijde.
De vorige renttneester van genoemde
Ambachtsvrouwe, wijlen de heer A. J.
van den Berg, wiens familie enige ge
slachten lang deze bank had gepacht en
die dus deze bank kende als geen an
der begon enige jaren geleden een ge
deelte van de bank te gebruiken voor
oestercultuur.
Ook vroeger had deze grond daarvoor
gediend, maar in de jaren 19301950
was aan de oestercultuur op de Greve
lingen blijkbaar niet de aandacht be
steed, door de toenmalige pachters, die
zij verdiende.
De opzet van de heer van den Berg
slaagde, bovendien vielen op een ge
deelte van de bank oesters in de vrije
natuur en dit alles heeft er toe mee
gewerkt, dat voor het noordwestelijk
deel van deze gronden thans in oester
kwekers kringen uit Yerseke en Tholen
weer grote belangstelling bestaat.
Steeds meer percelen die verschillende
jaren in gebruik waren voor de mossel-
cultuur worden thans weer in cultuur
gebracht voor de oesterteelt.
Geëh twijfel
tnogelijk...
HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN
Volmaukli^ discipline heerste er bij de grote parade,welke maandag in Den
Helder door de Koninklijke Marine werd gehouden ter gelegenheid van de
De Ruyter herdenking. Foto; Keurig afstand houdend ging „Blacky", de
hond van het '■Koninklijk Instituut van de Marine, aan het hoofd van de twee
compagnieën Adelborsten, die het défilé openden.
(Foto Johan Noske)
Op uitnodiging van de Anti-Rev. Kiesvereen. sprak ds. P. A. A. Klüsener,
Ned. Herv. predikant te Delft in gebouw „Jeugdhaven" bij de Ger. Kerk over
het onderwerp: „Het recht en de noodzaak van de Chr. Politieke Partij". Me
dewerking werd verleend door het Geref. Evangelisatiekoor o.l.v. dhr. C. v. d.
Heuvel en mevr. Kommers met declamatie. De avond stond onder leiding van
de voorzitter der Kiesvereen., dhr. J. J. C. la Fleur, welke na een kort ope
ningswoord, gelegenheid gaf aan ds. Klüsener tot het houden van zijn rede.
Deze begon met een citaat van prof.
Slotemaker de Bruine, hetwelk hem uit
zijn college-tijd was blijgebleven. Een
Frans Christen had eens tegen deze pro
fessor gezegd: „Jullie vechten in Neder
land of je gezangen mag zingen, ja of
nee, maar bij ons in Frankrijk gaat het
om de vraag, of er een God is, ja of
nee." Deze uitdrukking wees er op, dat
wij iets bezitten wat zij misten. Wij
konden ons druk maken over bijzaken.
Dit gold destijds ook in het politieke
leven, maar thans moeten ook wij hier
in weer terugvallen op de kernvraag
en daarom is het zulk een uitnemende
gedachte om ons te bezinnen op het
recht en de noodzaak van de Chr. Po
litieke Partij. Dit zegt wel wat. Velen
zeggen, dat je uit de tijd bent, wanneer
je dat gelooft, dat hebben wij na de oor
log immers anders leren inzien. He
laas hebben wij bij de laatste verkie
zingen moeten constateren, welk een
diepe ondergrond de geest van de tijd
heeft. Velen zijn door de doorbraak
bekoord. Die verschuiving is er ook
onder ons kerkelijk meelevend volk,
omdat er lauwheid is en men niet meer
wil nadenken over de grote levensvra
gen. Dit is bedenkelijk, omdat dit een
vermateraliseren is van ons volk. Men
werpt ons toe, dat onze tijd solidariteit
nodig heeft, een Christen moet zich im
mers in de wereld begeven. In de P.v.
d.A. is er dan ook ruimte voor ieder
een. Uitvoerig staat spreker stil bij de
redenen, welke men aan voert om te
bewijzen, dat de antithese-gedachte
heeft afgedaan en hoe men het euvel
van de verzuiling aan de kaak tracht
te stellen. Het is een periode, waarin
men zoekt naar eenheid- de synthese,
daarom heeft ook de P.v.d.A. de klasse-
strijd uit haar beginselprogram ge
schrapt. Het streven van het nationalis
me wordt een streven naar een interna
tionale rechtsorde. Christen-zijn is een
andere manier van zijn, het hebben van
eeni Heer. Daarop wijst ook het herder
lijk schrijven van de Herv. Synode over
het Christen-zijn in de moderne samen
leving. Het verwerpt de Chr. Organisa
tie niet, maar de neutrale heeft veel
voor, zo zegt men. Achter deze beschou
wingswijze van de doorbraak zit de uni-
versaliteits-tendenz van de moderne
mens, het niet ernstig nemen van het
ongeloof. Het is daarom een reden van
vreugde, dat de Overheid de Kerk al
tijd nog ziet als een bijzonder lichaam,
niet alleen burgerlijk, maar ook gees
telijk.
Spr. behandelt hierna enkele facetten
van de Barthiaanse verkiezingsleer en
zet hier tegenover de scherpe belichting
van de antithese door het boek der
Openbaringen. Wanneer er verband is
tussen belijden en beleven, is er ook
verband tussen niet-belijden en bele
ven, en dan komt de botsing. Inderdaad
is de situatie in de wereld veranderd,
maar de vaste lijnen zijn gebleven, want
het gebod Gods is niet voor een ogen
blik. Als wij niet mee willen doen aan
de devaluatie van het menselijk den
ken, is er juist nu reden om ons te be
zinnen op liet recht en de noodzaak van
de Chr. Politieke Partij.
Beginselen regeren de wereld, ook in
onze tijd. De sociale gerechtigheid is
niet los te denken van het Evangelie,
maar er juist in geworteld. Niet alleen
de privé-Christen moet leven uit zijn
geloof, maar ook gezamenlijk. De Chr.
Partij is hiertoe de plaats, waar wij ons
samen bezinnen op deze vraagstukken
om zo de wereld in te gaan en dan so
lidair te zijn. Ons Christen-zijn pogen
uit te dragen. Groen van Prinsterer
sprak het reeds uit: „Onpartijdig kan
alleen die zijn, die partij gekozen heeft"
In de wereld staan is niet ongevaar
lijk, men moet hiertoe sterk in de
schoenen staan, want wij zijn niet im-
muum voor de invloed van onze tijd.
Het is het recht van de Christen om
zich Christelijk te organiseren, opdat wij
ook de politieke vraagstukken in het
licht van Gods Woord zullen zien. Wij
moeten ons bezinnen om iets van de
oude geestdrift terug te krijgen. Uit het
geloof moeten wij onze levenshouding
vinden om te staan in de schaduw van
Hem, die onze Zaligmaker wil zijn. Ook
op politiek terrein is het vóór of te
gen Hem.
Na het zingen van twee coupletten
van het Wilhelmus wordt deze leerza
me avond door ds. Klüsener met dank
gebed gesloten.
VAN ONZE ADVERTEERDERS
Een der oudste en meest bekende fir
ma's op confectiegebied op ons eiland,
n.l. fa. Buijsse te Middelharnis, organi
seert op donderdag 4 april a.s. een voor
ieder toegankelijke voorjaars-raode-show
in Hotel Meijer te Middelharnis.
Deze eerste mode-show, die door deze
firma gebracht wordt, zal U aantonen
dat goed en modern gekleed gaan, niet
altijd duur behoeft te zijn.
Getoond zullen worden o.a. de nieuwe
modellen: Mantelcostuums, Swaggers,
Regenmantels, Japonnen, Mantels, Rok
ken, Blouses enz. alles in de nieuwste
stoffen. Eekend Is dat, wat deze firma
brengt, steeds van prima kwaliteit en Ie
klas pasvorm is.
Wij raden U een bezoek aan deze mo
de-show ten zeerste aan.
Zie voor nadere mededelingen de ad
vertentie elders in dit blad.
ETXENSE VEEMARKT
Op de veemarkt van woensdag 27
maart 1957 werden aangevoerd 315
stuks, waarvan 248 runderen en 66 big
gen.
De runderen werden bij zeer ruime
aanvoer vlug verhandeld, de prijzen hoog
In biggen ruimer aanbod, levendige
handel en de prijzen vrijwel onveranderd
Het slachtvee werd vlugger verhandeld.
De belangstelling was 2eer groot.
kalf koeien 725—1050; kalf vaarzen 700
950; guste koeien 575825; pinken
450550; graskalveren 230350; paar
den 700—900; biggen 40—50; lopers 55
80; vette koeien 2.503.per kg ge
slacht.