EiüvrfDEn-niEuii/s Gemeenteraad Herkingen luk Bertus Laanveld Ds. A. Trapman van op bezoek bij Stad a.'tHaringvliet e Waldenzen Bund op d ij deze m 2de blad Vrijdag 25 januari 1957 No. 2567 thans ook fotohandel Ontloop die pijn van brandend maagzuur. Neem Renuies! Kinder hoekj e N.V. Slavenburg's Bank Vervolgd maar niet verslagen ri 1957, e Dirk. Water. eer van "eid van aats ge. D perso. Middel. enoemde gladheiij "ant het 'aakt en van de en on. echt ge. ongeluk -eet dus r Waar- e. heer, seweyer trainer ïiij de eest. eijer te olitle te deze er Ook de am later een in- rd zeer erstebo- ie Smal en vond die met ten kon tmatige ing van echter toffelük rksland- omst. de heer oer La- s mevr. ngvliet) 'e twee e Voor- "oed. een le- wat de Deszö an deze en kop- op ons actief kringen h bij de woon- nstelijk den. Hij 'ge kin- de om- eeg ge- ijkspo- rlngend erst bij zich zo an het 'Iharnis hilders, n don- peul per hl, t 90 et per maak- ep van 25 kg 40 Cf. n voor -ft be te leg- ten be iervoor egeven -n! Za- omsma n over eelden. nen 50 ris en eurd. inlei- en van de een -n op- wat -e in" De leeftydsopbouw De groep bejaarden neemt toe De statis tiek en de „queque de Paris". In de nieuwsverzorging, dus in het itrantenbedrijf, moet een mens beslagen ten ijs komen. Dat behoort dus ook zo voor een kijkvenster. Dan gaan wij maar niet af op wat deze of gene wist te ver tellen; neen, de papieren op tafel! De documenten! Aan deze billijke eis van het vak moet voldaan worden. Daarom houd ik mij maar graag aan de officiële cijfers die ik bij het Centraal Bureau v. d. Stat. bestel en ontvang op conditie, dat ik steeds als die cijfers worden gebruikt, vermelden zal dat ik ze daér gehaald heb! Laat mij nu daarmede doende zijn en de „queque de Paris" tegen komen! De „keu de Paris", maar 't heeft met een jjeu een varkentje niets te maken. Dat zit z6. Alle gegevens uit heel het land worden verzameld en gerangschikt. Er ontstaan dus hele cijferreeksen. Elk jaar komt er weer een regeltje cijfers t)ij en natuurlijk ook af en toe en heel nieuwe tabel of rubriek. Maar men kan van het verloop van gelijkwaardige fei ten of verschijnselen behalve cijferreek sen ook tekeningen geven, grafieken heten deze, waarin men door poppetjes autootjes, kruisjes of wat dan ook, een beeld geeft van aantallen en dat dan weer in bepaalde tijdreeksen verdeelt. Ook kan men in die grafieke voorstel ling met lijnen werken, die oplopen of dalen, al naar de cijfers eisen. Daarbo ven zijn er nog kleurverschillen te ge bruiken, zodat er velerlei middel is om iets uit te beelden. Worden de mensen tegenwoordig oud Zeker, dat is niet tegen te spreken. Het begin dezer eeuw bracht ons sterk het besef bij dat er naar de jeugd moest wor den omgezien; de kinderbescherming nam een hoge vlucht. [Intussen is men nu tot het inzicht gekomen, dat wij de oudere mensen, die him levenstaak ach ter zich hebben dan óók niet uit het oog verliezen mogen. Men maakt studie van hen en hun noden, men noemt dat de „geriatrie" of studie van de ouder dom. Daar is veel van te zeggen, een aangelegenheid van wijde strekking, waarop we nu niet ingaan. Alleen zij vermeld dat er in ons land in 1955 waren 912 duizend 498 personen van 65 jaar en ouder. Dat aantal neemt nog steeds toe. Het zal spoedig 10 procent van de totale bevolking uitmaken. Thans is het reeds 8.43%. Er zijn daarnaast 54% van het totaal aantal inwoners van ons land met een leeftijd, variërend van 20 tot 64 jaar. Deze 54%, even meer dan de helft van alle inwoners dus, is de werkende groep, die de middelen moet opbrengen voor het jeugdig geslacht en voor de bejaar den. Dit zo maar even tussen haakjes opgemerkt. Daar zit nog een mooi stukje copie voor de krant in, maar ditmaal nog niet. Hoe oud worden de mensen in Neder land, dooreengenomen Antwoord: mannen 30.8 jaar, vrouwen 31.9 jaar. Vrouwen worden iets ouder dan mannen. Hierop kunnen de arbeids- ongelukken wel grote invloed hebben. Ruim 31 jaren; dat is de gemiddelde Ontwikkelen en afdrukken van rolfilms- kleinbeeldfilms enz. AUe soorten films steeds voorradig. Gaarne z^jn we bereid van advies te dienen. N.B. Wij maken U er op attent dat wij Vanaf heden geen enkele verantwoording op ons nemen van fotowerk dat door de fa. Saers is afgeleverd. VERVOLGVERHAAL DE VEOFW VAN door HERMAN NOORMAN (7) Ze komt eens kijken hoor. En dan zal ze telefoneren naar huis of naar de boer heeft Sevenster telefoon? Ja, prachtig om de afloop mee te delen. Dat is leuk, zeg. Maar nu moet ze nodig weer weg. Ze zit haar tijd wat te ver praten. „Waarom doe je dat dan bij ons?" vraagt Piet, minder beleefd dan open hartig En dan lacht Sjouk, dat ze schatert. Omdat ze het leuk vindt natuurlijk. De Vader en broer van Bertus toch? Bertus is anders dan zij, dat merkt ze wel. Sjouk kan dat niet preciseren. Bertus is anders, vlotter en zo, hè? Maar deze twee zijn ook leuk. Lachend springt ze op de fiets, zeggend tot Piet: „Tot don derdag. Ik ben benieuwd, hoe jij het er af brengt". „Die komt «latuurlijk niet", zegt Jelle, het meisje naogend. En Piet is van de zelfde mening. Wat kan het Sjoukje nu schelen, of hij er in loot of niet. Hij vergist zich. Want als hij die donderdag voor Musis Sacrum staat, Wat onwennig van de drukte, er zijn tal- leeftijd in ons land. De mensen leven wat langer dan vroeger, de zuigelingen sterfte is zeer gedaald weet gij nog, oudere lezers, hoeveel graf jes er vroeger gegraven werden? en het levenspeil van de mensen is ook hoger geworden, dat alles mag niet buiten onze beschou wing blijven. In 1829 was de gem. leeftijd 27.2 jaar; in 1889 27.6; in 1909 27.6; in 1920 28.3; in 1939 30.4; en over 1952 tot 1955 loopt hij op van 31; 31.2; 31.3 tot 31.4. Die cijfers verschillen niet veel op 't oog, maar geven toch een verlenging van bijna 13% aan over een eeuw. Dit beloop wordt voorgesteld op een gekleurde kaart, waarop voor elk tijd vak een weg is getekend, waarop een man en vrouw lopen. De vrouw loopt voorop, ze wordt immers iets ouder dan de man, zo wij zagen. Links en rechts staan nog cijfer aanduidingen. Op de bovenste voorstelling tref ik nu die queque de Paris" aan. 't Gaat daar over 1850 tot 1859; de mevrouw loopt voorop en heeft een achterlijf dat aan een bij doet denken. Dat was, ver telde moeder een damesrok, die van bin nen op de lenden van een tamelijk dik kussen voorzien was. Dat kussentje was dan de „queue". Men vond dat mooi. Alsof de maag uit Uw lichaam brandt, zo'n pijn veroorzaakt overtollig ma.ag- zuur. De remedie is eenvoudig en af doende: Rennies. Die helpen dadelijk. Gewoon, zonder water of wat ook, op de tong laten smelten, 't Kan niet missen, de brand is gedoofd! Eet onbevreesd waar U trek in hebt, maar steeds Rennies bij de hand! Ofschoon de waarnemer er in 1859 nog niet was, weet ik toch zeer goed dat moeder nog in 1900 zelf in haar japon een kussentje droeg, niet groot, zoals vóór 75 jaar, maar 't was er dan toch. Moest ik mee de stad in dan zag ik de verkleedpartij, de queue de Paris in klein formaat. En de rok had een lange sleep, die met de hand moest opgehou den, maar ook vaak vorstelijk over de straat medesleepte. Dat was nu ook weer zoiets, maar in elk geval was het lichaam niet zo van kleding ontbloot als bij onze tegenwoordige vrouwen en meisjes. Ook droegen zij toen geen he renpantalon. Het was trouwens bij poli tieverordening verboden zich te kleden in de dracht van de andere sekse dan waartoe men behoorde. Zonder nu het verleden zo romantisch te kleuren als de mens wel geneigd is te doen, waren er toch veel kostelijke dingen aan te wijzen, die wij nu missen. Waarnemer. De gemeenteraad van Herkingen kwam op vrijdag 18 januari in openbare zit ting bijeen. De voorzitter opende de vergadering met gebed en heette alle aanwezige raadsleden hartelijk welkom voor de eerste maal in het nieuwe jaar^ Spreker wenste hun alle goeds toe voor hun per soon en gezin en bovenal voor het werk t.b.v. de gemeente. Indien vrij de blik vooruitwerpen, al dus spr, dan zal de raad niet geroepen worden om tot grote werken te besluiten daar het zich laat aanzien dat geen grote investeringen kunnen worden ge daan en dat de werkzaamheden be perkt zullen blijven tot het voorzien in allerlei noodzakelijke kleine dingen Het is te bejammeren dat voorlopig de bouw van een lokaal aan de kleuter school, de bouw van een verenigingsge bouw en een verdere sanering van het dorp zullen moeten worden opgeschort. Gelukkig strekt het verbod tot het doen van investeringen zich niet uit over woningbouw en de voorbereidende plannen daartoe o.a. wegenaanleg. Door de ministers zal er ernstig naar worden gestreefd om gelden beschikbaar te stellen voor woningbouw. In dit ver band deelt spreker mede, dat b en w in middels de bouw van de 7 woningwet woningen hebben gegund. De eerste termijnen zullen uit kasgeld worden gefinancierd, terwijl daarna ho pelijk een kasgeldlening zal kunnen wor den gesloten. Tenslotte wijst spr. er op, dat wij vol komen afhankelijk zijn van Hem die ons bestuurt en spr. hoopt dat de eerste wethouder weer gezond mag terugkeren. Wethouder de Geus dankt de voorz. namens de raad voor de door hem ge sproken woorden en wenst hen Gods onmisbare zegen toe en hoopt dat deze hem kracht en lust zal schenken om de nodige werkzaamheden te verrichten. Hierna volgde vaststelling van de no tulen van de vergadering van 28 dec. '56 Dhr. van der Wende wenst de notulen aangevuld te zien, dat bij de behande ling van Mdst. ni door hem is gezegd dat hij liever het geld besteed zag aan andere zaken t.b.v. de brandweer, waar in alle leden kunnen deelnemen. Aldus wordt besloten. De notulen werden aldus gewijzigd vastgesteld. Ingekomen stukken De navolgende stukken werden voor kennisgeving aangenomen: 1. Goedkeuring van de 27e wijziging van de begroting voor het dienstjaar '53; 2. Schrijven van de Min. van Binnel. Zaken van 13 en 14 dec. 1956 inzake de voorzieningen betreffende de bezoldiging van het gemeentepersoneel per 1 jan. '57 3. Schrijven van Ged. Staten der prov. Zuid-Holland van 7 jan. 1957 inzake de salarisvoorzieningen per 1 jan. 1957 voor secretarissen en ontvangers. 4. Een schrijven van hetzelfde college van 27 dec. 1956 inzake toepassing van art. 246 der gemeentewet; 5. Schrijven van de Min. van- Binneiü. Zaken houdende mededeling van de ko ninklijke goedkeuring van de verorde ning op de heffing en invordering van begraaf rechten. 6. Schrijven van Ged. Staten der prov. Zuid-Holland d.d. 27 dec. 1956, waarbij de beslissing op het raadsbesluit tot het oprichten van een stichting Adoptie Herkirigen 53 wordt verdaagd. Vervolgens werd overgegaan tot be noeming van een lid der commissie tot wering van schoolverzuim, in de vaka- ture van de heer M. Visser die per 1 januari 1957 aan de beurt is voor pe riodieke aftreding. Na gehouden schrif telijke stemming blijkt dat de heer Vis ser m.a.s. is herbenoemd. De voorzitter deelt mede, dat door de Rijkspostspaarbank op ons verzoek de aanbieding is gedaan, om de op 1 febr. a.s. aflopende kasgeldlening groot 100.000.met drie maanden te verlen gen tegen een rente van 5% per jaar. M.a.s. werd besloten deze aanbieding te aanvaarden. Van de heer P. Murre, onderwijzer aan de school op gerefgrondslag is een verzoek ontvangen om in aanmerkig te Beste jongens en meisjes! Het is voor deze week weer al het laatste raadsel van de maand, want als de krant weer verschijnt, zal het reeds februari zijn. Hier hebben jullie dan JANUABI-RAADSEL 4 Er worden 13 woorden gevraagd uit de vaderlandse geschiedenis. De begin letters van deze woorden vormen een bij naam van Frederik Hendrik. 1 Hoe wordt met één woord aangeduid de 1ste en 2e Kamer? 2 Beroemde admiraal, die o.a. streed bij Duins 3 Koningin van Engeland? 4 Een zoon van Alva? 5 en Hoorne werden in 1568 te Brus sel onthoofd? 6 De Noormannen kwamen uit Dene marken en. 7 Wie bezette ons land van 1940-1945? VOORSTRAAT 9 SOMMELSDWK TELEF. 21»>' Alip Bank- en Elffectenzaken Rnt»- en Zaken-deviezen mogen komen voor vergoeding ing. het verplaatsingskostenbesluit i.v.m. zijn verhuizing van Meliskerke naar Herkin gen tot een totaal bedrag van 542.22. De voorz. deelde mede dat de rekeningen in orde zijn bevonden en stelt voor dit bedrag op de begroting uit te trekken. Z.h.s. werd aldus besloten. Namens b en w deelde de voorz. mede dat door P. van Zielst is verz^ocht een perceeltje grond te mogen huren groot ong. 40 roeden, gelegen op het land, dat de gemeente gekocht heeft van de wed. J. V. Es-Kastelein. Verzoeker heeft deze grond reeds jaren in gebruik en i.v.m. het feit dat voorlopig met de werkzaam heden voor het maken van de verbin dingsweg Molendijk-Scharloodijk nog niet zal worden begonnen, stellen b en w voor dit verzoek in te willigen en een prijs te berekenen van 0.60 per roede. In het besluit zal de voorwaarde worden opgenomen dat op eerste aanzegging zonder aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding de grond tep beschik king van de gemeente moet worden ge steld. M.a.s. wordt aldus besloten. Voor de rondvraag bestond geen be langstelling. Hierna sloot Se voorzitter de vergade ring. 8 Een bekend engels zendeling in ons land; werd bisschop van Utrecht? 9 Een dochter van koningin Juliana 10 In 1600 werd door Maurits gestreden bij...? 11 Prinses Wilhelmina, de vrouw van Willem V, werd door Patriotten te gen gehouden bij...? 12 Willem IH was stadhouder in Neder land en koning van...? 13 Opvolger van de landvoogd Alva Dit raadsel werd ingezonden door Hans Kamerling, Middelliamis. Correspondentie Jaantje v. d. S. Herltingen. Jij bent dan nogal aan het reizen geweest, hoor! Kon je de dominee goed verstaan in die grote kerk? Die is groter dan op H., nietwaar? Leuk, dat de meester bij jul lie ook nog kwam kijken. Het was he lemaal niet vreemd, is 't wel? Sjaak van D. Zoetermeer. Nu is moe ders verjaardag weer al een poosje voor bij. Nog hartelijk gefeliciteerd. Was het gezellig? Zijn er ook familieleden uit Zeeland geweest? Zachtjesaan ga je schrijven zoals Lenie: mooi lopend schrift! Maar nog een beetje oefenen. Jannie de V. Nieuwerkerk. Je moet nu maar een oom hebben, die vrachtrijder is; dan kom je nog eens ergens. Dat was tenminste een mooie reis. ttn een vreemde kerk is het wel aardig om te zijn. Vind je ook niet? Vanaf Dordrecht is de reis ook nog niet zo eenvoudig, hè? Als je op een eiland woont, is het reizen meestal bezwaarlijk. Sjaan van L. Dirksland. Een best rap port, Sjaari! Zorg, dat je het zo houdt! Die ene zes, daar kun je niets aan doen. Ongeveer op die tijd was ik ook op bed, maar de straat ben ik niet meer op ge weest. Er is goed om je verjaardag ge dacht. Han van Ii. N.-Tonge. Je rapport is heel mooi en de meester is niet ver keerd geweest met het cijfer voor schrij ven. Je verdient in je brief niet mer dan op het rapport staat vermeld. Je zal ze ker op school heel goed je best hebben gedaan. Dat cijfer moet zeker verhoogd Proberen, Han! EUie van D. Zoptermeer. Ik verwacht eigenlijk niet anders dan dat je rapport mooi was. Dat bemerk ik al gauw uit het raadselwerk. Nu wordt het oppas sen met Adriaan, want nu gaan die ke reltjes overal aanzitten. Maar je moeder weet wel wat ze doet: de box is er goed voor. Wim van D. Oud-Beijerland. Allemaal mooie dingen schrijf je, maar het aller mooiste is toch wel... ja, zeg het eens! Moet ik eens raden? De kleine EUa! En ik geloof wel, dat ik het geraden heb. En wat volgt dan Koos van II. N.-Tonge. Dat was dns een bizondere kerk! Een gebouw met veel herinneringen. Daar kom je zo maar niet in. Was je al eens in D. ge weest? De laatste weken ben ik er twee keren kort op elkaar geweest. Die boe ken zal je al uitgelezen hebben, niet? Hoe het komt, dat je brief de vorige keer is vergeten, kan ik niet zeggen. Ria de W. Middelliarnis. Ben jij ook al mogen opblijven? Was je de volgende dag dan niet slaperig? Vind je het fijn dat de dagen weer langer worden? Dan ben je net als ik. Er is voor mij niets mooiers dan de zomer, hoor! Straks gaan we de lenteboden weer al zien! Fijn, hè? Fault je V. Huizen, Als je zo reist en trekt, kan er van de raadsels niets ko men; dat snap ik heel goed. Dat wó.s wat zeg: alleen van S.! Wat hebben de kinderen toch prachtige rapporten! Ook dat van jou mag er zijn, hoor! Bram H. Ouddorp, Die vakantie had je wel nodig. Nu is het weer werken; de avonden zijn weer erg besomd. Nu waardeer je het gezellige weer thuis. Maar je weet dat er geleerd moet wor den. Nog enkele jaartjes proberen vol te houden. Maartje H. Ouddorp. Wat ben jij goed af, zeg, met die nieuwe fiets! Ik ben wel een beetje jaloers op je, Maartje! Zal je er goed op passen? Ik denk dat je moeder wel zou willen dat je vakan tie maar voortduurde. Die tijd komt wel, zullen we hopen. Jaap N. Middelharnis. Ik vind je rap port toch ook nog goed; die vijf voor schrijven kan zo worden verholpen: elke dag een kwartiertje oefenen! Verstand heb je er niet voor nodig. Het cijfer voor geschiedenis is prima. Èen tien voor geschiedenis heb ik nog nooit van mijn leven gehad. Itie B. Dirli;sland. Voor Itie, Moeilijk kan ik achter blijven om in 't poesieboek te schrijven; al is 't niet met eigen hand, slechts een knipsel uit de krant, toch is 't echt van Ome Ko, die geeft raadsels met cadeau. 't Prijsje wachtte wel eens lang, en dan werd j' een beetje bang... maar dan stond er (is 't wel waar?) Itie B. is prijsvrinnaar! Januari 1957 Oom Ko Oorrie N. Hartelijk welkom! Volgende week spreek ik je nog wel. Allemaal de hartelijke groeten van Oom Ko. P.S. Inzenden! Inzenden! Ds. A. Trapman te Stad aan 't Haringvliet heeft het vorig jaar een bezoek gebracht aan Palermo op Sicilië. Op een zondagmorgen woon de hij hier een dienst bij in het aar dige kerkje van de Waldenzen en 's middags bezichtigde hij de school die bij deze kerk is gebouwd. Hij werd rondgeleid door een paar on derwijzeressen en enkele andere enr- thousiaste leden van deze Walden- zengemeente. In het Centraal Weekblad der Geref. kerken vertelt ds. Trapman iets van hetgeen hü zag en hoorde. Tot de christenen die van de twaaUde tot de zventiende eeuw zeer van geloofs vervolging te lijden hebben gehad beho ren zeker de Waldenzen. Reeds lang vóór de reformatie verkondigden dezen de voornaamste hoofdwaarheden van het evangelie en gingen zo in tegen de meest essentiële grondslag van de rooms katholieke leer. Verschillende kruistoch ten zijn er tegen hen georganiseerd door de pausen, en bij duizenden zijn deze dappere belijders afgeslacht. In een kruistocht van Innocentius Hl waren er alleen al ongeveer 100.000 slachtoffers. Maar nooit heeft men deze kerk kunnen vernietigen en zo is deze er vandaag de dag nog. Wie in Italië is ge weest heeft dat kunnen merken. Nage noeg alle grote steden hebben kerken van de Waldenzen. De grootste staan in Turijn, Milaan en Rome.' Verder vindt men ze in Venetië, Florence, Napels en nog veel meer plaatsen, ook op Sicilië. Maar in een rooms-katholiek land als Italië moet men uiteraard niét verwach ten dat deze kerken het gemakelijk hebben; ze zijn natuurlijk een doorn in het oog van iedere roomse. Maar het kleine groepje Waldenzen ontplooit niettemin een geweldige acti viteit. Allen zetten eensgezind de schou ders onder het werk, gedrongen door het eenvoudige geloof in de Heere Jezus en uit liefde tot de naaste. Ze vrillen steeds getrouw blijven aan hun oude kerksymbool: een gouden kandelaar op een lichtblauw veld, omringd door zeven sterren met het onderschrift ,,Lux lucet in tenebris", het licht schijnt in de duis ternis. Er is veel duisternis in hel zonnige Italië, ook al staat op bijna elke hoek van de straat een kapel of een grote kerk. De Waldenzen hebben vooral het grote belang ingezien van het protes- tants-christelijke onderwijs, en scholen gebouwd. In Palermo hebben wij zo'n school be zocht. Ik wilde wel dat U er ook even een kijkje had kunnen nemen, dan zoudt U, evenals ik, sprakeloos hebben gestaan De nieuwste banken waren vijftig jaar oud. Leermiddelen waren er niet: een enkele oude landkaart, maar daar hield het dan ook mee op. Hoe hier nog goed onderwijs gegeven kon worden was ons een raadsel. Maar toen de situatie werd uitgelegd, begrepen we wat we eigenlijk al hadden vermoed. Deze lagere school in Palermo is één van de drie, die men nog bezit (één in Napels en twee op Sicilië) Vroeger be- Een klasje van de Waldenzenschool in Palermo op Sicilië. Op het ogenblik zijn de salarissen van het onderwijzend per soneel in ons land in discussie. Maar wat te denken van het salaris van nauwelijks 100.per maand, dat de onderwijzeres op deze foto verdient? En dat in het dure Italië! (Cliché welvrillend afgestaan door de re dactie van het Centraal Weekblad der Geref. kerken). zaten de Waldenzen meer scholen, maar ze hebben ze moeten sluiteii wegens geldgebrek. Dit onderwijs ontvangt na tuurlijk geen subsidie van de overheid, integendeel de autoriteiten werken het juist tegen zoveel ze kunnen. De Wal denzen moeten alles uit eigen middelen bekostigen; ze weten dan ook heus wel wat offeren is. Hun getal is klein, ongeveer 30.000 en onder hen zyn niet vele ryken en niet vele edelen, maar ze weten dan toch maar een lyceum in Torre Pelice en een theologische school in Rome te onder houden, met daarnaast nog weeshuizen, inrichtingen voor debielen, tehuizen voor ouden van dagen en ziekenhuizen .En last but not least bedrijven ze dan ooU nog zending in Madagascar, China en Zuid-Afrika. Ook wordt Veel aan sociaal werk gedaan, vooral in het arme Cala- brië, waarom ze door de rooms-katho- lieke geestelijkheid voor conununisten worden uitgescholden. In de bergen ligt hun dorp Agapé (broederliefde), dat gebouwd werd.door jeugdige vrijwilligers uit 32 landen, de trots van alle Waldenzen, waar ze hun studiecoferenties houden, waar de jon geren elkaar in de zomermaanden ont moeten en waar ook de synodes worden gehouden. Als je dit aUemaal hoort, word je toch even stil van zoveel levend geloof en ook dankbaar voor wat vrij hier in Ne derland bezitten. Laten wij zuinig zijn op ons kostbaar bezit en ook eens denken aan hen die zo'n bezit moeten missen, zoals de Wal denzen. En zij die in dezen een roeping tot hulp en steun gevoelen zullen in Italië veel dakbaarheid oogsten. Ook onze vaderen hebben deze roeping ver staan in de tijd van Willem III door toen terwijl ons eigen land zelf in grote nood verkeerde, de Waldenzen ook krachtig te helpen. De Waldenzen hadden toen juist hun Waldenzenpasen achter de rug, dat we kunnen vergelijken met de Bar- tholomeusnacht in Parijs. Zij die het voorbeeld van onze vade ren willen volgen met financiële steun voor het christelijk onderwijs in Italië kunnen hun bijdrage storten op girore kening 65.70.44 t.n.v. ds. A. Trapman, Stad aan 't Haringvliet Op het „bij"- strookje vermelden: „voor de Walden- zen-scholen". loze jongens bij, die spektakel maken, een weinig brooddronken, voelt hij zich opeens aan de mouw trekken. En zo waar: daar staat Sjoukje Demaire met nog een meisje van haar klas. „Moet je gauw naar binnen?" Direct", zegt Piet, verlegen nu. Er zijn een paar jongens, die beginnen te grinniken. „Is dat je lief?" vraagt er een. Piet is niet'zo bij de hand om een antwoord te geven en Sjouk vril het niet Die draait de vent haar rug toe. Haar schoolvriendin is echter niet op haar mondje gevallen en bitst: „Dat gaat jou niets aan! Zij kan trouwens beter met hèm verloofd zijn dan met jou, verbeeld je niks". Dan gaat er een daverend ge lach op, dat plots ophoudt, want de bre de deuren gaan open en de stroom wordt binnengelaten. Het duurt wel een half uur eer Piet naar buiten komt. Zijn gelaat staat niet opgewekt, wat geen wonder is. Hij toont Sjouk 't nummer, dat hij trok: nummer één! Lager kan het al niet. Hij is er dus bij! „Jammer voor je", zegt Sjouk, mede lijdend. ,,Och ja, je kunt er niets aan doen, hè, berust Piet. Het verschil tussen Bertus en hem valt Sjouk weer direct op. Bertus zou een kwinkslag hebben en het geval licht opnemen. Piet is veel zwaartillender. „Ik zal naar Sevenster telefoneren, hoor", belooft Sjouk, als zij afscheid van de loteling neemt. ,,Dan weet je va der het heel gauw van de boer. En naar huis zal ik ook bellen. Bertus is ook be nieuwd..." „Hallo, wat heb je getrokken, jo? Een niet of een goeie?" Laat Bertus daar nu van de fiets stappen! Nummer één? Wel gefeliciteerd, hoor. Dat meen ik. Het kan geen kwaad soldaat te zijn". „Wacht maar, als' jij er voor staat", plaagt Sjouk. „Mij een zorg, zeg. Kom je ook weer door. Wat ga je doen. Piet?" „Naar huis", zegt die, heel gewoon. „Natuurlijk. Maar eerst toch zeker wat gebruiken, niet? Gaan jullie mee?" Dit tot de meisjes, die toestemmen. En dan volgt Piet het drietal in een restau rant, waar koffie met gebak genuttigd wordt. Het is niet een lunchroom in een of andere achterstraat, maar een restau rant, waar de gerokte kellners het vele publiek vlug en vaardig bedienen, een vrij dure gelegenheid allicht. Piet be denkt opeens, dat dit toch betaald moet worden en hij heeft zo goed als geen geld op zak. Dat heeft hij nooit. Hij heeft geen behoeften. Moeder kan het geld veel te goed gebruiken. Bertus is zeker meermalen in derge lijke gelegenheden geweest. Hij doet althans in het geheel niet verlegen en praat er druk op los, vrijwel alleen tot Sjouk het woord richtend. Op een gunstig ogenblik ziet Piet toch kans, Bertus er van te verwittigen dat hij geen geld heeft wat met z'n broer toch ook wel 't geval zal zijn. Maar Ber tus glimlacht en maakt een gebaar van: dat komt in orde. Hij bestelt nogmaals koffie. En de gebakschaal gaat weer rond. Al zij opstappen, betaalt Bertus de ober, met een flinke fooi er bij. Piet snapt er niets van. De meisjes verdwijnen, terwijl de beide broers op de fiets stappen, om naar het dorp terug te gaan. „'t Is wel jammer voor moeder", zegt Piet, „dat ik er ingeloot ben. Dat is elke zaterdag idem zoveel minder". „'k Heb er al met moeder over ge sproken", antwoordt Bertus. ,,Ik geef wat meer, al is het niet helemaal zoveel als jij inbrengt". ,,Ga je dan méér verdienen? Je zit nogal bij kas, geloof ik. In dat café stond ik angsten uit. Die meisjes beta len natuiu-lijk niet..." Vanzelf niet", zegt Bertus, „wij had den ze immers uitgenodigd? Eigenlijk ik alleen. Daarom heb ik ook betaald. Zeg, vind jij Sjouk niet een aar dig meisje?" Dat moet Piet beamen. Hij heeft nog nooit serieus aan een meisje gedacht, maar hij moet erkennen, dat er minder zijn dan Sjoukje „We kunnen best met elkaar opschie ten", pocht Bertus. Maar als Piet er niet verder op ingaat, wat Bertus eigen lijk wel gewild heeft, zwijgt hij ook over het meisje. Verdien je meer?" vraagt Piet op nieuw. Het is en blijft een raadsel, dat Bertus daar zo eens eventjes een kleine twee gulden betaalde in het café. „Vorige maand heb ik opslag gekre gen, flink ook", zegt Bertus. ,,Maar ver tel het thuis niet. Je mag ook wel eens wat voor jezelf hebben. Ik betaal moe der genoeg en als jij weg bent geef ik méér". „Je moet alles geven, wat je verdient" meent Piet. „Moeder geeft dan wel zak geld". „Ja, ja, maar mij niet genoeg. Ik ga 's zaterdagsavonds wel eens naar Am- hem of Wageningen en dan wil ik geld hebben, snap je?" Zo, zo, is het 'em dat! Ze vristen thuis niet, waar Bertus dan zat. Hij was toch niet meer in de zaak en kwam vrij laat thuis. O, dus in Arnhem. „Mogen vader en moeder dat niet we ten?" vraagt hij. „Welja, waarom niet?" doet Bertus onverschillig. „Maar wat niet weet, niet deert, hè? Dan zeggen ze er van alles van en er is niets van waar. We mogen toch zeker wel wat hebben, zou ik zeg gen". „Je moet niet in cafe's lopen en zo", zegt Piet. „Dat is niets voor ons soort mensen". ,,Ach wat, ons soort mensen! Zijn wij minder dan anderen soms? Ik dank je feestelijk, hoor. Ik zal wel zien, me door het leven te slaan. In de handel is wel geld te verdienen. Als ik een jaar of twintig ben, begin ik voor mijzelf, hier of ergens anders. Geld krijg ik wel te pakken. En dan kunnen jullie je hele leven ploeteren zonder behoorlijk te ver dienen. Het blijft armoe tot je dood toe. Wat heb je aan zo'n leven Ik ben Keus niet van plan, me dood te kniezen". „Je praat net als Lemaire, zou vader zeggen", meent Piet, die met verbazing luistert. Nog nooit heeft Bertus zich zo tegenover hem uitgelaten. „Och vader meent het niet kwaad, maar die is van de oude stempel. Het jonge geslacht vraagt iets anders". „Is het wat beters?" vraagt Piet, langs zijn neus weg. „Je kunt toch niet zonder God door de wereld gaan?" „Zèg ik dat dan? Als je maar even anders praat dan gewoon, dan ben je een heiden en een spotter. Denk je soms, dat er onder de andere mensen ook geen goeie zijn? Lemaire is een beste vent. En Sjoukje is dat niet een aardig meisje?" „Je moet weten, waar je staat", zegt Piet kalmweg. „Dat is je thuis geleerd en op school en in de kerk. En we moe ten oppassen, dat we niet op de verkeer de wegen gaan". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1957 | | pagina 3