EiüvrfDEn-niEuii/s
Gemeenteraad Herkingen
luk
Bertus Laanveld
Ds. A. Trapman van
op bezoek bij
Stad a.'tHaringvliet
e Waldenzen
Bund
op d
ij deze
m
2de blad
Vrijdag 25 januari 1957
No. 2567
thans ook fotohandel
Ontloop die pijn
van brandend maagzuur.
Neem Renuies!
Kinder hoekj e
N.V. Slavenburg's Bank
Vervolgd maar niet verslagen
ri 1957,
e Dirk.
Water.
eer van
"eid van
aats ge.
D perso.
Middel.
enoemde
gladheiij
"ant het
'aakt en
van de
en on.
echt ge.
ongeluk
-eet dus
r Waar-
e. heer,
seweyer
trainer
ïiij de
eest.
eijer te
olitle te
deze er
Ook de
am later
een in-
rd zeer
erstebo-
ie Smal
en vond
die met
ten kon
tmatige
ing van
echter
toffelük
rksland-
omst.
de heer
oer La-
s mevr.
ngvliet)
'e twee
e Voor-
"oed.
een le-
wat de
Deszö
an deze
en kop-
op ons
actief
kringen
h bij de
woon-
nstelijk
den. Hij
'ge kin-
de om-
eeg ge-
ijkspo-
rlngend
erst bij
zich zo
an het
'Iharnis
hilders,
n don-
peul
per hl,
t 90 et
per
maak-
ep van
25 kg
40 Cf.
n voor
-ft be
te leg-
ten be
iervoor
egeven
-n! Za-
omsma
n over
eelden.
nen 50
ris en
eurd.
inlei-
en van
de een
-n op-
wat
-e in"
De leeftydsopbouw De groep
bejaarden neemt toe De statis
tiek en de „queque de Paris".
In de nieuwsverzorging, dus in het
itrantenbedrijf, moet een mens beslagen
ten ijs komen. Dat behoort dus ook zo
voor een kijkvenster. Dan gaan wij maar
niet af op wat deze of gene wist te ver
tellen; neen, de papieren op tafel! De
documenten!
Aan deze billijke eis van het vak
moet voldaan worden. Daarom houd ik
mij maar graag aan de officiële cijfers
die ik bij het Centraal Bureau v. d. Stat.
bestel en ontvang op conditie, dat ik
steeds als die cijfers worden gebruikt,
vermelden zal dat ik ze daér gehaald
heb!
Laat mij nu daarmede doende zijn en
de „queque de Paris" tegen komen! De
„keu de Paris", maar 't heeft met een
jjeu een varkentje niets te maken.
Dat zit z6. Alle gegevens uit heel het
land worden verzameld en gerangschikt.
Er ontstaan dus hele cijferreeksen. Elk
jaar komt er weer een regeltje cijfers
t)ij en natuurlijk ook af en toe en heel
nieuwe tabel of rubriek. Maar men kan
van het verloop van gelijkwaardige fei
ten of verschijnselen behalve cijferreek
sen ook tekeningen geven, grafieken
heten deze, waarin men door poppetjes
autootjes, kruisjes of wat dan ook, een
beeld geeft van aantallen en dat dan
weer in bepaalde tijdreeksen verdeelt.
Ook kan men in die grafieke voorstel
ling met lijnen werken, die oplopen of
dalen, al naar de cijfers eisen. Daarbo
ven zijn er nog kleurverschillen te ge
bruiken, zodat er velerlei middel is om
iets uit te beelden.
Worden de mensen tegenwoordig oud
Zeker, dat is niet tegen te spreken. Het
begin dezer eeuw bracht ons sterk het
besef bij dat er naar de jeugd moest wor
den omgezien; de kinderbescherming
nam een hoge vlucht. [Intussen is men
nu tot het inzicht gekomen, dat wij de
oudere mensen, die him levenstaak ach
ter zich hebben dan óók niet uit het
oog verliezen mogen. Men maakt studie
van hen en hun noden, men noemt dat
de „geriatrie" of studie van de ouder
dom. Daar is veel van te zeggen, een
aangelegenheid van wijde strekking,
waarop we nu niet ingaan. Alleen zij
vermeld dat er in ons land in 1955 waren
912 duizend 498 personen van 65 jaar
en ouder. Dat aantal neemt nog steeds
toe. Het zal spoedig 10 procent van de
totale bevolking uitmaken. Thans is het
reeds 8.43%.
Er zijn daarnaast 54% van het totaal
aantal inwoners van ons land met een
leeftijd, variërend van 20 tot 64 jaar.
Deze 54%, even meer dan de helft van
alle inwoners dus, is de werkende groep,
die de middelen moet opbrengen voor
het jeugdig geslacht en voor de bejaar
den. Dit zo maar even tussen haakjes
opgemerkt.
Daar zit nog een mooi stukje copie
voor de krant in, maar ditmaal nog niet.
Hoe oud worden de mensen in Neder
land, dooreengenomen
Antwoord: mannen 30.8 jaar, vrouwen
31.9 jaar. Vrouwen worden iets ouder
dan mannen. Hierop kunnen de arbeids-
ongelukken wel grote invloed hebben.
Ruim 31 jaren; dat is de gemiddelde
Ontwikkelen en afdrukken van rolfilms-
kleinbeeldfilms enz. AUe soorten films
steeds voorradig. Gaarne z^jn we bereid
van advies te dienen.
N.B. Wij maken U er op attent dat wij
Vanaf heden geen enkele verantwoording
op ons nemen van fotowerk dat door de
fa. Saers is afgeleverd.
VERVOLGVERHAAL
DE VEOFW VAN
door HERMAN NOORMAN
(7)
Ze komt eens kijken hoor. En dan zal
ze telefoneren naar huis of naar de
boer heeft Sevenster telefoon? Ja,
prachtig om de afloop mee te delen.
Dat is leuk, zeg. Maar nu moet ze nodig
weer weg. Ze zit haar tijd wat te ver
praten.
„Waarom doe je dat dan bij ons?"
vraagt Piet, minder beleefd dan open
hartig
En dan lacht Sjouk, dat ze schatert.
Omdat ze het leuk vindt natuurlijk. De
Vader en broer van Bertus toch? Bertus
is anders dan zij, dat merkt ze wel.
Sjouk kan dat niet preciseren. Bertus
is anders, vlotter en zo, hè? Maar deze
twee zijn ook leuk. Lachend springt ze
op de fiets, zeggend tot Piet: „Tot don
derdag. Ik ben benieuwd, hoe jij het er
af brengt".
„Die komt «latuurlijk niet", zegt Jelle,
het meisje naogend. En Piet is van de
zelfde mening. Wat kan het Sjoukje nu
schelen, of hij er in loot of niet.
Hij vergist zich. Want als hij die
donderdag voor Musis Sacrum staat,
Wat onwennig van de drukte, er zijn tal-
leeftijd in ons land. De mensen leven
wat langer dan vroeger, de zuigelingen
sterfte is zeer gedaald weet gij nog,
oudere lezers, hoeveel graf jes er vroeger
gegraven werden? en het levenspeil
van de mensen is ook hoger geworden,
dat alles mag niet buiten onze beschou
wing blijven.
In 1829 was de gem. leeftijd 27.2 jaar;
in 1889 27.6; in 1909 27.6; in 1920 28.3;
in 1939 30.4; en over 1952 tot 1955
loopt hij op van 31; 31.2; 31.3 tot 31.4.
Die cijfers verschillen niet veel op 't
oog, maar geven toch een verlenging
van bijna 13% aan over een eeuw.
Dit beloop wordt voorgesteld op een
gekleurde kaart, waarop voor elk tijd
vak een weg is getekend, waarop een
man en vrouw lopen. De vrouw loopt
voorop, ze wordt immers iets ouder dan
de man, zo wij zagen. Links en rechts
staan nog cijfer aanduidingen.
Op de bovenste voorstelling tref ik
nu die queque de Paris" aan. 't Gaat
daar over 1850 tot 1859; de mevrouw
loopt voorop en heeft een achterlijf dat
aan een bij doet denken. Dat was, ver
telde moeder een damesrok, die van bin
nen op de lenden van een tamelijk dik
kussen voorzien was. Dat kussentje was
dan de „queue". Men vond dat mooi.
Alsof de maag uit Uw lichaam brandt,
zo'n pijn veroorzaakt overtollig ma.ag-
zuur. De remedie is eenvoudig en af
doende: Rennies. Die helpen dadelijk.
Gewoon, zonder water of wat ook, op de
tong laten smelten, 't Kan niet missen,
de brand is gedoofd! Eet onbevreesd
waar U trek in hebt, maar
steeds Rennies bij de hand!
Ofschoon de waarnemer er in 1859 nog
niet was, weet ik toch zeer goed dat
moeder nog in 1900 zelf in haar japon
een kussentje droeg, niet groot, zoals
vóór 75 jaar, maar 't was er dan toch.
Moest ik mee de stad in dan zag ik de
verkleedpartij, de queue de Paris in
klein formaat. En de rok had een lange
sleep, die met de hand moest opgehou
den, maar ook vaak vorstelijk over de
straat medesleepte. Dat was nu ook
weer zoiets, maar in elk geval was het
lichaam niet zo van kleding ontbloot als
bij onze tegenwoordige vrouwen en
meisjes. Ook droegen zij toen geen he
renpantalon. Het was trouwens bij poli
tieverordening verboden zich te kleden
in de dracht van de andere sekse dan
waartoe men behoorde. Zonder nu het
verleden zo romantisch te kleuren als
de mens wel geneigd is te doen, waren
er toch veel kostelijke dingen aan te
wijzen, die wij nu missen.
Waarnemer.
De gemeenteraad van Herkingen kwam
op vrijdag 18 januari in openbare zit
ting bijeen.
De voorzitter opende de vergadering
met gebed en heette alle aanwezige
raadsleden hartelijk welkom voor de
eerste maal in het nieuwe jaar^ Spreker
wenste hun alle goeds toe voor hun per
soon en gezin en bovenal voor het werk
t.b.v. de gemeente.
Indien vrij de blik vooruitwerpen, al
dus spr, dan zal de raad niet geroepen
worden om tot grote werken te besluiten
daar het zich laat aanzien dat geen
grote investeringen kunnen worden ge
daan en dat de werkzaamheden be
perkt zullen blijven tot het voorzien in
allerlei noodzakelijke kleine dingen
Het is te bejammeren dat voorlopig
de bouw van een lokaal aan de kleuter
school, de bouw van een verenigingsge
bouw en een verdere sanering van het
dorp zullen moeten worden opgeschort.
Gelukkig strekt het verbod tot het
doen van investeringen zich niet uit
over woningbouw en de voorbereidende
plannen daartoe o.a. wegenaanleg.
Door de ministers zal er ernstig naar
worden gestreefd om gelden beschikbaar
te stellen voor woningbouw. In dit ver
band deelt spreker mede, dat b en w in
middels de bouw van de 7 woningwet
woningen hebben gegund.
De eerste termijnen zullen uit kasgeld
worden gefinancierd, terwijl daarna ho
pelijk een kasgeldlening zal kunnen wor
den gesloten.
Tenslotte wijst spr. er op, dat wij vol
komen afhankelijk zijn van Hem die ons
bestuurt en spr. hoopt dat de eerste
wethouder weer gezond mag terugkeren.
Wethouder de Geus dankt de voorz.
namens de raad voor de door hem ge
sproken woorden en wenst hen Gods
onmisbare zegen toe en hoopt dat deze
hem kracht en lust zal schenken om de
nodige werkzaamheden te verrichten.
Hierna volgde vaststelling van de no
tulen van de vergadering van 28 dec. '56
Dhr. van der Wende wenst de notulen
aangevuld te zien, dat bij de behande
ling van Mdst. ni door hem is gezegd
dat hij liever het geld besteed zag aan
andere zaken t.b.v. de brandweer, waar
in alle leden kunnen deelnemen. Aldus
wordt besloten.
De notulen werden aldus gewijzigd
vastgesteld.
Ingekomen stukken
De navolgende stukken werden voor
kennisgeving aangenomen:
1. Goedkeuring van de 27e wijziging
van de begroting voor het dienstjaar '53;
2. Schrijven van de Min. van Binnel.
Zaken van 13 en 14 dec. 1956 inzake de
voorzieningen betreffende de bezoldiging
van het gemeentepersoneel per 1 jan. '57
3. Schrijven van Ged. Staten der prov.
Zuid-Holland van 7 jan. 1957 inzake de
salarisvoorzieningen per 1 jan. 1957
voor secretarissen en ontvangers.
4. Een schrijven van hetzelfde college
van 27 dec. 1956 inzake toepassing van
art. 246 der gemeentewet;
5. Schrijven van de Min. van- Binneiü.
Zaken houdende mededeling van de ko
ninklijke goedkeuring van de verorde
ning op de heffing en invordering van
begraaf rechten.
6. Schrijven van Ged. Staten der prov.
Zuid-Holland d.d. 27 dec. 1956, waarbij
de beslissing op het raadsbesluit tot het
oprichten van een stichting Adoptie
Herkirigen 53 wordt verdaagd.
Vervolgens werd overgegaan tot be
noeming van een lid der commissie tot
wering van schoolverzuim, in de vaka-
ture van de heer M. Visser die per 1
januari 1957 aan de beurt is voor pe
riodieke aftreding. Na gehouden schrif
telijke stemming blijkt dat de heer Vis
ser m.a.s. is herbenoemd.
De voorzitter deelt mede, dat door de
Rijkspostspaarbank op ons verzoek de
aanbieding is gedaan, om de op 1 febr.
a.s. aflopende kasgeldlening groot
100.000.met drie maanden te verlen
gen tegen een rente van 5% per jaar.
M.a.s. werd besloten deze aanbieding te
aanvaarden.
Van de heer P. Murre, onderwijzer
aan de school op gerefgrondslag is een
verzoek ontvangen om in aanmerkig te
Beste jongens en meisjes!
Het is voor deze week weer al het
laatste raadsel van de maand, want als
de krant weer verschijnt, zal het reeds
februari zijn. Hier hebben jullie dan
JANUABI-RAADSEL 4
Er worden 13 woorden gevraagd uit
de vaderlandse geschiedenis. De begin
letters van deze woorden vormen een bij
naam van Frederik Hendrik.
1 Hoe wordt met één woord aangeduid
de 1ste en 2e Kamer?
2 Beroemde admiraal, die o.a. streed
bij Duins
3 Koningin van Engeland?
4 Een zoon van Alva?
5 en Hoorne werden in 1568 te Brus
sel onthoofd?
6 De Noormannen kwamen uit Dene
marken en.
7 Wie bezette ons land van 1940-1945?
VOORSTRAAT 9
SOMMELSDWK TELEF. 21»>'
Alip Bank- en Elffectenzaken
Rnt»- en Zaken-deviezen
mogen komen voor vergoeding ing. het
verplaatsingskostenbesluit i.v.m. zijn
verhuizing van Meliskerke naar Herkin
gen tot een totaal bedrag van 542.22.
De voorz. deelde mede dat de rekeningen
in orde zijn bevonden en stelt voor dit
bedrag op de begroting uit te trekken.
Z.h.s. werd aldus besloten.
Namens b en w deelde de voorz. mede
dat door P. van Zielst is verz^ocht een
perceeltje grond te mogen huren groot
ong. 40 roeden, gelegen op het land, dat
de gemeente gekocht heeft van de wed.
J. V. Es-Kastelein. Verzoeker heeft deze
grond reeds jaren in gebruik en i.v.m.
het feit dat voorlopig met de werkzaam
heden voor het maken van de verbin
dingsweg Molendijk-Scharloodijk nog
niet zal worden begonnen, stellen b en
w voor dit verzoek in te willigen en een
prijs te berekenen van 0.60 per roede.
In het besluit zal de voorwaarde worden
opgenomen dat op eerste aanzegging
zonder aanspraak te kunnen maken op
schadevergoeding de grond tep beschik
king van de gemeente moet worden ge
steld. M.a.s. wordt aldus besloten.
Voor de rondvraag bestond geen be
langstelling.
Hierna sloot Se voorzitter de vergade
ring.
8 Een bekend engels zendeling in ons
land; werd bisschop van Utrecht?
9 Een dochter van koningin Juliana
10 In 1600 werd door Maurits gestreden
bij...?
11 Prinses Wilhelmina, de vrouw van
Willem V, werd door Patriotten te
gen gehouden bij...?
12 Willem IH was stadhouder in Neder
land en koning van...?
13 Opvolger van de landvoogd Alva
Dit raadsel werd ingezonden door
Hans Kamerling, Middelliamis.
Correspondentie
Jaantje v. d. S. Herltingen. Jij bent
dan nogal aan het reizen geweest, hoor!
Kon je de dominee goed verstaan in die
grote kerk? Die is groter dan op H.,
nietwaar? Leuk, dat de meester bij jul
lie ook nog kwam kijken. Het was he
lemaal niet vreemd, is 't wel?
Sjaak van D. Zoetermeer. Nu is moe
ders verjaardag weer al een poosje voor
bij. Nog hartelijk gefeliciteerd. Was het
gezellig? Zijn er ook familieleden uit
Zeeland geweest? Zachtjesaan ga je
schrijven zoals Lenie: mooi lopend
schrift! Maar nog een beetje oefenen.
Jannie de V. Nieuwerkerk. Je moet nu
maar een oom hebben, die vrachtrijder
is; dan kom je nog eens ergens. Dat
was tenminste een mooie reis. ttn een
vreemde kerk is het wel aardig om te
zijn. Vind je ook niet? Vanaf Dordrecht
is de reis ook nog niet zo eenvoudig,
hè? Als je op een eiland woont, is het
reizen meestal bezwaarlijk.
Sjaan van L. Dirksland. Een best rap
port, Sjaari! Zorg, dat je het zo houdt!
Die ene zes, daar kun je niets aan doen.
Ongeveer op die tijd was ik ook op bed,
maar de straat ben ik niet meer op ge
weest. Er is goed om je verjaardag ge
dacht.
Han van Ii. N.-Tonge. Je rapport is
heel mooi en de meester is niet ver
keerd geweest met het cijfer voor schrij
ven. Je verdient in je brief niet mer dan
op het rapport staat vermeld. Je zal ze
ker op school heel goed je best hebben
gedaan. Dat cijfer moet zeker verhoogd
Proberen, Han!
EUie van D. Zoptermeer. Ik verwacht
eigenlijk niet anders dan dat je rapport
mooi was. Dat bemerk ik al gauw uit
het raadselwerk. Nu wordt het oppas
sen met Adriaan, want nu gaan die ke
reltjes overal aanzitten. Maar je moeder
weet wel wat ze doet: de box is er goed
voor.
Wim van D. Oud-Beijerland. Allemaal
mooie dingen schrijf je, maar het aller
mooiste is toch wel... ja, zeg het eens!
Moet ik eens raden? De kleine EUa! En
ik geloof wel, dat ik het geraden heb.
En wat volgt dan
Koos van II. N.-Tonge. Dat was dns
een bizondere kerk! Een gebouw met
veel herinneringen. Daar kom je zo
maar niet in. Was je al eens in D. ge
weest? De laatste weken ben ik er twee
keren kort op elkaar geweest. Die boe
ken zal je al uitgelezen hebben, niet?
Hoe het komt, dat je brief de vorige
keer is vergeten, kan ik niet zeggen.
Ria de W. Middelliarnis. Ben jij ook al
mogen opblijven? Was je de volgende
dag dan niet slaperig? Vind je het fijn
dat de dagen weer langer worden? Dan
ben je net als ik. Er is voor mij niets
mooiers dan de zomer, hoor! Straks
gaan we de lenteboden weer al zien!
Fijn, hè?
Fault je V. Huizen, Als je zo reist en
trekt, kan er van de raadsels niets ko
men; dat snap ik heel goed. Dat wó.s
wat zeg: alleen van S.! Wat hebben de
kinderen toch prachtige rapporten! Ook
dat van jou mag er zijn, hoor!
Bram H. Ouddorp, Die vakantie had
je wel nodig. Nu is het weer werken;
de avonden zijn weer erg besomd. Nu
waardeer je het gezellige weer thuis.
Maar je weet dat er geleerd moet wor
den. Nog enkele jaartjes proberen vol
te houden.
Maartje H. Ouddorp. Wat ben jij goed
af, zeg, met die nieuwe fiets! Ik ben
wel een beetje jaloers op je, Maartje!
Zal je er goed op passen? Ik denk dat
je moeder wel zou willen dat je vakan
tie maar voortduurde. Die tijd komt wel,
zullen we hopen.
Jaap N. Middelharnis. Ik vind je rap
port toch ook nog goed; die vijf voor
schrijven kan zo worden verholpen: elke
dag een kwartiertje oefenen! Verstand
heb je er niet voor nodig. Het cijfer
voor geschiedenis is prima. Èen tien
voor geschiedenis heb ik nog nooit van
mijn leven gehad.
Itie B. Dirli;sland.
Voor Itie,
Moeilijk kan ik achter blijven
om in 't poesieboek te schrijven;
al is 't niet met eigen hand,
slechts een knipsel uit de krant,
toch is 't echt van Ome Ko,
die geeft raadsels met cadeau.
't Prijsje wachtte wel eens lang,
en dan werd j' een beetje bang...
maar dan stond er (is 't wel waar?)
Itie B. is prijsvrinnaar!
Januari 1957
Oom Ko
Oorrie N. Hartelijk welkom! Volgende
week spreek ik je nog wel.
Allemaal de hartelijke groeten van
Oom Ko.
P.S. Inzenden! Inzenden!
Ds. A. Trapman te Stad aan 't
Haringvliet heeft het vorig jaar een
bezoek gebracht aan Palermo op
Sicilië. Op een zondagmorgen woon
de hij hier een dienst bij in het aar
dige kerkje van de Waldenzen en
's middags bezichtigde hij de school
die bij deze kerk is gebouwd. Hij
werd rondgeleid door een paar on
derwijzeressen en enkele andere enr-
thousiaste leden van deze Walden-
zengemeente.
In het Centraal Weekblad der
Geref. kerken vertelt ds. Trapman
iets van hetgeen hü zag en hoorde.
Tot de christenen die van de twaaUde
tot de zventiende eeuw zeer van geloofs
vervolging te lijden hebben gehad beho
ren zeker de Waldenzen. Reeds lang
vóór de reformatie verkondigden dezen
de voornaamste hoofdwaarheden van
het evangelie en gingen zo in tegen de
meest essentiële grondslag van de rooms
katholieke leer. Verschillende kruistoch
ten zijn er tegen hen georganiseerd door
de pausen, en bij duizenden zijn deze
dappere belijders afgeslacht.
In een kruistocht van Innocentius Hl
waren er alleen al ongeveer 100.000
slachtoffers. Maar nooit heeft men deze
kerk kunnen vernietigen en zo is deze er
vandaag de dag nog. Wie in Italië is ge
weest heeft dat kunnen merken. Nage
noeg alle grote steden hebben kerken
van de Waldenzen. De grootste staan in
Turijn, Milaan en Rome.' Verder vindt
men ze in Venetië, Florence, Napels en
nog veel meer plaatsen, ook op Sicilië.
Maar in een rooms-katholiek land als
Italië moet men uiteraard niét verwach
ten dat deze kerken het gemakelijk
hebben; ze zijn natuurlijk een doorn in
het oog van iedere roomse.
Maar het kleine groepje Waldenzen
ontplooit niettemin een geweldige acti
viteit. Allen zetten eensgezind de schou
ders onder het werk, gedrongen door
het eenvoudige geloof in de Heere Jezus
en uit liefde tot de naaste. Ze vrillen
steeds getrouw blijven aan hun oude
kerksymbool: een gouden kandelaar op
een lichtblauw veld, omringd door zeven
sterren met het onderschrift ,,Lux lucet
in tenebris", het licht schijnt in de duis
ternis.
Er is veel duisternis in hel zonnige
Italië, ook al staat op bijna elke hoek
van de straat een kapel of een grote
kerk. De Waldenzen hebben vooral het
grote belang ingezien van het protes-
tants-christelijke onderwijs, en scholen
gebouwd.
In Palermo hebben wij zo'n school be
zocht. Ik wilde wel dat U er ook even
een kijkje had kunnen nemen, dan zoudt
U, evenals ik, sprakeloos hebben gestaan
De nieuwste banken waren vijftig jaar
oud. Leermiddelen waren er niet: een
enkele oude landkaart, maar daar hield
het dan ook mee op. Hoe hier nog goed
onderwijs gegeven kon worden was ons
een raadsel. Maar toen de situatie werd
uitgelegd, begrepen we wat we eigenlijk
al hadden vermoed.
Deze lagere school in Palermo is één
van de drie, die men nog bezit (één in
Napels en twee op Sicilië) Vroeger be-
Een klasje van de Waldenzenschool in
Palermo op Sicilië. Op het ogenblik zijn
de salarissen van het onderwijzend per
soneel in ons land in discussie. Maar wat
te denken van het salaris van nauwelijks
100.per maand, dat de onderwijzeres
op deze foto verdient? En dat in het
dure Italië!
(Cliché welvrillend afgestaan door de re
dactie van het Centraal Weekblad der
Geref. kerken).
zaten de Waldenzen meer scholen, maar
ze hebben ze moeten sluiteii wegens
geldgebrek. Dit onderwijs ontvangt na
tuurlijk geen subsidie van de overheid,
integendeel de autoriteiten werken het
juist tegen zoveel ze kunnen. De Wal
denzen moeten alles uit eigen middelen
bekostigen; ze weten dan ook heus wel
wat offeren is.
Hun getal is klein, ongeveer 30.000
en onder hen zyn niet vele ryken en niet
vele edelen, maar ze weten dan toch
maar een lyceum in Torre Pelice en een
theologische school in Rome te onder
houden, met daarnaast nog weeshuizen,
inrichtingen voor debielen, tehuizen voor
ouden van dagen en ziekenhuizen .En
last but not least bedrijven ze dan ooU
nog zending in Madagascar, China en
Zuid-Afrika. Ook wordt Veel aan sociaal
werk gedaan, vooral in het arme Cala-
brië, waarom ze door de rooms-katho-
lieke geestelijkheid voor conununisten
worden uitgescholden.
In de bergen ligt hun dorp Agapé
(broederliefde), dat gebouwd werd.door
jeugdige vrijwilligers uit 32 landen, de
trots van alle Waldenzen, waar ze hun
studiecoferenties houden, waar de jon
geren elkaar in de zomermaanden ont
moeten en waar ook de synodes worden
gehouden.
Als je dit aUemaal hoort, word je toch
even stil van zoveel levend geloof en
ook dankbaar voor wat vrij hier in Ne
derland bezitten.
Laten wij zuinig zijn op ons kostbaar
bezit en ook eens denken aan hen die
zo'n bezit moeten missen, zoals de Wal
denzen. En zij die in dezen een roeping
tot hulp en steun gevoelen zullen in
Italië veel dakbaarheid oogsten. Ook
onze vaderen hebben deze roeping ver
staan in de tijd van Willem III door toen
terwijl ons eigen land zelf in grote nood
verkeerde, de Waldenzen ook krachtig
te helpen. De Waldenzen hadden toen
juist hun Waldenzenpasen achter de rug,
dat we kunnen vergelijken met de Bar-
tholomeusnacht in Parijs.
Zij die het voorbeeld van onze vade
ren willen volgen met financiële steun
voor het christelijk onderwijs in Italië
kunnen hun bijdrage storten op girore
kening 65.70.44 t.n.v. ds. A. Trapman,
Stad aan 't Haringvliet Op het „bij"-
strookje vermelden: „voor de Walden-
zen-scholen".
loze jongens bij, die spektakel maken,
een weinig brooddronken, voelt hij zich
opeens aan de mouw trekken. En zo
waar: daar staat Sjoukje Demaire met
nog een meisje van haar klas.
„Moet je gauw naar binnen?"
Direct", zegt Piet, verlegen nu. Er
zijn een paar jongens, die beginnen te
grinniken. „Is dat je lief?" vraagt er
een. Piet is niet'zo bij de hand om een
antwoord te geven en Sjouk vril het niet
Die draait de vent haar rug toe. Haar
schoolvriendin is echter niet op haar
mondje gevallen en bitst: „Dat gaat jou
niets aan! Zij kan trouwens beter met
hèm verloofd zijn dan met jou, verbeeld
je niks". Dan gaat er een daverend ge
lach op, dat plots ophoudt, want de bre
de deuren gaan open en de stroom
wordt binnengelaten.
Het duurt wel een half uur eer Piet
naar buiten komt. Zijn gelaat staat niet
opgewekt, wat geen wonder is. Hij
toont Sjouk 't nummer, dat hij trok:
nummer één! Lager kan het al niet. Hij
is er dus bij!
„Jammer voor je", zegt Sjouk, mede
lijdend.
,,Och ja, je kunt er niets aan doen,
hè, berust Piet.
Het verschil tussen Bertus en hem
valt Sjouk weer direct op. Bertus zou
een kwinkslag hebben en het geval licht
opnemen. Piet is veel zwaartillender.
„Ik zal naar Sevenster telefoneren,
hoor", belooft Sjouk, als zij afscheid
van de loteling neemt. ,,Dan weet je va
der het heel gauw van de boer. En naar
huis zal ik ook bellen. Bertus is ook be
nieuwd..."
„Hallo, wat heb je getrokken, jo?
Een niet of een goeie?"
Laat Bertus daar nu van de fiets
stappen!
Nummer één? Wel gefeliciteerd,
hoor. Dat meen ik. Het kan geen kwaad
soldaat te zijn".
„Wacht maar, als' jij er voor staat",
plaagt Sjouk.
„Mij een zorg, zeg. Kom je ook weer
door. Wat ga je doen. Piet?"
„Naar huis", zegt die, heel gewoon.
„Natuurlijk. Maar eerst toch zeker
wat gebruiken, niet? Gaan jullie mee?"
Dit tot de meisjes, die toestemmen. En
dan volgt Piet het drietal in een restau
rant, waar koffie met gebak genuttigd
wordt.
Het is niet een lunchroom in een of
andere achterstraat, maar een restau
rant, waar de gerokte kellners het vele
publiek vlug en vaardig bedienen, een
vrij dure gelegenheid allicht. Piet be
denkt opeens, dat dit toch betaald moet
worden en hij heeft zo goed als geen geld
op zak. Dat heeft hij nooit. Hij heeft
geen behoeften. Moeder kan het geld
veel te goed gebruiken.
Bertus is zeker meermalen in derge
lijke gelegenheden geweest. Hij doet
althans in het geheel niet verlegen en
praat er druk op los, vrijwel alleen tot
Sjouk het woord richtend.
Op een gunstig ogenblik ziet Piet
toch kans, Bertus er van te verwittigen
dat hij geen geld heeft wat met z'n broer
toch ook wel 't geval zal zijn. Maar Ber
tus glimlacht en maakt een gebaar van:
dat komt in orde. Hij bestelt nogmaals
koffie. En de gebakschaal gaat weer
rond. Al zij opstappen, betaalt Bertus
de ober, met een flinke fooi er bij. Piet
snapt er niets van.
De meisjes verdwijnen, terwijl de beide
broers op de fiets stappen, om naar het
dorp terug te gaan.
„'t Is wel jammer voor moeder", zegt
Piet, „dat ik er ingeloot ben. Dat is
elke zaterdag idem zoveel minder".
„'k Heb er al met moeder over ge
sproken", antwoordt Bertus. ,,Ik geef
wat meer, al is het niet helemaal zoveel
als jij inbrengt".
,,Ga je dan méér verdienen? Je zit
nogal bij kas, geloof ik. In dat café
stond ik angsten uit. Die meisjes beta
len natuiu-lijk niet..."
Vanzelf niet", zegt Bertus, „wij had
den ze immers uitgenodigd?
Eigenlijk ik alleen. Daarom heb ik ook
betaald. Zeg, vind jij Sjouk niet een aar
dig meisje?"
Dat moet Piet beamen. Hij heeft nog
nooit serieus aan een meisje gedacht,
maar hij moet erkennen, dat er minder
zijn dan Sjoukje
„We kunnen best met elkaar opschie
ten", pocht Bertus. Maar als Piet er
niet verder op ingaat, wat Bertus eigen
lijk wel gewild heeft, zwijgt hij ook over
het meisje.
Verdien je meer?" vraagt Piet op
nieuw. Het is en blijft een raadsel, dat
Bertus daar zo eens eventjes een kleine
twee gulden betaalde in het café.
„Vorige maand heb ik opslag gekre
gen, flink ook", zegt Bertus. ,,Maar ver
tel het thuis niet. Je mag ook wel eens
wat voor jezelf hebben. Ik betaal moe
der genoeg en als jij weg bent geef ik
méér".
„Je moet alles geven, wat je verdient"
meent Piet. „Moeder geeft dan wel zak
geld".
„Ja, ja, maar mij niet genoeg. Ik ga
's zaterdagsavonds wel eens naar Am-
hem of Wageningen en dan wil ik geld
hebben, snap je?"
Zo, zo, is het 'em dat! Ze vristen thuis
niet, waar Bertus dan zat. Hij was toch
niet meer in de zaak en kwam vrij laat
thuis. O, dus in Arnhem.
„Mogen vader en moeder dat niet we
ten?" vraagt hij.
„Welja, waarom niet?" doet Bertus
onverschillig. „Maar wat niet weet, niet
deert, hè? Dan zeggen ze er van alles
van en er is niets van waar. We mogen
toch zeker wel wat hebben, zou ik zeg
gen".
„Je moet niet in cafe's lopen en zo",
zegt Piet. „Dat is niets voor ons soort
mensen".
,,Ach wat, ons soort mensen! Zijn wij
minder dan anderen soms? Ik dank je
feestelijk, hoor. Ik zal wel zien, me door
het leven te slaan. In de handel is wel
geld te verdienen. Als ik een jaar of
twintig ben, begin ik voor mijzelf, hier
of ergens anders. Geld krijg ik wel te
pakken. En dan kunnen jullie je hele
leven ploeteren zonder behoorlijk te ver
dienen. Het blijft armoe tot je dood toe.
Wat heb je aan zo'n leven Ik ben Keus
niet van plan, me dood te kniezen".
„Je praat net als Lemaire, zou vader
zeggen", meent Piet, die met verbazing
luistert. Nog nooit heeft Bertus zich zo
tegenover hem uitgelaten.
„Och vader meent het niet kwaad,
maar die is van de oude stempel. Het
jonge geslacht vraagt iets anders".
„Is het wat beters?" vraagt Piet,
langs zijn neus weg. „Je kunt toch niet
zonder God door de wereld gaan?"
„Zèg ik dat dan? Als je maar even
anders praat dan gewoon, dan ben je
een heiden en een spotter. Denk je
soms, dat er onder de andere mensen
ook geen goeie zijn? Lemaire is een
beste vent. En Sjoukje is dat niet een
aardig meisje?"
„Je moet weten, waar je staat", zegt
Piet kalmweg. „Dat is je thuis geleerd
en op school en in de kerk. En we moe
ten oppassen, dat we niet op de verkeer
de wegen gaan".
(Wordt vervolgd)