EIIATfElEri-illEUl/.
r
bijeenkomst bestuurders en beheerders
coöp. bewaarplaatsen te Nieuwe Tonge
Bertus Laanveld
2de blad
Vrijdag 18 januari 1957
No. 2565
UlïHt
SI. S2, S3
an TransDorL
Rrma WITVLIET
Tflolttf lette-
thans ook fotohandel
De burgemeesters
benoeming in Den^Haag
VOORLTCHTTNG VAN „VEILIG VERKEER"
In de legerplaats Budel in Brabant kwamen maandag ongeveer 500 Hon
gaarse vluchtelingen aan. Deze vluchtelingen, die op doorreis zijn naar
Canada, blijven zes dagen in dit kamp. Foto: Soldaten uit het kamp bo
den bij de aankomst de helpende hand.
Kinderlioekje
\f\
in.
Nog: enige peinzing' over de elf
miljoen mensen en onze middelen,
Geen fantasieën meer! Luis
teren naar Gods Woord
Nederland komt dus al dicht bij de elf
miljoen inwoners.
Uiteraard brengt dat zorgen mede.
Werk is er tot heden wel voor hen, maar
allen moeten ook gehuisvest worden en
de werkers moeten gereedschap hebben;
jii bedoel voor de land- en tuinbouwers
zal er toch grond moeten zijn en voor
de industriearbeider machines en een
dak boven zijn hoofd...
De bedragen welke er voor elke nieu
we arbeider nodig zijn, zijn zeer hoog.
Vandaar dat er matig belasting moest
worden geheven, opdat er geld in de be
drijven blijve om machines aan te schaf
fen en het versletene te vernieuwen.
Men komt tegenwoordig wel eens tot
de indruk, dat er een straf op staat om
goed te verdienen, 't Is of het met aller
lei excuus en al bevende aan de Inspec
teur van de Belastingen wordt opge
biecht. Deze mentaliteit bij belasting
plichtigen en bij de Inspectie is niet
juist. De directe belastingen zijn er om
noodzakelijke bestuurskosten te dekken.
De macht van de overheid schatting op
te leggen (de Apostel Paulus noemt het
zo in de Romeinenbrief) is haar niet ge
geven om het volk onder voogdij te
brengen, over het volksbezit te heersen,
nog veel minder omdat bezit over allen
te verdelen maar de smaak van de he
ren in Den Haag. Het bezit van enig
geld of onroerend goed is altijd een
doorn geweest in het oog van de socia
listen, dk heb geen bezwaar te erkennen
dat er in ons land vaak armoede geleden
werd; ik heb ook geen bezwaar dat de
overheid noden lenigt nadat geblelien is,
dat familie, particulieren en de kerke
lijke gemeenschap daarin niet of niet
voldoende kunnen voorzien, maar wel
moeten wij ons verzetten tegen de uit
deling van onze belastinggelden voor
allerlei doeleinden, z.g. sociaal en cultu
reel, die het volk steeds verder van de
dienst des Heeren afvoeren of wel aan
het Woord Gods niet getoetst zijn. Hier
mede is over de besteding van het be
lastinggeld natuurlijk nog maar weinig
of niets gezegd. Voor nadere uitleg of
terechtwijzing ben ik toegankelijk. Maar
ik heb uit principe bezwaar tegen „be-
zitsspreiding", „welvaartsverdeling" en
meer van deze fantasieën. Het doet mij
leed dat zelfs de A.R. en C. H. partijen
in dit kielzog medegesleurd worden.
Een fris, krachtig, principieel geluid
horen wij niet meer, niemand durft de
zedelijke verslapping tekeer te gaan. In
tegendeel, men koketteert met sociale
rsntestiichs
Mobylatt*-aanbt«ding«n
voor 1956t
Vraagt om een proefrit bij
MIDDEIHARNIS - TElEf2073
Alle modellen
uit voorraad JeVerbaar
snufjes en terwijl het land finantieel
wankelt, (ik kan het niet anders zien)
vermeit men zich met artikeltjes over
een vijfdaagse werkweek. Ja, in de ver
te weet een ander reeds lichtstreepjes te
onderscheiden van een werkweek van
vier dagen. Welzeker, hoe luier hoe lie
ver.
Uit deze dingen spreekt een verkeerde
mentaliteit. Er moet arbeidslust en ar
beidsvreugde worden aangekweekt. Dat
is Bijbels. Dat verwacht ik van de chris
telijke pers en de christelijke vakbewe
ging. Wij moeten onze fantasieën maar
eens opbergen. Zij kweken verwachting
van lucratieve toestanden, die in geen
halve eeuw te verwerkelijken zullen zijn.
Ik heb nu in mijn leven reeds twee
maal in twee oorlogen in de drukste
handelswijken van Rotterdam het gras
tussen de stenen zien groeien. Men be
denke, dat alle welvaart in Gods Hand
ligt en dat wij die maar niet in allerlei
wetten en bedrijfschappen voor de toe
komst kunnen vastleggen. Wij zijn ook
met zoveel sociale fondsen beschaamd
uitgekomen; het geld slonk als sneeuw
voor de zon. Mij komt het voor dat men
bezig is handel, bedrijf en industrie zo
veel lasten op te leggen, dat het ezeltje
er onder bezwijkt, nu de situatie in de
wereld zich zo wijzigt. De kleine indus
trieel, de kleine zakenman zal de eerste
zijn die het loodje legt. Dat zal dan
doorwerken en de arbeider zal het ook
moeten bezuren. Dat men toch voorzich
tig zij. De landbouw klaagt over geringe
bedrijfsinkomsten. De lasten zijn ook
buitengemeen zwaar. Het dunkt mij toch
een ongunstig verschijnsel dat de boer
schrikt om iemand in zijn dienst te ne
men. Dat hangt natuurlijk samen met
het prijsbeloop en allerlei regeringsbe
slissingen, maar de opjaging van de ar-
beidsbeloning speelt er een grote rol in.
Eln daarom: het sein staat op onveilig;
Ontwikkelen en afdrukken van rolfilms-
kleinbeeldfilms enz. Alle soorten films
steeds voorradig. Gaarne zijn we bereid
U van advies te dienen.
N.B. Wij maken U er op attent dat wij
vanaf heden geen enkele verantwoording
op ons nemen van fotowerk dat door de
fa. Saers is afgeleverd.
er is werk aan de winkel om te versobe
ren.
Moge de regering wijsheid en moed ont
vangen hier forse lijnen te trekken. En
wij mèt haar, maar veel het oor te luis
teren leggen bij Gods Woord, dat ons
steeds weer oproept onze onwetendheid
te belijden en de zegen alleen van Boven
te verwachten.
Waarnemer
Tfoot.
Ik beroep mij hiervoor op de Armen
wet, die toch niet is ingetrokken en
waarmede zeer de hand gelicht wordt op
onze secretarieën en sociale diensten.
Eerbied voor de wet is een voornaam
beginsel. Het is ook zegenrijk. Dat een
Staatscommissie al sedert 1947 bezig
is een rapport over die wet samen te
stellen, geeft geen vrijbrief om zich van
de wet, nog wel op zo kardinale punten
los te maken.
Dezer dagen werd alliier een goed ge
slaagde bijeenkomst gehouden van be
stuurders en beheerders van coöp. be-
waarplaatsien van aardappelen en uien.
De dag werd begonnen met een samen
komst in het koelhuis van de Coöp.
DorpslandbottWA'ereniging alhier. Na be-
ziciitiging van het koelhuis werd de bij
eenkomst voortgezet in café Osseweyer
alhier. De ruim zestig bezoekers uit
Voome en Putten, de Hoekse Waard en
IJsselmonde worden hier begroet door de
heer B. Buth, voorzitter van de Coöp.
Dorpslandbouwvereniging alhier. Dhr.
B. Zinikweg, voorzitter der Stichting
Aardappelbewaring hield een pleidooi
voor een propaganda-instituut voor be
vordering van het verbruik van de aard
appelen uit deze streken, die bekend
staan om hun kwaliteiten. Eien levendige
discussie volgde hierop.
Na een gemeenschappelijke lunch werd
de bijeenkomst voortgezet in „Ons
Dorpshuis". Hier waren ook verschillen
de leden der plaatselijke vereniging sa
mengekomen
Door de heer A. van Ballegooyen, te
Kerkwijk werd een inleiding gehouden
over „Ervaringen met de bediening van
de koelinstallatie en de bewaring van
aardappels". Spreker, die vanaf 1947 be
heerder is van een koelhuis te Kerkwijk
en daarbij nauw samenwerkt met het
Instituut van Bewaring van Landbouw-
produkten te Wageningen, gaf hierbij
verschillende praktische wenken over
het zoveel mogelijk benutten van de lage
nachtluchttemperaturen.
Na de korte inleiding volgden vele
vragen uit de vergadering, die de spre
ker gelegenheid gaven op een en ander
nader in te gaan
De volgende spreker ir B. G. Oud
Ophuis, van het I.B.-V.L. te Wageningen
besprak in het bijzonder de meest ge
wenste temperaturen bij bewaring en
aflevering. In aansluiting hierop werd
door dhr. Jac. Koert, van de Uienfedera-
tie een en ander nog eens nader bezien
uit het oogpunt van bewaring der uien.
Deze spreker schonk ook nog bijzondere
aandacht aan het drogen der uien, mede
ter voorkoming of beperking van het
optreden van „koprot" in de ui.
Een meer zakelijke rede hield .de heer
B. Zinkweg te Numansdorp over de
vraag „Is een gelijkvormige methode
van berekening der bewaarkosten ge
wenst". Aanleiding voor spr. om dit on
derwerp te kiezen Waren de verschillen
die er nog bestaan In het berekenen der
bewaarprijzen. Ook ten opzichte van de
overheid voor het opgeven van de juis
te bewaarkosten was dit onderzoek vol
gens spr. gewenst. Spr. bepleitte ook
meer overleg en uitwisseling van gege
vens door de verschillende koelhuizen.
Tot slot werd door de heer Nederlof
directeur van de Coöp. vereniging te Fij-
naart een beschrijving gegeven van de
stichting van hun koelhuis, dat op ge
heel nieuwe wijze was ingericht. De heer
van der Stoep, architect van het gebouw
gaf aan de hand van een drietal foto's
nog een nadere toelichting.
De bouw van dit koelhuis was aan
merkelijk duurder dan koelhuizen ge
bouwd op de normale wijze, daar staat
tegenover, dat door zo ver mogelijk
doorgevoerde mechanisatie het mogelijk
zal zijn de bewaarprijzen aan te passen
aan de prijzen, zoals deze elders bere
kend worden.
VERKORTING VAN DE ARBEIDSTIJD
IN DE LANDBOUW
's-Gravenhage, 2 jan. In het ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen
te Utrecht wordt op 23 jan. een bijeen
komst gehouden door de Nederlandse
Chr. Boeren en Tuindersbond, waar zal
worden gesproken over verkorting van
de arbeidstijd in de landbouw. Het on
derwerp wordt ingeleid door ir. Li. Erin-
ga, secretaris van de Friese Chr. Boeren
en Tuindersbond. De N.C.B.T.B. meent,
dat het dringend noodzakelijk is een ge-
dachtenwisseling over dit vraagstuk op
gang te krijgen, mede gelet op het ad
vies, dat de regering hierover aan de
S.E.R. heeft gevraagd.
De benoeming van mr. Kolfschoten,
burgemeester van Eindhoven, tot burge
meester van de residentie heeft heel
wat pennen in beweging gebracht. De
benoeming is n.l. Rooms-Katholiek, ter
wijl de Roomsen in Den Haag slechts
een kleine minderheid uitmaken. Alge
meen is men dan ook van mening, dat
dit een echte politieke benoeming is,
waaruit de aanmatiging en machtsbe-
geerte van de Roomsen weer eens ten
duidelijkste blijkt.
Kan men het vrijwel als vanzelfspre
kend beschouwen dat in Amsterdam,
dat overwegend rood is, een P.v.d.A.-
burgemeester werd benoemd, in Den
Haag was een roomse beslist niet op
zijn plaats. In alle niet-roomse kringen
is men dan ook ten zeerste ontstemd
en men neemt het de Regering zeer kwa
lijk, dat zij deze benoeming gedaan heeft
In Scheveningen werd een massabijeen
komst gehouden, waar o.a. de bekende
predikant ds. de Jong heeft gesproken
en waar scherp geprotesteerd is tegen
deze benoeming van de eerste roomse
burgemeester in Den Haag na de Re
formatie. Het was wel mosterd na de
maaltijd, maar nochtans werd besloten
de regering van de gevoelens der Sche-
veningers in kennis te stellen.
De P.v.d.A.-pers is er ook niet best
over te spreken Zij beweert, dat deze
benoeming geschied is, doordat de A.R.
ministers Zijlstra en Algera de Room
sen hebben geholpen bij de stemming
(burgemeesters van gemeenten als Den
Haag moeten door het hele kabinet
voorgedragen worden en niet alleen door
de Minister van Binnenlandse Zaken).
Hoe deze journalisten dit weten, is ons
niet bekend, wat die stemming is uiter
aard geheim. Maar onmogelijk is het
niet.
Het is intussen wel merkwaardig, dat
het heengaan van mr. Schokking tot
deze consequenties voert. Het socialis
tische blad in Den Haag, dat de rel ont
ketende tegen burgemeester Schokking,
welke uiteindelijk tot diens ontslagname
leidde, krijgt nu zijn trekken thuis, want
het zal er niet op gerekend hebben, dat
Rome de plaats van de C.H.-burgemees-
tcr zou innemen. En als het waar is,
dat de A.R. ministers de Roomsen ge
holpen hebben, kan men gevoeglijk aan
nemen, dat dit geen reclame is voor de
A.R. partij, zoals trouwens op de ver
gadering in Scheveningen al duidelijk
bleek. Wij hebben de hele agitatie tegen
mr. Schokking verleden jaar met grote
weerzin gevolgd. Deze moge in de oor
log misschien een fout hebben gemaakt,
dit neemt niet weg, dat dit geen reden
was tot zulk een hetze. Als alle burge
meesters, die toen in een zeer moeilijke
positie verkeerden eens hun oorlogs-doop
ceel gelicht werd, zouden er volgens de
normen, die aan mr. Schokking werden
aangelegd, vermoedelijk niet veel over
blijven. Wij hebben het dan ook destijds
betreurd, dat de A.R.-fractie in de
Tweede Kamer zich tegen dhr. Sohok-
king keerde. Ook zij heeft indirect mee
gewerkt aan de situatie, die nu is ont
staan. En dan moge het weekblad van
de A.R. partij „Nederlandse Gedachten"
deze benoeming van mr. Kolfschoten
betreuren, feit is, dat deze partij er de
weg voor heeft gebaand, waardoor niet
alleen Rome weer een stap vooruit heeft
kunnen doen, maar ook de verhouding
van de A.R. tot de C.H beduidend is ver
slechterd.
Intussen blijkt ook uit deze affaire
weer, dat rooms en rood in ons land de
lakens uitdelen en dat de Protestanten
slechts nu en dan een kluif je toegewor
pen krijgen Van de 12 steden in ons land
met meer dan 100.000 inwoners hebben
er 7 een roomse en 4 een rode burge
meester. Vaii de 11 provinciale hoofd
steden is de toestand aldus: 5 rooms, 4
rood, 1 C.H. en 1 vrijzinnig. Onder al
deze burgemeesters en Commissarissen
der Koningin is geen enkele A.R! Deze
partij is wel zeer achterop geraakt.
Met dit al zitten wij als Protestanten
van Gereformeerde confessie wel in een
heel bedenkelijke positie. Rome rukt op
en rood probeert onze groep te doorbre-
Deze lijn geeft aan, hoe het snelverkeer
de bocht naar links moet nemen.
Dit z.g. voorsorteren bevordert een vlot
verkeer en voorkomt onstoppingen. Een
achteropkomer moet in dit geval rechts
passeren. Het is voor de automobilist,
die hier linksaf gaat natuurlijk wel zaak
zijn voornemen tijdig kenbaar te maken
en zich tijdig te vergewissen van het
achteropkomend verkeer. De achterop
komer moet er zeker van zijn, dat hij
aan de rechterkant veilig kan passeren.
ken. Het is daarom zaak dat wij de ge
lederen sluiten en onze reformatorische
beginselen steeds krachtiger belijden en
beleven.
Beste jongens en meisjes!
Er wachten nog heel wat brieven op
beantwoording, dus zal ik maar dadelijk
van wal af steken met het nieuwe raad
sel
JANUARI-RAADSEL 3
1
X
2
X
3
X
4
X
5
X
6
X
7
X
8
X
1 Bewoner uit Afrika; 2 Bloem; 3.
Muziekinstrument; 4 Marterachtig dier,
waarvan het bont waarde heeft; 5.
Schoeisel; 6 Naam van een profeet; 7.
Plaats in Overijssel; 8. Stad in België.
Zijn deze woorden goed, dan vormen
de beginletters de naam van een bekend
persoon uit de vaderlandse geschieenis.
Dit raadsel werd me toegezonden
door Cor van den Doel, N.-Tonge.
CORRESPONDENTIE
Daniël K. Ooltgensplaat. Een brief
met alleen de oplossingen. Dat is niet
erg ,maar ik hoor graag eens iets van
jullie. Nu was het met Oud- en nieuw
jaar misschien wat druk, nietwaar?
Schrijf je de volgende keer zelf, Daniël
Dat zal best gaan, denk je ook niet?
Sjaan T. Ouddorp. Ja, ik heb veel
kaarten ontvangen. Ook die van jou en
Jan. Hartelijk dan er voor! Ook de groe
ten en wensen van Jan en je ouders
overbrengen, hoor!
Jan S. Middelharnis. Toch is je rap
port niet slecht, want ik zie niet één on
voldoende, 't Vorige was dus beter. Pro
beer het weer zo te krijgen Die boeken
zullen wel spannend zijn. Bedankt voor
je mooie kaart.
Corrie M. N.-Tonge. Ik kan best be
grijpen dat het er leuk was. En het boek
isbesUst wel mooi, denk ik... Je raadsel
is ondertussen al geplaatst, zoals je ge
zien hebt.
Lenie van D. Zoetermeer Hartelijk
dank, hoor!
Kees V. d. W. Ooltgensplaat. Een op
gewekte brief. Kees! Met de gezondheid
ging het goed; de prijs was goed naar
je zin; het rapport was best... Wat wil
je nog meer! Je bent dan ook wel met
goede moed naar school gegaan.
Kees J. Middelharnis. Van dat vierde
raadsel weet ik al, want je vader is bij
me geweest. Dat zal hij wel gezegd heb
ben Jammer, dat het zo kort was. Wou
jij niet meekomen? Zo ver is het niet op
de fiets. Ben je ook naar de kerk ge
weest Ik heb je onder die vele mensen
niet gezien.
Aria V. Middelharnis. Jij zat dus in
R'dam om aan me te schrijven. Nee, dat
gebeurt niet vaak. Dat was leuk bij
Gerda, denk ik. Doe je ze de groeten
terug Zij leest de krant niet, wel Dan
kan ze het niet zien ook, dat ze in de
krant staat. Best hoor, 7% gemiddeld.
Minekee S. Ouddorp. Eén woordje
missen, dat is niet zo erg. Bij velen ont
breekt er wat aan. Het is ook een
moeilijk werk, om alles prima te maken.
Ik ben blij, dat het met Maart T. goed
gaat in dienst. Doe je hem de hartelijke
groeten als je hem weer ziet? Hij zal
de krant daar niet krijgen, anders kon
hij het zelf lezen.
Miep T. Ouddorp. Als je op het punt
staat om op reis te gaan, dan kun je
geen lange brief schrijven. Dat doe je
dan maar als het weer schrijven is; dan
gaat het over de reis. Toch was je brief
veel waard. Weet je waarom? Kijk dan
maar eens van onder aan het „hoekje".
Lenie den B. Herkingen. Doe jij nu al
een jaar lang mee, Lenie? Ik kan het
haast niet geloven en toch zal het wel
zo zijn. Nieuwelingen komen er gere
geld bij, maar er gaan ook ouderen weg;
die hebben het in de regel te druk met
leren en zo, of ze gevoelen zich te oud.
Oom Hans zal wel blij geweest zijn, nu
jullie allemaal bij hem kwamen loge
ren. Jullie wonen dichter bij de kerk,
zeg! Is de hoest bij de zusjes als beter?
Zoiets kan geweldig lang duren.
Henk S. Berkel. Het is niet zo'n lange
brief als gewoonlijk, maar er staat toch
heel wat te lezen. Vrolijke en minder
prettige dingen. Hoe is het met het
armpje van Henkje? Branden kan veel
pijn doen. Is het boek mooi? Ik denk,
dat het over de geloofsvervolging gaat.
Jochem G. Den Helder. Dus je rapport
is meegevallen Dat vind ik prettig. Nu
nog flink je best doen, dan is het vol
gende rapport als je het mag beleven,
nog beter. Dan zijn ook de lelijke vijven
weg. Een vijf is een akelig cijfer, vind
je ook niet? Als ik jou was, moest ik
geen vijf meer hebben. Flink, dat je
eerst je huiswerk gemaakt hebt, eer je
naar mij schreef.
Arie N. Middelharnis. Hartelijk dank
voor die prachtige foto. Wat staan jullie
er netjes op! Hoeveel tijd is er tussen
die vorige en deze foto? Wat is zusje
in die tijd gegroeid! Aan die kinderen
zie je het meest verandering. Jan S.
heeft ook een boek uit die serie. Mis
schien kunnen jullie van elkaar dan le
zen. Ken je hem? Dat kan ik begrijpen,
dat jou rapport één van de beste was.
Ga zo maar door!
Allenaaal de hartelijke groeten van
Oom Ko.
Prijswinners:
Wim en Nelie Muye, Den Haag
Itie Bosschaart, Dirksland
Miep Tanis, Ouddorp
Anneke de Jongh, Lisse
VERVOLGVERHAAL
DE VKOUW VAN
door HERMAN NOORMAN
(5)
Toch zit het voor Bertus niet glad,
als Jelle er met zijn vrouw over spreekt.
Jelle maakt bezwaar. Hij kan het moel
ijk verkroppen, dat die jongen dat al
leen heeft bedisseld. Want die maakt
hem niet wfls, dat hij niet op de hoogte
was. Al lang misschien loopt hrj met dat
plan rond. Het is niet aardig van hem,
er niet met zijn ouders over te spreken.
Wist zijn vrouw er iets van? Gister
avond zei ze toch... --
„Neen, ik wist er niets van. Ik heb
alleen aan Bertus gemerkt, dat hij wel
terdege vrist, wat-ie wilde, 'n Jongen als
hij praat er niet over, van school te gaan
zonder meer. Dit Ujkt me wel wat. Op
het land krijg je hem toch niet of tegen
zijn zin en dat is ook niets waard. Maar
la, Lemaire..."
„In elk geval ga ik eerst eens met
Lemaire spreken. Zaterdagavond of..."
„Doe het morgenavond, Jelle. Het is
gauw genoeg gebeurd. Zaterdagavond
schikt misschien niet bij Lemaire".
Jelle besluit, de raad van zijn vrouw
op te volgen, Aan Bertus zal niets ge
zegd worden. Hij moet in elk geval niet
op z'n wenken worden bediend.
En nu kan Bertus de volgende avond
wel dralen en zijn vader aankijken, aan
moeder stiekum wat vragen, hij komt
niets te weten. Moeder zegt alleen, dat
er nog geen beslissing gevallen is. En
dan bespeurt hij, dat vader zich opknapt
en op de fiets stapt. Naar het dorp. Dat
houdt verband met hèm, hij is er zeker
van. Maar waar gaat vader heen?
Lemaire ontvangt Jelle heel vriende
lijk. Ja, ja, hij begrijpt het: die kwajon
gen heeft er wel over gesproken, maar
hij, Lemaire, heeft duidelijk gezegd, dat
zijn vader en moeder het goed moeten'
vinden, dat spreekt immers vanzelf? O,
en nu komt Laanveld er eens over pra
ten? Dat is heel goed.
Kijk eens, het zit zó. Bertus komt al
lang over de vloer, je snapt niet, hoe
dat gaat. Als Lemaire zich wel herinnert
dan kwam Bertus met een knecht mee
zo nu en dan. En dat is zo gebleven. Nu
komt hij geregeld, rijdt mee met de wa
gen scharrelt in het pakhuisEen
pienter jong, die van jou, Laanveld. 'k
Wou, dat ik zo'n jongen had. Enfin, dat
is niet anders". Nou, en toen heeft Le
maire eigenlijk uit de grap eens gezegd:
als je van school komt, kom je maar
bij mij. Die jongen heeft dat in zijn oor
geknoopt. Zo is het, anders niets.
Jelle informeert voorzichtig of daar
nu wat in zit Kijk eens, Lemaire moet
hem goed begrepen. Meester Meier wil
de hem onderwyzer hebben, maar dat
kan hij niet betalen en Bertus voelt er
niets voor. Het is helemaal niet zijn be
doeling, de jongen hoger te wiUen heb
ben dan hij zelf is. Maar hij wil Bertus
toch ook niet met twaalf ambachten en
dertien ongelukken laten omkomen. Dan
liever landarbeider. Dat geeft vast werk
nietwaar
Lemaire begrijpt het. Hij kan natuur
lijk niet zeggen, hoe het met Bertus zal
gaan, maar als de jongen wil en dat
gelooft hij vast, dan zit er toekomst in
de wereld. Lemaire is zelf ook zonder
een cent begonnen en hij kan er nu we
zen, al zegt-ie het zelf. Je moet niet di
rect alle mogelijke bezwaren maken. Je
moet wat riskeren in het leven. Dat is
nou echt wat voor mensen als Laanveld,
die neemt het hem toch niet kwalijk, ""als
hij ronduit zijn mening zegt? Hij wil
helemaal geen kwaad zeggen van de
godsdienst, maar die maakt de mensen
een beetje bang voor hét leven. Je moet
wat durven, Laanveld, heus.
Nu Lemaire zelf op dit chapitre komt
valt het Jelle gemakkelijker, zijn mening
te zeggen. Kijk, dat is eigenlijk zijn
hoofdbezwaar. Lemaire is niet godsdien
stig. Het zou kunnen zijn, dat het voor
Bertus niet goed is, altijd in zo'n kring
te vertoeven.
„Als je er zo over denkt, geef ik geen
cent voor jouw opvoeding, Laanveld,
neem me niet kwalijk. Ik moet die jon
gen toch niet opvoeden, tenminste niet.
zoals jij dat bedoelt. In mijn zaak zal hij
wat leren, dat verzeker ik je. Hij is ver
bazend pienter en leergierig. Reken
maar, dat die het ver stuurt in het leven
als je hem zijn gang maar laat gaan. En
wat dat andere betreft, dat is niet voor
mijn verantwoording. Van mij zal hij
geen last hebben, hoor. Ik moet immers
van ieder leven? Jullie zeggen immers,
op God te vertrouwen? Nu, dan moet
je dat hier ook doen, Laanveld.
Ik denk daar heel anders over, dat is
bekend. Ieder zijn meug, niet? Maar al^
je denkt, dat Bertus hier op het verkeer
de pad zal komen, zoals jullie soort men
sen dat noemen, wel, dan laat je hem
niet hier komen. Even goede vrienden.
Voor de jongen zou ik het jammer vin
den, want dit geef ik je op een briefje:
landarbeider wordt niks. Je zult spul
met hem gaan beleven en als hij oud ge
noeg is, smeert hij 'em en gaat zijn ei
gen weg. Daar zit een wil in die jongen,
Laanveld".
Ja, dat weet Jelle wel. Hij vindt dat
ook best. Alleen... het lijkt er nu reeds
op, dat Bertus meent, zijn weg zelf te
kunnen bepalen. Zo denkt Lemaire eiMn
wezen ook over. En dan wordt Bertus
hier in deze kring gestijfd.
„ik wil nog eens met mijn vrouw
praten", zegt Jelle, opstaande. Mis
schien besluiten we wel, Bertus naar
hier te sturen. De jongen moet toch wat.
En als u meent, dat er wat in zit..."
„In mijn bedrijf kan hiij later trou
wen", zegt Lemaire. „Ik heb twee ge
trouwde knechts. Ze verdienen allen
goed".
Die avond besluiten Jelle en zijn
vrouw, dat Bertus in dienst zal komen
bij Leméiire. Het hoofdbezwaar is wel
niet weg, maar ze moeten op God ver
trouwen,
Als Bertus een jaar in dienst is bij
Lemaire, tot grote tevredenheid van de
baas en diens vrouw, is het moment
aangebroken, dat Sjoukje de school
verlaat; zij is een jaar jonger dan Ber
tus. Het dorp heeft twee Christelijke
scholen, die van Meier en die van Ha
veman, zoals men zegt. Verder zijn er
enkele openbare scholen, waarvan er een
genoemd wordt de school vaji Karreman
naar de naam van het hoofd. Op die
school heeft Sjoukje haar onderricht ge
noten. Nu is voor haar de mijlpaal be
reikt.
Zij staat in het pakhius, waar Bertus
bezig is, kaas te wegen en het gewicht
te noteren voor de facturen. Hij doet het
met grote snelheid, zoals hij alles vlug
verricht. Bertus is minstens twee
knechts zegt Lemaire altijd en ongelijk
heeft hij niet. Het is verbazingwekkend,
zoals die jongen zich in korte tijd in het
bedrijf heeft ingewerkt. Er is onlangs
een dag geweest, dat én de baas èn de
vrouw weg waren en toen heeft die kwa
jongen het geheel beheerd, waarover de
oudste knecht niet te spreken was, wat
te verstaan valt. Maar die heeft niet ge
mopperd tegen de baas, want Bertus
heeft bij Lemaire een wit voetje. Zo is
dat nu eenmaal.
Triomfantelijk vertelt Sjoukje, dat zij
met een best rapport van school is ge
gaan Nu, dat kan Bertus verstaan, want
Sjoukje is de minste niet. Ze wordt al
leen een beetje nuffig, maar haar moe
der heeft hem gezegd, dat hij er zich
niets van moet aantrekken. Zo zijn die
meisjes. Vanzelf gaat dat er over een
paar jaar wel af. Moeder Lemaire is
niet van verstand en nuchterheid ont
bloot. Al is Sjoukje haar enigst kind,
verwend is zij niet.
„En wanneer ga je nu naar Arnhem?"
vraagt Bertus, een grote ronde Goudse
kaas op de schaal leggend en meteen
het gewicht aflezend.
„O, met september pas", is het ant
woord.
,,Het spijt me" zegt Bertus ongeveinsd
„We kunnen goed met elkaar opschieten
is het niet?"
,,Je bent soms een rare jongen", meent
Sjoukje, „maar 't is waar: een hekel heb
ik niet aan je".
,Dat zou er bij moeten komen", lacht
Bertus. ,,Maar 't spijt me, dat je gaat.
We zien mekaar zoveel niet meer, wel?"
„Rare jongen, ik kom elke avond
thuis".
(Wordt vervolgd)
?s!.;i