DierenbesÉerniing vraagt attentie
FOLKLORE
EN TAAL
Uitslag tentoonstelling op 30 nov.
en 1 dec. 1956 te Nieuwe Tonge
Iver vroege vorst en
veevoeder-kernen
Verslag gecombineerde Jeugdvergadering
Geref. J.V. en M.V. te Stad a. 't Haringvliet
De a.s. feestdagen
Thoolse kanttekeningen
Bladz. 2
„EILANlDEN-NIEUWS"
vrijdag 7 december igjg
Het jaar 1956 heeft, wat het klimaat
betreft, reeds rare sprongen gemaalit.
Eerst een strenge winter, waardoor veel
wintertarwe bevroor, gevolgd door een
natte zomer met vele moeilijkheden, en
daarna reeds in november een vorstpe
riode, terwijl nog veel bieten in de grond
stonden of gerooid op de velde lagen. De
vorst kwam bij de meeste boeren zeer
ongelegen, vooral door de hevigheid en
de lange duur daarvan.
Aanvankelijk kon men nog bieten
rooien, doch dat ging op het laatst niet
meer.
Deze vorst heeft de achterstand in de
bietenoogst daardoor nog vergroot. Hot
suikergehalte zal er wel niet op voor
uitgegaan zijn en er werden zo hier en
daar aan de losplaatsen geen bieten ont
vangen, omdat er teveel bevroren waren.
Bij de fabrieken lagen te grote hoeveel
heden bevroren bieten, die men eerst weg
wilde werken, voordat ze bedekt zouden
worden door nieuwe aanvoer. In dat
laatste geval zou de kwaliteit van de bij
de fabrieken liggende bieten nog verder
zijn achteruitgegaan.
Veel hopen met aardappelen moesten
haastig vorstvrij worden afgedekt. Soms
was het reeds te laat. Er kwamen be
vroren knollen in voor. Wilde men deze
partijen nog bewaren, dan moesten, na de
vorst de bevroren knollen eerst zorgvul
dig verwijderd worden, eer het winter-
dek opnieuw kon woi'den aangelegd. Ook
van de uien, die aan putten lagen, zijn
er Ijevroren. De boeren, die deze pro-
dukten in koelcellen kunnen bewaren,
hebben het bij het invallen van de vorst
heel wat gemakkelijker gehad.
Ook het ploegwerk, dat toch al slecht
opschoot, lag enkele dagen stil; alleen
op een flinke snede stoppelklaver kon
nog worden geploegd. Nu het weer veel
beter geworden is, verwachten onze boe
ren het vele werk, dat nog gebeuren
moet, tot een goed einde te kunnen bren
gen. Voor die gronden, waarvan de struc
tuur nog te wensen overlaat, zou het
ideaal zijn, wanneer ze voor de winter
netjes geploegd en gegispt lagen.
Dit is een onmisbare basis voor de
oogstverwachting van volgend jaar.
Veevoeding
Aangezien al het vee opgestald is, en
in verband daarmee verwacht mag wor
den, dat de veehouders meer belangstel
ling zullen tonen voor de veevoeding,
verschijnen er in de landbouwbladen me-
dededingen over de z.g. ,,veevoederker-
nen". De belangstelling voor veevoe
dingsvoorlichting is in het algemeen in
de praktijk nog maar zeer matig. Waar
schijnlijk geldt hier het spreekwoord:
„Onbekend maakt onbemind".
Om de veevoedingsvoorlichting te in
tensiveren is men in de winterperiode
1955/56 op verschillende plaatsen be
gonnen kernen" op te richten, waarbij
meer dan voorheen aandacht zou wor
den geschonken aan de stalvoedercon-
trole. Op de bedrijven, die hieraan mee
doen, wordt de voedervoorraad opgeno
men, en in verband hiermee het voeder-
plan opgemaakt. Van de deelnemers
wordt een financiële bijdrage van 10.
gevraagd. Als stimulans wordt voor iede
re deelnemer een ruwvoedermonster gra
tis onderzocht. Dit heeft het voordeel,
dat men bij de opstelling van het voe-
derplan een goed beeld van de kwali
teit der ruwvoedermiddelen heeft, daar
dit onderzoek voor eigen rekening nog
te weinig plaats heeft. Aangezien deel
name aan de kern niet gratis is, krijgt
men deelnemers, ,,die er wat voor over
hebben", waardoor hot nuttig effect aan
zienlijk kan stijgen. Het werk in de kern
Keurmeesters: A. A. de Rijk uit Roo
sendaal en M. de Zeeuw uit Eindhoven.
Klasse 1. Fondoffers. Aantal inzendin
gen 43.
lo pr. I. van Zielst, N.-Tonge, 93 pt.,
kooi 14; 2e pr. Zoon van Es, Dirksland,
921^ pt., kooi 24; 3e pr. C. Nagtegaal,
Melissant, 921/2 pt., kooi 6; 4e pr. M. du
Pree, Den Bommel, 92 pt., kooi 4; 5e pr.
C. Breur, N.-Tonge, 92 pt. kooi 17; 6e
pr. J. van Soest, Stellendam, 92 pt., kooi
34; 7e pr. L. Arensman, Dirksland, 92
pt., kooi 32; ZEV Peekstok-Hameete,
Dirksland, 92 pt., kooi 31; EV P. Mast,
Den Bommel, 92 pt., kooi 26.
Klasse 3. Fonddulvinnen. Aantal inzen
dingen 36.
Ie pr. W. van 't Hof, Dirksland, 921/2 pt.,
kooi 74; 2e pr. J. H. van den Bolsum,
Ooltgensplaat, 92 Vi pt., kooi 44; 3e pr.
C. A. Luyendijk, Oude Tonge, 92^4 pt.,
kooi 49; 4e pr. .T. Noteboom, N.-Tonge,
92% pt., kooi 72; 5e pr. J. van Alphen,
N.-Tonge, 92l^ pt., kooi 57; 6e pr. Zoon
van Es, Dirksland, 92 pt., kooi 68; 7e
pr. A, Witte, Stellendam, 92 pt., kooi 75;
8e pr. C. van den Berge, Oude Tonge,
92 pt., kooi 71; ZEV A. van den Hoek,
Dirksland, 92 pt., kooi 92; BV J. van
Soest, Stellendam, 92 pt., kooi 73; EV
W. V. d. Voer, Den Bommel 92 pt., kooi
47,
Klasse 3. MUWenfonddoffers. Aantal in
zending-en 67.
Ie pr. Cor Tijl, N.-Tonge, 93 pt, kooi
125; 2e pr. Visser-Peeman, Middelharnis
92'/2 pt., kooi 129; 3e pr. P. Verkerke,
N.-Tonge, 92 V2 pt., kooi 121; 4e pr. Vis
ser-Peeman, Middelharnis, 92^/2 pt., kooi
woidt verricht door een rayonassistent
van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst
die naast het vaststellen van een voeder-
plan, ook op bepaalde tijden stalvoeder-
conti'ole uitoefent op de bedrijven der
deelnemers. Daarbij wordt op een spe
ciaal daarvoor ingericht formulier vast
gelegd: het werkelijk gevoerde ruwvoer,
naam, leeftijd, kalfdatum, melkgift, vet
gehalte en verstrekt krachtvoer van
ieder dier. Ook van het jongvee worden
de rantsoenen opgenomen. Het bezoek
van de assistent wordt per circulaire
meegedeeld, teneinde de veehouder in de
gelegenheid te stellen bij de stalvoeder-
controle aanwezig te zijn.
Dezer dagen lazen we een verslag over
een dergelijke voederkern, van de vorige
winter.
Bij de beantwoording van de vraag:
Wat leerde ons dit eerste seizoen?
schrijft de rayonassistent:
De'belangstelling bij de deelnemers
kan over het algemeen goed worden ge
noemd. Het betalen van 10.voor de
deelname heeft daartoe zeker bijgedra
gen. Wanneer men, zij het op vrijwillige
basis, voor iets heeft betaald, dan ver
wacht men daarvoor wat terug te krij
gen.
Het gratis onderzoek van een ruwvoe
dermonster heeft stimulerend gewerkt
op het doen onderzoeken van het ruw-
vbeder. Ook het feit, dat vele deelne
mers tot het wegen van de rantsoenen
zijn overgegaan wijst in de goede rich
ting. Voor het opstellen van het voeder-
plan verdient het aanbeveling, dat het
ruwvoederonderzoek tijdig geschiedt.
Het voederschema dient persoonlijk
met de boer te worden besproken. De
bezorging van dit schema moet zo mo
gelijk geschieden in de tijd, dat men aan
de voedering van de rantsoenen toe is.
Veel tijd wordt bespaard, als men de
boer vooraf bericht zendt van een voor
genomen bezoek.
Na het uitreiken van het voederplan
word de deelnemer nog 3 maal bezocht.
Vooral dit meerdere persoonlijke contact
is van zeer groot belang bij de veevoe
dingsvoorlichting.
Zou een dergelijke ,,kern" ook op ons
eiland bestaansmogelijkheid bezitten?
Melkveehouders, het zou zeker het
overwegen waard zijn, daarvan zijn wij
overtuigd.
De voorz. van de J.V. opende de ver
gadering door te laten zingen Ps. 138
1, gebed en lezen Lucas 10 25 tot 42.
In zijn openingswoord dankte hij voor
de grote opkomst vooral van de oude
ren, die toch nog belangstelling tonen
voor het verenigings werk. Een jaar
van werken is voorbij en de blik richt
zich weer voorwaarts. Toch is het goed
even stil te staan enj terug te zien en
ook in te zien dat het God is die deze
beide verenigingen in stand houdt. Met
zijn hulp konden wij het werk doen dat
gedaan is, jammer dat nog velen hier
aan niet meewerken.
Uit het jaarverslag der M.V. bleek
dat deze vereniging 15 leden telt. Negen
en dertig onderwerpen werden behan
deld. In kas was nog een bedrag van
9.43. De J.V. behandelde Bijbelse on
derwerpen 15, G.B. 7, K.G. 9, Zending
7, M.O. 4, Staatkunde 6, Vad. Gesch. 11.
Deze vereniging telt 16 leden eni heeft
nog f 55.44 in kas.
Na de lezing van deze verslagen, behan
delde de M.V. bij monde van mej. Jo
van Sprang een onderw. getiteld „Naas
tenliefde", aan de hand van Lucas 10
25 tot 42.
Na bespreking van het onderwerp
volgden enkele voordrachten. Na de
pauze behandelde de J.V. bij monde van
Arie Koppenaal een onderw. getiteld
„De nieuwe vertaling".
Hierop volgde ook een bespreking
waarna een leerzame samenspraak
werd opgevoerd, waar men met ontroe
ring naar luisterde. Aan het einde sprak
ds. Trapman een slotwoord.
Ds. Trapman begon met te zeggen
dat het punt slotwoord no. 11 was. De
voorz. vertelde hem dat hij weer spuit
11 was. Maar zo vroeg hij is de kerk
tegenwoordig geen spuit 11? Durft de
kerk nog wel te spreken in deze tegen
woordige tijd, een tijd die zo gespannen
staat dat liij bijna barst? Neen het is
geen durven, het moet! Immers Gods
Woord gebied het. Gij zijt het zout der
aarde. Gij zijt een stad op een berg,
een licht op de kandelaar. Deze gebie
dende woorden wijzen ons daarvoor ook
persoonlijk aan. Christus geeft ons hier
een mooie taal om met het zoutend zout
de wereld te bewaren voor bederf. Wij
verwachten straks niet een kindje in
de kribbe, maar wij verwachten Chris
tus op de wolken des hemels. Daarom
ook in het verenigingswerk buigen wij
ons over Gods Woord. Daaruit onze
kracht te putten voor het moeilijke
werk dat ons in deze wereld wacht is
de taak op ons de schouders gelegd.
Persoonlijk,'maar ook in het verenigings
leven.
Na het zingen van Gez. 29 sloot ds.
Trapman deze drukbezochte jaarverga
dering met dankgebed.
130; 5e pr. M. du Pree, Den Bommel,
921^ pt., kooi 82; 6e pr. Jannie van Es,
Stellendam, 92 pt., kooi 123; 7e pr. A.
Bakelaar, Achthuizen, 92 pt., kooi 115;
8e pr. D. v. Lenten, Stellendam, 92 pt.,
kooi 122; 9e pr. H. de Man, Dirksland,
92 pt., kooi 91; 10e pr. Jac. Noordijk,
N.-Tonge, 92 pt., kooi 98; 11e pr. Log-
mans-Kievit, Herkingen, 92 pt., kooi 88;
12e pr. Visser-Peeman, Middelharnis,
„11/2 pt,, kooi 131; ZEV Zoon van Es,
Dirk.sland, 91 Va pt., kooi 133; EV Th.
Molissant, N.-Tonge, 91% pt., kooi 94;
EV D. V. Ours, Stellendam, 9iy2 pt.,
kooi 154.
Klasse 4. Mlddenfondduivinnen. Aantal
inzendingen 41.
Ie pr. I. V. Zielst, N.-Tonge, 92% pt.,
kooi 171; 2e pr. A. Witte, Stellendam,
92% pt., kooi 198; 3e pr. L. Arensman,
Dirksland, 92% pt., kooi 189; 4e pr. Log-
mans-Kievit, Herkingen, 92 pt., kooi 166;
5e pr. L. de Jong, N.-Tonge, 92 pt.,
kooi 177; 6e pr. Cor Breur, N.-
Tonge, 92 pt., kooi 174; 7e pr.-M. du
Pree, Den Bommel, 92 pt., kooi 161;
8e pr. H. v. Noord, Oude Tonge, 92 pt.,
kooi 160; ZEV C. v. d. Berge, Oude
Tonge, 91% pt., kooi 185; EV A. Witte,
Stellendam, 91% pt., kooi 199.
Klasse 5. Vitesse doffers. Aantal inzen
dingen 19.
Ie pr. Jan Bakker, N.-Tonge, 92 pt.,
kooi 211; 2e pr. A. v. Kampen, Oude
Tonge, 92 pt., kooi 202; 3e pr. Visser-
Peeman, Middelharnis, 91% pt., kooi 214;
4e pr. Jac. v. Alphen, N.-Tonge, 91%
pt., kooi 207; ZEV Visser-Pooman, Mid
delharnis, 91% pt., kooi 213; EV Peek
stok-Hameete, Dirksland, 91% pt, kooi
218.
Klasse 6. Vitesse duivinnen. Aantal in
zendingen 23.
Ie pr. Zoon van Es, Dirksland, 92% pt.,
kooi 232; 2e pr. D. van Ours, Stellen
dam, 92 pt., kooi 236; 3e pr. M. de Blok
Middelharnis, 92 pt., kooi 239; 4e pr. J.
H. V. d. Bolsum, Ooltgiensplaat, 92 pt.,
kooi 359; 5e pr. J. Mans, Melissant, 92
pt., kooi 233; ZEV H. v. Noord, Oude
Tonge, 91% pt., kooi 220; EV M. de Blok
Middelharnis, 91% pt., kooi 240.
Klasse 7. Jonge doffers. Blauw-blauw-
kras - zwart-zwartkras. Inzendingen 63.
Ie pr. Th. Melissant, N.-Tonge, 92 pt.,
kooi 260; 2e pr. A. Melissant, N.-Tonge,
92 pt., kooi 270; 3e pr. F. Huizer, Den
Bommel, 92 pt., kooi 289; 4e pr, Jan
Bakker, N.-Tonge, 91% pt., kooi 283; 5o
pr. M. du Pree, Den Bommel, 91% pt.,
kooi 246; 6e pr. Th. Melissant, N.-Tonge
91% pt., kooi 259; 7e pr. Jac. Breeman,
N.-Tonge, 91% pt., kooi 266; 8e pr. A.
Holleman-Lugthart, Dirksland, 91% pt.,
kooi 292; 9e pr. L. Arensman, Dirksland,
91% pt., kooi 296; 10e pr. J. K. v. Wijk,
Goedereede, 91% pt., kooi 297; 11e pr. A.
V. d. Hoek, Dirksland, 91% pt., kooi 301;
12e pr. Cor Tijl, N.-Tonge, 91: pt., kooi
278; ZEV J. H. v. d. Bolsum, Ooltgens
plaat, 91 pt., kooi 245; EV Jac. Verse-
put, N.-Tonge, 91 pt., kooi 261.
Klasse 8. Jonge dnivlnnen. Blauw-blauw-
kras - zwart-zwart-kras. Inzendingen 40.
Ie pr. I. V. Zielst, N.-Tonge, 92 pt., kooi
316; 2e pr. Jan Bakker, N.-Tonge, 92 pt.
kooi 335; 3e pr. Jac. Verseput, N.-Tonge,
91% pt., kooi 317; 4e pr. C. v. d. Berge,
Oude Tonge, 91% pt., kooi 341; 5e pr.
Logmans-Kievit, Herkingen, 91% pt.,
kooi 310; 6e pr. D. v. Lenten, Stellendam
91% pt., kooi 327; 7e pr. Th. Melissant,
N.-Tonge, 91% pt., kooi 314; 8e pr. C.
Kortoweg, Middelharnis, 91% pt., kooi
336; 9e pr. J. v. Dijk, Dirksland, 91% pt.,
kool 348; 10e pr. Jannie v. Es, Stellen
dam, 91 pt., kooi 331; 11e pr. W. v. 't
Hof, Dirksland, 91 pt., kooi 351; ZEV
L. do Jong, N.-Tonge, 91 pt., kooi 320;
EV Hoek-v. Lenten, Stellendam, 91 pt.,
kooi 307.
Klasse 9. Jonge doffers. Alle overige
kleuren. Inzendingen 33.
Ie pr. A. Bakelaar, Achthuizen, 92 pt.,
kooi 385; 2e pr. J. Guldemeester, Dirks
land, 91% pt., kooi 363; 3e pr. Visser-
Peeman, Middelharnis, 91% pt., kooi 371
4e pr. A. V. Kampen, Oude Tonge, 91%
pt., kooi 356; 5e pr. J, v. Alphen, N.-
Tonge, 91 pt., kooi 367; 6c pr. Logmans-
Kievit, Herkingen, 91 pt., kooi 362;
ZEV A. Bakelaar, Achthuizen, 90% pt.,
kooi 387; EV Logmans-Kievit, Herkin
gen, 90% pt., kooi 361.
Klasse 10. Jonge duivinnen. Alle overige
kleuren. Inzendingen 49.
Ie pr. K. J. Zegelaar, Den Bommel, 92%
pt., kooi 401; 2e pr. A. Melissant, N.-
Tonge, 92 pt., kooi 408; 3e pr. C.
Schwiebbe, Achtuizen, 92 pt., kooi 192;
4e pr. L. Arensman, Dirksland, 92 pt.,
kooi 424; 5e pr. F. Huizer, Den Bommel,
91% pt., kooi 417; 6e pr. Hoek-v. Len
ten, Stellendam, 91% pt., kooi 395; 7e
pr. J. Guldemeester, Dirksland, 91% pt.,
kooi 399; 8e pr. J. Krijgsman, Middel
harnis, 91% pt., kooi 415; ZEV Peek
stok-Hameete, Den Bommel, 91% pt.,
kooi 422; EV M. du Pree, Den Bommel,
91% pt., kooi 392.
Klasse 11. Late jonge doffers. Aantal
inzendingen 5.
Ie pr. K. J. Zegelaar, Den Bommel,
90% pt., kooi 432; ZEV J. Noordijk,
N.-Tonge, 89% pt., kooi 436.
Klasse 12. Late jonge duivinnen. Aantal
inzendingen 14.
Ie pr. H. de Man, Dirksland, 92 pt., kooi
440; 2e pr. C. Felsbourg, N.-Tonge, 91%
pt., kooi 444; 3e pr. J. Noteboom, N.-
Tonge, 91% pt, kooi 450; ZEV C. Kor
teweg, Middelharnis, 90 pt, kooi 438.
Het aantal inzendingen bedroeg 441
duiven. Stand Jan Bakker 10 duiven.
Schoonste oude doffer
I. V. Zielst, N.-Tonge, met de Holland
1949 - 487507.
Schoonste oude duivin.
I. V. Zielst, N.-Tonge, met Beige 1955-
'2309516.
Schoonste jonge doffer.
Th. Melissant, N.-Tonge,
1956 - 427759.
met Holland
Schoonste jonge duivin.
I. V. Zielst, N.-Tonge, met Holland 1956-
427964.
Voor de voorkeuring van de Olympiade
te Utrecht komen in aanmerking: Zoon
van Es te Dirksland met de Holland
1952—749445; I. v. Zielst te N.-Tonge
met de Holland 1949 - 487507.
Telkenjare bereiken het Hoofdbestuur
van de Nederlandse Vereniging tot Be
scherming van Dieren uit alle delen van
het land klachten, dat kleine dieren, als
b.v. pluimvee en konijnen op vaak af
schuwelijke wijze worden gedood. Het is
wel voorgekomen dat ouders aan kinde
ren van ca. 1012 jaar opdracht gaven
om konijnen met dun touw of ijzerdraad
in de schuur op te hangen. Toen een jon
gen, die daaraan met weerzin gehoor
zaamde, na ongeveer 3 uur zijn vader
mededeelde dat het konijntje nog spar
telde, gaf de vader ten antwoord: „Trek
hem dan maar aan zijn achterpoten".
Ook zijn Dierenbescherming gevallen
bekend dat konijnen levend werden ge
vild en de ogen ,,uitgepeld", (waaruit
het dier moest verbloeden) en ook dat
kippen levend werd geplukt.
Dierenbescherming vraagt zich af hoe
het mogelijk is, dat men feest kan vie
ren en met name het grote Vrede-feest
van Kerstmis, wanneer men van te voren
éen dergelijke executie aan weerloze die
ren heeft volbracht of heeft laten vol
brengen, ook door kinderen
Er zijn in ons land verschillende abat
toirs, waar men voor zeer geringe prijs
de dieren kan laten slachten en het vlees
wordt dan ook door deskundigen ge
keurd. Men kan zich ook voor het
slachten van dieren vervoegen bij bona
fide poeliers.
Dierenbescherming wijst er voorts
nog op, dat o.m. het ophangen van ko
nijnen en het levend plukken van kip
pen en dergelijke voor de wet strafbaar
is en dat meer dan anders en wel in
verband met de zeer vele klachten die
in 1956 Dierenbescherming heben be
reikt, door de Inspecteurs der Neder
landse Vereniging die over het gehele
land hun standplaats hebben nauwkeurig
hierop zal worden toegezien. Ook de po
litie is ten opzichte van dit toezicht
haar sterke bondgenoot.
Deze laatste mededeling bedoelt niet
in de eerste plaats een dreigement te
zijn, want Dierenbescherming rekent in
tussen op de goodwill van het gehele Ne
derlandse Volk.
Evenwel, in gevallen waarbij duidelijk
opzettelijke wreedheid en niet te veront
schuldigen ondoordachtzaamheid blijkt,
zal zeer zeker worden opgetreden.
Wenken voor het pijnloos doden van
kleine huisdieren formuleert de Neder
landse Vereniging tot Bescherming van
Dieren als volgt:
Het doden van voor de consumptie
bestemde dieren.
De instrumenten voor het slachten
(mes, hakmes, bijl) moeten scherp en
zonder scharen (schaarden) zijn.
Is bedwelming onmogelijk dan zorge
men ervoor, dat na de halssnede de kop
niet naar beneden hangt. Zolang bloed in
de hersenen is, leeft en voelt het dier.
Bij een opgerichte kop, waarbij de snij-
wond van de hals naar beneden ligt,
sterft het dier spoediger, daar het bloed
dan uit de hersenen kan afvloeien.
Oevogelte:
Waar de kopvorm het toelaat, bedwel
men men door een krachtige slag met
een houten hamer ,op de door een tafel
gesteunde kop en snijde daarna dit
lichaamsdeel af. Voor grotere vogels als
ganzen verdient het aanbeveling, deze
van te voren zo in een zak te doen, dat
alleen de kop eruit steekt. Is bedwelming
onmogelijk, dan snijde men met een
scherp mes snel de kop af.
Vissen:
Men bedwelme met een krachtige slag
op de door een vaste onderlaag gesteun
de kop en snijde dan dit lichaamsdeel af.
Wanneer de vis bestemd is om met
de kop te worden opgediend, dan snijde
men na de bedwelming de wervelkolom
achter de kop door. Pas daarna mogen
de vissen worden ontschubt.
Alen pakke men met een droge doek
en behandele ze overigens als andere
vissen. Nooit legge men ze levend in zout
of azijn en nimmer mag de huid eraf ge
trokken worden, als ze nog levend zijn.
Schaaldieren:
Kreeften, krabben en garnalen dom-
pele men onder in kokend zout water en
houde ze ondergedompeld tot ze leven
loos zijn. Met het oog op de afkoeling
van het water neme men niet te veel
tegelijk in een pan of ketel. Nooit mo
gen ze met koud of lauwwarm water
worden opgezet. Pas na de dood mogen,
waar nodig, de ingewanden worden weg
genomen.
Konijnen:
Konijnen houde men bij de lendenen
vast, zodat het hoofd naar beneden hangt
en geve dan met een stevig stuk hout,
b.v. een niet te lichte hamersteel, een
krachtige slag op het achterhoofd achter
de oren. Daarna late men ze verbloeden.
Wanneer men geen routine heeft, wende
men zich zoals gezegd tot een te
goeder naam en faam bekend staande
poelier of tot het gemeentelijke abattoir.
Transport en bewaren van gekochte
dieren.
Gevogelte moet men ongebonden in een
net met een vaste bodem vervoeren en
vissen in water.
Is dit laatste niet mogelijk, dan late
In het jaar 1892 ging ik varen bij Timmers uit Oudenbosch, die een tjalk
had van 86 ton, waarmee we grind en stenen uit Nijmegen haalden. Man en
vrouw maakten vaak herrie, maar voor mij waren ze goed. Op 8 november 1395
stierf de schipper. Met de vrouw heb ik toen nog een hels pulp gehaald, maar
daarna wilde ze niet langer varen. Hoc graag had ik schipper willen worden
maar 't ontbrak mij aan geld om het erin te steken. Tot vier keer toe is rf,jj
de kans ontgaan, het laatst op 't schip van Kaatje Korvink. In 1893 heer.ste de
influenza erg in ons land, vooral in Noord-Brabant; per dag stierven sof^s
300 mensen. Met Kerstmis lagen we bij de Cruqius bij Spaarnegat, waar we in
't ijs gesloten werden. Ik koek naar boven naar de prachtige sterrenhemel
en werd bepaald bij de herders, die opgingen om het Kindeke Jezus te aan
bidden.
Toen we weer vlot waren, voeren we
naar Dordrecht en daarop naar huis.
In die winter deed ik mijn belijdenis. De
dag na mijn aanneming tot lidmaat van
de kerk kwam Jan van den Hoek aan
mijn moeder en mij do tijding brengen,
dat broer Piet verdronken was. Martien
wilde toen ook niet meer gaan vissen
en zocht als ik werk in de binnenvaart.
Ik bracht al mijn loon aan moeder en
veranderde nogal eens van schipper.
In 1896 kwam Adriaan Langbroek me
vragen of ik bij hem wilde komen als
knecht. Vader Boeter zou een schip ko
pen en dan zou ik hem vaarwijs moeten
maken. Maar de zaak ging niet door.
De 6e maart 1896 bleef Frans Akkers
mot vrouw en kind in een storm, hun
scheepje dreef stuurloos rond.
In dit jaar zijn de Bieningen uitge
graven met Sliedrechts materiaal, wat
een grote verbetering voor de scheep
vaart was.
In 1896 stierf ook mijn grootmoeder;
mijn moeder erfde wat spullen en enig
geld, waarvoor zij o.a. een goed bed
kocht. Mijn broer Martien kreeg kennis
aan een meisje en vertrok naar Amerika
In 't zelfde jaar verdronk Arie de
Waard bij 't vergaan van de Pionier in
't Goeroese Gat. De schuit was vol vis.
Twee dagen later werd het lijk gevonden
met een lijn om 't lichaam. Ook Heintje
Groen verdronk dit jaar bij Dintelsas.
In 1897 voeren wij stenen naar Den
Haag en hooi naar Rotterdam voor
paarden van de tram. De 6e juni lagen
we bij 't Zuidlandse veer, toen een gewel
dige storm losbarstte. We kwamen er
goed af, maar vele scheepjes gingen in'
de diepte en heel wat vee verdronk. In
dat jaar kocht de heer Slis drie sche
pen van Pernis en wij moesten de inven
taris daarvan halen.
Op de sleepboot.
In 1898 ging ik naar Rotterdam om
als knecht op een sleepboot te varen,
de Hugo, en vandaar ging ik over op
een grote kast van 400 last, waarop wij
met z'n tweeën als knecht voeren. Ik
bleef er tot januari 1899. Ik had toen
flink wat verdiend en ging met het geld
naar mijn moeder, bij wie ik een maand
bleef. Er was ook dit jaar weer een
storm, die veel ongelukken maakte.
In 1899 maakte ik 15 reizen aan boord
van de schuit van Adriaan Verschoor.
De laatste reis leverde het meeste geld
op. We kwamen uit Antwerpen, lichtten
een schip, inet twee andere schepen en
kregen vijf gulden per last met vrij sle
pen naar de Geestbrug bij Den Haag.
Staking
De winter van 1900 bracht veel
sneeuw mee. Er was toen een grote
bootwerkersstaking in Rotterdam. Veel
graan ging verloren door broei in de
schepen, want het werk in de haven lag
zes weken stil. Toen moesten we gaan
varen voor 100 centen per last, katoen-
pittenmeel, een nare vracht. Maar drie
grote reizen naar Mechelen maakten het
jaar toch goed. Wel hadden we één keer
veel overlast van zware storm. We had
den 135 last suiker aan boord de golven
liepen de roef in en de suiker werd nat.
We konden het schip niet op de zate
(ligplaats) krijgen, ook niet toen het
water ging vallen. De schuit zat met
het voorschip bijna op de wal, maar 't
achterschip lag in diep water, waardoor
we groot gevaar liepen vol te lopen, 't
scheelde maar een haarbreed of 't wa
ter was naar binnengestroomd.
De 26e dec. kon ik weer naar huis met
drie maanden loon.
In mijn hart was grote dankbaarheid
jegens de Heere en ik werd bepaald bij
Psalm 105 vers 3:
men ze door de verkoper op de boven
aangewezen wijze bewusteloos maken
en ultbloeden.
Het bewaren van kreeften in winkels
en restaurants met dichtgebonden scha
ren is voor die dieren een kwelling. Is
het nodig ze levend te bewaren, dan doet
men dit in ijs.
Nog een verzoek:
Het komt voor, dat levende dieren voor
de consumptie worden verloot. Ze wor
den dan helaas soms weken van te voren
in etalages van winkels geplaatst als
lokmiddel voor het kopen van loten.
Dierenbescherming dringt erop aan,
dat zij die verantwoordelijkheid voor de
verloting dragen, een bon aan de win
naar verstrekken, waarop wordt ver
meld waar het gewonnen dier geslacht
kan worden afgehaald. Bij het winnen
van het levende dier zal dan de ver
plichting moeten worden gesteld, dat de
eigenaar het door een bonafide poelier
of op een abattoir laat slachten.
Het afsteken van vuurwerk op de
oudejaarsdag
Ons bereiken elk jaar klachten, dat
door het afsteken van knallend vuur
werk heel veel huisdieren in grote angst
worden gebracht.
Kortgeleden ontvingen wij zelfs een
schrijven van een veehouder, die ons
mededeelde, dat het vorig jaar een
drachtige koe in zijn stal zo onrustig
werd, dat ze ontijdig ging kalven.
Wij doen een beroep op de ouders,
maar rechtstreeks op de jeugd om toch
vooral geen knallend vuurwerk af te
steken.
In elk geval adviseren wij aan de ei
genaren van honden om hun viervoeters
binnen te houden, liefst in de huiska
mer waar men zelf vertoeft en als het
moet om de dieren aan de lijn uit te
laten, immers er waren honden, die, ge
dreven door angst, soms tot ver buiten
de grenzen van de bebouwde kom der
gemeenten vluchtten.
Vraagt naar de Heer en Zijne sterkte
Naar Hem, die al uw heil bewerkte
Zoekt dagelijks Zijn aangezicht.
Gedenkt aan 't geen Hij heeft verricht
Aanvaringen
In 1901 kon ik weer gaan varen bij
Hendrik van Dongen van Sliedrecht, die
mij een goed loon betaalde. We maakten
een reis om planken te halen voor dj
nieuwe sluis in Terneuzen en haalde
daarna straatstenen voor Haarlem, Wij
maakten averij door togen een brug te
varen en de schipper moest direct loj
gulden storten eer hij permissie kreeg
door te varen. Maar de rechtbank heeft
later alles ten beste geschikt.
De 9e juni werd onze schuit aangeva
ren door een rondzwaaiende Harwicli.
boot. Het kwam geducht aan, onze mast
brak en viel met een daverende slag op
't vooronder. Door Gods hulp waren we
aan een groot gevaar ontsnapt, want
persoonlijke ongelukken hadden we niet,
In 1902 moesten we varen voor 45
centen het last en dan is er niet veel te
verdienen. We maakten een paar reizeo
naar Leuven en in Mechelen kocht ik
zes stoelen voor mijn ondertrouwde zus
ter Kommertje. Ik bracht ze in Rotter
dam op de boot met vier mud kolen voor
moeder. Later werd de betaling beter,
want voor een lading suiker kregen we
3 gulden 25 per last.
In 1902 lieten de Menheersense reders
een reis naar IJsland maken, omdat ze
meenden, dat daar meer vis zou zitten.
Barend en ik gingen mee, maar de reis
is op een mislukking uitgelopen, de
vangst was zeer schraal. (Over deze reis
is in een vroeger artikel over F. en T,
door mij al een en ander verteld, d. E,)
Malheur
In 1903 kwam ik bij W. van Dongen,
Weer kreeg ik een ongeluk, want in de
Maashaven beet een hond in mijn hand
zodat de dokter er aan te pas moest
komen. En op 23 april volgde een tweede
malheur; bij 't strijken van de mast
kwam deze te vlug en dus te hard neer
en ik brak mijn knieschijf. We voeren
toen naar de Ruhr en daar moest ik
naar 't ziekenhuis. Daar kwam mijn moe
der me bezoeken. Ze was meegevaren
met een schipper en bleef vier weken bij
ine. Toen werd ze ziek. De dokter con
stateerde dat ze er niet best aan toe was
In de eerste plaats had ze heimwee naar
huis, maar lever, nieren en hart waren
ook niet in orde. Daarom was het geluk
kig, dat ze weer naar 't eiland terug
kon.
(Wordt vervolgd)
ACCOOBD
Uit de Kerkbode voor de Hervormde
Gemeenten op Tholert en St. Philip.slantl
knipten wij onderstaand artikeltje,
waarmede wij gaarne onze instemming
betuigen.
Waarom worden onze Chr. Feestda
gen ontwijd door een bazar? En dat op
het „orthodoxe" Tholen.
Aan vele dingen moet men toch wel
even wennen. Een dezer dagen las ik,
dat er o.a. op 2e Kerstdag een bazar is
ten bate van het Groene Kruis, en eer
lijk gezegd: „Dit stuit mij tegen
borst." Ik kan mij njet voorstellen,
wanneer men, nog enigszins leeft Hj'
Gods Woord, en wanneer wij iets mo
gen verstaan van het Kerstgebeuren,
van het grote werk Gods tot onze red
ding en verlossing, dat wij dan van de
kerkdiensten en de Kerstfeestviering
met de kinderen van de Zondgasschool
nog behoefte hebben aan een bazar, met
alles wat daaraan verbonden is. Voor
mijn gevoel strijdt dit van alle icanten
met elkaar. Het gaat er toch maar niet
om, dat wanneer wij een preek gehoord
hebben, wij dan verder maar kunnen
doen en laten wat wij willen. Er is tocli
altijd nog iets als een, Christelijke Le
vensstijl, al is die bij velen ver te zoe
ken. Want wat mij persoonlijk het meest
treft is dit, dat velen zulk een gedach-
tengang niet eens kunnen of willen
volgen en direct klaar staan met woor
den als conservatief", of als men ze
wijst op vele andere Protestantse ge
meenten in ons vaderland, die soms
kerkelijk heel anders, in veler 008
„lichter" georiënteerd zijn, maar waar
zulke dingen op 2e Kerstdag niet ge
beuren. Men te horen; krijgt: „Daar zijn
ze nog achterlijk". Ik wenste dan wel
dat velen uit onze omgeving iets van
die achterlijkheid mogen bezitten en
dat leer en leven niet langer meer 2-
tegenovergestelde begrippen zijn, maar
een eenheid vormen. En juist omdat W
hier gaat om een zeer goed doel, be
treur ik het des te meer dat dit gedaan
wordt op een tijd, waarop niet allen er
aan deel kunnen nemen!
A. Breure
(Ned. Herv. predt.)
ARM CHRISTENDOM.
Wij vernamen, dat men het op St. A-
nog een graadje erger maakt. Daa'
wordt op 2e Kerstdag een bazar ge'
houden in de openbare lagere school
voor de muziekvereniging.
Het is jammer, dat de gezaghebbende
instantie daar toestemming voor ver
leende, j
Men had o.i. in elk geval de Kerstda»
moeten „sparen".
Wij weten het.
Als men niet naar de bazar gaat, ztt
men wellicht in de herberg.
Nu houdt de bazar misschien jong
mensen uit de herberg en is de J^S^
Kerstdag (denk dit eens even door) 9^'
vuld.
Arm christendom.
Kanttekenaal