EiiAriDEri-niEUWS Eb loed Bevestiging en intrede van Ds. \V. Netjes in de Geret Kerk te Stellendam De intrede te Melissant Kamer van Koop handel te Dordrecht verplaatst en V N H H Dat doet de Bank voor mij 2e Blad Zaterdag 31 Maart 1956 No. 2487 N H H N H H „De bank regelt mijn zomervakantie" Nederlandsche Handel-Maatschappij, N.V. REPORTAGES De bevestiging De intrede Toespraken Gala-concert door ;,Sempre Crescendo" Krachtige groei en ont wikkeling bij Slavenburg's Bank *ji',tniï De Kieaenteonlug met auto, tele foon en onderstand „Oud en arm" is van de baan Voor 't Bijk nog een paar miljard schuld in petto. pe heren van het gilde der inbrekers hebben zo ik hoorde, een eigen taaltje. Niet iedereen behoeft dat te verstaan Zo zijn bij hen de „Kienen" de valse sleutels waarvan zij zich bedienen. ongelukkig als ge zo bestolen wordt, want bij valse sleutelgebruik keert de as- turantie (de „orthodoxe verzekering," jegt minister Suurhof, want hij heeft een nieuw soort verzekering gemaakt, waarin men maar zo'n beetje voort mod dert) ik zeide, dan keert de assurantie niets uit. j 't IS altijd beter verschoond te bleven van de visites van deze mannen. Nu was er één, een héle specialist, ze noemden hem de Kienenkoning, hij had een prachtverzameling sleutels, wel 'n paar honderd stuks, 'n merk zei hem niets Toen is deze man, die beroeps-in- breker was, gestorven en vermaakte zijn sleutels aan de M. die ook in datzelfde handwerk zat. Met zijn vriend bij een van die inbraken verrast, kwam de M met het hele zaakje op de Noordsingel terecht en lagen er 'n 250 valse sleu tels bij de rechters op tafel. De hoofddader moest er zes jaar en de assistent vier jaar voor opknappen. Met nog enkele andere inbrekers had den zij in enkele maanden tijds in Rot terdam voor meer dan 19000.aan geld en goederen buit gemaakt. Hier 4400.—, daar voor 1000. zeemlappen en scheermesjes; elders voor 15000.— automateriaal en zo maar voort. Al die buit werd 's nachts per auto vervoerd. Gij zegt; hoe is 't mogelijk! Het speel de zich in 1953 af; er was ook toen blijk baar onvoldoende politiecontrole. Men kan ook niet in elke straat des nachts een agent posteren. Beide heren hadden een zacht steun tje van Sociale Zaken. Werken konden zij niet, want zij moesten des daags sla pen om 's nachts te kunnen inbreken. De handlanger was in bezit van een auto, die heb je bij zulk werk nodig en hij reed er mede naar het steunbureau om zijn geld te halen. Bovendien was meneer telefonisch aangesloten, wat, zo als nog blijken zal, ook erg gemakkelijk was om een prachtstunt uit te voeren. Hier is even plaats voor een opmer king. Men spreekt zo vaak van de hulp verlening „van mens tot mens". Maar onze sociale aspiraties zijn van zulk een aard geworden, dat de ondersteunde nu „cliënt" moet heten, die zelf moet vertellen hoe hij het best geholpen kan worden. In dat systeem past ook niet hem veel in zijn huis op te zoeken of lang tegen hem te zeuren; er is een steunta- rief en als de aanvrager aan de objectie ve normen voldoet, kan je het steunbe drag zo aflezen. Ware er nu maar meer contact „van mens tot mens" geweest, dan had bij bezoek en doorwandeling van de> woning de vraag kunnen rijzen, ;waar de telefoon voor diende. En zou ook van het nut van de auto rekenschap gegeven moeten zijn. Dit betekent niet dat Soc. 5^ken maar raak betaalt. Er is zelfs een nachtelijke controle voor mannen en vrouwen die dat nodig heb ben). Want er is veel fraude. Daar zou een boekje, althans een brochure over te schrijven zijn. Op Sociaal gebied rijden wij snel voort maar de wissel staat verkeerd. „Oud en arm" is nu van de baan, zegt de Kamer voorzitter triomfantelijk. Ik help het hem wensen. Maar zie het nog niet. Want tegenover de nu komen de ouderdomsuitkering van 1300. voor man en vrouw staat, dat een plaats je in een oudeliedenhuis met 50.per persoon per week niet gedekt is. Wat de ouden dan tekort komt moet de gemeente maar bijpassen. Zo staat het in Rotterdam. Van „arm" gesproken En ik herinner er aan dat het Burg. Pen sioenfonds voor de ambtenaren op zijn wetenschappelijke balans ^2% miljard te kort komt, dat is twee duizend twee honderd vijftig miljoen gulden te kort, hoe ge 't ook wendt of keert. Zie Hande lingen Eerste Kamer, november 1955. Een particulier die zo doet was al lang gevangen gezet. Er staat dus f inan- tiëel voor Nederland nog een potje ten vure! Maar wi] hebben de welvaart in ons hoofd en bedragen met zoveel nullen gaan ons boven de pet. Het Nederlandse volk wordt echter ondersteimd door..., het Nederlandse volk! Het mocht wel van de daken ge schreeuwd worden, maar nienaand doet dat. Maar nu de prachtkraak met telefoon en auto. Nu is het blad echter vol, dus moet u even geduld hebben. Waarnemer. PLAATST UW FAMILIEBERICHTEN IN ..EILANDEN-NIEUWS" 1 Voor buitenlands geld en reischeques ga ik altijd naar mijn bank, de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Deze maakt het mij zeer gemakkelijk, v^ant ook mijn reisbagage- en ongevallenverzekering >*'ordt door haar verzorgd. Hebt u ook al een exempliar van de reisfolder van de N.H.M, met tal van praktische wenken? Deze folder is gratis verkrijgbaar. ALLE BANKZAKEN OVER DE OEHELE WERELD CORRESPONDENTSCHAP MIDDEUaARNIS Zandpad 108, Telefoon 2709 Het was Zondag voor de Geref. Kerk van Stellendam en ook van Mellssant een blijde dag, dat zij kort na het vertrek van Ds. Los weer zo spoedig een eigen predikant mochten ontvangen. Ds. W. Netjes werd des morgens in de ambtelijke bediening bevestigd door Da. K. J. Kremer van Halle (Gld.) en deed des middags zijn intrede en om 4 uur van diezelfde dag ook zijn intrede te Melissant. Er was voor alle diensten grote belangstelling. In de ochtenddienst werd gelezen Jes. 33 van vers 5 tot het einde. De tekst die Ds. Kremer nam was Joh. 19 30: „Het is volbracht". Het thema was dan ook „Het volbrachte werk van Christus". ZEerw. stond stil bij het woordje: „Hét", Hét is volbracht en ten 2e bij „volbracht". Hét, is de inhoud van het werk van Christus in Zijn lijden als knecht des Heeren. Dat is wat volbracht werd toen hij het zesde kruiswoord uitsprak „Volbracht" heeft betekenis voor hen die rusten in het geloof, die mogen zien op het vol brachte werk van Christus. Niets uit ons; maar alles uit Hem. Ds. Kremer bracht dit over, dat de nieuwe predikant daarom nu een vol evangelie mocht brengen. In een per soonlijk woord werd dit nader aange geven. Na de predikatie werd het formulier voorgelezen en klonk het plechtig: „Ja ik, van ganser harte". De gemeente zong de nieuwe predikant toe Gezang 29 tweede gedeelte. Ds. Kremer wekte de gemeente op hun predikant in liefde te ontvangen, hem de tijd te laten zich in te werken en bovenal te dragen op de vleugelen des gebeds. De intrede had des middags half 2 uur plaats. Aangevangen werd met het zin gen van Ps. 68, votum en zegen. Ge loofsbelijdenis, zingen Ps. 118 14, lezen Jesaja 55 111 en Jeremia 1 4 t/m 12 en gebed. De tekstwoorden waren Jer. 1 12 het 2e gedeelte: „Ik waak over mijn woord om dat te doen". Voor de gemeente en voor mij als dominee is het vandaag een belangrijke dag, aldus begon spr. Een nieuwe pe riode begint. Maar wij zijn daarin toch niet het belangrijkste. Alles in dit le ven heeft plaats in het grotere geheel. De vraag is: wat doet de kerk, wat moet ze doen, wat zijn haar rechten en pre tenties? Wij zijn daarbij een onderdeel van de grote Kerk, die God bijeen brengt. Je remia leefde ook al in die Kerk. De ar beid in Gods kerk is noodzakelijk, want God heeft gesproken. Ze is ook moge lijk, want God waakt daarover. Hij waakt over Zijn woord. God moet cen traal worden gesteld. Zijn spreken is doen b.v. de schepping. En daarbij worden mensen ingescha keld. Zo geldt de opdracht aan Jeremia eigenlijk voor heel de kerk. En in hét Nieuwe Testament eveneens de op dracht aan de apostelen. En zo moet het want het gaat om Gods woord. De tekst toont de mogelijkheid. Het visioen aan Jeremia geeft de zekerheid. Gelijk de amandeltak, die het eerst van alles bloeit en dus wakker is zo is God wakker en zo moet ook de kerk wakker zijn. God kent bij die opdracht geen pardon; wel geeft hij steun. En dat geeft ons zekerheid. Bij wankelmoedigheid kunnen wij daaruit weer kracht putten en dan heeft ons leven, ons doen zien, omdat God zelf het geeft. God waakt. Daarna werd gezongen: Gez. 22 3. Vervolgens sprak namens kerkeraad en gemeente de wnd. voorz. van de ker keraad dhr. A. Brinkman. Bij het afscheid van Ds. Los was er weemoed en toch nog vreugde omdat we toen al wisten dat Ds. N. naar Stel lendam zou komen. Vandaag is het voor u en voor ons een dag van vreugde en dank. Allereerst dank aan Ds. Muntingh van Middelharnis voor de periode van zijn consulentschap, dat hij met de liefde van zijn hart heeft vervuld. Spr. zei vevolgens, dat de gemeen te van Stellendam er een is van zon daars en vroeg Ds. N. de gebreken te willen aannemen met liefde en geduld, vermanend, bestraffend, troostend, om dat de Grote Herder Ds. N. hier heeft geplaatst. De kerkeraad hoopt daarbij een steun te kunnen en mogen zijn. Ook mevr. N. werd welkom geheten. Spr. hoopte dat mevr. N. niet de stille figuur op de achtergrond zal zijn, maar dat ook zij in de gemeente zal komen. Vervolgens sprak de bevestiger Dr. K. J. Kremer van Halle (Gld.) namens de ouders van Ds. Netjes. Bij hen heeft het vertrek uit het ouderlijk huis van Ds. N. diepe ontroering gewekt en toch ook grote blijdschap, omdat hier een ideaal werd vervuld. Zij hopen dat hun zoon in Stellendam vruchtbaar zal mo gen werken onder de zegen des Heeren. Op verzoek van de ouders werd gezon gen Ps. 75 1. Hierna sprak namens de classis Briel- le de consulent Ds. G. C. Muntingh van Middelharnis een gelukwens uit. Hij gewaagde van de ongerustheid, die ging heersen toen vrij kort na elkaar 3 Geref. predikanten het eiland verlieten. Maar God heeft het goed gemaakt en zeer spoedig de lege plaatsen gevuld. Gedurende zijn consulentschap van 2 maanden heeft hij ervaren dat Stellen dam een goede gemeente is. Hij sprak de hoop uit, dat men elkaar zal vinden en in liefde dragen, zoals Gods kracht ons draagt. Aan Mevr. Netjes gaf hij de raad niet al te stil te zijn. Namens de Ned. Herv. Gemeente van Stellendam sprak ouderling Ver biest een hartelijke gelukwens en wel kom uit. De Eerw. Heer Bouman was door ziekte helaas verhinderd aanwezig te zijn. Spr. hoopte, daarbij wijzend op het grote offer des Heeren, dat het Ds. N. door Gods Licht bestraald, gegeven zal zijn de gemeente te leiden. Spr. ver trouwde dat waar nodig, ook in de toe komst de samenwerking tussen beide kerken geod zal zijn. Als laatste spreker voerde de burge meester J. Baron van Knobelsdorff het woord. Na dankzegging voor de uitnodi ging van het gemeentebestuur sprak hij de hoop uit, dat het contact met Ds. Netjes even goed zal zijn als met zijn voorganger Ds. Los, die vooral op maat schappelijk terrein een warme interesse had. Spr. vraagt de voorbede voor de burgerlijke gemeente, opdat ook het werk daarvan vruchtbaar moge zijn. Hierna zong de gemeente staande Ds. Kleuren van Paaseieren. Het kleuren van Paaseieren is voor de kinderen altijd een. waar feest en vooral wanneer dit door het warme voorjaaszonn«tj» buiten, op de stoep voor het huis kan geschieden. Vol trots tonen zy hun Paaseieren. 1 en Mevr. Netjes de zegenbede van Ps. 134 vers 3 toe. Tenslotte sprak Ds. Netjes een woord van dank mede namens zijn echtgenote, waarin hij getuigde van zijn hoop op een goede tijd voor de gemeente onder de zegen des Heeren. Tot slot van deze dienst in de tot de laatste plaats bezette kerk werd gezon gen Gez. 22 5, waarna de nieuwe pre dikant voor de eerste maal de zegen op de gemeente legde. De intrede van Ds. Netjes in de Geref. Kerk alhier had Zondagmiddag voor een stampvolle kerk plaats. De predika tie die werd gehouden was ongeveer gelijk aan die te Stellendam, zodat we die hier voorbijgaan en ons alleen be palen tot de toespraken. Ouderling Baart voerde na de predi katie het woord namens kerkeraad en gemeente. Hij riep ds. en mevr. een welkom toe en bracht dank aan God, dat hijn na 10 jaar vakant te zijn ge weest, weer een eigen predikant was geschonken. Hij hoopte dat zijn Zender, de Koning der Kerk de genade en de geest van Christus zou schenken om Zijn dienstwerk hier blijmoedig te ver richten. Ook dat er open harten en deu ren in de gemeente mochten zijn om het Evangelie en hem te ontvangen. De ge meente zong daarna staande Ps. 133 vers 1 en 3. Ds. Muntingh bood ook in deze ge meente namens de classis en collega's zijn gelukwensen aan. De classis is klein maar er is veel werk zei spreker en op het eiland is behoefte aan Evangelie- verkondiigng waarin de collega's hoop ten naast elkaar te staan om hun gaven en krachten te geven. Ds. Trapman van Stad aan 't Haring vliet sprak als consulent en tevens als studievriend. Hij wees er op dat deze gemeente goede catechisanten heeft en een kerkeraad die alle steun zal geven. Verder voerde het woord Ds. Olgema die als vriend tegenwoordig was en met hem en zijn ouders in betrekking stond. Na zijn gelukwensen liet hij de jeugdige predikant Ps. 119 17 toezingen. Burgemeester Van Heyst sprak woor den van welkom, ten eerste namens de burgerlijke gemeente; maar tevens na mens de afgevaardigden der Ned. Herv. Kerk en der Ger. Gemeente. Het hoofd der Chr. School dhr. Hoog moed voerde het woord namens bestuur en personeel. Alle sprekers werden door Ds. Netjes dank gezegd, waarna de ze gen werd uitgesproken. Besloten werd met het zingen van Gezang 22 5. '-f- ir.»s. li,!.~,~Y'. Met ingang van 3 april worden de kantoren van de Kamer van Koophandel en Fabrieken e Dordrecht verplaatst van Singel 427 naar Groenmarkt 11. Het Borgstellingsfonds van de Midden stand, bij de kamer van koophandel on dergebracht is voortaan ook Groenmarkt 11 Dordrecht. MIDDELHARNIS Men schrijft ons; Van het bestuur van „Sempre-Cre- scendo" vernemen wij dat op donderdag 5 april a.s. in de zaal van hotel Meijer een Gala-concert gegeven zal worden. Uitnodigingen zijn inmiddels verzon en aan de burgemeester en raadsleden van Middelharnis en Sommelsijk, direc- tie's en pesoneelsleden van Overheids-, gemeente-, onderwijs- en sociale instel lingen, de brandweercopsen, politie, enz. Het bestuur van „Sempre-Crescendo" beoogt met dit concert de band tussen burgerij en vereniging nog meer te ver stevigen. Velen welke voorheen niet in de gelegenheid waren een door Sempre gegeven concert te bezoeken, wordt nu een kans geboden nader met het doel en streven der vereniging kenns te ma ken. De grote betekenis van de beoefening der blaasmuziek door dilettanten voor de verbreiding en verdieping der cul tuur wordt nog zo vaak onderschat, ook in onze gemeenten. Een concert zoals „Sempre-Crescendo" nu gaat geven, kan veel tot een beter begrip bijdragen. Het aantal verzonden uitnodigingen voor dit concert moest met het oog op de plaatsruimte wel beperkt blijven, reden waarom het ons inziens wel aan beveling verdient zich vroegtijdig van een gereserveerde plaats te verzekeren. Een met zorg gekozen programma, een voor deze gelegenheid keurig inge richte zaal, het geheel onder leiding van Willem Vernooijs, al met al belooft dit met recht te worden een gala-concert, welke zeer zeker aan het gestelde doel zal beantwoorden. Het boekjaar 1955 was voor de Sla venburg's Bank te Rotterdam een van krachtige groei en ontwikkeling. Uit het ons toegezonden jaarverslag zagen we, dat het debiteurencijfer toenam tot 44,23 (v.j. 28,89) miljoen. Deze stij ging was hoofdzakelijk het gevolg van een belangrijke uitbreiding van de re laties in binnen- en buitenland. Het laat zich aanzien, dat door deze uitbrei ding, die zich ook in dit jaar voortzet, de kredietbehoefte verder zal toenemen. De debiteuren stammen voor 65,83°/o uit de handel, voor 18,19Vo uit.de industrie en voor 15,89"/o uit het ambacht en an dere kringen. Het batig saldo uit interest en provi sie steeg tot 3,83 (v.j. 3,29) miljoen. Het boekjaar 1955 sluit met een saldo winst van 1.88.083 (v.j. 1.694.496), waaruit een onveranderd dividend van 8 procent wordt voorgesteld. Vorig jaar werd bovendien nog een procent uit de agioreserve uitgekeerd. Deze bedroeg eind 1955 1.451.700 of circa 13 procent van het uitstaande aandelenkapitaal. De directie koestert goede verwach tingen voor 1956. De werkzaamheden aan het nieuwe kantoorpand in Kotter- dam zijn, sinds daarmee in september begonnen werd, bevredigend verlopen. Onvoorziene omstandigheden voorbe houden kan dit pand in de zomer van 1957 in gebruik worden genomen. Zoals bekend heeft de Slavenburg's Bank op ons eiland een bijkantoor en wel te Sommelsdijk, Voorstraat 9. Het leven van Lien van Doorn aoot Han Gertart (No. 18) Roel lacht met een vreselijke grijns en zegt boos: „Nou moet je me hier niet voor leugenaar zetten, dat staat je niet netjes als broer. Ik heb die Dries een Klapje gegeven." .-'n Klapje?" vraagt de burgemeester. "Noem je dat 'n klapje? De man is be- ^steloos langs de weg gevonden." ;!0 Klapje ja," ...houdt Roel volAls hem werkelijk 'n klap had gegeven, was-ie morsdood geweest." „Heb je 'm met de vuist geslagen. Verpoort?" „Dat weet ik niet meer. 'k Heb niet zon bar geheugen. Maar hij heeft z'n verdiende loon." „Wat heeft ie jou aangedaan, dat je t J^'^^i toe gaf. zo hardhandig op te l,i^S antwoordt hij koel, „maar „Maar in dit geval hoefde jij toch niet ™or rechter te spelen. Verpoort „Jawel, burgemeester." Oe burgemeester kijkt wat verwon derd. „Vind jij dus dat je als rechter op moet treden, als een van de mensen, waar je van houdt, iets wordt aange daan?" „Ja, er was hier geen rechter." „Hoe bedoel je dat Verpoort?" „Geen mens mocht die vent wat doen, burgemeester, dat had Lien ze laten be loven. Daarom heb ik 't gedaan en daar mee uit." „Eta daarmee uit? Dat denk je maar. Verpoort. Die zaak is daar heus niet mee uit. Je begrijpt dat hier proces-ver baal van wordt opgemaakt." „Je mot maar doen, wat je niet laten kunt, burgemeester." „Maar Verpoort, snap je dan niet, dat je verkeerd gedaan hebt?" „Nee burgemeester." „Ja, maar dan is 't hopeloos. Weet je dat je daar de gevangenis door in draait?" „Kan me niet schelen. En als hij nog eens zoiets uithaalt, sla ik 'm dood." „Nou, nou," zegt de burgemeester dan „je houdt er eigenaardige opvattingen op na, Roel Verpoort. Daar help je geen mens mee en je doet er je broer en je moeder waarschijnUjk veel verdriet mee" ,,Had je niet moeten doen, Roel," voegt Gerrit er aan toe. „Je hebt er Lien ook geen plezier mee gedaan." Enkele schouderschokken zijn Roels enige antwoord. „Nou, vertel m« nu eens precies Roel", zegt de burgemeester, zijn notitieboek je voor de dag halend, „hoe dat alles in zijn werk is gegaan." „Daar heb ik geen zinnigheid in, bur gemeester, 'k Weet er ook niks meer van te vertellen." „Zo en 't kan je zeker ook niets sche len, hoe Dries van Dam er nu aan toe is." „Niks burgemeester, niks." „'t Is nutteloos," zegt de burgemees ter tot Gerrit, „er nu verder op in te gaan. Je kunt wel naar huis gaan, Ger rit Verpoort. Je broer blijft natuurlijk voorlopig bq mij. Zeg maar tegen je moeder, dat ze hem voorlopig wel niet zal zien. De rechter moet verder maar uitzoeken wat er met hem gebeuren moet." Gerrit staat zuchtend op. „'t Is jam mer, Roel, dat je 't gedaan hebt jong, heel jammer." Maar Roel hoort het niet, althans hij reageert er niet op. Zijn ogen staren in de verte. En hfl groet Gerrit niet, als deze vertrekt. Er is lang over gedelibeerd of Gerrit en Lien de bruiloft zullen uitstellen, tot een datum, dat Roel uit de gevangenis zal gekomen zijn. Vier maanden is de eis geweest, de uitspraak was drie maan den geworden. Maar na een bezoek van moeder.Gerrit en Lien in de gevangenis hebben ze besloten, niet te wachten op Roels invrijheidstelling. Roel zelf heeft de wens uitgesproken, toch vooral te trouwen, voordat hij thuis komt. Van bijzondere drukten, verjaardagen en bruiloften houdt hij niet en heeft hij ge zegd, „'k ga toch niet mee naar 't ge meentehuis en de kerk en 'k blijf ook niet de hele dag bij al die mensen zit ten." Nu is 't dan zover. Op deze achttien de januari, een schone winterdag, zal de trouwplechtigheid plaats vinden. In de vroegte zijn er al heel wat gas ten op de Olmenhoef aanwezig. Enkele groepjes, die binnen het wachten moe zijn, vertoeven op de lauwwarme deel, waar de koeien rustig liggen te herkau wen, of op 't erf, rondom het huis. Lien heeft een grote familie en velen er van zijn uitgenodigd, deze dag mee te vie ren. Pas om tien uur komen de bruidegom zijn moeder en tante Na het erf van de Olmenhoef op. Gerrit is geheel in 'n nieuw pak gestoken en ajn gelaat glanst in de zon, zo heeft hij zich die ochtend het gladgeschoren gezicht geboend met groene zeep. In huis is hij verrukt. Lien te zien in haar prachtige zwartzijden japon. Wie had ooit kunnen dromen, dat hij deze knappe vrouw nog eens .de zijne zou kun nen noemen. Vandaag is het dan zo ver Blij wrijft hij, met de mouw van zijn jas voor de zoveelste maal zijn hoge hoed glimmend. Co monstert haar zuster en weet altijd weer opnieuw iets te schik ken, dat nog niet helemaal naar haar zin zit. Gerrit kijkt van zijn bruid naar Co. Ze is toch óók 'n knappe meid, nu ze helemaal in 't zwart is gekleed. Die kant om haar hals steekt opvallend helder af tegen haar donkere verschijning. Gerrit drukt verder alle aanwezigen de hand. Ook de kinderen, die door di verse familieleden zijn meegebracht. Hij kent er nog bijna niemand van. Co deelt de kleine takjes uit, die op jassen en mantels gespeld moeben wor den. Als alles gereed is, gaat het bruids paar naar buiten. De mensen, die nog buiten rondlopen, spoeden zich naar bin nen om hun overjassen aan te schieten. Spoedig schaart de ganse familie zich achter de beide hoofdpersonen van deze dag. Men loopt. Gemeentehuis en kerk zijn dichtbij... Op 't gemeentehuis duurt de plechtig- tigheid slechts kort. Wat bruiloftstranan en gelukwensen volgen. De bruid kijkt stralend de bruidegom triomfantelijk. Even strijkt de bruid haar zachte wang tegen de glad geschoren kaak van haar man. Zijn hand glijdt liefkozend over haar schouder. Als 'n kerkorgel zingt het in Gerrit: nu zijn we man en vrouw. Een geluk, dat hij niet volkomen verwerken kan, dat hij steeds uit in tientallen kneepjes in haar zachte hand. Machtig dreunt de Hochzeitsmars door de kerkruimte, als het bruidspaar daar binnenkomt. Veel vrienden, vrien dinnen en kennissen begeleidt het bruids paar tot de twee stoelen voor het preek- gestoelte. Klossend en schuivend zoeken de anderen hun plaats in de voorste, ge reserveerde banken. Dan komt de dorps predikant binnen, die zich voor de les senaar plaatst, vlak voor het bruidspaar „Juich, aarde, juich alom den Heer; Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht. De Heer is God; erkent, dat Hij Ons heeft gemaakt (en geenszins wij) Tot schapen, die Hij voedt en weidt. Een volk, tot Zijnen dienst bereid. Want goedertieren is de Heer, Zijn goedheid eindigt nimmermeer; Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht Tot in het laatste nageslacht. Nooit heeft Gerrit zo volmondig mee gezongen. Hij moet erkennen: God heeft hem rijk gezegend. En eigenlijk had hij nog meer vsrlllen zingen. Hij kan daarin zijn verkropt gemoed zo heerlijk uiten... (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1956 | | pagina 3