EiiAriDEri-niEUWS
Eb
loed
Bevestiging en intrede van Ds. \V. Netjes
in de Geret Kerk te Stellendam
De intrede te
Melissant
Kamer van Koop
handel te Dordrecht
verplaatst
en V
N
H
H
Dat doet
de Bank
voor mij
2e Blad
Zaterdag 31 Maart 1956
No. 2487
N
H
H
N
H
H
„De bank regelt mijn zomervakantie"
Nederlandsche Handel-Maatschappij, N.V.
REPORTAGES
De bevestiging
De intrede
Toespraken
Gala-concert door
;,Sempre Crescendo"
Krachtige groei en ont
wikkeling bij Slavenburg's
Bank
*ji',tniï
De Kieaenteonlug met auto, tele
foon en onderstand „Oud en
arm" is van de baan Voor 't
Bijk nog een paar miljard schuld
in petto.
pe heren van het gilde der inbrekers
hebben zo ik hoorde, een eigen taaltje.
Niet iedereen behoeft dat te verstaan
Zo zijn bij hen de „Kienen" de valse
sleutels waarvan zij zich bedienen.
ongelukkig als ge zo bestolen wordt,
want bij valse sleutelgebruik keert de as-
turantie (de „orthodoxe verzekering,"
jegt minister Suurhof, want hij heeft
een nieuw soort verzekering gemaakt,
waarin men maar zo'n beetje voort mod
dert) ik zeide, dan keert de assurantie
niets uit. j
't IS altijd beter verschoond te bleven
van de visites van deze mannen.
Nu was er één, een héle specialist, ze
noemden hem de Kienenkoning, hij had
een prachtverzameling sleutels, wel 'n
paar honderd stuks, 'n merk zei hem
niets Toen is deze man, die beroeps-in-
breker was, gestorven en vermaakte zijn
sleutels aan de M. die ook in datzelfde
handwerk zat. Met zijn vriend bij een
van die inbraken verrast, kwam de M
met het hele zaakje op de Noordsingel
terecht en lagen er 'n 250 valse sleu
tels bij de rechters op tafel.
De hoofddader moest er zes jaar en de
assistent vier jaar voor opknappen.
Met nog enkele andere inbrekers had
den zij in enkele maanden tijds in Rot
terdam voor meer dan 19000.aan
geld en goederen buit gemaakt.
Hier 4400.—, daar voor 1000.
zeemlappen en scheermesjes; elders voor
15000.— automateriaal en zo maar
voort. Al die buit werd 's nachts per
auto vervoerd.
Gij zegt; hoe is 't mogelijk! Het speel
de zich in 1953 af; er was ook toen blijk
baar onvoldoende politiecontrole. Men
kan ook niet in elke straat des nachts
een agent posteren.
Beide heren hadden een zacht steun
tje van Sociale Zaken. Werken konden
zij niet, want zij moesten des daags sla
pen om 's nachts te kunnen inbreken.
De handlanger was in bezit van een
auto, die heb je bij zulk werk nodig en
hij reed er mede naar het steunbureau
om zijn geld te halen. Bovendien was
meneer telefonisch aangesloten, wat, zo
als nog blijken zal, ook erg gemakkelijk
was om een prachtstunt uit te voeren.
Hier is even plaats voor een opmer
king. Men spreekt zo vaak van de hulp
verlening „van mens tot mens". Maar
onze sociale aspiraties zijn van zulk een
aard geworden, dat de ondersteunde
nu „cliënt" moet heten, die zelf moet
vertellen hoe hij het best geholpen kan
worden.
In dat systeem past ook niet hem
veel in zijn huis op te zoeken of lang
tegen hem te zeuren; er is een steunta-
rief en als de aanvrager aan de objectie
ve normen voldoet, kan je het steunbe
drag zo aflezen. Ware er nu maar meer
contact „van mens tot mens" geweest,
dan had bij bezoek en doorwandeling
van de> woning de vraag kunnen rijzen,
;waar de telefoon voor diende. En zou ook
van het nut van de auto rekenschap
gegeven moeten zijn. Dit betekent niet
dat Soc. 5^ken maar raak betaalt. Er
is zelfs een nachtelijke controle voor
mannen en vrouwen die dat nodig heb
ben). Want er is veel fraude. Daar zou
een boekje, althans een brochure over
te schrijven zijn.
Op Sociaal gebied rijden wij snel voort
maar de wissel staat verkeerd. „Oud en
arm" is nu van de baan, zegt de Kamer
voorzitter triomfantelijk.
Ik help het hem wensen. Maar zie het
nog niet. Want tegenover de nu komen
de ouderdomsuitkering van 1300.
voor man en vrouw staat, dat een plaats
je in een oudeliedenhuis met 50.per
persoon per week niet gedekt is.
Wat de ouden dan tekort komt moet
de gemeente maar bijpassen. Zo staat
het in Rotterdam. Van „arm" gesproken
En ik herinner er aan dat het Burg. Pen
sioenfonds voor de ambtenaren op zijn
wetenschappelijke balans ^2% miljard
te kort komt, dat is twee duizend twee
honderd vijftig miljoen gulden te kort,
hoe ge 't ook wendt of keert. Zie Hande
lingen Eerste Kamer, november 1955.
Een particulier die zo doet was al
lang gevangen gezet. Er staat dus f inan-
tiëel voor Nederland nog een potje ten
vure! Maar wi] hebben de welvaart in
ons hoofd en bedragen met zoveel nullen
gaan ons boven de pet.
Het Nederlandse volk wordt echter
ondersteimd door..., het Nederlandse
volk! Het mocht wel van de daken ge
schreeuwd worden, maar nienaand doet
dat.
Maar nu de prachtkraak met telefoon
en auto. Nu is het blad echter vol, dus
moet u even geduld hebben.
Waarnemer.
PLAATST UW
FAMILIEBERICHTEN
IN ..EILANDEN-NIEUWS"
1
Voor buitenlands geld en reischeques ga ik altijd naar
mijn bank, de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Deze
maakt het mij zeer gemakkelijk, v^ant ook mijn reisbagage-
en ongevallenverzekering >*'ordt door haar verzorgd.
Hebt u ook al een exempliar van de reisfolder van de
N.H.M, met tal van praktische wenken? Deze folder is
gratis verkrijgbaar.
ALLE BANKZAKEN OVER DE OEHELE WERELD
CORRESPONDENTSCHAP
MIDDEUaARNIS
Zandpad 108, Telefoon 2709
Het was Zondag voor de Geref. Kerk van Stellendam en ook van Mellssant
een blijde dag, dat zij kort na het vertrek van Ds. Los weer zo spoedig een
eigen predikant mochten ontvangen. Ds. W. Netjes werd des morgens in de
ambtelijke bediening bevestigd door Da. K. J. Kremer van Halle (Gld.) en deed
des middags zijn intrede en om 4 uur van diezelfde dag ook zijn intrede te
Melissant. Er was voor alle diensten grote belangstelling.
In de ochtenddienst werd gelezen Jes.
33 van vers 5 tot het einde. De tekst die
Ds. Kremer nam was Joh. 19 30: „Het
is volbracht". Het thema was dan ook
„Het volbrachte werk van Christus".
ZEerw. stond stil bij het woordje:
„Hét", Hét is volbracht en ten 2e bij
„volbracht".
Hét, is de inhoud van het werk van
Christus in Zijn lijden als knecht des
Heeren.
Dat is wat volbracht werd toen hij het
zesde kruiswoord uitsprak „Volbracht"
heeft betekenis voor hen die rusten in
het geloof, die mogen zien op het vol
brachte werk van Christus. Niets uit
ons; maar alles uit Hem.
Ds. Kremer bracht dit over, dat de
nieuwe predikant daarom nu een vol
evangelie mocht brengen. In een per
soonlijk woord werd dit nader aange
geven.
Na de predikatie werd het formulier
voorgelezen en klonk het plechtig: „Ja
ik, van ganser harte". De gemeente zong
de nieuwe predikant toe Gezang 29
tweede gedeelte. Ds. Kremer wekte de
gemeente op hun predikant in liefde te
ontvangen, hem de tijd te laten zich in
te werken en bovenal te dragen op de
vleugelen des gebeds.
De intrede had des middags half 2 uur
plaats. Aangevangen werd met het zin
gen van Ps. 68, votum en zegen. Ge
loofsbelijdenis, zingen Ps. 118 14, lezen
Jesaja 55 111 en Jeremia 1 4 t/m
12 en gebed.
De tekstwoorden waren Jer. 1 12
het 2e gedeelte:
„Ik waak over mijn woord om dat
te doen".
Voor de gemeente en voor mij als
dominee is het vandaag een belangrijke
dag, aldus begon spr. Een nieuwe pe
riode begint. Maar wij zijn daarin toch
niet het belangrijkste. Alles in dit le
ven heeft plaats in het grotere geheel.
De vraag is: wat doet de kerk, wat moet
ze doen, wat zijn haar rechten en pre
tenties?
Wij zijn daarbij een onderdeel van de
grote Kerk, die God bijeen brengt. Je
remia leefde ook al in die Kerk. De ar
beid in Gods kerk is noodzakelijk, want
God heeft gesproken. Ze is ook moge
lijk, want God waakt daarover. Hij
waakt over Zijn woord. God moet cen
traal worden gesteld. Zijn spreken is
doen b.v. de schepping.
En daarbij worden mensen ingescha
keld. Zo geldt de opdracht aan Jeremia
eigenlijk voor heel de kerk. En in hét
Nieuwe Testament eveneens de op
dracht aan de apostelen. En zo moet het
want het gaat om Gods woord. De tekst
toont de mogelijkheid. Het visioen aan
Jeremia geeft de zekerheid. Gelijk de
amandeltak, die het eerst van alles
bloeit en dus wakker is zo is God
wakker en zo moet ook de kerk wakker
zijn. God kent bij die opdracht geen
pardon; wel geeft hij steun. En dat
geeft ons zekerheid.
Bij wankelmoedigheid kunnen wij
daaruit weer kracht putten en dan heeft
ons leven, ons doen zien, omdat God
zelf het geeft.
God waakt.
Daarna werd gezongen: Gez. 22 3.
Vervolgens sprak namens kerkeraad
en gemeente de wnd. voorz. van de ker
keraad dhr. A. Brinkman.
Bij het afscheid van Ds. Los was er
weemoed en toch nog vreugde omdat
we toen al wisten dat Ds. N. naar Stel
lendam zou komen.
Vandaag is het voor u en voor ons
een dag van vreugde en dank.
Allereerst dank aan Ds. Muntingh van
Middelharnis voor de periode van zijn
consulentschap, dat hij met de liefde van
zijn hart heeft vervuld.
Spr. zei vevolgens, dat de gemeen
te van Stellendam er een is van zon
daars en vroeg Ds. N. de gebreken te
willen aannemen met liefde en geduld,
vermanend, bestraffend, troostend, om
dat de Grote Herder Ds. N. hier heeft
geplaatst. De kerkeraad hoopt daarbij
een steun te kunnen en mogen zijn.
Ook mevr. N. werd welkom geheten.
Spr. hoopte dat mevr. N. niet de stille
figuur op de achtergrond zal zijn, maar
dat ook zij in de gemeente zal komen.
Vervolgens sprak de bevestiger Dr.
K. J. Kremer van Halle (Gld.) namens
de ouders van Ds. Netjes. Bij hen heeft
het vertrek uit het ouderlijk huis van
Ds. N. diepe ontroering gewekt en toch
ook grote blijdschap, omdat hier een
ideaal werd vervuld. Zij hopen dat hun
zoon in Stellendam vruchtbaar zal mo
gen werken onder de zegen des Heeren.
Op verzoek van de ouders werd gezon
gen Ps. 75 1.
Hierna sprak namens de classis Briel-
le de consulent Ds. G. C. Muntingh van
Middelharnis een gelukwens uit. Hij
gewaagde van de ongerustheid, die
ging heersen toen vrij kort na elkaar 3
Geref. predikanten het eiland verlieten.
Maar God heeft het goed gemaakt en
zeer spoedig de lege plaatsen gevuld.
Gedurende zijn consulentschap van 2
maanden heeft hij ervaren dat Stellen
dam een goede gemeente is. Hij sprak
de hoop uit, dat men elkaar zal vinden
en in liefde dragen, zoals Gods kracht
ons draagt. Aan Mevr. Netjes gaf hij de
raad niet al te stil te zijn.
Namens de Ned. Herv. Gemeente
van Stellendam sprak ouderling Ver
biest een hartelijke gelukwens en wel
kom uit. De Eerw. Heer Bouman was
door ziekte helaas verhinderd aanwezig
te zijn. Spr. hoopte, daarbij wijzend op
het grote offer des Heeren, dat het Ds.
N. door Gods Licht bestraald, gegeven
zal zijn de gemeente te leiden. Spr. ver
trouwde dat waar nodig, ook in de toe
komst de samenwerking tussen beide
kerken geod zal zijn.
Als laatste spreker voerde de burge
meester J. Baron van Knobelsdorff het
woord. Na dankzegging voor de uitnodi
ging van het gemeentebestuur sprak hij
de hoop uit, dat het contact met Ds.
Netjes even goed zal zijn als met zijn
voorganger Ds. Los, die vooral op maat
schappelijk terrein een warme interesse
had. Spr. vraagt de voorbede voor de
burgerlijke gemeente, opdat ook het
werk daarvan vruchtbaar moge zijn.
Hierna zong de gemeente staande Ds.
Kleuren van Paaseieren.
Het kleuren van Paaseieren is voor de kinderen altijd een. waar feest en vooral
wanneer dit door het warme voorjaaszonn«tj» buiten, op de stoep voor het
huis kan geschieden.
Vol trots tonen zy hun Paaseieren. 1
en Mevr. Netjes de zegenbede van Ps.
134 vers 3 toe.
Tenslotte sprak Ds. Netjes een woord
van dank mede namens zijn echtgenote,
waarin hij getuigde van zijn hoop op
een goede tijd voor de gemeente onder
de zegen des Heeren.
Tot slot van deze dienst in de tot de
laatste plaats bezette kerk werd gezon
gen Gez. 22 5, waarna de nieuwe pre
dikant voor de eerste maal de zegen op
de gemeente legde.
De intrede van Ds. Netjes in de Geref.
Kerk alhier had Zondagmiddag voor
een stampvolle kerk plaats. De predika
tie die werd gehouden was ongeveer
gelijk aan die te Stellendam, zodat we
die hier voorbijgaan en ons alleen be
palen tot de toespraken.
Ouderling Baart voerde na de predi
katie het woord namens kerkeraad en
gemeente. Hij riep ds. en mevr. een
welkom toe en bracht dank aan God,
dat hijn na 10 jaar vakant te zijn ge
weest, weer een eigen predikant was
geschonken. Hij hoopte dat zijn Zender,
de Koning der Kerk de genade en de
geest van Christus zou schenken om
Zijn dienstwerk hier blijmoedig te ver
richten. Ook dat er open harten en deu
ren in de gemeente mochten zijn om het
Evangelie en hem te ontvangen. De ge
meente zong daarna staande Ps. 133
vers 1 en 3.
Ds. Muntingh bood ook in deze ge
meente namens de classis en collega's
zijn gelukwensen aan. De classis is klein
maar er is veel werk zei spreker en op
het eiland is behoefte aan Evangelie-
verkondiigng waarin de collega's hoop
ten naast elkaar te staan om hun gaven
en krachten te geven.
Ds. Trapman van Stad aan 't Haring
vliet sprak als consulent en tevens als
studievriend. Hij wees er op dat deze
gemeente goede catechisanten heeft en
een kerkeraad die alle steun zal geven.
Verder voerde het woord Ds. Olgema
die als vriend tegenwoordig was en met
hem en zijn ouders in betrekking stond.
Na zijn gelukwensen liet hij de jeugdige
predikant Ps. 119 17 toezingen.
Burgemeester Van Heyst sprak woor
den van welkom, ten eerste namens de
burgerlijke gemeente; maar tevens na
mens de afgevaardigden der Ned. Herv.
Kerk en der Ger. Gemeente.
Het hoofd der Chr. School dhr. Hoog
moed voerde het woord namens bestuur
en personeel. Alle sprekers werden door
Ds. Netjes dank gezegd, waarna de ze
gen werd uitgesproken. Besloten werd
met het zingen van Gezang 22 5.
'-f- ir.»s. li,!.~,~Y'.
Met ingang van 3 april worden de
kantoren van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken e Dordrecht verplaatst van
Singel 427 naar Groenmarkt 11.
Het Borgstellingsfonds van de Midden
stand, bij de kamer van koophandel on
dergebracht is voortaan ook Groenmarkt
11 Dordrecht.
MIDDELHARNIS
Men schrijft ons;
Van het bestuur van „Sempre-Cre-
scendo" vernemen wij dat op donderdag
5 april a.s. in de zaal van hotel Meijer
een Gala-concert gegeven zal worden.
Uitnodigingen zijn inmiddels verzon
en aan de burgemeester en raadsleden
van Middelharnis en Sommelsijk, direc-
tie's en pesoneelsleden van Overheids-,
gemeente-, onderwijs- en sociale instel
lingen, de brandweercopsen, politie, enz.
Het bestuur van „Sempre-Crescendo"
beoogt met dit concert de band tussen
burgerij en vereniging nog meer te ver
stevigen. Velen welke voorheen niet in
de gelegenheid waren een door Sempre
gegeven concert te bezoeken, wordt nu
een kans geboden nader met het doel
en streven der vereniging kenns te ma
ken.
De grote betekenis van de beoefening
der blaasmuziek door dilettanten voor
de verbreiding en verdieping der cul
tuur wordt nog zo vaak onderschat, ook
in onze gemeenten. Een concert zoals
„Sempre-Crescendo" nu gaat geven, kan
veel tot een beter begrip bijdragen.
Het aantal verzonden uitnodigingen
voor dit concert moest met het oog op
de plaatsruimte wel beperkt blijven,
reden waarom het ons inziens wel aan
beveling verdient zich vroegtijdig van
een gereserveerde plaats te verzekeren.
Een met zorg gekozen programma,
een voor deze gelegenheid keurig inge
richte zaal, het geheel onder leiding van
Willem Vernooijs, al met al belooft dit
met recht te worden een gala-concert,
welke zeer zeker aan het gestelde doel
zal beantwoorden.
Het boekjaar 1955 was voor de Sla
venburg's Bank te Rotterdam een van
krachtige groei en ontwikkeling. Uit het
ons toegezonden jaarverslag zagen we,
dat het debiteurencijfer toenam tot
44,23 (v.j. 28,89) miljoen. Deze stij
ging was hoofdzakelijk het gevolg van
een belangrijke uitbreiding van de re
laties in binnen- en buitenland. Het
laat zich aanzien, dat door deze uitbrei
ding, die zich ook in dit jaar voortzet,
de kredietbehoefte verder zal toenemen.
De debiteuren stammen voor 65,83°/o uit
de handel, voor 18,19Vo uit.de industrie
en voor 15,89"/o uit het ambacht en an
dere kringen.
Het batig saldo uit interest en provi
sie steeg tot 3,83 (v.j. 3,29) miljoen.
Het boekjaar 1955 sluit met een saldo
winst van 1.88.083 (v.j. 1.694.496),
waaruit een onveranderd dividend van
8 procent wordt voorgesteld. Vorig jaar
werd bovendien nog een procent uit
de agioreserve uitgekeerd. Deze bedroeg
eind 1955 1.451.700 of circa 13 procent
van het uitstaande aandelenkapitaal.
De directie koestert goede verwach
tingen voor 1956. De werkzaamheden
aan het nieuwe kantoorpand in Kotter-
dam zijn, sinds daarmee in september
begonnen werd, bevredigend verlopen.
Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden kan dit pand in de zomer van
1957 in gebruik worden genomen.
Zoals bekend heeft de Slavenburg's
Bank op ons eiland een bijkantoor en
wel te Sommelsdijk, Voorstraat 9.
Het leven van Lien van Doorn
aoot
Han Gertart
(No. 18)
Roel lacht met een vreselijke grijns en
zegt boos: „Nou moet je me hier niet
voor leugenaar zetten, dat staat je niet
netjes als broer. Ik heb die Dries een
Klapje gegeven."
.-'n Klapje?" vraagt de burgemeester.
"Noem je dat 'n klapje? De man is be-
^steloos langs de weg gevonden."
;!0 Klapje ja," ...houdt Roel volAls
hem werkelijk 'n klap had gegeven,
was-ie morsdood geweest."
„Heb je 'm met de vuist geslagen.
Verpoort?"
„Dat weet ik niet meer. 'k Heb niet
zon bar geheugen. Maar hij heeft z'n
verdiende loon."
„Wat heeft ie jou aangedaan, dat je
t J^'^^i toe gaf. zo hardhandig op te
l,i^S antwoordt hij koel, „maar
„Maar in dit geval hoefde jij toch niet
™or rechter te spelen. Verpoort
„Jawel, burgemeester."
Oe burgemeester kijkt wat verwon
derd. „Vind jij dus dat je als rechter
op moet treden, als een van de mensen,
waar je van houdt, iets wordt aange
daan?"
„Ja, er was hier geen rechter."
„Hoe bedoel je dat Verpoort?"
„Geen mens mocht die vent wat doen,
burgemeester, dat had Lien ze laten be
loven. Daarom heb ik 't gedaan en daar
mee uit."
„Eta daarmee uit? Dat denk je maar.
Verpoort. Die zaak is daar heus niet
mee uit. Je begrijpt dat hier proces-ver
baal van wordt opgemaakt."
„Je mot maar doen, wat je niet laten
kunt, burgemeester."
„Maar Verpoort, snap je dan niet, dat
je verkeerd gedaan hebt?"
„Nee burgemeester."
„Ja, maar dan is 't hopeloos. Weet je
dat je daar de gevangenis door in
draait?"
„Kan me niet schelen. En als hij nog
eens zoiets uithaalt, sla ik 'm dood."
„Nou, nou," zegt de burgemeester dan
„je houdt er eigenaardige opvattingen
op na, Roel Verpoort. Daar help je geen
mens mee en je doet er je broer en je
moeder waarschijnUjk veel verdriet mee"
,,Had je niet moeten doen, Roel,"
voegt Gerrit er aan toe.
„Je hebt er Lien ook geen plezier mee
gedaan."
Enkele schouderschokken zijn Roels
enige antwoord.
„Nou, vertel m« nu eens precies Roel",
zegt de burgemeester, zijn notitieboek
je voor de dag halend, „hoe dat alles in
zijn werk is gegaan."
„Daar heb ik geen zinnigheid in, bur
gemeester, 'k Weet er ook niks meer
van te vertellen."
„Zo en 't kan je zeker ook niets sche
len, hoe Dries van Dam er nu aan toe
is."
„Niks burgemeester, niks."
„'t Is nutteloos," zegt de burgemees
ter tot Gerrit, „er nu verder op in te
gaan. Je kunt wel naar huis gaan, Ger
rit Verpoort. Je broer blijft natuurlijk
voorlopig bq mij. Zeg maar tegen je
moeder, dat ze hem voorlopig wel niet
zal zien. De rechter moet verder maar
uitzoeken wat er met hem gebeuren
moet."
Gerrit staat zuchtend op. „'t Is jam
mer, Roel, dat je 't gedaan hebt jong,
heel jammer."
Maar Roel hoort het niet, althans hij
reageert er niet op. Zijn ogen staren in
de verte. En hfl groet Gerrit niet, als
deze vertrekt.
Er is lang over gedelibeerd of Gerrit
en Lien de bruiloft zullen uitstellen, tot
een datum, dat Roel uit de gevangenis
zal gekomen zijn. Vier maanden is de
eis geweest, de uitspraak was drie maan
den geworden. Maar na een bezoek van
moeder.Gerrit en Lien in de gevangenis
hebben ze besloten, niet te wachten op
Roels invrijheidstelling. Roel zelf heeft
de wens uitgesproken, toch vooral te
trouwen, voordat hij thuis komt.
Van bijzondere drukten, verjaardagen en
bruiloften houdt hij niet en heeft hij ge
zegd, „'k ga toch niet mee naar 't ge
meentehuis en de kerk en 'k blijf ook
niet de hele dag bij al die mensen zit
ten."
Nu is 't dan zover. Op deze achttien
de januari, een schone winterdag, zal de
trouwplechtigheid plaats vinden.
In de vroegte zijn er al heel wat gas
ten op de Olmenhoef aanwezig. Enkele
groepjes, die binnen het wachten moe
zijn, vertoeven op de lauwwarme deel,
waar de koeien rustig liggen te herkau
wen, of op 't erf, rondom het huis. Lien
heeft een grote familie en velen er van
zijn uitgenodigd, deze dag mee te vie
ren.
Pas om tien uur komen de bruidegom
zijn moeder en tante Na het erf van de
Olmenhoef op. Gerrit is geheel in 'n
nieuw pak gestoken en ajn gelaat glanst
in de zon, zo heeft hij zich die ochtend
het gladgeschoren gezicht geboend met
groene zeep.
In huis is hij verrukt. Lien te zien in
haar prachtige zwartzijden japon. Wie
had ooit kunnen dromen, dat hij deze
knappe vrouw nog eens .de zijne zou kun
nen noemen. Vandaag is het dan zo ver
Blij wrijft hij, met de mouw van zijn jas
voor de zoveelste maal zijn hoge hoed
glimmend. Co monstert haar zuster en
weet altijd weer opnieuw iets te schik
ken, dat nog niet helemaal naar haar
zin zit.
Gerrit kijkt van zijn bruid naar Co.
Ze is toch óók 'n knappe meid, nu ze
helemaal in 't zwart is gekleed. Die kant
om haar hals steekt opvallend helder af
tegen haar donkere verschijning.
Gerrit drukt verder alle aanwezigen
de hand. Ook de kinderen, die door di
verse familieleden zijn meegebracht. Hij
kent er nog bijna niemand van.
Co deelt de kleine takjes uit, die op
jassen en mantels gespeld moeben wor
den.
Als alles gereed is, gaat het bruids
paar naar buiten. De mensen, die nog
buiten rondlopen, spoeden zich naar bin
nen om hun overjassen aan te schieten.
Spoedig schaart de ganse familie zich
achter de beide hoofdpersonen van deze
dag.
Men loopt. Gemeentehuis en kerk zijn
dichtbij...
Op 't gemeentehuis duurt de plechtig-
tigheid slechts kort. Wat bruiloftstranan
en gelukwensen volgen. De bruid kijkt
stralend de bruidegom triomfantelijk.
Even strijkt de bruid haar zachte wang
tegen de glad geschoren kaak van haar
man. Zijn hand glijdt liefkozend over
haar schouder.
Als 'n kerkorgel zingt het in Gerrit:
nu zijn we man en vrouw. Een geluk,
dat hij niet volkomen verwerken kan,
dat hij steeds uit in tientallen kneepjes
in haar zachte hand.
Machtig dreunt de Hochzeitsmars
door de kerkruimte, als het bruidspaar
daar binnenkomt. Veel vrienden, vrien
dinnen en kennissen begeleidt het bruids
paar tot de twee stoelen voor het preek-
gestoelte. Klossend en schuivend zoeken
de anderen hun plaats in de voorste, ge
reserveerde banken. Dan komt de dorps
predikant binnen, die zich voor de les
senaar plaatst, vlak voor het bruidspaar
„Juich, aarde, juich alom den Heer;
Dient God met blijdschap, geeft
Hem eer;
Komt, nadert voor Zijn aangezicht;
Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.
De Heer is God; erkent, dat Hij
Ons heeft gemaakt (en geenszins
wij)
Tot schapen, die Hij voedt en weidt.
Een volk, tot Zijnen dienst bereid.
Want goedertieren is de Heer,
Zijn goedheid eindigt nimmermeer;
Zijn trouw en waarheid houdt haar
kracht
Tot in het laatste nageslacht.
Nooit heeft Gerrit zo volmondig mee
gezongen. Hij moet erkennen: God heeft
hem rijk gezegend. En eigenlijk had hij
nog meer vsrlllen zingen. Hij kan daarin
zijn verkropt gemoed zo heerlijk uiten...
(Wordt vervolgd)