De Polder Battenoord bestaat
8 October 1954 500 jaar
HMAHDEt
Buitenland
Het isolement van
onze eilanaen bein-
vloeat de welvaart
zeer ongunstig
Vrijf Kou en Pijn
27e Jaargang
GHB WEEKBLAD OP GEBEFOBMEEBDE 6BONDSLAO
VOOB DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
hs
Centrale Veiling
Stiddelharuis
MEDITATIE
Het openstaande
Koninkrijk
IrliJrlüM
KLOKKEN
Rapport onderzoek her
indeling gemeenten op
Goeree-Overflakkee a.s.
week gereed
weg met DAMPO
UIT HET
^"Wijnen en
ediótlHeerd
GEBRS. KAPTEIN
EEN ZAAK VAN VERTROUWEN
Bestelt onre prima Cognac
MIDDELHARNIS - Tel. 2004-2704
SOMMELSDIJK - Telefoon 2205
Zaterdag 28 Augustus 1954
No. 2330
Kedactlebureau: Pr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELiïAENIS
TELEFOON K 1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8
Voor advertentiën uitsluitend Drukkerij Telef. K 1870-2729
Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017
Verscb^nt tweemaal per weiek. Woensdag en Zaterdag
ABOITOBMENTSPRUS1.70 PER KWARTAAL,
ADVERTENTEBPRUS 12 cent per mm.
By contract speciaal tarief.
zie-
W.
70
35 woningen te Vlaardingen voor
rlakkeese arbeiders", zo meldt een be
richt in Eilandennieuws van Woensdag
18 Augustus.
Het bericht zal ongetwijfeld door de
betrokkenen met grote blijdschap ont
vangen zijn. Geen wonder, want het be
tekent hereniging van gescheiden gezin
nen, een betere huisvesting voor ande
re gezinnen en het eind van een foren-
senleven met zijn vele moeilijkheden
voor nog weer anderen.
Om het stichten van nieuwe gezinnen
maar buiten beschouwing te laten. Toch
als men het goed beschouwt, een slag
voor Flakkee. Hier treedt aan de dag
de oorzaak waarom Flakkee niet tot
verdere bloei kan komen. Gebrek aan
werk. Niet alleen voor Flakkee. Maar
voor de hele Zuidwesthoek van Neder
land. Gebrek aan werk. Voor Flakkee,
Schouwen, Duiveland, Tholen, Sint Phi-
iipsland en Noord-Beveland. Deze hele
streek ziet zfln jonge bevolking geleide
lijk wegtrekken. Vestigingen komen er
weinig voor. Met als gevolg een groot
vertrek overschot. De jonge mensen en
de jonge gezinnen trekken weg. Daar
door ontstaat een geboorte tekort. De
ze streken verliezen in aanzienlijke ma
te hun jonge gezinnen waardoor het
aantal geboorten zeer ongunstig wordt
beïnvloed. Daaruit vloeit van zelf voort
een ongunstige bevolkingsopbouw. Het
aantal ouderen is veel te groot vergele
ken met de jongeren. Daardoor wordt
de bevolkingsstructuur zeer ongunstig
en deze bevolkingsopbouw laat niet het
geheel ongunstig te beïnvloeden. Door
de gestage vlucht voor de werkloosheid
breidt de bevolking zich niet of zeer
langzaam uit. Dit heeft weer een zeer
ongunstige invloed op het economische
leven. De dynamieke krachten verlaten
deze streken en de meer statisch aange-
legden blijven waardoor er zeer weinig
economische vooruitgang kan plaats vin
den. Het isolemej^t van deze streken is
daarvan wel de voornaamste reden.
De streek zit als het ware ingeklemd
tussen welvarende, zich economisch snel
uitbreidende gebieden. In het Noorden
Rotterdam de industriegebieden van de
Noord en de Kerwede. In het Oosten het
zich meer en meer industrialiserende
Brabant, met in het Zuiden Antwerpen.
De reusachtige industrieontwikkeling en
de grote ontwikkeling op het gebied van
de handel is blijven steken bij de gren
zen van deze streek. Als een boog lig
gen de industriegebieden er om heen.
Van Hoek van Holland, over Vlaar
dingen, Rotterdam, Dordt, Rosendaal,
Bergen op Zoom naar Antwerpen. Maar
in het gebied van het Zuidwesten van
de eilanden drong de industrie niet bin
nen, uitgenomen een paar uitzonderin
gen; Vlissingen en de kanaalzone van
Terneuzen.
En dan komt de funeste wisselwer
king. Een voorname oorzaak hiervan is
het isolement. Er zijn niet genoeg ver
bindingen. Het Zuidwesten mist de nood
zakelijke Noord-Zuid verbindingen. En
voor zo ver ze er zijn vormen ze een
obstakel voor handel-nijverheid, land
bouw, veeteelt en tuinbouw. Ook kun
nen deze eilanden zich onderling door
de scheidende wateren niet genoegzaam
verbinden. De beschikbare verbindingen
vormen een carricatuur voor het zo
noodzakelijke moderne verkeer. In de
land- en tuinbouw is om maar iets te
noemen de teelt van kwaliteitsgoederen
20 goed als onmogelijk omdat de be
staande verbindingen een handicap is
om ze in de grote bevolkingscentra ter
markt te brengen. En waar de zaken zo
staan, daar raakt men in de vicieuze
cirkelgang. De arbeidskrachten trekken
weg om dat er geen industrie is en de
industrie blflft weg omdat er geen vol
doende arbeidsreservoir is om uit te
putten. Het Zuidwesten van ons land is
toch zeker geen onderontwikkeld ge
bied. Integendeel men kan gerust zeg
gen dat de bevolking de aanwezige maar
zeer beperkte mogelijkheden ten zeerste
heeft benut en uitgebuit. Een intensie
ve en moderne landbouw heeft zich ont
wikkeld. Maar de geografische ligging
is de grote handicap. iOntsluitmg van
het Zuidwesten moet het doel zijn.
In grote opzet door middel van het
Deltaplan, maar ook op heden door de
verkeersmiddelen zo veel mogelijk, ook
op tijdelijke basis, aan de behoeften te
doen beantwoorden. Inzonderheid voor
I'lakkee is dit noodzakelijk en het mag
voor alle instanties wel aanleiding zijn
om de verkeersverbeteringen niet op te
hangen aan de kapstok van het Delta
plan, maar werkzaam te zijn om ver
beteringen te verkrijgen, ook voor het
«eden.
Veiling van Woensdag 25 Aug. 1954
Eigenheimers 8.50—10.90; Andgvie
11-—17.—Komkommers 8.-23.—
^la B 3.80—4.—; Tomaten 39.—
^6.—; Dubb. Princessen 50.------64.—;
woene Savoije 27.28.Gele Sa-
yoije 18.—23.—Witte kool 5.—; Kro
ten 22.—; Rode kool 23.—; Snijbonen
72.—74.—Clapps 15.------^25.—; R.
^1- d' Oullins 33.Reine Victoria
48.------i9__; Boerewitte 39.—; Meloe
nen 54.------61.—; Frankenthaler lOO
--108.—
Wee u, g^ij Schriftgeeleerden en Fa-
rizeën, gij geveinsden! want gij
sluit het koninkrijk der hemelen
voor de mensen; overmits gij daar
niet ingaat, noch degenen die ingaan
zouden, laat ingaan.
(1 Matth. 23 13)
De bijbel is een eenheid. Oude en Nieuwe
Testament horen samen. Het N.T. ligt
verborgen in het oude, het O.T. komt in
het nieuwe openbaar. Al zijn er vanzelf
sprekend krachtens de voortgang der
godsopenbaring in de lijn der historie
verschillen aan te wijzen, in wezen stem
men O. en N.T. overeen en vormen zij
tezamen het ene Woord Gods, Dat wordt
ons volkomen duidelijk, wanneer wij ons
rekenschap pogen te geven van de kern
van beide delen der Openbaring Gods.
Waar gaat het in feite om in het O.T.
En wat vormt de quintessens van de
Nieuw-Testamentische verkondiging
Het O.T. is één getuigenis van de ko
ningsheerschappij Gods, waarnaar de ge
lovingen, profeten en dichters, met
smachtend verlangen uitzien. Het gaat
om de beleving van het reële komen van
Jahwe in de wereld. Het gaat om de, ver
werkelijking van het goddelijke heils
plan, in en door de verwachte Messias.
Hoe naachtig, hoe wonderlijk sluit
hierop het N.T. aan. „Bekeert u, want
het koninkrijk der hemelen is nabij ge
komen". Dit vormt de inhoud van het
N. Testamentische kerugma. Johannes
de Doper treedt op als prediker van het
Evangelie van het koninkrijk. En Chris
tus zelf verkondigt het niet alleen in
woorden, maar Hij openbaart ook in Zijn
daden, dat in Hem het koninkrijk Gods
in deze wereld binnengekomen is. Hij
kon, op zichzelf wijzende, getuigen: „Het
koninkrijk Gods staat midden onder u".
Het koninkrijk Gods is het koninkrijk
van de Zoon zijner liefde. Het is in ze
kere zin in Hem geïncorporeerd. En zo
als Christus in het middelpunt staat v*n
de ganse Openbaring Gods, zowel in het
rijk der schepping, als op het terrein der
bijzondere openbaring, zo ook is de idee
van het koninkrijk der hemelen het cen
trale begrip van de-prediking van het
N.T.
Ook -in de tekst, waarover wij medi
teren, komt deze idee voor, waarbij hier
zowel te denken is aan het reeds-geko-
men - zijn, als ook aan het toekomstige
komen van het koninkrijk. Het is n.l.
reeds gekomen en met de heilshistori
sche Persoon van Jezus, als ook ligt de
openbaring er van nog in de toekomst.
Het 'gaat om de ontplooiing van het
grote Goddelijke heilsplan met de we
reld, dat gerealiseerd wordt in <je his
torische verschijning van Hem, in Wie in
de bedeling van de volheid der tijden
wederom aUes tot één vergaderd is,
beide dat in de hemel is, en dat op de
aarde is. Jezus Christus, in Wie de heils-
verkondiging van het Rijk Gods vast
ligt, is gisteren en heden dezelfde, en in
der eeuwigheid. Daarom omvat het heil,
in het Koninkrijk der hemelen geschon
ken, heden en toekomst, en vormen de
voorlopige, tegenwoordige en de defini
tieve, toekomstige openbaring een een
heid.
In onze tekst is nu sprake, dat dat
Koninkrijk gesloten wordt door mensen.
Dat onderstelt toch, dat het open staat.
En inderdaad, God zelf heeft het open
gesteld, en stelt het, nog dagelijks open,
wanneer in de prediking van het Evan
gelie des koninkrijks de Goddelijke he
rauten de bazuin aan de mond zetten, en
van Godswege proclameren: „Bekeert
u en gelooft het Evangelie". Dan staat
het wagenwijd open. Voor een ieder is
in de prediking des Woords de moge
lijkheid gesteld om deel te krijgen aan
het heU in de Heere Jezus Christus. Een
ieder wordt genodigd, ja bevolen te bui
gen voor de koning der ere. Het is de
stem van de Koning, die roept: ,,Alle
dingen zijn gereed: komt tot de bruiloft".
Allerwegen wordt genodigd en geroepen
een ieder, die op de weg voorbijgaat.
Dit is de heerlijke opdracht van de
dienstknechten. Dit is hun taak, hun
door de Koning gegeven. Ze hebben niets
anders te doen, dan ter bruiloft te roe
pen. „Gaat dus heen op de kruispunten
der wegen, en wie gij ook maar vindt,
roept hen tot de bruiloft". Bozen en
goeden worden geroepen. Wat een uit
nemend werk, wat een voortreffelijk
werk, maar ook: wat een verantwoor
delijk werk. Hoe gauw zijn wij geneigd
andere, menselijke voorwaarden te stel
len voor de ingang in het koninkrijk
Gods. Alle eeuwen door zien we het ge
beuren, dat er hinderpalen gelegd wor
den op de weg des levens, tot vandaag
toe. De Heere Christus waarschuwt er
niet alleen tegen, maar Hij veroordeelt
ook die geestelijke leidslieden, die de
mensen doen verdwalen en verstrikken
in allerlei geboden en inzettingen, die le
ringen van mensen zijn. Er is maar één
voorwaarde, door God Zelf gesteld, en
dat is de inneriyke omkeer; en daaruit
zal raoeten voortkomen het doen van de
wil Gods. Niet het roepen: „Heere, Hee
re!" zal de garantie zijn, maar het wer
ken van de gerechtigheid Gods, en; dat
zal alleen mogelijk zijn in de weg der
bekering en des geloofs. „Bekeert u, en
gelooft het Evangelie!"
Arme leidslieden, die menen te ijveren
voor de zaak Gods, maar tegen wie Chris
tus Zijn zevenvoudig „wee" uitspreekt.
Zij denken het voor de zaak des Heeren
te moeten opnemen; de wacht te moeten
betrekken bij de deur van het Godsrijk;
zij veronderstellen de Schriften te ken
nen, maar daar zij de zm der wet niet
verstaan, sluiten zij door hun leer en le
ven de toegang tot het koninkrijk der
hemelen. Waren zij niet de leidslieden
Een schok ging deze week
door heel ons land, toen het
bericht kwam, dat de „Wil
lem Bontekoe" de Douglas
D. C. 6b, op de Noordzee
vlak voor de kust in zee is
gestort. We geven hier de
foto's van de bemanning,
v.l.n.r.: Gezagvoerder C. C.
Harman, Ie vlieger A. J. te
Wolf, 2e vlieger R. M. T.
Meyers, stewardes mej. C.
V. d. Mark, Ie steward C.
J. van Schalk, Mecano S. B.
Geertsema, mecano L. C.
Koppenol, 2e steward C. L.
Peekes, 2e telegrafist A. F.
van Aggelen.
van de massa? Volgde het volk hen
niet na? Schriftgeleerden! Zij waren de
genen, die de wet kenden. Maar zij ont
hielden het volk de rechte kennis ervan.
Zij verstrikten de mensen in hun onbe
nullige eisen van wetspractijk, en dat
onder de schijn van de goede weg te
wijzen. Hypocrieten zijn zij; geveinsden.
Hoe zouden zij het gericht der hel ont
vlieden? God wilden zij niet als Koning
erkennen, en zo onthielden zij zich de
hemelse vreugde.
Arme leiders! Arm volk, dat zulke
leidsUeden hoort en volgt, en zich daar
om van Jezus afwendt. Zo was het met
Israël; zo is het nog heden met allen,
die niet in waarheid de knie voor Koning
Jezus buigen. Jezus geeft Israël prijs.
Zijn dood zal dit volk niet baten. En
daarover is Zijn smart groot. Hoe groot
zal dan dat oordeel zijn.
Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de pro
feten doodt, en stenigt, die tot u gezon
den zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinde
ren willen bijeenvergaderen, zoals een
hen haar kuikens onder haar vleugels
vergadert, en gij hebt niet gewild! Een
beeld van de ontzaggelijke, van de God
delijke liefde, die Jezus betoonde. Hij
riep het volk, want aleen bij Hem is heil
en bescherming. En Hij roept nog. De
deur van het rijk Gods staat nóg open.
Nog gaan de ware dienstknechten uit,
en getuigen, ja nodigen: „Alle dingen
zijn gereed: komt tot de bruiloft." Want
al heeft men Jezus verworpen, Hij wil
nog genadig zijn! Dan immers zal men
Hem als de Messias, als Zaligmaker
zien, bij wie redding en heil is, als ftien
in waarheid Hem tegemoet treedt met
het woord op de lippen: „Gezegend is
Hij, die komt in de Naam des Heeren!"
Leiden
Drs E. F. Vergunst
Volgens Ds Boers in zijn beschrijving
Goeree^Overflakkee bestaat de polder
Battenoord dit jaar 500 jaar.
Teixeira de Mattos, in zijn veelom
vattend werk over de Waterkeringen
van Flakkee houdt dit jaartal ook aan.
Omtrent deze bedijking staat in dit
werk, dat zich in de 14e eeuw ten wes
ten en noorden van de plaat Grijsoord,
ongeveer ter plaatse van het latere
Nieuwe Tonge, meerdere platen, gorzen
of slijken gingen groeperen, die nadien
mét Grijsoord, kern van het latere
Oude Tonge, tot de gelijknamige heer
lijkheid verenigd werden. De heren van
Grijsoord gaven 8 October1454 deze
gronden ter bedijking uit. Battenoord
werd volgens de spelling van het leen-
register vroeger „Battenoert" genoemd.
De polder is volgens Boers 370 bunder
groot.
Vóór deze polder zijn de gorzen van
dé St. Jacobspolder gelegen, welke pol
der op 14 Nov. 1775 inundeerde en later
niet meer werd herdijkt. De naam „hoek
van St. Jacob" heeft de herinnering aan
deze polder behouden.
De Februari-vloed van het vorige jaar
heeft de oude, 500 jaar geleden gelegde
dijken totaal verzwolgen. De buurtschap
Battenoord kreeg het zwaar te verant
woorden; procentsgewijze naar het aan
tal inwoners gerekend, kwamen hier de
meeste mensen om.
Thans is er een machtige dijk gelegd
om de Battenoordse polder; de dijkhui
zen die anders uitzicht hadden op de
rivier, staan er achter verscholen.
Battenoord heeft nog altijd betekenis
door de uitwateringssluis en de haven,
die na de ramp opnieuw is aangelegd.
RUIME
JUWELIER'
HORLOGER
HOOGSTRAAT 164 TEL 115432
l£T OP DEIMGAMC: „Ut DEUt*
MET DL a tiELUkSRINÜEM"
BEIJERLANDSELAAN 3 TEL 70360
ROTTERDAM
Brussel
Vorige week is te Brussel een con
ferentie gehouden over de Europese De
fensie Gemeenschap. De deelnemers wa
ren de ministers van Buitenlandse Za
ken van Frankrijk, Duitsland, Italië,
Luxemburg, België en Nederland.
De bedoeling van deze conferentie was
om met Frankrijk tot een accoord te
komrn. Zoals bekend is, bestaan er in
Frankrijk ernstige bezwaren tegen het
E.D.G. verdrag in z'n huidige vorm. De
door Mendes-France voorgestelde wijzi
gingen brengen wel de Franse voor- en
tegenstanders nader tot elkander, maar
het E.D.G. verdrag verliest daardoor
zóveel van z'n oorspronkelijk karakter
dat het, vooral voor Duitsland, onaan
vaardbaar wordt.
De Belgische Minister Spaak heeft een
aantal compromis-voorstellen ingediend,
maar Mendes-France gaf geen enkele
keer toe. De conferentie is daardoor op
een totale mislukking uitgelopen.
Tóch wordt in het slotcommuniqué ge
zegd dat de sfeer bijzonder hartelijk was
en dat de lucht is opgeklaard.
De belangstellende leek zal deze si
tuatie niet geheel doorzien.
Frankrijk vormt nog altijd het grote
struikelblok op de weg naar de E.D.G.
De conferentie te Brussel is van Men
des-France zelf uitgegaan. Na de door
hem voorgestelde wijzigingen deed hij
het voorkomen alsof het Westen nu
maar te kiezen had tussen het gewij
zigde E.D.G. verdrag of helemaal geen
verdrag!
Nu echter zijn wensen niet zijn inge
willigd, zou men verwachten, dat Frank
rijk geen verdere pogingen zal aanwen
den om tot bekrachtiging van het ver
drag te komen, maar toch zal Mendes-
France het verdrag opnieuw aan het
Parlement voorleggen ter eventuele ra
tificatie.
Naar het ons voorkomt, zit het Frank
rijk dwars, dat het in een Europees Le
ger niet dezelfde positie zal innemen als
b.v. Engeland. Het is bang, gelijkgesteld
te worden met België en Nederland.
Wanneer Frankrijk echter z'n zin had
gekregen dan zouden de belangen van
de kleinere landen ondergeschikt wor
den aan die van Frankrijk. De eersten
accepteren dat evenmin. Op die manier
is samenwerking niet mogelijk.
Nu Frankrijk echter het E.D.G-. ver
drag nog niet als van de baan beschouwt
zal het zelf hebben te kiezen. Een keuze
vóór de EiD.G. betekent voor Frankrijk
volledige onderwerping aan de bepalin
gen, een eventuele verwerping zal
Frankrijk in een politiek isolement drij
ven. Laten we echter niet vergeten, dat
ook Frankrijk de Amerikaanse hulp niet
kan missen.
De andere landen (de drie Benelux-
landen, Duitsland en Italië) waren het
op de Brusselse conferentie geheel eens.
Zij bleken bereid te zijn tot concessies,
zover hun eigen belangen dat mogelijk
maken.
Hoe het verder met de E.D.G. zal
gaan, hangt af van de Franse beslis
sing. Als begindatum voor het debat
blijft 28 Augustus gehandhaafd.
Brazilië
De president van Brazilië, Vargas,
heeft zich van het leven beroofd. De
Ministerraad had na een langdurige ver
gadering de wens uitgesproken dat hij
zou aftreden.
In Januari 1951 was Vargas president
van Brazilië geworden (voor de twee
de maal).
Alles ging goed, totdat drie weken
geleden bepaalde tekenen erop wezen
dat er een crisis op handen was. Var
gas maakte, kort nadat hem het besluit
van de ministerraad was meegedeeld,
een einde aan zijn leven. In een nagela
ten schrijven betoogde hij dat zowel
binnen- als buitenlandse groepen het
land ten onder willen brengen.
In geheel Brazilië is thans een onrus
tige toestand ontstaan tengevolge van
de dood van de president. Vrijwel on
middellijk werd de nieuwe president ge
ïnstalleerd. Het is de vice-president Fil-
Dinsdagavond is in Hotel Zaaijer
te Middelhamis een vergadering ge
houden door de Commissie tot onder
zoek herziening gemeentelijke gren
zen op Goeree-Overflakkee, waar
Prof. Dr S. Groeman te Utrecht een
uiteenzetting heeft gegeven over het
sociologisch rapport, dat inmiddels is
gereed gekomen. Deze bijeenkomst was
niet voor de pers toegankelijk, zodat
we over de inhoud van dit rapport
nog niets kunnen mededelen.
Wel is ons bekend, dat het een uit
voerig rapport is, wat a.s. week aan de
raden der gemeenten op ons eiland
zal worden toegezonden. Naar wij
vernemen ligt het in de bedoeling
dat Prof. Groeman medio September
op een vergadering van de gezamen
lijke raadslieden, het rapport nader
zal toelichten. Dit zal zeer zeker bij
dragen tot een vlotte afhandeling in
de gemeenteraden.
Zoals bekend is door Ged. Staten
uitstel van behandeling gegeven tot
1 October a.s. Het sociologisch insti
tuut van Prof. Groeman, heeft dus
wel met voortvarendheid gewerkt, nu
dit rapport in Augustus reeds open
baar wordt. Zodra het in ons bezit
is, hopen we er breedvoerig op terug
te komen.
ho. Het Kabinet is na de installatie in
z'n geheel afgetreden.
Italië
De premier van Italië, Alclde de Gas-
peri, is vorige week vrij onverwachts
overleden. De Gasperi was de voorzitter
van de partij der Christen-Democraten
en een algemeen geacht en bekwaam
staatsman. Met hem is een groot kamp-
vechter voor de Europese eenheid heen
gegaan.
In ItaUë vraagt men zich af, welke
wending er in de politieke koers zal ko
men na de dood van De Gasperi. Hij was
het die in de sterk verdeelde partij der
Christen-Democraten de eenheid wist te
bewaren. Men vreest, dat de verdeeld
heid thans sterk zal toenemen, ook tus
sen de andere Italiaajise partijen.
De regen en de oogst De Ko
ning van het veld gediend
Smytegelt en een woord op zijn
tijd.
De zomer van 1954 kenmerkt zich wel
door vele en zware regens. Niet alleen
in ons land, maar over heel Europa, in
sommige plaatsen gepaard met wolk
breuken en grote overstromingen door
het massale bergwater Ook uit andere
werelddelen komen onheilspellende be
richten: bij Dacca in Oost-Pakistan zijn
zeven millioen mensen, dus bijna even
veel als er in ons land wonen, door het
water geïsoleerd.
Wat de oogst van de landbouwpro
ducten betreft, staat het er zeer ongun
stig voor, een groot deel schijnt tot mis
lukking gedoemd. De granen staan
zwart te worden op het land, het water
staat in de voren, de aardappels rotten
in de grond. Sinds mensenheugenis is
het niet voorgekomen, dat er zoveel re
gen viel en zeker niet zo langen tgd
achter elkaar.
De moderne mens van onze tijd weet
SINDS 1870
veel op te lossen, maar tegen de krach
ten der natuur kan men niet.op. Daar
staat men en gelukkig machteloos
tegenover: dat is Gods vinger! Erkennen
wil men dat in het algemeen niet; men
wijt het aan blote natuurkrachten, b.v.
aan de 1.1. voorkomende zon-eclips, of
aan proeven met waterstof- en H-bom
men, waardoor de luchtlagen zich zo zou
den wijzigen dat overvloedige regens
ontstaan.
Dwaze mens! Is het niet de hand des
Heeren die dit alles doet? En waarom
komt Hij ons tegen met allerlei plagen?.
Opdat wij ons tot Hem zouden wenden,
ons keren tot Hem, die ons slaat. Slaan
we er geen acht op, bijten we op de
steen, en moet van ons gezegd, bg de
rampen die de Heere zend: „en zij be
keerden zich niet," dan staat wat er-
gers voor de deur.
Men mag tegenwoordig, niet meer
zeggen, wanneer een of andere ramp
ons treft, dat het een oordeel Gods is.
Ook niet onder het huidige Christendom.
Dat is veel te kras! Weet ge hoe dat
komt? Omdat de mens te veel waarde
heeft in zichzelf. Omdat niet gevoeld
wordt, hoe ontzettend de zonde is èn
God de zonde straffen moét. Zeker een
overmaat van zonde. Sodom en Gomorra
werd er door omgekeerd. De Heere
heeft met tegenheden altijd wat tot ons
te zeggen. Hij doet het enerzyds om de
zonden te straffen, anderzijds opdat we
ons tot Hem zouden bekeren.
Bij bijzondere gebeurtenissen namen
onze vaderen die gelegenheden waar om
het volk tot inkeer, tot boete en berouw
op te roepen. Van Smytegelt zijn meer
dere dergelijke predicaties bewaard ge
bleven. Zo hield hij een speciale predi
katie op de grote droogte in 1719, op
de pestilentie onder het vee, op water
vloeden en overstromingen. In een van
die preken lezen we:
„Uw hart moet beven aan de kant van
't water, hoe de dijken door die ösel^ke
winden verbroken zijn, zodat het water
door uw straten en steden vloeide, dat
er geen stuiten aan was. Wij zijn als
een handje vol land dat drijft te middeü
van een geweldige zee, wat heeft God
deze provincie (Zeeland) al niet bezocht
door water? In het jaar 1695 en 1696
heeft het zoveel geregend, dat de meeste
granen op het land schoten, zodat wij
haast geen gezonde bete broods hadden.
Denkt g\j dat God daar niets mee voor
heeft?"
En dan noemt hlj de redenen op, dat
het volk gezondigd heeft, dat de tuchti
gingen er zijn om der zonden wil. „Zeg
niet, het is zo het beloop van 't seizoen"
(dat was dus toen ook al zo!)
„dan klemt het nog niet, dan zal het er
nog meer opaan komen!"
Smytegelt liet echter altijd de keer
zijde zien, n.l. dat de Heere de schuld
belijdende niet beschaamd en zegen af-
giet op hen, die Hem in waarheid te voet
vallen.
Meer dan iemand anders heeft de boer
met het weer te maken. Hij zaait in ho
pe. En als het gewas gedijt, moet het
ook worden geoogst. Van die oogst moe
ten we allen leven, want zelfs de ko
ning wordt van het veld gediend. We
hebben er dus allen mee te maken. En
nu zal naar 's Heeren Woord zaaiïng en
oogst niet ophouden zolang de wereld
bestaat. Dreigt die oogst mis te lopen,
dan mochten we pleiten op 's-Heeren
eigen belofte in Zijn Woord toegezegd.
Met erkenning van eigen onwaardig
heid, opdat Hij ons genadig zij.
WAARNEMEK.