Zes Oostenrijkse huizen in Goedereede ter bewoning gegeven Het ontstaan van het eiland Goeree - Overflakkee ZwitsaletteÉ Lezing van Dr J. Verseput voor de Vereniging Streekmuseum kmöeRhoekje BESPREKING DE SLUIKER 2e Blad Zaterdag 27 Maart 1954 No. 2290 Nederland na de Saar het dichtst bevolkt Burg. Van Knobbelsdorff overhandigde de huissleutels VERVOLGVERHAAL Voor de Vereniging „Streekmuseum" Goeree Overflakkee trad Maandag avond in Hotel Spee op Dr. J. Verseput van Rotterdam (voorheen leraar aan de H.B.S. te Mlddelharnis) met een lezing over bovengenoemd onderwerp. De opkomst was zeer bevredigend; we bemerkten onder de aanwezigen meerdere Waterstaatsmensen, die uit hoofde van de gebeurtenissen van de laatste tijd, de aanleg van nieuwe dijken enz., voor dit ontstaan ook wel belangstelling heb ben. De voorzitter de heer A. J. Kruider heette de aanwezigen en de spreker welkom en gewaagde er van, dat het Be,stuur juist dit onderwerp gekozen had, omdat het nu wel bijzonder actueel is. Wat de Vereen. Streekmuseum zelf be trof, deelde hij mee, dat de Statuten Koninklijk waren goedgekeurd, dat de restauratie hulzen Kerkstraatje waarin het Museum gevestigd wordt dit jaar zijn beslag zal krijgen en dat de Vereniging in 1954 vijf jaar zal bestaan. Dr Verseput het woord verkrijgend, wees er op, dat de kaart van het eiland laat zien, dat het bestaat uit een aantal grote en kleine polders terwijl het Wes ten door een kuststrook met duinen wordt ingenomen. Overgaande tot het ontstaan van het eiland bezag spr. enkele geologische verschijnselen, hoe na afloop van de ijs- tpen, die in het pleistoceen zo'n grote rol speelden, het huidig tijdvak begon. dat de naam heeft van koloceen. Spr. ging dan na hoe Nederland er in het Oud-kolooeen uitzag, waarbij de kust vele kilometers westelijker lag dan te genwoordig, doordat de zeespiegel in de laatste ijstijd sterk gedaald was. Toen werd het land begroeid met bomen en planten en ontstond er een veenlaag. Door voortdurende aanwas van het smeltwater steeg de zeespiegel, het veen werd overstroomd en verdronk en werd bedekt met fijnkorrelige sedimenten. In die tijd, het begin van het Atlanticum, wijzigde het klimaat, de Oostelijke win den wijzigden zich in Westelijke, er ont stond een golfbeweging naar de kust, door zandaanvoer werd een lange rij duinen ontwikkeld. De zeespiegel steeg, het land achter de duinen werd steeds drassiger. In die dagen was het eiland waarschijnlijk nog verbonden met Voorne en Putten. Bij Naaldwijk wasn.l. een romeinse weg naar het Zuiden; ten Noorden van Goe- dereede bleek een plaats genaamd ,,Dè Oude Wereld" geweest te zijn. Spr. ging dan na de tijd van het sub- atlanticum", waarbij de kust belangrijk werd teruggeslagen. Vorming van het z.g. jonge duinlandschap begon plm. 400 j. V. Ghr.; als de scheiding tussen Voor ne toen nog niet bestond zal dit wel on geveer in die tijd,geweest zijn. Om streeks 500 j. V. Chr. werd het gebied van ons eiland ingenomen door een uit gestrekte zeeboezem, die in 776 bekend stond als Sunnonmeri, van welk woord het dorp Zonnemaire (Schouwen) af stamt. Spr. ging de ontwikkeling van de vorming van zandplaten na, schetste hoe zich in het duingebied waarschijnlijk vissers vestigden en schapenhouders, die bij hoge vloeden op terpen toevlucht zochten. Na de bedijking, waarvan de datum niet juist te stellen is, werd de streek of polder achter de duinen, be kend als Diependorst of Diepenhorst. Spr. ging dan verder na hoe zich de slikken of gorzen ontwikkelden en kwam dan op het z.g. darrink-delven, om n.l. uit het veen turf of zout te winnen. In de 14e eeuw werden er grote hoeveelhe den zout gewonnen, een bezigheid die in 1450 weer teniet ging omdat men zout uit zeewater won en last kreeg van Franse en Spaanse concurrentie. Vervolgens ging spr. na het ontstaan van de slikken die eerst werden uitge voerd voor vervening. Voor de gronden was belangstelUng bij Abdijen en kloos ters, die het uitgaven voor moerbedrij- ven. De platen werden dus bewoond de grootste was Dirksland in 1275 door graaf Floris V verpand aan Albrecht van Voorne, die ook al in bezit was van Grijsoord. In 1476 gaf Maria van Bour- gondië aan haar bastaardnicht Anna v. Bourgondië de streken bij den Bommel uit. Omstreeks 1400 was dus in het Wes ten een bewoond gebied, n.l. Westvoor- ne, ook wel Goedereede genoemd, neiar de grotere nederzetting die daar was. In 1371 was de macht van de heren V. Voorne geëindigd en overgegaan op de graven van Holland, met uitzonde- fin? van Sommelsdijk dat in 1339 reeds deel van Zeeland uitmaakt. Het woord Plakkee wordt voor het eerst vermeld gevonden in 1348. Vervolgens kwam spr. op de bedijkin gen, noemde de jaartallen van de ver schillende inpolderingen met wat daar zoal aan vast zat. De uitgifte tot bedij king ging gepaard met voorwaarden van tienden van de opbrengst, wanneer het land eenmaal was ingedijkt en bebouv/d. Ook de kerk werd niet vergeten, tot de bouw bestonden verplichtingen en de kerk, die toen rooms was, eiste ook haar deel op. Op zeer interessante, we zouden ook kunnen zeggen boeiende wijze, ontvouw de spr. de samensmelting van het eiland Goedereede (Westvoorne) met de ande re delen van Flakkee. Dit geschiedde door een rijsdam over het eiland So- merland (bij Stellendam) in 1751. Deze rijsdam werd echter door storm ver nield, in 1765 gaven de Staten opdracht tot bouw van een dam, waarom deze de Statendam werd genoemd. In 1768 werd de aankoop verhoogd, en nadat in 1769 de Adriana en 1780 de Eendragtpolder was ingedijkt was de vereniging van Goedereede met Overflakkee een feit geworden. Het zou te ver voeren verslag te ge ven van alle verdere inpolderingen die werden gereleveerd, feit is dat 'deze le zing met veel interesse werd beluisterd. Dr. Verseput bracht in zijn onderwerp ook nog ter sprake de inundatie door de Duitsers in 1944 en de gevolgen van de stormramp van 1 Febr. 1953. Na de pauze volgde een zeer interes sante discussie; de beantwoording van de vele vragen deed het onderwerp nog duidelijker tot zijn recht komen. De Vereniging „Streekmuseum" mag op een zeer goed geslaagde avond terug zien. ------—O---------- SCHIPPERSVBOUW VEEL OVER BOORD EN VERDRONK Een moeder van twaalf kinderen, de vijftigjarige schippersvrouw E. J. uit Cuyk is op de Rijn onder Huissen bij Arnhem over boord gevallen en ver dronken. Zij struikelde in het gangboord van het onder Belgische vlag varende m.s. Sylvië en sloeg over boord. Haar man, gewaarschuwd door zijn zoon, die aan het stuurwiel stond, slaagde erin zijn vrouw uit het water te halen. Ver geefs werd echter gepoogd de levens geesten op te wekken. In de' laatste 20 jaar is de wereldbe volking toegenomen met ongeveer een half milliard mensen, ofwel met een, kwart van de wereldbevolking in 1930. Medio 1952 werd het totale aantal we reldbewoners geschat op 2.469 millioen en de bevolkingsdichtheid op 18 inwo ners per vierkante kilometer. Ruim de helft van de wereldbevolking (1307 mil lioen) leeft In Azië en bijna een zesde (399 millioen) in Europa. De Nederlandse inlichtingendienst van de V. N. deelt over de Inhoud van dit jaarboek o.m. mede, dat Hongkong de dichtstbevolkte plaats ter wereld is met 2221 inwoners per km2. Daarna volgt de Saar met 376 en dan Nederland met 320 inwoners per km2 Engeland en Wales volgen met 291 en België met 285. Tegen PERIODIEKE PIJNEN: „De ouder wordende men» in onze samenleving," door E. Rubbens- Franken. Uitgave A. Voorhoeve, Bussum. De Nederlandse litteratuur is erg spaarzaam op het terrein van de be jaardenzorg. De auteur van dit boek heeft er een zeer brede studie van ge maakt en de problemen, die zich bij de toename van de bejaarden in ons land voordoen opgesomd en ook de oplossing er voor aan de hand gedaan. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is de totale bevolking van ons land met 100% gestegen, maar het aantal personen van 65 jaar en ouder met 151% toegenomen. In het bijzonder na 1930 is deze groep relatief sneller vermeerderd, dan de rest. Vormden de personen van 65 jaar en ouder in 1899 ongeveer 6% van de bevolking, in 1950 bedroeg dat percentage 7.7%. Wat moet er met en voor al deze be jaarden gedaan worden? De tijd van Keesje, het diakenhuis-maimetje uit de Camera Obscura van Nicolaas Beets is voorbij! In dit boek leest ge wat er voor gedaan wordt en voor gedaan moet wor den. Bezien worden de wettelijke finan- tiële voorzieningen, hulpverleningen op verschillend gebied, maatregelen voor het lichamelijk en geestelijk welzijn enz. Vergeleken wordt wat in Engeland (e.a. landen) voor de bejaarden wordt ge daan en de vordering van de geriatri in de ziekenhuizen. Het boek is rijk geïllustreerd met fo to's op kunstdrukpapier van rusthuizen en werk-inrichtingen voor bejaarden en voorzien van plattegronden en grafieken Was het Rusthuis „De Goede Rêe" te Sommelsdijk gereed geweest (dat een van de modernste in ons land kan wor den genoemd) zou het er mogelijk ook een plaats in hebben gekregen. Wie studie wil maken van de ouder- domsvraagstukken, moet zich dit boek aanschaffen. Het is een van de mooiste in de „Ontwikkelingsmogelijkheden-se- rie", die tot heden bij Voorhoeve ver schenen. Keurig uitgevoerd is de prijs gec. 6.90; geb. 8.25. Goedereede telt thans zes gezirmen, die zich verheugen in het kunnen bewonen van splinternieuwe, gezellig, mooie en ruime huizen in de nieuwe buurt aan de Zuidkant van het dorp, zes huizen, die men geschonken heeft gekregen door Oostenrijk! De watersnood verdreef zes gezinnen uit hun huizen, die onherstel baar vernield waren. Van Oostenrijk heeft men er een gelijk aantal nieuwe voor terug gekregen en daarvan heeft Burgemeester Baron van Knobelsdorff Donderdagmiddag de sleutels aan de bewoners overgedragen. Dit geschiedde in tegenwoordigheid van de gemeenteraadsleden, van secretaris Jongkoen, archi tect Labee en bij de bouw betrokken opzichters, o.a. de heer Jobse, die het da gelijks toezicht heeft uitgeoefend. De huizen werden gebouwd door Fa. van Wel- zenes te Rotterdam, die thans in drie plaatsen van het eiland deze buitenlandse bouw verzorgd heeft n.l. 6 huizen in Herkingen,- 6 in de Langstraat en thans deze in Goedereede, Getuigenis van dankbaarheid onder de rood-wit-rode vlag De Goereese huizen zjjn gebouwd aan een nieuwe straat, die nog een naam moet krijgen. Burgemeester Van Knobelsdorff heeft medegedeeld, dat deze straatnaam een blijvende herinne ring zal moeten vormen aan het kost bare geschenk van Oostenrijk. Wie Goe dereede vanuit het Oosten nadert ziet deze fraaie gebouwen 3 blokken van twee huizen onmiddellijk. Zij vor men thans een opvallend beeld in het randje van onze oude stad! Natuurlijk woei op het tijdstip van de officiële overhandiging van de huissleu tels de Oostenrijkse vlag, rood-wit-rood, van een hoge vlaggemast voor een der huizen. Onder deze vlag schaarden zich de burgemeester, de gepieenteraad, de opzichters en de toekomstige bewoners alsmede de bouwlieden, die bezig waren de laatste hand aan de huizen te leggen. Natuurlijk waren ook vele andere Goe reese inwoners en vooral inwoonsters van deze plechtigheid getuige. Symbolische straatnaam komt Burgemeester Van Knobelsdorff ge waagde met grote voldoening en dank baarheid van het feit, dat op deze dag de huizen in handen gegeven konden worden van de toekomstige bewoners. Dat dit mogelijk zou zijn zal wel nie mand een jaar geleden hebben durven verwachten, zo meende spr. Deze hui zen zijn een geschenk van een volk, dat onze taal niet spreekt, maar dat blijk geeft te verstaan wat naastenliefde en hulpvaardigheid betekenen. Dank zegde spr. dus allereerst aan het Oostenrijkse volk, voorts aan de gemeenteraad, die de grond enz. ter beschikking heeft ge steld, aan Fa. Welzenes voor de vlot verlopen bouw en tenslotte aan de op zichters en bouwlieden. Spr. verzekerde dat de straat in naam en uiterlijk het symbool zal blijven dragen van dit prachtige Oostenrijkse geschenk. In de eerstvolgende raadsvergadering zal een voorstel tot naamgeving aan de straat ter tafel worden gebracht. Onder het uitspreken van veel goede wensen overhandigde burgemeester Van Knobelsdorff in de voorkamer van een der woningen aan de huismoeders, die hier hun nieuwe home zullen scheppen, de sleutels van de voordeuren. Waarna de gemeentebode Van der Bok een paar glazen Portugese wijn tevoorschijn to verde, zodat het mogelijk was deze blij de ingebruikname te bezegelen met een dronk op Oostenrijk en het Oostenrijkse volk en op deze fraaie huizen. Z6 zijn deze woningen! De huizen zijn geheel van hout opge- trekken, met pannen gedekt en zullen, als t.z.t. de omgeving wat in het groen is gekomen, aan dit dorpsdeel van Goe dereede zeker een fleurig aanzien ge ven. De inrichting is zodanig, dat die o.i. ieder bewoner moet bevredigen; een por tiek voor ieder huizenblok, iedere wo ning een halletje, een flinke voor- en èen dito achterkamer, een handige keu ken, waarnaast WC met douchecel. Bo ven tellen de huizen behalve een over loop drie slaapkamers, waarvan een be hoorlijk groot. De kamers hebben naar buiten openslaande ramen, onderaan echter een paar vaste vensters, zodat men geen bloempotten behoeft weg te halen als men de ramen wil open doen. Men weet dat men in het buitenland veel waarde hecht aan bloemen in de vensterbank, soms binnen zowel als bui ten, en het is te hopen, dat de bewoners hier in Goedereede de nodige fleur voor hun vensters zullen aanbrengen. Al was er geen wind, de Oostenrijkse vlag moest toch uitstaan voor de nieuwe huizen, die Goedereede gekregen heeft en die vorige week aan de bewoners werden overgedragen. Dus hield architect Labee de rood-wit-rode banen breed boven de hoofden van de gelukkige a.s. bewoners, die van burgemeester Van Knobelsdorff zojuist de huissleutels ontvangen hadden. De gemeenteraad, de gemeentesecretaris en de opzichters waren bij deze plechtigheid ook tegen woordig. De huizen zijn toegewezen aan de families B. Roos, T. Breen, J. Hoek, K. Tanis, C. L. Matsinger en M. v. Tigchelen. Beste jongens en meisjes! Er zijn deze week nog veel brieven te beantwoorden, dus zal ik maar dadelijk aan het nieuwe raadsel beginnen. Het is het laatste raadsel van de maand. MAARTRAADSEL 4: Gevraagd worden 23 woorden, waar van de beginletters een gedeelte vormen van Psalm 62. 1. Koningin die verstoten werd, om dat ze niet wou luisteren naar het bevel van haar man. 2. Opvolger van de pro feet Elia. 3. Oudste zoon van Jacob. 4. Geestelijke zoon van Paulus. 5. Gezant van koning Sanherib; hoonde de God van Hiskia. 6. Zoon van Boaz. 7. Koning van Juda die melaats werd. 8. Ik ben de wareen mijn Vader is de land man. 9. Sterren-beeld (Boek Job.) 10. Heidenapostel. 11. Moeder van Samuel. 12. Vriend van Job. 13. Een der kleine profeten. 14. Handwerk van Paulus. 15. Gemeente in Klein-Azië. 16. Broeder van Mozes. 17. Eén der Boeken van Mozes. 18. Moeder van Juda. 19. Werd door Petrus gezond gemaakt. 20. Zoon van Salomo. 21. Schrijver van de Romeiner- brief (zie het laatste hoofdstuk). 22. Want devan Uw huis heeft mij ver teerd (Ps. 69)'. 23. Zilversmid in Efeze (Handel.) Dit raadsel werd mij toegezonden door Koos van Loon, Nieuwe Tonge. CORRESPONDENTIE Bep 'G., Den Helder. Breien moet elk meisje goed kunnen. In de briefjes merk ik wel, dat vele meisjes het doen, en graag! Het is gelukkig, dat je op school alles goed kan volgen. Het verstand is maar gekregen goed. Daarom behoeven we heus niet trots te zijn op onze ken nis, en mogen we kinderen, die niet zo goed kunnen leren, niet minderwaardig vinden. Ik weet van kinderen, die in school stil zaten te bidden als ze iets niet konden. Vind je dat niet echt? Stina G., Ouddorp. Heb je Keesje, het broertje van Jobje, al vast mogen hou den? Is het kind al gedoopt? Ze hebben goed om je verjaardag gedacht. Je was niet te laat met inzenden, hoor! Aat N., Sommelsdijk. Maar Aat, wat heb jij voor mooie versieringen gezorgd! Het is volop lente op de enveloppe. En in de brief zijn de tekeningen ook heel aardig. Wist de meester het antwoord niet? Ik dacht, dat meesters alles wis ten. Maar het was een vraag waar geen antwoord op te geven was. Heb je die helicopter zomaar uit je hoofd getekend? Knap, hoor! Ary de G., Middelhamis. Zijn de foto's goed gelukt, Ary? Ja, dat Leny veel moet leren, kan ik begrijpen. Ze moet maar proberen vol te houden. Het is al tijd gemakkelijk als je veel weet, niet waar? Jochem G., Den" Helder. Dat was dus een onrechtvaardige straf. Jij was niet stout geweest, hè? Dat gebeurt wel meer, dat onschuldigen moeten lijden. Er hebben mensen in de gevangenis geze ten, die niets geen kwaad hadden ge daan. Daar weet je wel voorbeelden van. Het grote voorbeeld is wel van de Hee- re Jezus. De moordenaar zei, dat Deze niets onbehoorlijks had gedaan. Gaat het al een beetje beter op school met de kameraden? Neeltje G., Ouddorp. Nu is het maar enkele dagen meer op school, hè Maar als je al zo groot bent, dan wordt het tijd ook. Als ik je lengte lees, dan kom ik tot de conclusie, dat je bijna zo lang bent als ik. Ik ben aan de ene kant blij, dat het geen balpen van de prijzen is. Als dat zo was, kreeg je een nieuwe in de plaats. Maar dat is wel zeker, dat die pennen voor de prijzen beter zijn! Vonden ze je werk op de kijkavond mooi? Ans de G., Middelhamis. Ja, het is vlug moeten gaan. Dat zie ik aan je schrift. Maar daar kon je niets aan doen, door het vele huiswerk. Denk er om, dat het schoolwerk altijd vóór moet gaan: eerst de school en dan de raad sels. Minekee S., Ouddorp. Die jaartallen kon jij natuurlijk nog niet; in de tweede klas doen ze dat nog niet. Maar het moest toch eens geplaatst worden. Ge lukkig, dat je helpers en helpsters hebt, die een handje hebben uitgestoken. Doet Maarten het ook nog zo graag? Ik kan het begrijpen. Dat gaat er zo gauw uit. Doe ze allen de groeten terug. Cor D., Herkingen. Wat kwam die prijs prachtig voor je verjaardag! Daar wist ik echter niets van. Het is toe vallig zo gegaan. Leuke cadeautjes heb je gekregen, Cor! Daar zou ik ook wel blij mee zijn geweest. Jan van W., Stellendam. Wat heb jij toch veel gekregen op je verjaardag! Het boek „Gebroken Dijken" zal je wel het mooiste vinden, denk ik. De boeken van. Penning zijn ook altijd mooi voor kinderen. Nu heb je zodoende al een, he le verzameling. En 's avonds was het ook leuk. Hans de B., Heemstede. Dat doet me genoegen, dat je weer van de partij bent Het is een hele tijd geleden, dat je met ons mee deed. Daarom ben ik blij, dat je me weer schreef, en wat meer is: dat je weer geregeld mee gaat doen. Wat heb je het druk gehad! Maar het was zeer nuttig werk, dat jegeen windeieren heeft opgebracht. Dat Zwitserse horlo ge spant de kroon! Het is een goed merk ook. Jij hebt de slag er bepaald van voor zulke karweitjes. Koos van L., Nieuwe Tonge. Hartelijk gefeliciteerd met het huwelijksfeest van je grootouders. Was het een drukte de ze week? Het is een hele tijd, dat ze bij elkaar zijn geweest! Nu sta je aan het begin en aan het einde van het hoekje. Wel leuk, hè? AJlemaal. Voor deze week genoeg. Volgende week hoop ik de andere brie ven te beantwoorden. De hartelijke groe ten van OOM KO. (50). Vrij bewerkt naar F. VISSER Jzn. Nu heeft zij mij maar alleen 'n schat ^an geld aan quinine gekost; zodat ik, wanneer de boeren er niet op bedacht Jijn, dezen zomer wat veel galziekten te yijgen, het vooruitzicht heb, een slecht jaar te zullen hebben en half geruïneerd pen. Ongelukkig heeft de ouwe ziel zich «1 het hoofd gezet, dat je zwervende en «lende bent over het rond der aarde, zoals een harer kennissen uit de Schrift namelijk; ik meen, dat ze hem Kaïn ™emt, ook overkomen is, die ook wat "P Zijn kerfstok had, hoewel niet bij 7n /^"^^'^en. Ze denkt, dat ik uit be zorgdheid voor haar welzijn: nota bene! naar de waarheid verzwijg en ze wat op mouw speld. Al welke onheilen intusschen voorko- ™en zouden zijn, indien je op dien be- "ysten dag den koevoet had gebruikt, a™'enz. (zie boven). Nu zit er niets «wers op. dan dat je zoo gauw moge- J^,J^^l hier komt en wel met dezelfde S^enheid, als waarmede je vertrokken man beurtschipper Moer- trou^^™ wien ik dezen brief toever- Nlet rt^ .*e de volgende week vaart. dat ik zoo naar je verlang, of om je verlegen ben; maar alleen terwille van ,,Jans", die anders kans loopt zoo mager te worden als een geraamte, en van mijn oudje, die mooi op weg is, óm me te ruineren vanvvege de quinte. Ook op den molen zou een daar te brengen bezoek, naar ik meen gemerkt te heb ben, misschien gunstig worden opgeno men. Er bestaat op dit oogenblik geen vrees hoegenaamd, dat de Franschen, onzaliger gedachtenisse, je ook maar één haar van je hoofd zouden krenken, eenvoudig omdat er in het geheele land van „Ter Goes" zelfs geen Franse muis meer op vier poten loopt. Uit vrees voor den Engelschen luipaard en laat mij er bij voegen zoo ik hoop, ook een weinig voor den HoUandschen leeuw, is al wat Fransche cocarde draagt, met pak en zak over de Schelde getogen tot je vrienden, de marechaussees, incluis. Van die zijde bestaat er dus niet het minste bezwaar. Anders is het in Wal cheren en het land van Cadzand. Daar heeft de gier zijn klauw nog op geves tigd. Laten we hopen, dat het niet lang meer duren zal. Ik zeg je dat alleen, omdat je het niet in je hoofd zou krij gen, een bezoek te willen afleggen bij een zekere onbestorven weduwe, met, zoo ik meen, twee kindertjes, die daar ergens in dat landje vertoeft, en waar van ik mij herinner, dat ze je en voor zeker niet ten onrechte gansch niet onverschillig zijn. Nog denk ik weer aan die heldendaad van Jan Hekman, Jaap! Hij heeft je er toch maar prachtig doorgeholpen, hè? Je hadt anders al lang voor de haaien geweest, kameraad! Je hebt zeker de Voorzienigheid wel gedankt voor de gun stige afloop van het zaakje. Nu daar bestonden redenen voor. Ik heb het den eigen avond ook geprobeerd, en hoewel ik er niet in geroutineerd ben, ging het nog al ,al zeg ik het zelf. Op den molen verstaan ze zich daar beter op, en ik vind dat gelukkig. Nu, ofschoon ik niet weet, wat hier met je te beginnen, zal ik je wachten, al was het alleen maar terwille van die twee oude schepsels: mijn ,,Jans" en de oude Marina, welke laatste je hartelijk groet. Ook ik doe het bq deze. Uw vriend en voormalig patroon. Dr. Stellaard." Natuurlijk moet Heilman glimlachen als hij dit epistel leest. Wat heeft die dokter weer heerlijk op z'n stokpaardje gezeten, denkt hfl. Zou er wel ergens op de wereld een tweede man gevonden worden die zo edel, gulhartig en menslievend is? En dan geeft hij die Hekman alle hul de, alsof niet hij het hele ontvluchtings- plan heeft bedacht en in elkaar gezet heeft! Intussen h^' kan zonder gevaar naar Zuid-Beveland reizen enals Walcheren en het Land van Cadzand straks ook vrij zfln, kan hij naar huis. om weer te gaan opbouwen wat door zijn schuld te loor is gegaan! Een week later meert schipper Moer man zijn schuit aan zijn vaste ducdalf in de haven van Goes. Zijn enige passa gier is Frits Zijier. Op de kade staat een sjees te wachten: dokter Stellaard, die met de hoed zwaait. Ontstuimig springt zijn voormalige koetsier op de wal, drukt hem de hand met een: ,,Hoe vriendelijk van u, dok ter, om mij te komen halen." De dokter schreeuwt de schipper een „Adieu" toe, dat men wel tien huizen ver kan horen en zegt tot Zijier alleen: „Stap in!" Dan rijden zij zwijgend de smalle straatjes van het oude stadje door, veel sneller dan de bejaarde poten van de merrie toelaten. Het beest begrijpt er niets van. Op het bekende sukkel drafje zijn ze naar Goes gekomen en de dokter heeft haar haar gang laten gaan en nu, op de terug reis, moet het zo vlug waarom nu toch? Daar kan haar paardenverstand niet bij. Zij ver tikt het dan ook, maar onmiddellijk klinkt de niet bepaald vriendelijke stem van de dokter: „Allo, vort peerd!" Aanvankelijk vindt ook Heilman het doen van zijn dokter enigszins vreemd; behalve een stevige handdruk heeft hij nog geen enkel woord van welkom uit zijn mond vernomen. Maar als hij hem dan van terzijde even aankijkt en een paar vochtige ogen ziet, weet en be grijpt hij genoeg: de gevoelige man weet zich niet goed een houding te geven. ,,Ho, Jans", klinkt even buiten de stad, het bevel, als zij een Uitspanning" naderen. De merrie vindt het prachtig en gehoorzaamt voorbeeldig. „Hier drinken we een glas bier, Jaap. Kijk maar eens even, of Jans je nog kent." De gewezen koetsier streelt het paard: ,,Wel, mijn oudje, hoe ihaak je het?" Jans keert de kop een paar keer om, kijkt Zijier met goedige ogen aan en hinnikt een paar malen. „Ik mag een Fransman zijn, als ze je niet herkent", zegt dokter Stellaard. „Geen ogenblik aan te twijfelen, dok ter", antwoordt Zijier, de kop van het dier strelend. „Maar wat de magerheid betreft, waarover u mij hebt geschre ven, die valt mij toch wat mee." „Zo", is het laconieke antwoord. Zij gebruiken een glas bier en gaan dan weer verder, waarbij Jaap de leid sels nemen moet. Probeer of je het nog kunt, jongen; maar rijd niet te hajrd we hebben de tijd; of je nu een uur vroe ger of later in het dorp komt, is krek hetzelfde." Nu is hij weer de oude. Van stukje tot beetje moet Heilman vertellen, hoe het met zijn ontvluchting is toegegaan. De olijkerd! Hij houdt zich, of hij er nie mendal van weet en toch heeft hij alles reeds, tot in de kleinste bizonderheden, van Jan Hekman vernomen. Kerel, kerel, wat heeft die Jan Hek man zich kranig gehouden," zegt hij herhaaldelijk en dan, zoals zijn gewoon te is, op de knie van zijn koetsier slaan de: „Je mag hem bij gelegenheid wel eens gaan bedanken. Wat heeft hij die lui aardig om. de tuin geleid. Wat kent die de zwakke kant van dat soort cre aturen! Ha, ha, getracteerd op warm bier met rum of liever rum met bier! Je moet maar op het idee komen! Je was anders voor de haaien geweest, ka meraad en zie, dat zou mij gespeten heb ben, al was het alleen maar voor je vrouw en kinderen Hier stokt de drukpratende man. Juist het moment, denkt Zijier, om nu eens ernstig de dokter te bedanken voor al hetgeen hij voor hem gedaan heeft. Maar als hij een enkel woord in die richting begint te zeggen, is het al mis. ,,Ho, man, niets te beduiden!" en wel zo hard, dat Jans niet beter weet of het geldt haar, waarop zij dan ook stok stijf stilstaat. „Ben je gek, paard!" roept de dok ter, schaterlachend. Hallo, vort!" En als de lachbui voorbij is: „Neen man, geen woord meer daarover. Jan Hekman, vriend! Ga hem bij gelegen heid maar eens opzoeken, da's je man." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1954 | | pagina 5