Zes Oostenrijkse huizen in Goedereede ter
bewoning gegeven
Het ontstaan van het eiland
Goeree - Overflakkee
ZwitsaletteÉ
Lezing van Dr J. Verseput voor de
Vereniging Streekmuseum
kmöeRhoekje
BESPREKING
DE SLUIKER
2e Blad
Zaterdag 27 Maart 1954
No. 2290
Nederland na de Saar
het dichtst bevolkt
Burg. Van Knobbelsdorff overhandigde de huissleutels
VERVOLGVERHAAL
Voor de Vereniging „Streekmuseum" Goeree Overflakkee trad Maandag
avond in Hotel Spee op Dr. J. Verseput van Rotterdam (voorheen leraar aan
de H.B.S. te Mlddelharnis) met een lezing over bovengenoemd onderwerp. De
opkomst was zeer bevredigend; we bemerkten onder de aanwezigen meerdere
Waterstaatsmensen, die uit hoofde van de gebeurtenissen van de laatste tijd,
de aanleg van nieuwe dijken enz., voor dit ontstaan ook wel belangstelling heb
ben. De voorzitter de heer A. J. Kruider heette de aanwezigen en de spreker
welkom en gewaagde er van, dat het Be,stuur juist dit onderwerp gekozen had,
omdat het nu wel bijzonder actueel is. Wat de Vereen. Streekmuseum zelf be
trof, deelde hij mee, dat de Statuten Koninklijk waren goedgekeurd, dat de
restauratie hulzen Kerkstraatje waarin het Museum gevestigd wordt dit jaar
zijn beslag zal krijgen en dat de Vereniging in 1954 vijf jaar zal bestaan.
Dr Verseput het woord verkrijgend,
wees er op, dat de kaart van het eiland
laat zien, dat het bestaat uit een aantal
grote en kleine polders terwijl het Wes
ten door een kuststrook met duinen
wordt ingenomen.
Overgaande tot het ontstaan van het
eiland bezag spr. enkele geologische
verschijnselen, hoe na afloop van de ijs-
tpen, die in het pleistoceen zo'n grote
rol speelden, het huidig tijdvak begon.
dat de naam heeft van koloceen. Spr.
ging dan na hoe Nederland er in het
Oud-kolooeen uitzag, waarbij de kust
vele kilometers westelijker lag dan te
genwoordig, doordat de zeespiegel in de
laatste ijstijd sterk gedaald was. Toen
werd het land begroeid met bomen en
planten en ontstond er een veenlaag.
Door voortdurende aanwas van het
smeltwater steeg de zeespiegel, het veen
werd overstroomd en verdronk en werd
bedekt met fijnkorrelige sedimenten. In
die tijd, het begin van het Atlanticum,
wijzigde het klimaat, de Oostelijke win
den wijzigden zich in Westelijke, er ont
stond een golfbeweging naar de kust,
door zandaanvoer werd een lange rij
duinen ontwikkeld.
De zeespiegel steeg, het land achter
de duinen werd steeds drassiger. In die
dagen was het eiland waarschijnlijk nog
verbonden met Voorne en Putten. Bij
Naaldwijk wasn.l. een romeinse weg
naar het Zuiden; ten Noorden van Goe-
dereede bleek een plaats genaamd ,,Dè
Oude Wereld" geweest te zijn.
Spr. ging dan na de tijd van het sub-
atlanticum", waarbij de kust belangrijk
werd teruggeslagen. Vorming van het
z.g. jonge duinlandschap begon plm. 400
j. V. Ghr.; als de scheiding tussen Voor
ne toen nog niet bestond zal dit wel on
geveer in die tijd,geweest zijn. Om
streeks 500 j. V. Chr. werd het gebied
van ons eiland ingenomen door een uit
gestrekte zeeboezem, die in 776 bekend
stond als Sunnonmeri, van welk woord
het dorp Zonnemaire (Schouwen) af
stamt. Spr. ging de ontwikkeling van de
vorming van zandplaten na, schetste hoe
zich in het duingebied waarschijnlijk
vissers vestigden en schapenhouders, die
bij hoge vloeden op terpen toevlucht
zochten. Na de bedijking, waarvan de
datum niet juist te stellen is, werd de
streek of polder achter de duinen, be
kend als Diependorst of Diepenhorst.
Spr. ging dan verder na hoe zich de
slikken of gorzen ontwikkelden en kwam
dan op het z.g. darrink-delven, om n.l.
uit het veen turf of zout te winnen. In
de 14e eeuw werden er grote hoeveelhe
den zout gewonnen, een bezigheid die in
1450 weer teniet ging omdat men zout
uit zeewater won en last kreeg van
Franse en Spaanse concurrentie.
Vervolgens ging spr. na het ontstaan
van de slikken die eerst werden uitge
voerd voor vervening. Voor de gronden
was belangstelUng bij Abdijen en kloos
ters, die het uitgaven voor moerbedrij-
ven. De platen werden dus bewoond de
grootste was Dirksland in 1275 door
graaf Floris V verpand aan Albrecht
van Voorne, die ook al in bezit was van
Grijsoord. In 1476 gaf Maria van Bour-
gondië aan haar bastaardnicht Anna v.
Bourgondië de streken bij den Bommel
uit. Omstreeks 1400 was dus in het Wes
ten een bewoond gebied, n.l. Westvoor-
ne, ook wel Goedereede genoemd, neiar
de grotere nederzetting die daar was.
In 1371 was de macht van de heren
V. Voorne geëindigd en overgegaan op
de graven van Holland, met uitzonde-
fin? van Sommelsdijk dat in 1339 reeds
deel van Zeeland uitmaakt. Het woord
Plakkee wordt voor het eerst vermeld
gevonden in 1348.
Vervolgens kwam spr. op de bedijkin
gen, noemde de jaartallen van de ver
schillende inpolderingen met wat daar
zoal aan vast zat. De uitgifte tot bedij
king ging gepaard met voorwaarden van
tienden van de opbrengst, wanneer het
land eenmaal was ingedijkt en bebouv/d.
Ook de kerk werd niet vergeten, tot de
bouw bestonden verplichtingen en de
kerk, die toen rooms was, eiste ook
haar deel op.
Op zeer interessante, we zouden ook
kunnen zeggen boeiende wijze, ontvouw
de spr. de samensmelting van het eiland
Goedereede (Westvoorne) met de ande
re delen van Flakkee. Dit geschiedde
door een rijsdam over het eiland So-
merland (bij Stellendam) in 1751. Deze
rijsdam werd echter door storm ver
nield, in 1765 gaven de Staten opdracht
tot bouw van een dam, waarom deze de
Statendam werd genoemd. In 1768 werd
de aankoop verhoogd, en nadat in 1769
de Adriana en 1780 de Eendragtpolder
was ingedijkt was de vereniging van
Goedereede met Overflakkee een feit
geworden.
Het zou te ver voeren verslag te ge
ven van alle verdere inpolderingen die
werden gereleveerd, feit is dat 'deze le
zing met veel interesse werd beluisterd.
Dr. Verseput bracht in zijn onderwerp
ook nog ter sprake de inundatie door de
Duitsers in 1944 en de gevolgen van de
stormramp van 1 Febr. 1953.
Na de pauze volgde een zeer interes
sante discussie; de beantwoording van
de vele vragen deed het onderwerp nog
duidelijker tot zijn recht komen.
De Vereniging „Streekmuseum" mag
op een zeer goed geslaagde avond terug
zien.
------—O----------
SCHIPPERSVBOUW VEEL OVER
BOORD EN VERDRONK
Een moeder van twaalf kinderen, de
vijftigjarige schippersvrouw E. J. uit
Cuyk is op de Rijn onder Huissen bij
Arnhem over boord gevallen en ver
dronken. Zij struikelde in het gangboord
van het onder Belgische vlag varende
m.s. Sylvië en sloeg over boord. Haar
man, gewaarschuwd door zijn zoon, die
aan het stuurwiel stond, slaagde erin
zijn vrouw uit het water te halen. Ver
geefs werd echter gepoogd de levens
geesten op te wekken.
In de' laatste 20 jaar is de wereldbe
volking toegenomen met ongeveer een
half milliard mensen, ofwel met een,
kwart van de wereldbevolking in 1930.
Medio 1952 werd het totale aantal we
reldbewoners geschat op 2.469 millioen
en de bevolkingsdichtheid op 18 inwo
ners per vierkante kilometer. Ruim de
helft van de wereldbevolking (1307 mil
lioen) leeft In Azië en bijna een zesde
(399 millioen) in Europa.
De Nederlandse inlichtingendienst van
de V. N. deelt over de Inhoud van dit
jaarboek o.m. mede, dat Hongkong de
dichtstbevolkte plaats ter wereld is met
2221 inwoners per km2. Daarna volgt de
Saar met 376 en dan Nederland met 320
inwoners per km2 Engeland en Wales
volgen met 291 en België met 285.
Tegen PERIODIEKE PIJNEN:
„De ouder wordende men» in onze
samenleving," door E. Rubbens-
Franken. Uitgave A. Voorhoeve,
Bussum.
De Nederlandse litteratuur is erg
spaarzaam op het terrein van de be
jaardenzorg. De auteur van dit boek
heeft er een zeer brede studie van ge
maakt en de problemen, die zich bij de
toename van de bejaarden in ons land
voordoen opgesomd en ook de oplossing
er voor aan de hand gedaan. Volgens
gegevens van het Centraal Bureau voor
de Statistiek is de totale bevolking van
ons land met 100% gestegen, maar het
aantal personen van 65 jaar en ouder
met 151% toegenomen. In het bijzonder
na 1930 is deze groep relatief sneller
vermeerderd, dan de rest. Vormden de
personen van 65 jaar en ouder in 1899
ongeveer 6% van de bevolking, in 1950
bedroeg dat percentage 7.7%.
Wat moet er met en voor al deze be
jaarden gedaan worden? De tijd van
Keesje, het diakenhuis-maimetje uit de
Camera Obscura van Nicolaas Beets is
voorbij! In dit boek leest ge wat er voor
gedaan wordt en voor gedaan moet wor
den. Bezien worden de wettelijke finan-
tiële voorzieningen, hulpverleningen op
verschillend gebied, maatregelen voor
het lichamelijk en geestelijk welzijn enz.
Vergeleken wordt wat in Engeland (e.a.
landen) voor de bejaarden wordt ge
daan en de vordering van de geriatri in
de ziekenhuizen.
Het boek is rijk geïllustreerd met fo
to's op kunstdrukpapier van rusthuizen
en werk-inrichtingen voor bejaarden en
voorzien van plattegronden en grafieken
Was het Rusthuis „De Goede Rêe" te
Sommelsdijk gereed geweest (dat een
van de modernste in ons land kan wor
den genoemd) zou het er mogelijk ook
een plaats in hebben gekregen.
Wie studie wil maken van de ouder-
domsvraagstukken, moet zich dit boek
aanschaffen. Het is een van de mooiste
in de „Ontwikkelingsmogelijkheden-se-
rie", die tot heden bij Voorhoeve ver
schenen. Keurig uitgevoerd is de prijs
gec. 6.90; geb. 8.25.
Goedereede telt thans zes gezirmen, die zich verheugen in het kunnen bewonen
van splinternieuwe, gezellig, mooie en ruime huizen in de nieuwe buurt aan de
Zuidkant van het dorp, zes huizen, die men geschonken heeft gekregen door
Oostenrijk! De watersnood verdreef zes gezinnen uit hun huizen, die onherstel
baar vernield waren. Van Oostenrijk heeft men er een gelijk aantal nieuwe
voor terug gekregen en daarvan heeft Burgemeester Baron van Knobelsdorff
Donderdagmiddag de sleutels aan de bewoners overgedragen. Dit geschiedde in
tegenwoordigheid van de gemeenteraadsleden, van secretaris Jongkoen, archi
tect Labee en bij de bouw betrokken opzichters, o.a. de heer Jobse, die het da
gelijks toezicht heeft uitgeoefend. De huizen werden gebouwd door Fa. van Wel-
zenes te Rotterdam, die thans in drie plaatsen van het eiland deze buitenlandse
bouw verzorgd heeft n.l. 6 huizen in Herkingen,- 6 in de Langstraat en thans
deze in Goedereede,
Getuigenis van dankbaarheid onder de rood-wit-rode vlag
De Goereese huizen zjjn gebouwd
aan een nieuwe straat, die nog een
naam moet krijgen. Burgemeester Van
Knobelsdorff heeft medegedeeld, dat
deze straatnaam een blijvende herinne
ring zal moeten vormen aan het kost
bare geschenk van Oostenrijk. Wie Goe
dereede vanuit het Oosten nadert ziet
deze fraaie gebouwen 3 blokken van
twee huizen onmiddellijk. Zij vor
men thans een opvallend beeld in het
randje van onze oude stad!
Natuurlijk woei op het tijdstip van de
officiële overhandiging van de huissleu
tels de Oostenrijkse vlag, rood-wit-rood,
van een hoge vlaggemast voor een der
huizen. Onder deze vlag schaarden zich
de burgemeester, de gepieenteraad, de
opzichters en de toekomstige bewoners
alsmede de bouwlieden, die bezig waren
de laatste hand aan de huizen te leggen.
Natuurlijk waren ook vele andere Goe
reese inwoners en vooral inwoonsters
van deze plechtigheid getuige.
Symbolische straatnaam komt
Burgemeester Van Knobelsdorff ge
waagde met grote voldoening en dank
baarheid van het feit, dat op deze dag
de huizen in handen gegeven konden
worden van de toekomstige bewoners.
Dat dit mogelijk zou zijn zal wel nie
mand een jaar geleden hebben durven
verwachten, zo meende spr. Deze hui
zen zijn een geschenk van een volk, dat
onze taal niet spreekt, maar dat blijk
geeft te verstaan wat naastenliefde en
hulpvaardigheid betekenen. Dank zegde
spr. dus allereerst aan het Oostenrijkse
volk, voorts aan de gemeenteraad, die
de grond enz. ter beschikking heeft ge
steld, aan Fa. Welzenes voor de vlot
verlopen bouw en tenslotte aan de op
zichters en bouwlieden. Spr. verzekerde
dat de straat in naam en uiterlijk het
symbool zal blijven dragen van dit
prachtige Oostenrijkse geschenk. In de
eerstvolgende raadsvergadering zal een
voorstel tot naamgeving aan de straat
ter tafel worden gebracht.
Onder het uitspreken van veel goede
wensen overhandigde burgemeester Van
Knobelsdorff in de voorkamer van een
der woningen aan de huismoeders, die
hier hun nieuwe home zullen scheppen,
de sleutels van de voordeuren. Waarna
de gemeentebode Van der Bok een paar
glazen Portugese wijn tevoorschijn to
verde, zodat het mogelijk was deze blij
de ingebruikname te bezegelen met een
dronk op Oostenrijk en het Oostenrijkse
volk en op deze fraaie huizen.
Z6 zijn deze woningen!
De huizen zijn geheel van hout opge-
trekken, met pannen gedekt en zullen,
als t.z.t. de omgeving wat in het groen
is gekomen, aan dit dorpsdeel van Goe
dereede zeker een fleurig aanzien ge
ven. De inrichting is zodanig, dat die o.i.
ieder bewoner moet bevredigen; een por
tiek voor ieder huizenblok, iedere wo
ning een halletje, een flinke voor- en
èen dito achterkamer, een handige keu
ken, waarnaast WC met douchecel. Bo
ven tellen de huizen behalve een over
loop drie slaapkamers, waarvan een be
hoorlijk groot. De kamers hebben naar
buiten openslaande ramen, onderaan
echter een paar vaste vensters, zodat
men geen bloempotten behoeft weg te
halen als men de ramen wil open doen.
Men weet dat men in het buitenland
veel waarde hecht aan bloemen in de
vensterbank, soms binnen zowel als bui
ten, en het is te hopen, dat de bewoners
hier in Goedereede de nodige fleur voor
hun vensters zullen aanbrengen.
Al was er geen wind, de Oostenrijkse vlag moest toch uitstaan voor de nieuwe
huizen, die Goedereede gekregen heeft en die vorige week aan de bewoners
werden overgedragen. Dus hield architect Labee de rood-wit-rode banen breed
boven de hoofden van de gelukkige a.s. bewoners, die van burgemeester Van
Knobelsdorff zojuist de huissleutels ontvangen hadden. De gemeenteraad, de
gemeentesecretaris en de opzichters waren bij deze plechtigheid ook tegen
woordig. De huizen zijn toegewezen aan de families B. Roos, T. Breen, J. Hoek,
K. Tanis, C. L. Matsinger en M. v. Tigchelen.
Beste jongens en meisjes!
Er zijn deze week nog veel brieven te
beantwoorden, dus zal ik maar dadelijk
aan het nieuwe raadsel beginnen. Het is
het laatste raadsel van de maand.
MAARTRAADSEL 4:
Gevraagd worden 23 woorden, waar
van de beginletters een gedeelte vormen
van Psalm 62.
1. Koningin die verstoten werd, om
dat ze niet wou luisteren naar het bevel
van haar man. 2. Opvolger van de pro
feet Elia. 3. Oudste zoon van Jacob. 4.
Geestelijke zoon van Paulus. 5. Gezant
van koning Sanherib; hoonde de God
van Hiskia. 6. Zoon van Boaz. 7. Koning
van Juda die melaats werd. 8. Ik ben
de wareen mijn Vader is de land
man. 9. Sterren-beeld (Boek Job.) 10.
Heidenapostel. 11. Moeder van Samuel.
12. Vriend van Job. 13. Een der kleine
profeten. 14. Handwerk van Paulus. 15.
Gemeente in Klein-Azië. 16. Broeder van
Mozes. 17. Eén der Boeken van Mozes.
18. Moeder van Juda. 19. Werd door
Petrus gezond gemaakt. 20. Zoon van
Salomo. 21. Schrijver van de Romeiner-
brief (zie het laatste hoofdstuk). 22.
Want devan Uw huis heeft mij ver
teerd (Ps. 69)'. 23. Zilversmid in Efeze
(Handel.)
Dit raadsel werd mij toegezonden door
Koos van Loon, Nieuwe Tonge.
CORRESPONDENTIE
Bep 'G., Den Helder. Breien moet elk
meisje goed kunnen. In de briefjes merk
ik wel, dat vele meisjes het doen, en
graag! Het is gelukkig, dat je op school
alles goed kan volgen. Het verstand is
maar gekregen goed. Daarom behoeven
we heus niet trots te zijn op onze ken
nis, en mogen we kinderen, die niet zo
goed kunnen leren, niet minderwaardig
vinden. Ik weet van kinderen, die in
school stil zaten te bidden als ze iets
niet konden. Vind je dat niet echt?
Stina G., Ouddorp. Heb je Keesje, het
broertje van Jobje, al vast mogen hou
den? Is het kind al gedoopt? Ze hebben
goed om je verjaardag gedacht. Je was
niet te laat met inzenden, hoor!
Aat N., Sommelsdijk. Maar Aat, wat
heb jij voor mooie versieringen gezorgd!
Het is volop lente op de enveloppe. En
in de brief zijn de tekeningen ook heel
aardig. Wist de meester het antwoord
niet? Ik dacht, dat meesters alles wis
ten. Maar het was een vraag waar geen
antwoord op te geven was. Heb je die
helicopter zomaar uit je hoofd getekend?
Knap, hoor!
Ary de G., Middelhamis. Zijn de foto's
goed gelukt, Ary? Ja, dat Leny veel
moet leren, kan ik begrijpen. Ze moet
maar proberen vol te houden. Het is al
tijd gemakkelijk als je veel weet, niet
waar?
Jochem G., Den" Helder. Dat was dus
een onrechtvaardige straf. Jij was niet
stout geweest, hè? Dat gebeurt wel
meer, dat onschuldigen moeten lijden. Er
hebben mensen in de gevangenis geze
ten, die niets geen kwaad hadden ge
daan. Daar weet je wel voorbeelden van.
Het grote voorbeeld is wel van de Hee-
re Jezus. De moordenaar zei, dat Deze
niets onbehoorlijks had gedaan. Gaat
het al een beetje beter op school met
de kameraden?
Neeltje G., Ouddorp. Nu is het maar
enkele dagen meer op school, hè Maar
als je al zo groot bent, dan wordt het
tijd ook. Als ik je lengte lees, dan kom
ik tot de conclusie, dat je bijna zo lang
bent als ik. Ik ben aan de ene kant blij,
dat het geen balpen van de prijzen is.
Als dat zo was, kreeg je een nieuwe in
de plaats. Maar dat is wel zeker, dat
die pennen voor de prijzen beter zijn!
Vonden ze je werk op de kijkavond
mooi?
Ans de G., Middelhamis. Ja, het is
vlug moeten gaan. Dat zie ik aan je
schrift. Maar daar kon je niets aan
doen, door het vele huiswerk. Denk er
om, dat het schoolwerk altijd vóór moet
gaan: eerst de school en dan de raad
sels.
Minekee S., Ouddorp. Die jaartallen
kon jij natuurlijk nog niet; in de tweede
klas doen ze dat nog niet. Maar het
moest toch eens geplaatst worden. Ge
lukkig, dat je helpers en helpsters hebt,
die een handje hebben uitgestoken. Doet
Maarten het ook nog zo graag? Ik kan
het begrijpen. Dat gaat er zo gauw uit.
Doe ze allen de groeten terug.
Cor D., Herkingen. Wat kwam die
prijs prachtig voor je verjaardag! Daar
wist ik echter niets van. Het is toe
vallig zo gegaan. Leuke cadeautjes heb
je gekregen, Cor! Daar zou ik ook wel
blij mee zijn geweest.
Jan van W., Stellendam. Wat heb jij
toch veel gekregen op je verjaardag!
Het boek „Gebroken Dijken" zal je wel
het mooiste vinden, denk ik. De boeken
van. Penning zijn ook altijd mooi voor
kinderen. Nu heb je zodoende al een, he
le verzameling. En 's avonds was het
ook leuk.
Hans de B., Heemstede. Dat doet me
genoegen, dat je weer van de partij bent
Het is een hele tijd geleden, dat je met
ons mee deed. Daarom ben ik blij, dat
je me weer schreef, en wat meer is: dat
je weer geregeld mee gaat doen. Wat
heb je het druk gehad! Maar het was
zeer nuttig werk, dat jegeen windeieren
heeft opgebracht. Dat Zwitserse horlo
ge spant de kroon! Het is een goed merk
ook. Jij hebt de slag er bepaald van voor
zulke karweitjes.
Koos van L., Nieuwe Tonge. Hartelijk
gefeliciteerd met het huwelijksfeest van
je grootouders. Was het een drukte de
ze week? Het is een hele tijd, dat ze bij
elkaar zijn geweest! Nu sta je aan het
begin en aan het einde van het hoekje.
Wel leuk, hè?
AJlemaal. Voor deze week genoeg.
Volgende week hoop ik de andere brie
ven te beantwoorden. De hartelijke groe
ten van
OOM KO.
(50).
Vrij bewerkt naar
F. VISSER Jzn.
Nu heeft zij mij maar alleen 'n schat
^an geld aan quinine gekost; zodat ik,
wanneer de boeren er niet op bedacht
Jijn, dezen zomer wat veel galziekten te
yijgen, het vooruitzicht heb, een slecht
jaar te zullen hebben en half geruïneerd
pen. Ongelukkig heeft de ouwe ziel zich
«1 het hoofd gezet, dat je zwervende en
«lende bent over het rond der aarde,
zoals een harer kennissen uit de Schrift
namelijk; ik meen, dat ze hem Kaïn
™emt, ook overkomen is, die ook wat
"P Zijn kerfstok had, hoewel niet bij
7n /^"^^'^en. Ze denkt, dat ik uit be
zorgdheid voor haar welzijn: nota bene!
naar de waarheid verzwijg en ze wat op
mouw speld.
Al welke onheilen intusschen voorko-
™en zouden zijn, indien je op dien be-
"ysten dag den koevoet had gebruikt,
a™'enz. (zie boven). Nu zit er niets
«wers op. dan dat je zoo gauw moge-
J^,J^^l hier komt en wel met dezelfde
S^enheid, als waarmede je vertrokken
man beurtschipper Moer-
trou^^™ wien ik dezen brief toever-
Nlet rt^ .*e de volgende week vaart.
dat ik zoo naar je verlang, of om
je verlegen ben; maar alleen terwille
van ,,Jans", die anders kans loopt zoo
mager te worden als een geraamte, en
van mijn oudje, die mooi op weg is, óm
me te ruineren vanvvege de quinte. Ook
op den molen zou een daar te brengen
bezoek, naar ik meen gemerkt te heb
ben, misschien gunstig worden opgeno
men. Er bestaat op dit oogenblik geen
vrees hoegenaamd, dat de Franschen,
onzaliger gedachtenisse, je ook maar
één haar van je hoofd zouden krenken,
eenvoudig omdat er in het geheele land
van „Ter Goes" zelfs geen Franse muis
meer op vier poten loopt. Uit vrees voor
den Engelschen luipaard en laat mij
er bij voegen zoo ik hoop, ook een
weinig voor den HoUandschen leeuw, is
al wat Fransche cocarde draagt, met
pak en zak over de Schelde getogen tot
je vrienden, de marechaussees, incluis.
Van die zijde bestaat er dus niet het
minste bezwaar. Anders is het in Wal
cheren en het land van Cadzand. Daar
heeft de gier zijn klauw nog op geves
tigd. Laten we hopen, dat het niet lang
meer duren zal. Ik zeg je dat alleen,
omdat je het niet in je hoofd zou krij
gen, een bezoek te willen afleggen bij
een zekere onbestorven weduwe, met,
zoo ik meen, twee kindertjes, die daar
ergens in dat landje vertoeft, en waar
van ik mij herinner, dat ze je en voor
zeker niet ten onrechte gansch niet
onverschillig zijn.
Nog denk ik weer aan die heldendaad
van Jan Hekman, Jaap! Hij heeft je er
toch maar prachtig doorgeholpen, hè?
Je hadt anders al lang voor de haaien
geweest, kameraad! Je hebt zeker de
Voorzienigheid wel gedankt voor de gun
stige afloop van het zaakje. Nu daar
bestonden redenen voor. Ik heb het den
eigen avond ook geprobeerd, en hoewel
ik er niet in geroutineerd ben, ging het
nog al ,al zeg ik het zelf. Op den molen
verstaan ze zich daar beter op, en ik
vind dat gelukkig.
Nu, ofschoon ik niet weet, wat hier
met je te beginnen, zal ik je wachten,
al was het alleen maar terwille van die
twee oude schepsels: mijn ,,Jans" en de
oude Marina, welke laatste je hartelijk
groet. Ook ik doe het bq deze.
Uw vriend en voormalig patroon.
Dr. Stellaard."
Natuurlijk moet Heilman glimlachen
als hij dit epistel leest. Wat heeft die
dokter weer heerlijk op z'n stokpaardje
gezeten, denkt hfl.
Zou er wel ergens op de wereld een
tweede man gevonden worden die zo
edel, gulhartig en menslievend is?
En dan geeft hij die Hekman alle hul
de, alsof niet hij het hele ontvluchtings-
plan heeft bedacht en in elkaar gezet
heeft!
Intussen h^' kan zonder gevaar
naar Zuid-Beveland reizen enals
Walcheren en het Land van Cadzand
straks ook vrij zfln, kan hij naar huis.
om weer te gaan opbouwen wat door
zijn schuld te loor is gegaan!
Een week later meert schipper Moer
man zijn schuit aan zijn vaste ducdalf
in de haven van Goes. Zijn enige passa
gier is Frits Zijier. Op de kade staat
een sjees te wachten: dokter Stellaard,
die met de hoed zwaait.
Ontstuimig springt zijn voormalige
koetsier op de wal, drukt hem de hand
met een: ,,Hoe vriendelijk van u, dok
ter, om mij te komen halen."
De dokter schreeuwt de schipper een
„Adieu" toe, dat men wel tien huizen
ver kan horen en zegt tot Zijier alleen:
„Stap in!"
Dan rijden zij zwijgend de smalle
straatjes van het oude stadje door,
veel sneller dan de bejaarde poten van
de merrie toelaten. Het beest begrijpt
er niets van. Op het bekende sukkel
drafje zijn ze naar Goes gekomen en de
dokter heeft haar haar gang laten gaan
en nu, op de terug reis, moet het zo
vlug waarom nu toch? Daar kan
haar paardenverstand niet bij. Zij ver
tikt het dan ook, maar onmiddellijk
klinkt de niet bepaald vriendelijke stem
van de dokter: „Allo, vort peerd!"
Aanvankelijk vindt ook Heilman het
doen van zijn dokter enigszins vreemd;
behalve een stevige handdruk heeft hij
nog geen enkel woord van welkom uit
zijn mond vernomen. Maar als hij hem
dan van terzijde even aankijkt en een
paar vochtige ogen ziet, weet en be
grijpt hij genoeg: de gevoelige man weet
zich niet goed een houding te geven.
,,Ho, Jans", klinkt even buiten de
stad, het bevel, als zij een Uitspanning"
naderen. De merrie vindt het prachtig
en gehoorzaamt voorbeeldig.
„Hier drinken we een glas bier, Jaap.
Kijk maar eens even, of Jans je nog
kent."
De gewezen koetsier streelt het paard:
,,Wel, mijn oudje, hoe ihaak je het?"
Jans keert de kop een paar keer om,
kijkt Zijier met goedige ogen aan en
hinnikt een paar malen.
„Ik mag een Fransman zijn, als ze je
niet herkent", zegt dokter Stellaard.
„Geen ogenblik aan te twijfelen, dok
ter", antwoordt Zijier, de kop van het
dier strelend. „Maar wat de magerheid
betreft, waarover u mij hebt geschre
ven, die valt mij toch wat mee."
„Zo", is het laconieke antwoord.
Zij gebruiken een glas bier en gaan
dan weer verder, waarbij Jaap de leid
sels nemen moet. Probeer of je het
nog kunt, jongen; maar rijd niet te hajrd
we hebben de tijd; of je nu een uur vroe
ger of later in het dorp komt, is krek
hetzelfde."
Nu is hij weer de oude. Van stukje
tot beetje moet Heilman vertellen, hoe
het met zijn ontvluchting is toegegaan.
De olijkerd! Hij houdt zich, of hij er nie
mendal van weet en toch heeft hij alles
reeds, tot in de kleinste bizonderheden,
van Jan Hekman vernomen.
Kerel, kerel, wat heeft die Jan Hek
man zich kranig gehouden," zegt hij
herhaaldelijk en dan, zoals zijn gewoon
te is, op de knie van zijn koetsier slaan
de: „Je mag hem bij gelegenheid wel
eens gaan bedanken. Wat heeft hij die
lui aardig om. de tuin geleid. Wat kent
die de zwakke kant van dat soort cre
aturen! Ha, ha, getracteerd op warm
bier met rum of liever rum met bier!
Je moet maar op het idee komen! Je
was anders voor de haaien geweest, ka
meraad en zie, dat zou mij gespeten heb
ben, al was het alleen maar voor je
vrouw en kinderen
Hier stokt de drukpratende man.
Juist het moment, denkt Zijier, om nu
eens ernstig de dokter te bedanken voor
al hetgeen hij voor hem gedaan heeft.
Maar als hij een enkel woord in die
richting begint te zeggen, is het al mis.
,,Ho, man, niets te beduiden!" en wel
zo hard, dat Jans niet beter weet of het
geldt haar, waarop zij dan ook stok
stijf stilstaat.
„Ben je gek, paard!" roept de dok
ter, schaterlachend. Hallo, vort!"
En als de lachbui voorbij is: „Neen
man, geen woord meer daarover. Jan
Hekman, vriend! Ga hem bij gelegen
heid maar eens opzoeken, da's je man."
(Wordt vervolgd)