H^ AN DEL
MAATKLEDING
Dankdag
Christelijk Nationaal Vakverbond
kwam bijeen
Verkeers-overtredingen vormden
weer de hoofdmoot
ind
11
teisH
[essoir
Zaterdag 21 NovemLer 1953
No. 2256
luren
II
Igers en
ling!
115.—
CHE WEEKBLAD OP GEEEFORMEERDE GRONDSLAG
VOOki DE ZÜID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
GOUDEN- EN ZILVEREN
SIERADEN
Minisier Wiüe naar
[Oude en Nieuwe Tonge
MEDITATIE
„Het vallend blad"
*^oor ^^w kleding
Niet duur, wél duurzaam-^ Betere pasvorm!
Een vraag
en uw antwoord I
Dit nummer bestaat uit
3 bladen (10 pagina's)
Voordracht benoeming
Kantonrechter Sommelsdijk
'W---
KANTONGERECHT SOMMELSDIJK
Ex waren heel wat zaken
af te doen.
-roese
Nchrij.
ren ten
op 25
fös na-
Iki-ijgen
Voor-
- groot
P-tst be-
irt Van
te Ie-
onder-
fhtingen
lelijk 28
3UW.
1951
49
11952
Ifoon 109
|95.—
165.—
ielharnis
lochte.
INIS
je Jaargang
Ln ver-
Istelling
ko jaar.
festaans-
|nen ge-
tussen
364.-
U2.S0
garantie"
am (ï^-)
de Kose-
Bedactiebureau: Pr. HENDRIKSTRAAT 14, MEDDELHARNIS
TELEFOON K 1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8
Voor advertentiën uitsluitend Drukkerij Telef. K 1870-2729
Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017 -
Verschijnt tweemaal per week. Woensdag: en Zaterdag
ABONNEMENTSPRIJS1.70 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Hg contract speciaal tarief.
Het is in ons land gelukkig nog altijd
Moonte en een goede gewoonte
0[ eenmaal per jaar dankdag te hou-
ijen. Dan wordt een dag afgezonderd,
waai'op de Kerk de Heere dankt voor
ontvangen zegeningen en weldaden.
Deze bid- en dankdagen dateren reeds
uit de eerste helft der 17e eeuw, toen
in de provincie Zeeland werden inge
steld. In de provincie Overijsel dateren
ie vanaf 1653. Later is het in meerde
re provincies nagevolgd en gelukkig in
ere gebleven.
Op onze Zeeuwse en Zuid-Hollandse
eilanden had men er voorheen een vaste
(jatum van; de dankdagen werden meest
gehouden de eerste Woensdag in No
vember. Men houdt zich aan die datum
jiiet zo strikt meer vast, in vacante
gemeenten is dit dikwijls moeilijk. Het
ifordt ook wel geregeld naar de werk-
jaamheden op het land. Toch is de No-
vembermaand de aangewezen dankdag-
maand. Dan wordt er ook een extra of
fer gebracht voor kerk en armen, wat
sommige gemeenten meerdere duizen
den guldens opbrengt.
De eigenlijke betiteling is „dankdag
voor het gewas". Nu zou in onze con
treien de vraag kunnen rijzen, of het
nu wel zin heeft dankdag te houden?
Het land, tot zouten grond geworden,
heeft niets, of bijna niets opgebracht.
Waar anders de bodem op onze eilan-
over het gehele traject genomen,
miliioenen guldens opbracht, moet men
het nu met de ,,kale kostprijs" stellen,
of duidelijker uitgedrukt met de steun
van onze regering. Het vette van ons
eiland, is er in de stormnacht van 1
Februari j.l. in één oogwenk afgeschept.
Toch dankdag. En alleszfiis reden om
dankdag te houden. Want wat is ons,
bij al hetgeen ons overkwam niet gela
ten? Als de Heere met de vraag tot
ons kwam „heeft het U aan iets ont-
tooken?" Wat zouden wij dan antwoor
den? Dan zouden wij allen beschaamd
moeten staan.
De weldaden opsommen, zou een lan
ge lijst worden, we zouden ze niet eens
kunnen tellen. Berstens, dat tijdens de
rampdagen de harten van heel Neder
land en duizenden buitenlanders werden
geneigd om de getroffenen met geld en
leren te helpen. Dan de toegenegend-
'heid, dat de huizen spontaan werden
lopengezet om de duizenden evacué's te
ontvangen. Was het niet in alle opzich
ten zo, dat er honing aan de roede was
Neem eens het gunstige weer dat ons
toebedeeld geworden, dat zonder sto
ring van storm of regens onze dijken
konden worden hersteld, zo, dat wij
menselijkerwijs gesproken weer veilig
zitten en de landerijen weer kunnen
worden gereed gemaakt voor een ko
mende oogst? Is het niet de hand des
Heeren die dit alles deed? Past het ons
niet, om Hem daarvoor dank toe te
brengen
En wat onderscheid ons, dat wij niet
lals zo vele honderden door de storm-
ramp zijn weggenomen, dat we nog mo
gen zijn die we zijn? Stof tot danken
ieg, het ontbreekt ons aan dank
baarheid. Wij weten niet te danken ge
lijk het betaamt.
Hoe kunnen nu zij, die zware verliezen
hebben geleden, den Heere danken? Ach,
is inderdaad een zeer moeilijk werk.
Wie kan echter Gode iets ongerijmds
toeschrijven? Hij toch kan het zo ma-
dat zelfs het kwade niet smart.
pt zou een kostelijke dankdag zijn als
ita waarheid kon worden getuigd: De
'Heere heeft gegeven, de Heere heeft ge
inomen, de Naam des Heeren zij geloofd!
Calvijn zegt ergens: „God houdt niet
op de ene weldaad op de andere te sta
pelen, opdat Hij ons, hoe traag en lui
we ook zijn, tot dankaarheid zou dwin
gen. Wij worden zo zegt hij, door een
20 grote en zo overvloedige milddadig
heid Zijner weldaden schier bedolven, zo
wel en zo grote wonderen ziet men van
Hem, waar men de blikken ook heen
Wndt, dat het ons nooit ontbreekt aan
reden en stof tot lof en dankzegging."
Er is dus alleszins reden om dank-
te houden. Opdat we alles met bid
den en smeken van Hem zouden ver
wachten.
■"-^
JUWELIER HORLOGER
BEliEI(l.LAAN 3 - lEl. 70360 ROTTERDAM-Z.
öe minister van Wederopbouw en
"olkshuisvesting, ir. H. B. J. Witte te-
pamen met de commissaris der Ko-
r'igm in de provincie Zuid-Holland, mr
I A. Kesper brengt Maandag 30 No-
a.s. een bezoek aan de gemeen-
1'ember
'n Nieuwe en Oude Tonge.
^e autoriteiten zullen door de betrok-
i '1 gemeentebesturen worden ontvan-
en met hen de stand van de weder-
JPbouw in dit zwaar getroffen gedeelte
*'i het eiland bespreken. Bij de bezich-
^ig van hetgeen tot dusver is tot
stana
^mv
120
gebracht, zal speciaal de nieuw-
te Nieuwe Tonge, bestaande uit
ê^ireed gekomen woningwetwoningen
tijd S"'** ■Jj,^®'^ 13-tal Finse houten geschenk-
'gen de aandacht hebben.
En wij allen vallen af als een blad,
en onze misdaden voeren ons he
nen weg als een wind.
(Jes. 64 8b.)
Nu we in de herfsttijd leven, en de
dagen, dat wij ons in het licht kunnen
verheugen, korter worden, gaat van dit
alles toch een sprake uit. Het is een
prediking van de vergankelijkheid, ook
van des mensen leven. Hoe staan de bo
men in de zomer rijk met bladeren ge
tooid, maar de herfst met vrind en re
gen doet de bomen schudden, het frisse
groen van het blad verbleekt en einde
lijk door een krachtige wind vallen zij
af en worden her- en derwaarts henen
weggevoerd. Het ene blad valt soms
eerder af dan het andere, maar einde
lijk treft men geen blad meer aan de
boom. Is dat niet het beeld van ons
aller leven Ook wij zullen niet altijd
op de aarde zijn, ook een ieder onzer
zal straks als een blad afvallen, soms
ook al in de dagen van onze jeugd. Dat
wij daar toch eens aan leerden denken
opdat de rust des levens werd beseft
en de gedachten aangaande de eeuwig
heid ons hart eens vervulden. Onze mis
daden worden hier zeer juist met een
wind, een hevige oostenwind (Job 27
21)' vergeleken. De dood met al de reeks
van krankheden en smarten, die hem
vooraf gaan of vergezellen, is een zicht
bare herinnering niet alleen van de
vloek der zonde maar maakt de ellende
der zonde zelf uit. Is niet de dood de
bezoldiging der zonde? Ziet eens; als
de wind het vallend blad henendrijft
gaat het ten slotte tot verrotting over,
ja het wordt gans vernietigd.
Maar zo is het met de mens, die naar
Gods beeld geschapen is, niet. Die toch
zal eeuwig blijven. Al is het dat door de
dood een tijdelijke scheiding plaats
grijpt van lichaam en ziel, toch ver
krijgt elk mens zijn eeuwige bestemming
Is het voor ons allen niet dringend no
dig zich af te vragen: ,,wat zal mijn
eeuwige bestemming zijn" Er zijn im
mers twee wegen, waarvan de ene leidt
naar het eeuwige wee, en de andere naar
het eeuwige wel. Luister toch eens naar
die krachtige prediking van het vallend
blad! Roept het U en mij niet toe: de
mens gaat naar zijn eeuwig huis, en de
rouwklagers zullen ook voor u en mij
door de straten gaan. Dat wij sterven
moeten is toch de vrucht van onze on
gerechtigheden, daardoor, door onze mis
daden worden vrij als een wind wegge
voerd.
Denk toch eens ernstig na, wat het
zegt, lezers en lezeressen, te moeten
vallen in de handen van een levendige
God!
Wij, die leven onder de bediening van
het genadeverbond, onder de bearbei
ding van's Heeren Woord en Zijn knech
ten, hoe groot toch is onze verantwoor
delijkheid dan als wij geen acht leren
geven op die grote zaligheid die God
in Jezus Christus ontsloten heeft. Wat
ik u bidden mag, denk er toch eens aan.
Het is toch niet genoeg, al komen wij
trouw onder de bediening des Woords,
al zijn wij bezig met veel goede wer
ken, wij zullen sterven moeten leren,
eer wij sterven. Hoort wat de Heere
zegt in hetgeen aan onze tekst vooi'af-
gaat:
„Doch wrj alle zijn als een onreine en
al onze gerechtigheid zijn als een weg-
werpelijk kleed." Dat toch zullen wij
moeten leren kennen door wedergeboor
te en zaligmakend geloof.
Zonder die bevindelijke kennis zal er
nooit plaats en behoefte in het hart ge
boren worden naar Hem, Die voor Zijn
volk als Borg en Zaligmaker een eeuwi
ge gerechtigheid verworven heeft. Wat
komt het toch op die toepassing aan, zal
er ooit een gegronde hoop voor de eeu
wige zaligheid in ons hart gevonden
worden. Hoe kostelijk is daarom de tijd
der genade die de Heere ons nog ver
leent! Het kan toch zo spoedig eeuvrig-
heid wezen, en v/at dan? Dat vallend
blad mocht ons doen leren haasten om
ons levens wil, ja het gebed van Mozes
(Ps. 90) ons leren bidden, om een wijs
hart te bekomen. Wat zijn ze gelukkige
aan wiens hart de prediking van het,
vallend blad geheiligd worden mag. Zij;
toch leren door de bewerking van Gods;
Geest te sterven aan de wereld en de
zonde, maar ook aan al hunne gerech
tigheden, en zij worden begerig naar die
gerechtigheid die Christus verdiend en
verworven heeft. Ook zij zullen eenmaal
afvallen als een blad, maar voor hen
is sterven erven. Hoe groot zal voor hen
die verlossing zijn uit het lichaam de
zes doods, om eeuwig God te verheer
lijken voor Zijne onuitsprekelijke gena
de die hun uit souverein welbehagen om
niet geschonken is.
Kampen.
Ds A. VERHAGEN.,
U vindt een rijie collectie Stojfen in diverse FLAKBLEESE
kwaliteiten en dessins hij de KLEERMAKERS
Door de Chr. Besturenbond „Plak-
kee" werd op 13 Nov. j.l. een propagan
da vergadering georganiseerd in de Chr.
Ger. Kerk te Middelharnis.
Het mooie kerkgebouw door de ker-
keraad belangeloos beschikbaar gesteld
was geheel bezet.
De voorzitter dhr W. J. Witvliet open
de de vergadering door te laten zingen
Ps. 56 6, vervolgens las hij „Lucas 10
de verzen 1 t.m. 12 en ging voor in ge
bed.
Inzijnopeningswoord noemde dè heer
Witvliet deze propaganda-avond een
traditioneel geworden gebeurtenis. Spr.
herinnerde de watersnoodramp welke ons
eiland getroffen heeft en de gevolgen
daarvan.
De akkers gaven weinig arbeid, doch
destemeer de dijken en sloten. Door de
zoute gronden welke met gips moesten
worden behandeld waren er weinig land
bouwproducten. Dankbaar moeten we
echter zijn dat niemand broodgebrek ge
had heeft.
Spreker hoopte dat men weer met
verse kracht mocht worden bezield voor
de wederopbouw. Wij leven in een tijd
van overgang. De jongeren werden aan
gespoord hun ogen te richten over het
eiland om te zien wat door de leden
van het C.N.V, werd verricht.
Het C.N.V. heeft begrepen dat in
bijzondere tijden, bijzondere maatregelen
moesten worden getroffen.
Voorzitter dankte vriend Vogelaar
van Melissant voor zijn werkzaam aan
deel aan de arbeid van het C.N.V. op dit
eiland.
Het Udmaatschap aldus spr. legt ver
plichtingen op en het is de bedoeling
van deze avond om daarop te wijzen.
Na een welkomstwoord te hebben ge
richt tot dhr C. van Baren Jr., welke
zou spreken over: ,,Een vraag en
Uw antwoord" Ds Drenth Ned. Herv
predikant van Ooltgensplaat, dhr J.
Knape Mzn., het gemengd Chr. Zang
koor van Stellendam met haar Directeur
dhr C. C. V. d. Heuvel; dankte spreker
de kerkeraad voor de beschikbaarstel
ling van de kerk en de organist, dhr R.
Rijksen voor zfln bereidwilligheid om
het orgel te bespelen. „Helaas" zei spre
ker zal dit voor 't laatst zijn in verband
met het vertrek van dhr Rijksen.
Ook de Burgemeester van Ooltgens
plaat de Edelachtb. Heer Hordijk en
Wethouder van Eek van Middelharnis,
gaven door hun aanwezigheid blijk van
belangstelling welke zeer op prijs werd
gesteld. Tenslotte heette spreker allen
welkom en verzocht nu gemeenschap
pelijk te zingen Gez. 293 1 en 6.
De heer C. v. Baren Jr., voorzitter
van de Chr. Bedrijfsgroepencentrale
sprak nu over: ,,Een vraag enUw
antwoord
Deze spreker begon met te wijzen dat
onze tijd werd gekenmerkt door twijfel-
zucht en scepticisme. Men constateerde
dit uit krant, radio enz. Er is een moe
heid. Vele mensen zijn teleurgesteld om
dat huime hoog gespannen verwachtin
gen né. de oorlog niet werden vervuld.
Er zou, als de vrede kwam gezien
worden dat de volkeren elkander von
den. Nieuwe perspectieven werden in
uitzicht gesteld „Vrede èn Welvaart".
Voor de arbeiders werden schone voor
uitzichten geopend.
De vrede is gekomen. En nu 8 jaar
later; waar zijn de verwachtingen? Is
er één dag van rust en vrede gekend?
Men hoort van daüng en ondergang
in alle toonaard en op allerlei vrijze.
Waar zullen we ons nog druk om ma
ken zegt de moderne mens, welke de
geestelijke kracht mist om zich ergens
warm voor te maken, hun devies is
,,Pluk de dag", maak ervan wat je kan.
De twijfel is scepticisme is er bij ve
len omdat zij hun levensroeping missen.
De vakverenigingen zijn in ledental
toegenomen, doch hoe staat het met de
activiteit? Is er medeleven met de le
den? Is er een warme overtuiging? Hoe
is het met vergadering-bezoek? Is er
contact tussen leden en leiding? Is er
een wissel-werking tussen Bond en le
den?
Wat geeft het of we georganiseerd
zijn wordt dikwijls gehoerd. Er is door
de ouderen veel geleden en gestreden
bij hun pionniers arbeid in dagen van
spanning bij de strijd om sociale en eco
nomische gerechtigheid.
In Den Haag in de
Ridderzaal is
Maandagochtend
door H.M. de Ko
ningin het Congres
van de Wereld
federatie van Oor
logsveteranen
geopend.
De openingsrede
door H.M. de Ko
ningin achter de
tafel vierde van
rechts president
Albert Morel.
De betekenis van de Organisatie is
vandaag de dag van zeer groot belang!
Denk de vakbeweging eens weg? Wat
zou er dan van de arbeiders komen?
Sociale rechtsvorming zou er dan niet
meer zijn.
Direct na de oorlog moest de Over
heid diep ingrijpende maatregelen tref
fen. Denk bij de loonronde aan het ver
schil tussen Moderne en Chr. Vakbewe
ging. De Chr. Vakbeweging is zover ge
gaan als met haar plicht en roeping
verantv/oord was.
Spreker zette uitvoeiTg uiteen het ge
vaar waaraan de Chr. Vakbeweging
bloot staat en drong aan op de vervul
ling onzer taak waar onze tijd toeroept.
Ook in Chr. levenskringen dreigen de
ontwrichtingen! Beseffen we dan onze
taak en roeping als profeet, priester en
koning.
'In het paradijs werd een mandaat ge
geven, deze is ook nog dezelfde voor
heden, sociaal en economisch, voor het
C.N.V. in de bewogenheid van deze ont
kerstende wereld.
Er moet worden gebouwd op het enige
fundament Jezus Christus. Ook in Chr.
krmgen controleren we vermateriaUse-
ring. Openbaren wrj nog geestelijke
krachten? Stellen wij ons geestelijk slap
aan? Zijn wij Gallio's, dat niet ons be
roerd of ontroerd?
Onze boodschap vandaag de dag hoe
luidt die? Is het doorgeven de moeite
waard?
De spanningen van deze tijd hebben
een geestelijke achtergrond. De moder
ne mens stelt God terzijde. De humane
mens zoekt het leven bij zichzelf.
Wij weten geen blijvende toekomst
buiten Jezus Christus. Wat afvalt van
de hoge God moet vallen.
Een zelfde lot, een zelfde schuld voor
allen.
De wereld heeft schreeuwend behoef
te aan Chr. sociale arbeid. Wij vragen
activiteit. Niet rusten voor elke man
of vrouw van Chr. beginselen lid is van
ons C.N.V.
Niet alleen in ons land doch ook in
Canada en Australië en Nieuw Guinea
werken onze pionniers. In Nieuw Gui
nea werkt Klaas Boer onder de Pa
poea's. Het thuisfront, vraagt hier
voor gebed en offer. Het voornemen be
staat dat het C.N.V. U in de gelegenheid
wil stellen om straks elk 0.50 te vril-
len storten voor dit doel financiële steun
De Novemberklokken luiden. De le
den worden opgeroepen tot activiteit.
Bezoek de vergaderingen, waar de pro
blemen worden behandeld die onze tijd
stelt.
Rust niet voor de laatste man of
vrouw op dit eiland die tot de Chr. vak
vereniging behoort is ondergebracht.
Uw invloed wordt bepaald door de
geestkracht die gij opbrengt.
Als onze opwekking tot grote acti
viteit grond vindt in ons geloof dan
kunnen wij zeggen er is verwachting.
Hebben wij kleine krachten? Paulus
heeft gezegd, „Als ik zwak ben dan ben
ik machtig. Dan hebben wij een geopen
de deur.
Het C.N.V. strijd om de ziel van ons
volk. Moge het zegel van Gods goed
keuring op deze strijd rusten.
Met veiw^özing naar een woord uit
Openbaringen dat Joh. zag het Nieuwe
Jeruzalem nederdalen, en de kracht van
het geloof toewensend sloot spreker zijn
kernachtig betoog.
Hierna werd gezongen lied 2 Gez.
121 vers 1 en 2.
Door het koor van Stellendam werden
nu 2 liederen gezongen, welke de Direc
teur blijkbaar goed had laten instu
deren.
Door dhr Rtjksen werd nu een orgel
bespeling gegeven welke de muzieklief
hebbers veel genot verschaften.
Onder gemeenschappelijk zingen van
Gez. 173 vers 3 en 6 werd gecollecteerd.
De voorzitter heeft deze collecte warm
aanbevolen.
Hierna was het woord aan dhr J.
Knape Mzn. welke op zeer boeiende wij
ze sprak over ,,In het heden ligt het ver
leden, in het nu wat worden zal." (Op
deze rede komen wij nader terug. Red.)
Volgens mededeling in de Staatscou
rant luidt de voordracht voor benoeming
kantonrechter te Sommelsdijk: 1 Mr.
Ruijs, ambtenaar O.M. bij de rechtbank
te Amsterdam; 2. Mr. W. E. van Vloten
subs, griffier bij het kantongerecht Rot
terdam; 3. Mr. J. E. Zuur, advocaat en
procureur, pi. verv. kantonrechter te
Gouda.
Dinsdag werd de maandelijkse zitting van de kantonrechter te Sommelsdijk
gehouden. Er waren er weer velen, die zich te verantwoorden hadden en voor
deze zitting lieten maar weinigen verstek gaan, zodat er heel wat getuigenis
sen aan te horen waren. Verkeersovertredingen vormden oo'k nu weer de hoofd
moot; uit alles blijkt, dat een goed gebruik van de weg een zeer moeilijke zaak
wordt voor velen. Dat men echter niet ongestraft de regels kan overtreden
werd ook duidelijk: er vielen enkele allesbehalve malse veroordelingen. Ook
het laten ledig lopen van fietsbanden blijft niet zonder gevolgen en aardap
peltelers zullen bij voortduring moeten opletten dat zij niet in botsing komen
met het besluit op de bestrijding van de aardappelmoeheid. De zitting kreeg
een interessant slot, doordat het oude vraagstuk aan de orde kwam of de
strandcafé's te Ouddorp geopend mogen zijn op Zondag. Uit de wijze waarop de
Ambtenaar O.M., Mr. Oort, het getuigenverhoor in het vat goot werd duidelijk,
dat men deze aangelegenheid gaat zien tegen een maatschappelijke en sociale
achtergrond.
A. Vroegindeweij, Sommelsdijk, zou
met z'n auto de vrachtwagen van L. F.
van der Sluys, Middelharnis, hebben
aangereden. Verd. zei zich er niet van
bewust te zijn. Er zit een oude ruzie
over rode kool, die v. d. S. in beslag
wilde laten nemen, maar wat niet luk
te. Verd. zei de vorige keer gans geen
dagvaarding gezien te hebben en nu
heeft het al In de krant gestaan.
,,Hebt U niets ontvangen?" vroeg de
rechter.
„Niets! M'n vrouw ook niet en dat
moet toch betekend worden!" merkte
verd. op.
Ambtenaar en O.M. visten uit de stuk
ken op, dat de dagvaarding aan de echt
genote is uitgereikt op 7 Oct.
Verd. zei er niets van te weten. Z'n
vrouw houdt het ook vol!
Verd. vroeg rekening te houden met
de toestand van de weg naar de Ha-
vendijk.
,,U acht dus niet uitgesloten, dat U
naar links week?"
,,Neen!" antwoordde verd.
De ambtenaar achtte het bevrijs ge
leverd. Het overtuigend bewijs puttte
spr. uit de wijze waarop verd. tegenover
V. d. Sluys reageeerde. Hfl voelde „nat
tigheid" en nam een onverschillige, fou
tieve houding aan. Eis 15.of 10 d.
Verd. betoogde zijn onschuld.
De rechter achtte het bewijs rond en
veroordeelde tot 10.of 4 d.
H. Vermaas, Middelharnis, kwam in
aangehouden zaak als gemachtigde voor
zijn zoon, die verboden zou hebben ge
parkeerd in de Nieuwstraat.
Wachtm. van Wijnen verklaarde, dat
er niet onmiddellijk werd geladen en ge
lost. De heer Vermaas betoogde dat het
zijn eigen weg is.
Gem. betoogde dat de weg er 2 x zo
breed is als de Nieuwstraat. De auto
stond op de stoep, op eigen grond.
„Helemaal niet!" verklaarde get. van
Wijnen.
,,De straat is er anders!" aldus gem.
„Verbalisant kan vanwege de pomp van
Knöps niet zien of er geladen of gelost
werd!"
„Staat de weg open voor openbaar
verkeer? vroeg de rechter.
„Jawel!" antwoordde gem.
„Nou, dan is het klaar!" meende het
O.M.
De wachtm. verklaarde de auto vrij
en onbelemmerend gezien te hebben.
Als getuige werd gehoord J. v. d.
Nieuwendijk, pakhuisknecht bij verd.
Deze verklaarde dat er blikken gelost
of geladen werden. De wagen stond op
de stoep. Verd. en zijn vader werden
weggeroepen voor de telefoon.
„Kan het verkeer daar rijden?" vroeg
de rechter.
„Oh, jawel!" meende get.
„Mag verkeer van Sommelsdijk daar
heen?" wierp gem. tegen.
Als tweede get. bracht gem. voor de
16-jarige J. Moerkerk uit Ouddorp. Die
verklaarde dat de auto op de stoep
stond. Vermaas Jr. zette zijn auto neer,
kwam zijn jas uitdoen en ging weer naar
buiten om blikken te lossen. Veel heeft
get. niet gezien, want het kantoor zit
achter matglas.
Het O.M. achtte het bewijs geleverd
dat er verboden geparkeerd is. Het kan
zijn dat het maar een paar minuten
duurde, maar er is geparkeerd.
Eis 3.of 1 dag.
„We hebben daar 40 jaar een zaak
en de uitgang is alleen aan de voorzij
de aan de Nieuwstraat en er wordt
soms 40.000 kg per dag geladen en ge
lost. De Nieuwstraat is druk, maar de
wagens staan buiten het verkeer.
„Waarom hebt U er geen vergunning
gevraagd?" vroeg de rechter.
,,Wij hebben er nooit last van gehad?"
verklaarde gem. Wachtm. van Wijnen
deelde desgevraagd mede, dat de auto
het verkeer niet belemmerde.
De rechter achtte het feit bewezen,
maar hield rekening met de omstandig
heden en veroordeelde toch schuldig zon
der straf. ,,lk acht het van belang, dat
U eens met B. en W. gaat praten!"
deelde de rechter nog mede.
A. Posterkamp, Urk, aangehouden
zaak, zag een auto op de Molendijk te
Oude Tonge niet aankomen. Hoofduit
voerder van der Hoeven zat in de auto
naast verd. die een auto vanuit een uit
rit de weg opstuurde.
Verd. gaf signaal en reed zeer voor
zichtig. Toen de aanrijding plaats vond
stond de auto nog maar iets schuin. De
G.M.C. reed vrij snel en de chauffeur
keek pertinent naar links. Als hij recht
voor zich gekeken had was de aanrij
ding niet gebeurd. De G.M.C, reed heer
links dan rechts.
De chauffeur van de G.M.C., Keile-
man, was ook ter zitting opgeroepen,
maar niet verschenen. Hij was ook niet
te bereiken.
De ambtenaar wees er op dat verd.
tenlaste gelegd is dat hij het verkeer
op de weg hinderde. Hij had de weg niet
mogen oprijden. Wel zijn er verzachten
de omstandigheden, maar geen straf
uitsluitende. Derhalve was de eis/ 7.50
subs. 3 dagen.
Verd. gevoelde zich niet strafbaar.
Verd. heeft niet aangereden, maar werd
aangereden!
'De rechter hield zich aan de jurispru
dentie en sprak vrij.