H^ AN DEL MAATKLEDING Dankdag Christelijk Nationaal Vakverbond kwam bijeen Verkeers-overtredingen vormden weer de hoofdmoot ind 11 teisH [essoir Zaterdag 21 NovemLer 1953 No. 2256 luren II Igers en ling! 115.— CHE WEEKBLAD OP GEEEFORMEERDE GRONDSLAG VOOki DE ZÜID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN GOUDEN- EN ZILVEREN SIERADEN Minisier Wiüe naar [Oude en Nieuwe Tonge MEDITATIE „Het vallend blad" *^oor ^^w kleding Niet duur, wél duurzaam-^ Betere pasvorm! Een vraag en uw antwoord I Dit nummer bestaat uit 3 bladen (10 pagina's) Voordracht benoeming Kantonrechter Sommelsdijk 'W--- KANTONGERECHT SOMMELSDIJK Ex waren heel wat zaken af te doen. -roese Nchrij. ren ten op 25 fös na- Iki-ijgen Voor- - groot P-tst be- irt Van te Ie- onder- fhtingen lelijk 28 3UW. 1951 49 11952 Ifoon 109 |95.— 165.— ielharnis lochte. INIS je Jaargang Ln ver- Istelling ko jaar. festaans- |nen ge- tussen 364.- U2.S0 garantie" am (ï^-) de Kose- Bedactiebureau: Pr. HENDRIKSTRAAT 14, MEDDELHARNIS TELEFOON K 1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8 Voor advertentiën uitsluitend Drukkerij Telef. K 1870-2729 Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017 - Verschijnt tweemaal per week. Woensdag: en Zaterdag ABONNEMENTSPRIJS1.70 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Hg contract speciaal tarief. Het is in ons land gelukkig nog altijd Moonte en een goede gewoonte 0[ eenmaal per jaar dankdag te hou- ijen. Dan wordt een dag afgezonderd, waai'op de Kerk de Heere dankt voor ontvangen zegeningen en weldaden. Deze bid- en dankdagen dateren reeds uit de eerste helft der 17e eeuw, toen in de provincie Zeeland werden inge steld. In de provincie Overijsel dateren ie vanaf 1653. Later is het in meerde re provincies nagevolgd en gelukkig in ere gebleven. Op onze Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden had men er voorheen een vaste (jatum van; de dankdagen werden meest gehouden de eerste Woensdag in No vember. Men houdt zich aan die datum jiiet zo strikt meer vast, in vacante gemeenten is dit dikwijls moeilijk. Het ifordt ook wel geregeld naar de werk- jaamheden op het land. Toch is de No- vembermaand de aangewezen dankdag- maand. Dan wordt er ook een extra of fer gebracht voor kerk en armen, wat sommige gemeenten meerdere duizen den guldens opbrengt. De eigenlijke betiteling is „dankdag voor het gewas". Nu zou in onze con treien de vraag kunnen rijzen, of het nu wel zin heeft dankdag te houden? Het land, tot zouten grond geworden, heeft niets, of bijna niets opgebracht. Waar anders de bodem op onze eilan- over het gehele traject genomen, miliioenen guldens opbracht, moet men het nu met de ,,kale kostprijs" stellen, of duidelijker uitgedrukt met de steun van onze regering. Het vette van ons eiland, is er in de stormnacht van 1 Februari j.l. in één oogwenk afgeschept. Toch dankdag. En alleszfiis reden om dankdag te houden. Want wat is ons, bij al hetgeen ons overkwam niet gela ten? Als de Heere met de vraag tot ons kwam „heeft het U aan iets ont- tooken?" Wat zouden wij dan antwoor den? Dan zouden wij allen beschaamd moeten staan. De weldaden opsommen, zou een lan ge lijst worden, we zouden ze niet eens kunnen tellen. Berstens, dat tijdens de rampdagen de harten van heel Neder land en duizenden buitenlanders werden geneigd om de getroffenen met geld en leren te helpen. Dan de toegenegend- 'heid, dat de huizen spontaan werden lopengezet om de duizenden evacué's te ontvangen. Was het niet in alle opzich ten zo, dat er honing aan de roede was Neem eens het gunstige weer dat ons toebedeeld geworden, dat zonder sto ring van storm of regens onze dijken konden worden hersteld, zo, dat wij menselijkerwijs gesproken weer veilig zitten en de landerijen weer kunnen worden gereed gemaakt voor een ko mende oogst? Is het niet de hand des Heeren die dit alles deed? Past het ons niet, om Hem daarvoor dank toe te brengen En wat onderscheid ons, dat wij niet lals zo vele honderden door de storm- ramp zijn weggenomen, dat we nog mo gen zijn die we zijn? Stof tot danken ieg, het ontbreekt ons aan dank baarheid. Wij weten niet te danken ge lijk het betaamt. Hoe kunnen nu zij, die zware verliezen hebben geleden, den Heere danken? Ach, is inderdaad een zeer moeilijk werk. Wie kan echter Gode iets ongerijmds toeschrijven? Hij toch kan het zo ma- dat zelfs het kwade niet smart. pt zou een kostelijke dankdag zijn als ita waarheid kon worden getuigd: De 'Heere heeft gegeven, de Heere heeft ge inomen, de Naam des Heeren zij geloofd! Calvijn zegt ergens: „God houdt niet op de ene weldaad op de andere te sta pelen, opdat Hij ons, hoe traag en lui we ook zijn, tot dankaarheid zou dwin gen. Wij worden zo zegt hij, door een 20 grote en zo overvloedige milddadig heid Zijner weldaden schier bedolven, zo wel en zo grote wonderen ziet men van Hem, waar men de blikken ook heen Wndt, dat het ons nooit ontbreekt aan reden en stof tot lof en dankzegging." Er is dus alleszins reden om dank- te houden. Opdat we alles met bid den en smeken van Hem zouden ver wachten. ■"-^ JUWELIER HORLOGER BEliEI(l.LAAN 3 - lEl. 70360 ROTTERDAM-Z. öe minister van Wederopbouw en "olkshuisvesting, ir. H. B. J. Witte te- pamen met de commissaris der Ko- r'igm in de provincie Zuid-Holland, mr I A. Kesper brengt Maandag 30 No- a.s. een bezoek aan de gemeen- 1'ember 'n Nieuwe en Oude Tonge. ^e autoriteiten zullen door de betrok- i '1 gemeentebesturen worden ontvan- en met hen de stand van de weder- JPbouw in dit zwaar getroffen gedeelte *'i het eiland bespreken. Bij de bezich- ^ig van hetgeen tot dusver is tot stana ^mv 120 gebracht, zal speciaal de nieuw- te Nieuwe Tonge, bestaande uit ê^ireed gekomen woningwetwoningen tijd S"'** ■Jj,^®'^ 13-tal Finse houten geschenk- 'gen de aandacht hebben. En wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons he nen weg als een wind. (Jes. 64 8b.) Nu we in de herfsttijd leven, en de dagen, dat wij ons in het licht kunnen verheugen, korter worden, gaat van dit alles toch een sprake uit. Het is een prediking van de vergankelijkheid, ook van des mensen leven. Hoe staan de bo men in de zomer rijk met bladeren ge tooid, maar de herfst met vrind en re gen doet de bomen schudden, het frisse groen van het blad verbleekt en einde lijk door een krachtige wind vallen zij af en worden her- en derwaarts henen weggevoerd. Het ene blad valt soms eerder af dan het andere, maar einde lijk treft men geen blad meer aan de boom. Is dat niet het beeld van ons aller leven Ook wij zullen niet altijd op de aarde zijn, ook een ieder onzer zal straks als een blad afvallen, soms ook al in de dagen van onze jeugd. Dat wij daar toch eens aan leerden denken opdat de rust des levens werd beseft en de gedachten aangaande de eeuwig heid ons hart eens vervulden. Onze mis daden worden hier zeer juist met een wind, een hevige oostenwind (Job 27 21)' vergeleken. De dood met al de reeks van krankheden en smarten, die hem vooraf gaan of vergezellen, is een zicht bare herinnering niet alleen van de vloek der zonde maar maakt de ellende der zonde zelf uit. Is niet de dood de bezoldiging der zonde? Ziet eens; als de wind het vallend blad henendrijft gaat het ten slotte tot verrotting over, ja het wordt gans vernietigd. Maar zo is het met de mens, die naar Gods beeld geschapen is, niet. Die toch zal eeuwig blijven. Al is het dat door de dood een tijdelijke scheiding plaats grijpt van lichaam en ziel, toch ver krijgt elk mens zijn eeuwige bestemming Is het voor ons allen niet dringend no dig zich af te vragen: ,,wat zal mijn eeuwige bestemming zijn" Er zijn im mers twee wegen, waarvan de ene leidt naar het eeuwige wee, en de andere naar het eeuwige wel. Luister toch eens naar die krachtige prediking van het vallend blad! Roept het U en mij niet toe: de mens gaat naar zijn eeuwig huis, en de rouwklagers zullen ook voor u en mij door de straten gaan. Dat wij sterven moeten is toch de vrucht van onze on gerechtigheden, daardoor, door onze mis daden worden vrij als een wind wegge voerd. Denk toch eens ernstig na, wat het zegt, lezers en lezeressen, te moeten vallen in de handen van een levendige God! Wij, die leven onder de bediening van het genadeverbond, onder de bearbei ding van's Heeren Woord en Zijn knech ten, hoe groot toch is onze verantwoor delijkheid dan als wij geen acht leren geven op die grote zaligheid die God in Jezus Christus ontsloten heeft. Wat ik u bidden mag, denk er toch eens aan. Het is toch niet genoeg, al komen wij trouw onder de bediening des Woords, al zijn wij bezig met veel goede wer ken, wij zullen sterven moeten leren, eer wij sterven. Hoort wat de Heere zegt in hetgeen aan onze tekst vooi'af- gaat: „Doch wrj alle zijn als een onreine en al onze gerechtigheid zijn als een weg- werpelijk kleed." Dat toch zullen wij moeten leren kennen door wedergeboor te en zaligmakend geloof. Zonder die bevindelijke kennis zal er nooit plaats en behoefte in het hart ge boren worden naar Hem, Die voor Zijn volk als Borg en Zaligmaker een eeuwi ge gerechtigheid verworven heeft. Wat komt het toch op die toepassing aan, zal er ooit een gegronde hoop voor de eeu wige zaligheid in ons hart gevonden worden. Hoe kostelijk is daarom de tijd der genade die de Heere ons nog ver leent! Het kan toch zo spoedig eeuvrig- heid wezen, en v/at dan? Dat vallend blad mocht ons doen leren haasten om ons levens wil, ja het gebed van Mozes (Ps. 90) ons leren bidden, om een wijs hart te bekomen. Wat zijn ze gelukkige aan wiens hart de prediking van het, vallend blad geheiligd worden mag. Zij; toch leren door de bewerking van Gods; Geest te sterven aan de wereld en de zonde, maar ook aan al hunne gerech tigheden, en zij worden begerig naar die gerechtigheid die Christus verdiend en verworven heeft. Ook zij zullen eenmaal afvallen als een blad, maar voor hen is sterven erven. Hoe groot zal voor hen die verlossing zijn uit het lichaam de zes doods, om eeuwig God te verheer lijken voor Zijne onuitsprekelijke gena de die hun uit souverein welbehagen om niet geschonken is. Kampen. Ds A. VERHAGEN., U vindt een rijie collectie Stojfen in diverse FLAKBLEESE kwaliteiten en dessins hij de KLEERMAKERS Door de Chr. Besturenbond „Plak- kee" werd op 13 Nov. j.l. een propagan da vergadering georganiseerd in de Chr. Ger. Kerk te Middelharnis. Het mooie kerkgebouw door de ker- keraad belangeloos beschikbaar gesteld was geheel bezet. De voorzitter dhr W. J. Witvliet open de de vergadering door te laten zingen Ps. 56 6, vervolgens las hij „Lucas 10 de verzen 1 t.m. 12 en ging voor in ge bed. Inzijnopeningswoord noemde dè heer Witvliet deze propaganda-avond een traditioneel geworden gebeurtenis. Spr. herinnerde de watersnoodramp welke ons eiland getroffen heeft en de gevolgen daarvan. De akkers gaven weinig arbeid, doch destemeer de dijken en sloten. Door de zoute gronden welke met gips moesten worden behandeld waren er weinig land bouwproducten. Dankbaar moeten we echter zijn dat niemand broodgebrek ge had heeft. Spreker hoopte dat men weer met verse kracht mocht worden bezield voor de wederopbouw. Wij leven in een tijd van overgang. De jongeren werden aan gespoord hun ogen te richten over het eiland om te zien wat door de leden van het C.N.V, werd verricht. Het C.N.V. heeft begrepen dat in bijzondere tijden, bijzondere maatregelen moesten worden getroffen. Voorzitter dankte vriend Vogelaar van Melissant voor zijn werkzaam aan deel aan de arbeid van het C.N.V. op dit eiland. Het Udmaatschap aldus spr. legt ver plichtingen op en het is de bedoeling van deze avond om daarop te wijzen. Na een welkomstwoord te hebben ge richt tot dhr C. van Baren Jr., welke zou spreken over: ,,Een vraag en Uw antwoord" Ds Drenth Ned. Herv predikant van Ooltgensplaat, dhr J. Knape Mzn., het gemengd Chr. Zang koor van Stellendam met haar Directeur dhr C. C. V. d. Heuvel; dankte spreker de kerkeraad voor de beschikbaarstel ling van de kerk en de organist, dhr R. Rijksen voor zfln bereidwilligheid om het orgel te bespelen. „Helaas" zei spre ker zal dit voor 't laatst zijn in verband met het vertrek van dhr Rijksen. Ook de Burgemeester van Ooltgens plaat de Edelachtb. Heer Hordijk en Wethouder van Eek van Middelharnis, gaven door hun aanwezigheid blijk van belangstelling welke zeer op prijs werd gesteld. Tenslotte heette spreker allen welkom en verzocht nu gemeenschap pelijk te zingen Gez. 293 1 en 6. De heer C. v. Baren Jr., voorzitter van de Chr. Bedrijfsgroepencentrale sprak nu over: ,,Een vraag enUw antwoord Deze spreker begon met te wijzen dat onze tijd werd gekenmerkt door twijfel- zucht en scepticisme. Men constateerde dit uit krant, radio enz. Er is een moe heid. Vele mensen zijn teleurgesteld om dat huime hoog gespannen verwachtin gen né. de oorlog niet werden vervuld. Er zou, als de vrede kwam gezien worden dat de volkeren elkander von den. Nieuwe perspectieven werden in uitzicht gesteld „Vrede èn Welvaart". Voor de arbeiders werden schone voor uitzichten geopend. De vrede is gekomen. En nu 8 jaar later; waar zijn de verwachtingen? Is er één dag van rust en vrede gekend? Men hoort van daüng en ondergang in alle toonaard en op allerlei vrijze. Waar zullen we ons nog druk om ma ken zegt de moderne mens, welke de geestelijke kracht mist om zich ergens warm voor te maken, hun devies is ,,Pluk de dag", maak ervan wat je kan. De twijfel is scepticisme is er bij ve len omdat zij hun levensroeping missen. De vakverenigingen zijn in ledental toegenomen, doch hoe staat het met de activiteit? Is er medeleven met de le den? Is er een warme overtuiging? Hoe is het met vergadering-bezoek? Is er contact tussen leden en leiding? Is er een wissel-werking tussen Bond en le den? Wat geeft het of we georganiseerd zijn wordt dikwijls gehoerd. Er is door de ouderen veel geleden en gestreden bij hun pionniers arbeid in dagen van spanning bij de strijd om sociale en eco nomische gerechtigheid. In Den Haag in de Ridderzaal is Maandagochtend door H.M. de Ko ningin het Congres van de Wereld federatie van Oor logsveteranen geopend. De openingsrede door H.M. de Ko ningin achter de tafel vierde van rechts president Albert Morel. De betekenis van de Organisatie is vandaag de dag van zeer groot belang! Denk de vakbeweging eens weg? Wat zou er dan van de arbeiders komen? Sociale rechtsvorming zou er dan niet meer zijn. Direct na de oorlog moest de Over heid diep ingrijpende maatregelen tref fen. Denk bij de loonronde aan het ver schil tussen Moderne en Chr. Vakbewe ging. De Chr. Vakbeweging is zover ge gaan als met haar plicht en roeping verantv/oord was. Spreker zette uitvoeiTg uiteen het ge vaar waaraan de Chr. Vakbeweging bloot staat en drong aan op de vervul ling onzer taak waar onze tijd toeroept. Ook in Chr. levenskringen dreigen de ontwrichtingen! Beseffen we dan onze taak en roeping als profeet, priester en koning. 'In het paradijs werd een mandaat ge geven, deze is ook nog dezelfde voor heden, sociaal en economisch, voor het C.N.V. in de bewogenheid van deze ont kerstende wereld. Er moet worden gebouwd op het enige fundament Jezus Christus. Ook in Chr. krmgen controleren we vermateriaUse- ring. Openbaren wrj nog geestelijke krachten? Stellen wij ons geestelijk slap aan? Zijn wij Gallio's, dat niet ons be roerd of ontroerd? Onze boodschap vandaag de dag hoe luidt die? Is het doorgeven de moeite waard? De spanningen van deze tijd hebben een geestelijke achtergrond. De moder ne mens stelt God terzijde. De humane mens zoekt het leven bij zichzelf. Wij weten geen blijvende toekomst buiten Jezus Christus. Wat afvalt van de hoge God moet vallen. Een zelfde lot, een zelfde schuld voor allen. De wereld heeft schreeuwend behoef te aan Chr. sociale arbeid. Wij vragen activiteit. Niet rusten voor elke man of vrouw van Chr. beginselen lid is van ons C.N.V. Niet alleen in ons land doch ook in Canada en Australië en Nieuw Guinea werken onze pionniers. In Nieuw Gui nea werkt Klaas Boer onder de Pa poea's. Het thuisfront, vraagt hier voor gebed en offer. Het voornemen be staat dat het C.N.V. U in de gelegenheid wil stellen om straks elk 0.50 te vril- len storten voor dit doel financiële steun De Novemberklokken luiden. De le den worden opgeroepen tot activiteit. Bezoek de vergaderingen, waar de pro blemen worden behandeld die onze tijd stelt. Rust niet voor de laatste man of vrouw op dit eiland die tot de Chr. vak vereniging behoort is ondergebracht. Uw invloed wordt bepaald door de geestkracht die gij opbrengt. Als onze opwekking tot grote acti viteit grond vindt in ons geloof dan kunnen wij zeggen er is verwachting. Hebben wij kleine krachten? Paulus heeft gezegd, „Als ik zwak ben dan ben ik machtig. Dan hebben wij een geopen de deur. Het C.N.V. strijd om de ziel van ons volk. Moge het zegel van Gods goed keuring op deze strijd rusten. Met veiw^özing naar een woord uit Openbaringen dat Joh. zag het Nieuwe Jeruzalem nederdalen, en de kracht van het geloof toewensend sloot spreker zijn kernachtig betoog. Hierna werd gezongen lied 2 Gez. 121 vers 1 en 2. Door het koor van Stellendam werden nu 2 liederen gezongen, welke de Direc teur blijkbaar goed had laten instu deren. Door dhr Rtjksen werd nu een orgel bespeling gegeven welke de muzieklief hebbers veel genot verschaften. Onder gemeenschappelijk zingen van Gez. 173 vers 3 en 6 werd gecollecteerd. De voorzitter heeft deze collecte warm aanbevolen. Hierna was het woord aan dhr J. Knape Mzn. welke op zeer boeiende wij ze sprak over ,,In het heden ligt het ver leden, in het nu wat worden zal." (Op deze rede komen wij nader terug. Red.) Volgens mededeling in de Staatscou rant luidt de voordracht voor benoeming kantonrechter te Sommelsdijk: 1 Mr. Ruijs, ambtenaar O.M. bij de rechtbank te Amsterdam; 2. Mr. W. E. van Vloten subs, griffier bij het kantongerecht Rot terdam; 3. Mr. J. E. Zuur, advocaat en procureur, pi. verv. kantonrechter te Gouda. Dinsdag werd de maandelijkse zitting van de kantonrechter te Sommelsdijk gehouden. Er waren er weer velen, die zich te verantwoorden hadden en voor deze zitting lieten maar weinigen verstek gaan, zodat er heel wat getuigenis sen aan te horen waren. Verkeersovertredingen vormden oo'k nu weer de hoofd moot; uit alles blijkt, dat een goed gebruik van de weg een zeer moeilijke zaak wordt voor velen. Dat men echter niet ongestraft de regels kan overtreden werd ook duidelijk: er vielen enkele allesbehalve malse veroordelingen. Ook het laten ledig lopen van fietsbanden blijft niet zonder gevolgen en aardap peltelers zullen bij voortduring moeten opletten dat zij niet in botsing komen met het besluit op de bestrijding van de aardappelmoeheid. De zitting kreeg een interessant slot, doordat het oude vraagstuk aan de orde kwam of de strandcafé's te Ouddorp geopend mogen zijn op Zondag. Uit de wijze waarop de Ambtenaar O.M., Mr. Oort, het getuigenverhoor in het vat goot werd duidelijk, dat men deze aangelegenheid gaat zien tegen een maatschappelijke en sociale achtergrond. A. Vroegindeweij, Sommelsdijk, zou met z'n auto de vrachtwagen van L. F. van der Sluys, Middelharnis, hebben aangereden. Verd. zei zich er niet van bewust te zijn. Er zit een oude ruzie over rode kool, die v. d. S. in beslag wilde laten nemen, maar wat niet luk te. Verd. zei de vorige keer gans geen dagvaarding gezien te hebben en nu heeft het al In de krant gestaan. ,,Hebt U niets ontvangen?" vroeg de rechter. „Niets! M'n vrouw ook niet en dat moet toch betekend worden!" merkte verd. op. Ambtenaar en O.M. visten uit de stuk ken op, dat de dagvaarding aan de echt genote is uitgereikt op 7 Oct. Verd. zei er niets van te weten. Z'n vrouw houdt het ook vol! Verd. vroeg rekening te houden met de toestand van de weg naar de Ha- vendijk. ,,U acht dus niet uitgesloten, dat U naar links week?" ,,Neen!" antwoordde verd. De ambtenaar achtte het bevrijs ge leverd. Het overtuigend bewijs puttte spr. uit de wijze waarop verd. tegenover V. d. Sluys reageeerde. Hfl voelde „nat tigheid" en nam een onverschillige, fou tieve houding aan. Eis 15.of 10 d. Verd. betoogde zijn onschuld. De rechter achtte het bewijs rond en veroordeelde tot 10.of 4 d. H. Vermaas, Middelharnis, kwam in aangehouden zaak als gemachtigde voor zijn zoon, die verboden zou hebben ge parkeerd in de Nieuwstraat. Wachtm. van Wijnen verklaarde, dat er niet onmiddellijk werd geladen en ge lost. De heer Vermaas betoogde dat het zijn eigen weg is. Gem. betoogde dat de weg er 2 x zo breed is als de Nieuwstraat. De auto stond op de stoep, op eigen grond. „Helemaal niet!" verklaarde get. van Wijnen. ,,De straat is er anders!" aldus gem. „Verbalisant kan vanwege de pomp van Knöps niet zien of er geladen of gelost werd!" „Staat de weg open voor openbaar verkeer? vroeg de rechter. „Jawel!" antwoordde gem. „Nou, dan is het klaar!" meende het O.M. De wachtm. verklaarde de auto vrij en onbelemmerend gezien te hebben. Als getuige werd gehoord J. v. d. Nieuwendijk, pakhuisknecht bij verd. Deze verklaarde dat er blikken gelost of geladen werden. De wagen stond op de stoep. Verd. en zijn vader werden weggeroepen voor de telefoon. „Kan het verkeer daar rijden?" vroeg de rechter. „Oh, jawel!" meende get. „Mag verkeer van Sommelsdijk daar heen?" wierp gem. tegen. Als tweede get. bracht gem. voor de 16-jarige J. Moerkerk uit Ouddorp. Die verklaarde dat de auto op de stoep stond. Vermaas Jr. zette zijn auto neer, kwam zijn jas uitdoen en ging weer naar buiten om blikken te lossen. Veel heeft get. niet gezien, want het kantoor zit achter matglas. Het O.M. achtte het bewijs geleverd dat er verboden geparkeerd is. Het kan zijn dat het maar een paar minuten duurde, maar er is geparkeerd. Eis 3.of 1 dag. „We hebben daar 40 jaar een zaak en de uitgang is alleen aan de voorzij de aan de Nieuwstraat en er wordt soms 40.000 kg per dag geladen en ge lost. De Nieuwstraat is druk, maar de wagens staan buiten het verkeer. „Waarom hebt U er geen vergunning gevraagd?" vroeg de rechter. ,,Wij hebben er nooit last van gehad?" verklaarde gem. Wachtm. van Wijnen deelde desgevraagd mede, dat de auto het verkeer niet belemmerde. De rechter achtte het feit bewezen, maar hield rekening met de omstandig heden en veroordeelde toch schuldig zon der straf. ,,lk acht het van belang, dat U eens met B. en W. gaat praten!" deelde de rechter nog mede. A. Posterkamp, Urk, aangehouden zaak, zag een auto op de Molendijk te Oude Tonge niet aankomen. Hoofduit voerder van der Hoeven zat in de auto naast verd. die een auto vanuit een uit rit de weg opstuurde. Verd. gaf signaal en reed zeer voor zichtig. Toen de aanrijding plaats vond stond de auto nog maar iets schuin. De G.M.C. reed vrij snel en de chauffeur keek pertinent naar links. Als hij recht voor zich gekeken had was de aanrij ding niet gebeurd. De G.M.C, reed heer links dan rechts. De chauffeur van de G.M.C., Keile- man, was ook ter zitting opgeroepen, maar niet verschenen. Hij was ook niet te bereiken. De ambtenaar wees er op dat verd. tenlaste gelegd is dat hij het verkeer op de weg hinderde. Hij had de weg niet mogen oprijden. Wel zijn er verzachten de omstandigheden, maar geen straf uitsluitende. Derhalve was de eis/ 7.50 subs. 3 dagen. Verd. gevoelde zich niet strafbaar. Verd. heeft niet aangereden, maar werd aangereden! 'De rechter hield zich aan de jurispru dentie en sprak vrij.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1953 | | pagina 1