ie Ooiigensplaai
Plaatselijk Nieuws
Jaarverslag van de Wor)ir)gbouwver-
eniging „Beier Wonen"
FATA MORGANA"
„aiLANöim-NiBuws"
Huisvrouwen vacantie
Land en Tuinbouw
5chmmmeya—^
Prot. Chr. Lijst te
Middelharnis
Bij de eerste aanwijzing
van Rheumatische Pijn
moet gij zeker
Krnsdhen nemen.
VEKVOLGVEEHAAL
Biz. 2
Woensdag 29 Juli
Het doet ons een groot genoegen als
leden onzer vereniging samen te zijn,
want daar het allen wel bekend is hou
den wij deze jaarvergadering wel op een
heel ongewoon tijdstip, daar deze jaar
lijks voor of in de maand Maart gehou
den wordt. iDe reden daarvan is voor
een ieder wel bekend, want de storm
vloedramp van jl. 1 Febr. ligt nog vers
in ons geheugen en de sporen daarvan
zijn nog duidelijk zichtbaar. Niette
genstaande zijn wij nu dan zover toch
met elkander de zaken der vereniging
te kunnen bespreken, en wel wat zeer
belangrijk is, met ons allen die belang
tonen door hier aanwezig te zijn, daar
niemand van onze leden door deze zo
verschrikkelijke ramp is om het leven
gekomen. Wel hebben onze woningbewo
ners vreselijke uren in hun woningen
doorgemaakt, voornamelijk de bewoners
te Ooltgensplaat, daar deze woningen de
sterkste stromingen hebben opgevangen
van ons gehele dorp, wat dan ook wel
zeer duidelijk zichtbaar was vanwege de
grote vernieling aan onze wonngen te
weeg gebracht.
Wat waren wij toch trots op ons bezit,
mooie ruime zonnige woningen met
goede bestrating, sierlijke beplanting en
bij iedere woning een knap en goed on
derhouden voortuin en nu zagen wij dat
alles in enkele uren totaal veranderen
in een wildernis van water en al wat
niet meer, teveel om op te noemen.
Zo is het ook met de meubileringen
der woningen gegaan, toen wij enkele
jaren geleden de toekomstige bewoners
de sleutel afgaven ging een ieder vol
idealen zijn woning inrichten, men kan
wel zeggen dat al deze woningen voor
95% met nieuw meubilair 3 jaar geleden
werden versierd en dat is ook bij de
meeste bewoners verloren gegaan. Voor
het ergste zijn wij dan ook gelukkig ge
spaard gebleven daar al onze bewoners
met hun gezinnen hun leven hebben be
houden, maar nien mag er toch nog
wel eens op terug zien, wat of er eigen
lijk gebeurd is. 31 Jan. nog een prachtig
gemeubileerde woning maar 1 Febr. een
totaal leeg gespoelde woning, in plaats
van meubilair lagen er toen cadavers in
te drijven. Een bewoner heeft zelfs nog
te kampen gehad met een levendige koe,
de deuren van de woning waren reeds
door het geweld van het water en de
daarmede gepaard gaande storm ver
nield, zodat dus alles open stond en
toen kwam een koe uit nood de woning
binnen en dit dier begaf zich al op de
trap, maar men kon het beest natuurlijk
niet boven hebben, daar vrouw en kin
deren daar hun verblijf hielden en zo
had men halswerk het dier dat in le-
vensnood verkeerde de weg naar boven
te versperren. Hoe vreselijk het ook was,
men kon niet anders doen dan het dier
de verdrinkingsdood te laten ondergaan.
Vele bewoners hebben zich verontrust
over de kwaliteit van hun woning, maar
na deze ramp is toch wel gebleken dat
het gevelwerk en fundering zeer sterk
is, want zou onze nieuwbouw daar nog'
niet gestaan hebben, dan zou het voor
ons dorp met haar zo zeer vele oude en
minderwaardige woningen zeer slecht
hebben bijgestaan. Nu zitten wij weer
met veel herstelwerkzaamheden en wij
vertrouwen dat het door de ramp ver
nielde aan onze woningen ook alles weer
in goeden staat zal terug keren.
Het Bestuur heeft dan ook direct het
vernielde opgenomen, want de voordeu
ren van twee onzer straten die geheel
vernield waren hebben wij reeds al be
steld toen er nog een halve meter water
in de woningen stond. Veel dank zijn wij
dan ook verschuldigd aan onze Gemeente
architect dhr de Vries, hoewel deze nog
maar twee weken in onze gemeente
werkzaam was, doch zich direct als een
actief persoon ontpopte en die medewer
king van hem was voor ons onmisbaar.
Persoonlijk ben ik met dhr L. Korteweg
(Timmerman aannemer) m.et lange lies
laarzen aan alle deuren en ramen vrezen
opnemen om het werk zo vlug- mogelijk
te kunnen aanpakken. De bescheiden der
vereniging heb ik gelukkig kunnen red
den, hoev/el voor mij persoonlijk de eer
ste twee weken na de ramp nu niet zo
aangenaam zijn geweest, daar de kas
der vei-eniging nog in het water zat,
doch deze heb ik twee weken na de ramp
met een duikerspak aan kunnen be
machtigen en zonder enig verlies kun
nen bergen, zodat er dus van onze ad-
minastrieve en geldelijke bezittingen dan
ook niets verloren is gegaan. Van nieuw
bouw is er in het afgelopen verenigings
jaar weer niets gekomen, maar nu zijn
de vooruitzichten weer beter daar wij nu
binnen zeer korten tijd 35 stuks woning
wetwoningen kunnen aanbesteden. Het
Bestuur heeft diverse keren met het
Commissarissen Bestuur vergaderd en
twee ledenvergaderingen hebben wij ge
houden.
Onze voorzitter dhr C. v. Kempen is
door de gedwongen evacuatie niet meer
on onze gemeente terug gekeerd, daar
zijn werkzaamheden nu elders zijn. In
het Bestuur is dus een vacante plaats
gekomen, zodat dus een nieuw Bestuurs
lid gekozen dient te worden. Zo is het
ook met een onzer leden van het Com-
missarissenbestuur, nl. dhr A. de Vries,
deze is ook door zijn werkzaamheden
onze gemeente gaan verlaten. Wij dan
ken deze heren voor hun werk voor on
ze vereniging met lust gedaan te heb
ben.
Het schilderwerk dat dit afgelopen
jaar is uitgevoerd, dat zeer ten goede
kwam aan de woningen, is nu weer ge
heel vernield, maar wij hebben het toch
allen wel kunnen constateren wat een
mooi effect het gaf, de crème kleur met
de groene deuren. Het ledental is zoal
het zelfde gebleven, enkele traden uit
en enkele traden toe als lid onzer ver
eniging.
iNiet tegenstaande kunnen wij niet be
grijpen, aangezien het woningtekort,
maar tevens nog de grote woningnood
(want hier plaatselijk en tevens in onze
buurtschappen worden toch veel wonin
gen bewoond, die de naam van woning
niet meer mogen dragen), niet veel meer
toe treden als lid dezer vereniging, daar
toch een eerste vereiste wel een goede
woning moet zijn.
Particulieren zullen hier nimmer een
bouw aangaan voor huurwoningen te
exploiteren en daar van Overheidswege
een Woningbouwvereen. nog voor Ge
meentebouw wordt aanbevolen, moet
toch wel een ieder die verbetering van
woning wenst, en dat zijn er vele, lid
wezen of worden van onze vereniging.
Verder mogen wij weer onze dank be
tuigen aan het College van Burgem. en
Weth. daar deze steeds hun medewer
king aan onze vereen, verlenen. Eveneens
onze vroegere Gemeente architect dhr
Louwerse, daar deze ons ook steeds ter
zijde stond. Dan ook een woord van
dank aan alle leden en bewoners, voor
hun medewerking in zover zij deze kon
den geven.
Wij gaan dus weer een nieuw vereni
gingsjaar tegemoet, mogen wij vertrou
wen dat aankomend jaar een goede mag
zijn en dat wij weer vele leden aan een
nieuwe woning zullen kunnen helpen.
Het parool van ons als Bestuur is en
blijft; ingezetenen van Ooltgensplaat en
haar Buurtschappen, voor U allen te
streven een goede en zonninge woning
te kunnen bewonen. Streeft allen mede,
door zelf een offer te brengen aan de
daaraan verbonden woninghuur, want
niemand zal toch kunnen verlangen dat
deze gelijk zou staan met de huur van
de nog zo vele bewoonde krotwoningen.
Een goede woning is voor ons aller
gezinnen een onmisbaar stuk in ons le
ven, het zal de huiselijke sfeer verhogen
en vele narigheden verminderen.
En als dit ons aller streven wordt, dan
zal de tijd spoedig aanbreken van krot
woningen ontruimen en goede woning
wetwoningen betrekken.
Dan wordt de naam onzer vereniging
pas eer aangedaan, daar wij niet klaar
zijn met enkel een vereniging te hebben
met de naam van „Beter Wonen" maar
de daden dezer vereniging moeten bin
nen enkele jaren zichtbaar zijn door ve
le nieuwe complexen woningen te zien
bewonen.
Dus leden van Beter Wonen" streeft
mede naar ons doel.
Een goede woning te bezitten en weg
met die oude boel.
MIDDELHABNIS
Een dure vacantie. De hengelaar T.
van Strien had het ongeluk bij het uit
oefenen van de hengelsport zijn gehele
vistuig te verspelen.
Het gevolg was, dat genoemde per
soon laat in de avond zonder vis en vis
tuig huiswaarts keerde.
DIRKSLAND
Bij de gehouden examens van de Coöp
Modevakschoolvereniging slaagde voor
costumière costuumvak mej. J. Ihrman
te Ouddorp. Zij genoot opleiding bij mej.
S. P. C. Meijer Dirksland.
OOEDEBEEDE
Het Goerees Gemengd Koor behaal
de op het concours te Deidschendam een
Ie prijs met 315 punten in de afdeling
Uitmuntendheid.
Stichting voor Maatschappelyk Werk
Middelharnis, Sonunelsdyk en
Nieuw© Tonge
Men schrijft ons:
Door een overweldigende toeloop zijn
de vacantieweken voor Augustus geheel
volgeboekt.
Niettemin doet de Alg. Diaconale Raad
alle moeite alsnog meer vacantie te blij
ven in schakelen.
U kunt U dus rustig opgeven, daarna
ontvangt U, indien er weer verblijven ge
vonden zijn, bericht welke gelegenheden
er zijn.
U dient er wel rekening mee te hou
den dat dit nog begin September kan
worden, ook voor hen die zich nu al op
gaven.
Met alle plaatselijke Vrouwenvereni
gingen hebben we deze week overlegd.
Er werd overeengekomen dat men el-
kaars kinderen zoveel mogelijk zal op
nemen, zodat de moeders eens echt een
week er uit zijn.
Hebt U moeilijkheden, bespreek het
dan met één der leden van uw vereni
ging, of rechtstreeks met de Stichting
voor Maatschappelijk Werk.
Bij de volgende dames kunt U zich
opgeven of nader overleggen:
Mevr. van Hofwegen te Nieuwe Ton
ge; Mevr. A. Warnaer-v. d. Vver, Boe-
renweg A 252, Dirksland, presidente Ned
Bond voor Plattelandsvrouwen; Mevr. P
Spee-Vijfhuizen, Kreekstraat 7, Som-
melsdijk, secretaresse afd. Vrouwenbond
N.V.V. M'harnis-S'dljk... Mevr. de Heer,
Chr. de Vrieslaan 47, Middelharnis, sec
retaresse Ned. Herv. Vrouwenvereniging
Eenheid en Arbeid; Mevr. Leef lang, Pr.
Hendrikstraat 11, Middelharnis, Presi
dente Ned. Chr. Vrouwenbond; Mevr.
Bloemendaal, Voorstraat 35, Sommels-
dijk. Presidente Rem. Vrouwenkring;
Mevr. Ras-Buth, Molendijk A 1, Den
Bommel, Presidente Chr. Boerinnenbond
C.B.T.B.; Mevr. van Groningen-de Bon
te, Marletjespad, Middelharnis, Presi
dente Vrouwenbond van de Partij van de
Arbeid.
Eveneens opgeven bij de Stichting
voor Maatschappelijk Werk, Voorstraat,
Sommelsdijk.
Daar ben ik nu toch echt van ge
schrokken, geachte Redactie! Ik lees me
daar in uw blad van de 18de dezer, dat
ik de zeven jaren, die ik tot heden op
Plakkee doorbracht, eigenlijk permanent
in bijzonder levensgevaar zou hebben
verkeerd! Immers te midden der kanni
balen, menseneters dus! Maar gelukkig,
U zegt dat het meevalt: ze krenken je
hier geen haar! Dat zal dan wel zo we
zen. Mij is tenminste nog nooit wat over
komen. En mijn haren zijn gelukkig nog
steeds maar met een schaar „gekrenkt".
Maar ik ben echter nog méér ge
schrokken
Allereerst dan wel hiervan, dat XJ zo
slecht op de hoogte blijkt met de naam
dier Geref. Kerken, die ter onderschei
ding van gelijkgenoemde andere kerken
achter haar naam in een (slechts pos
tale) toevoeging aanduiden, dat zij zélf
nog steeds ook art. 31 der Kerkenorde-
ning onderhouden. In uw artikel noemt
U schrijven verantwoordelijk. Graag wil
ik U helpen het ook verantwoord te doen
geschieden. U zult derhalve wel blij zijn,
dat U zich nu niet meer met aanduidin
gen als „groepje" en „mannen van art.
31" hoeft te behelpen! U herinnert zich
nu weer de juiste naam i)
Erger is evenwel, wat geschreven is
over de leer!
De Geref. Kerk die art. 31 wel on
derhoudt, zou niet tot het verbondsvolk
rekenen, al wat buiten haar is, terwijl
zij zich alleen de zuivere, ware kerk zou
beschouwen te zijn. De waarde schrij
ver geve een verantwoording van dat:
niet rekenen tot het verbondsvolk van
wie buiten haar zijn, zoals hij de Geref.
Kerken toeschrijft! Onzerzijds zij vast
gezegd, dat hij er met dit beweren wel
heel grof naast is. Mag ik hem een eigen
woord terug geven: Waarom gaat hij
zelf zich niet eerst persoonlijk op de
hoogte stellen?"
Nu heeft de scribent het driemaal
over Woord en belijdenis, waar men hier
resp. aan vast wenst te houden, aan
trouw zou zijn en naar zou willen leven.
Kijk, dat geeft moed! Dan weten Redac
tie en lezers dus, dat volgens art. 28
N.G..B ieder zich bij de (let wel: niet
„een") ware (d.i. wettige; ,zuivere"
heeft de artikelschrijver er zeker bij be
dacht omdat het zo mooi trots klonk!)
bij de ware Kerk moet voegen! Daarom
is bij 't bezigen van dat woordje al
leen" (nl. ,,zijn groepje alleen als de zui
vere, ware kerk beschouwrt") aan de
verantw. schrijver zeker ontgaan, dat
de.trouw ook aan art. 29 verbiedt meer
dere wettige Kerken in een plaats te er
kennen. Hij wil immers ook lichtelijk
onderscheiden 2
Ondertussen schijnt toch ook op ons
eiland dat art. 29 niet erg te leven! On
danks de drievoudige bewerking, daar
even gereleveerd! Ondanks het lichte
lijk hanteerbaar zijn der „merktekenen"
uit dat art. 29. Aan één dier merkteke
nen moest ik denken, zo opeens. N.l. aan
deze: als voor een kerk geldt: „zij ver
volgt degenen die heilig leven naar het
Woord Gods", dan is het met haar wet
tigheid gedaan! Dat zegt toch de Be
lijdenis? En dat, ook al tart die kerk
nu: waag 's een aanklacht! De feiten im
mer tarten dan haar! En nu huiver ik,
als ik denk aan de verantwoordelijkheid
t.a.v. de ontslapen broeders Greijdanus
en Schilder en hen die nog in leven zijn,
welker haren ambtelijk zijn gekrenkt!
Welker bloed ambteUjk heeft gevloeid!
Welker vonnissen ook op Flakkee tot
op heden blijven gehandhaafd! Ik denk
aan de oude Ds C. Diemer, voor 25 jaar
als emeritus in dienstverband" op Oud
dorp, die 't zwaar heeft gehad, omdat
hij draaierij botweg: leugen noemde en
niet plooien kon en wars was van alle
„vrome twijfel" en mystiek welke de
vastheid der dagelijkse Chr. troost, (erf
goed der vaderen uit de tijd toen de re
formatie op deze eilanden bloeide) de
valueert tot een niet permanent ge
voel! Nadat Ds Diemer, zonder gehoord
te zijn was ontslagen, kon hij klagen
aan een vriend: ,,Ik loop nu als een ver
schoppeling rondEn toen deze
broeder vorig jaar ontsliep, was het ook
zijn ambtelijk bloed, dat van Flakkee
riep en nog roept naar omhoog!
Daarom, Redactie, blaas niet te hoog
van de toren met uw: geen haar wordt
hier gekrenkt! Is het niet wat naïf, om
te doen, als waren hier liandtastelijldie-
den bedoeld door,Ds Straatsma?
Wat hij schreef is werkelijk grof!
Maar troost U, als men liegende
smaad en kwaad spreekt.
Maar, als er soms in der daad enige
schadelijke weg gevonden wordt, laten
we dan niet hoog gevoelende zijn, doch
vrezen
Laten wij niet bevonden worden te
bidden: Heere, ik dank U, dat wij hier
geen kannibalen zijn, want we krenken
niemand ooit een haar!
O, land, land, land, hoor des HEEREN
Woord!
En houd de onwankelbare belijdenis
vast!
En leef er naar!
En laat leven
Ook ambtelijk 3)
Onderschrift van de Bedactie.
1) Dank voor het onderricht. Onder
tussen zien we in de betiteling „de man
nen van art. 31" niet het minst iets
verkeerds. Het is een aanduiding die
burgerrecht heeft verkregen evenals bv.
„de mannen van de Afscheiding", de
mannen van 1834" en zo meer. Een
groepje" ter onderscheiding van de an
dere groepen, waarin tevens tot uit
drukking komt de grootte van de des
betreffende kerken.
2) Over de leer schreven we niet. Wat
inzender daarover opmerkt laten we ge
heel voor zijn eigen subjectieve mening
alleen wijzen we op het exclusieve optre
den van die kerkengroep.
3) Moeten we geheel laten voor reke
ning van inzenders subjectieve beoor
deling zowel wat de genoemde personen
als feiten betreft.
We wensen niet gemengd te worden in
de kerkelijke geschillen van de Geref.
Kerken. Daarvoor is de kerkelijke pers
de aangewezen plaats.
Chemische onkruidbestrijding in
grasland
Bij de chemische onkruidbestrijding in
grasland dient men rekening te houden
met 2 factoren, t.w.:
a. Het ontwikkelingsstadium waarin
de onkruiden zich bevinden, n.l.
krachtige groeiende, jonge onkrui
den, die niet door het gras zijn over
groeid.
b. de weersomstandigheden, n.l. zonnig,
groeizaam weer.
In het voorjaar zal men dus zeer goed
kunnen overgaan tot bestrijding van bv.
paardebloemen, die even voor de bloei
periode zeer gevoelig zijn voor groeistof-
fen. Ook boterbloemen worden voor de
bloei uitstekend bestreden.
Nu is het echter veelal zo, dat juist
de voorjaarsmaanden in de landbouw de
drukste maanden zijn, waarin aan on
kruidbestrijding in grasland nog niet ge
dacht wordt en men zich hoofdzakelijk
Het ziet er voor de landbouwers en
middenstanders in de rampgebieden ver
re van rooskleurig uit. Men behoeft dan
alleen maar eens door de polders te
fietsen en het oog te laten gaan over de
landerijen, waar niets op groeit dan een
paar decimeters hoge schrale gerst.
Welk een tegenstelling met vorig
jaar toen wuivende korenvelden en klei
nere gewassen elkaar in rijke schake
ring afwisselden! Toen bracht de bodem
goud op en thans nog geen koper. En
hoeveel nijvere handen vonden er in het
najaar werk met de oogst van onze land
bouwproducten. Dat bracht werk aan
de winkel, terwijl de middenstand er
evenieens wèl bij voer. In de streken
waar geen industrie gevestigd is leeft
in feite de gehele gemeenschap van de
landbouw. Gaat het de boer goed, dan
profiteren alle andere bedrijfstakken er
ook van. Zo blijft Schrammetje aan het
metselen, de schilder aan het verven en
de timmerman aan het spijkeren. Er is
nu nog geen reden tot klagen, maar het
vele werk dat er nu is vloeit voort uit
abnormale omstandigheden. Het Is prij
zenswaardig, dat de Overheid de gevol
gen van de ramp, ook voor wat het fi
nanciële gedeelte van landbouw en mid
denstand betreft, onder ogen ziet en re
gelingen treft dat de zaak in de toe
komst niet vast zal lopen. Vooral voor
de kleine landbouwers die onze con
treien er vele telt is dat noodzakelijk.
Het doet Schram deugd, dat aan deze
mensen aandacht geschonken wordt. In
dien aan deze groep de helpende hand
niet werd geboden, zouden zij spoedig
al hun spaarzamelijk verkregen bezit
geheel aan leeftocht zien wegslinken.
Van hun bedrijfskapitaaltje wat ze niet
kunnen missen om de zaak weer op po
ten te krijgen, zou welhaast niets meer
overschieten. Met belangstelling heb ik
dan ook verleden week het stuk in de
krant gelezen over de vergoedingen, die
men van plan is uit te keren voor le
vensonderhoud aan de gedupeerde land
bouwers en middenstanders. Want al
krijgt men de ,,kale kosten" vergoed, dan
schiet daar niets van over om van te
leven. Het is goed gezien, dat alleen hulp
verleend wordt aan hen, die niet uit eigen
middelen kunnen leven. Inderdaad dient
hier geval voor geval nauwkeurig te
worden bekeken.
Dat echter het Arbeidsbureau voor dit
doel wordt ingeschakeld, kan Schram
metje niet bepaald appreciëren. Het valt
voor iemand die steeds zelfstandig ge
weest is niet mee om met de pet in de
hand naar dat bureau te stappen en daar
zijn hele hebben en houden open te leg
gen. Dat zal ongetwijfeld vele van dj,,
mensen tegen de borst stuiten. Om ^j
te ondervangen ware het misschien wj,
selijker geweest de aanvragen om steii
bij de daarvoor in te stellen commissif,
te doen indienen, waarna een vertrouM
en ter zake kundig ambtenaar aan j,
hand van de boekhouding van betrol-
kene rapport uitbracht. De mogelijkhjjj
bestaat, lees ik, dat dan zo iemand pjj
send werk door het arbeidsbureau ijjj
worden aangeboden. Maar iemand (j,
behoorlijk wat land heeft, zal daar no,
niet zo gauw aan toekomen. Want
brengt zijn bedrijf niets op, dan niofi
toch het land worden bewerkt, zijn on
stallen onderhouden en dergelijke niee-
Daarom begrijpt Schram niet, wat hü
Arbeidsbureau daar nu direct mee fi
maken heeft. Een landbouwer, wiens laj.
derljen niets opbrengen is nog gej,
werkloze. Hij kan nog wel eens hartie,
moeten werken en meer onkosten mj,
ken ,dan wanneer alles normaal floreert
Zulke mensen hebben nog wel zovep
zelfrespect, dat ze niet een, twee, dfj
naar het arbeidsbureau lopen. Neen, dezj
overigens nuttige instelling had ik jj
in dit geval vooralsnog maar buiten ifj,
laten. En een middenstander, wiens h;,
drijf door de ramp dermate is getrof.
fen, dat hij zijn kost er niet in kan ver.
dienen kan men toch ook niet in een aj.
dere passende werkkring" plaatsen
Dan zou hij zijn zaak niet meer kunnen
opbouwen. Natuurlijk zal zulks de be
doeling van de steunverleningscommis,
sie ook niet zijn, maar dan heeft het
Arbeidsbureau daar ook weer niets mee
uitstaande. Men kan tenslotte altijd no»
iemand daar heen verwijzen, als geble'
ken is, dat er niets anders overschiet
dan tijdelijk ander werk te zoeken. Hoe
het zij, het is echter verheugend dat niet
alle bedrijfskapitaal behoeft te worden
ingeleverd, en met deze omstandigheden
tijdig rekening virordt gehouden,
brengt een ramp als deze nog een liele
nasleep mee, waarvoor overal naar een
oplossing moet worden gezocht. Ook vele
ambachtslieden zitten ondanks of be
ter gezegd door het vele werk in finan
ciële moeilijkheden. Zij werken van 's
morgens vroeg tot 's avonds laat en we
ten hun leveranciers niet te betalen om
dat ze te weinig geld van hun klanten
ontvangen. Voor vele duizenden guldens
materiaal wordt er verwerkt, wat zij op
korte termijn moeten betalen waarte
genover ze weinig ontvangen, omdat ze
eigenlijk nergens een karwei achter el
kaar kunnen afwerken. Schrammetje
doet een beroep op de opdrachtgevers
om dan toch alvast het gereedgemaakte
gedeelte te betalen, daar het anders met
de financiering bij de ambachtslui mis
loopt. Zou het rampschadebureau niet
een voorschot op deze vorderingen kun
nen geven? Het is nu eenmaal onmoge
lijk om alles voor iedere klant achter
elkaar af te werken. En wie in staat is
om het uit eigen middelen voor te schie
ten, zal zijn ambachtsmensen daar een
groot pleizier mee doen, óók
SCHRAMMETJE,
bepaald tot de onkruidbestrijding in
graanland.
Het is juist daarom zo belangrijk dat
men in de maanden JuU en Augustus
nog heel wat werk kan verzetten bij de
bestrijding van diverse onkruiden in het
weiland, met MCPA-bevattende midde
len, zoals Nolachiet.
In deze maanden nl. (bij warme nazo-
mers zelf tot in September) kunnen zich
regelmatig perioden voordoen, waarin
bovengenoemde factoren, gunstig zijn.
1. Enkele weken na het hooien, wan
neer alle onkruidplanten opnieuw
uitlopen en dus gelijktijdig in het
groeistadium verkeren. Vooral voor
distelbestrijding is dit moment zeer
gunstig daar thans ook de „laatko
mers" opgekomen zijn.
2. Na het afweiden, indien men de jon
ge onkruidplanten gelegenheid geeft
boven de grasmat uit te groeien.
3. Bestriding van paardebloemen in
de riazomer. De plant gaat dan de
bladrozet vormen en neemt dus over
een grote oppervlakte de groeistof-
fen tot zich.
4. Bestrijding van boterbloemen tot
ongeveer half Augustus, dus net
voor de tweede bloei begint.
Al met al zien wij dus dat, indien de
maatregelen ter bestrijding van onkruid
in grasland tijdens het voorjaar en in de
voorzomer door drukke werkzaamheden
in het gedrang komen, in de nazomer en
bij gunstig weer zelfs nog in het najaar
ruimschoots gelegenheid bestaat tot che
mische onkruidbestrijding in grasland.
Proeven hebben bewezen dat onkruid
bestrijding in de nazomer een zeer dui
delijke verbetering van de gehele zode
bewerkstelligt.
Bovendien is het resultaat van een la
te bespuiting dat de weilanden schoon
de winter in gaan.
De Prot. Chr. groepen, bestaande uit
de Herv. A.R., de A.R. en de S.G.P.,
hebben voor de a.s. gemeenteraadsver
kiezing weer besloten met een gecombi
neerde lijst uit te komen. Deze lijst ziet
er als volgt uit:
1. J. Vroegindeweij2. M. K. van Eek;
3. J. H. Koppelaar; 4. P. de Blok f; 5.
N. H. Beversluis; 6. P. Krijgsman Az.;
7. P. de Jong; 8. T. van Dieren; 9, F,
van Es; 10. P. Tieleman; 11. J. v, 4
Slik Mz.; 12. P. Kattestaart; 13. C. Mak-
kenze; 14. Joh. P. Nieuwland; 15, Tli,
de Waal; 16. C. Vroegindeweij.
Het is tragisch dat de heer P. de Blok
die op deze lijst voor de Herv, A.R.
voorkomt, op zo onverv.rachte wijze is
overleden. De lijsten voor de verkiezing
waren echter al ingediend en bij Samson
te Alphen a.d. Rijn in druk. Naar wij
vernemen doet men van gemeentewege
moeite dit nog te herzien; waardoor dus
een opschuiving zal plaats hebben.
De zes minerale zouten die KrusuiiJ
bevat sporen lever, nieren en ingewanden
aan tot actievere werking, het bloetl
gaat sneller stromen, onzuiverheden
worden afgevoerd en zo worden rheu
matische pijnen gesmoord in de kiem
In duizenden zelfs hardnekkige gevallen
bracht Kruschen baat. Waarom zoudl
gij dan Uzelf te kort doen?
1/
(27).
DOOR
J. VAN DEN BOSCH
Een last viel van haar hart, toen zij
hoorde: „Nu, mevrouw, 't is op het ogen
blik niet, wat ik vreesde.
Misschien loopt het nog los. Maar
voorzichtigheid is geboden. Het kan een
langdurig ziekbed worden. Houd u moed.
Mogelijk halen we het met haar er bo
venop".
Ha, dat was goed nieuws. Zij lette
eigenlijk niet op de gereserveerdheid
waarmee de medicus sprak: op het
ogenblik niet, wat hij vreesde; misschien
loopt het los; misschien halen we het...
Verruimd liet zij de dokters uit en
vertelde Constance, dat zij wel spoedig
beter zou zijn.
,,'k Geloof het nietj moeder", zei het
kind.
Zo'n eigenwijs ding van zes jaar.
Zij had het wel een draai rond de oren
willen geven. Maar dit was toch al te
gek; zo'n ziek schaap
En waarom keek dat kind toch
zo?
's Avonds heel laat kwam haar man
thuis. Hoewel zig op was van vermoeid
heid, was zij niet naar bed gegaan, wat
anders haar gewoonte was.
Hij was korzelig; informeerde niet
eens naar Constance; vond het onzin dat
zij zo laat nog present was.
Zij vertelde van de dokters.
„Zie je wel. 'k Heb het wel gezegd.
Die lui moeten altijd de rekening opja
gen. Die andere komt niet weer hoor.
Het kind is natuurlijk ziek, maar straks
is dat weer in orde. Zij was altijd sterk."
„Ga nog even naar haar toe. Zij slaapt
niet. Een half uur geleden vv^as ik nog
bij haar".
,,Gaat het niet goed, Herman?" vroeg
zij opeens. „Ik dacht
,,0, 't gaat best, hoor. Maar het kan
altijd nog beter..." zeide hij, in enen on
verschillig.
„We kunnen wel zoveel willen", waag
de zij op te merken.
Hij stiet een basterdvloek uit.
„Als je alles gehad hebt, krijg je dat
nog", zeide hij.
Woedend zij wist niet waarom
liep hij het vertrek uit. Ging toch nog
even, het deed haax goed, naar Con
stance.
Tien minuten later hoorde zij hem in
de logeerkamer.
Toen werd het stil.
Met brandende ogen en luide hart
kloppingen lag zij wakker in de een
zaamheid. Uren nog.
HOOFDSTUK XVI.
En het kind stierf.
Toen Cor die Zondagmiddag op 'n be
scheiden belletje, de deur opentrok stond
beneden aan de trap een jong meisje,
Cor schatte haar op ruim 20 jaar dat
zich voorstelde als de „juffrouw van de
Zondagsschool'
„Ik heb uw dochtertje enkele malen
gemist en nu kom ik eens informeren,
in de hoop, dat u mij dat niet kwalijk
neemt".
,,0, helemaal niet, juffrouw, komt u
boven. Constance vraagt telkens naar
u, maar 'k weet uw naam en adres niet"
„U had bericht naar de school kun
nen zenden", zeide de ander. ,,Is Con
stance ziek?"
In de huiskamer gezeten, hoorde de
juffrouw het verhaal, dat haar ontroer
de; ja,, zeer ernstig ziek; de huisdok
ter vertrouwde het geval niet en haalde
er een specialist bij; toen zagen beiden
het niet zo ernstig in, maar daarna was
er een inzinking gekomen; er viel nog
niets van te zeggen; de dokter gaf tel
kens hoop, maar geen zekerheid; het
ging op en neer.
,,Och, hoe droef. Zij was er enkele
malen. Maar zo'n leerlinge heb ik nog
nooit gehad. Vol, ik zou bijna zeggen
heilige aandacht. Zij sprak er thuis ze
ker wel over?"
,,Ja, vooral de eerste malen", zei Cor
mat.
,,U is vermoeid" meende de onder
wijzeres. ,,Hebt U het niet te druk met
uw zieke dochtertje'"
„Ja. We hebben aan een verpleegster
gedacht. Maar de dokter meent, dat ik
dan toch geen rust heb. En daar kon hij
wel eens gelijk in hebben. Het morgen
meisje is nu gisteren vertrokken. Mor
gen komt er een voor dag en nacht. Dan
heb ik de handen meer vrij voor... Con
stance."
Het opgekropte leed moest zij uiten
tegen iemand, al was die dan een vreem
de.
„Ziet u de toestand donker in?" vroeg
de ander deelnemend.
„Ik vrees dat ik haar verlies", snik
te Cor.
„U moet niet direct het ergste den
ken; de dokter geeft toch nog hoop zegt
U".
„Ik vrees het ergste. Het kind denkt
het ook".
,,Dat zij sterven gaat?"
,,Ja", knikte Cor sprakeloos.
Dan stond zij moeizaam op.
,,Zij heeft meermalen naar U ge
vraagd. Ik zal even zeggen, dat U er
is. Och neen, gaat U direct maar mee.
Behoedzaam „een enkele maal
komt het voor, dat zij slaapt", fluisterde
ze opende ze de deur.
,,,Nu moet je eens kijken, wie er is,
Constance", zeide zij opgewekt.
Over het nóg bleker geworden ge
zichtje, ingevallen ook, gleed een stra
lende glimlach. En een mager handje
kwam van onder het dek.
„De juffrouw", riep Constance, 'k Heb
zo naar u verlangd, U moet van Jezus
vertellen. Moeder doet het niet.
Beschaamd wendde Cor zich af en liep
dan het vertrek uit. Met een brok in
de keel. En een schrijnend gevoel van
zelfverwijt. In de huiskamer hield zij
broer wat bezig.
Ruim een kwartier later liep zij weer
naar boven. Met haar handje in die van
de onderwijzeres lag Constance te luis
teren naar de zachte stem van het jonge
meisje, dat vertelde. Het gezichtje van
het kind was één stralende blijdschap.
Met enige jalouzie dacht Cor: ik kan
er geen lachje op toveren en deze
vreemde
„Nu houd ik op, Constance. Anders
word je te moe, weet je. En dat mag
niet".
„Komt U weer terug?" smeekte het
kind.
„Als moeder het goed vindt, zeker".
Meteen wierp de bezoekster een vra
gende blik op Cor, die knikte.
„Moeder vindt het goed, Constance.
Dan kom ik morgen weer eens kijken,
hoor. En als je nu weer eens bang bent,
doe dan, wat ik gezegd heb. Vraag al
tijd, maar aan de Heiland: Heere Je
zus, wil mij helpen". En dat doet Hij.
Je zult het zien. Dag kind, tot morgen
dus, hoor."
Terug in de huiskamer: „Ik ben on
derwijzeres aan een school in de huurt.
Vindt U het goed, als ik elke dag een
half uurtje kom, zolang het nodig is'
Ik dring mij niet op, maar het irf
snakt naar een woord van bemoedigin?"
een woord, waaraan 't houvast heeft, 'i
Is een zeldzaam diep doordenkend kind"
,,Ja", zei Cor, „ze doet vragen, die U'
niet beantwoorden kan. Als U wilt ko
men heel graag. Zij schijnt er behoeft!
aan te hebben. En een ziek kind ka»
men toch niets weigeren.
Maar wanneer kunt U dan Haar va
der weet er niet van, ook niet van
Zondagsschool, 't Is ook beter, dat niij»
man er onkundig van blijft".
,,Elke middag, even vier uur. Is dat
goed?"
„Ja, juffrouw, dat is in orde. Ik
wonder U. U kent Constance nauwelp'
en U komt geregeld".
„Ik ken haar al voldoende. Dat kiw
moet door het Woord bearbeid wordeii
Zij heeft er behoefte aan. Ik mag li""'^
niet aan haar lot overlaten. Ik spre*
zo vrij mogelijk met U, want ik veron
derstel dat U niet geheel onkundig
Anders had U de kinderen niet naai'
Zondagsschool gezonden".
Cor gaf opzettelijk geen antwoord*
deze opmerking. En de ander drong zi"^'
niet op, begreep alleen, dat hier iets n'^'
in oi'de was.
(Wordt vervolgf"