m Middelharnis - Sommelsdijk ontving 5.000 uit Australië Hoe vroeger in Oude Tonge belijdenis werd gedaan Spontane gift van de Australische Wereldraad van Kerken Buitenland -l. CHK. WEEKBLAD OP GEEEFOEMEEBDE GEONDSLAG VOOE DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN lO ■el Wettelijke voorziening noodzakelijk „Buiten het rampgebied" PLEEGZUSTEE BLOEDWIJN MEDITATIE enóeti^ Bedrag wordt gebruikt voor oprichting Jeugdgebouw Vragen in het openbaar De predikanten Le Roy Andere methode he Jaargang Zaterdag 6 Juni 1953 No. 2210 Ir^edactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS I TELEFOON K1870 - 2017 GIRO 167930 POSTBOX 8 I Voor advertentiën uitsluitend Drukkerij Telef. K 1870-2729 I Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017 Verschijnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag ABONNEMENTSPRIJS: t 1.70 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. BjJ contract speciaal tarief. t 3*. iin Dt fen, en ook irorden ten de- huis- ierege- I weinig sfeer, lierdoor In, ter- liat rijK sclia- loreren. fenteert irensen Jien ge- jspr., is Jeidheid bij de fjl me" in ge- erricht- Istelling Iwaarop gouwen, spositie ig vva- ■stelle»- konden les en I.V., een jlete en jle doU- behle- bedden tikelen icht in Ambtenaren van de plantenziekten- kundige dienst uit Goes en Wag'eningen hebben vastgesteld, dat in de omstreken van Hoedekenskerke op Zuid-Beveland Vlaanderen zich beverratten ophouden. Een wettelijk voorschrift voor de be strijding van deze gevaarlijke dieren be staat in ons land niet. De wetenschap nam tot nog toe aan, dat deze dieren in ons land niet kunnen, overwinteren. In tegenstelling daarmee is de laatste jaren geconstateerd dat deze schadelij- Ije diei'en wel kunnen overwinteren en wel in bieten- en aardappelkuilen. Nu uit de practijk blijkt, dat deze dieren wel in ons land de winter kunnen door komen rijst de vraag of de bestrijding van deze dieren niet wettelijk geregeld dient te worden. Ie onze eilanden, waar de veiligheid in zeer sterke mate afhankelijk is van (Je toestand van de waterkeringen en zeeweringen kan niet toegestaan wor den, dat deze dieren zich kunnen verme- nig-vuldigen. Juist voor dé dijken zijn de beverratten uitermate gevaarlijk. Door hun graven verzwaklren ze de dijken. En hun graaf- iverli onttrekt zich meestal aan het oog, zodat liet gevaar bestaat dat hun scha- delijl^e werkzaamheid te laat wordt op gemerkt. Een wettelijke voorziening is wel noodzalielijk, opdat het gevaar van de bererrat tijdig bezworen kan worden. Door de ontzettende ramp zijn onze eilanden, wel zeer bekend geworden. Voor die tijd was het een vrijwel verge ten oord van ons vaderland. De streek van de eilanden, inzonderheid Flakkee en de Zeeuwse eilanden SchouweUi-Dui- veland-Tholen en Sint-Philipsland wer den wel eens de .vergeten" eilanden ge noemd. Deze streken vielen buiten de tae- langatelling. Hun afgelegen ligging was daar de oorzaak van. Zo leest men in het boek ,,De Ramp", „Steeds hebben de eilanden van Zeelahd en Zuid-Holland tot de meer afgelegen, moeilijk bereikbare delen van ons land iielioord." Van onze eilanden moet gezegd wor den: „Afgelegen en moeilijk bereikbaar." Sciiadelijk voor de ambtenaren van wege de klasseaftrek. Ambtenaren op onze eilanden moeten zogoed als zonder uitzondering acht procent van hun sa laris missen omdat door de wetgever deze streken tot de goedkope gebieden worden gerekend. De practijk, we hebben er meermalen op gewezen in deze rubriek, is een gans andere. De werkelijkheid is dat er meer aan leiding bestaat tot het vei'lenen van een vestigingspremie, dan voor klasseaftrek. En nu komt er sedert de laatste tijd nog een ander kwaad om de hoek kij ken. Het spreken over het „Rampge bied" is gewoon geworden. En het niet geleigen zijn in het Rampgebied wordt als een aanbeveling g'ebruikt om perso neel aan te trekken. Vooral in onder wijsbladen kan men advertenties lezen waarin bekend wordt gemaakt, dat de vacerende plaats buiten het Rampge bied is gelegen. Van onze eilanden moet dan gezegd: Afgelegen en moeilijk be reikbaar Minder salaris en Rampge bied. Vooral het laatste doet de deur dicht. Rampgebied? Wie wil daar nu wonen. Toch niemand. Geschikt woord om sollicitanten af te schrikken. Een en ander is niet geschikt om de animo voor onze eilanden te vergroten. Tot schade Voor de ontwikkeling op onze eilanden. 't Is meer dan tijd, dat de klasseaftrek verdwijnt en dat de term „buiten het Rampgebied", uit de advertenties ver dwijnt. neem ^Mi Zaterdag 6 Juni v.m. 13 uur t.m. Maandag 8 Juni v.m. 9 uur ■^''•WeUiarnis-Sommelsdljk. Afwezig de artsen P. Knöps, C. F. Arends en J. j, Wieringa. Voor spoed gevallen Tj. Kuiper, arts, Telef. 2710. I^irksland-Herkingen-Melissant Afwezig de artsen G. Huisman en B. ^'ve. Voor spoedgevallen dr P. Boot, Tel. 01877-227, Dirkiland. .^«■n Bommel,-Ooitgensplaat, Stad aan c Haringvliet. Afwezig de artsen C. W. Kramers en Bouman. Voor spoedgevallen G. J. Buth, Bonii arts, Telef. K 1871—306, Den mei. „Gij zijt mensen (Ezechiël 34 31) De profeet Ezechiël heeft het in hoofdstuk 34 over de leraars, profeten enerzijds en over het volk anderzijds. Hij vergeUjkt ze met herders en scha pen. Daar zijn veel nietige herders. Die is het te doen om de wol en het vlees der schapen. Schapen, die ronddolen op de bergen Israels. Daarover ontfermt zich de Heere met grote ontfermingen. Hij zal zelf een her der verwekken, n.I. De Goede Herder. Die zal de dv/alende schapen terecht brengen, hen beschermen tegen die kwa de herders, ze leiden in de grazige wel den der Godsgemeenschap en aan de zeer stille wateren der toezeggingen des heils. En zo komt er aan 't slot van dit hoofdstuk, die heerlijke troostsprake „Gij nu, o mijne schapen, schapen mijner weide, gij zijt mensen, maar Ik ben uw God." Dat is de troost voor de kerk van alle eeuwen. Ook thans zijn er vele herders, die huurlingen zijn. Het verbrokene wordt niet geheeld. Het verlorene wordt niet gezocht. Het treurende wordt niet ge troost. Het zwaklve wordt niet versterkt. Het hongerige wordt niet gespijsd. Al leen de wol der schapen en 't vlees der kudde trekt 't zulke herders aan. En al heeft men nu herders, wier lust het is in getrouwheid de kudde te wei den en te dienen, herders die wel eens gebruikt worden om de kudde te ver blijden, altijd weer zal 't blijken, dat ze nochtans mensen zijn en dus moeilijke vertroosters. Mensen die dagelijks strui kelen in gedachten, woorden en werken. Mensen, die ons uiteindelijk niets kun nen geven. Zo blijft er als enige, maar dan ook volkomene troost over: „Maar Ik ben Uw God!" Ik ben de grote, goede Herder. En nu aan de andere kant de kudde! Ook daarvaji zegt die grote Herder: „Gij zijt mensen". Wat een ernstige waarheid. Wat is de Goede Herder ge trouw. Hij pleistert niet, verdoezelt niet. maar zegt het rechtuit waar 't op staat: „Gij zqt mensen." Hebben we ooit de ernst daarvan doorvoeld Mensen! De hemelen vertellen Gods eer en 't uitspansel verkondigt Zijner handen werk. De vogels zingen het lied van hun Schepper, het woud ruist van de majesteit Gods, de bloemen vertol ken de kunst Zijner heilige handen. Maarde mens, eenmaal 't pronk stuk der schepping, is zo diep gezonken, dat geen dood, geen wond, geen gedach te uit natuur tot Gods eer is. Zonde, niets dan zonde. Ik ben in zonde gebo ren en in ongerechtigheid heeft mij mijn moeder ontvangen. Mensen! Maar dan ben ik het voor werp van Zijn heilige en rechtvaardige toorn. Dan ben ik in Adam verloren, in mij zelf verwerpelijk. Dan is 't onmogelijk, dat God mij bemint. Hebt ge U zo als een hulpeloze en ho peloze leren kennen? Dan is er ook een andere kant. Dan wordt het Wonder ervaren, dat God nu juist met zulken te doen wil hebben. Want eenmaal zal 't boven Ephrata's velden ruisen: „In mensen een welbe hagen." Niet in reine engelen, maar in schul dige, zondige verloren mensen heeft God een welbehagen. ,,Mijn duive, zijnde in de klove der steenrots, toon mij uw gedaante en laat mij uw stem horen. Want uw stem is zoet en uw gedaante is liefelijk." Is dat geen wonder? O, het is ook niet om Uwentwil. Maar het is, om die j enige, grote, goede Herder, door God zelf verwerkt. Die uitgaat om te zoeken en te zaligen verlorenmensen. Die zijn leven stelt' voor de schapen op 't vloekhout der schahde. Die zelf mens wilde worden, om de zonde van mensen te verzoenen. Die Zijn Geest uitzendt om mensen in alle waarheid te leiden en Zijn aangebrachte gerechtigheid toe te passen aan de ziel. Ja, dan wordt 't heerlijk „mens" te mogen zijn. Voor gevallen engelen is geen genade, voor gevallen mensen wel. Mensen kun nen verzoend worden met een Drieënig God, juist omdat 't mensen zijn. Als we dat ervaren, zingt de ziel: Want Hij is onze God en wij zijn 't, volk van Zijne heerschappij, de schapen die Zijn hand wil weiden. Middelharnis. C. J. KESTING. Van de AustraUsche commissie voor Interkerkelijke Hulp, van de Australi sche Raad voor de Wereldraad van Kerken is door de Burgemeester van Mid delharnis en Sommelsdijk een bedrag ontvangen van 5,000, wat tegen een koers van plm. 7.40 neerkomt op een bedrag van ongeveer 3700.'Deze gelden zullen worden gebruikt voor een op te richten Jeugdgebouw wat komt te staan op het open terrein van de oude Gasfabriek op de dijk aan het Zand pad te Middelharnis. Wij geven hieronder de Nederlandse vertaling van een schrijven van Rev. Prank Byatt te Melbourne (Australië) en het antwoord van Burgemeester Rijnders op dit schrijven. Zeer geachte Heer Rijnders, Het is voor mij een voorrecht en een groot genoegen om U en de inwoners van M'hamis en S'dijk de groeten over te brengen namens de burgers en de kerken van Victoria in de naam van on ze God. De Wereldraad van Kerken wordt een werkelijk instrument van God, welke ons bewust maakt van onze gemeenschap met onze medechristenen over de wereld en ik verlang, om deze speciale groeten te zenden, in deze uren van ramp en verliezen, namens onze Commissie de Australische Raad voor Interkerkehjke hulp groeten, waar mee de Australische Algemene Secreta ris, Ds. John Garrett, wenst verbonden te zijn. We zijn de Heer O. W. Heldring dankbaar, dat hij U aan ons heeft geïn troduceerd. Onze Burgemeester van Melbourne, Raadsheer, Brens, nam het initiatief in Victoria om een „Lord Mayor's Engels en Hollands watersnood-hulpfonds op te richten. Heel hartelijk stond hij mij een inter view toe en toen hij vernam van onze wereldorganisatie voor belangeloze Christelijke dienst en plicht, toen was hij het er direct mee eens dat geld aan zijn kantoor ontvangen van kerkelijke bronnen, beschikbaar gesteld zou wor den voor de Interkerkelijke Hulpobjec ten in Holland en toen ik hem het hulp- voorstel van Sommelsdijk voorlag, deed hij ons de geweldige som van 5.000 toekomen. Deze gift voor U komt van de men sen in Victoria. Ik zou graag willen dat U en uw me deburgers zouden weten hoe spontaan het gevooel en de sympathie 'in Austra lië voor U in Holland was en hoe groot de bewondering voor de geweldige moed en de ongelofelijke geestkracht is die uvv naoorlogse jaren heeft gekenmerkt. U zendt ons nu geregeld enige van uw beste zonen en dochters en zoals U zon der twijfel wel zult weten, ontvangen wij hen hartelijk. We hopen, dat de maanden van het werk van de wederopbouw der dijken en het weer vruchtbaar maken van het land niet te hartbrekend lang en te saai zal zijn. Ontvang de beste wensen van de ker ken voor uw toekomstige veiligheid en welvaart. Uw zeer toegenegen, (w.g.) F. Byatt, (Bev. Frank. F. Byatt) Secretary, A.C.I.CA. Zeer geachte Rev. Byatt, Mijn bijzondere dank voor uw aller vriendelijkste schrijven. Wederkerig mo ge ik U de groeten overbrengen van mijn inwoners. Het is wel bijzonder via de Wereld-Raad van Kerken het contact met U allen te hebben. De verbonden heid met alle delen van de wereld houdt grootse mogelijkheden in voor vri,end- schap en meeleven en wij in het ramp gebied in Nederland verwarmen ons er aan. Wij danken God, dat Hij ook de Au stralische Raad wil gebruiken deze con tacten te bevestigen en levend te hou den. Het dijkherstel en de wederopbouw vragen aller volle inzet van krachten en het werk vordert, mede dank zij de hulp van zeer velen, ook uit het buitenland, gestaag. Zoals U w;eet zijn de Nederlanders de strijd tegen het water van oudsher ge wend geweest. Ook nu is deze strijd met grote eensgezindheid aangevat. Het is een groots werk, maar interessant en nationaal. Naast het technische werk is echter de maatschappelijke arbeid niet te ver geten, en deze arbeid, vooral onder de jeugd, zal kunnen worden aang'evat in het prachtige gebouw, dat verrijzen zal door het cadeau dat de inwoners van Victoria ons hebben doen toekomen. Als een monument van hartelijk mee leven zal dit jeugdgebouw getuigen van uw vriendschap en onze evangelische verbondenheid. God zegene U allen. Wij weten U on ze vrienden. NatuurUjk houden wij U op de hoogte van onze arbeid. Met de meeste hoogachting, (Rijnders). Toen het „reglement van 1816" aan de Ned. Herv. Kerk werd opgelegd, ver anderden allerlei kerkelijke gewoonten. Eén daarvan betrof het doen van belij denis. Was het in de eeuwen na de re formatie gewoonte geweest om de ca- techisanten als lidmaten toe te laten, wanneer zij op een daarvoor bestemde Zaterdagavond, hetzij voor de kerke- raa.d, hetzij voor de gemeente belijdenis hadden gedaan, na 1816 won de gewoon te veld om de aanneming van nieuwe lidmaten in een godsdienstoefening op Zondag te doen plaats hebben. Belijdenis doen v/as en is de afslui ting van het catechetisch onderwijs. Wat deze catechisatie betrof, deze had oudtijds op de volgende manier plaats: op school kregen de kinderen onderricht ,in de Heidelberger. De meester zorgde er wel voor, dat zijn leerlingen de Zon dagsafdelingen konden opdreunen, want in de namiddaggodsdienstoefeningen placht de predikant aan een of meer kinderen te vragen of zij een bepaald ge deelte van de catechismus wilden opzeg gen. Dat geschiedde dus in het open baar en aangezien niemand graag in het bijzijn van vele anderen een flater slaat, kenden de kinderen hun lesjes doorgaans wel goed. Wij moeten de betekenis van deze ge woonte niet gering achten. Onze voor vaderen kenden het oude leerboek der kerk als weinige andere boeken. Deze kennis was hen echter niet voldoende. Zij moesten ook de toelichting leren, zo als bv. Hellenbroek, Borstius en anderen die hadden gegeven. Van deze kennis hebben de meesten geen spijt gehad! Nu waren er in de tijd, toen het intel lectualisme zegevierde, velen die niet te vreden waren met de catechismus plus Hellenbroek. Zij wilden nog beter op de hoogte zijn. Een bewijs hiervan geeft een bericht uit Oude Tonge, daterend uit het jaar 1823, dat als volgt luidt: „Op den 23sten Maart had onze Predikant het genoegen, dat hij, bij den namiddag Gtodsdienst, zijnen oudsten Zoon, C. Ie Roy, de belij denis zijner geloofs, openlijk voor de ge- mieente afnam; welk werk, uit hoofde van de blijken van bekwaamheid, en de gepaste vrijmoedigheid des Jongelings, daarbij aan den dag gelegd, tot stichting en genoegen van alle de aanwezigen af liep." Het is jammer, dat wij niet meer we ten welke vragen ds. J. J. le Roy aan zijn jonge zoon heeft gesteld. Maar wij kunnen gevoegelijk aannemen, dat Chris tiaan behoorlijk aan de tand gevoeld is. Hij was kennelijk al een theoloog je in de dop! Later zou Christiaan le Roy van zijn kennis profiteren. Hij werd namelijk eveneens predikant. Zijn ambtsbediening leek wel wat op die van zijn vader. Had ds. J. J. le Roy, nadat hij in 1813 uit S'prang was gekomen, niet minder dan 37 jaar te Oude Tonge gestaan, ds Chr. le Roy werd in 1832 predikant te Hur- wenen in de Bommelerwaard, vanwaar hij in 1839 naar het nabije Gameren ver trok. Daar arbeidde hij tot zijn dood in 1884, dus 45 jaar achtereen. Om nog even bij het predikantenge- slacht Le Roy te blijven, de jongeling die in 1828 zo vrijmoedig belijdenis af legde in de kerk van Oude Tonge, had later zelf ook twee zoons, die dominee werden. De eerste J. J. le Roy genoemd naar zijn grootvader in Oude Tonge werd in 1860 bevestigt te Heerewaar- AUGEMENE VERGADERING en Excursie van de Ned. Vereniging voor Landaanwinning Dijkbouw en dijkherstel op Flaltkee worden bezichtigd De Nederlandse vereniging voor Land aanwinning zal op Vrijdagmiddag 19 Juni te 13.30 uur in het Groothandels gebouw een algemene vergadering hou den. Gezien de belangrijkheid van het te behandelen onderwerp: „Afsluiting van de Zeegaten,", zal deze bijeenkomst ook voor niet-leden toegankelijk zijn. Ir A. G. Bruggeman, Hoofdingenieur van de Prov. Waterstaat Zuid-Holland zal dit onderwerp belichten voor wat be treft de waterstaatkundige aspecten en Dr. Ir. T. P. Mesu, Directeur van de Cul tuurtechnische Dienst, voor wat de landbouwkundige facetten aangaat. Zaterdag 20 Juni, zal onder leiding van de Prov. Waterstaat een excursie plaats vinden op het eUand Goeree Overflakkee. Omstreeks 10.30 uur zal in Hotel Spee te Sommelsdijk koffie worden gedronken en vanwege de Prov. Water staat Zuid-Holland een toelichting wor den geg'even. Na de lunch zal van 13 tot 16.30 uur een rondrit worden gemaakt ter bezichtiging van dijkbouw bij Mid delharnis en Hoek St. Jacob (waar op de rivier de zandzuiger ,,Ahoy" aan het werk is) en van dijkherstel bij Stellen- dam en de mogelijkheden van toekom stige inpolderingen ten Z. en ten N. van de hals van Goerée. Leden genieten bij deze excursie voorrang, terwijl op zeer" beperkte schaal introductie zal worden toegestaan, waarbij rekening zal worden gehouden met het tijdstip van ontvangst van de opgaven, welke aan het Secre- tariaa: Raamweg 25, 's-Gravenhage moeten worden ingezonden. den en stierf aldaar na 29-jarige dienst in 1889. De tweede aanvaardde in 1867 zijn ambt te Venlo, waar hij in 1911 dus na 44 jaar met emeritaat ging. De predikanten Le Roy zijn dus wel al lemaal „hokvast" geweest! Keren wij terug naar Oude Tonge. De jeugdige Christiaan le Roy had belijde nis gedaan op zijn eentje en wij kunnen ons voorstellen met hoeveel nieuwsgie righeid de gemeente op 23 Maart 1823 ter kerk toog. Men wist welk een geleerd man ds. Le Roy zelf was en men was ongetwijfeld benieuwd te weten of de zoon de vader zou evenaren! Welnu, dat viel niet tegen, blijkens het berichtje dat wij citeerden. Toch verdiende deze methode geen na volging. De eredienst is er immers niet voor ova aan mensen de gelegenheid te geven met hun bijbel- en geloofskennis te pronken. Te Oude Tonge is deze gewoonte dan ook niet blijvend gevolgd. Dit wordt ons duidelijk uit een bericht van jaren later, 9 April 1854. Ds Le Roy was in 1850 overleden en twee jaar later opgevolgd door Ds Hen- ricus Zacharias Alexander Gutteling (die van 1844 tot 1848 in Den Bommel had gestaan en daarna te Scherpenisse. „In het namiddaguur van heden zo meldde een berichtgever werden de nieuwe lidmaten bevestigd. Hun getal bedroeg niet minder dan 45, waarvan één, na afgelegde behjdenis, den Heiligen Doop ontving, die hem om gewigtige re denen in zijne kindschheid was onthou den; en een ander van de Roomschge- zlnden tot onze Gemeente is overgeko-, men, na rijpe overtuiging en na langen tijd over deze gewigtige zaak te hebben nagedacht. De geheele godsdienstoefe ning was bijzonder plegtig; talrijk was de opkomst der Gemeente, ernstig en hoogst gepast het woord van onzen hooggeachten Leeraar ds. H. Z. A. Gut teling, naar aanleiding van Matth. X 32, 33." Wij zien, dat in 1854'de openbare be lijdenis al plaats had op de manier, die nog heden wordt gevolgd. Kroning van Elizabeth de Tweede Groot-Brittanië stond deze week wel zeer in de belangstelling, in verband met het grote gebeuren: de kroning van de aanvallige vorstin Elizabeth II. Uit alle delen van de wereld hebben groten der aarde zich naar het Britse Gemenebest begeven of hun vertegenwoordigers ge zonden om aan bij de ki'oning hulde te bieden. Een zee van mensen was in Lon den op de been, onder wie duizenden, die langs de tien kilometer lange kronings route dagen en nachten tevoren op straat vertoefden, en op de trottoirs aten en sliepen, om de vorstelijke stoet te kunnen zien en een glimp van de hoog- vereerde vorstin te kunnen opvangen. De dagbladen hebben over dit kro- ningsfeest breedvoerig verslag gegeven met talrijke foto's van dit plechtig, uit verre eeuwen daterend ceremonieel. In dit ceremonieel ligt een hoge waarde ring van het koningschap; er komt wel in uit dat het gekroonde Jloofd regeert bij de gTatie Gods. De kroningsplechtigheid in de West- minster Abbey geschiedt naar een eeu wenoude traditie; in dit korte overzicht zullen we met enkele trekken weergeven hoe dat toegaat. Wanneer allen gezeten zijn wendt de Aartsbisschop van Canterbury zich naar de vier hoeken van de kathedraal en spreekt met luide stem: „Ik presenteer hier aan U, Ko ningin Elisabeth, uw onbetwiste Koningin en vraag daarom U allen die gekomen zijn om uw hulde te betonen en uw dienst te betuigen, zijt gij bereid dit te doen?" En door de hoge hoogg&welven klinkt van de verzamelde menigte „God save the Queen", wat door millioenen buiten, wordt overgenomen. Daarop volgt direct het ritueel van de eedslegging, waarin zij zweert haar volkeren in overeenstem ming met hun wetten en gewoonten te regeren en de Protestantse godsdienst te verdedigen. De bijbel wordt haar overhandigd waarbij de Aartsbisschop van Canter bury zegt; „Wij geven U dit Boek, het meest waardevolle dat de wereld te bie den heeft." De Schotse Aartsbisschop voegt daaraan toe: ,,Hier is wijsheid, de Koninklijke Wet, de levende orakelen Gods." Hierop volgt de godsdienstoefening; nadat de congregatie staande de geloofs belijdenis zingt, wordt de dienst onder broken voor de zalving van de Koningin. Zij ontdoet zich daarbij van de scharla ken „Parliament Robe" waarna de Aartsbisschop de zalving verricht in de vorm van een kruis, uitsprekend de volgende formule: „Laten Uw handen gezalfd zijn met heilige olie. Laat uw borst ge zalfd zijn het heilige olie. Laat uw hoofd gezalfd zijn met heilige olie gelijk Koningen, priesters en pro feten gezalfd werden." Na de zalving v>forden haar de onder scheidingstekenen overhandigd, o.m. de gouden sporen, symbool van de ridder schap en hult men haar in misgewaad. Daarna wordt het zwaard van Staat overhandigd met de woorden; Ontvang dit koninklijke zwaard, nu gebracht van het altaar Gods en in uw handen gegeven door ons bisschoppen en dienaren Gods, on waardig als wij zijn. Doet met dit zwaard recht geschieden; stel paal en perk aan de ongerechtigheid, be scherm de heilige Kerk Gods, help en verdedig weduwen en wezen, herstel,'de dingen die tot verval zijn gekomen, handhaaf de dingen die hersteld zijn, straf en hervorm wat verkeerd is en bevestig wat goed is. Vervolgens worden haar de ,,arniills", armbanden symbolisch voorstellend op rechtheid en wijsheid" geschonken, waar op de Koningin een nieuw gewaad om de schouders wordt gehangen, de Im perial Robe". In dit gewaad wordt haar de Rijksappel met kruis in handen ge legd, wat de almacht van Christus zou symboliseren; de ring waarvan gezegd wordt door Johannes de Evangelist aan Eduard de Belijder te zijn gezonden; de scepter met het kruis, duidend op macht en rechtvaardigheid en de staf met de duif, symbool van barmhartigheid en machts-uitoefening tevens. Dan komt het hoogtepunt van de plechtigheid, wanneer door de Aartsbisschop van Can terbury de rituele kroon van St. Ed ward op het hoofd van de Koningin wordt geplaatst, waarop uit millioenen kelen birmen en buiten klinkt: ,,God sa ve the Queen." De prinsen en prinses sen, de edelen en edelvrouwen zetten daarop hun kroontjes en kappen op, de Wapenkoningen hun kronen, de trom petten klinken en de kanormen van de Tower worden afgevuurd. De gezalfde, gekroonde Koningin gaat daarna met alle waardigheidstekenen naar de troon, waar zij, omringd door de hoogwaardigheidsbekleders door de Aartsbisschop wordt bezworen met de woorden: „Standvastig te zijn en in vaste handen te houden deze zetel en staat van Koninklijke en Keizerlij ke waardigheid, die U op deze dag aan U wordt overgedragen op ge zag van de Almachtige God." Vervolgens ontvangt zij de eerbewij zen van haar onderdanen. De Aartsbis schop van. Canterbury knielt daa,rna op de treden van de Troon neer, trouw zwe rend aan ,,Our Souvereing Lady" en haar de rechterhand kust. Hij wordt gevolgd door de hertog van Bdinburg die even eens knielt onder het uitspreken van de woorden: ,,Ilï, Philip, Hertog van Edin burgh, verklaar mij tot uw vazal van lijf en leden en zal U op aarde \ereren, oprechte trouw toedragen, om te levér en te sterven tegen iedere belager. Zo waarlijk helpe mij God." Dan staat hij op, raakt de kroon aan en kust de linkerwang van de Koningin. Op dezelfde wijze zweren de Hertog van Gloucester en de Hertog van Kent hun trouw. Daarna worden van oudsedele tot iedere rang eerbewijzen aan de Ko ningin gebracht. De kroningsplechtigheid is dan vol tooid en de onderbroken eredienst woi'dt voortgezet. De Koningin knielt voor het altaar en brengt een offer bestaande uit een altaarkleed en een baar goud ter v/aarde van een pond. Te samen met de Hertog van Edinburgh ontvangt zij de commissie. V(.or de laatste keer verandert zij dan van kledij. In processie begeeft zij zich daarvoor naar de kapel van St. Edward, waar :;ij de rituele kroon voor de kei zerlijke kroon verwisselt. Zo gekleed, de Scepter in haar rechterhand en de Rijfe- apijel in haar linkerhand, verlaat zij ten slotte met haar stoet de Abdij. Sf. Wie dit alles op de voet gevolgd heeft o.ï-itkomt niet aan het indrukwekkende van deze plechtigheid. Waar de monar chie in de volkerenwereld zo ver is ver dwenen, is het groot, dat de dynastie in Groot Brittanie met deze kroning wordt voortgezet. Anderzijds vragen wij ons af cf de geweldige verering, die aan het afgodische grenst, moet worden toege schreven aan de hoge waardering voor het Koningsschap dan wel voor roman tiek, voor de pracht en praal bij deze plechtigheid. Het is een zegen Gods wan neer de koning ,,een zoon der edelen" is, maar anderzins is de draagster van het hoogste gezag een mens van gelijke beweging als wij. Eert God, vreest den Koning, naar de aloude spreuk! Wij stemmen gaarne in met de dezo week uit millioenen kelen gehoorde roep: ,,God save the Queen." Hij geve Zijn zegen on der de regering van Koningin Elisabeth de Tweede, aan het gehele Britse Ge menebest. SOIVIMELSDIJK Kantooruren Gemeente-ontvanger B. en W. der gemeente Sommelsdijk maken bekend, dat zolang in de be trekking van Gemeente-Ontvanger door de waarnemend gemeente-ontvanger wordt voorzien, het kantoor van deze functionaris gevestigd is in het Gemeen tehuis aan de Voorstraat (kamer naast de voordeur.) De kantooruren zijn als volgt ge regeld; Maandagmiddag van 4 uur. Woensdagmorgen van 10^12.30 uur. - Zaterdagmorgen van. 1112 uur. Voor zaken, die geen uitstel kunnen lijden, is de waarnemend gemeente-ont vanger te spreken ter gemeente-secre" tarie.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1953 | | pagina 1