De dijken gaan dicht alezing ver de ramp Rampenschade bureau Bekendmaking CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN ProY. Waiersiaai heeii een omvangrijke iaak. MEDITATIE Gemeenschap door Eenzaamheid Middelharnis Zaterdag 28 Februari 1953 No. 2189 RedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS TELEFOON K1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8 Voor advertentiën uitsluitend Drukkerö Telef. K 1870 - 2729 Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017 VemuiUiBt tweemaal per week. Woensdag' en Zaterdag ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm, Btj contract speciaal tarief. Een vreselijke ramp is over onze ilanden gekomen. De Zeeuwse en Zuid- oUandse eilanden met een deel van "est-Noord-Brabant zijn zwaar geteis- erd. Voor vele, vele millioenen is ver oren gegaan. Helaas honderden men en zijn verdronken. Onherstelbaar leed 3 over velen gekomen. De materiële ehade is groot, maar ze kan hersteld orden. En ze zal ook voor een groot eel hersteld worden. Mensenlevens die erloren gingen kunnen niet wederge even worden. Het is een onherstelbaar erlies. Ons medegevoel gaat uit naar e zo velen van onze eilandbewoners, ie hun geliefde doden moeten betreu- en. Kinderen verloren hun ouders, uders hun kinderen. De Heere mocht de overblijvenden teunen en sterken. Hun oog op Hem ericht doen zijn, Die slaat maar ook eelt. Hoe onverwacht is de ramp gekomen. oe geheel onvoorbereid is het voor ve- mensen eeuwigheid geworden. In de ijd van enkele minuten, van enkele se- onden. De ramp, het oordeel Gods wam over allen. Hoe werd de waarheid van Gods "oord bevestigd: „De dood komt als en dief in de nacht". En hoe is ook in ommige gevallen bewaarheid wat Gods oord ons leert „Enerlei wedervaart de echtvaardigen en de goddelozen." Maar eh dat is slechts in de tijd. Verdrin- en als men bekeerd is, als men met 'od verzoend mag zijn is niet erg. Bekeerd en verdrinken, het is een euwig gewin. Onbekeerd en gespaard lijven zal, tenzij men zich bekeert, uit- Dpen op een eeuwig verlies. Hoe past ons ootmoed en wederkering Dt de Heere, Die we zo schandelijk ver ten hebben. Hoe onverwacht heeft de ramp zich oltrokken! Niemand was op zo iets oorbereid. Och we lagen zo veilig ach- :r onze dijken. Die dijken, ze waren pn- e nationale trots. „God heeft de aarde eschapen, maar de Nederlanders heb- en hun eigen land geschapen." Hoog- loedige uitdrukking. En dan die dijken, 'e waterstaatswerken. Daarop verhie- en W6 »jns zo gaarne tegenover het uitenland. Gevaar? Och neen, de dijken waren 1 orde. Na 1906, ja toen letten we wel p de stand van de maan in verband iet het hoge water. Keken we wel uit f de wind, als hij zich tot storm ver- ief, ook naar het Noordwesten draaide, [aar die tijd ligt zover achter ons. Zee- 'eringen werden sedert dien verhoogd verzwaard. De binnendijken opge- oogd, zodat het water geen kwaad eer kon doen. Gevaar? Neen we ge- ofden er niet in. Als er van gevaar esproken werd, dan keken we uit naar ,et Oosten, maar niet naar het Westen, aaar de zee, immers we lagen veiUg chter de roem, de trots van ons land, nze dijken. En dan och we waren heren. Met Fa- ao zouden we wel gezegd hebben „Wie de Heere, dat we Hem zouden die- en?" Wetenschap en techniek stelden ns gerust, gaven ons een gevoel van eiligheid en zie ze hebben ons in de teek gelaten. De wetenschap redde ons iet en de techniek viel uit, waardoor et niiogelijk was dat de ramp van chouwen-Duiveland zich had voltrok- en zonder dat we het wisten. „Samenwerking van natuurkrachten n raetereologische omstandigheden, zie 'at is de oorzaak van de ramp" zeg en de mannen van de wetenschap. Inderdaad we geloven het maar we ragen toch „Wie bestuurt dit alles?" loot toeval? Welk mens met verstand an dat staande houden? Neen het is de Heere, Die de elemen- en der natuur bestuurt en regeert. De natuurkrachten zijn in Gods hand. ieen bloot toeval. Is er een kwaad in e stad, dat de Heere niet werkt Gods tem is in de watervloeden en in het eieu van de vrind. De Heere wandelt op e vleugelen des winds..Hij formeert de /inden in Zijn schatkameren. Zie dat "ag niet vergeten worden, 't Is God de eere. Die de stormwind en de wateren eeft gezonden. Een oordeel Gods is ver ons volk gekomen. Neen niet over e getroffen gebieden alleen. Ons gan- ie volk is er door getroffen. God heeft len oordeel over ons land gezonden. De idem Gods heeft onze dijken en zeewe- ,^ngen doorbroken. Dat mochten we al en leren verstaan. Het is de Heere, Die >ns geslagen heeft. Geslagen heeft in Snze trots. Die getoond heeft dat de dij ken, waarop we zo trots waren Zijn hacht niet konden weerstaan. Dat we 8 Heeren hand er in op mogen merken, 3ie wind en water als Zijn knechten ge- tonden om ons land te tuchtigen. De Heere heeft land en volk gesla- en. Een waarschuwing komt tot ge- 'eel ons voUc. „Indien gij u niet bekeert, o zult ge desgelijks vergaan. Tot onze aarschuwing. De Heere maakt nog bemoeienissen et ons land en volk. Heeft ons nog et geheel aan de verharding prijs ge wen, Roept ons nog toe, dat wij ons ekeren zullen. Een harde roepstem. 'Ware slagen om ons volk nog het halt óe te roepen op de weg der zonde en w ongerechtigheid. Zware slagen heb- 'n we gekregen in de Wereldoorlogen, ijanden, m/enselijke machten heeft de eere als tweede oorzaak gebruikt. eel werd gezien op de stok, die ons sloeg. Maar op de eerste oorzaak werd niet gelet. Nu is de Heere gekomen met zijn knechten vrind en water. Een afge ven op de vijand is niet wel mogelijk. Toen gaf de menselijke factor zoveel ge motiveerde verontwaardiging, zagen we zoveel op de vijand dat we de Heere, Die het kwaad werkte voorbij zagen. Nu is de Heere rechtstreeks gekomen met stormen en watervloeden, die onze trots hebben doorbroken. Och een ieder, die het opmerken wil moet tot de conclusie komen dat we met land en volk ons dit oordeel waardig hebben gemaakt. Vanwege onze onbe- keerlijkheid en verharding. God de Hee re heeft ons land en volk geen onrecht gedaan. Wij hebben ons de straffen Zij ner Hand waardig gemaakt, daar het verlaten van Zijn wetten en inzettingen en door ons uit te leven in de zonde en ongerechtigheid. Verkwikkend is het medeleven met de zo zwaar getroffen bevolking. Met onze Koningin en haar Huis aan het hoofd leeft ons ganse volk mee met de zo zwaar beproefde bevolking van onze eilanden. Een golf van offervaar digheid gaat over ons land. Tientallen millioenen zijn reeds bijeengebracht. Vele honderdtallen tonnen aan levens middelen en kleding. Een geest van of fervaardigheid is over geheel ons land gekomen. De solidariteit is groot, de ge zindheid om met geld en goed bij te staan heeft grote vormen aangenomen. Ook het buitenland leeft mee. Ook van daar komen allerlei aanbiedingen om te helpen. Hoe verwikkend is de zo spontaan ge boden hulp. Van Regering en volk. Van onze land- en zee- en luchtmacht. En niet te vergeten van de buitenlandse militairen.' Franse, Duitse, Engelse, Bel gische, Amerikaanse legeronderdelen snelden ter hulp. Inzonderheid de vlieg tuigen hebben veel tot hulp en redding bijgedragen. Een edele wedijver is ontstaan. Hard is gezwoegd en gewerkt. In regen, vorst, sneeuw en koude. Door burgers en soldaten. Volhouden tot het uiterste, tot de hulp was gebracht. Dat is veil- kwikkend bij deze ramp die ons heeft getroffen. Het medeleven, de spontane hulp van binnen- en buitenland, van burger en militair. Bij de hulpverlening en bij de evacuatie. Maar dat alles kan de doden niet weergeven. Dat is een onherstelbaar verlies. Diep beklag en ontroering moet ons vervullen bij de gedachte aan het ontzettende onheil dat onze streek ge troffen heeft. Grote deernis vervuld ons over de door de watervloed' omge komenen. Hoevelen zijn er bij die tot onze lezerskring behoorden. De treurende verwanten bieden we onze innige gevoelens van medeUjden eh rouwbeklag aan. De Heere moge de roepstem aan de harten heiligen. Ons volk moge in zijn geheel deze roepstem opmerken en terugkeren tot de God der vaderen. Gods slaande hand mochten we opmerken en ons verootmoedigen. Als schuldigen mochten we tot de Heere wederkeren. En we mochten acht leren geven op de roede en Wie ze besteld heeft. We leven nu in de vierde week na de ramp. Er is thans een toestand van een zekere rust ingetreden, rust in dien zin dan, dat men de schade aan de dijken enigszins kan overzien. Met man en macht zet men zich in om de gaten, zo wel in de buiten- als binnendijken te dichten. En die zijn er veel; want we le ven eigenlijk nog op een vergiet! De Dijkring Flakkee en de Generale Dijkage kon zeer begrijpelijk dit grote werk, dat zo ontzaggelijk van omvang is niet af, waarom de Provinciale Wa terstaat spontaan hulp heeft aangeboden, alsook openbare werken van Delft, Rotterdamse technici en de Unie van Waterschapsbonden, waarvoor o.m. hier. is Ir H. van Rossum, vroeger wonende te Melissant, thans te Heemstede. De algemene leiding berust bij Hoofd-ir. A. G. Bruggeman te 's-Gravenhage, daarnaast Hoofd-ir. G. Terluin, die cie leiding heeft brj het herstel van de bui-'ï tendijken en Hoofd-ir. W. H. C. v. d. Meer, die met het herstel van de binnen dijken is belast. Er is een buitengewoon goede samenwerking tussen de ver schillende instanties, Toen men op 4 Februari jl. aan het werk toog, was de eerste taak om het eiland te verkennen, hoe het er nu eigenlijk bijstond. Het was nl. niet te overzien hoe groot de ramp wel was. Overal was water, maar waar het pre cies vandaan kwam en hoeveel gaten er in buiten^ en binnendijken waren wisten de heren van de Dijkring de eerste da gen ook niet precies te zeggen. Men ging op verkenning uit met ducks en hélicop- tères. Voor het herstel was in de eerste plaats nodig, dat de gaten zowel in bui ten- als binnendijken ip tekening wer den gebracht. De zetel voor deze wer kers werd gebouw „Odeon" te Dirks- land. We hebben daar ons licht eens opge stoken en stonden verbaasd over de ge weldige hoeveelheid werk "die er wordt verzet. Men weet daar van aanpakken! Tot in de kleinste details wordt daar het herstel van onze- zo zeer gehaven de dijken uitgewerkt en het is ongelofe lijk, wat men in de korte tijd van drie weken heeft tot stand gebracht. Van bijzonder groot nut zijn hierbij geweest de door de K.L.M. en de R.A.P. ver vaardigde luchtfoto's welke zeer snel ter beschikking stonden. De zaal Odeon is herschapen in een tekenkamer, eet- en vergaderzaal tegelijk. De ruimte is er veel te klein. De tweede taak, die men zich ten doel stelde, was het herstel van de verbin dingen tussen de geïsoleerde plaatsen b.v. zoals Den Bommel en Ooltgens- plaat en was in de eerste plaats nodig voor aanvoer van materiaal. Dit heeft men vrij vlug voor elkaar gekregen, zo als we in ons vorig nummer reeds heb ben gemeld. De derde taak was het herstel van de dijken, waaraan men nu volop bezig is en de vierde, het in orde maken van de watergemalen. Dit laatste geschiedt om. door Werkspoor, die noodgemalen heb ben geplaatst in de polder de Oude Plaat bij Dirksland aan de Strijpsedijk en aan de Diederik. De Kon. Machinefabr. Pannevis te Utrecht zal bij de Heeren polder en noodgemaal plaatsen. De R.T.M.I., een miUtaire instantie, hegft o.m. het gemaal bij Oude Tonge her steld. tHjken aan de Zuidzijde van het .eiland in flarden Bij de verkenning kwam men tot de conclusie, dat de Noordzijde van het eiland wel sterk was gehavend, maar aan de Zuidzijde was het veel en veel erger. De dijken zijn daar vrijwel geheel in flarden geslagen. Deze dijken welke grote mate van veiligheid boden bij stormvloeden met krachtige golfaanval bleken echter niet bestemd te zijn te gen de geweldige watersnood die de polder binnenstroomden. De binnenta- luds werden hierbij beschadigd met het gevolg dat de dijken bezweken. De voornaamste stroomgaten zijn het grote gat te Den Bommel, ongeveer 40 M breed, het stroomgat bij Herkingen, plm. 40 M breed en vrij diep; het stroomgat bij Stellendam in de Damdijk, waar men ook zal moeten zinken. Dan is er een groot gat in de Zuide lijke dijk in het Oudeland bij Ouddorp, waar men Dinsdag begonnen is om dit met zinkstukken te dichten. Opgemerkt zij, dat de voorziening van de dijken van het oude eiland van Goeree en Ouddorp wordt uitgevoerd door de Rijkswaterstaat. De Prov. Wa terstaat werkt tot even voorbij Stellen- dam (Generale Dijkage). Het gat bij Ouddorp hoopt men deze week of be gin volgende week dicht te hebben. Te Stellendam is men Maandag be gonnen met aanvoer van materiaal voor het dichten van-het grote gat in de Damdijk te bewerkstelligen. De Adri- anadijk is voor de toevoer van het ma teriaal verhard. Is dit gat dicht, dan zal men spoedig Stellendam droog kunnen krijgen. De dijken aan de Noordzijde van het eiland zullen gerepareerd worden op het oude profiel. Later pas zal men over verhoging van deze dijken beslissen. Aan de Zuidzijde van het eiland zijn de dijken zó doorzeefd met gaten, dat men er wel een geheel nieuwe dijk zal moe ten bouwen, vanaf Sluishavèn tot Oud dorp. Deze werken worden uitgevoerd door de fa. Hattum en Blankevoort te Beverwijk die met grote voortvarend heid aan de dichting van het gat te Herkingen aan het werk is. Een deel er van is reeds in- tekening gebracht. Dat hier dus een geweldig werk op sta pel staat, zal een leek kunnen begrijpen. Getijhaventjes een handicap! Enorme hoeveelheden materiaal zijn hiervoor nodig, waarbij de kleine gëtij- haventjes een grote handicap zijn. Men overweegt zelfs om bij Herkingen een diepere haven te maken, waardoor sche pen met grotere tonnage aan de wal zullen komen. Het aannemingsbedrijf N.V. Oisterwijk die vele binnendijken onder handen heeft, zal a.s. week met schepen zand van ca. 3000 ton in de haven te Middelharnis komen. Het gat te Den Bommel In het grote gat te Den Bommel kolkt het water nog steeds in en uit. Maar er komt zicht op af damming! Het modernste materiaal is aanwezig, om deze bruisende stroom te bed'wingen. De uitvoerder, de fa. Boltje, ligt hier met de grootste baggermolen van Euro pa „De Friesland" en met twee grote zandzuigers en veel ander materiaal. De dichting zal geschieden met stortsteen en met zand. Een groot deel van de steen is al gestort (ongeveer half in de haven) de persbuizen waardoor het zand zal worden gespoten liggen al op de Oude dijk. De overige stortsteen en een zand depot liggen gereed om, wanneer het juiste tijdstip er zal zijn, dit gat vol te storten van landzijde om tegelijk vanuit de rivier door de persbuizen een massale hoeveelheid zand te spuiten. Op deze wijze hoopt men een dam in dit gat te leggen. Waarschijnlijk zal dit a.s. week plaats vinden, waarvan we nader verslag ho pen te geven. Aan de Duivenwaardsedijk bij Nieuwe Tonge zijn over een lengte van 1000 m een groot aantal gaten geslagen op meerdere plaatsen 3 a 4 meter diep. Dit stroomgat heeft het water te ver werken uit het bekende grote gat te Herkingen, waardoor de polders Middel harnis en Sommelsdijk, lozende op de haven van Middelharnis steeds wa ter blijven houden. Krijgt men dit gat dicht wat deze week nog wel niet zal zijn zullen genoemde polders van wa ter kunnen worden vrijgemaakt. In het algemeen gezegd hoopt men, onvoorzie ne omstandigheden voorbehouden, vrij vlug de verschillende polders tot 2.50 m water vrij te maken. Heeft men het gat bij Sluishavèn (KI Adriana Theodora-polder) dicht, dan zullen ook spoedig de polders Galathee en Oudeland dicht zijn, daar de dijken er om heen een ring van weerstand vormen. Er zijn ook al enkele droog gevallen polders, vooral aan de noordzijde van het eiland, tussen Roxenisse en Den Bommel. O.M. ook de Scharrezee- en de Kroningspolder. iOverzicht in hectare's De oppervlakte hectare's'in polder- verband op ons eiland is groot 21000 ha. Hiervan is droog gebleven 3375 ha. Momenteel is de toestand zo, dat de oppervlakte in open verbinding (zgn. „rijdende polders", waar dus het water uit en in stroomt) 6700 ha tsdraagt. Gesloten polders, maar voorlopig nat 4600 ha. (Misschien over een maand droog 900 ha. Waarschijnlijk over 14 dagen droog 2100 ha. Droog gevallen, maar nog niet veilig 1930 ha,, Droog gevallen en betrekkelijk veilig 1450 ha. Uit dit korte overzicht moge blijken, dat het overgrote deel in het eiland nog water is en re-evacuatie van de bevol king van ons eiland nog wel enigen tijd zal moeten wachten. Al is er geen direct gevaar, bij een e.v. hoog tij, gepaard met storm, weet men niet, wat er nog zou kunnen gebeuren. Het is nu een maal onmogelijk om de waterkering van ons eiland, die zo ontzaggelijk is bescha digd, in enkele weken tijds volledig te herstellen. Het is nog altijd een open eiland. Er is in de korte tijd na de ramp echter al zoveel tot stand gekomen, dat we niet anders dan vol lof kunnen zijn over hetgeen door de mannen van de 'ïVat'iï'sitfiat en de andere instanties van hoog tot laag is tot stand gebracht en we hebben goede hoop dat zij, gesteund door de aannemingsbedrijven, die alle krachten inzetten, spoedig ons verdron ken land aan het water zullen ontruk ken. De directeur-hoofd-ir. van de Prov. Waterstaat Ir. J. L. Klein, die Dinsdag jl. ons eiland bezocht, was dan ook zeer tevreden over hetgeen tot heden tot stand was gebracht. Dank van de Prov. Waterstaat De Prov. Waterstaat zal zeer binnen kort zetel kiezen te Middelharnis. Daar voor worden barakken gebouwd op het terrein van de Bosse-school en op een stuk tuingrond bij het Emgo-gebouw. Ir. V. d. Meer zal dan zijn eigen domein te Sommelsdijk weer betrekken. De Prov. Waterstaat is zeer dankbaar voor de hulp die Dirksland heeft gebo den, o.m. ook aan de afd. van het Roo- de Kruis, die een groot deel van de mensen in de evacuatiepost Ziekenhuis (Herv. pastorie aan de Voorstraat) heeft ondergebracht. ONS KONINKLIJKE HIFIS EST DE RAMP, DIE ONS GETEKOFFEN HEEFT Groot is het medeleven met de ramp, waardoor onze streek getroffen is. Van hoog tot laag wordt met onze zo zwaar getroffenen meegeleefd. Een meeleven dat op elk gebied ge toond wordt. Neen we wagen ons er niet aan om er een opsomming van te geven. In geld reeds vele tientallen mil lioenen. In kledingstukken, dekens en beddegoed. Grote stapels. In runderen en pluimvee reeds grote aantallen. Ons volk toont zich hier waarlijk op zijn best. Het medeleven en medelijden doet de beurzen opengaan en verschoont lin nenkast en veestal niet. Dat is voor de zo zwaar beproefden een ware verkwik king. Maar niet alleeii in stoffelijk op zicht komt het medeleven tot uiting. Het medeleven in andere vorm, in hulp bij redding in ontvangst van evacué's, in zoveel andere opzichten. Het toesnel len om te helpen, om te redden. Met ge vaar en inzetten van eigen leven. Van militair en burger. Het kampen en strij den tegen het water. Bij het dichten van de dijken. Bij het zoeken en redden van de in doodsnood verkerenden. In regen, sneeuw en koude. Onvermoeibaar Tot ze er zelf bij neervielen. Blijken van heldenmoed en doodsverachting. Van burger en soldaat. Om te redden, te helpen de stakkers, die zo in gevaar en ellende verkeerden. Ook de buitenlandse soldaten. Hen niet te vergeten. Zie dat is verkwikkend in deze dagen van rampspoed. Voorgegaan door ons Koninklijk Huis. Dat de traditie van betoning van me deleven in zo ruime-mate heeft voort gezet. Van onze Oranjevorsten in het verleden. De traditie is voortgezet. Neen, dat is te zwak gezegd, 't Is meer dan traditie! 't Is een uiting van mee leven, van meevoelen, van mee-lijden met de nood, met de ellende. Verkwik kend in deze dagen van ramp en ellende, de zo sterke banden tussen Oranje en ons volk nog versterkend. Onze oude prinses WiUielmina. Onze Koningin Ju liana. En niet te vergeten Prins Bern- Vrouw zie Uw Zoon,. Zie Uw moeder". (Joh. 19 26—27.) Telkens weer, richt zich in deze we ken de blikken naar Golgotha's kruis- heuvel, waar de man van smarten bit ter lijdt en strijdt, zijn kerk ten goede. Ja, voor Gods Kind is dat de Arrarat, waar zij landen met hun ark der hope, te midden van de barre wateren der toorn Gods, die zijn uitgevloeid, ook over onze streken. In de schaduw van dat lijden, wordt ons lijden nietig en gering. Daarom ge- slagenen en bedroefden, richt de blik omhoog naar de bron van troost en licht. Rondom dat kruis staan mensen. Al lerlei soort van mensen. Daar klinkt spot en smaad, maar ook de stem der bittere smart. Daar staat Maria bij 't Kind, daï ze onder haar hart heeft gedragen en dat nu bloedenden, uitgerekt, gehoond en gelasterd, daar stervend hangt aan 't kruis. Daar wordt de profetie van Simeon vervuld: „Een zwaard zal door uw ziel gaan." Wie zal hier peilen haar smart? Daar staat Johannes, de geliefde disci pel. Deze adelaar onder de apostelen is de enige, die gebleven is van de dis cipel schaar. Maar, tevergeefs probeert hij om met de vleugelen van zijn door dringende, scherpzinnige geest, zich te verheffen boven de storm en vloed van Golgotha. Wellicht gekomen, om indien 't mogelijk ware, de laatste uren van dit bitter kruislijden voor de Heere Je zus te verzachten, staan ze daar met een door tranen verdonkerd oog, doch machteloos om geestelijk of lichamelijk enige verlichting in dit onnoembare leed te brengen. Dat kan trouwens niet en dat mag niet. Christus moet de volle last van de toorn Gods tegen de zonde alleen dra gen. Anders zou Hij niet de volkomen Zaligmaker zijn. Neen integendeel, in- plaats van dat deze geliefden Hem hel pen, troost en bemoedigt Hij hen in loutere zelfopofferende liefde. „Vrouw zie Uw zoon". Zo draagt Hij zijn teer beminde discipeL GD aan zijn moeder. Neen, niet moeder" zegt Hij hier. Hij snijdt de band door nu 't er op aan komt niet bewust te zijn van zijn Godheid, die de stormvloed der toorn Gods tegen de zonde doorstaan moet. In die betrek king is Hij niet de Zoon maar de Za ligmaker van Maria. In veel meerdere mate nog, dan bij de bruiloft van Ka- na, is niet Maria, maar Jezus degene, die bovenaan staat. In de Hebreeuwse naam voor moeder, zit een gedaante, die a.h.w. 't begrip ,,nieeëteresse" in zich houdt. En dat mag geenszins. Christus is de meester. Maria slechts zijn nederige dis cipelen. Toch wil Hij anderzijds in kinderlijke voorzorg, de ledige plaats, die er straks is, weer aanvullen en aan Maria een te huis schenken bij hem, die ook Chris tus zo na aan 't hart lag, bij Johannes. „Zie Uw moeder." Hij legt zijn disci pel een last op, doch weet, dat Johan nes daarin de hoogste eer en zaligheid welke hem op aarde deelachtig worden kan, zien zal. Van die ure af neemt Johannes, Ma ria in zijn huis, zo lezen we. In de grond tekst zit in 't woord „huis" een gedach te, die zeggen wil in zijn hart, in zijn volle liefde. Hier hebt ge nu de ware Maria ver ering, die zich niet beperkt tot de per soon van de moeder des Heeren, maar geldt voor de ganse familie, gemeen schap, waarvan Christus het hoofd is en de gelovigen het huisgezin vormen. Immers zegt de Mond der waarheid: Wie is m'n moeder en wie zijn Mijn broeders? Zo wie de wil van God doet, die is mijn broeder en zuster en moe der. Ze zijn uit één zaad geboren, door één Geest bedauwd; tot één erfenis ge roepen. Ze herkennen elkander aan hun gezindheid, hun spraak en de blijdschap hunner hope. Hun woningen staan onder 't kruis. Hun dagelijks brood is 't Woord des Heeren. Hun ademtocht in 't gebed, en de vrede Gods in de lucht, waarin ze zich bewegen kunnen. M. L. Juist in een tijd, als degene die we nu beleven, gaat er van dit woord zo'n machtige, troostvolle spi'ake uit. Hij trekt zich terug in de eenzaam- hard. Waar nood en ellende was daar waren ze. Door hun komst de helpers bemoedigend, de getroffenen troostend. Niet dankbaar genoeg kunnen we ons Vorstenhuis zijn voor de blijken van hun medeleven bij deze zware ramp die over ons volk is gekomen. Oranje en Neder land ze horen bij elkaar. Dat is ook weer in deze dagen van beproeving en bezoeking gebleken. De Heere moge ons volk en Vorstenhuis deze roepstem doen verstaan opdat er bij volk en Vorsten huis een terugkeer gevonden mocht worden tot de ordinatiën des Heeren. held. De dodelijke verlatenheid. Zelfs de twee, die Hem het liefste hier op aarde zijn, moet Hij loslaten en wil Hij los laten. Totaal verlaten van de mensen en straks zelfs van Zijn hemelse Vader, sterft Hij. Weet U waarom? Opdat Hij door die afgrond van eenzaamheid, de gemeen schap zou verdienen voor hen, die daar niet buiten kunnen. Hebt U 't opgemerkt? In deze weken van rampspoed voor zo menigeen onzer, is daar een stroom van liefde, gemeen schap, hulp en gastvrijheid uitgegaan tot de getroffenen. De mens, van nature God en ztjn naaste hatende, heeft thans zijn huis en hart, zijn hand en beurs wijd open ge daan en de eenzamen zijn omringd ge worden door een muur van gemeen schap. Dat is de vrucht van dit kruislijden der eenzaamheid. En in diepen zin is daar door de kerk Gods samengewor- steld, gebeden, geleden, gemeenschap geoefend aan de troon der genade, ver bonden aan de Koning der Kerk. De gemeenschap der heiligen, ver worven door de eenzaamheid van De Heilige. En 't allerdiepste lijden, de verlaten heid van God, die Hem de kreet ont- perst: „Mijn God, mijn God waarom hebt Gij mij verlaten, is de oorzaak, dat Zijn kind in de hoogste nood des levens en in 't bange uur van 't sterven verzekerd m&g zijn, nimmermeer door Hem verla ten te worden. Daardoor, konden stervende lippen, in de barre watervloed ondergaande, gewagen van de grote blijdschap: Het is mij goed, mijn zaligst lot, Nabij te wezen bij mijn God, omdat ze het er varen mochten, dat God nabij hen was. Nabij hen, die in 't midden der ellenden met hun gebeen zich tot Zijn troon ble ven wenden. O, volk des Heeren, zie dan steeds op Hem en beoefen, gehoorzaam. Zijn God delijke opdracht U door Hem, vanaf Zijn stervenssponde gegeven: Vrouw zie Uw Zoon, zoon zie Uw moeder, want Waar liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil verkregen. En 't leven, tot in eeuwigheid. Middelharnis. C. J. KESTING. De 92-jarige Stellendammer J. Coen- raads (Zondag j.l. werd hij 93 jaar) die geëvacueerd is naar het nood- ziekenhuis te Rijswijk, heeft al die tijd getreurd om zijn hond Pluto, die tijdens de storm verdronken is. Hij heeft nu een andere hond ge kregen. De oude baas maakt hier kennis met zijn nieuwe Pluto. Het Rampschadebureau Middelharnis van de Schade-Enquête-Commissie is verplaatst van Voorstraat 33. naar Ring 13. Plaatselijk Bureauhouder. Het kan toor van de PI. Bureauhouder de heer Buth is weer gevestigd op het oude adres. Ring 92, Telef. 2132. Ondergetekenden vestigen er nog eens nadrukkelijk de aandacht op, dat het, met het oog op besmettingsgevaar, noodzakelijk is alle drinkwater, zowel dat uit de drinkwaterleiding als het water, aangevoerd per boot, tank of drinkwaterwagens, tot nader order vóór het gebruik te koken. Dr D. L. KEDDE, Pharmaceutisch Inspecteur van de Volksgezondheid. A. IN 'T VELD Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid voor Zuid-Hol land.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1953 | | pagina 1