K
K
■Een aanrijding mei bijna
f 100.000.— schade
UM
^^©i
jjGebroken trots
kinöeRhoekje
IJS
,Blad
Woensdag 24 December 1952
No. 2176
I Lntongerecht Sommelsdijk
Het woord„rijdende doodkist" teruggenomen.
Onbeperkte garantie
Warm oplevering
Qeruisloos
VERVOLGVERHAAL
fGB
Lu.b.
niet vrij en reed daardoor een motor-
I Zitting van 16 December 1952.
lantonrechter: Mr. Muller.
I'iHibtenaar O.M.: Mr. v. Buuren.
IGriffiei': De heer Smit.
Hfl was niet van hem.
C. Lokers te Ooltgensplaat werd
Lgezeld door een hond, die op verbo-
I terrein liep. Die hond is niet van
verklaarde verd.
'liij hoorde toch- bij U
•fee, hij was met een ander meege-
'jlaar U verklaarde toch tegen de
jlitie, dat die hond van U was?
iian heb ik tegen haar niet de waar-
eld gesproken.
Erkent U, dat die zwarte bouvier van
l' is?
Xee, dat ontken ik en dat kan ik ook
«wijzen.
Gaat U geregeld met die hond op
2P-
Nee, edelachtbare, want zrj is van
jijn vader.
laar U woont toch bij uw vader in?
Jawel edelachtbare.
De ambtenaar wilde eerst nog eens
ie verbalisant horen, alvorens te requi-
réreti en daarom werd de zaak tot vol
gende zitting aangehouden.
H, Vermaas te Middelharnis bouwde
ander vergunning van B. en W. een
schuurtje in zijn tuin.
Verd. beweerde per brief, dat het een
bestaand gebouw was en dus geen
nieuw.
Get. wachtm. J. W. v. d. Werf, de
verbalisant, beweerde dat alles nieuw
Krijgt verd. volgens uw inzicht een
vergunning, vroeg de rechter?
Dit was getuige onbekend.
Omdat verd. niet aanwezig was, werd
de zaak aangehouden teneinde overleg
met B. en W. te plegen.
Te snel gereageerd.
B. Keijzer te iMelissant reed met z'n
bromfiets tegen een auto op.
Hoe kwam dat, vroeg de rechter
In de bocht bij de rijwielhersteller B.
van Eek stopte plotseling een auto
voor me.
Reed hij hard?
Ongeveer 50 km.
Brandde zijn achterlicht?
Dat heb ik niet gezien.
Hoe ver zat je achter de auto?
Ongeveer 15 meter.
Get, Jao. Breemes te Middelharnis had
de aanrijding niet gezien, maar zag wel,
dat de auto plotseling stopte.
Reed die auto hard?
Volgens mij veel te hard voor in een
bebouwde kom.
De ambtenaar O.M. achtte het wettig
en overtuigend bewijs niet geleverd om
dat de voor hem rijdende auto zonder
noodzaak plotseling had gestopt.
De rechter sprak verd. vrij.
P, Hiiizer te Nieuwe Tonge stopte
plotseling zonder noodzaak met zijn au
to, waardoor B. Keijzer te Melissant met
zgn bromfiets er onder kwam.
Verd. ontkende alle schuld. Hij hoo¥^-
de glas rinkelen en daarom meende hij
zo snel mogelijk te moeten stoppen. Zo
wel B. Keijzer als J. Breemes, beide ge-
lioord in de vorige zaak, gaven nu ook
weer dezelfde verklaring.
Het O.M. begreep niet, waarom verd.
moest stoppen. Voor hem was de weg
volkomen vrij en het was dus niet no
dig om te stoppen, 15 of 6 d.h.
Verd. wenste deze eis niet te aan
vaarden, omdat hij z.i. geheel onschul
dig was.
Het speet de rechter zeer, dat verd.
zijn schuld niet inzag en daarom kreeg
Huizer 10 of 4 d.h.
J. Luijendijk te Sommelsdijk, betrok
zonder vergunning een woonwagen. In
middels was er hem één verstrekt en
daar hield de rechter rekening mede.
5 of 2 d.h.
Hij hing zichzelf op.
J. v. Tiggelen te Ouddorp het, geze
ten op een tractor en gevolgd door twee
aanhangwagens, de doorgang van rechts
rijder aan,
Verdachte gaf alles toe.
Get. A. Hoek te Ouddorp was de aan
gereden motorrijder.
Hoe hard reed U, vroeg de rechter?
Ongeveer 22 km.
Reed V. Tiggelen hard?
In 't geheel niet. Getuige schrok ver
schrikkelijk, want op het kruispunt
zag hij plotseling de wielen van de
tractor. Volgens verd. had Hoek nog
tijd voldoende om te remmen. Het O.M.
was het niet met v. Tiggelen eens.
Tractors rijden over het algemeen niet
hard, maar desondanks hangt hij zich
zelf aan zijn eigen verklaring op, want
hij zegt. Hoek had moeten remmen en
dat moet U zien als een stille getuige.
18 of 6 d.h.
Op de zitting bleek, dat alle schade
reeds vergoed was en daar hield de
rechter rekening mee. 15 of 6 d.h.
Te zachte berm.
W. HoUeman te Breda bestuurde de
Centra bestelauto met aanhangwagen
en week op de Galathese dijk te ver
naar rechts uit.
Is dat juist?
Nee, edelachtbare, want wanneer ik
niet zover naar rechts was uitgeweken,
had ik een aanrijding veroorzaakt.
Get. W. P. V. Gorkum te Breda zat
naast verdachte.
Toen IT de tegenUgger wilde passeren,
week uw maat tever naar rechts uit
met het gevolg, dat de auto kantelde.
Is hij teveel naar rechts uitgeweken?
Nee, absoluut niet, want dan waren
wij absoluut geramd.
Was het een brede wagen die U te
gemoet kwam?
Ongeveer 2.60 meter.
En die van U?
Ongeveer 2.40 meter.
Hoe breed was de weg?
Ongeveer 4.80 meter.
Dus tr had nog ruimte te over.
Ja, maar de tegenligger reed teveel
links.
Is die wagen ineens of geleidelijlc ge
zakt?
Onze auto reed niet in de berm, maar
nog op het teer en kwam toen in een
spoor terecht en daar konden we niet
meer uitkomen.
Was U geladen?
Ja, met tien ton.
Het O.M. zag geen kans om het be
wijs van schuld te leveren en vroeg
daarom vrijspraak, waaraan de rechter
conformeerde.
J. Knape te Sommelsdijk overtrad de
wet op de aardappelmoeheid.
Verd. beweerde dat hij drie jaar ach
teren eenderde gedeelte van zijn land
met aardappelen beteelde. Dus het was
niet mogelijk dat hij in 1952 ook aard
appelen op hetzelfde stuk land had ge
teeld.
Get. wachtm. L. van Wijnen bleef
echter bij zijn tekening van 1951 en be
weerde dat toen ook aardappels daar
op gestaan hadden.
Verd. ontkende dit ten stelligste. Op
het voorhoofd, waar het nu over gaat,
had ik in 1951 groenten.
Het O.M. achtte het wettig en over
tuigend bewijs geleverd.
Knape heeft getoond een goede land
bouwer te zijn, maar toch meen ik, dat
hij mis is geweest, 2.of 1 d.h.
Ik sta in mijn recht, merkte verd. op.
De rechter meende dat Knape ter
goeder trouw is geweest en daarom
werd hij schuldig verklaard zonder op
legging van straf.
Na 9 maanden algehele vrijspraak
De zaak contra A. v. d. Spaan te Me
lissant kwam dus voor de 9e maal voor.
Thans werd als getuige gehoord get.
W. Heerschap te Melissant. Deze reed
destijds met de auto toen het ongeval
plaats vond.
Hebt U niets gemerkt, aan de auto,
vroeg de rechter? Had U reeds eerder
geremd
Nee, Edelachtbare, doch toen het on
geluk gebeurde, weigerden alle rem
men.
Zat er ook speling in het stuur?
Ik dacht niet, aldus get. dat het zo
erg was als de politie heeft vastgesteld.
Dus U vond de auto behoorlijk be
stuurbaar
Ik had er geen last van. De speling
was niet opvallend.
Voorts bracht de raadsman. Mr den
Hollander, als getuige a décharge voor
get. J. Wiegel te Melissant. Deze had
des morgens voor het ongeval nog met
de auto gereden. De remmen bleken pri
ma te zijn en Wiegel had niets aan het
stuur bemerkt.
De ambtenaar O.M. hoopte, dat thans
een voldragen zaak aan de rechter kon
worden voorgelegd.
In deze zaak ging het over:
1. Een stuurspeling van 130°.
2. De remmen waren onvoldoende.
3. De wagen was niet voorzien van
een stoplicht.
Dit laatste achtte Mr. van Buuren
niet bewezen. En in de rest meende hij
niet te zullen slagen. Het O.M. vond
het vreemd, dat Heerschap van MeUs-
sant tot Oude Tonge geheel niet ge
remd had. Daarentegen verklaarde get.
Nljsse dat de remmen maar voor 40
50% voldeden, doch niet kon bewezen
worden, dat ze in het geheel niet rem
den.
Wat betreft de stuurinrichting, dit
ligt iets anders.
De wachtmeester had met een par
ticuliere gradenboog de speling opge
meten en deze bleek 130° te zijn en dit
meende de ambtenaar als bewezen te
kunnen beschouwen.
Op de eerste zitting in Maart, aldus
Mr van Buuren, heb ik de uitdrukking
van een rijdende doodkist" gebezigd,
doch deze term meen ik te moeten los
laten en daarom nam hij deze woorden
ook terug.
De ambtenaar wilde er rekening me
de houden dat v. d. Spaan toch al fi-
nantieel benadeeld is en eiste daarom
voor de stuurinrichting 25.of 10
dagen, voor de slechte remmen 20.
of 8 d.h.
Mr den Hollander was blij dat de be
wuste auto in ere werd hersteld en dat
V. d. Spaan dus geen onge'schikte auto's
verhuurde. Voorts, aldus de raadsman,
maakt het O.M. een denkfout, want het
is de mening toegedaan, dat dezelfde
fouten voor en na de aanrijding aan
wezig waren. Dit klopt niet, want een
ei is hard en wit en na de val is het
zacht en geel en daarom slaagde het
O.M. er niet in om het ten laste ge
legde te bewijzen.
Met een stuurspeling van 130° kan
men niet rijden en daarom staat het
vast, dat dit na het ongeval moet ge
beurd zijil.
Get. v. d. Werf, den Adel en Wiegel
verklaren alle, dat alles in orde was,
V. d. Spaan kan er niets aan doen, dat
die jongens de auto in de prak heeft
gereden.
De rechter achtte in geen der drie
gevallen het bewijs voldoende geleverd
en vroeg dan ook algehele vrijspraak.
A. Melissant te Herkingen overtrad
de wet op de aardappelmoeheid.
Ik heb in 1951 niet op hetzelfde stuk
land aardappelen geteeld als nu.
Get. wachtm. G. E. Hoek bleef bij
zijn reeds eerder gedane verklaring en
daarom luidde de uitspraak schuldig
verklaring zonder toepassing van straf.
Voor bijna 100.000 materiele
schade
Blompap Blompap
G. A. Veger te Middelharnis bestuur
de de melkauto, die op 17 October jl.
op de Stenenweg tegen de tram reed.
Hoe hard reed U?
Dat is moeilijk te zeggen.
Vindt U dat U schuldig bent?
Nee, eigenlijk niet.
Get. D. Verbrugge te Middelharnis
hoorde de tram naderen. Deze was nog
ongeveer 50 meter van het kruispunt
verwijderd, toen hij het eerste signaal
gaf.
Hoe hard reed Veger?
10 a 15 km.
En de tram
Niet harder.
Get. Mej. C. Huizer te Middelharnis
had de tram ook horen aankomen.
Gaf deze signaal?
Ja zeker.
Duurde dit lang?
Nee normaal.
Get. Mej. K. Palingdood te Middel
harnis verklaarde dat zij enige tijd ach
tereen het geluid: Blompap, blornpap,
blompap gehoord had.
Is dat het signaal van de tram?
Jawel.
Hebt U een klap gehoord.
Ja, een zeer grote.
Duurde die tussenpozen lang?
Nee, want de tram gaf regelmatig
signaal.
Op 17 October j.l. aldus mr van Buu
ren werd men wederom opgeschrikt.
want de tram had een aanrijding ge
had.
Men zei hier, dat de tram op een au
to was gereden. Het is echter wel diens
tig te verklaren, dat in dit geval de
tram volledig aan de eisen heeft vol
daan. Voorts beweerde men, dat de rem
men van de tram niet in orde waren.
Dit is echter in tegenstelling met de
verklaring van de inspecteur van de
Verkeersinspectie, want volgens hem
waren ze wel in orde - bevonden. De
schuld van deze verdachte acht ik wel
bijzonder zwaar en daarom heb ik over
leg gepleegd rhet de officier van Justi
tie terzake een misdrijf. De officier
van Justitie gaf deze zaak terug, dus
u moogt wel van geluk spreken.
Veger komt niet uit Leeuwarden of
Enschede, maar deze man woont in
Middelharnis en nog wel aan de Stene
weg. Dagelijks passeert hij enkele ma
len deze overweg. Hij heeft niet op het
signaal gereageerd en voorts is het rij
den in de derde versnelling op dat punt
hoogst onverantwoordelijk.
De eis luidde 100.— of 1 maand
hechtenis en u moogt blij zijn, aldus mr
van Buuren, dat het tramwegreglement
voorgaat bij de wegverkeerswet, anders
was u voor twee maanden de rijbe
voegdheid ontzegd.
Verdachte was zich nog steeds geen
schuld bewust en dat bevreurde de rech
ter ten zeerste, 75.of 3 weken hech
tenis.
Een prii:!Oipiële kwestie
Mevr. T. W. Blok te Dirksland par
keerde haar auto op verboden terrein.
Volgens verd. mocht zij daar wel
staan, want daar stond geen bord. Bij
nader onderzoek bleek mevr. Blok ech
ter, dat er thans wel een staat, maar
dat was er later pas gezet.
1.of 1 dag hechtenis.
Verd. verklaarde in hoger beroep te
gaan bij de Hoge Raad, omdat het bord
aanvankelijk aan de verkeerde kant van
de weg stond. Het was voor haar uit
eindelijk een principiële kwestie.
Men moet tijdig maatregelen nemen,
L. Vroegindeweij te Middelharnis had
er niet voor gezorgd, dat de mestvaalt
die in de bebouwde kom lag, voor 1
Juni was verwijderd.
Is dat zo, vroeg de rechter.
Dat geloof ik niet, want zij is op 28
Mei reeds leeggereden, maar nu wilde
het toeval, dat de ontvanger alleen maar
de natte mest wilde hebben en de dro
ge niet.
U geeft het feit dus in principe toe,
maar u wilde zeggen, ik kan er niets
aan doen. Het O.M. wees er op, dat de
ze klacht door meerdere personen was
aangevoerd en dat men aanvankelijk
daar wel oren naar had. Maar thans
moet u zorgen, dat de mest weg is. XJ
bent de verantwoordelijke persoon op
uw bedrijf. Zowel de rechter als de amb
tenaar v/ilde er rekening mee houden,
dat het buiten verdachte's schuld was
en daarom werd hij veroordeeld tot
5.— of 2 d. h.
J. Vroegindeweij en T. Vroegindeweij
beide wonende te Middelharnis hadden
zich ook aan dat euvel schiildig ge
maakt. Ook in dit geval lag het buiten
hun schuld, 5.— of 2 d, h.
Onwetendheid
J. Habing te Dirksland had twee on
geijkte gewichten in voorraad.
Is dat zo?
Jawel, edelachtbare. Ik vermoed, dat
ze nog afkomstig zijn van mijn voor
ganger.
En deze gewichten werden nog wel
aangetroffen in de bakkerij?
Ja, maar die ligt een eind bij de win
kel vandaan. Het was dus uitsluitend
voor eigen gebruik.
1
n
2
n
3
n
4
n
5
n
6
n
7
n
8
n
9
10
n
n
Beste jongens en meisjes!
Deze week heb ik een mooi raadsel
voor jullie. Het is in de vorm van een
cirkel, maardat is jammer voor de
inzendster: het kan niet geplaatst wor
den in de krant; dat zou veel te duur
uitkomen. Ik neem het raadsel dan nu
maar in een andere vorm. Hier komt
dan het
3e DECEMBERBAADSEL:
1. De Heere zal de
over u ver
meerderen (Ps.
115.) 2. Eerste ho
gepriester. 3. Ik
ben de weg, de
waarheid en het...
4de goede
Herder (twee klei
ne woordjes wor
den hier bedoeld.
5. Landstreek in
Egypte, waar Ja
cobs nakomelingen
mochten wonen. 6
Wentel uw weg op
de Heere, Hij zal
hetPs. 37.) 7.
Komt tot Mij. 8. De grijsheid is
een sierlijke(Spr. 16.) 9. En gij
zult het hun doen(Deut. 31.) 10.
Zoon van Jacob.
De beginletters vormen de betekenis
van de Naam Jezus. Zoals jullie zien,
eindigt elk woord op een n.
Dit raadsel werd me toegezonden door
Lenie van Dijke, Zoetermeer; het werd
gemaakt door Lenie's moeder.
CORRESPONDENTIE
Stina G., Ouddorp. Jij houdt beslist
veel van poes: zomaar in je poppen-
wieg! Maar dan moet de pop er toch
uit zijn, denk ik. Je was deze keer niet
vroeg, maar het was toch nog niet te
laat. Gaat het raadselen naar je zin,
Stma?
Jaop V., Middelharnis. Neen, nu was
er zeker geen tijd voor een lange brief.
Is het nogal meegevallen op school die
dag? Heb je van dat gedichtje nog iets
terecht gebracht? De meesten zien daar
heel erg tegenop, en geen wonder.
Adri K., St. Philipsland. Ja, Adri,
waar veel varkens zijn wordt de spoe
ling dun. Begrijp je dat spreekwoord?
Moet je er elke morgen om half zeven
uit? Nou, dan ga ik ook zachtjesaan
aanstalten maken. Zeg Adri, weet je
wel dat jouw brief helemaal in Brielle
heeft gezeten? Er stond een duidelijk
stempel van die plaats op de enveloppe.
Zeker in een verkeerde postzak gestopt
"Winus O., Zuilen. Dat zal je niet vaak
gebeuren, dat die twee bekende mannen
van 5 Dec. drenkelingen moeten redden,
verongelukte schaatsenrijdersJa, Beet
hoven had zeer grote gaven. Zijn acht
ste symphonie is erg bekend. Hoe was
een mens in staat om dat alles in noten
schrift op papier te zetten!
Maar de bakkers kunnen ook veel, al
is het dan op heel ander terrein. Wat je
daar opnoemde is heus de moeite waard
Dan zeg je: hoe kunnen ze dat zo echt
namaken. Jij weet al een beetje de
kneepjes van 't vak, jij kgkt weleens
achter de schermen.
Kees A., Maassluis. Gaan jullie dan
zingen in die mooie kerk, met dat
prachtige orgel, waarvan je me eens een
afbeelding hebt gestuurd? Dat zal mooi
zijn! De Decembermaand is voor vele
dingen een drukke maand. Zal je je best
goed doen?
Pietei'tje R., Ouddorp. Bij jou gaat
het oude spreekwoord nog op: ,,Een
paard zijn tanden en een vrouw d'r
handen mogen niet stil staan." Ik denk,
dat de borstrok ook weer al een heel
eindje gevorderd is. Bedankt voor je
raadsel. Het zal nog wel even moeten
wachten op plaatsing.
Hesje W., Ouddorp. Was er niet veel
nieuws te vermelden, Hesje? Heb je
ook meegewerkt aan het nieuwe raad
sel? Er was heel wat werk aan: twee
kanten vol!
Rietje O., Zuilen, 't Is in orde, hoor
Rietje! Zo'n enkel keertje, dat ik een
briefje van je mis, is niet zo erg. Een
andere keer haal je dat wel dubbel en
dwars in. Dat heb je al verscheidene ke
ren getoond. Tot schrijvens!
Jan T., Ouddorp. Ja, 't was een poos
je echt aan het winteren. We zitten nu
midden in de periode van sneeuw, ha
gel, ijs, ijzel, en noem verder maar op.
Nu kunnen we al die dingen verwach
ten. Is de bof bij Jaapje nu ook beter?
Pijnlijk, hè?
Pieter P. W., Ouddorp. Die dieren
boeken van sluwardi en corax zijn zeer
mooi. Voor dierenvrienden om van te
smullen, en voor lezers, die geen be
paalde dierenvrienden zijn, om het te
worden.
Je raadsel is welkom, maar het moet
nog even wachten eer het wordt ge
plaatst.
Mientje de M., Ouddorp. Hier sta je
als nieuweling goed op zicht. Wellicht
heb je vorige week al uitgezien naar
je naam in de krant. Nu sta je een
beetje feestelijk tussen de anderen in. Ik
hoop, dat het naar je zin zal gaan bij
ons. Ze mogen je best een handje hel
pen hoor!
Teuni M., Geldermalsen. Jij krijgt na
tuurlijk ook een lijntje onder je naam,
net als Mientje. Jij bent ook hartelijk
welkom in ons midden. Zit je al lang
in de Betuwe? Is er al een beetje zicht
op, dat je weer naar je vorige woon
plaats zal mogen? Daar hoor ik dan
nog wel van. Is de vader van jouw
meester soms dominee?
Leny v. d. D., Nieuwe Tonge. Het is
nog net gelukt om Tony als postbode
te gebruiken. Er was tenminste geen
postzegel gebruikt. Zodoende was het
nog goedkoop ook. Je gaat al aardig
vooruit met schrijven, Leny.
NeUie Ie C, Sommelsdijk. 't Is een
hele brief geworden, Nellie! Enheb
je veel gekregen? Er is overal een grens
aan. Zoiets kan erg overdreven worden.
En waren het nu altijd nog maar nut
tige dingen, maar er is zoveel dat al
leen maar door het keelgat gaat.
AUemaal de hartelijke groeten van
Oom Ko
PEIffSWÏNNAARS
Teunie Meijer, Nieuwe Tonge
Adri Kot, St. Philipsland.
Neeltje Grinvvis, Ouddorp.
&.G^
U gebruikte ze toch om brood af te
wegen
Inderdaad, maar brood moet voldoen
aan het droogstofgehalte.
(Wanneer ik het geweten had, dat ze
er waren, waren ze allang weg geweest
Verd. kreeg 2x 2.of 2x 1 d. h.
met verbeurdverklaring van de onge
ijkte gev/ichten. Dit laatste gebeurde,
omdat ze bij bekeurhig waren a,fgekeurd
J. C. V. d._ Werf reed achteruit een
oprit van de Bouwdijk op en veroor
zaakte daai'bij een botsing.
Klopt dat?
Jawel edelachtbare, maar ik had me
voordien goed verzekerd of er niemand
aankwam. Ik was bijna op de weg, toen
er plotseling een auto kwam opdagen.
Het O.M. wilde aannemen, dat er vele
moeilijkheden waren te overwinnen ge
weest. 12.of 6 d. h.
Verd. vond het nogal veel en daarom
kreeg hij bij uitzondering 7.50 of 3
dagen hechtenis.
Hij gaf geen opdracht
M. J. Koert te Middelharnis legde
zonder vergunning van B. en W. zakken
neer op het Vingerling.
Dat heb ik niet gedaan, merkte verd.
op. Dat deden mijn knechts.
Was u er bij.
Zeer zeker, maar ik gaf er geen op
dracht voor.
Maar u hebt het ook niet verhinderd?
Nee, want ik zie er geen bezwaar in
en bovendien wist ik het niet.
Het O.M. eiste vrijspraak tegen Koert
omdat hij geen opdrachtgever was. De
rechter sprak conform de eis Koert e-
veneens vrij.
Deze laatste waarschuwde verd. ech
ter, dat het niet meer moest gebeuren,
want bij een volgende maal zou hij wel
beboet worden.
J. L. Gebraad te Nieuwe Tonge ver
voerde goederen zonder vergunning.
iDeze behoef ik toch niet te hebben,
merkte verd. op
Deed u dat in -eigen vervoer?
Jawel.
Dan hebt u een vergunning van de
Rijksverkeersinspectie nodig.
Verd. beriep zich er daarna ong op,
dat in de dagvaarding een foutieve
geboortedatum stond aangegeven, maar
dit bleek een kennelijke schrijffout.
2.50 of 1 dag hechtenis.
S. V. d. Nieuwendijk te Stellendam
verleende, in een auto gezeten, geen
voorrang aan het verkeer van rechts.
Klopt dat?
Ja, maar mijn auto slipte, doordat er
wat pulp op de weg lag.
Dus uwist, dat er pulp gereden werd
en dat daardoor de weg glad kon zijn.
Inderdaad.
Volgens het O.M. had verd. kunnen
weten, dat er pulp lag, maar omdat hij
zo langzaam had gereden, kreeg hij
maar 15.of 5 d. h.
Verd. vond dat niet weinig en daarom
deed de rechter er nog iets af. Het
werd toen 12.50 of 5 d. h.
Juist gezien
H. M. de Boer te Herkingen parkeer
de zijn auto in de „Krak" bij Studio
Rita, maar voor hem op het linker weg
gedeelte.
Waarom deed u dat?
Ik meende dat het in deze inham het
minst gevaarlijk was en deze zienswij
ze, aldus verd. bleek later wel goed te
zijn geweest, want enkele dagen nadien
was het bord Verboden parkeren" ver
plaatst.
De ambtenaar O. M. eiste 2.50 of 1
(Vervolg z.oz. Ie kolom)
99
DOOR
HKBItlAN NOORMAN
24)
„Hij zit in een moeilijk parket", meent
Marie. %Dit had ik niet gedacht. Wat
ter wereld kan iemand nu tegen Abel
nebben?"
„Niets. Daar gaat het niet om. Hij
'S geen boer, het is duidelijk genoeg",
2egt Lasterie.
„En als zo'n man. zich dat eenmaal
in het hoofd gezet heeft, je krijgt het
er niet uit, geloof er niets van".
„Maar dat is tirannie!" barst Lena
los.
..Dan zou Kea moeten trouwen met
iemand, van wie ze niet houdt".
.,Dat komt in het leven méér voor
"an je denkt", merkt haar vader op.
..Dan zou ik nooit trouwen, vader.
Want dat is iets verschrikkelijks".
.,Ik ben het volmaakt met je eens,
tand. Je kunt dan ook beter niet ge
trouwd zijn. Hier zit juist de tragiek
van dat meisje en Abel. Hoe moet het
Wiet die twee, als die boer bij zijn wei
gering blijft?"
,.'t Is vreemd, dat Abel er nog niet
over geschreven heeft", merkt Marie
op.
„'t Zou me niets verbazen, of hij
komt Zaterdag naar huis. In de eerste
tijd zullen de Zondagen hem lang niet
meevallen".
Moeder Lasterie heeft een goed voor
gevoel gehad: inderdaad komt er de
volgende dag een briefkaartje van Abel
meldend, dat hij het weekend overkomt.
En dan heeft hij alle gelegenheid, met
zijn vader en moeder te praten. Die
kunnen niet anders doen dan zijn gedrag
en handelwijze goe(*keuren. En de toe
komst? Als Kea en zij twijfelen er
niet aan werkelijk van hem houdt,
hem liefheeft, zoals een vrouw haar
aanstaande man dient lief te hebben,
dan dienen zij te wachten.
Misschien geeft de Heere uitkomst en
zet Hij het stugge karakter van de boer
omi. Zeker, zeker in deze geest, de do
minee heeft volkomen gelijk, moeten
zij nog eens met elkajider spreken. Er
zal toch binnenkort wel een kans ko
men, dat Kea hem ontmoeten kan. Maar
laat dat voorlopig de laatste maal zijn.
Zij weten toch, dat zij elkaar hebben?
Het is niet prettig, je zou het zo graag
anders zien, maar je kunt geen ijzer
met handen breken. En het zou Steen
dam tarten zijn, als zij'^lle mogelijke
uitvluchten zochten, om elkaar te ont
moeten. De woede van de boer moet
eerst eens betijen, mogelijk kwam hij
nog tot andere gedachten.
Met de eerste bus zoekt Abel 's Maan
dagsmorgens Noordam weer op. Met te
genzin gaat hij er heen.
„Als het mij te machtig wordt", heeft
hij gezegd tot zijn broer Jan, ,;dan sol
liciteer ik naar elders. Elkaar zo nu en
dan uit de verte zien, zonder te kunnen
spreken, en dan te weten, dat je van
elkaar bent, dat is schier niet te dra
gen.
Er gebeurt die "week nog ietsbelang-
rijks, althans iets ongewoons ten huize
van de Lasteries in Utrecht.
Twee dagen later, zo 's morgens te
gen een uur of elf, wordt er gebeld en
als Abels moeder, die alleen thuis is,
de deur opent, staat voor haar een on
bekende juffrouw, die vraagt haar te
spreken.
„Ik ben de moeder van Kea Steen
dam;" zegt de boerin.
„Komt u binnen, mevrouw.Ja, ja, ik
heb wel even tijd voor u." antwoordt
moeder Lasterie stomverbaasd: wat ter
wereld moet die nu van haar hebben.
„Mijn man en ik zijn vandaag hier
voor de Jaarbeurs. Ik heb gezegd, nog
een boodschap te hebben. Over een uur
tje zien we elkaar weer. Mijn bedoeling
was, u even op te zoeken. U begrijpt..."
Er is ineens een gedwongenheid in
het vertrek. Want m.oeder Lasterie is
iets gaan vermoeden.
„Weet uw man dan niet, dat u hier
bent?" vraagt zij botweg.
„Och nee, het is beter van niet. Kea
weet het ook niet. Ikoch het is zo
moeilijk. U weet misschien
,,Ja, het is moeilijk. Ik ben óók moe
der, mevrouw. U begrijpt nietwaar? Ja,
ja, we zijn op de hoogte. Kea heeft het
aan Lena geschrevenDe boerin
knikt, zij wist het niet zeker, maar ver
moedde het welen mijn zoon is
hier geweest. Dus we zijn op de hoogte"
Dan zwijgt zij, haar vragende, blik
op de boerin gevestigd houdend. Die is
ietwat verlegen met haar figuur en has
pelt wat aan haar tas.
„Wilt u een kop koffie?" wordt haar
gevraagd. Moeder Lasterie heeft toch
medelijden met haar bezoekster. Die
weet blijkbaar niet hoe beginnen. Zij
moet wat afleiding hebben.
,,Neen dank u, laat mij dat niet doen.
Ik moet weer zo gauw mogelijk op het
Vreeburg zien te komen. U begrijpt".
Neen, juffrouw Lasterie begrijpt niets
Zij heeft alleen een vermoeden. Als dat
juist mocht blijken, zou de boerin we
ten, dat zij aan het verkeerde adres is.
Kijk eens, u zal wel helemaal op de
hoogte zijn. Ikik zou er geen be
zwaar tegen hebben. Die twee houden
van elkaarMaar mijn man, ik kan
het niethelpen.,,
„Niemand maakt u er toch een ver-
vsdjt van mevrouw?"
Nee, nee. dat niet. Maar u begrijpt,
mgn man. Nu ja, niet tegen de persoon
van uw zoon, och, hij heeft niets tegen
hem
Dat moet wel, anders gaf hij zijn toe
stemming", zegt juffrouw Lasterie, min
óf meer bijtend.
,,Nu ja, tegen de persoon van uw zoon
maar zijn positie, ja die is best, daar
niet van, maar
,,Hij is geen boer, wilt u zeggen. Dus
een minderwaardig mens?"
,Dat beweer ik ook niet. Het is ook
niet zo
,,Ik ben blij, dat uit uw mond te ver
nemen. Je zou de indruk gaan krijgen,
dat wij een minderwaardig soort men
sen zijn", spot mevrouw Lasterie.
„U ziet het verkeerd, juffrouw. Ik
wou, dat ik het u duidelijk kon maken,
maar u neemt me niet ernstig, geloof
ik. Dan kan ik beter gaan."
,,Nu ziet u het verkeerd. Ik ben vol
komen ernstig. De zaak is ons ook dui
delijk genoeg. Maar als ik eens vragen
mag', wat wilt u van mij?"
Zou het niet mogelijk zijn, dat u uw
zoon bevi^eegt, van Kea afstand te doen"
komt dan het hoge woord er vut.
Het vermoeden van mevrouw Laste
rie v/ordt volkomen bevestigd.
„Ik denk er geen moment aan", zegt
zij scherp. ,,In de eerste plaats moe
ten anderen, wie dat ook zijn, zich er
niet mee bemoeien. Dit is een zaak, die
de betrokkenen zelf moeten uitmaken.-
In de tweede plaats ben ik moeder. Ik
geloof graag dat u, als moeder en als
echtgenote er een eind aan gemaakt
zou willen zien, maar ik lijd met mijn
jongen mee, dat kunt u mij toch niet
kwalijk nemen, is het wel? En in de
derde plaats denk ik er niet aan, aan
uw verzoek te voldoen, omdat er in de
ze zaak iets onrechtsvaardigs en liefde
loos zit. Dat zit ons het meest dwars.
Wij, burgermensen, snappen zoiets niet.
,,Maar probeer" u dan de toestand bij
mij thuis eens in te denken", klaagt de
boerin, wie de woorden van mevrouw
'Lasterie als zweepslagen treffen. ,,Met
mijn man is geen land te bezeilen. Kea
gaat mokkend en zwijgend haar weg.
En ik sta daar tussen. Ik zou ze alle
bei gelijk willen geven".
„Dat gaat nu eenmaal niet. U zult
mjoeten kiezen of delen. Helemaal aan
de zijde van uw man moeten «gaan staan
of helemaal aan de kant van Kea. An
ders kan het niet."
„Ik gim Kea graag aan uw zoon. Ik
heb niets tegen hem. Mijn man ook niet
Alleen, nu ja, u weet het. U moet toch
begrijpen, dat het standpunt van mijn
man ook van betekenis is."
„Neen, dat begrijpen wij juist niet en
we zullen het nooit kunnen vatten! Wij
vinden het liefdeloos, zonder meer. Een
vader mag dat niet van zijn kind eisen.
Het staat er het geluk van zijn dochter
mee in de weg. Het is ongehoord."
„U kunt er niet inkomen, ik merk
het al. Och, kwalijk nemen doe ik u
dat niet. U hebt gelijk: u is ook moe
der en
(Wordt vervolgd.)