Woeger noodgedwongen zui nigheid te Middelharnis Zou het met vrouwen in de raad beter gaan dan met mannen? Vijf en twintig jarig bestaan der Geref. Gemeente te Ouddorp „Gebroken trots" 2e Blad Zaterdag 20 December 1952 No. 2175 Ds A. de Blots van RoUerdam (Z.) hield een gedachienis-predikaiie Digestif Rennies - om Zuurbrand te blussen; VERVOLGVERHAAL N.V. SLAVENBURG'S BANK Rheumatische pijnen slopen Uw gestel en üvj lichaam. (Wordt viajs^j. Maandag 15 Dec. j.l. was het precies 25 jaar geleden dat het kerkgebouw der Ger. Gemeente te Ouddorp in gebruik werd genomen. Deze gemeente was toen nog station van de Ger. Gemeente te Dirksland. Eerst 2 jaar later werd de gemeente zelfstandig geïnstitueerd. Ds. A. de Blois van Rotterdam-Z., die destijds consulent was van Ouddorp heeft toen het kerkje in gebruik gesteld en later de gemeente geïnstitueerd. Uit dien hoofde was ©s. A. de Blois ver zocht, ter gelegenheid van deze gedenkdag een ge'dachtenis-rede uit te spreken waaraan hij gaarne voldeed. De consulent, Ds. G. Zwerus te Middelharnis was mede aanwezig. Het kerkgebouw was geheel gevuld; er was ondanks het sneeuw-weer veel belangstelling. Wij geven hier het slot van de begro tingszitting van de gemeenteraad te Middelharnis. Ds heer C. v. d. Meide vroeg daar bij aandacht voor de Oost-Achterweg. Hiervoor was volgens de voorzitter al een bedrag begroot. De heer Boomsma kwam terug op z'n idee, dat hij had aangegeven voor een jwemplaats. Dit zou z.i. de enigste op lossing zijn. Terugkeren naar de tram- iiaven achtte hij het meest geschikt; P.Z.C, zou toch het plan van een zwem- basin. niet kunnen verwezenlijken. De vraag was alleen, of de ingenieurs van de Waterstaat meewerken. Er behoeft niet zo'n kapitaal voor te worden uit getrokken. Spr. waardeerde verder, dat dhr Be versluis was uitgekomen voor zijn me ning omtrent voetballen op Zondag. De ze moest echter begrijpen, dat velen dit als een Zondagsvreugde beschouwden. Laten we dit liever laten gaan dan het zwermen door het dorp, kroegbezoek, enz. Hij herinnerde in dit geval aan het gezegde van de A.R. minister Algera in de Tweede Kamer, die ook liever de mensen op Zondag in de trein zag om naar de sport te gaan, dan dat ze in de kroeg zaten.' De gezegdens van dhr Be versluis noemde hij een „kloppen aan dovemansdeur!" De heer Koppelaar kwam tegen deze uitdrukking op. Gods Woord is de Waarheid en ieder zal in het gericht rekenschap moeten geven van zijn da den. Wat dhr Beversluis opmerkte, was naar de regel van Gods Heilige Wet, waar wij allen onder vallen, of we het geloven of niet. Dan kwam spr. op de betegeling en wees op de Hoflaan, waar door de zachtheid van de trottoirs bijna niet meer gelopen kon worden. Spr. wees er op, dat er telkens en telkens kosten van begrinding waren en begreep niet, waarom dat men hier of daar zoals voor de woning van de kantonrechter de grintlaag aan het weghakken was. De voorz. zegde toe, dat er jaarlijks een stuk trottoir zou worden betegeld. Tien vrouwen en één man in de Baad? Mevr. van iGroningen verheugde zich dat er voor de werklozen zoveel als mo gelijk is, gedaan zal worden. Via Maat schappelijk Werk is verzocht in gezin nen, waar een achterstand is ontstaan een onderzoek in te stellen t.a.v. kle ding, dekking en schoeisel. Als hulp moest worden geboden, hoopte zij op me dewerking van B. en W. Als vrouw en moeder verheugde het haar, dat er grote plannen bestaan voor de bouw van een wijkgebouw voor de sociaal medische arbeid. In de afgelo pen maanden bezocht zij met de baby het consultatie-bureau voor zuigelingen en constateerde, dat er een vergroot be zoek was. Dat er plannen bestonden tot uitbreiding kleuterzorg was verheugend als ook de andere plannen in het be treffende hoofdstuk genoemd. Alleen wees zij er op dat er tussen het aan nemen van een plan en de uitvoering te veel tijdsimimte ligt. Zij had de over tuiging, indien de gemeenteraad in- plaats van uit 10 mannen en één vrouw uit 10 vrouwen en één man zou be staan, dat het dan vlugger voortgang zou vinden. Vrouwen zijn over het al gemeen voortvarender dan de mannen! (grote hilariteit onder de mannen) De voorz. wilde niet al te mannelijk reageren en de heer C. v. d. Meide stel- dók om zuurbrand te voorkomen U hoeft niet meer tegen Uw maaltijden op te zien uit vrees voor zuurbranden op de maag. Met één of twee Rennies bij de hand blijft U iedere brand de baas en blust U de pijn bij voorbaat. Vraag Rennies bij Uw apotheker of drogist. DOOR JEOIBMAN NOORMAN 23). „Moet Kea dan gehoorzamen? Zie, ddt kan ik mij eenvoudig niet voorstel len. Gaat de kinderplicht nvi zó ver?" „Dan zijn we in een andere phase aangeland, waarin beraad nodig is. Het hangt van verschillende omstandighe den af. In het algemeen zou ik willen cpmerken, dat gehoorzaamheid dan niet verschuldigd is. Doch daarover valt nu niet te pralen. Laten we niet met hy pothesen gaan werken. Zoals de zaak thans staat, is die al ingewikkeld ge noeg. Kijk, kerel, in deze geest zou ik je willen adviseren. Denk er eens over na. Zodra mogelijk, zal ik Steendam aan de tand voelen. Maar beginnen jul lie met elkaar links te laten liggen, je snapt nu wel, hoe ik dat bedoel". Abel zwijgt. En de dominee glim lacht. „Je zit natuurlijk te denken: die kan gemakkelijk praten, maar ik zou toch waarlijk geen andere oplossing we ten, LaSterle. Er moet eens even tijd overheen gaan. En dat moeten jullie beiden kunnen. Nog eens: het kè,n ook, als de liefde echt is". i,U beoordeelt mg verkeerd. Ik moet de voor, voortaan zijn vrouw naar de raad te zullen zenden. „Dat wordt dan een aardig karwei voor de kiesverenigingen," zei de voor zitter. De heer Krijgsman terugkomend op vrijstelling van belasting voor de rei nigingsdienst, zei, dat op een groot o- versohot op de begroting lang zou kun nen worden gewacht. Dan moest de be groting maar zó worden samengesteld, dat het wél kan. T.o. van de opmerking van de sport merkte spr. op, dat hij niet tegen sport was, maar wel tegen sport op Zondag. Er kan dan gesproken worden van „een vervelende Engelse Zondag" maar hij wenste dat de Zaterdagmiddagsport spoedig kwam. De Zondag hebben wij als de dag des Heeren te houden. De heer Beversluis antwoordde dhr Boomsma, dat hij alle waardering had voor minister Algera, maar dat hij aan diens uitdrukkingen over het houden van Gojls dag geen waarde hechtte. De H. Schrift leert het anders. Het was bo vendien zfln mening niet die hij naar voren had gebracht, maar de mening van Gods Woord, die alleen maar gel dende is. De heer Kleyngeld opperde het voor stel om voor de speelweide aan mate riaal te komen, de gemeenschap inge schakeld moest worden. Hij vroeg ver der B. en W. te laten bekijken omi uni forme vuilnisemmers in te voeren. Dé' voorz. antwoordde, dat dit reeds was gedaan, maar dat dit opnieuw een last op de burgers zou leggen. Het ge val speelweide zou hij met de jeugdlei der bezien. De vergadering werd een ogenblik geschorst. Na heropening ging de voorzitter over tot artikels-gewijze behandeling van de begroting. Zo min mogelijk lasten voor de toekomst. De heer Koppelaar wees vooraf op het verslag door de commissie gedaan, waarin zij hadden geadviseerd de be groting zo min mogelijk te bezwaren voor de toekomst. Bij het antwoord van B. en W. lieten deze de nadruk vallen op „zo min tnogelijk", aan de andere kant bleven zij vasthouden aan de nor male financieringsmethode van kapi- taalsuitgaven„;Spr. wees er op, dat er in dit antwoord doorschemerde, dat méér tot stand zou zijn gekomen, als de raad vroeger actiever was geweest. Spr. merkte in dit verband op, dat de gemeente in de dertiger jaren aan de grens van noodlijdend was en als er voorstellen kwamen, moest dit telkens worden verschoven naar betere jaren. Het is wel geweest, dat nagegaan moest worden of niet te veel werd gereisd en getelefoneerd, de onderhoudsposten moesten worden bekrompen enz. om de begroting sluitend te krijgen, Het was toen ondoenlijk zei spr. om wat tot stand te brengen, Ged. Staten weiger den het pertinent. De voorz. merkte op, dat de gemeen ten die het meeste hadden gedaan, het meeste trokken uit het gemeentefonds. Hij ontkende niet, dat het in de crisis jaren moeilijker was dan thans, primair moest voorstaan wat de belangen van de gemeente zijn. Spr. kon dhr Koppe laar begrijpen en B. en W. zou er ook op werken zoveel mogelijk uit de ge wone dienst te dekken. De heer Koppelaar vond, dat waar er 200.0000.reserve is, niet alles op de toekomst mocht worden gescho ven. „Het komt op hetzelfde neer" vond de voorzitter. Het is zo lang als het breed is, als we in de komende jaren de reserve op souperen! Alles op de ge wone dienst krijgen we van de G. S. niet gedaan. Het zou inhouden, dat we aan de wensen van de raad omtrent vrijk- gebouw, Havenplan enz. niet konden voldoen. Spr. deed de toezegging, dat uit de meevallers direct zou worden af geschreven op de gewone posten. B. en W. is daar al mee bezig; spr. doelde op verfwerk, waarvoor 5 jaar stond dat in één jaar is afgeschreven. inderdaad even over uw advies naden ken, maar ik geloof, dat het het juiste is, al valt het niet mee „Och neen, het verstandigste zou zijn als Steendam twee mensen gelukkig maakte. Maar je moet de moed niet opgeven. De boer heeft ook zijn eigen schappen natuurlijk. Eén van deze is, dat hij zielsveel van zijn dochter houdt. Als jullie beiden het verstandig aanleg gen en geduld oefenen, komt het nog wel voor elkaar, ik geloof het vast." Het lijkt er niet veel op. In de kerk, de volgende dag, kan Kea hem alleen een blik van verstandhouding toewer pen. Bij de uitgang wacht hij niet even, zoals hij gewoonlijk doet. Het is opzet. Hij zal de raad van de domine opvol gen, heeft hij besloten, en de boer niet tarten. Bij mevrouw Offenbach drinkt een kennis koffie, maar 's avonds hij gaat niet weg, heeft er geen lust toe zijn die twee alleen. Met haar heeft hij nog geen woord gewisseld over zijn verhouding tot Kea, niet, omdat hij dat niet wil, maar omdat hij er liever niet over spreekt, met niemand. Maar zij is eveneens op de hoogte en zonder inlei ding zegt zij opeens. „Een beproeving moet je als een man dragen, Lasterie. En in Gods kracht. Als Hij Kea voor jou bestemd heeft, krijg je haar ook, dat staat vast. Forceren kun je niets. De houdiiig van haar vader wekt geen verwondering". De heer Koppelaar uitte zijn vrees, dat de reserves op andere manir konden worden aangesproken. Dan had hij nu alvast liever een wijkgebouw, wegen enz die onbelast waren. De voorz. zegde toe, het te SMllen be zien. Artikels-gewyze behandeling De heer Kleyngeld wrist dat voor het zaaltje naast het gemeentehuis ver schillende verenigingen niet betaalden. Hij vroeg hoe men aan de post van 200 kwam. De voorz. Dit is gebaseerd op de be staande ontvangsten. De heer Kleyngeld wees er op dat de huur noodslachtingsgebouw al dateerde van 1927. Er was echter geen reden dit te verhogen, volgens de voorzitter. De heer L. v. d. Waal wilde de wo ningen Oost-Voorgors en Hobbema- straat overhevelen naar de woningbouw vereniging. Voor de Hobbemastraat voelde de voorz. wel; het Ooster-Voorgors moest worden bekeken. De heer Boomsma wilde de leges voor bouwvergunningen verlagen, wat ech ter niet mogelijk bleek. De heer Koppelaar vroeg bg de post brug- en kaaigelden of geraamd kon worden hoe hoog de kosten waren van de oorlogsschade. De voorz. antwoordde, dat de claim op de oorlogsschade moest worden los gelaten. Er was een andere regeling van een derde, maar het bedrag wist spr. niet te ramen. De heer C. v. d. Meide vond de ra ming van 14.000.van kaai- en ha-i vengelden te hoog, nu de haven negen maanden zou gesloten worden. De Voorz. antwoordde dat dit inder daad te hoog was, er zouden andere voorstellen komen. Er kwam een los- en laadgelegenheid buiten de sluis, waarva,n niet te zeggen was wat dit zou opbrengen. Weth. V. Eek vond dat dit moeilijk kon worden geraamd. De Voorz. stelde voor de post te handhaven, al zou er een teleurstelling in zitten. De heer Beversluis bracht bij de post begrafenisrechten naar voren, dat er wel eens een weg gepasseerd moest wor den, waar een verbod bestond voor aui to's. Hem was het eens geweigerd. Hij wenste daar ontheffing voor, wat de Voorz. als hoofd van de gem.-politie zou oplossen. Bij de raming voor Waterschappen vroeg de heer Kleijngeld, of daar geen andere regeling voor zou komen. Ze da teren uit 1795. Spr. vond dat zo trek schuitachtig! De Voorz. verwachtte dat daar binr nenkort andere voorstellen voor zouden komen. De heer Beversluis vroeg waarom de schoolgelden lager geraamd werden wat volgens de Voorz. de oorzaak vond in de Rijksregeling. De heer Beversluis vroeg of er voor de heer Robijn een andere controleur was gekomen voor steunverlening. Hierop antwoordde de Voorz, dat dit gewijzigd was en lichtte dit toe. De heer 1,. v. d. Waal zei dat dit nu door de Soc. werkster geschiedde. Zo het nu gebeurd is het voor de Maatsch. werkster echter te druk. Hij vroeg er aandacht voor van B. en W. om er in te voorzien. De Voorz. antwoordde dat het werk hieraan zo gering was, dat de eigen diensten dit doen. Op 't ogenblik meent B. en W. dat het nog kan. Mevrouw v. Groningen wenste bij de post vermakelijkheidsbelasttng onder scheid te maken tussen culturele e.a. vermakelijkheden. De Voorz. antwoordde dat het moei lijk was dit te separeren. Soms is bij culturele gelegenheden dans na, soms is er toneel om mensen te trekken. B. en W. is bereid de gewone culturele verenigingen te helpen, b.v. door een subsidie te geven, die gelijk staat met een heffing. De heer Krijgsman: Voor zang- en orgelconcerten diende men soepel te zijn. ,,Dit zijn we geweest in het afgelo pen jaar", zei de Voorz. De heer v. d. Waal wees op het feit, dat er algemeen in het land een actie was om deze belasting te verlagen. Spr. hoopte dat deze zaak serieus zou wor- niet bekend. De heer Kleijngeld vroeg of de auto van de gemeente all risk was verze- „Hoe weet u, wat haar vader gezegd heeft? Dat er tussen Kea en mij iets is, weet, geloof ik, het halve (Jorp, maar dat andere?'' Hij kan niet geloven, dat Bet Haverman aan het praten is ge weest. Die heeft hem stipte geheimhou ding beloofd. „Je hoeft er niets achter te zoeken, Lasterie. Het is mij g^isteravond mee gedeeld door Kea's moeder. Ik ben op de hoogte". „Hoe denkt haar moeder er over?" vraagt Abel gretig. „Zij wil de kool en de geit sparen. Dat is een, lastige positie. Tegen jou heeft zij niets en wat haar betreft, kwam het tussen Kea en jou tot een verloving en een huwelijk. Maar het standpunt van haar man, enfin, je be grijpt het nu wel". Ja, Abel snapt er alles van. Per sal do heeft hij alleen de boer tegen zich. Dat blijkt hem de andere morgen weer overduidelijk. Bet Haverman geeft hem een briefje van Kea: „Abel, mijn jon gen, je moet nog even geduld hebben. We kunnen elkaar nog niet ontmoeten, want vader controleert precies wat ik doe en waar ik ben. Hij wil ons van el kaar gescheiden houden. Straks zal de controle wel wat minder scherp zijn. Dan zal ik je berichten, hoe we elkaar kunnen spreken. We moeten overleg plegen. Ik vergeet je niet. We zijn van elkaar en ik geloof met de dag meer, dat we bij elkaar zullen blijven, hoe kerd, waarop de Voorz. bevestigend ant- den bekeken. De heer Boomsma vroeg hoe het stond met de omroeper, waarover de voorz. zei, dat het instituut omroeper wordt geliquideerd. Daarom was er ook geen voorstel voor een nieuw omroepbekken. De heer Kleyngeld zaten de brand- blusmiddelen dwars. De voorz. zou ge zegd hebben: we zijn aan het verzadi gingspunt, maar telkens komt er meer! Hierop-antwoordde de voorz., dat dit was om op peil te blijvep. Dhr. Krijgsman vroeg of al die stop- borden in de gemeente nodig waren! De kantonrechter zei vroeger: „Je moet uitstappen, en eerst kijken" dan heb je wel een heel jaar werk, zei spr. De voorz. antwoordde dat dit Rijks- voorschrift was. Mevr. V. Groningen merkte bij de post Burgerlijke verdediging op, dat dit toch als een gesloten geheel moest worden gezien. Ouddorp was hier niet bij die doet wel aan meer dingen niet mee! Spr. dacht hierbg aan het Uzeren Gor dijn en vroeg of dat te Ouddorp ook was. De voorz. had er niets van bemerkt. Het was aan het college van Ged. Sta ten hoe ze het raadsbesluit te Ouddorp zou opvatten. Dhr. Kleyngeld vroeg of de lonen die de gemeentewerklieden genieten dezelf de waren als in andere gemeenten. Dit wist de voorz. niet, ze vallen ech ter onder de Rgksregeling. Het was tot en met bekeken. Spr. was over het werk zeer tevreden. Mevr. V. Groningen kwam op het loon van de schoonhoudster voor kantoren enz. geraamd op 3.Zij wilde dit op 10.brengen en aanpassen aan de huidige loonregeling. De voorz. had er geen klachten over gehoord. Het is niet haar gehele sala ris; voor andere gebouwen was er een andere post uitgetrokken. Dhr. v. d. Waal meende dat er een toezegging was, dat dit loon zou wor den herzien. Alles bij elkaar was het te laag n.l. 6. De voorz. zegde toe dit te zullen be kijken. Bij de post kledingtoelage wees dhr. V. d. Waal op de „gemeentepetten" die niet werden gedragen. Ongeschikte losplaats. Dhr. Boomsma wees op het feit, dat zware vrachtwagens aan het Vingerling kwamen, waardoor aan de kade ver zakkingen zouden komen. Of het lossen op de kademuur zou moeten worden beperkt, of er zou een verbod moeten komen. De Voorz.. Er is een verbod. Boven dien staan er paaltjes, om niet aan de grens te komen. Spr. zou dit laten con troleren door de havenmeester. „Dat is wel leuk met dte paaltjes" zei dhr. Krijgsman, maar tenslotte moet er gelegenheid worden geschapen om in de haven te lossen en te laden. Anders moeten we naar Sommelsdijk! De voorz. gaf toe dat de los- en laad gelegenheid niet best was en zou er op toezien. Dhr. L. V. d. Waal vroeg wat er met de weger ging gebeuren, nu er niet meer gewogen wordt aan de haven- weegbrug. De voorz. zei dat dit nader zou worden bekeken. Dhr. Beversluis attendeerde op de af rastering van de oude begraafplaats, die volgens de voorz, na demping van de sloot zou worden herzien. Dhr. Boomsma wees op de gewoonte dat na de bietentijd de straten dienden schoongeveegd te worden door de brandspuit. De voorz.: Zoveel het wegdek dit toe laat zullen we dit doen. Dhr. C. v. d. Meide merkte op, dat de post gem.-reiniging 2500.hoger was geraamd. Hij vroeg of het bedrijfsvuil daarvoor ook werd opgehaald. Hierbij wees de voorz. terug op het gezegde uit een vorige vergadering, dat de bedrijven ook een beurt krijgen, als ze dit wensen. Als ze tenminste betalen. Dhr. Kr\igsman informeerde of de mensen van de ophaaldienst ook kleding kregen, waaraan reeds wordt gewerkt volgens de voorzitter. Dhr. Krijgsman vroeg of de woning sluisknecht helemaal goed was, waar op de voorz. antwoordde, dat B. en W. niet wist wie de eigenaar is. Van de gedachte wordt uitgegaan om een nieu we woning voor de sluisknecht te bou wen. De bunker verdwijnt dan. Dhr. Boomsma had nog een opmer king over het onderhoud oorlogsgfraven, welke post voor de H.B.S. staat aange geven. Hij wilde die post overhevelen naar de gemeente; er werd z.i. weinig aan gedaan. De Voorz. ontkende het laatste, de gemeente had er bovendien toezicht op. Dhr. Krijgsman bracht naar voren, dat er voor iedere H.B.S.-leerling 2.80 per 1.1. moest worden betaald. Spr. wenste een betere controle op de leer lingen, daar er zoveel afvielen. Hij voel de er weinig voor, daarvoor zoveel te moeten betalen. De voorz. zou deze vraag voorleggen moeilijk het misschien wordt. Als je wat te zeggen hebt. Bet heeft mij be loofd, dat zij je briefje zal bezorgen en dat niemand er iets van te weten komt. Voor altijd de jouwe, Kea". 't Is de boer, 't is alleen de boer, denkt Abel. In hem komt bitterheid op. Hij voorziet tal van moeilijkheden. Nog diezelfde avond schrijft hij een uitvoerige brief aan Kea, waarin hij mededeling doet van het gesprek met de dominee. Voor de rest wacht hij op een seintje van haar, waar en wanneer zij elkaar kunnen spreken. 4f Lena Lasterie is juist bij de deur, als de brievenbesteller zijn post in de bus wil deponeren. „Dat is al gauw antwoord van Kea" zegt zij, de brief uit Noordam open scheurend. ,,Byna per kerende post". Zij heeft Vrijdag geschreven, niet vaak, maar zo nu en dan houden zij en Kea briefwisseling, en gevraagd, of zij een dagje naar de boerderij mag komen, omdat zij binnenkort enkele dagen va- cantie heeft. Nu is het antwoord er al. Dat is al heel vlug. In de huiskamer zitten vader, moe der en Maria, als zij de brief van Kea leest. Dan doet zij een uitroep van verba zing, om vervolgens stom verwonderd de anderen aan te kijken. De dienst werd aangevangen met het zingen van Ps. 111 1 en 2 waarna ge lezen werd Ps. 90. Ds. de Blois sprak het votum en de zegen uit en ging voor in gebed. De dichter zong, aldus begon spr. zijn voorafspraak: Uren, dagen maan den, jaren, vliegen als een schaduw heen. Mozes getuigt in de 90e Psalm. „wy vliegen daarheen." En waarheen vliegen wrfl, vroeg spr. Naar een onbe kende toekomst, naar een wisse dood, naar een eeuvrige bestemming, naar een beslissend oordeel. Mozes was een man, gerijpt in de school der levens-ervaring, waarom hij aanmaant: leer ons alzo onze dagen tellen en een wijs hart bekomen. Het was Ds. de Blois aangenaam te Ouddorp weer vele vrienden te ontmoe ten. Hij kon zich niet voorstellen, dat het nu al 25 jaar geleden was, dat hij het kerkje in gebruik had genomen met de woorden uit Hebr. 4: Het Woord Gods is levend en krachtig en scherp- snijdender dan enig tweesnijdend scherp zwaard. Op 25 Juli 1928 had spr. op last van de kerkeraad te Dirksland (waar van Ouddorp een station was) de heer Corn. Aleman als ouderling en W. Bos- land als diaken bevestigd, en op de classis-vergadering van 30 Juni 1'929, werd toestemming verleend zelfstandig te worden, wat op 2 Maart 1930 plaats had. Spr. hield bij die gelegenheid een predikatie uit Matth. 16 15 en 16' waar Christus vraagt aan Petrus: Wie zegt gij dat Jk ben? Met het antwoord: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. Het was spr. ook aangenaam ouder ling J. de Bakker t,e ontmoeten, die nu ongeveer 25 jaar in het ambt stond en de familie W. v. d. Linde, waar hij zo vaak had gelogeerd. Met aangenaamheid dacht hij terug aan zijn tienjarig ver blijf op Flakkee, al waren er ook vaak moeilijke dagen geweest. Een dierbaar pand rustte in Flakkeese bodem, wat het hart nog met weemoed vervult. Wij mochten echter ons kind onvoorwaar delijk in God verliezen, om het na negen jaar in God terug te krijgen, waarmee bevestigd werd: „Daar zullen zij, Gods knechten met hun zaad. Zij die Zijn naam beminnen, erf'lijk wonen." Met weemoed gedacEit spr. ook aan de broeders kerkeraad die in de loop van de jaren waren overleden, (dit wa ren de ouderlingen C. Aleman, C. Bos- land, D. Koe!(f en de diakenen W. Bos- land, Karel Heerschap en H. de Bout). Met mfcerderen hunner had hij tijdens zijn consulentschap aangenaam samen gewerkt. De huidige consulent. Ds. G. Zwerus uit Middelharnis, die mede tegenwoor dig was, werd ook toegesproken en toe gewenst, dat een rijken zegen op zijn arbeid zou mogen rusten en hij dezelfde vriendelijkheid en het medeleven zou mogen genieten, dat Z.Eerw. op Flak kee al die jaren had gehad. Al leven we in tijden van verval, de Heere blijft dezelfde, zei spr., het voort bestaan van de Kerk ligt gewaarborgd in een Drieënig, volzahg God. Er is van Alle Bank- en EffectenzaUen KANTOKEN: Rotterdam, Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Amersfoort, Dord recht, Schiedam, Vlaardingen. Maas sluis. IJsselmonde, Zevenbergen. Middelharnis, Voorstraat 7, Tel. 2138 aan de betreffende commissie. Het aan tal doublures was inderdaad groot. Dhr. Boomsma zette uiteen waarom er zoveel toeloop was aan de H.B.S. en de voorz. profeteerde, dat de kosten in het vervolg misschien nog hoger zou den worden. Na nog enige andere kleine opmer kingen werd de begroting z.h.s. vast gesteld, waarna de openbare zitting werd gesloten. „Wat is er?" vraagt haar moeder ,,Iets bijzonders?" Marie is in eens geïnteresseerd. Ze gaat iets vermoeden, 't Is zeker in orde tussen Kea en Abel? „'k Zal het briefje even voorlezen, dan weet u het meteen, 't Is fraai. Wat een ellende voor Abel!" Het zijn slechts enkele regels: Lieve Lena. Het spijt mij heel erg, dat ik je moet schrijven, dat het beter is, dat je voorlopig niet komt. Er is hier iets heel ergs gebeurd. Abel en ik zijn het volkomen met elkaar eens. Hij heeft mij gevraagd, of ik zijn vrouw wil worden en ik heb hem lief, zoals hij mij liefheeft. Maar mijn vader weigert voor nu en altijd zijn toestemming te geven. Niet om de persoon van Abel, maar, nu ja, uitvoerig schrijf ik er niet over, dat heeft toch geen zin, maar om dat vader mij getrouwd wil zien met een boerenzoon en niet met een burger man. Dat is de enige reden. Je begrijpt wel, dat Abel en ik er veel verdriet van hebben, maar voor het ogenblik kunnen we er niets aan doen. We mogen elkaar niet zien en spreken. Van vader mag ik ook niet meer naar de zangclub. Ik weet nog niet, hoe het moet. Abel en ik hebben zelf nog geen klaarheid in deze zaak. Bid met ons mee, opdat we licht bekomen. Want ik kan hem niet loslaten. Je begrijpt wel, dat het voor mij heel moeilijk is, ja, voor Abel oqk, maar ik sta er nog iets anders tegen- die 90ste Psalm wel eens gezegd: 't is de catechismus van het pessimisme, maar het tegendeel is waar, zei spr., het is een geloofslied: Gij zijt ons ge weest een toevlucht van geslacht tot geslacht! En aan het slot van deze Psalm roept de Godsman uit: Laat uw werk aan uwe knechten gezien worden en uw heerlijkheid over hunne kinderen. Daar is sprake van Gods werk en van ons werk. Ons werk is echter van nul en gener waarde, gerekend naar de op telsom van onze verdienste. Maar de Heere behandelt ons niet als stokken en blokken: als God in ons werkt, wordt Gods werk ons werk, waarbij dan de bede komt, of de Heere voor dat werk wil instaan. Spr. kwam daarmee tot zijn tekst, uit Habakuk 3.2: Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren; maak het bekend in het midden der jaren; in den toorn ge denk des ontfermens. Het thema was: Het gebed van Ha bakuk: die vraagt ten Ie: de instand houding van Gods werk (Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven; 2e. de openbaring van Gods werk (maak het bekend in het midden der jaren)3e. de bewaring van Gods werk (in den toorn gedenk des ontfermens). Het spijt ons, dat wij wegens plaats gebrek van deze weldoorwrochte pre dikatie geen groter verslag kuimeri ge ven. Het was een Schriftuurlijke, ont dekkende, bevindelijke, maar ouk een vertroostende Woord-verkondiging. Vijf en twintig jaar lang had de Hee re Zijn werk, dat te Ouddorp als een klein stekje werd geplant, in het leven gehouden, zei spr. Uit het beginsel van het ware, levende geloof mocht de bede blijven: Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven! Ons prutswerk heeft geen waarde de gezegende Christus mocht steeds in het middelpunt staan. Het was een schone ure, zowel voor de gemeente van Ouddorp en voor de belangstellenden, die ondanks sneeuw- weer van elders waren gekomen. Na af loop van de dienst kwamen meerderen Ds. de Blois in de consistorie- de hand drukken. Voor de historie zij nog vermeld, dat wijlen Ds. Kieviet van Veenendaal de eerste wasj die voor de Ger. Gemeente te Ouddorp optrad. Ds. Kieviet was destijds met vacantia te Ouddorp en is toen enige malen in de z.g.n. Oude School te Ouddorp op getreden. ----------O---------- CHRISTENEN OP WIELEN. 'De predikant H. G. Goodall te Salis bury heeft de volgende beschrijving ge geven van wat hij Christenen-op-wielen noemt: Zij komen voor de eerste keer naar de kerk in hun kinderwagen, voor de tweede maal in de trouw-auto, en voor de derde en laatste keer in hun doodkist. Hoeveel gelukkiger zoudan de mensen zijn als ze er tussen-in óók kwa men, op hun eigen twee voeten! (Ev. Luth. weekblad) Bestrijd ze met Kruschen en begin zo een nieuw leven - fit en vief - vri] van pijn. Zoals Kruschen duizenden' verlichting bracht reeds na betrekkelijk kort ge bruik, zo kan zich ook bij U die wel dadige bloedzuiverende werking vol trekken. Met Kruschen regelmatig gebruikt geen onzuiver bloed meer. En daarmee is dan de oorzaak wegge nomen van die kwellende rheumatiek. Koop vandaag Kruschen bij Uw apothe ker of drogist en begin morgenochtend die heilzame kuur. over. Ik kan het nog steeds niet met mijzelf eens worden of ik in deze zaak volle gehoorzaamheid aan mijn vader verschuldigd ben. Maar jij kunt mij daarin ook geen raad geven. Je be grijpt nu wel, dat het in de gegeven omstandigheden niet raadzaam, zou zijn, als je bij ons kwam. Ik heb er met vader niet eens over gesproken, wel met moeder, die van hetzelfde gevoelen is. Je moogt met dit briefje doen wat je - wilt. Je vader en moeder mogen, het ook gerust lezen. Misschien heb ik geen nieuws geschreven en heeft Abel jullie al ingelicht. Leef met ons mee, kind. Ik hoop van harte, dat alles zich nog eens ten goede schikt en bid er om, maar soms vrees ik". Lasterie kijkt zijn vrouw aan. Niet triomfankelijk, maar zij kan niet ont kennen, dat hij het toen juist heeft ge zien. ,,Je hebt het direct gezegd", zegt zij, „toen ik vermoedde, dat die twee een oogje op elkaar hadden". „Met dit verschil, dat de r"oe4er er ook tegen zou zijn, maar je krijgt de indruk uit dit briefje, dat dit niet zo is. Dat kan op de duur misschien liel- pen. Het hangt van de boerin af. Maa-, ja, die kennen we ook niet. D«; boer ke.. het alleen wel voor het zeggen hebl^'jg_ En dan vrees ik, dat Abel geen ri maakt". ,jft

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 5